Examenreglement Augustus 2014 Vastgesteld door: Vastgesteld op: Auteur: College van Bestuur 11 juli 2014 Bestuursbureau Inhoud Woord vooraf 3 Regeling van het examen Gelegenheid Begrippen, toepassing en inwerkingtreding van het reglement Examen Inschrijving (toegang en toelating) Vrijstellingen Afwijkende examinering 4 Organisatie en uitvoering Inhoud examens Gang van zaken tijdens examens Onregelmatigheden Bijzondere omstandigheden Verzuim Uitslagregels Herkansingen Diplomering Inzage- en bespreekrecht Bewaring Geheimhouding 5 Bezwaar en beroep Bezwaar Beroep Termijn voor indienen en uitspraak beroep 8 Tot slot 8 Begrippenlijst 9 Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 2 Woord vooraf Dit examenreglement maakt integraal deel uit van de onderwijs en examenregeling (OER). Het is van toepassing op alle beroepsopleidingen van Gilde Opleidingen. Het reglement geldt vanaf 01-08-2014. In dit reglement wordt in verband met de leesbaarheid over “deelnemers” gesproken. De regels gelden echter ook voor examendeelnemers. Wanneer er voor een opleiding aanvullende regels van toepassing zijn, zijn deze terug te vinden in de OER van de betreffende opleiding. Per 15 november 2007 wordt het toezicht op de examens beroepsonderwijs, namens de staatsecretaris van OCW, uitgeoefend door de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs is gevestigd aan Park Voorn 4, 3544 AC, Utrecht. Er bestaat een samenwerkingsovereenkomst tussen Helicon Opleidingen, Citaverde College, Summa College, ROC Ter AA, Opleidingsinstituut voor Politie- en Beveiligingspersoneel en Gilde Opleidingen met betrekking tot een gemeenschappelijk reglement “Commissie van beroep voor de examens”. Dit reglement is per 1 augustus 2013 in werking getreden en is terug te vinden op de website van Gilde Opleidingen. Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 3 1. REGELING VAN HET EXAMEN Artikel 1.1 Gelegenheid Het College van Bestuur van Gilde Opleidingen geeft de deelnemer de gelegenheid examen af te leggen, zoals artikel 7.4.2 eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs dat aangeeft. Artikel 1.2 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 Artikel 1.3 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 Artikel 1.4 lid 1 lid 2 Artikel 1.5 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 lid 5 Begrippen, toepassing en inwerkingtreding van het examenreglement Bij dit reglement hoort een begrippenlijst die er onderdeel van uit maakt (zie hoofdstuk 5) Dit reglement geldt voor alle beroepsopleidingen van Gilde Opleidingen. Het examenreglement is integraal onderdeel van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van een opleiding. Het reglement treedt in werking op 01-09-2014. Eerdere examenreglementen voor de beroepsopleidingen vervallen op bovengenoemde datum. Examen Het examen voor het behalen van een kwalificatie bestaat uit één of meer examenonderdelen. Deelnemers zijn verplicht deel te nemen aan alle examenonderdelen die zijn opgenomen in de OER van de opleiding, behalve wanneer ze daar vrijstelling voor hebben gekregen (zie hieronder bij artikel 1.5). In de OER is aangegeven op welke manier de examenonderdelen worden afgenomen. Ook staat daarin welke examenonderdelen in de beroepspraktijkvorming worden afgenomen. Het examen is behaald, wanneer alle examenonderdelen van die opleiding met goed gevolg zijn afgelegd1. Inschrijving (toegang en toelating) De deelnemer is op grond van zijn inschrijving automatisch ingeschreven voor de eerste keer dat een examenonderdeel afgenomen wordt, tenzij de OER en studiehandleiding anders vermelden. Degene die uitsluitend tot het examen of examenonderdeel wenst te worden toegelaten, kan zich als examendeelnemer inschrijven. De sectordirecteur beslist over de toelating mede op basis van de geldende regelgeving. Examendeelnemers betalen per examenonderdeel een door de sector vast te stellen bedrag. Vrijstellingen Deelnemers met een diploma, (ervarings-)certificaat of bewijs van een andere onderwijsinstelling kunnen vrijstelling aanvragen voor al eerder behaalde examenonderdelen. De deelnemer vraagt de vrijstelling schriftelijk aan bij de examencommissie van de sector. Bij het vrijstellingsverzoek zijn bewijzen gevoegd, zoals kopieën van diploma of certificaat en van het resultatenoverzicht. De examencommissie besluit op basis van het examenplan van de opleiding over het al dan niet verlenen van vrijstelling. De examencommissie streeft ernaar, om het besluit binnen 15 werkdagen aan de deelnemer te verstrekken. Met betrekking tot de (generieke) examenonderdelen Rekenen, Nederlands en Engels is de landelijke regelgeving bindend. De verleende vrijstellingen worden opgenomen in het examendossier van de deelnemer. 1 In de periode 2013-2020 is de regelgeving m.b.t. rekenen, Nederlands en Engels aan verandering onderhevig. Zie ook artikel 1.5, lid 4. Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 4 Artikel 1.6 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 lid 5 Afwijkende examinering Deelnemers met een beperking kunnen een aangepaste of afwijkende vorm van examinering aanvragen. De deelnemer vraagt de gewenste voorziening of aanpassing ruim voor aanvang van het examenonderdeel schriftelijk aan bij de examencommissie. Bij het verzoek zijn bewijzen gevoegd, zoals een attest van een arts of een gewaarmerkte verklaring van een deskundige. De examencommissie laat zich eventueel nog adviseren door deskundigen en neemt vervolgens een besluit over de mate waarin en de wijze waarop de examinering voor de betreffende deelnemer aangepast wordt. Hierbij geldt dat de doelstelling en het niveau van de afwijkende examinering niet anders zijn dan de doelstellingen en het niveau van het oorspronkelijke examen(onderdeel). De examencommissie streeft ernaar, om het besluit binnen 15 werkdagen aan de deelnemer te verstrekken. Bij beperkingen die bij verschillende examenonderdelen een rol spelen, zoals dyslexie, vraagt de deelnemer eenmalig afwijkende examinering aan. De examencommissie zorgt ervoor dat de voorzieningen bij examenonderdelen toegepast worden. 2. ORGANISATIE EN UITVOERING Artikel 2.1 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 Artikel 2.2 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 lid 5 lid 6 lid 7 lid 8 lid 9 Artikel 2.3 lid 1 Inhoud examens De OER of de studiehandleiding wordt voor het begin van de opleiding aan de (examen)deelnemers ter beschikking gesteld. In de OER of studiehandleiding is de examenplanning opgenomen, waarin informatie staat over de inhoud, organisatie en vorm van het examen/de examenonderdelen. Deelnemers worden uiterlijk 10 werkdagen voor de examendatum geïnformeerd over de tijd, duur en plaats van afname van een examenonderdeel. Deelnemers worden uiterlijk 10 werkdagen voor de examendatum ingelicht over toegestane hulpmiddelen, vereiste legitimatie, vereiste voorbereidingen, de examensituatie en de inrichting van de examenlocatie. Gang van zaken tijdens examens De examenlocatie voldoet aan de daarvoor gestelde eisen. De deelnemer is tijdig voor het begin van het examen aanwezig op de examenlocatie. Wanneer een deelnemer te laat komt, meldt hij zich bij de surveillant/examinator. Deelnemers die te laat komen (maar minder dan 30 minuten) mogen wel starten, maar zijn de verloren tijd ook echt kwijt. Deelnemers mogen niet binnen 30 minuten na aanvang van het examen(onderdeel) vertrekken. De deelnemer kan een geldig legitimatiebewijs tonen wanneer daarom gevraagd wordt. De surveillant/examinator geeft duidelijk aan wanneer het examen(onderdeel) begint. Bij de start van het examen laat de surveillant/examinator de deelnemers controleren of zij alle opgaven/opdrachten ontvangen hebben. De surveillant/examinator noteert eventuele bijzonderheden op het Proces Verbaal van het examen(onderdeel). Deelnemers tekenen de presentielijst voor aanwezigheid, of de surveillant/examinator noteert de namen van de aanwezige deelnemers. Onregelmatigheden De examencommissie kan maatregelen treffen tegen deelnemers die ten aanzien van examinering onregelmatigheden plegen of gepleegd hebben. Als onregelmatigheden worden in ieder geval aangemerkt: - het overleggen van valse bescheiden bij een verzoek om vrijstelling; - spieken; - het niet opvolgen van instructies van een surveillant/examinator; Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 5 - lid 2 lid 3 lid 4 het gebruik van niet toegestane hulpmiddelen; plagiaat. Hieronder wordt verstaan het overnemen van andermans werk en dat laten doorgaan voor eigen werk; - elke andere handeling ter beoordeling aan de examencommissie (bijvoorbeeld digitale onregelmatigheden of onregelmatigheden met telefoons). Wanneer onregelmatigheid wordt gesignaleerd, dan wordt dit door de surveillant/examinator meteen medegedeeld aan de deelnemer. Deze mededeling wordt ook vastgelegd op het Proces Verbaal dat bij het examen(onderdeel) hoort. Na afloop van het examen(onderdeel) wordt de onregelmatigheid door de surveillant/examinator gerapporteerd aan de secretaris van de examencommissie. Voordat maatregelen worden opgelegd aan de deelnemer die onregelmatigheden heeft gepleegd, wordt deze gehoord door de examencommissie. De deelnemer kan zich daarbij laten bijstaan. De maatregelen die al dan niet in combinatie kunnen worden genomen, zijn: - het ongeldig verklaren van het gemaakte werk/de geleverde prestatie, waarbij de examengelegenheid vervalt; - het opleggen van de verplichting tot overdoen van het examen(onderdeel); - overige maatregelen ter beoordeling aan de examencommissie. Artikel 2.4 Bijzondere omstandigheden Wanneer de (examen)deelnemer tijdens het deelnemen aan een examen(onderdeel) door externe oorzaken wordt gehinderd, meldt hij dit bij de surveillant/examinator. Deze mededeling wordt door de surveillant/examinator genoteerd op het procesverbaalformulier. Na afloop van het examen wordt deze bijzondere omstandigheid door de surveillant/examinator gerapporteerd aan de secretaris van de examencommissie. De examencommissie beoordeelt de omstandigheid en streeft ernaar binnen 15 werkdagen een besluit te nemen over de gevolgen. Artikel 2.5 lid 1 Verzuim Als een deelnemer niet aan een gepland examen(onderdeel) kan deelnemen, meldt hij dit voor de aanvang van het examen(onderdeel) of zo spoedig mogelijk daarna bij de examencommissie, door middel van een schriftelijke verklaring waarop de reden van afwezigheid is vermeld. De examencommissie oordeelt over de geldigheid van de afwezigheid en brengt de deelnemer van deze beslissing schriftelijk op de hoogte. Wanneer de examencommissie vindt dat de deelnemer met geldige reden(en) afwezig is geweest, dan behoudt de deelnemer het recht op het aantal vastgestelde examengelegenheden. Wanneer de examencommissie vindt dat de reden voor afwezigheid ongeldig is, vervalt het recht op die betreffende examengelegenheid. lid 2 lid 3 lid 4 Artikel 2.6 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 lid 5 lid 6 Uitslagregels De examinator geeft voor elk examen(onderdeel) van het examen een voorlopige beoordeling in een cijfer of in woorden. De examencommissie stelt de uitslag van het examen(onderdeel) vast op basis van de regels voor beoordelen en beslissen in de OER van de opleiding. De examencommissie reikt een bewijsstuk, voorzien van het resultaat van de beoordeling n.a.v. elk examen(onderdeel) uit. De examencommissie stelt de deelnemer binnen tien werkdagen na beëindiging van het examen(onderdeel), of tien werkdagen na formele inzage indien daarvan gebruik gemaakt wordt, in kennis van het definitieve resultaat. Uitzondering op lid 4 vormen examen(s)onderdelen die ingekocht of uitbesteed zijn of waarvan de beoordeling extern plaats vindt. De secretaris van de examencommissie stelt m.b.t. deze ingekochte of uitbestede examen(s)onderdelen de deelnemer zo spoedig mogelijk na het bekend worden van de uitslag in kennis van het resultaat. Een deelnemer is geslaagd voor het examen indien alle examenonderdelen zoals beschreven in de OER zijn behaald, of waarvoor vrijstelling is verkregen, en aan alle verplichtingen is voldaan zoals beschreven in de OER. Met ‘verplichtingen’ wordt bijvoorbeeld de BPV en Loopbaan en Burgerschap bedoeld. Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 6 lid 7 lid 8 Artikel 2.7 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op basis van de regels voor beoordelen en beslissen zoals vastgelegd in de OER van de opleiding. Nadat de uitslag van het examen is vastgesteld, deelt de secretaris van de examencommissie deze aan iedere deelnemer mee, met vermelding van de eindbeoordelingen. Herkansingen Elk examen(onderdeel) wordt één maal geëxamineerd. Voor elk examen(onderdeel) wordt ten minste één herkansingsmogelijkheid geboden. Als een deelnemer van oordeel is, dat er voor hem redelijke gronden zijn om aanspraak te maken op een extra herkansingsmogelijkheid dan geldt het volgende: de deelnemer dient binnen tien schooldagen na de bekendmaking van de vastgestelde resultaten van het examen(onderdeel) een beargumenteerd schriftelijk verzoek in bij de examencommissie van de sector. De examencommissie beslist en stelt de deelnemer binnen 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek schriftelijk op de hoogte van het besluit. De examencommissie bepaalt het tijdstip van herkansing, dat ook kan vallen in een volgend semester of studiejaar en waarbij gebruik gemaakt kan worden van de overeenkomstige examinering van een ander deelnemerscohort. Na herkansing telt het hoogste cijfer of het beste resultaat. Artikel 2.8 Diplomering Wanneer een deelnemer alle exameneenheden heeft behaald die deel uitmaken van de in de onderwijsovereenkomst afgesproken opleiding en wanneer ook aan de overige diplomaverplichtingen is voldaan, wordt namens het bevoegd gezag het diploma uitgereikt. Artikel 2.9 lid 1 Inzage- en bespreekrecht Een deelnemer die inzage wil hebben in het ingeleverde/verrichte werk en de beoordeling daarvan, stuurt binnen tien schooldagen na de bekendmaking van de resultaten een schriftelijk verzoek aan de examencommissie. De examencommissie nodigt de deelnemer schriftelijk uit voor de inzage en bespreking. Dit gebeurt binnen vijf werkdagen. Wanneer de deelnemer het oneens is met de resultaten, kan hij beroep aantekenen (zie hoofdstuk 3). lid 2 lid 3 Artikel 2.10 lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 lid 5 Bewaring Alle examengegevens van deelnemers worden anderhalf jaar na diplomering bewaard. Het gaat hier om de documenten die nodig zijn om als examencommissie tot een diplomabesluit te komen: examenplan, examenopdrachten, ingevulde beoordelingsformulieren en het gemaakte werk wanneer daar de beoordeling in verwerkt is. Bewaring kan fysiek of digitaal plaatsvinden. Voor de werkstukken of prestaties die vanwege hun aard of omvang niet kunnen worden bewaard, maakt de beoordelaar een beoordelingsrapport op dat in plaats van het werkstuk of de prestatie wordt bewaard. De bewaartermijn van anderhalf jaar gaat in na de einduitslag van het betreffende examen. Na afloop van de bewaartermijn wordt het materiaal vernietigd. De bewaartermijnen genoemd in dit artikel worden verlengd zolang er ten aanzien van het desbetreffende examen of examenonderdelen sprake is van enig geschil. De door de examencommissie ondertekende uitslagenlijst wordt 30 jaar bewaard. Wanneer een uitslagenlijst niet beschikbaar is, dienen certificaten, diploma’s en cijferlijsten 30 jaar te worden bewaard. Documenten met betrekking tot vrijstelling van examenonderdelen worden 30 jaar bewaard. Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 7 Artikel 2.11 Geheimhouding Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 3. BEZWAAR EN BEROEP Artikel 3.1 Bezwaar Een (examen)deelnemer kan tegen een beslissing van een examinator c.q. examencommissie binnen vijf werkdagen na inzage en/of bespreking van de beoordeling, schriftelijk bezwaar indienen bij de secretaris van de betreffende examencommissie. Het bezwaar dient in ieder geval te bevatten: 1. datum; 2. naam, adres en woonplaats van de bezwaarmaker; 3. aanduiding tegen welke examinator of examencommissie het bezwaar zich richt; 4. aanduiding waarop het bezwaar betrekking heeft; 5. de gronden waarop het bezwaar berust. Artikel 3.2 lid 1 lid 2 Artikel 3.3 lid 1 lid 2 Opmerking: Beroep Een (examen)deelnemer kan tegen een beslissing van de betreffende examencommissie schriftelijk in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Het beroep bij de Commissie wordt door middel van een met redenen omkleed (schriftelijk) beroepschrift ingesteld binnen 10 werkdagen nadat de beslissing aan de betrokkene bekend is geworden of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn. De (examen)deelnemer stuurt het beroepschrift aan: Helicon Opleidingen, Commissie van Beroep voor de Examens Dhr.ir. J.W.J. Jacobs, secretaris Commissie van Beroep voor de Examens, Postbus 2411, 5202 CK ’s Hertogenbosch. Het beroepschrift bevat: 1. datum; 2. naam, adres en woonplaats van de appellant; 3. aanduiding van het orgaan tegen wiens beslissing het beroep is gericht; 4. een duidelijke omschrijving van de beslissing waartegen het beroep is gericht, met overlegging van een afschrift indien de beslissing schriftelijk is kenbaar gemaakt, of, indien het beroep is gericht tegen het weigeren van een beslissing, een duidelijke omschrijving van de beslissing die naar het oordeel van de appellant had moeten worden genomen; 5. de gronden waarop het beroep berust; 6. andere relevante documenten. Termijn voor indienen en uitspraak beroep Termijn voor indienen De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 10 werkdagen. De termijn begint op de dag na de dag waarop de maatregel of beslissing is bekend gemaakt aan de appellant. Termijn uitspraak beroep Binnen 20 werkdagen na de laatste zitting waarop de zaak is behandeld, doet de Commissie een met redenen omklede uitspraak over het beroepschrift. Voor het “Reglement Commissie van Beroep voor de Examens” verwijzen we naar: www.gildeopleidingen.nl Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 8 4. TOT SLOT Artikel 4.1 lid 1 lid 2 Onvoorzien In gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet en die ook niet geregeld zijn in de OER, beslist de examencommissie. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken dan wel afwijkingen toestaan van de bepalingen van dit reglement. Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 9 5. BEGRIPPENLIJST Beroepspraktijkvorming (BPV) Het verplichte deel van de beroepsopleiding dat in een erkend leerbedrijf plaatsvindt. Een met goed gevolg afgesloten bpv is een wettelijke vereiste voor diplomering. Bevoegd gezag Het College van Bestuur van Stichting Gilde Opleidingen. Certificaat Waardepapier waarop staat dat een student aan een onderdeel van een kwalificatie heeft voldaan. Certificeerbare eenheid Vastgesteld onderdeel uit een kwalificatiedossier met arbeidsmarktrelevantie waarvoor een certificaat afgegeven kan worden. Cesuur Grens tussen de hoogste score waaraan een onvoldoende wordt toegekend en de laagste score waaraan een voldoende wordt toegekend. College van Bestuur Het College van Bestuur (CvB) is het bestuursorgaan van het ROC en bestaat bij Gilde Opleidingen uit een tweetal leden: een voorzitter en een lid. Het College van Bestuur bestuurt de instelling. Het CvB is belast met alle taken en bevoegdheden die tot het bestuur van de instelling behoren en alle taken en bevoegdheden die de wet neerlegt bij het bevoegd gezag. Commissie van Beroep voor de Examens Commissie die het beroep behandelt dat een examenkandidaat heeft ingediend tegen een uitspraak van de examencommissie. Daarbij wordt vertrouwd op een onafhankelijk oordeel. Het bevoegd gezag heeft de commissie ingesteld. Deelnemer Een deelnemer is een persoon, die als zodanig is ingeschreven bij Gilde Opleidingen en die gebruik maakt van onderwijs- en examenvoorzieningen. Diploma Wettelijk erkend document dat aantoont en vastlegt dat de eigenaar een omschreven kwalificatie voldoende beheerst. Examen Door een daartoe bevoegde instantie ingesteld onderzoek naar kennis, vaardigheden en houding die de examenkandidaat zich op grond van de diploma-eisen moet hebben eigen gemaakt, en de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek aan de hand van de beoordelingscriteria en beslisregels. Een examen kan uit meerdere examenonderdelen en -eenheden bestaan. Examencommissie Organisatorische eenheid, ingesteld door het bevoegd gezag, die eindverantwoordelijk is voor de examinering en diplomering binnen de mbo-school. Examendeelnemer Wettelijke term voor een persoon die uitsluitend is ingeschreven voor deelname aan examenactiviteiten. Examengelegenheid Het moment waarop de deelnemer een examen(onderdeel) kan afleggen. Examenonderdeel Wettelijke term voor de diverse (beroeps)specifieke en generieke onderdelen van een examen. Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 10 Examenplan Plan waarin, per kwalificatie en cohort, alle exameneenheden staan waaraan een student moet voldoen, inclusief de bijbehorende beslisregels. Examinator Wettelijke term voor een persoon die examens afneemt en beoordeelt. Instelling Een regionaal opleidingencentrum (ROC). Onderwijs- en examenregeling (OER) Regeling waarin de programmering van de onderwijsactiviteiten, inclusief de examinering, is verantwoord en vastgelegd. M.i.v. 01-08-2014 verplicht. Surveillant Persoon die toezicht houdt op de correcte afname van examens. Vrijstelling Regeling waarin eerder verworven competenties of een vooropleiding van een student zijn vastgelegd en waaruit blijkt dat de student niet (opnieuw) aan dit deel van de exameneisen hoeft te voldoen. Werkdagen Alle dagen met uitzondering van de zaterdagen en zondagen, de nationale feestdagen en de door het ROC vastgestelde schoolvakanties en vrije dagen. Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) De Wet van 31 oktober 1995 met betrekking tot educatie en beroepsonderwijs, zoals gepubliceerd in Staatsblad 1995 501, met inbegrip van alle naderhand aangekondigde wijzigingen. De volledige tekst van de wet is op aanvraag in te zien bij de secretaris van de examencommisie. Examenreglement 2014 Gilde Opleidingen pagina 11
© Copyright 2024 ExpyDoc