I IN rapport waterbalans-studie van een gedeelte van de doorgaande vaarroute in Almere -haven door K.G. d e Jong J.E.G. Bouman rijksdienst voor de ijsselmeerpolders Inhoud 1. Inleiding van het opstellen van een waterbalans 2. Beschrijving . 3 . De verrichte metingen en waarnemingen 3.1. Neerslag 3.2. Drainage en regenwaterriolering 3 . 3 . Verdamping 3 . 4 . Grachtafvoer 3 . 5 . Niveaumetingen 3 . 6 . Stijghoogtemetingen 3 . 7 . Inmeten en waterpassen 4. Resultaten metingen 5. Berekening van de kwel 6. Berekening van de doorlatendheid van de kleilaag 7. Samenvatting 8. Literatuur Bijlagen I. Situering van het gemeten grachtpand in Almere-Haven 2. Situering waarnemingspunten in en rondom het grachtpand 3. Resultaten metingen en waarnemingen grachtpand A-B 4 . Resultaten zelfregistrerende apparatuur 1 . Inleiding De geohydrologische s i t u a t i e i n Almere-Haven en d e keuze van de grachtp e i l e n (4.80 m, r e s p . 5.20 m -NAP) maken h e t noodzakelijk een bodema f s l u i t i n g aan t e brengen i n de op h e t ogenblik i n u i t v o e r i n g z i j n d e grachten. (I ) De bodemaf s l u i t i n g f u n c t i o n e e r t h i e r a l s een b a r r i z r e tegen d e opwaarts g e r i c h t e grondwaterstroming, welke o n,.~.. t s.t .a a t door een overdruk van h e t diepe-grondwater t e n o p z i c h t e ' v a n h e t g r a c h t p e i l . 1n de g r a c h t e n b e s t a a t de bodemafsluiting u i t een 2 5 3 meter d i k k e k l e i l a a g welke wordt g e b a l l a s t met een 1 5 2 meter dikke zandlaag, teneinde opbressen van de a f s l u i t e n d e l a a g t e voorkomen. Ter c o n t r o l e van de k w a l i t e i t van h e t werk wordt i n een z e s t a l proefvakken e e n t w e e t a l proeven uitgevoerd t e weten: a ) een opbresproef b) een waterbalans-studie . ad a . De opbresproef wordt onmiddelijk voorafgaande aan de waterbalansu i t g e v o e r d . Tijdens deze proef wordt h e t w a t e r p e i l -s t u d i e h e t t e beproeven grachtpand v e r l a a g d t o t 5.80 m -NAP. Aldus o n t s t a a t i n d e p r a k t i j k een nagenoeg g e l i j k e opwaartse d r u k op de c o n s t r u c t i e a l s d i e welke de c o n s t r u c t i e gezien de bestekse i s e n ( 2 ) moet kunnen doorstaan. Het doe1 v a n d e z e , p r o e f i s tweed e l i g . I n de e e r s t e p l a a t s kan t i j d e n s h e t verlaagde p e i l v i s u e e l geconstateerd worden of e r n s t i g e tekortkomingen i n de a f s l u i t e n d e l a a g dan we1 de b a l l a s t voorkomen. I n de tweede p l a a t s komen, d a n k z i j h e t f e i t d a t de opbresproef aan de waterbalans vooraf g a a t , minder e r n s t i g e gebreken i n de vorm v a n e x t r a kwel naar voren t i j d e n s de waterbalans-studie. ad b. T i j d e n s de waterbalans-studie wordt de hoeveelheid water gemeten d i e i n een zekere periode i n en u i t h e t grachtpand g a a t , alsmede de hoeveelheid water d i e gedurende deze p e r i o d e i n h e t grachtpand geborgen wordt. Daar h e t onmogelijk is' de.optredend& kwel t e meten, vormt deze de s l u i t p o s t op d e ' b a l a n s . De a l d u s gevonden kwel kan g e t o e t s t worden aan de volgens h e t b e s t e k ( 2 ) t o e g e s t a n e hoeveelheid kwel van 5 m d e t m a a l , gerekend over de i n s t e e k van de g r a c h t . ..i n - I n d i t r a p p o r t z a l v e r s l a g gedaan worden van de i n de periode I t / m 10 november 1975 opgestelde waterbalans-studie van h e t n o o r d e l i j k e g e d e e l t e van grachtpand A-B, ( z i e b i j l a g e I ) . D i t grachpand vormt een onderdeel van de zgn: "doorgaande vaarroute". Op b a s i s van t i j d e n s de b o u w e r g a deringen gemaakte afspraken was de t a a k v e r d e l i n g a l s v o l g t : De aannemer ( f a . Mulder) verzorgde h e t p l a a t s e n van de p e i l s c h a l e n , de f i l t e r b u i z e n ; de o p s t e l p u n t e n voor d e z e l f r e g i s t r e r e n d e grondwaterstandsmeter en n i v e a u s c h r i j v e r alsmede de benodigde pompen voor de p e i l b e h e e r s i n g . De Landmeetkundige a f d e l i n g van d e - . ' ~IJ.P. . verzorgde de b e p a l i n g van inhoud en oppervl'akte van h e t , grachtpand, zowel aan. h.e t be-.' g i n van de waterbalansperiode a l s v i a a f l o o p daarvan. De a f d e l i n g Waterhuishouding van de R.1J.P. nam de waarnemingen, de verwerking van de gegevens en de r a p p o r t a g e voor haar rekening. 2 . Beschrijving van h e t o p s t e l l e n van een waterbalans B i j h e t bepalen van de hoeveelheid kwel i n e e n watergang, i n d i t g e v a l t e r p l a a t s e van h e t n o o r d e l i j k e g e d e e l t e van h e t grachtpand A-B i s h e t nodig na t e gaan welke f a c t o r e n behalve d e kwel een verhoging van h e t w a t e r p e i l veroorzaken. D i t z i j n de n e e r s l a g en de a f v o e r v a n e v e n t u e e l i n de watergang uitmondende l e i d i n g e n z o a l s r e g e n w a t e r r i o l e r i n g en d r a i nage. Aan de andere kant veroorzaken verdamping en g r a c h t a f v o e r een p e i l s v e r l a g i n g . Bovengenoemde f a c t o r e n tezamen met de afmetingen van h e t grachtpand, alsmede h e t p e i l en h e t volume van h e t water vormen de posten op de waterbalans. Schematisch kan een en ander a l s v o l g t worden weergegeven. -1 - neerslag drainage volume regenwaterriolering+ oppervlakte 4 kwel verdamping & grachtafvoer I n h e t hierna volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de waarnemingen d i e z i j n v e r i c h t om de g r o o t t e van de v e r s c h i l l e n d e f a c t o r e n t e kunnen v a s t s t e l l e n ( z i e ook 3 ) . 3 . De v e r r i c h t e metingen en waarnemingen 3.1. Neerslag Met behulp van b i j de twee k o r t e z i j d e n van h e t grachtpand o p g e s t e l d e regenmeters i s d a g e l i j k s ' s ochtends om 8.00 uur de n e e r s l a g bepaald. De regenmeters z i j n van een type d a t ook door h e t K . N . M . I . wordt geb r u i k t en bestaan u i t een t r e c h t e r met een o p p e r v l a k t e van 200 cm2 d i e op een r e s e r v o i r met u i t l o o p r u s t . De hoogte van de t r e c h t e r t e n opz i c h t e van h e t maaiveld bedraag't 40 cm. De waarnemingen z i j n vermeld op b i j l a g e 3. 3.2. Drainage en r e g e n w a t e r r i o l e r i n g De d r a i n s i n h e t aanliggende gebied van h e t grachtpand l i g g e n evenwijdig daaraan. I n d i t geval mondt e r dus geen drainage i n h e t p r o e f s t u k u i t . Het leggen van de r e g e n w a t e r r i o l e r i n g i n h e t n a a s t l i g g e n d e t e r r e i n was i n de periode van de metingen i n u i t v o e r i n g , w a a r b i j uitmondingen i n de g r a c h t nog n i e t waren g e r e a l i s e e r d . 3.3. Verdamping Tijdens de proef i s de verdamping t e r p l a a t s e n i e t gemeten. Deze i s bepaald a l s h e t gemiddelde van de met behulp van de formule van Penman berekende verdamping voor de K.N.M.1.-stations Lelystad en Hoorn. De verdamping wordt berekend per decade, beginnende op de e e r s t e van i e d e r e maand om 8.00 uur ' s morgens. Om deze reden z i j n de metingen en waarnemingen i n d i t geval 10 dagen lang voorgezet. 3.4. Grachtafvoer De p e i l b e h e e r s i n g van h e t grachtpand i s met een dieselpomp.geregeld. De c a p a c i t e i t van deze pomp bedroeg ca. 50 m3/uur. De bepaling van de uitgemalen hoeveelheid water gebeurde aan de hand van een op de pomp gemonteerde watermeter. Deze meter i s vooraf door de a f d e l i n g Openbare Nutsvoorzieningen van de R.1J.P. g e i j k t . H i e r b i j i s gebleken d a t de watermeter b i j h a l v e c a p a c i t e i t ca. 12,5%-te weinig en b i j v o l l e capac i t e i t (50 m3/uur), ca. 14.5% t e weinig aangaf. B i j de berekeningen z i j n de a f l e z i n g e n a l s zodanig g e c o r r i g e e r d . De meterstand i s i e d e r e keer voor en na h e t inschakelen van de pomp opgenomen. 3.5. Niveaumetingen Het vaststellen van het waterpeil in het meetpand gebeurde aan de hand van aan weerszijden in het meetpand opgestelde peilschalen. Het grachtpand was aan weerszijden van de overige gereed zijnde grachtgedeelten afgesloten door gronddammen. Om te voorkomen dat er waterstroming onder of door deze gronddammen zou plaatsvinden is bepaald dat het peil in de aangrenzende panden ongeveer op het zelfde niveau moest worden gehouden als het niveau in het proefstuk. De peilbeheersing van deze grachtgedeelten is door de aannemer uitgevoerd. Ter controle zijn ook in deze aangrenzende panden peilschalen opgesteld (zie bijlage 2). De peilschalen zijn dazelijks om 8 uur 's morgens afgelezen. Voor het vaststellen van plotselinge peilsveranderingen in het meetpand is er bovendien een zelfregistrerende niveaumeter opgesteld. De resultaten van deze meting zijn weergegeven op bijlage 4. 3.6. stijghoogtemetingen, > Om het.effect van eventueel optredende ernstige lekkage van de grachtbodem op de stijghoogten in het Pleistoceen te kunnen vastellen zijn vooraf rondom het grachtpand peilfilters in het pleistocene ?and gebracht. De situering van deze filters is op bijlage 2 aangegeven. Uit de waarnemingen die eveneens elke morgen om 8.00 uur zijn uitgevoerd, is bovendien de gemiddelde stijghoogte in de onmiddelijke nabijheid van het grachtpand af te leiden. De waarnemingen zijn weergegeven op bijlage 3. O p 66n pleistoceenfilter is een zelfregistrerende niveaumeter geplaatst om p l o t s e l i n g e v e r a n d e r i n g e n in de stijghoogte als gevolg van bijvootbeeld bronneringen e.d. te kunnen vaststellen. De resultaten van deze metingen zijn weergegeven op bijlage 4. I 3.7 Inmeten en waterpassen Behalve het waterpassen van de waarnemingspunten zoals de peilschalen, de peilfilters en de zelfregistrerende apparatuur heeft de Landmeetkundige Afdeling de oppervlakte en de inhoud van het grachtpand bepaald. Hiertoe zijn le'ngteen dwarsprof ielen gewaterpast die vooraf middels piketten waren vastgelegd en ingemeten. Deze werkzaamheden zijn voor en na de meegperiode uitgevoerd om eventuele veranderingen in de hoogtegingvantaluds en bodem te kunnen vaststellen. Op bijlage 3 is aangegeven waar de lengte- en dwarsprofielen zijn gesitueerd. 4. Resultaten metingen De verrichte waarnemingen leverden de volgende resultaten op: - Neerslag : 8,2 rn - Verdamping : : 3,s mm - Totale peilstijging gedurende de meetperiod? : 63 mm - Gemiddeld grachtpeil - Gemiddelde stiighoogte - Afname inhoud natte prof iel - Gemiddeld wateroppervlak - Opp. binnen de insteek -Gemiddeld opp. droge taluds - Theoretisch opp. binnen de insteek (die in verband met een bij de berekening van de'benodigde dikte van de kleilaag : 5,20 : 3,19 : 123 : 4373 : 8160 : 3788 : 10277 ' (N) (Eo) (p) -NAP (Pg) -NAP '-'(Pp). m3 (Z) m2 (ow) (Oi) m2 (Ot) m2 2 m (0th) ' - gehanteerd t h e o r e t i s c h maaiveld van 2.24- N.A.P.) Geroerd oppervlak ( t h e o r e t i s c h ) Dikte k l e i l a a g Uitgeslagen hoeveelheid water : 7910 m2 3,50 m3 : 451,l m cog) (D) (u) 5. Berekening van de kwel Daar n i e t t e bepalen i s welk.gedeelte van de n e e r s l a g , d i e op de droge t a l u d s v a l t , i n h e t grachtpand t e r e c h t komt, z i j n b i j h e t berekenen van de hoeveelheid kwel d r i e g e v a l l e n onderscheiden: geval a 100%van d e op de droge t a l u d s g e v a l l e n n e e r s l a g komt i n h e t grachtpand It 11 I, t1 1, I, g e v a l F 50% " " " " " geval ,I 9, ,, 9, !, 9, 9, 9, ,I I, c- Asngezien t i j d e n s de meetperiode een bepaalde hoeveelheid water i s u i t geslagen en bovendien de inhoud van h e t n a t t e p r o f i e l gedurende de meetperiode i s afgenomen z u l l e n e e r s t de n e e r s l a g , verdamping en p e i l s t i j ging v i a de gemiddelde waarden van h e t wateroppervlak en o p p e r v l a k t e van de droge t a l u d s omgerekend worden naar m3. Neerslag: geval a geval b geval Verdamping (EO): Peilstijging (P): c 0,0082 0,0082 0,0082 0,0035 0,063 x 8160 x (8160-1894) x 4373 x 4373 x 4373 66,9 = 51,4 = 35,9 = 15,3 =275,5 = m3 m3 3 m m3 m3 Ten einde de kwel b i j de heersende s t i j g h o o g t e i n h e t p l e i s t o c e e n t e kunnen v e r g e l i j k e n met de toegestane kwel volgens h e t b e s t e k dienen de volgende punten i n beschouwing t e worden genomen: - De gemiddelde overdruk t i j d e n s de meetperiode bedroeg 5,20-3,19 = 2,01 m. De overdruk waarop de c o n s t r u c t i e berekend moet z i j n volgens h e t bestek bedraagt voor d i t g r a c h t g e d e e l t e 2,70 m. D i t houdt i n d a t de .gevonden kwel met een f a c t o r PZ = 2,70/2,01 = 1,34 vermenigvuldigd , moet worden. De b e s t e k s e i s v a n 5 m / e t m a a l leverde i n d i t g e v a l een l a a g d i k t e van de a f s l u i t e n d e k l e i l a a g op g r o t e r dan 3.50 m. I n o v e r l e g t u s s e n de d i r e c t i e e n de aannemer met z i j n adviseur i s na toestemming van Z.Z.W. b e s l o t e n , geen k l e i l a g e n aan t e brengen d i k k e r dan 3i50 m. D i t h e e f t t o t gevolg d a t voor d i t g r a c h t g e d e e l t e a l s e i s g e l d t een toegestane kwel van 5,4 mmletmaal ( 4 ) . - . . De waterbalansformule wordtnu: Kwel = (P + 4+ Eo - Z - N)/Oth x Pf/lO x 1000 (mmletmaal) D i t .betekent i n : - geval a kwel =-(275,5 + 451,l + 7,2 m/etmaal.] 1= 15,3 - 123,O - 66,9)/10277 x 1,34 x 100 = - I geval b kwel =-(275,5 + 451,l + 15,3 - 123,O - 51',4)/10277 x 134 = 7,4 mmletmal. I = - seval c Naast de toetsing van de kwel aan de bestekseis kan ook een vergelijking gemaakt worden tussen de k-waarde van de klei welke gebruikt is bij het bepalen van de aan te brengen laagdikte en de uit de waterbalans berekende k-waarde. Voor het dimensioneren van de kleilaag is uitgegaan van k= ,I0 - 2 mletmaal. Algemene formule: k = (P + U + Eo - Z - N / O ~x ~/(5,20 - 3,19)/10 (mletmaal) geval a geval b geval 5 k = (275.5 + 451.1 + = 1,3 x mletmaal] ) - 123,O -35,9)/7910 x3,5/2,01/10 = 7. Samenvatting I n d e periode van 1 tlm 10 november 1975 is van het noordelijk gedeelte van grachtpand ATB in Almere-Haven een waterbalans opgesteld. Voorafgaand aan deze waterbalans is een opbresproef uitgevoerd. Tijdens de opbresproef konden geen mrkante defecten in de bodemafsluiting vastgesteld worden. Met behulp van de waterbalans is voordiiegevallen de kwel bepaald. Te weten: a 100% van de op de droge taluds gevallen neerslag komt in het grachtpand 50% t t ,I 1, ,, ,, I, I I, I, 11 11 - o% Vt 9 , I, #, #, !I 9, I, I, 11 . II De maximaal toegestane kwel is voor dit grachtpand 5,4 mmletmaal. De uitkomsten van de kwelbepaling zijn: geval a 7,2 mmletmaal geval b 7 ,4 mmle tmaal geval c 796 mml etmaa~ . . Tevens is met behulp van de gegevens u i t de waterbalans berekend welke doorlatendheid de aangebrachte k l e i l a a g b e z i t . Deze berekening i s eveneens voor de hierboven genoemde d r i e g e v a l l e n uitgevoerd: B i j h e t ontwerpen van de bodernafsluiting i s uitgegaan van een doorlatendheid k = mtetmaal, De uitkomsten zijn:, geval a k= I ,2 x lo-' geval b k= I,2 x 1o geval c k= 1,3 x lo-' mletmaal - ~mfetrnaal mletmaal 8. L i t e r a t u u r I . J . E . G . Bournan,. en K.G. de Jong Verslag van h e t onderzoek b i j een proefgracht i n Almere-Haven. I n t e r n Rapport R.1J.P. no. 363, 1975. 2. R i j k s d i e n s t voor de IJsselmeerpolders Bestek en voorwaarden voor h e t u i t v o e r e n van grondwerken en b i j b e horende werken voor de a a n l e g van grachten, e e r s t e f a s e t e AlmereHaven. Bestek 8106, L e l y s t a d , j a n u a r i 1975. 3. Afd. Waterhuishouding Waterbalansen t e r bepaling van de kwel i n grachtpand D-D' Almere-Haven. R.IJ.P., werkdocument 1975-555 Bbb. 4 . Grachten 1 e te f a s e Almere-Haven, kwelberekening. Ingenieurs- e n Architectenbureau van ~ a s s e l ' ten d e Koning werk 1248.03, augustus 1975. Situering van het gemeten grachtpand in Almere-Haven Bijlagel. R.R.1976-I.Bbw. -L . Ad AllECC schaal i:2000 + I +7z peilfilter pleistoceen peilfilter pleistoceen + ~elfre~istrerende niveaumeter eN zelfregistrerende niveaumeter o peilschaal ++! regenmeter ------- meetraai LandmeetkundigeAfdeling Situering waarnemingspunten in en rondom het grachtpand. Bulage 2.R.R.1976-i Bbw. <t n r A4-444556 Peilen en stijghoogte in meters - N.A.P. mm. Neerslag in Tijdstip van opname 8.00 uur Voor de situering van de waarnemingspunten zie bijlage 2. Resultaten metingen en waarnemingen grachtpand A-B Bijlage 3. t Qd datum tYd datum Resultaten zelfregistrerende apparatuur. Bijlage 4.R.R.4976-1. Bbw. ztnr Al-41i556
© Copyright 2024 ExpyDoc