Stage lopen in de kerk!

Stage lopen in de kerk!
Categorie
Stage
Aantal deelnemers
Maximaal tien (en volwassenen)
Leeftijd
12 – 16 jaar (en volwassenen)
Duur / aantal bijeenkomsten
Vier bijeenkomsten: een voor de jongeren (een uur),
een voor de volwassenen (een half uur), weer een voor de
jongeren (anderhalf uur) en een voor de hele gemeente
(een tot anderhalf uur)
Auteur
Nelleke Quist
VOORBEREIDING
Algemeen
• Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen.
• Vraag aan de kerkenraad van je gemeente om een
overzicht van alle commissies, werkgroepen, gespreksgroepen, kindernevendienstleiding, clubleiding, catecheten enzovoorts, zodat je een overzicht hebt van al het
werk dat er in jouw gemeente gebeurt. Veel gemeenten
hebben een boekje dat ze jaarlijks uitgeven waarin zulke
gegevens staan.
• Probeer al het werk dat er gebeurt, in te delen naar de
zeven kerntaken die je voor een gemeente kunt onderscheiden (zie bijlage 1). Kom je er niet uit of ben je niet
zeker van jouw rubricering, neem dan contact op met de
predikant of een ander kerkenraadslid om je verder te
helpen.
• Plan vier bijeenkomsten in: een bijeenkomst waarin de
jongeren hun stage voorbereiden; een bijeenkomst
voor de mensen met wie ze mee gaan lopen (deze moet
vrij snel na de eerste bijeenkomst plaatsvinden); een
bijeenkomst waarin de jongeren hun presentaties
maken en een bijeenkomst waarin de jongeren hun
presentaties zullen geven. Tussen de tweede en de
derde bijeenkomst moet voldoende tijd zitten: ongeveer een maand. Voor de laatste bijeenkomst kun je de
hele gemeente uitnodigen.
KORTE BESCHRIJVING
In dit item maken jongeren kennis met het vrijwilligerswerk
dat er in een kerkelijke gemeente gebeurt, waarbij het met
name gaat om de motivatie van de vrijwilligers. De jongeren lopen hiervoor een korte ‘stage’ bij hun ouders of
andere gemeenteleden. Tijdens de eerste twee bijeenkomsten wordt deze stage voorbereid. Tijdens de derde
bijeenkomst maken de jongeren een powerpointpresentatie over hun stage. Tot slot laten zij hun presentatie zien
aan de gemeente.
VERANTWOORDING
Jongeren weten vaak wel dat hun ouders en/of andere
gemeenteleden ‘dingen voor de kerk’ doen. Maar ze weten
vaak niet waarom zij daarvoor kiezen of wat daar allemaal bij
komt kijken. Het kan voor de jongeren (en ook voor de vrijwilligers) heel verrijkend zijn als zij eens meelopen en zien hoe
dat gaat. Er wordt dan ruimte geschapen om met elkaar in
gesprek te gaan over het waarom van dit werk. De jongeren
krijgen zo ook meer inzicht in wat er binnen een christelijke
geloofsgemeenschap allemaal gebeurt aan vrijwilligerswerk.
Daarnaast worden zij uitgedaagd om op hun eigen manier (nu
of in de toekomst) ook een bijdrage te leveren aan de geloofsgemeenschap.
DOEL
• De jongeren kunnen benoemen wat er in hun eigen
kerkelijke gemeente aan vrijwilligerswerk gebeurt.
• De jongeren kunnen benoemen wat een ander gemeentelid aan vrijwilligerswerk verricht en wat zijn of haar
motivatie daarvoor is.
• De jongeren kunnen formuleren wat ze voor de geloofsgemeenschap zouden kunnen en willen betekenen, nu en
in de toekomst.
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 1
Stage lopen in de kerk!
• Zorg ervoor dat het item ruim van tevoren bekend is bij
de ouders en de gemeente als geheel. Schrijf bijvoorbeeld een stukje voor het kerkblad en/of de nieuwsbrief
en stuur de ouders een e-mail of een brief. Zorg ervoor
dat de informatie duidelijk is. Vraag of mensen die
vrijwilligerswerk doen, zich willen opgeven als ‘stagebegeleider’. Geef aan dat alle soorten vrijwilligerswerk
in aanmerking komen en zet er een aantal uiteenlopende
voorbeelden bij. Noem zo mogelijk vast de data van de
tweede en de laatste bijeenkomst. Vraag of mensen
willen aangeven welk vrijwilligerswerk ze doen en
wanneer (graag met concrete data en tijden). Vraag ook
om adresgegevens. Geef aan voor welke datum je een
reactie nodig hebt.
• Stuur vóór deze deadline minstens één herinnering.
• Heb je na de deadline nog onvoldoende reacties binnen,
probeer mensen dan persoonlijk of telefonisch te
benaderen. Het is belangrijk dat je een lijst met ‘stagebegeleiders’ hebt voor de eerste bijeenkomst.
• Leg voor iedere bijeenkomst alle benodigdheden klaar.
Eerste bijeenkomst
• Schrijf op elk van de grote vellen papier een kerntaak
van de gemeente (zie bijlage 1).
Tweede bijeenkomst
• Nodig de ‘stagebegeleiders’ uit.
• Maak een overzicht met naam- en adresgegevens van
de jongeren die met hen mee gaan lopen.
Derde bijeenkomst
• Zorg voor voldoende apparatuur. Probeer per jongere/
tweetal een computer of laptop te regelen. In eerste
instantie kun je vragen of er in de gezinnen van de jongeren zelf laptops beschikbaar zijn. Vraag zo nodig andere
gemeenteleden of zij hun laptop hiervoor willen uitlenen.
Vierde bijeenkomst
• Zorg ervoor dat de hele gemeente tijdig op de hoogte is
van deze bijeenkomst, waarbij iedereen welkom is.
• Het is leuk om deze bijeenkomst een feestelijk karakter te
geven, bijvoorbeeld door de ruimte mooi aan te kleden,
voor wat lekkers te zorgen enzovoorts. Schakel hiervoor
gemeenteleden en natuurlijk de jongeren zelf in.
Persoonlijke voorbereiding
Het gaat in dit item over het doen van vrijwilligerswerk in de
kerk, met name om de motivatie die mensen daarvoor kunnen
hebben. Het is daarom goed om dit ook bij jezelf na te gaan:
wat is jouw motivatie voor het begeleiden van de catechese en
eventueel ander vrijwilligerswerk in de kerk? Deel dit ook met
de jongeren.
BENODIGDHEDEN
Eerste bijeenkomst
• Zeven grote vellen papier (A3-formaat) en stiften;
• Een kopie van bijlage 1;
• Een overzicht van al het vrijwilligerswerk in de gemeente;
• Voor alle deelnemers een overzicht van de vrijwilligers die
zich hebben opgegeven (met naam, adres, telefoonnummer en soort vrijwilligerswerk);
• Kopieën van bijlage 2 voor alle deelnemers.
Tweede bijeenkomst
• Voor alle begeleiders een overzicht met naam- en adresgegevens van de jongeren die met hen mee gaan lopen.
Derde bijeenkomst
• Per jongere/tweetal een computer of laptop met powerpoint.
Vierde bijeenkomst
• Een computer met powerpoint, een beamer en een scherm;
• Eventueel een microfoon;
• Koffie, thee en fris met iets lekkers erbij.
PROGRAMMA
Eerste bijeenkomst
(Tijdens deze bijeenkomst bereiden de jongeren zich voor op de
stage.)
5 minuten
Opening
Heet de jongeren welkom en bied eventueel iets te drinken
aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over
de opzet van dit item (zie korte beschrijving). Vertel de jongeren
dat ze bij dit item een soort korte ‘stage’ gaan lopen in de kerk.
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 2
Stage lopen in de kerk!
Dat betekent dat ze een keer meelopen met iemand uit de
gemeente en kijken wat hij of zij doet voor de kerk en waarom.
lopen met hun eigen ouders, als die zich hebben opgegeven
(zie aandachtspunten).
20 minuten
Verkenning
Houd een inventarisatieronde: wat gebeurt er volgens de
jongeren allemaal aan vrijwilligerswerk in hun eigen gemeente? Vraag ook of er jongeren zijn die zelf vrijwilligerswerk
doen in de kerk. Zo ja, laat hen daar dan kort iets over vertellen.
De jongeren kunnen individueel of in tweetallen stage lopen.
Inventariseer wie alleen wil en welke tweetallen er zijn.
Leg vervolgens de grote vellen papier op tafels of hang ze op.
Op ieder vel staat een van de zeven kerntaken van de gemeente. Gebruik bijlage 1 om per kerntaak een korte toelichting aan de jongeren te geven: wat wordt eronder verstaan?
Waarom is het een belangrijke taak van de kerk? Geef bij elke
kerntaak ook een voorbeeld.
Onderdeel 2: Hoe doe je dat?
Vertel de jongeren dat ze zelf contact moeten opnemen met
degene met wie ze gaan meelopen. Samen met die volwassene maken ze dan zelf een afspraak over wanneer ze
meegaan.
Vraag de jongeren om (individueel) langs de vellen te lopen en
op elk vel te noteren welk vrijwilligerswerk volgens hen bij
deze kerntaak past.
Loop alles langs wat de jongeren hebben opgeschreven.
Vraag door als je bepaalde (belangrijke) onderdelen mist, om
te zorgen dat er een goed beeld ontstaat van het vrijwilligerswerk in de gemeente.
Vraag tot slot of de jongeren kort willen reageren op het
overzicht. Wat valt hen op? Vinden ze het veel of weinig? Wat
kenden ze al en wat nog niet? Waar willen ze meer over
weten? Is er iets wat ze nog niet begrijpen?
30 minuten
Verwerking
De Verwerking bestaat in dit item uit twee onderdelen van elk
ongeveer 15 minuten, waarin de jongeren worden voorbereid
op hun stage.
Onderdeel 1: Met wie loop je mee?
Vertel dat je een oproep hebt gedaan aan alle ouders en
gemeenteleden die vrijwilligerswerk doen om zich aan te
melden voor dit item. De jongeren mogen zelf kiezen met wie
ze willen meelopen. Bespreek wel de mogelijkheid om mee te
Deel kopieën uit van de lijst met mensen die zich hebben
opgegeven. Loop deze lijst langs met de jongeren. Zorg
ervoor dat iedereen een keuze maakt en maak daar een
overzicht van.
Geef aan op welke datum de groep weer bij elkaar komt.
Maak duidelijk dat de jongeren voor die tijd hun stage moeten
hebben gedaan. Als het niet lukt om voor die datum iets af te
spreken met de persoon die ze hebben uitgekozen, dan
kunnen ze met jou contact opnemen voor een nieuwe naam.
Vertel de deelnemers dat ze enkele vragen mee krijgen die ze
na hun stage moeten kunnen beantwoorden. Geef aan dat ze
aan de hand van deze vragen ook een presentatie van hun
stage gaan maken.
Deel kopieën van bijlage 2 uit. Bespreek de vragen met de
jongeren. Vraag wat ze ervan vinden: kunnen ze hiermee uit
de voeten? Missen ze misschien nog iets? Pas de vragen zo
nodig aan. Benadruk dat ze vooral aandacht moeten besteden
aan de vraag waarom de persoon met wie ze meelopen dit
werk doet. Is dat gewoon omdat hij of zij het leuk vindt? Voelt
hij of zij zich verplicht? Of is er meer?
Vraag de jongeren ook om foto’s te maken van hun stage,
zodat ze die bij hun presentatie kunnen voegen.
5 minuten
Afsluiting
Ga na of alles duidelijk is en sluit de bijeenkomst op de
gebruikelijke manier af.
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 3
Stage lopen in de kerk!
Tweede bijeenkomst
(Dit is een korte voorbereidingsbijeenkomst voor de gemeenteleden met wie de jongeren stage gaan lopen. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden na afloop van een kerkdienst op zondag.)
5 minuten
Opening
Heet iedereen welkom en bied eventueel iets te drinken aan.
Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de
opzet van dit item (zie korte beschrijving).
5 minuten
Verkenning
Maak nog een rondje, waarbij iedere deelnemer vertelt
waarom hij of zij zich heeft aangemeld voor de stage. Laat de
deelnemers ook vertellen wat ze ervan verwachten.
15 minuten
Verwerking
Leg uit wat het doel is van de stage die de jongeren gaan doen
(zie doel). Vertel dat het erom gaat dat de jongeren zien wat er
gebeurt aan vrijwilligerswerk in de kerk en wat daar allemaal
bij komt kijken. Ze lopen daarom gewoon mee en kijken hoe
alles in z’n werk gaat. De jongeren hoeven in principe dus
geen taken te verrichten. Als het werk zich ervoor leent,
kunnen de volwassen begeleiders hun eventueel wel vragen
om mee te helpen; maar ze moeten de jongeren hier wel vrij in
laten. Het is dan wel een van de doelstellingen van het item
om de jongeren uit te dagen om (in de toekomst) hun steentje
bij te dragen aan de geloofsgemeenschap, maar het is heel
belangrijk dat er geen sfeer ontstaat waarin vrijwilligerswerk
een ‘moeten’ wordt. Ieder mag op zijn of haar eigen wijze een
plaats innemen binnen de geloofsgemeenschap!
Vertel dat de jongeren vragen hebben meegekregen die ze na
de stage moeten kunnen beantwoorden en dat ze aan de
hand hiervan ook een presentatie zullen maken. Bereid de
‘stagebegeleiders’ erop voor dat de jongeren hun daarom
zullen vragen naar hun motivatie voor dit werk. Vraag hun om
van tevoren even na te denken over hun eigen motivatie.
Vraag of ze willen proberen om hierin open te zijn naar de
jongeren toe.
Als er voldoende tijd beschikbaar is, kun je deze vraag alvast
bespreken in de groep. Doe dit dan eerst in tweetallen en
bespreek het daarna plenair. Let erop dat de deelnemers
hierbij ook ter sprake (durven) brengen wat hun geloof in God
betekent voor hun inzet. Vraag ernaar als dit element niet
duidelijk naar voren komt. Vraag ten slotte uitdrukkelijk of de
begeleiders ervoor willen zorgen dat wat er nu in de groep is
besproken, tijdens de stage ook aan de orde komt. Het is voor
de jongeren heel waardevol om dit te horen.
Benadruk dat jongeren en volwassenen door deze stage met
elkaar kunnen kennismaken en ook van elkaar kunnen leren.
Zo’n stage biedt voldoende mogelijkheden om een geloofsgesprek te voeren. Geef daarom duidelijk aan dat het er niet
alleen om gaat dat de begeleiders de vragen van de jongeren
beantwoorden, maar dat zij zelf ook vragen aan de jongeren
mogen stellen.
Als er jongeren zijn die zelf ook vrijwilligerswerk doen in de
kerk, vertel dit dan aan degene met wie hij of zij gaat meelopen. Bespreek de mogelijkheid om het andersom te doen: de
volwassene zou kunnen vragen of hij stage kan lopen bij de
jongere.
5 minuten
Afsluiting
Geef de namen en adressen van de jongeren aan hun begeleiders. Geef duidelijk aan dat de jongeren zelf contact met hen
zullen opnemen.
Vertel wanneer de jongeren hun presentaties over de stage
zullen laten zien. Nodig de begeleiders hier hartelijk voor uit.
Derde bijeenkomst
(Tijdens deze bijeenkomst evalueren de jongeren hun stage en
werken ze een presentatie over hun stage uit.)
20 minuten
Opening en verkenning
Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te
drinken aan. Laat hen allemaal iets vertellen over hun stage:
Wat hebben ze gedaan? Hoe vonden ze het om dat te doen?
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 4
Stage lopen in de kerk!
Wat hebben ze ervan geleerd? Hebben ze de vragen die ze
hadden meegekregen kunnen beantwoorden?
45-60 minuten
Verwerking
Vertel de jongeren dat ze nu de gelegenheid krijgen om een
korte powerpointpresentatie over hun stage te maken. Als
leidraad kunnen ze gebruikmaken van de vragen die ze
hadden gekregen, maar de presentatie mag ook heel anders
van opzet zijn. Ze zijn hier vrij in, zo lang de gegevens die ze
hebben verzameld maar aan de orde komen. Alle vragen die
ze hebben gesteld, moeten dus aan bod komen in de presentatie. Benadruk dat met name de motivatie van de vrijwilligers
belangrijk is.
Geef aan dat het leuk is als de jongeren hun zelfgemaakte
foto’s van de stage in de presentatie verwerken, maar dat zij
de presentatie ook op andere manieren mogen ‘opleuken’
(bijvoorbeeld door gebruik te maken van andere afbeeldingen
of de verschillende mogelijkheden van powerpoint).
Geef ook aan dat de presentaties niet te lang mogen duren:
ongeveer 5-7 minuten (exclusief de tijd voor het beantwoorden van vragen na afloop van de presentatie).
Zorg dat alle presentaties klaar zijn aan het einde van deze
bijeenkomst.
10 minuten
Afsluiting
Vertel hoe het eraan toe zal gaan bij de volgende bijeenkomst,
waarin de jongeren hun presentaties gaan geven. Maak
duidelijke afspraken met de deelnemers:
• Spreek af hoe laat iedereen aanwezig moet zijn.
• Spreek de volgorde van presenteren af.
• Verdeel de taken (koffie zetten, ruimte inrichten enzovoorts).
Vierde bijeenkomst
(Tijdens deze bijeenkomst geven de jongeren hun presentaties
over de stage.)
5 minuten
Opening
Bij binnenkomst van de gemeenteleden staan koffie, thee en
fris klaar. Heet iedereen hartelijk welkom en vertel wat de
aanleiding is voor deze bijeenkomst. Licht de stage van de
jongeren kort toe.
50-80 minuten
Verwerking
De jongeren geven hun presentaties. Geef telkens aan wie er
aan de beurt is om zijn of haar presentatie te laten zien.
Geef na elke presentatie kort de gelegenheid om enkele
vragen te stellen aan de jongeren. Zorg hierbij voor de nodige
coördinatie. Vraag ook steeds of de ‘stagebegeleider’ van de
jongere een reactie wil geven.
5 minuten
Afsluiting
Bedank iedereen hartelijk voor zijn of haar inbreng.
AANDACHTSPUNTEN
• Probeer de jongeren te stimuleren om mee te lopen met
(een van) hun ouders. Dat kan namelijk heel goed zijn voor
de band tussen ouder en kind en het biedt ruimte voor een
geloofsgesprek binnen het gezin.
• Het is niet de bedoeling dat er een sfeer ontstaat van
‘je moet echt iets doen in de kerk, anders tel je niet
mee’. De jongeren moeten de kans krijgen om op een
open en vrijblijvende manier kennis te maken met dit
aspect van de christelijke geloofsgemeenschap.
Natuurlijk mogen ze wel uitgenodigd worden tot het
leveren van een bijdrage.
BIJLAGEN
1. Toelichting bij de kerntaken
2. Vragen voor de stage
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 5
Stage lopen in de kerk!
Toelichting bij de kerntaken
Kerntaken in de gemeente
Hieronder volgt een beschrijving van zeven kerntaken die je
voor een gemeente kunt onderscheiden. In iedere kerntaak is
de ene ondeelbare kern terug te vinden: de relatie met God,
elkaar en de wereld.
1. Eredienst
a. Omschrijving
In de eredienst komt de gemeente samen rondom het Woord
en de sacramenten. Vanaf de uittocht uit Egypte komt het volk
samen in ‘de tent der samenkomst’ – om God te eren, elkaar
te ontmoeten en zorg te dragen voor de armen. In Handelingen 2: 42 staat hoe die meteen na Pinksteren gestalte kreeg:
“Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen,
vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en
wijdden zich aan het gebed” (NBV).
b. Uitwerking
In onze tijd krijgt die gestalte in zondagse en soms ook doordeweekse erediensten. De diensten verschillen nogal van karakter. De liturgie varieert. Stijl en accenten lopen uiteen. De
(theologische) inhoud ook. Toch wordt er in iedere eredienst
gezongen, gaat de bijbel open, wordt er gebeden en is er een
collecte voor de armen van onze tijd. De sacramenten doop en
avondmaal worden niet in iedere eredienst bediend, maar keren
wel regelmatig terug. Zo zijn binnen de eredienst zowel de
betrokkenheid op God, als die op elkaar en de wereld aan de
orde. We gebruiken hier het woord ‘eredienst’ voor de zondagse
dienst. Stiltediensten, vespers, meditaties, avondgebeden en
dergelijke vallen onder het veel ruimere begrip ‘kerkdiensten’.
c. Organisatie
Welke deeltaken kun je onderscheiden binnen deze kerntaak?
Met andere woorden: welke mensen houden zich allemaal
met de eredienst bezig? Een aantal mogelijkheden:
• De commissie eredienst, die zich bezighoudt met bezinning en beleid rondom kerkdiensten en die gemeenteleden stimuleert daarin mee te denken. De beleidsbeslissingen worden – uiteraard – in de kerkenraad genomen.
• De commissie Kerk & Israël, die mee ‘bewaakt’ dat de
verbondenheid met Israël niet naar de achtergrond
verdwijnt.
bijlage 1
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De dominee/voorganger.
De mensen die lezingen verzorgen (lectoren).
De koster, die vooral voorwaardenscheppend bezig is.
De organist.
De andere musici.
De cantor en de cantorij.
De kindernevendienst en/of zondagsschool.
De bloemenverzorger.
De gastvrouw/gastheren, die vooraf of na afloop nieuwelingen de weg wijzen.
De diverse commissies die zich met verschillende soorten
diensten bezighouden, bijvoorbeeld: zangdiensten,
stiltevieringen, leerdiensten en jeugddiensten.
Het kinderkoor.
De preekregelaar, die dominees en voorgangers van
‘elders’ uitnodigt.
Uiteraard is de kerkenraad eindverantwoordelijk voor
deze kerntaak ‘eredienst’.
2. Diaconaat
a. Omschrijving
Diaconaat komt van een Grieks woord en betekent ‘(aan tafel)
dienen’. De Generale Diaconale Raad van de Hervormde Kerk
had als symbool een plaatje van de Barmhartige Samaritaan
(Lucas 10: 25-37). Dit verhaal wordt vaak met diaconaat
verbonden: zorg dragen voor mensen in de knel. Er zijn voor
mensen die geen helper hebben. ‘Ik heb geen mens’, zei de
verlamde man bij de bronnen van Betzata. Het gaat dan niet
alleen om financiële steun. In de gemeente van Jeruzalem
kwamen de Griekssprekende weduwen tekort. Toen werd
een aantal betrouwbare mannen aangesteld (allen Grieken!),
die erop moesten toezien dat niemand tekort kwam (Handelingen 6). Dit voorval is kenmerkend voor de diaken. In Nehemia 5 (vanaf vers 6), ten slotte, staat hoe Nehemia het opneemt voor de armen door zeer toornig te worden tegenover
de edelen van het volk. Hij verwijt hun woeker. Zo zorgt hij
uiteindelijk voor rechtvaardiger structuren en herverdeling
van bezit.
b. Uitwerking
In onze tijd krijgt zorg voor de ander vanuit de diaconie
handen en voeten. De diakenen zijn beschikbaar voor mensen
met financiële zorgen. Zij zijn er voor mensen in de knel,
dichtbij en ver weg. Praktisch en daadkrachtig proberen ze
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 6
Stage lopen in de kerk!
daar wat aan te doen, uiteraard in samenwerking met andere
gemeenteleden. Vaak betekent diaconaal werk ook dat je in
aanraking komt met onrechtvaardige structuren en regels.
Dan moet de diaken misschien wel bij allerlei overheidsinstanties aan de bel trekken! Hij doet niet alleen aan nazorg,
maar ook aan voorzorg (preventie).
c. Organisatie
Welke deeltaken kent het diaconaat? Welke mensen en
groepen houden zich ermee bezig? Denk aan:
• De diaconie.
• De werkgroep Werelddiaconaat (vaak ZWO, Zending,
Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking).
• De werkgroep Kerk en Minima.
• De commissie voor contacten met het plaatselijke
asielzoekerscentrum.
• De mensen die deelnemen aan het vluchtelingenwerk.
• De schrijfgroep Amnesty International.
• De medewerkers van het inloophuis.
• De milieuwerkgroep.
• De contactgroep voor mensen die problemen hebben
rondom hun baan.
3. Pastoraat
a. Omschrijving
Pastoraat komt van het woord pastor, dat herder betekent.
Bij pastoraat hoort het beeld van de goede herder. Je vindt dit
in heel de bijbel terug. Psalmen 23 is heel bekend. In Ezechiël
34 staat wat er gebeurt als het fout gaat. Dan worden de
schapen hard en wreed behandeld (zie vers 4). In Johannes
10 noemt Jezus zichzelf de goede herder (zie vers 11). Als Zijn
volgelingen krijgen wij de opdracht in Zijn naam naar elkaar
om te zien. Het beeld van de Barmhartige Samaritaan past
bij diaconaat, maar is net zo geschikt voor goed pastoraat.
Het laat duidelijk zien dat de aandacht verder gaat dan alleen
de ‘eigen’ mensen. De verdrukte, de vreemdeling; de hele
bewoonde wereld is het werkterrein.
b. Uitwerking
Het beeld van de herder staat misschien wat ver van ons af.
Maar in iedere gemeente krijgt pastoraat inhoud als mensen
naar elkaar omzien. Goed luisteren staat dan voorop. Bemoediging, troost en steun: het hoort er allemaal bij. Meestal
gebeurt dat in persoonlijke gesprekken: het huisbezoek. Maar
bijlage 1
pastoraat vindt ook plaats in kleine gemeentekringen.
Uiteraard is het niet alleen een zaak van de dominee en de
ouderlingen. Ieder gemeentelid is erbij betrokken. Daar waar
mensen in gesprek zijn over geloof en leven en elkaar daarin
persoonlijk ontmoeten, betrokken zijn op elkaar en op God,
voor elkaar bidden, elkaar zegenen en tot zegen zijn, dáár zijn
mensen herders voor elkaar.
c. Organisatie
Welke groepen en mensen houden zich in de gemeente
georganiseerd met pastoraat bezig?
• De dominee.
• De (jeugd)ouderlingen.
• De wijkcontactpersonen.
• De wijkteams.
• De organisatie van groothuisbezoeken/wijkcontactavonden.
• De begeleiders van gesprekskringen.
• De lotgenotengroepen.
• De inloophuismedewerkers.
4. Missionair werk
a. Omschrijving
In ‘missionair’ zit het woord ‘missie’. Als gemeente van Jezus
Christus zijn we gezondenen. In Matteüs 28: 16-20 staat hoe
Jezus zijn discipelen de wereld inzendt. “Ga dus op weg en
maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de
naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te
leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb” (vers 19-20, NBV). Al tijdens het leven van Jezus
trokken de discipelen er zelfstandig op uit: om te prediken,
zieken te genezen en boze geesten uit te drijven. Een scheiding tussen missionaire, diaconale en pastorale taken is niet
mogelijk.
b. Uitwerking
In de gemeente van nu valt zending onder de ZWO-commissie. Daar is onmiddellijk de koppeling met diaconaat te vinden.
Bij ZWO gaat het om betrokkenheid bij missionaire/diaconale
projecten over heel de wereld. Daarnaast valt ook te denken
aan missionaire taken dicht bij huis. Hoe is de relatie van de
gemeente met haar directe omgeving? Wat stralen de
gemeenteleden uit? Merken mensen iets van de gemeente?
Kan de gemeente iets voor hen betekenen en wat kunnen zij
aan de gemeente bijdragen? De uitwerking daarvan kan per
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 7
Stage lopen in de kerk!
gemeente verschillen. In een grote stadswijk ziet die er
anders uit dan in een dorp.
c. Organisatie
Verschillende mensen en groepen houden zich specifiek
bezig met de missionaire taak van de gemeente. Te denken
valt aan:
• De ZWO-commissie.
• De evangelisatiecommissie.
• De evangelisatieouderling.
• De commissie ‘Open Deur’ of ‘Welkom-diensten’.
• De medewerkers van een inloophuis.
• De gespreksleider van een oriëntatiecursus christelijke
geloof.
5. Oecumene
a. Omschrijving
In de nieuwe kerkorde staat over het leven en werken van de
kerk in oecumenisch perspectief het volgende:
“De kerk is geroepen om de eenheid, de gemeenschap en de
samenwerking met andere kerken van Jezus Christus te
zoeken en te bevorderen. De kerk neemt deel aan en stimuleert de oecumenische arbeid in Nederland of in de wereld.
(...) Zij zoekt vereniging met de kerken waarmee eenheid of
verwantschap bestaat in geloof en kerkorde.”
Die roep om eenheid te zoeken staat ook in het hogepriesterlijk gebed, zoals verwoord in Johannes 17. Jezus bidt daar
intens om de eenheid onder zijn volgelingen (vers 22, 23).
b. Uitwerking
Wie meedoet in een protestantse kerk in Nederland werkt
mee in een kerk die op haar beurt lid is van de Wereldraad van
Kerken. Deze Wereldraad van Kerken werd in 1948 in Amsterdam opgericht als vrucht van de oecumenische beweging die
gaande was. Het hoofdbureau staat in Genève.
In Nederland werken we met elkaar samen in de Raad van
Kerken. Het belang van de Raad moet echter allereerst
worden gezocht in het plaatselijk werk. Kerk-zijn gebeurt niet
alleen ‘in’, maar ook ‘voor’ een bepaalde plaats. De plaatselijke eenheid van de kerk staat ten dienste van Gods grote
oecumene met de wereld in haar geheel. Het werk van de
bijlage 1
plaatselijke Raad van Kerken heeft niet alleen met de (inter)kerkelijke situatie ter plaatse te maken, maar met de hele
sociale, politieke en culturele werkelijkheid in die bepaalde
plaats. Oecumene wordt wel begonnen door de kerken, maar
mag en kan daartoe niet beperkt blijven. Het gaat om de hele
samenleving.
c. Organisatie
In de meeste plaatsen zal er een bondgenootschap bestaan,
waarin een aantal kerken samenwerkt. In een groot aantal
situaties heeft dit geleid tot de officiële Raad van Kerken.
Soms is er alleen een interkerkelijke werkgroep. De samenwerking kan variëren van oecumenische diensten, een
gezamenlijk aanbod voor Vorming en Toerusting, jeugdwerk
en diaconale projecten tot incidentele samenwerking rond de
Vredesweek en de Week van Gebed om Eenheid van de
Kerken.
6. Geestelijke vorming
a. Omschrijving
Mensen blijven leren, hun leven lang. In Psalmen 119 staat
hoe een mens nooit raakt uitgekeken op de wet van God en
altijd opnieuw moet leren wat dat betekent voor het dagelijks
leven. Vanuit dat gegeven is er binnen de gemeente niet
alleen sprake van catechese voor jongeren, maar ook voor
volwassenen.
Discipelen (leerlingen) van Jezus Christus zijn nooit klaar,
nooit uitgeleerd op wat in de Schriften te vinden is. In relatie
daarmee valt er veel te leren over de tijd waarin we nu leven
en de ontwikkelingen die gaande zijn. Het wordt pas echt
spannend als zowel geloof als leven met elkaar worden
verbonden, op elkaar worden betrokken. Een voorbeeld staat
in Handelingen 17 (vanaf vers 16): Paulus op de Areopagus,
het centrum van de Griekse filosofie, in gesprek met mensen
over Jezus Christus.
b. Uitwerking
In veel gemeenten hebben allerlei gesprekskringen en
leerhuizen een veelheid aan thema’s. Sommige zijn meer
toegespitst op bijbelstudie, andere op samenlevingsvragen.
In leerdiensten, op gemeenteavonden en groothuisbezoeken
wordt ook druk geleerd. Daarbij gaat het meestal niet om het
verzamelen van kennis alleen. De vertaling naar de praktijk,
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 8
Stage lopen in de kerk!
leren met hoofd én hart én handen is van groot belang. Zo
worden mensen gevormd en groeien zij in hun relatie met
God, elkaar en de wereld.
c. Organisatie
Mensen en groepen in de gemeente die zich met geestelijke
vorming bezighouden, zijn:
• De dominee.
• De commissie Vorming en Toerusting.
• De kringleiders.
• Het catecheseteam.
• De kindernevendienst.
• De zondagsschool.
• De cursusleider(s).
7. Financiën/beheer
a. Omschrijving
Zonder geld kan het niet. Geld is nodig voor het kerkgebouw,
de salarissen van de predikanten, kosters en andere betaalde
krachten. Voor materialen en aankleding. Voor koffie en thee.
Maar bovenal is geld een middel om gerechtigheid te bevorderen.
bijlage 1
In 2 Korintiërs 8 en 9 kun je lezen hoe Paulus de gemeenteleden oproept tot geven. De nadruk ligt op de vrijwíllige bijdrage. Dit is telkens de achterliggende gedachte bij het beheer
van geld en goederen: delen met hen die gebrek lijden.
b. Uitwerking
In de gemeente van vandaag wordt van ieder lid een vaste,
vrijwillige bijdrage gevraagd. Hoewel er richtlijnen worden
gegeven (lang geen 10%), wordt aan ieder overgelaten
hoeveel hij of zij wil geven voor de jaarlijkse actie Kerkbalans.
Het geld is nodig voor het voortbestaan van de gemeente.
Daarnaast wordt geld gevraagd voor diaconale en missionaire doeleinden, dichtbij en ver weg. Zo krijgt de betrokkenheid bij God, elkaar en de wereld ook gestalte in de portemonnee.
c. Organisatie
Het college van kerkrentmeesters gaat over het geld, dat niet
aan diaconale en/of missionaire doeleinden wordt besteed.
Hieronder vallen de salarissen en het onderhoud van de
gebouwen, maar ook de materialen voor de kindernevendienst en zondagsschool.
Er zijn drie geldstromen in de gemeente te onderscheiden:
• Diaconale gelden.
• Missionaire gelden.
• Gelden voor andere vermogensrechtelijke zaken: voor
salarissen, gebouwen en activiteiten.
De ZWO-groep houdt zich bezig met het inzamelen en
besteden van de diaconale en missionaire gelden. Daarbij
gaat het over doelen ver weg en dichtbij.
Opvallend is hoe vaak het in de bijbel over geld gaat. Daarbij
gaat het (bijvoorbeeld bij de profeten) om rechtvaardige
verhoudingen tussen rijk en arm. Ook in het Nieuwe Testament kaart Jezus het onderwerp nogal eens aan. Bekend is
zijn gesprek met de rijke jongeling.
Bron: Dijkstra-Algra, N. & Viezee-de Kruik, N. (z.j.). De gemeente in beeld.
De diaconie beheert de diaconale gelden.
Deel 10 in de serie Werken aan groei – Bouwstenen voor gemeenteopbouw. Driebergen: Centrum voor Educatie NHK (bewerkt).
Op verschillende plaatsen in de bijbel staat dat het géven van
geld essentieel is voor het geloofsleven. Geven aan de
tempeldienst, geven aan de armen, geven aan de hongerlijdende gemeente in Jeruzalem en ga zo maar door. In het
geven van geld voor de naaste dien je God. In Maleachi 3: 8-10
is sprake van het geven van tienden. Daar wordt teruggegrepen op de oude regel uit Leviticus.
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 9
Stage lopen in de kerk!
bijlage 2
Vragen voor de stage
1. Met wie loop je mee?
2. Wat doet hij of zij voor vrijwilligerswerk in de kerk?
3. Wat is het doel van dat werk?
4. Hoe vaak doet hij of zij dit werk?
5. Hoeveel tijd kost het hem of haar?
6. Waarom doet hij of zij dit werk?
7. Wat spreekt je aan in dit vrijwilligerswerk en wat niet?
8. Zou je zelf nu en/of later ook iets willen doen in de kerk? Waarom wel of niet? En zo ja, wat dan?
9. Wat heb je van deze stage geleerd?
10. _______________________________________________________________________________________________________________________
11. _______________________________________________________________________________________________________________________
12. _______________________________________________________________________________________________________________________
JOP | Joseph Haydnlaan 2a | Postbus 8504 | 3503 RM Utrecht | www.jop.nl | Alle rechten voorbehouden | Kopiëren alleen voor intern gebruik | 10