Klik hier - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de

Vlaamse Overheid
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Graaf de Ferrarisgebouw
Koning Albert II-laan 20, bus 8
1000 BRUSSEL
tel: 02 553 80 79
Ontheffing tot het opstellen van een MER.
Ontheffingsbeslissing
Project:
Overstromingsmaatregelen haven Zeebrugge – fase 2
Initiatiefnemer:
Agentschap Maritieme Dienstverlening & Kust
Afdeling Kust
Vrijhavenstraat 3
8400 Oostende
16 september 2014
PR2062
Projectbeschrijving en mer-procedure
De ontheffingsaanvraag werd opgesteld om uitvoering te kunnen geven aan het Masterplan
Kustveiligheid. Voor het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan werd een plan-MER opgemaakt
en goedgekeurd (dd. 17 december 2010). De maatregelen uit het plan, waarvan het
voorliggende project er één van is, zijn erop gericht de zwakke zones in de zeewering te
versterken en te verbeteren om zo de veiligheid bij bepaalde superstormen te garanderen.
Het project omvat de aanleg van een stormmuur rond het Prins Albertdok tot op een niveau
van + 8 m TAW, die aansluit aan de Visartsluis en de Vandammesluis. Dergelijke stormmuur
kan diverse vormen aannemen. Afhankelijk van de zone binnen het te beschermen gebied
wordt een ander type maatregel ingepast. De hoogte van de overstromingsmaatregelen is
eveneens afhankelijk van de locatie en varieert tussen 0,5 en 1,5 m ten opzichte van het
maaiveld.
Het project wordt opgesplitst in twee fasen. Voorliggend verzoek heeft enkel betrekking op
fase 2 (zone ter hoogte van de Kielbankstraat en zones in de directe omgeving van het Prins
Albertdok). Voor de werken van fase 1 werd reeds een ontheffing tot de verplichting van het
opstellen van een project-MER toegekend op 13 november 2013.
In de plan-MER werden 2 uitvoeringsalternatieven bestudeerd. Voor een aantal disciplines
(bodem; water; geluid; fauna & flora) werd de bouw van stormmuren als alternatief met
minste impact beoordeeld. Voor de andere disciplines (landschap, bouwkundig erfgoed &
archeologie; mens-ruimte; mens-gezondheid & veiligheidsaspecten) werd de bouw van een
stormvloedkering als alternatief met minste impact beoordeeld.
Mede op basis van de resultaten van de MKBA en de restrisicoberekening werd voor de
haven van Zeebrugge als meest wenselijk alternatief uiteindelijk gekozen voor de bouw van
een stormmuur.
Het ontheffingdossier is opgesteld in toepassing van artikel 4.3.3 §3 1° van het Decreet van 5
april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het Besluit van de Vlaamse
Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten
onderworpen aan milieueffectrapportage. Het project is onderworpen aan de mer-plicht
volgens de categorie 10 n) in bijlage II van het besluit m.n. “kustwerken om erosie te
bestrijden en maritieme werken die de kust kunnen wijzigen door aanleg van onder meer
dijken, pieren, havenhoofden, havendammen en andere kustverdedigingswerken, met
uitzondering van instandhoudings-, herstel- of onderhoudswerken”.
Bijgevolg kan de initiatiefnemer een verzoek tot ontheffing van het opstellen van een projectMER indienen.
De ontheffingsaanvraag is door de dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en
Energiebeleid ontvangen op 23 juni 2014. Op vraag van de dienst Mer werd, gezien de aard
en de ligging van het project, advies gevraagd aan (en ontvangen op):
- de stad Brugge (advies 13/08/14)
- de Provincie West-Vlaanderen,
- het Agentschap Natuur en Bos West-Vlaanderen (advies 18/07/14),
- Ruimte Vlaanderen West-Vlaanderen,
- Agentschap Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen (advies 6/08/14),
Dienst milieueffectrapportagebeheer
Ontheffingsdossier PR2062
2
-
Agentschap Wonen
Departement LNE, dienst Hinder en Risicobeheer (advies 4/08/14),
Departement MOW (advies 12/08/14),
Havenbestuur van Zeebrugge (advies 7/08/14),
Fluxys (advies 17/07/14).
De ontvangen adviezen worden meegenomen in deze beslissing. Naar aanleiding van het
advies van het havenbestuur van Zeebrugge, de stad Brugge en opmerkingen van de dienst
Mer werd het ontheffingsdossier aangevuld. Een aangepast ontheffingsdossier werd
ontvangen op 15 september 2014.
Deze beslissing is gestoeld op alle relevante info die is aangeleverd doorheen de
ontheffingsprocedure.
Beschrijving ontheffingsaanvraag
De nota welke deel uitmaakt van het verzoek voor ontheffing van het opstellen van een MER
werd opgesteld door Arcadis Belgium nv.
De ontheffingsaanvraag is naar presentatie een verzorgd document geworden. De juridische
en beleidsmatige randvoorwaarden werden voldoende duidelijk besproken.
In het ontheffingsdossier (passende beoordeling, hoofdstuk 8) werd de mogelijke invloed van
het project op de volgende speciale beschermingszones nagegaan:
- SBZ-V SBZ3 ‘Zeebrugge’
- SBZ-V ‘Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist’
- SBZ-H ‘Duingebieden inclusief Ijzermonding en Zwin’
- SBZ-H ‘Polders’
- SBZ-V ‘Poldercomplex’
Alle relevante disciplines (bodem; water; geluid; fauna & flora; lucht; landschap, bouwkundig
erfgoed & archeologie; mens (ruimte, mobiliteit; gezondheid en veiligheidsaspecten)) worden
behandeld (hoofdstuk 6 en 7). Wanneer nodig worden milderende maatregelen voorgesteld bij
de relevante disciplines (hoofdstuk 9).
In een besluit (hoofdstuk 10) wordt terecht geconcludeerd dat de geplande werken vanuit
milieuoogpunt aanvaardbaar zijn, mits de voorgestelde milderende maatregelen zo veel als
mogelijk in acht worden genomen.
Het opstellen van een project-MER zou deze informatie niet significant verbeteren en biedt
bijgevolg geen duidelijke meerwaarde in de verdere besluitvorming omtrent dit project.
Dienst milieueffectrapportagebeheer
Ontheffingsdossier PR2062
3
Besluit
Gezien het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat deze ontheffingsaanvraag voldoende
informatie bevat om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming.
Bijgevolg wordt een ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een MER
toegekend voor het project “Overstromingsmaatregelen haven Zeebrugge – fase 2” mits
naleving van de voorgestelde milderende maatregelen in de nota.
Deze ontheffing wordt verleend voor een termijn van vier jaar.
Dit verslag dient samen met de ontheffingsaanvraag deel uit te maken van de
vergunningsaanvraag.
16 september 2014,
Paul Van Snick
Algemeen directeur
Afdelingshoofd AMNEB
Dienst milieueffectrapportagebeheer
Ontheffingsdossier PR2062
4