Examenreglement Augustus 2014

Examenreglement
Augustus 2014
Vastgesteld door:
Vastgesteld op:
Auteur:
College van Bestuur
11 juli 2014
Bestuursbureau
Inhoud
Woord vooraf
3
Regeling van het examen
Gelegenheid
Begrippen, toepassing en inwerkingtreding van het reglement
Examen
Inschrijving (toegang en toelating)
Vrijstellingen
Afwijkende examinering
4
Organisatie en uitvoering
Inhoud examens
Gang van zaken tijdens examens
Onregelmatigheden
Bijzondere omstandigheden
Verzuim
Uitslagregels
Herkansingen
Diplomering
Inzage- en bespreekrecht
Bewaring
Geheimhouding
5
Bezwaar en beroep
Bezwaar
Beroep
Termijn voor indienen en uitspraak beroep
8
Tot slot
8
Begrippenlijst
9
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 2
Woord vooraf
Dit examenreglement maakt integraal deel uit van de onderwijs en examenregeling (OER). Het is van
toepassing op alle beroepsopleidingen van Gilde Opleidingen. Het reglement geldt vanaf 01-08-2014.
In dit reglement wordt in verband met de leesbaarheid over “deelnemers” gesproken. De regels
gelden echter ook voor examendeelnemers.
Wanneer er voor een opleiding aanvullende regels van toepassing zijn, zijn deze terug te vinden in de
OER van de betreffende opleiding.
Per 15 november 2007 wordt het toezicht op de examens beroepsonderwijs, namens de
staatsecretaris van OCW, uitgeoefend door de Inspectie van het Onderwijs.
De Inspectie van het Onderwijs is gevestigd aan Park Voorn 4, 3544 AC, Utrecht.
Er bestaat een samenwerkingsovereenkomst tussen Helicon Opleidingen, Citaverde College, Summa
College, ROC Ter AA, Opleidingsinstituut voor Politie- en Beveiligingspersoneel en Gilde Opleidingen
met betrekking tot een gemeenschappelijk reglement “Commissie van beroep voor de examens”. Dit
reglement is per 1 augustus 2013 in werking getreden en is terug te vinden op de website van Gilde
Opleidingen.
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 3
1. REGELING VAN HET EXAMEN
Artikel 1.1
Gelegenheid
Het College van Bestuur van Gilde Opleidingen geeft de deelnemer de gelegenheid examen af te
leggen, zoals artikel 7.4.2 eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs dat aangeeft.
Artikel 1.2
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
Artikel 1.3
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
Artikel 1.4
lid 1
lid 2
Artikel 1.5
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
Begrippen, toepassing en inwerkingtreding van het examenreglement
Bij dit reglement hoort een begrippenlijst die er onderdeel van uit maakt (zie hoofdstuk
5)
Dit reglement geldt voor alle beroepsopleidingen van Gilde Opleidingen.
Het examenreglement is integraal onderdeel van de Onderwijs- en Examenregeling
(OER) van een opleiding.
Het reglement treedt in werking op 01-09-2014. Eerdere examenreglementen voor de
beroepsopleidingen vervallen op bovengenoemde datum.
Examen
Het examen voor het behalen van een kwalificatie bestaat uit één of meer
examenonderdelen.
Deelnemers zijn verplicht deel te nemen aan alle examenonderdelen die zijn
opgenomen in de OER van de opleiding, behalve wanneer ze daar vrijstelling voor
hebben gekregen (zie hieronder bij artikel 1.5).
In de OER is aangegeven op welke manier de examenonderdelen worden
afgenomen. Ook staat daarin welke examenonderdelen in de beroepspraktijkvorming
worden afgenomen.
Het examen is behaald, wanneer alle examenonderdelen van die opleiding met goed
gevolg zijn afgelegd1.
Inschrijving (toegang en toelating)
De deelnemer is op grond van zijn inschrijving automatisch ingeschreven voor de
eerste keer dat een examenonderdeel afgenomen wordt, tenzij de OER en
studiehandleiding anders vermelden.
Degene die uitsluitend tot het examen of examenonderdeel wenst te worden
toegelaten, kan zich als examendeelnemer inschrijven. De sectordirecteur beslist over
de toelating mede op basis van de geldende regelgeving. Examendeelnemers betalen
per examenonderdeel een door de sector vast te stellen bedrag.
Vrijstellingen
Deelnemers met een diploma, (ervarings-)certificaat of bewijs van een andere
onderwijsinstelling kunnen vrijstelling aanvragen voor al eerder behaalde
examenonderdelen.
De deelnemer vraagt de vrijstelling schriftelijk aan bij de examencommissie van de
sector. Bij het vrijstellingsverzoek zijn bewijzen gevoegd, zoals kopieën van diploma of
certificaat en van het resultatenoverzicht.
De examencommissie besluit op basis van het examenplan van de opleiding over het
al dan niet verlenen van vrijstelling. De examencommissie streeft ernaar, om het
besluit binnen 15 werkdagen aan de deelnemer te verstrekken.
Met betrekking tot de (generieke) examenonderdelen Rekenen, Nederlands en Engels
is de landelijke regelgeving bindend.
De verleende vrijstellingen worden opgenomen in het examendossier van de
deelnemer.
1
In de periode 2013-2020 is de regelgeving m.b.t. rekenen, Nederlands en Engels aan verandering
onderhevig. Zie ook artikel 1.5, lid 4.
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 4
Artikel 1.6
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
Afwijkende examinering
Deelnemers met een beperking kunnen een aangepaste of afwijkende vorm van
examinering aanvragen.
De deelnemer vraagt de gewenste voorziening of aanpassing ruim voor aanvang van
het examenonderdeel schriftelijk aan bij de examencommissie. Bij het verzoek zijn
bewijzen gevoegd, zoals een attest van een arts of een gewaarmerkte verklaring van
een deskundige.
De examencommissie laat zich eventueel nog adviseren door deskundigen en neemt
vervolgens een besluit over de mate waarin en de wijze waarop de examinering voor
de betreffende deelnemer aangepast wordt. Hierbij geldt dat de doelstelling en het
niveau van de afwijkende examinering niet anders zijn dan de doelstellingen en het
niveau van het oorspronkelijke examen(onderdeel).
De examencommissie streeft ernaar, om het besluit binnen 15 werkdagen aan de
deelnemer te verstrekken.
Bij beperkingen die bij verschillende examenonderdelen een rol spelen, zoals
dyslexie, vraagt de deelnemer eenmalig afwijkende examinering aan. De
examencommissie zorgt ervoor dat de voorzieningen bij examenonderdelen toegepast
worden.
2. ORGANISATIE EN UITVOERING
Artikel 2.1
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
Artikel 2.2
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
lid 6
lid 7
lid 8
lid 9
Artikel 2.3
lid 1
Inhoud examens
De OER of de studiehandleiding wordt voor het begin van de opleiding aan de
(examen)deelnemers ter beschikking gesteld.
In de OER of studiehandleiding is de examenplanning opgenomen, waarin informatie
staat over de inhoud, organisatie en vorm van het examen/de examenonderdelen.
Deelnemers worden uiterlijk 10 werkdagen voor de examendatum geïnformeerd over
de tijd, duur en plaats van afname van een examenonderdeel.
Deelnemers worden uiterlijk 10 werkdagen voor de examendatum ingelicht over
toegestane hulpmiddelen, vereiste legitimatie, vereiste voorbereidingen, de
examensituatie en de inrichting van de examenlocatie.
Gang van zaken tijdens examens
De examenlocatie voldoet aan de daarvoor gestelde eisen.
De deelnemer is tijdig voor het begin van het examen aanwezig op de examenlocatie.
Wanneer een deelnemer te laat komt, meldt hij zich bij de surveillant/examinator.
Deelnemers die te laat komen (maar minder dan 30 minuten) mogen wel starten,
maar zijn de verloren tijd ook echt kwijt.
Deelnemers mogen niet binnen 30 minuten na aanvang van het examen(onderdeel)
vertrekken.
De deelnemer kan een geldig legitimatiebewijs tonen wanneer daarom gevraagd
wordt.
De surveillant/examinator geeft duidelijk aan wanneer het examen(onderdeel) begint.
Bij de start van het examen laat de surveillant/examinator de deelnemers controleren
of zij alle opgaven/opdrachten ontvangen hebben.
De surveillant/examinator noteert eventuele bijzonderheden op het Proces Verbaal
van het examen(onderdeel).
Deelnemers tekenen de presentielijst voor aanwezigheid, of de surveillant/examinator
noteert de namen van de aanwezige deelnemers.
Onregelmatigheden
De examencommissie kan maatregelen treffen tegen deelnemers die ten aanzien van
examinering onregelmatigheden plegen of gepleegd hebben. Als onregelmatigheden
worden in ieder geval aangemerkt:
- het overleggen van valse bescheiden bij een verzoek om vrijstelling;
- spieken;
- het niet opvolgen van instructies van een surveillant/examinator;
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 5
-
lid 2
lid 3
lid 4
het gebruik van niet toegestane hulpmiddelen;
plagiaat. Hieronder wordt verstaan het overnemen van andermans werk en dat
laten doorgaan voor eigen werk;
- elke andere handeling ter beoordeling aan de examencommissie (bijvoorbeeld
digitale onregelmatigheden of onregelmatigheden met telefoons).
Wanneer onregelmatigheid wordt gesignaleerd, dan wordt dit door de
surveillant/examinator meteen medegedeeld aan de deelnemer. Deze mededeling
wordt ook vastgelegd op het Proces Verbaal dat bij het examen(onderdeel) hoort. Na
afloop van het examen(onderdeel) wordt de onregelmatigheid door de
surveillant/examinator gerapporteerd aan de secretaris van de examencommissie.
Voordat maatregelen worden opgelegd aan de deelnemer die onregelmatigheden
heeft gepleegd, wordt deze gehoord door de examencommissie. De deelnemer kan
zich daarbij laten bijstaan.
De maatregelen die al dan niet in combinatie kunnen worden genomen, zijn:
- het ongeldig verklaren van het gemaakte werk/de geleverde prestatie, waarbij de
examengelegenheid vervalt;
- het opleggen van de verplichting tot overdoen van het examen(onderdeel);
- overige maatregelen ter beoordeling aan de examencommissie.
Artikel 2.4
Bijzondere omstandigheden
Wanneer de (examen)deelnemer tijdens het deelnemen aan een examen(onderdeel)
door externe oorzaken wordt gehinderd, meldt hij dit bij de surveillant/examinator.
Deze mededeling wordt door de surveillant/examinator genoteerd op het procesverbaalformulier. Na afloop van het examen wordt deze bijzondere omstandigheid
door de surveillant/examinator gerapporteerd aan de secretaris van de
examencommissie. De examencommissie beoordeelt de omstandigheid en streeft
ernaar binnen 15 werkdagen een besluit te nemen over de gevolgen.
Artikel 2.5
lid 1
Verzuim
Als een deelnemer niet aan een gepland examen(onderdeel) kan deelnemen, meldt
hij dit voor de aanvang van het examen(onderdeel) of zo spoedig mogelijk daarna bij
de examencommissie, door middel van een schriftelijke verklaring waarop de reden
van afwezigheid is vermeld.
De examencommissie oordeelt over de geldigheid van de afwezigheid en brengt de
deelnemer van deze beslissing schriftelijk op de hoogte.
Wanneer de examencommissie vindt dat de deelnemer met geldige reden(en) afwezig
is geweest, dan behoudt de deelnemer het recht op het aantal vastgestelde
examengelegenheden.
Wanneer de examencommissie vindt dat de reden voor afwezigheid ongeldig is,
vervalt het recht op die betreffende examengelegenheid.
lid 2
lid 3
lid 4
Artikel 2.6
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
lid 6
Uitslagregels
De examinator geeft voor elk examen(onderdeel) van het examen een voorlopige
beoordeling in een cijfer of in woorden.
De examencommissie stelt de uitslag van het examen(onderdeel) vast op basis van
de regels voor beoordelen en beslissen in de OER van de opleiding.
De examencommissie reikt een bewijsstuk, voorzien van het resultaat van de
beoordeling n.a.v. elk examen(onderdeel) uit.
De examencommissie stelt de deelnemer binnen tien werkdagen na beëindiging van
het examen(onderdeel), of tien werkdagen na formele inzage indien daarvan gebruik
gemaakt wordt, in kennis van het definitieve resultaat.
Uitzondering op lid 4 vormen examen(s)onderdelen die ingekocht of uitbesteed zijn of
waarvan de beoordeling extern plaats vindt. De secretaris van de examencommissie
stelt m.b.t. deze ingekochte of uitbestede examen(s)onderdelen de deelnemer zo
spoedig mogelijk na het bekend worden van de uitslag in kennis van het resultaat.
Een deelnemer is geslaagd voor het examen indien alle examenonderdelen zoals
beschreven in de OER zijn behaald, of waarvoor vrijstelling is verkregen, en aan alle
verplichtingen is voldaan zoals beschreven in de OER. Met ‘verplichtingen’ wordt
bijvoorbeeld de BPV en Loopbaan en Burgerschap bedoeld.
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 6
lid 7
lid 8
Artikel 2.7
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op basis van de regels
voor beoordelen en beslissen zoals vastgelegd in de OER van de opleiding.
Nadat de uitslag van het examen is vastgesteld, deelt de secretaris van de
examencommissie deze aan iedere deelnemer mee, met vermelding van de
eindbeoordelingen.
Herkansingen
Elk examen(onderdeel) wordt één maal geëxamineerd. Voor elk examen(onderdeel)
wordt ten minste één herkansingsmogelijkheid geboden.
Als een deelnemer van oordeel is, dat er voor hem redelijke gronden zijn om
aanspraak te maken op een extra herkansingsmogelijkheid dan geldt het volgende:
de deelnemer dient binnen tien schooldagen na de bekendmaking van de
vastgestelde resultaten van het examen(onderdeel) een beargumenteerd schriftelijk
verzoek in bij de examencommissie van de sector. De examencommissie beslist en
stelt de deelnemer binnen 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek schriftelijk op
de hoogte van het besluit.
De examencommissie bepaalt het tijdstip van herkansing, dat ook kan vallen in een
volgend semester of studiejaar en waarbij gebruik gemaakt kan worden van de
overeenkomstige examinering van een ander deelnemerscohort.
Na herkansing telt het hoogste cijfer of het beste resultaat.
Artikel 2.8
Diplomering
Wanneer een deelnemer alle exameneenheden heeft behaald die deel uitmaken van
de in de onderwijsovereenkomst afgesproken opleiding en wanneer ook aan de
overige diplomaverplichtingen is voldaan, wordt namens het bevoegd gezag het
diploma uitgereikt.
Artikel 2.9
lid 1
Inzage- en bespreekrecht
Een deelnemer die inzage wil hebben in het ingeleverde/verrichte werk en de
beoordeling daarvan, stuurt binnen tien schooldagen na de bekendmaking van de
resultaten een schriftelijk verzoek aan de examencommissie.
De examencommissie nodigt de deelnemer schriftelijk uit voor de inzage en
bespreking. Dit gebeurt binnen vijf werkdagen.
Wanneer de deelnemer het oneens is met de resultaten, kan hij beroep aantekenen
(zie hoofdstuk 3).
lid 2
lid 3
Artikel 2.10
lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
Bewaring
Alle examengegevens van deelnemers worden anderhalf jaar na diplomering
bewaard. Het gaat hier om de documenten die nodig zijn om als examencommissie tot
een diplomabesluit te komen: examenplan, examenopdrachten, ingevulde
beoordelingsformulieren en het gemaakte werk wanneer daar de beoordeling in
verwerkt is.
Bewaring kan fysiek of digitaal plaatsvinden. Voor de werkstukken of prestaties die
vanwege hun aard of omvang niet kunnen worden bewaard, maakt de beoordelaar
een beoordelingsrapport op dat in plaats van het werkstuk of de prestatie wordt
bewaard.
De bewaartermijn van anderhalf jaar gaat in na de einduitslag van het betreffende
examen. Na afloop van de bewaartermijn wordt het materiaal vernietigd.
De bewaartermijnen genoemd in dit artikel worden verlengd zolang er ten aanzien van
het desbetreffende examen of examenonderdelen sprake is van enig geschil.
De door de examencommissie ondertekende uitslagenlijst wordt 30 jaar bewaard.
Wanneer een uitslagenlijst niet beschikbaar is, dienen certificaten, diploma’s en
cijferlijsten 30 jaar te worden bewaard.
Documenten met betrekking tot vrijstelling van examenonderdelen worden 30 jaar
bewaard.
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 7
Artikel 2.11
Geheimhouding
Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de
beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of
redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of
wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is
verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift
hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering
noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
3. BEZWAAR EN BEROEP
Artikel 3.1 Bezwaar
Een (examen)deelnemer kan tegen een beslissing van een examinator c.q. examencommissie
binnen vijf werkdagen na inzage en/of bespreking van de beoordeling, schriftelijk bezwaar
indienen bij de secretaris van de betreffende examencommissie.
Het bezwaar dient in ieder geval te bevatten:
1. datum;
2. naam, adres en woonplaats van de bezwaarmaker;
3. aanduiding tegen welke examinator of examencommissie het bezwaar zich richt;
4. aanduiding waarop het bezwaar betrekking heeft;
5. de gronden waarop het bezwaar berust.
Artikel 3.2
lid 1
lid 2
Artikel 3.3
lid 1
lid 2
Opmerking:
Beroep
Een (examen)deelnemer kan tegen een beslissing van de betreffende
examencommissie schriftelijk in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de
Examens.
Het beroep bij de Commissie wordt door middel van een met redenen omkleed
(schriftelijk) beroepschrift ingesteld binnen 10 werkdagen nadat de beslissing aan de
betrokkene bekend is geworden of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.
De (examen)deelnemer stuurt het beroepschrift aan:
Helicon Opleidingen, Commissie van Beroep voor de Examens
Dhr.ir. J.W.J. Jacobs, secretaris Commissie van Beroep voor de Examens,
Postbus 2411, 5202 CK ’s Hertogenbosch.
Het beroepschrift bevat:
1.
datum;
2.
naam, adres en woonplaats van de appellant;
3.
aanduiding van het orgaan tegen wiens beslissing het beroep is gericht;
4.
een duidelijke omschrijving van de beslissing waartegen het beroep is gericht,
met overlegging van een afschrift indien de beslissing schriftelijk is kenbaar
gemaakt, of, indien het beroep is gericht tegen het weigeren van een
beslissing, een duidelijke omschrijving van de beslissing die naar het oordeel
van de appellant had moeten worden genomen;
5.
de gronden waarop het beroep berust;
6.
andere relevante documenten.
Termijn voor indienen en uitspraak beroep
Termijn voor indienen
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 10 werkdagen. De
termijn begint op de dag na de dag waarop de maatregel of beslissing is bekend
gemaakt aan de appellant.
Termijn uitspraak beroep
Binnen 20 werkdagen na de laatste zitting waarop de zaak is behandeld, doet de
Commissie een met redenen omklede uitspraak over het beroepschrift.
Voor het “Reglement Commissie van Beroep voor de Examens”
verwijzen we naar: www.gildeopleidingen.nl
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 8
4. TOT SLOT
Artikel 4.1
lid 1
lid 2
Onvoorzien
In gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet en die ook niet geregeld zijn in
de OER, beslist de examencommissie.
In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken dan wel afwijkingen
toestaan van de bepalingen van dit reglement.
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 9
5. BEGRIPPENLIJST
Beroepspraktijkvorming (BPV)
Het verplichte deel van de beroepsopleiding dat in een erkend leerbedrijf plaatsvindt. Een met goed
gevolg afgesloten bpv is een wettelijke vereiste voor diplomering.
Bevoegd gezag
Het College van Bestuur van Stichting Gilde Opleidingen.
Certificaat
Waardepapier waarop staat dat een student aan een onderdeel van een kwalificatie heeft voldaan.
Certificeerbare eenheid
Vastgesteld onderdeel uit een kwalificatiedossier met arbeidsmarktrelevantie waarvoor een certificaat
afgegeven kan worden.
Cesuur
Grens tussen de hoogste score waaraan een onvoldoende wordt toegekend en de laagste score
waaraan een voldoende wordt toegekend.
College van Bestuur
Het College van Bestuur (CvB) is het bestuursorgaan van het ROC en bestaat bij Gilde Opleidingen
uit een tweetal leden: een voorzitter en een lid. Het College van Bestuur bestuurt de instelling. Het
CvB is belast met alle taken en bevoegdheden die tot het bestuur van de instelling behoren en alle
taken en bevoegdheden die de wet neerlegt bij het bevoegd gezag.
Commissie van Beroep voor de Examens
Commissie die het beroep behandelt dat een examenkandidaat heeft ingediend tegen een uitspraak
van de examencommissie. Daarbij wordt vertrouwd op een onafhankelijk oordeel. Het bevoegd gezag
heeft de commissie ingesteld.
Deelnemer
Een deelnemer is een persoon, die als zodanig is ingeschreven bij Gilde Opleidingen en die gebruik
maakt van onderwijs- en examenvoorzieningen.
Diploma
Wettelijk erkend document dat aantoont en vastlegt dat de eigenaar een omschreven kwalificatie
voldoende beheerst.
Examen
Door een daartoe bevoegde instantie ingesteld onderzoek naar kennis, vaardigheden en houding die
de examenkandidaat zich op grond van de diploma-eisen moet hebben eigen gemaakt, en de
beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek aan de hand van de beoordelingscriteria en
beslisregels.
Een examen kan uit meerdere examenonderdelen en -eenheden bestaan.
Examencommissie
Organisatorische eenheid, ingesteld door het bevoegd gezag, die eindverantwoordelijk is voor de
examinering en diplomering binnen de mbo-school.
Examendeelnemer
Wettelijke term voor een persoon die uitsluitend is ingeschreven voor deelname aan
examenactiviteiten.
Examengelegenheid
Het moment waarop de deelnemer een examen(onderdeel) kan afleggen.
Examenonderdeel
Wettelijke term voor de diverse (beroeps)specifieke en generieke onderdelen van een examen.
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 10
Examenplan
Plan waarin, per kwalificatie en cohort, alle exameneenheden staan waaraan een student moet
voldoen, inclusief de bijbehorende beslisregels.
Examinator
Wettelijke term voor een persoon die examens afneemt en beoordeelt.
Instelling
Een regionaal opleidingencentrum (ROC).
Onderwijs- en examenregeling (OER)
Regeling waarin de programmering van de onderwijsactiviteiten, inclusief de examinering, is
verantwoord en vastgelegd. M.i.v. 01-08-2014 verplicht.
Surveillant
Persoon die toezicht houdt op de correcte afname van examens.
Vrijstelling
Regeling waarin eerder verworven competenties of een vooropleiding van een student zijn vastgelegd
en waaruit blijkt dat de student niet (opnieuw) aan dit deel van de exameneisen hoeft te voldoen.
Werkdagen
Alle dagen met uitzondering van de zaterdagen en zondagen, de nationale feestdagen en de door het
ROC vastgestelde schoolvakanties en vrije dagen.
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
De Wet van 31 oktober 1995 met betrekking tot educatie en beroepsonderwijs, zoals gepubliceerd in
Staatsblad 1995 501, met inbegrip van alle naderhand aangekondigde wijzigingen. De volledige tekst
van de wet is op aanvraag in te zien bij de secretaris van de examencommisie.
Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen
pagina 11