Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02 553 80 79 Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing Project: Dijkwerken t.h.v. het districtsgebouw Rupel RO te Boom (Noeveren) Initiatiefnemer: Waterwegen en Zeekanaal nv Afdeling Zeeschelde Lange Kievitstraat 111-113 bus 44 2018 Antwerpen 18 september 2014 PR2069 Projectbeschrijving en mer-procedure De ontheffingsaanvraag werd opgesteld om uitvoering te kunnen geven aan het geactualiseerd Sigmaplan. Het project heeft als doelstelling om de waterkering op Sigmanorm te brengen en het jaagpad continu te maken langsheen de Rupel. Het projectgebied situeert zich in het uiterste westen van de gemeente Boom, nagenoeg op de grens met de gemeente Niel. De aan te leggen dijk op de rechteroever van de Rupel bevindt zich ter hoogte van de wijk Noeveren en heeft een lengte van ca. 150m. Het projectgebied omvat de eigenlijke zone van de dijk, de ontsluitingszone(s) naar de aanpalende wegenis en de zone voor de tijdelijke grondstockage. Het ontheffingdossier is opgesteld in toepassing van artikel 4.3.3 §3 1° van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Het project is onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens de categorie 10 h) in bijlage II van het besluit m.n. “werken inzake kanalisering, met inbegrip van de vergroting of verdieping van de vaargeul, en ter beperking van overstromingen, met inbegrip van de aanleg van sluizen, stuwen, dijken, overstromingsgebieden en wachtbekkens, die gelegen zijn in of een aanzienlijke invloed kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied”. De werken vinden plaats in of aan de rand van het Habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent (BE2300006)’. Een passende beoordeling is bijgevolg noodzakelijk en werd in de ontheffingsaanvraag opgenomen. Bijgevolg kan de initiatiefnemer een verzoek tot ontheffing van het opstellen van een projectMER indienen. De ontheffingsaanvraag is door de dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid ontvangen op 9 juli 2014. Op vraag van de dienst Mer werd, gezien de aard en de ligging van het project, advies gevraagd aan (en ontvangen op): - de gemeente Boom; - de gemeente Niel (advies ontvangen op 13/08/2014); - de provincie Antwerpen; - het Agentschap Natuur en Bos Antwerpen (advies ontvangen op 4/08/2014); - Onroerend Erfgoed Antwerpen; - VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer (advies ontvangen via CIW op 22/08/2014); - OVAM (advies ontvangen op 8/08/2014); - Ruimte Vlaanderen Antwerpen. De ontvangen adviezen worden meegenomen in deze beslissing. Deze beslissing is gestoeld op alle relevante info die is aangeleverd doorheen de ontheffingsprocedure. Dienst milieueffectrapportagebeheer Ontheffingsdossier PR2069 2 Beschrijving ontheffingsaanvraag De nota welke deel uitmaakt van het verzoek voor ontheffing van het opstellen van een MER werd opgesteld door Anteagroup. De ontheffingsaanvraag is naar presentatie een verzorgd document geworden. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden werden voldoende duidelijk besproken. In het ontheffingsdossier (passende beoordeling, §5.2.3.2) werd de mogelijke invloed van het project op de speciale beschermingszone ‘Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent (BE2300006)’ nagegaan. De passende beoordeling werd gunstig geadviseerd door ANB. Alle relevante disciplines (bodem; water; fauna & flora; landschap, bouwkundig erfgoed & archeologie; mens (hinder, geluid, veiligheid en ruimtebeslag)) worden behandeld. Wanneer nodig worden milderende maatregelen voorgesteld bij de relevante disciplines (§5.3). In het ontheffingsdossier wordt gesteld dat voor het perceel kadastraal gekend als 11005 BOOM 1 AFD sectie A nummer 0347K2 een beschrijvend bodemonderzoek werd uitgevoerd. Het advies van OVAM meldt dat het perceel enkel is opgenomen in een oriënterend bodemonderzoek (OBO). Uit het OBO blijkt dat het vaste deel van de aarde op dit perceel in beperkte mate verontreinigd is. Een BBO is niet noodzakelijk geacht voor het perceel. Bij opslag van grond op dit perceel dient bijkomende verontreiniging voorkomen te worden (bijv. gebruik van folie of doek om contact te vermijden, reeds opgenomen in de milderende maatregelen (§ 5.3.1)). De dienst Mer leidt hieruit af dat de effectbeoordeling nog steeds correct is en geen aanzienlijk negatieve effecten op bodem (en grondwater) zijn te verwachten. In een globale synthese (§5.6) wordt terecht geconcludeerd dat op korte en middellange termijn geen significante permanente milieueffecten zijn te verwachten voor de aanleg, aanwezigheid, exploitatie en onderhoud van de nieuwe dijk. De tijdelijke milieueffecten zijn maximaal beperkt negatief. Het opstellen van een project-MER zou deze informatie niet significant verbeteren en biedt bijgevolg geen duidelijke meerwaarde in de verdere besluitvorming omtrent dit project. Dienst milieueffectrapportagebeheer Ontheffingsdossier PR2069 3 Besluit Gezien het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat deze ontheffingsaanvraag voldoende informatie bevat om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming. Bijgevolg wordt een ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een MER toegekend voor het project “Dijkwerken t.h.v. het districtsgebouw Rupel RO te Boom (Noeveren)” mits naleving van de voorgestelde milderende maatregelen in de nota. Deze ontheffing wordt verleend voor een termijn van vier jaar. Dit verslag dient samen met de ontheffingsaanvraag deel uit te maken van de vergunningsaanvraag. 18 september 2014, Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd AMNEB Dienst milieueffectrapportagebeheer Ontheffingsdossier PR2069 4
© Copyright 2024 ExpyDoc