Inspectierapport psz Zonnehoekje 2014

Inspectierapport
't Zonnehoekje (PSZ)
Nachtegaallaan 5
2225SX KATWIJK ZH
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Midden
KATWIJK
02-09-2014
Regulier onderzoek
Definitief
13-10-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................3
Observaties en bevindingen ...............................................................................................4
Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4
Personeel en groepen....................................................................................................5
Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................6
Inspectie-items................................................................................................................7
Gegevens voorziening..................................................................................................... 10
Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
2 van 11
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Omdat de kwaliteit van de opvang van kinderen in de eerste levensjaren van grote invloed is op de
ontwikkeling van kinderen, stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra,
gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen op het gebied van: de pedagogische praktijk en
het pedagogisch beleid, voorschoolse educatie, personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende
personeel, de opvang in vaste groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, de
behandeling van klachten en ouderrecht.
Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het
toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.
Het inspectierapport geeft per geïnspecteerd onderdeel een omschrijving van de observaties en
bevindingen tijdens het inspectiebezoek.
Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan
wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd.
Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van alle inspectie-onderdelen uit de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waar het inspectie-onderzoek uit bestaan heeft.
Beschouwing
Peuterspeelzaal 't Zonnehoekje valt onder Stichting Peuterkring en heeft een
samenwerkingsverband met KOK kinderopvang.
Peuterspeelzaal 't Zonnehoekje bestaat uit één groep waar maximaal 16 kinderen per dagdeel in de
leeftijd van 2 tot 4 jaar worden opgevangen en is gevestigd in verpleeghuis Overduin van Topaz.
De locatie ontvangt gemeentelijke subsidie en VVE subsidie.
Peuterspeelzaal 't Zonnehoekje voldoet aan de getoetste voorwaarden. Er zijn geen afwijkingen
geconstateerd.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
3 van 11
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder heeft een algemeen pedagogisch beleidsplan. Hiernaast is een op de locatie afgestemd
pedagogisch werkplan.
Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het
pedagogisch beleids- en werkplan.
Bij het beoordelen/observeren van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het
"Veldinstrument observatie kindercentrum" (opgesteld door GGD Nederland, versie oktober 2013).
Hierbij is uitgegaan van de vier basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de
pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele veiligheid, persoonlijke
competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Onderstaande
beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd,
aangevuld met voorbeelden uit de praktijk.
Emotionele veiligheid
De kinderen worden uitgenodigd tot participatie
Tijdens het vrijspelen biedt de beroepskracht een spel aan en de kinderen mogen zelf kiezen of ze
hieraan mee willen doen. Zeven kinderen kiezen ervoor om mee te doen en schuiven bij de
beroepskracht aan.
Alle kinderen hebben een eigen bakje met voertuigen erin. De beroepskracht heeft ook een bakje
en pakt er steeds een voertuig uit en stelt hier vragen over, zoals 'en wat is dit? Ja heel goed een
vliegtuig. En gaat deze zwemmen in de zee? Nee he vliegen hoog in de lucht en heb jij er ook één
in je bakje en welke kleur is die van jou?' Alle kinderen aan tafel worden bij het spel betrokken.
Persoonlijke competentie
Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en indivivduele kinderen
De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen en sluiten hier tijdig en
adequaat op aan.
Wanneer een kind begint te huilen stapt de beroepskracht op het kind af en zegt: 'o jee wat is er
aan de hand. Je bent nieuw en heb je het even moeilijk. Kom dan zoeken we je doekje en speen
op.' Samen zoeken ze naar zijn speen en doekje en troost de beroepskracht het kind op schoot.
Sociale competentie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten
Wanneer twee kinderen ruzien om een buggy kijkt de beroepskracht even kort aan wat de kinderen
doen. Vervolgens stapt de beroepskracht op de kinderen af en zegt: 'kijk eens hier heb ik nog een
buggy.' De kinderen spelen nu allebei met een eigen buggy verder.
Normen en waarden
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig
Gedurende de observatie zijn er diverse momenten gezien waaruit blijkt dat er afspraken, regels
en omgangsvormen aanwezig zijn. Wanneer een kind op tafel klimt zegt de beroepskracht: 'we
gaan niet op de tafel zitten.' En pakt het kind van de tafel.
Voorschoolse educatie
Dit kindercentrum maakt gebruik van het voorschoolse educatieprogramma Peuterpraat.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (Locatiebezoek)

Website (www.peuterkring.nl)

Opleidingsplan voorschoolse educatie (versie 2013-2014)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
4 van 11
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent het gedrag van nieuwe personen tot de vorige inspectiedatum 1-7-2013
zijn gecontroleerd.
Volgens opgaaf van houder zijn er na deze inspectiedatum geen nieuwe personen werkzaam bij 't
Zonnehoekje. Dit onderdeel is daarom niet beoordeeld.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskwalificaties van nieuwe beroepskrachten tot de vorige inspectiedatum 1-7-2013 zijn
gecontroleerd.
Volgens opgaaf van houder zijn er na deze inspectiedatum geen nieuwe beroepskrachten
werkzaam bij 't Zonnehoekje. Dit onderdeel is daarom niet beoordeeld.
Opvang in groepen
Peuterspeelzaal 't Zonnehoekje bestaat uit één groep waar maximaal 16 kinderen per dagdeel in de
leeftijd van 2 tot 4 jaar worden opgevangen.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Op de dag van inspectie voldoet de beroepskracht-kindratio aan de voorwaarden.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (Locatiebezoek)

Presentielijsten (2-9-2014)

Personeelsrooster (2-9-2014)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
5 van 11
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Er is een risico-inventarisatie veiligheid uitgevoerd op 12-6-2014 en een risico-inventarisatie
gezondheid op 19-11-2013.
Aan de hand van deze ingeschatte veiligheids- en gezondheidsrisico’s zijn maatregelen genomen
die terug te vinden zijn in het document Plan van Aanpak en Aandachtskaarten, deze
Aandachtskaarten hangen op verschillende plekken binnen de groepsruimte. De risicoinventarisaties worden door de beroepskrachten zelf ingevuld. Beleid veiligheid en gezondheid
wordt tijdens teamvergaderingen besproken.
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een op de locatie toegespitste meldcode kindermishandeling vastgesteld.
Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van de
inhoud van de meldcode.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (Locatiebezoek)

Risico-inventarisatie veiligheid (Versie 12-6-2014)

Risico-inventarisatie gezondheid (Versie 19-11-2013)

Actieplan veiligheid (Versie 12-6-2014)

Actieplan gezondheid (Versie 19-11-2013)

Huisregels/groepsregels

Meldcode kindermishandeling (Versie 2014)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
6 van 11
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per
week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen
taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig
gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één
module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op
het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en
vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en
samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen,
motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
7 van 11
Personeel en groepen
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede
beroepskracht.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking,
valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin
het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
8 van 11
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik
ervan.
(art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
9 van 11
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
't Zonnehoekje
http://www.peuterkringkatwijk.nl
16
Ja
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
Stichting Peuterkring Katwijk
De Krom 101
2221KK KATWIJK ZH
www.peuterkringkatwijk.nl
41165183
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Hollands Midden
Postbus 121
2300AC LEIDEN
088-3083460
M. van Dongen
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: KATWIJK
: Postbus 589
: 2220AN KATWIJK ZH
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
02-09-2014
01-10-2014
02-10-2014
13-10-2014
13-10-2014
: 13-10-2014
: 03-11-2014
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder gaat akkoord met het concept inspectierapport.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 02-09-2014
't Zonnehoekje te KATWIJK ZH
11 van 11