Plan van aanpak participatiewet - RPA West-Brabant

Concept Plan van aanpak
Implementatie Participatiewet West-Brabant
Door: Tanja Willemsen
Projectleider Regionale Samenwerking Participatiewet West-Brabant
Versie 7 – dd. 28 mei 2014
1
Inhoudsopgave
1. Achtergrond en aanleiding
3
2. Regio West-Brabant uitgelicht
5
3. Projectstructuur Implementatie Participatiewet West-Brabant
8
4. Project Implementatie Participatiewet West-Brabant
10
5. Raakvlakken, communicatie en afbakening
14
Bijlage 1 Samenstelling deelprojecten
2
1. Achtergrond en aanleiding
1.1.
Participatiewet
Naar verwachting treedt op 1 januari 2015 de Participatiewet in werking. De Participatiewet
wordt een voorziening/regeling met zoveel mogelijk gelijke rechten, plichten en
arbeidsmarktkansen voor mensen met (gedeeltelijk) arbeidsvermogen die onder de
gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen; de Wet sociale werkvoorziening, nieuwe instroom
arbeidsgehandicapten (voorheen Wet Wajong) en de huidige Wet werk en bijstand. De
gemeentelijke doelgroep wordt hiermee uitgebreid.
Het doel van de wet is om mensen met een beperking meer kansen te bieden op de reguliere
arbeidsmarkt. Het kabinet wil met het wetsvoorstel Participatiewet bijdragen aan het behoud van
de solidariteit, het draagvlak en de betaalbaarheid van de sociale zekerheid voor de toekomst.
Het beoogt het gedachtegoed van een „participatie-maatschappij‟ te ondersteunen.
Het is vanwege individuele, maatschappelijke en financiële redenen een noodzaak om het beste
uit mensen te halen. Door invoering van de Participatiewet wordt ook een mentaliteitsverandering beoogd. Het kabinet gaat uit van de mogelijkheden die iemand heeft en doet een
groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Daarnaast zijn de huidige
regelingen nu teveel een vangnet en te weinig een springplank, onnodig ingewikkeld en
veroorzaken ze shopgedrag naar de “beste regeling”.
In het Sociaal Akkoord zijn afspraken gemaakt over het door de overheid en werkgevers samen
beschikbaar stellen van 125.000 banen/werkplekken voor mensen met een beperking in periode
tot en met 2026. Deze banen zijn voor de mensen met een arbeidsbeperking die niet het
wettelijk minimum loon (Wml) kunnen verdienen. De Participatiewet heeft deze garantiebanen
als uitgangspunt. Een specifieke quotumwet is in voorbereiding, wanneer de werkgevers
onvoldoende garantiebanen realiseren.
Er komen 35 regionale werkbedrijven om mensen met een beperking aan het werk te helpen,
zowel beschut werk als regulier werk. Dit vanwege het regionale karakter van de arbeidsmarkt
en om daar goed bij aan te sluiten. Uitgangspunt is een lichte structuur met een praktische
invulling. Ook werkgevers en UWV doen mee in de leiding van het Werkbedrijf. In Werkkamers
wordt de structuur door de sociale partners en VNG uitgewerkt, en (regionale) instrumenten
gericht op werkgevers, o.a. werkvoorzieningen, loonwaarde, loonkostensubsidie en beschut
werk. Deze zaken wordt in een aanvullende bepaling opgenomen in SUWI-wetgeving.
Het wetgevingstraject is naar verwachting voor de zomer van 2014 afgerond. Deze wet wordt
uitgevoerd door gemeenten, en het betreft de volgende doelgroepen:
- Wwb: De Wwb-doelgroep zal vallen onder de nieuwe wet Participatiewet, inclusief de
nog in te voeren wijzingen zoals beschreven in het wetsvoorstel Maatregelen Wwb.
- Wsw: Personen die nu reeds onder de Wsw vallen, behouden hun rechten. Er wordt flink
bezuinigd op de rijksbijdrage Wsw terwijl de rechten van de huidige populatie in stand
worden gehouden. Personen die per 1 januari 2015 op de wachtlijst staan gaan onder de
Participatiewet vallen.
- Wajong: De wet Wajong blijft bestaan voor de huidige personen die nu onder de Wajong
vallen. De instroom in de Wajong zal flink gereduceerd worden doordat diegenen met
arbeidsvermogen onder de Participatiewet vallen (nieuwe instroom). Het UWV blijft de
Wajong uitvoeren.
3
Op de middellange termijn wordt door de vergrijzing in Nederland een tekort op de arbeidsmarkt
verwacht. In de ontwikkeling van de Participatiewet wordt aangenomen dat door dit tekort meer
mensen aan het werk kunnen gaan die nu aan de zijlijn van de arbeidsmarkt staan. Specifiek
voor plaatsingen op de 125.000 garantiebanen geldt dat de eerste twee jaar (2015 en 2016) de
mensen op de SW-wachtlijst en Wajong voorrang hebben ten opzichte van andere doelgroepen.
1.2.
Regionale samenwerking
De Participatiewet dwingt gemeenten om over schaalgrootte en samenwerking na te denken en
de begeleiding van mensen met een beperking te organiseren vanuit een regionale visie.
Logisch, want werkgevers en potentiële werknemers laten zich niet door gemeentegrenzen
leiden. Regionale samenwerking is noodzakelijk om de burgers in de regio een goede
dienstverlening te bieden en te komen tot een effectieve en efficiënte uitvoering.
De verschillende regelingen (Wsw, Wwb en Wajong) worden nu uitgevoerd door verschillende
partners. Er wordt al veel samengewerkt, en door de beoogde „één regeling voor de onderkant
van de arbeidsmarkt‟ wordt het gezamenlijk optrekken steeds belangrijker. Samenwerken gaat
dan ook steeds meer voordeel op leveren, bijvoorbeeld door aansluitende dienstverlening,
kennisoverdracht, een gezamenlijke werkgeversbenadering. Ook nu het zittend bestand van de
Wajong onder de verantwoordelijkheid van het UWV blijft vallen, blijft samenwerken essentieel.
In de afgelopen jaren is het UWV gereorganiseerd naar 35 regionale vestigingen. De
werkpleinen in Roosendaal, Bergen op Zoom, Etten Leur en Oosterhout zijn gesloten, en de
dienstverlening wordt uitgevoerd in Breda. In de regio West-Brabant is er dus een ketenpartner
die regionaal is georganiseerd in hun dienstverlening naar hun cliënten en de werkgevers, en
landelijk wordt aangestuurd.
Verder is de ontwikkeling van een regionaal “Werkbedrijf” opgenomen in de Participatiewet.
Hiermee wordt vooral een netwerkstructuur beoogd. De arbeidsmarkt houdt immers niet op bij
gemeentegrenzen. Daarom wordt beoogd om de arbeidsmarkt steeds meer regionaal te
benaderen. De SUWI-wetgeving onderschrijft dit en schrijft o.a voor dat werkgevers één
aanspreekpunt in de regio zouden moeten hebben, zodat hun vragen en behoeften beter
worden ondersteund.
Ook beleidsmatig vraagt de Participatiewet een aantal nieuwe producten en instrumenten, zoals
verordeningen en een nieuwe vorm van loonkostensubsidie.
Tot slot is de Participatie één van de drie decentralisaties in het sociale domein waarvan de
verantwoordelijkheden worden overgedragen naar gemeenten in de huidige kabinetsperiode. Dit
betreft naast Participatie, de Jeugdzorg en de AWBZ dagbesteding. Ook deze decentralisaties
hebben regionale doelstellingen en opdrachten. En de vakgebieden in het sociale domein
kennen vele dwarsverbanden. In dat kader is het ook ondersteunend om de regionale
samenwerkingsverbanden te kennen en te ondersteunen.
Om bovenstaande redenen is door het RpA besloten om samen op te trekken, gebaseerd op de
infrastructuur en het destijds vastgestelde regionale Plan van Aanpak Wwnv. De uitgangspunten
zijn ook opgenomen in het Uitvoeringsprogramma 2012-2015 West-Brabant Werkt en pakt door.
Deze samenwerking verbetert de eenduidigheid van onze dienstverlening in de regio, en het
beoogt natuurlijk efficiency-voordelen.
4
2. Regio West-Brabant uitgelicht
2.1.
Samenwerkingsverband Regio West-Brabant
De regio West-Brabant heeft een regionaal bestuursorgaan ingericht: Regio West-Brabant
(RWB). Dit bestuursorgaan van de 18 West- Brabantse gemeenten en gemeente Tholen
ondersteunt de gemeenten bij de uitoefening van een aantal van hun taken die
gemeentegrenzen overschrijden en die om een bovenlokale afstemming en aanpak vragen.
Arbeidsmarktbeleid is één van de thema‟s die wordt ondersteund door het RWB. Het RWB wordt
aangestuurd door een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur.
Tot 2014 waren er zeven bestuurscommissies van de RWB actief1. De bestuurscommissie SEZ
was de tafel waar de onderwerpen van arbeidsmarkt en participatie werden besproken. Met
ingang van 2014 zijn deze bestuurscommissies opgeheven in een proces van redesign (met
uitzondering van Kleinschalig Collectief Vervoer). In plaats hiervan komen er flexibel handelende
themabijeenkomsten op basis van behoefte (POHO‟s: portefeuillehoudersoverleggen). Ze
hebben een afstemmings- en kennisdelingstaak (strategisch, beleidsmatig, lobby) maar geen
eigen begrotingen2. De themabijeenkomsten kunnen gebruikt worden om het onderwerp
Participatie te agenderen.
2.2.
Regionaal platform Arbeidsmarktbeleid (RpA) West-Brabant
De basis van de regionale samenwerking op het terrein van arbeidsmarktbeleid is het Regionaal
platform Arbeidsmarktbeleid West-Brabant (RpA). In dit platform, opgericht in 2001, werken
gemeenten, onderwijs, UWV en werkgevers- en werknemersorganisaties samen aan het
ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid en het oplossen van knelpunten op de regionale
arbeidsmarkt. Met andere woorden: de “3 O‟s” (overheid, onderwijs en ondernemers) zijn
vertegenwoordigd. Het RpA West-Brabant wordt voorgezeten door de wethouder Werk en
Ondernemen van de centrumgemeente Breda. In dit platform zijn de bestuurders van de
gemeenten Breda, Etten-Leur, Oosterhout, Bergen op Zoom, Roosendaal en Geertruidenberg
vertegenwoordigd.
2.3.
Gemeenten
2.3.1. Overzicht gemeenten
De volgende 19 gemeenten participeren in de arbeidsmarktregio West-Brabant, één van de 35
arbeidsmarktregio‟s
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Aalburg
Alphen- Chaam
Baarle-Nassau
Bergen op Zoom
Breda
Drimmelen
1
De zeven bestuurscommissies zijn: Duurzaamheid, Middelen, Mobiliteit, Kleinschalig Collectief Vervoer, Ruimtelijke Ontwikkeling
en Wonen, Sociaal Economische Zaken, Zorg Welzijn en Onderwijs
2
Uit: Contourennotitie Werkgroep Redesign 14 maart 2013
5
7. Etten-Leur
8. Geertruidenberg
9. Halderberge
10. Moerdijk
11. Oosterhout
12. Roosendaal
13. Rucphen
14. Steenbergen
15. Tholen
16. Woensdrecht
17. Woudrichem
18. Werkendam
19. Zundert
2.3.2. Subregio‟s
De 19 gemeenten in West-Brabant zijn geclusterd in vijf subregio‟s:
1. Breda (incl. Alphen-Chaam, Baarle Nassau)
2. Oosterhout (incl Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Woudrichem, Werkendam)
3. Etten Leur (incl. Halderberge, Moerdijk, Rucphen, Zundert)
4. Roosendaal
5. Bergen op Zoom (incl. Woensdrecht, Steenbergen)
Gemeente Tholen is hier zijdelings bij aangesloten.
2.3.3. Intergemeentelijke diensten of samenwerkingsverbanden sociale zaken
Binnen de regio West-Brabant zijn er drie intergemeentelijke diensten of
samenwerkingsverbanden.
1. Intergemeentelijke Sociale Dienst Brabantse Wal.
Vanaf 1 januari 2012 werken de drie sociale diensten van de gemeenten Bergen op
Zoom, Steenbergen en Woensdrecht samen in één nieuwe sociale dienst: de
Intergemeentelijke Sociale Dienst Brabantse Wal (ISD Brabantse Wal).
2. Samenwerking gemeenten in het oosten van West-Brabant (WAVA).
De gemeenten Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Werkendam en
Woudrichem werken nauw samen.
3. Samenwerking gemeenten in het midden van West- Brabant
Een aantal gemeenten in het midden van de regio onderzoekt de vorming van een
Intergemeentelijke Sociale Dienst. Het gaat om de gemeenten Etten-Leur, Rucphen,
Moerdijk, Zundert en Halderberge. In 2014 wordt onderzocht of Roosendaal ook toe zal
treden. Naar verwachting zal met ingang van 1 januari 2015 de ISD een feit zijn.
De gemeenten Breda, Tholen, Baarle- Nassau, Alphen-Chaam hebben geen aparte
gemeenschappelijke regeling/intergemeentelijke samenwerkingsstructuur.
6
2.4.
SW regio’s
In de regio West-Brabant zijn drie SW bedrijven:
1. ATEA Groep
- Breda
- Baarle Nassau
2. !GO (op basis van een gemeenschappelijke regeling)
- Aalburg
- Drimmelen
- Geertruidenberg
-
Oosterhout
Werkendam
Woudrichem
3. WVS- groep(op basis van een gemeenschappelijke regeling)
- Etten-Leur
- Roosendaal
- Rucphen
- Bergen op Zoom
- Moerdijk
- Steenbergen
- Zundert
- Woensdrecht
- Halderberge
Gemeente Tholen werkt samen met de Oosterschelde-regio. En Alphen Chaam werkt samen
met de regio Midden-Brabant.
2.5.
Werkpleinregio’s UWV
In de afgelopen jaren is het UWV gereorganiseerd van 99 Werkpleinen naar 35 regionale
vestigingen. In West-Brabant zijn de vestigingen in Roosendaal, Bergen op Zoom, Etten Leur en
Oosterhout gesloten, en de dienstverlening wordt uitgevoerd in Breda.
De gemeenten Tholen, Alphen-Chaam en Baarle Nassau vallen onder andere werkpleinregio‟s.
Deze gemeenten hebben aangegeven dat ze graag op de hoogte gehouden worden van de
ontwikkelingen, bijvoorbeeld over de werkgeversbenadering.
7
3. Projectstructuur Implementatie Participatiewet West-Brabant
RpA
Stuurgroep
Projectgroep
1. Gecoordineerde Werkgeversbenadering*
1.1. Eén
missie
1.2. Marktbewerking
1.3. Eén
aanspreekpu
nt
1.4. Eén ICT
systeem
2. Beleid
3. Wajong
4. Samen
met UWV
5. Werkbedrijf
1.5.
Menukaart
*Voor de sturing op Gecoordineerde werkgeversbenadering en de samenhang met Implementatie Participatiewet, zie paragraaf 4.1.
3.1.
Opdrachtgever en opdrachtnemer
Het RpA West-Brabant is opdrachtgever voor dit project, namelijk voor de intentie voor
gemeenten om zoveel als mogelijk samen te werken op de verantwoordelijkheden binnen de
Participatiewet. Verantwoordelijkheden die voor vele zaken binnen individuele gemeenten
liggen, maar waar het regionaal belang én de afstemming met ondernemers en het onderwijs
absoluut van gezien wordt. Voor de inrichting van het Werkbedrijf is het RpA hét relevante
overlegorgaan, en ook opdrachtgever (zie hfdst 4, deelproject 5). Binnen het RpA is de
wethouder Werk en Ondernemen van de gemeente Breda voorzitter en aangewezen als eerst
verantwoordelijke bestuurder.
Het management van Participatie en Arbeidsmarkt van de regio West-Brabant vormt de
stuurgroep. De vijf subregio‟s zijn hierin vertegenwoordigd in een mix van verantwoordelijkheden
op beleid en uitvoering. Afdelingshoofd Economie Cultuur en Onderwijs (ECO) van de gemeente
Breda fungeert als gedelegeerd ambtelijk opdrachtgever. De stuurgroep ziet toe op de goede
doorloop van het proces teneinde de gestelde resultaten allen tijdig te behalen.
De opdrachtnemer - in de rol van projectleider Regionale Samenwerking Participatiewet – wordt
geleverd door de Gemeente Breda in de persoon van Tanja Willemsen. De plaatsvervangend
projectleider is Natasja van Meer-Dingenouts.3 De rol van de projectleider betreft het
organiseren, informeren, signaleren, inventariseren, faciliteren en stimuleren.
3
Gemeente Breda leverde in de aanloop naar Wwnv een regiocoördinator. Toen de Wwnv controversieel is verklaard verviel deze
rol. Nu de Participatiewet in volle voorbereiding is, heeft Breda aan de overige subregio-gemeenten gevraagd wie de rol van
projectleider op zich wil nemen. Niemand had deze behoefte. Breda heeft vervolgens de rol van projectleider op zich genomen.
8
3.2.
Projectgroep
De samenstelling van de projectgroep Implementatie Participatiewet West-Brabant betreft
beleidsadviseurs van de vijf subregio‟s, aangevuld met de projectleider van de Gecoördineerde
werkgeversbenadering (zie paragraaf 4.1). Zoals aangegeven levert Gemeente Breda de
projectleider van de projectgroep.
Per deelproject wordt een werkgroep gevormd bestaande uit vertegenwoordigers van
verschillende West-Brabantse gemeenten. Per deelproject is één gemeente trekker en
voorzitter. Per deelproject wordt een kort plan van aanpak gemaakt, met een concrete
uitwerking en planning per deelonderwerp. Dit met uitzondering van deelproject 4 –
Samenwerking UWV. De korte plannen van aanpak worden ter vaststelling aan de projectgroep
voorgelegd. De projectgroep bespreekt periodiek de voortgang van de verschillende
deelprojecten. Elk projectgroeplid is verantwoordelijk voor de afstemming met het management
en de bestuurders bij de eigen gemeente. Het projectlid heeft op die manier het mandaat en de
opdracht van zijn eigen organisatie.
De projectleider Regionale Samenwerking is voorzitter van de projectgroep, draagt zorg voor de
overall planning en is linking pin naar het RpA, de stuurgroep en de verschillende deelprojecten
(werkgroepen).
3.3.
Proceskalender
In dit regionale project is de borging van groot belang, zowel op ambtelijk niveau als op bestuurlijk niveau.
Bijvoorbeeld omdat de gemeentelijke verantwoordelijkheden op het terrein van de Participatiewet bij de
individuele gemeenteraden en colleges ligt, terwijl in dit plan een aantal regionale ambities wordt
verwoord. En andere reden is dat de Participatiewet op veel terreinen van het sociale domein impact
heeft. Investeren in bestuurlijk en ambtelijk ( zowel beleid als uitvoering) draagvlak is daarom essentieel.
De verwachting is dat in november de opgeleverde producten in de individuele college‟s en
gemeenteraden zijn besproken.
Wanneer
23 april 2014
25 april 2014
23 mei 2014
Mei
Wie
RpA
Mngt
Mngt
Projectleider
10 juni 2014
18 juni 2014
Projectgroep
RpA
27 juni 2014
Juni
Mngt
bestuur
Wat
Bespreking concept PvA Implementatie Participatiewet West-Brabant
Bespreking nav concept PvA in het RpA
Bespreking aanpassingen concept PvA en voortgang deelprojecten
Ambtelijk draagvlak door verspreiden van Concept PvA naar het
management en de beleidsadviseurs van de 19 gemeenten in de regio.
Met het verzoek om dit te communiceren en te doorleven met hun
bestuurders (inwerkprogramma‟s)
Voortgang deelprojecten
Vaststelling PvA Implementatie Participatiewet West-Brabant + eerste
verkenning Regionaal Werkbedrijf.
En RpA-leden communiceren het PvA met hun collega‟s in de (sub)regio
en hun eigen organisaties.
Voortgang projectgroep
PvA agenderen voor de bestuurlijke overleggen in de subregio‟s:
Subregio Bergen op Zoom: 26 juni 2014
Subregio Etten-Leur (incl Roosendaal): 30 juni 2014.
Subregio Breda: planning volgt
9
Augustus
Begin sept
Mngt
Ambt
17 sept 2014
September
Eind sept
RpA
Mngt
Poho
Oktober
November
November
Mngt
RpA
Mngt
Subregio Dongemond: planning volgt
Voortgang projectgroep
Voorbereiding Poho eind september met ambtenaren Sociale Zaken en
Economische Zaken uit de regio West-Brabant
Voortgang Plan van Aanpak Participatiewet
Voortgang projectgroep
Poho organiseren met bestuurders SZ en EZ uit de regio om de regionale
doelstellingen te bespreken, en draagvlak te creëren voor eenduidige
bestuurlijke lijn richting de colleges en de gemeenteraden.
Voortgang projectgroep
Opgeleverde producten delen of vaststellen in het RpA
Verdere implementatie Participatiewet
NB. Naast bovenstaande kalender komen ook de verschillende werkgroepen in verschillende frequenties
bijeen.
4. Project Implementatie Participatiewet West-Brabant
Zoals aangegeven is door het RpA besloten (gebaseerd op de infrastructuur en het destijds
vastgestelde regionale Plan van Aanpak Wwnv, en opgenomen in het Uitvoeringsprogramma
2012-2015) om te werken aan de volgende onderwerpen. De afspraken van de landelijke
werkkamer moeten hierin regionaal vertaald zijn.
1. Gecoördineerde werkgeversdienstverlening (waaronder communicatiecampagne,
loonkostensubsidie en overige instrumenten voor werkgevers)
2. Beleid: visie, verordeningen en beleidsregels en instrumenten voor cliënten
3. Wajong: samenwerking/aansluiting onderwijs & arbeidsmarktbeleid
4. Samenwerking UWV
5. Organisatie-inrichting regionaal Werkbedrijf
Deelproject 1
Gecoördineerde werkgeversdienstverlening
Het doel van de Participatiewet is om mensen met een beperking meer kansen te bieden op de
reguliere arbeidsmarkt. Met de genoemde 125.000 garantiebanen wordt hier met recente
ontwikkelingen invulling aan gegeven. Al eerder zijn er wijzigingen opgenomen in de SUWI-wetgeving
die vragen om o.a. één aanspreekpunt voor de werkgever. De werkgeversdienstverlening natuurlijk
een kernpunt in de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt en dus de Participatiewet.
Daarom is in het Uitvoeringsprogramma 2012-2015 de Gecoördineerde werkgeversdienstverlening
opgenomen als een speerpunt in de regio. In 2013 is een analyse opgeleverd met een aantal
scenario‟s van de mate van samenwerking. Met de vijf subregio‟s en het UWV is gekozen voor het
middenscenario: gezamenlijke dienstverlening die in de vijf subregio‟s wordt vormgegeven.
Tijdens een werkconferentie in december 2013 met een vertegenwoordiging van alle partijen is dit
middenscenario verder uitgewerkt. Vanaf februari 2014 is een “bouwploeg” van start met vijf
deelprojecten:
1. Meer uitstroom en een tevreden klant
10
2.
3.
4.
5.
Marktbewerkingsplan
Eén aanspreekpunt werkgevers
Eén ICT-registratiesysteem
Menukaart
De “bouwploeg” bestaat uit vijf deelprojectleiders, drie managers en het RWB. Elk deelproject heeft
een bezetting uit de relevante organisaties, namelijk kenniscentra, SW, UWV en gemeenten.
Opdrachtgever is het RpA – vanuit het Uitvoeringsprogramma – en Astrid Persons is projectleider.
De stuurgroep (het management-overleg zoals genoemd in paragraaf 3.1) wordt door een
vertegenwoordiging van bouwploeg tweemaandelijks bijgepraat over de voortgang van het project en
tussenproducten worden voorgelegd. Elk deelproject heeft een plan van aanpak met een afbakening,
SMART doelstellingen, concrete producten en de planning daarvan. De planning van de
deelprojecten is op elkaar afgestemd in een overall plan van aanpak. Een klankbordgroep van
werkgevers is geformeerd.
Ook de drie SW-bedrijven hebben een project opgezet (Spoor 2), één van de deelprojecten is de
werkgeversbenadering. De input uit dit project wordt meegenomen. De werkgroepleden haken aan bij
het managementoverleg wanneer de gecoordineerde werkgeversbenadering op de agenda staat.
In de Participatiewet is een aantal ondelen van de werkgeversbenadering van groot belang,
bijvoorbeeld het marktbewerkingsplan en één aanspreekpunt voor werkgevers (verantwoordelijkheden van het Werkbedrijf) en nieuw te ontwikkelen beleid op werkgeversinstrumenten zoals
loonkostensubsidie (deelproject Menukaart en deelproject Beleid) en garantiebanen. Kortom, er
bestaat overlap tussen het project Gecoordineerde Werkgeversbenadering en de doelstellingen in het
kader van de Participatiewet. Deze overlap wordt opgevangen door met dezelfde bemensing te
werken in de verschilldende deelprojecten, zodat er het totaaloverzicht bewaakt wordt, en dat
gecombineerde agenda‟s en dus maximaal efficiency ontstaat. 4 De projectleider Implementatie
Participatiewet is bijvoorbeeld ook deelprojectleider Menukaart en lid van de bouwploeg.
Concreet wordt in het deelproject Menukaart een inventarisatie van de huidige werkgeversdienstverlening opgeleverd. En daarnaast wordt een voorstel gedaan voor harmonisatie van
producten in de werkgeversdienstverlening. Voor zover de doelstellingen van de Participatiewet
gerelateerd zijn binnen de andere vier deelprojecten van de werkgeversbenadering, wordt dit bewaakt
in de “bouwploeg”.
Resultaat:
1. Inventarisatie werkgeversdienstverlening, per doelgroep en per subregio
2. Voorstel tot harmonisatie van werkgeversdienstverlening
 Waar mogelijk enkele bestaande producten regionaal inrichten
 Nieuw te ontwikkelen producten (zoals loonkostensubsidie) regionaal inrichten
Planning:
1 januari 2015.
Deelproject 2
Beleid
De Participatiewet vraagt een nieuwe visie op de arbeidsmarkt, op re-integratie en participatie. Zeker
ook vanwege het feit dat deze wet één van de drie decentralisatie-opgaven is voor elke gemeente.
Vanuit de Programmaraad (w.o. Divosa) is ondersteuning toegezegd op gezamenlijke producten. Dit
geldt als belangrijke input voor dit deelproject.
4
Bijvoorbeeld de deelprojectleider Menukaart is ook projectleider Implementatie Participatiewet
11
In dit deelproject wordt samen opgetrokken in de visievorming. Informatie wordt met elkaar gedeeld
en discussies gevoerd, om zo gezamenlijke kaders te creëren. Het is niet de bedoeling om een
regionaal beleidskader te formuleren, uiteindelijk worden de beleidsvisies vastgelegd in de
beleidsnota‟s en lokale politieke lijnen per gemeente. Wat is de doelstelling wel:
Resultaat:
Planning:
Deelproject 3
Verkennen van beleidskeuzes, en waar mogelijk gezamenlijke beleidsregels en
verordening opmaken en cliëntinstrumentaria beschrijven op de onderwerpen van reintegratie en participatie:
 Scenario‟s SW en Beschut werken
 Tegenprestatie
 Subsidie – uitvraag (welzijn verbinden met sociale zaken)
 Tegengaan van verdringing
 Loonkostensubsidie en loonwaardebepaling
 Verordeningen aanpassen (participatie, re-integratie, maatregelen, toeslagen,
WSW)
Een individuele gemeente kan eventueel afwijken of aanvullen.
1 september 2014
Wajong
Op grond van de wet komt een nieuwe doelgroep (jonggehandicapten met arbeidsvermogen)
naar de gemeenten. Voor een groot deel zijn deze jongeren afkomstig van het praktijkonderwijs
en/of speciaal onderwijs.
Het is belangrijk om samenwerkingsafspraken te maken met het onderwijs om de aansluiting
onderwijs/arbeidsmarktbeleid zo soepel mogelijk te laten verlopen. Dit ter preventie van instroom
van jongeren in de uitkering. De scholen zijn in het algemeen regionaal georganiseerd.
Daarnaast willen we de overdracht van kennis/expertise bij het UWV over de doelgroep Wajong,
trajecten, voorzieningen en dienstverlening organiseren. Het zittend bestand van de Wajong met
arbeidsvermogen blijft onder verantwoordelijkheid van het UWV vallen. Van de nieuwe instroom
in de Wajong vallen degenen zonder duurzaam arbeidsvermogen onder het UWV. Degenen met
beperkt arbeidsvermogen vallen onder de Participatiewet. De indicatie of een cliënt
arbeidsvermogen heeft en/of het wettelijk minimum loon (wml) kan verdienen ligt bij het UWV.
Resultaat:
1. Samenwerkingsafspraken met het praktijk- en speciaal onderwijs om de aansluiting
onderwijs/arbeidsmarkt te verbeteren, waaronder:
 Afstemming werkgeversbenadering
 Afstemming uitstroomprofielen
 Dienstverlening en communicatie op scholen
2. Regionale afstemming met het UWV.
 Inventarisatie per subregio over de behoefte van overdracht aan kennis en
expertise over de doelgroep, trajecten, voorzieningen en dienstverlening van
het UWV of van andere samenwerkingspartners op het gebied.
 Het organiseren en uitvoeren van de geïnventariseerde behoefte.
 Communicatie (naar ketenpartners, (potentiële) cliënten etc)
Planning:
1 januari 2015
12
Deelproject 4
Samenwerking UWV
De (wettelijke) taken van het UWV zijn als gevolg van de Participatiewet gewijzigd, en nu als volgt:
 Beoordeling van clienten die geen Wml kunnen verdienen, in het kader van garantiebanen
(belegd in deelproject 1 en 2))
 Advies wie in aanmerking komt voor beschut werk en medische urenbeperking (deelproject 2
en 3)
 Behoud van begeleiding Wajong, inclusief huidig instrumentaria (deelproject 3)
- Nieuwe instroom van Wajongers zonder arbeidsvermogen
- Herkeuring zittend bestand i.v.m. arbeidsvermogen > uitkering75%  70% Wml +
extra geld voor begeleiding naar werk
Zoals aangegeven zijn bovenstaande onderwerpen onderdeel van de andere genoemde
deelprojecten. In dit plan van aanpak wordt voorgesteld om geen specifieke werkgroep op te richten
op de Samenwerking met het UWV, maar om dit in de specifieke deelprojecten te beleggen.
Wel is regionale afstemming georganiseerd tussen de gemeenten en het UWV, sinds de
voorbereidingen van de Wet werken naar vermogen. Voor overkoepelende zaken, en voor het totaaloverzicht van de afstemming, blijft dit ingestelde overleg van kracht. De onderwerpen en
deelproducten uit de verschillende werkgroepen kunnen hier besproken en afgestemd worden,
waaronder ook de afstemming welke samenwerking met het UWV eventueel naast de wettelijke taken
mogelijk zijn. Waar nodig wordt per deelproject natuurlijk ook input gevraagd met het UWV. Ook
andere onderwerpen die de SUWI-keten raken, zoals afstemming bij uitkeringsaanvragen en
handhaving, wordt hier afgestemd. De uitkomsten van dit overleg wordt teruggekoppeld aan de
overige werkgroepleden.
Resultaat:
Planning:
Deelproject 5
georganiseerd overleg tussen UWV en gemeenten
1 januari 2015
Organisatie-inrichting regionaal Werkbedrijf
In dit deelproject wordt de organisatie van het regionale Werkbedrijf vormgegeven, waarbij een
netwerkstructuur wordt beoogd. Er wordt aansluiting gezocht bij bestaande structuren in de regio
waarin regiogemeenten, werkgevers en vakbonden verenigd zijn. Het UWV, SW-bedrijven, voor
de doelgroep relevante onderwijsinstellingen en zo mogelijk cliëntenorganisaties kunnen
betrokken worden bij de activiteiten van het bestuur van de Werkbedrijf. Het doel van deze
regionale werkbedrijven is om mensen met een beperking aan een baan te helpen: “een
efficiënte en praktische tafel die het matchen makkelijker maakt en zo veel mogelijk aansluit op
al bestaande samenwerkingsverbanden in de regio.” De uitgangspunten van de landelijke
werkkamer zijn de kaders van dit deelproject. Ook de gerelateerde onderwerpen uit de
samenwerking van de drie SW-bedrijven (Spoor 2) worden meegenomen. Van belang zijn hier
de initiatieven van en op de regionale, bovenregionale en provinciale arbeidsmarkt, zoals de
sectoraanpak en de Topsectoren etc.
Resultaat:
Planning
Een voorstel voor de inrichting en (juridische) structuur van een regionaal
Werkbedrijf, die voldoet aan de landelijke eisen en uitgangspunten, inclusief een
impactanalyse voor West-Brabant en RWB. Uitgangspunt: behoud van de
netwerkstructuur van het RpA.
1 oktober 2014
13
5. Raakvlakken en afbakening
5.1.
Raakvlakken Sociale en Economische Zaken
De andere twee decentralisaties, de overheveling van delen van de AWBZ naar de Wmo en de
Jeugdzorg, hebben logischerwijs een krachtige relatie met de Participatiewet. Daarnaast zijn
ontwikkelingen binnen onderwijs ook van belang (Passend Onderwijs, Entree opleidingen). En
binnen het deelproject Wajong zijn de verbindingen met het praktijkonderwijs en het speciaal
onderwijs essentieel. Aan deze ontwikkelingen wordt binnen dit project aandacht besteed, en
waar mogelijk relaties gelegd
Landelijk vinden er ter ondersteuning van de implementatie van de Participatiewet allerlei
initiatieven plaats. De landelijke Werkkamer is actief, en daarnaast ontwikkelen belangenorganisaties zoals VNG, Divosa, Cedris en de Programmaraad (aanjagers) eveneens
initiatieven. Een aantal regionale, bovenregionale en landelijke overlegvormen zijn van belang
om hier te benoemen ten behoeve van kennisdeling:
- Werkgroep VNG Participatiewet
- Overlegstructuur van Divosa Zuid
- Overleg met de B5 gemeenten (Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Breda)
- Overlegstructuur RpA en Pact Brabant
Verder worden er volop verbindingen gelegd met het Uitvoeringsprogramma Regio WestBrabant Werkt en pakt door! Dit vanuit het uitgebreid beschreven project Gecoördineerde
Werkgeversbenadering, waarin UWV, SW-bedrijven, kenniscentra en gemeenten samenwerken.
Maar ook vanuit andere initiatieven zoals:
- regionale Bestrijding jeugdwerkloosheid
- de provinciale crisisaanpak (jongeren, arbeidsbelemmerden en ouderen)
- activiteiten in het kader van de vijf sectorwerkgroepen Zorg, Groen, Techniek, Zakelijke
dienstverlening en Topsectoren (bijv Gouden Lijst en Intersectorale loopbaanoriëntatie)
Daarnaast wordt verder de relatie gelegd met de topsectoren Maintenance, BioBased Economy
en Logistiek, met Human capital road maps per sector en aangestuurd door de Strategic Board
van de Deltaregio (Zuid West Nederland incl Noord-Vlaanderen).
Communicatie vindt plaats op basis behoefte van de gemeenten en de regio. Denk hierbij aan
regionale bijeenkomsten, communicatie met ketenpartners en/of richting (potentiële) cliënten.
5.2.
Afbakening binnen Sociaal domein (decentralisaties en onderwijs)
De raakvlakken zoals benoemd in paragraaf 5.1 zijn in beeld. Tegelijkertijd betreft dat ook de
afbakening van het project zoals het er nu ligt: de raakvlakken worden meegenomen voor zover
het nodig is om de transitie vorm te geven van de in te voeren wetgeving. Tijdens dit proces
zullen zeker mogelijkheden gezien worden en innovaties worden voorgesteld. Dat valt echter
niet direct onder de paraplu van dit projectplan.
Het verantwoordelijkheid voor het daadwerkelijk implementeren van de Participatiewet blijft bij
de gemeenten liggen. Dit project beoogd samen te ontwikkelen en om draagvlak te creeren om
ook eenduidig te kunnen opereren in de regio.
14
Bijlage 1
Samenstelling deelprojecten
Deelproject 1
Functie
RWB
Beleidsadviseur Breda
Beleidsadviseur Etten Leur
Kwaliteitsmwr Bergen op Zoom
Beleidsadviseur Oosterhout
Beleidsadviseur Roosendaal
Werkgeversadviseur Breda
Accountmanager WVS
Gecoördineerde Werkgeversbenadering / Menukaart
Naam
Aanvullend
Astrid Persons
Projectleider Gecoörd. Werkg.
Tanja Willemsen
Deelprojectleider Menukaart
Tim Dierckx
Nicolette van Antwerpen
Teus Kortlever
Erik Harting
Aida Halilovic
Jeroen Brouwers
Deelproject 2
Functie
Beleidsadviseur Oosterhout
Beleidsadviseur Breda
Beleidsadviseur Moerdijk
Beleidsadviseur Bergen op Zoom
Beleidsadviseur Etten Leur
Beleidsadviseur Roosendaal
Beleidsadviseur Rucphen
Beleidsadviseur Werkendam
Beleid
Naam
Teus Kortlever
Natasja van Meer-Dingenouts
Tim Dierckx
Winfried van Beers
Michiel Puts
Zakia Mazouz
Mireille Scholte
Ad Huijsman
Deelproject 3
Functie
Beleidsadviseur Roosendaal
Beleidsadviseur Breda
Beleidsadviseur Drimmelen
Beleidsadviseur Zundert
Beleidsadviseur Aalburg
Beleidsadviseur Halderberge
Beleidsadviseur Bergen op Zoom
MEE, Pro & VSO scholen, UWV, etc
Wajong
Naam
Zakia Mazouz
Natasja van Meer-Dingenouts
Jan Razenberg
Hylke van Beek
Garda Welten
Pierre Luijten
Jacqueline van de Werfhorst
Voor specifieke onderwerpen worden
mensen uit deze organisaties benaderd.
Deelproject 4
Functie
Beleidsadviseur Breda
Samenwerking UWV
Naam
Natasja van Meer-Dingenouts
Deelproject 5
Functie
Beleidsadviseur Breda
Beleidsadviseur Etten Leur
Beleidsadviseur Roosendaal
Beleidsadviseur Werkendam
Management Bergen op Zoom
BZW, MKB, RWB, SW-bedrijven,
juridische expertise etc
Organisatie Regionale Werkbedrijf
Naam
Tanja Willemsen
Michiel Puts
Zakia Mazouz
Ad Huijsman
Joost Ansems
Astrid Persons, en mensen uit benoemde
organisaties of expertise worden benaderd.
Aanvullend
trekker
Aanvullend
trekker
Aanvullend
trekker
Aanvullend
trekker
15