Lees het interview - Festival Oranjewoud

interview
‘Luister als een kind,
onderzoekend en nieuwsgierig’
tekst Ingrid Metz | fotografie Marco Borggreve en Linus Harms
In editie 2014 van Festival Oranjewoud krijgt Museum Belvédère een speciale plek
in het openingsconcert. Het museum zélf zal gelijktijdig concertzaal en instrument
zijn. Wij vragen de componist Arnold Marinissen (1966) naar zijn drijfveren en
ideeën.
Vorig jaar heb je in het openingsconcert van het
festival de stukken Speldenprikken en Draden
gespeeld. Het publiek reageerde opgetogen en blij
verrast. Waren het improvisaties?
Draden is volledig genoteerd. Speldenprikken is in grote
lijnen uitgeschreven en wordt ter plekke verder ingevuld.
Een zelf ontworpen concept dwingt mij tot het betreden
onbekende paden. Juist dat vind ik het interessante van
componeren.
Je bent nu bezig aan een stuk waarbij Museum
Belvédère als instrument fungeert?
Het oorspronkelijke idee om het gebouw zelf te laten
klinken ontstond vorig jaar bij artistiek leider Yoram IshHurwitz. Ik ben dit concept verder aan het ontwikkelen
gegaan, en ik vertaal het naar een uiteindelijk stuk.
De uitvoerenden zijn een saxofoonkwartet, piano
en slagwerk. Deze compositie is geschikt voor elk
gebouw mits er steen, hout, metaal, glas, kunststof en
elektriciteit aanwezig zijn. Iedere muzikant krijgt een van
die elementen toebedeeld. Ik vind het een aantrekkelijk
idee dat een museum waarin normaal gesproken dingen
tentoongesteld worden, nu opeens zelf onderwerp
van een tentoonstelling wordt. Het museum verandert
van middel tot doel. Zoals het Groninger Museum zelf
natuurlijk ook een kunstobject is...
Jij hoort dus overal muziek in?
Goedbeschouwd wel ja. Ik tik sowieso altijd op van alles
als ik ergens doorheen loop. En als ik een piepende deur
hoor dan herhaal ik het dichtdoen om nog eens goed
te luisteren. Een compositie waarin de musici een heel
gebouw onderzoeken op klank, zo expliciet, dat is wel
nieuw voor mij.
Je spreekt veel over klank, niet over ritme.
Muziek bestaat uit een aantal variabelen, maar ritme is
voor mij, gek genoeg voor een slagwerker, niet nummer
1. In deze nieuwe compositie zijn de zes verschillende
materialen en de klank ervan, leidend. Dat wil zeggen de
bespeling van het gebouw. Feitelijk werkt het bespelen
van de instrumenten, na het bespelen van het gebouw,
als een soort digestief.
Je componeert vanuit je slagwerkachtergrond?
Nou, grappig dat je dat vraagt. Ik componeer op
dit moment mijn eerste werk voor slagwerk, voor
Slagwerk Den Haag. Ik heb juist heel veel vocale muziek
geschreven. Ik kan echter niet ontkennen dat tempo,
klank en ritme heel belangrijk zijn. Maar dat kan ik net zo
goed kwijt in een strijktrio. Tempo en ritme loslaten kan
ook, maar dat is voor mij wel altijd duidelijke beslissing.
Wat heb je dan met melodie?
Echt alles. Ik begin eigenlijk altijd vooral vanuit
toonhoogte. Door het stapelen van tonen ontstaat dan
weer harmonie. Instrumenteren komt altijd later. Ik begin
nooit vanuit ritme, en ook niet vanuit klankkleur. Als
een compositie af is herken ik wel altijd mijn specifieke
manier van omgaan met klankkleur, ritme en tempo.
Speldenprikken had een theatrale én een
humoristische component.
Het serieuze en losse zijn er altijd, zoals in het hele
leven. Het mag er van mij allemaal in zitten. Ik zoek het
niet speciaal op. Muziek heeft een serieus aura, net
zoals onderzoek trouwens. Maar ontdekken is je laten
verrassen, en daar word je vrolijk van. Een experiment
kan de mooiste dingen opleveren. In datzelfde proces
kan ook ineens humor ontstaan, als je wordt verrast.
Maar ik programmeer het niet. Dingen die mijzelf minder
verrassen, raken ook anderen ook minder. Dat hebben
acteurs die in een lange serie zitten vast ook. Als het
vlammetje weg is gaat het publiek dat meteen voelen.
Het theatrale ontstaat in deze nieuwe compositie
alleen impliciet. Het feitelijke handelen is al zo zichtbaar
en hoorbaar dat dat voldoende is. Daar hoeft geen
betekenislaag bovenop.
Maakt het voor jou verschil in welke context je muziek
maakt?
Ik componeer niet speciaal voor een doelgroep. Ik werk
en denk niet productgericht. Daar zou ik me ontzettend
bij vervelen.
Stel je voor dat “alles kan” zou het stuk er dan anders
uitzien?
In brede zin? Nu je het zo vraagt: ik denk dat beperkingen
richting geven. Dwingende uitgangspunten vind ik
interessant, en dan gekoppeld aan de vrijheid die hoort bij het
creëren van iets nieuws.
Komt er iets nieuws in het werk? Iets wat anders dan anders is?
Ja, enorm! Ten eerste het instrumenteren van de klanken van het
gebouw. Ik ben heel benieuwd naar welk palet dat oplevert. Ten
tweede de verbinding tussen het gebouw en de instrumenten. En
ten derde de technische uitdaging. Versterking en beeld allemaal op
de juiste plek en de complexe technische realisatie ervan.
Gaan we door het gebouw lopen als toehoorder?
De toehoorders zitten op één plek. Alsof ze beveiligingsmensen
zijn krijgen ze de gebeurtenissen in het gebouw mee middels
luidsprekers en beeldschermen. En vervolgens komen de musici één
voor één bij hen aan.
Hoe kunnen de mensen het beste gaan luisteren?
Met de instelling van een kind, onderzoekend en nieuwsgierig.
Want dat is in feite het bespelen van een instrument in allereerste
instantie: het bevredigen van nieuwsgierigheid.
Dus de mensen weten straks hoe het gebouw klinkt?
Ja. Punt. En daarnaast, in de loop van het stuk ontstaat er
gaandeweg ook instrumentale muziek, zoals ik al zei: een samenspel
tussen het gebouw en de instrumenten.
Heb je al een titel?
Het stuk gaat Tasten heten. Vanwege twee betekenissen: letterlijk
het aftasten van mogelijkheden van het gebouw en het Duitse
woord voor toetsen. De geluiden worden via software opgeslagen
‘onder’ de toetsen van een keyboard waarmee ik als speler de
geluiden weer ga injecteren in het instrumentale deel van werk.
Tasten gaat op 23 mei 2014 in première in Museum Belvédère tijdens
Festival Oranjewoud. Tournee: 17 juli Groninger Museum (Peter de
Grote Festival) en 17 augustus Hermitage Amsterdam (Grachtenfestival)
Uitvoerenden: Amstel Quartet (saxofoons), Yoram Ish-Hurwitz (piano) en
Ryoko Imai (slagwerk)
Tasten wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het Fonds
Podiumkunsten, het BNG Cultuurfonds en het Amsterdams Fonds voor
de Kunst.
Wie is Arnold Marinissen?
Arnold Marinissen bracht bij BVHaast een
reeks van drie solo-CD’s uit die met groot
enthousiasme werden ontvangen. Enkele
persreacties: “The infectious delight Marinissen
brings to performances of contemporary
music”, ‘’percussionist extraordinaire Arnold
Marinissen’’, ‘’Virtuositeit is zijn handelsmerk’’,
‘’A wonderful collection of stimulating solo
percussion performances’’.
Marinissen is actief als dirigent van muziek
uit de twintigste en éénentwintigste eeuw.
Zo dirigeerde hij recentelijk Ensemble Zerafin,
Asko|Schoenberg, Lunapark, Steve Reich’s
Electric Counterpoint in het Muziekgebouw
aan ‘t IJ, werk van Piet-Jan van Rossum in
het Orgelpark Amsterdam, en werk van Hans
Asselbergs in de Philharmonie Haarlem. In juli
leidt hij verschillende werken in de Ferienkurse
kür Neue Musik in Darmstadt. In september
dirigeert hij Luciano Berio’s Laborintus II in het
Bimhuis Amsterdam. In 2013 is hij te gast bij
Ensemble musikFabrik in Keulen.
Hij componeerde ondermeer voor
Asko|Schoenberg, VocaalLAB, Calefax
Rietkwintet, Lunapark, het Ives Ensemble,
Prisma Strijktrio, Compagnie Bischoff, het Asko
Kamerkoor, het Orgelpark, Ensemble S, en
verschillende werken voor de choreograaf/danser
Ederson Rodrigues Xavier. Zijn vocale kwintet
Von Pferden, Gräsern, Sonnen, Menschen werd
geselecteerd voor Toonzetters en op 23 juni
2012 door het VocaalLAB in het Holland Festival
uitgevoerd.
Arnold Marinissen programmeerde het seizoen
2012-13 voor het Muziekgebouw aan ‘t IJ in
Amsterdam. Samen met Anthony Fiumara leidt
hij het ensemble Lunapark.
In 2010-11 was Marinissen artist in residence
in De Doelen, Rotterdam. Hij was samen
met ex-Frank Zappa drummer Terry Bozzio
te gast bij het Traces of Rhythm festival in
Tilburg. Als solist speelde hij in ondermeer
London, Moskou, Tashkent, Nieuw-Zeeland,
Australië en Singapore. Hij soleerde met het
WDR Symfonieorkest, Holland Symfonia, het
Noordhollands Philharmonisch Orkest, het
Residentie Orkest, Amsterdam Sinfonietta, het
Nieuw Ensemble, het New Zealand Symphony
Orchestra en de Southern Sinfonia in NieuwZeeland.
© 2014 Festival Oranjewoud
www.festivaloranjewoud.nl
[email protected]