Joodse feestvreugde en verdriet in Valkenburg Joodse feestvreugde

© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt
uitdrukkelijk voorbehouden. Vrijdag, 31 oktober 2014
DUBBELTENTOONSTELLING Kennismaken met de sfeer die in de oorlogstijd heerste
De Joodse gemeenschap in Valkenburg, ook bij leerlingen van basisschool de Plenkert was er niet veel over bekend. Tot vandaag.
foto Diana Scheilen
Joodse feestvreugde en
verdriet in Valkenburg
Herinneringen aan Joods
Valkenburg komen tot leven
in de dubbelexpositie ‘Even
zo vrolijk is het treurig’ in
Museum Land van Valkenburg. „Sip, dat is jouw huis!”
door Gwen Teo
Z
e zijn diep onder de indruk, de vierentwintig
leerlingen van basisschool de Plenkert in Valkenburg aan de Geul. Het huis van
klasgenoot Sip Lemmens op een foto aan de muur van Museum Land
van Valkenburg - het is wat.
„Cool.” Zo wordt een bezoek aan
de dubbeltentoonstelling ‘Even zo
vrolijk is het treurig’ wel heel erg
spannend. Sip kan het bijna niet geloven. Dat nou uitgerekend in zijn
huis Jozef Günsberg heeft gewoond
- een van de 42 Valkenburgse Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse vijand naar
een concentratiekamp werden gedeporteerd, om nooit meer terug te
keren. Slechts een van hen overleefde de gruwelen, zo valt op te maken uit documenten die deel uitma-
ken van de expositie. Volgens de
lijst woonden er in 1970 ongeveer
70 Joden in het stadje aan de Geul.
Drie jaar later waren de meesten gedeporteerd of ondergedoken.
Voor het merendeel van de Valkenburgers voornamelijk een gegeven
heel ver van het bed, weet Herman
Mücher. De secretaris van de stichting Struikelstenen Valkenburg probeert de leerlingen kennis te laten
maken met de sfeer die gedurende
de oorlog heerste. Angst. Misleiding. De noodzaak om te zwijgen.
Hij vertelt verhalen, terwijl voortdurend vingers de lucht ingaan.
Julie Huntjens weet aardig wat
over de Joodse gemeenschap. Haar
opa deelt regelmatig verhalen over
geschiedenis en de oorlog. Elisa
Chen heeft Het Achterhuis van Anne Frank gelezen. „Maar ik wist
niet dat het overal donker moest
zijn.” Kiki Pisters, net als haar klasgenoten tien jaar oud, vindt het verschrikkelijk „hoe de mensen in de
oorlog zijn gestorven”. Ze is bang
dat ze ooit zelf in dergelijke onmen-
selijke tijden belandt. Overigens is
de tentoonstelling niet alleen maar
beladen. Waar in de ene zaal
zwart-witbeelden domineren, vullen kleurrijke doeken de andere.
Daar is plaats voor het werk van
Mels Sluyser. Zoon van Meijer Sluyser, politiek radiocommentator bij
de VARA halverwege de vorige
eeuw. En Jood. Even zo vrolijk is
het treurig; het was een bekende
uitdrukking van hem.
De schilderijen van Mels tonen
vreugde. Joodse bruiloften, een Jiddische broodjeswinkel. De mooie,
kleurrijke kant van het leven als tegenhanger van de zwarte bladzijden. Conservator Rob Kooiman
spreekt van ‘niet zomaar schilderkunst’. „Het is ook een vorm van
herinneren.” Niet vreemd dat de
aanleiding voor de dubbelexpo het
Stolpersteineproject van de Duitse
kunstenaar Gunter Demnig is. Hij
maakt messing plaatjes, voorzien
van de namen van Holocaustslachtoffers, die met bijbehorende
vierkante stenen in stoepen worden geplaatst bij huizen waar de
Joodse slachtoffers eens hebben gewoond. In Europa zijn inmiddels
ruim 46.000 struikelstenen gelegd.
Valkenburg is 7 november voor het
eerst aan de beurt. Zodat ook daar
de herinnering levend blijft.