Multidisciplinaire revalidatiegeneeskundige

Multidisciplinaire revalidatiegeneeskundige
behandeling bij MS
Mw.dr. Jetty van Meeteren
Revalidatiearts Erasmus MC
Rotterdam
ICF MODEL
International Classification of funtion, disability and health (WHO 2001)
Gezondheidstoestand
Ziekte/aandoening
Lichaamsfuncties
activiteiten
participatie
functioneren
Omgevingsfactoren
Persoonlijke factoren
Revalidatie is een teamsport!
 Leden van het team zijn:
 Fysiotherapeut
 Orthop. schoenmaker
 Ergotherapeut
 Revalidatiearts
 Logopedist
 Verpleegkundige
 Psycholoog/orthopedagoog  Handtherapeut
 Maatschappelijk werk
 (Bewegingsagoog
 Orthop. instrumentmaker
 Activiteitenbegeleider)
 ErasMS
Wat doet de revalidatiearts?
 Diagnose
 Prognose aandoening en functionele prognose
 Revalidatie-indicatie
 Evaluatie mogelijkheden, opstellen van doelen voor
behandeling
 Revalidatieplan
 Leider van en eindverantwoordelijk voor de behandeling van
revalidatieteam
 Waarborgen van medische voorwaarden voor behandeling
(complicaties, mictie en defaecatie, bepaling belastbaarheid
voor revalidatie, medicatie)
Waar vindt revalidatiegeneeskunde plaats?
 Ziekenhuis: klinisch -> consulten
 Revalidatiecentrum: klinisch
 Revalidatiecentrum: poliklinisch
 Ziekenhuis: poliklinisch
 Verpleeghuis: consulten
ErasMS
REVALIDATIEBEHANDELING
 Belangrijke aspecten:
Beloop (en dus prognose) is onzeker. De onzekerheid is een
constante factor.
Patiënten veelal tussen de 20 en 50 jaar bij het stellen van de
diagnose, dus participatie (gezin, werk, vrijetijdsbesteding) is
belangrijk.
MS heeft een slechte reputatie (voorlichting).
REVALIDATIEBEHANDELING
 Redenen te over om de patienten in een vroeg stadium
door te verwijzen naar de revalidatiearts.
 Mede vanwege bovenstaande vaak dilemma tussen
laagfrequent controleren versus zo nodig.
REVALIDATIEBEHANDELING
 Veelal poliklinische revalidatie
 Ketenzorg is: een samenwerkingsverband tussen partijen die zowel
zelfstandig als afhankelijk van elkaar kunnen functioneren, die in het
cliëntentraject na of naast elkaar handelingen (zorg) uitvoeren die gericht zijn
op een goed eindresultaat dat geen van de partijen afzonderlijk kan bereiken.
Met één aanspreekpunt voor de patiënt.
 Werkgroep VRA: vertegenwoordiging van revalidatieartsen die MS patiënten
behandelen
Veel voorkomende symptomen
 Vermoeidheid
 Spasme
 Pijn
 Mictiestoornissen
 Defaecatiestoornissen
 Cognitieve problemen
 Tremor en ataxie
 Seksuele problemen
VERMOEIDHEID
 Komt bij 60 tot 80% van de patienten voor.
 Het is een van de eerste symptomen, geeft vaak ernstige beperkingen
in het dagelijks leven.
 Belangrijk om andere (behandelbare) oorzaken van vermoeidheid uit
te sluiten.
 Waarschijnlijk multifactorieel bepaald.
VERMOEIDHEID
 Medicatie
Amantadine: geen goede studies om effect goed aan te tonen en
bijwerkingen (die bekend zijn uit b.v. influenza A therapie) worden
niet goed onderzocht
Modafinil: er lijkt een positief effect te zijn (ook hier weer weinig
en/of matige studies)
VERMOEIDHEID
 Niet-medicamenteuze behandelingen in de revalidatie
 (aerobe) training
 Energiemanagement
 Gedragstherapie
 Multidisciplinaire behandeling
VERMOEIDHEID
 (aerobe) training: de training verbetert de lichamelijke fitheid;
frequentie van 3 maal per week
 energiemanagement: bestaat uit ergonomische adviezen en coaching
om de beschikbare energie goed te besteden, waardoor eveneens
minder stress ontstaat
 gedragstherapie: beinvloeding van gedrag en cognities van patient,
individueel toegepast
SPASME
 85% van de patiënten heeft spasticiteit
 Dit kan leiden tot functionele beperkingen
CAVE: spasticiteit kan ook functionele winst geven
 Bij toename spasmen eerst andere oorzaken uitsluiten
 Behandeling pas bij functionele beperkingen
SPASME
Behandeling:
 Basismaatregelen
 Lokale behandeling
 Systemische behandeling
BASISMAATREGELEN
 Fysiotherapie:
Rekoefeningen
Contractuurpreventie
Zithouding in stoel
Lighouding in bed
Inschakeling van ergotherapie voor de laatste 2 items kan van
belang zijn
LOKALE BEHANDELING
 Spalken, ortheses, orthopedisch schoeisel
 Botulinetoxine
 Fenol
 ESWT (extracorporele shock wave therapie)
 Operatie
SYSTEMISCHE BEHANDELING
Spierrelaxantia
Baclofen
Sirdalud
Dantrium
Intrathecale baclofen (ITB)
Medicinale cannabis (vooral bij pijnlijke spasmen)
PIJN
 50% van de patiënten heeft pijn
 Bij 90% is de pijn chronisch
 Onderscheid tussen nociceptieve en neuropathische pijn is van
belang
 Bij MS veelal neuropathische pijn
PIJN
 Medicamenteuze behandeling neuropathische pijn:
Amitryptiline
Carbamazepine
Gabapentine
(Medicinale) cannabis
MICTIE
 Klachten: vaak plassen, niet goed kunnen ophouden (urgeincontinentie) of incontinentie
 (NB geeft veelal beperkingen op participatieniveau)
 Kort overzicht:
Bekkenbodemtraining
Doorverwijzen naar uroloog
Medicatie
Incontinentie verpleegkundige
DEFAECATIE
 Meest voorkomende probleem is obstipatie
 Maatregelen:
Dieet
Bulkvormers
 Ook incontinentie komt voor
Uitsluiten overloopdiarrhee
Anaal tampon
COGNITIEVE STOORNISSEN
 Komt bij 50% van de patienten voor
 Geen relatie met de ernst van de lichamelijke klachten, zoals parese,
spasme, ataxie etc
 Patienten stellen voorlichting in vroeg stadium op prijs
 Lange termijn geheugen is meer aangedaan dan korte termijn
geheugen
 Vermoeidheid en stemmingsstoornissen hebben een negatieve
invloed
 Depressie komt vaker voor dan in de algemene populatie (wel goed
ondersceid maken tussen normale verwerkingsproblematiek en
depressie)
TREMOR
 Dit is vaak een lastig probleem
 Medicatie:
propanolol
Rivotril
Gabapentine
Topamax
Mysoline
 Operatie:
Thalatomie
Thalamus-stimulatie
SEKSUELE PROBLEMEN
 Bespreekbaar maken is van groot belang
 Rechstreeks gevolg van zenuwbeschadiging
 Secundair aan allerlei andere symptomen (zowel fysiek als mentaal)
OVERIGE PROBLEMEN
 Respiratoire problemen: zijn vergelijkbaar met de problemen bij
neuromusculaire aandoeningen.
 Vraag naar symptomen die er op kunnen duiden (dromen, ‘s morgens
hoofdpijn, overdag in slaap vallen e.d.)
ACTIVITEITEN
 Lopen:
na 15 jaar ongeveer 50% van de patiënten een loophulpmiddel en
10% een rolstoel
Conventionele fysiotherapie; Body-weight-supported treadmill
training; Robot assisted gait training
Er is geen meerwaarde van BWSTT en RAGT boven
conventionele looptraining aangetoond. Mogelijk dat voor de
ernstig aangedane MS patiënt (EDSS > 6,5) er wel beter
getraind kan worden met BWSTT of RAGT
Ortheses; loophulpmiddel
Fampridine
ACTIVITEITEN
 Arm-handfunctie van belang van ADL en bv huishoudelijke taken of
bediening van een computer
 Communicatie: spreken kan door dysarthrie verminderen; eventueel
ondersteunende communicatie
 Slikken: vooral verslikken
PARTICIPATIE
Aandacht voor:
 Gezinsrol
 Arbeid
 Vervoer
 Vrijetijdsbesteding
 Wonen
BEDANKT VOOR DE AANDACHT
INTRATHECALE BACLOFEN
Indicatie:
 Ernstige gegeneraliseerde hypertonie of spasticiteit
 Orale medicatie niet kunnen verdragen
 Teveel bijwerkingen van orale medicatie
 Onvoldoende reactie op orale medicatie
 Ernstige functionele beperkingen
CANNABIS
 Voordelen medicinale cannabis: vaste dosering, niet verontreinigd,
minder kans op onbedoelde neveneffecten
 Nadelen: prijsstelling, beperkte vergoeding, angst om er om te vragen
 Denk niet: baat het niet dan schaadt het niet
CANNABIS
Spasticiteit
 Weinig studies
 Discrepantie tussen objectieve en subjectieve uitkomstmaten
Pijn
 Weinig evidence dat het beter is dan reguliere medicatie
 Bij effect op pijn grote kans op bijwerkingen