RENN4 schoolgids De Aventurijn 2014 - 2015 Schoolgids De Aventurijn 2014-2015 Schoolgids 2014 - 2015 2/53 Inhoudsopgave Voorwoord 1 Inleiding 1.1 Wat is RENN4 1.2 Hoe RENN4 is opgebouwd 1.3 Cluster 4 1.4 Scholen en afdelingen van RENN4 1.5 Medezeggenschapsraden 1.6 Visie op goed onderwijs 1.7 Meer weten? 2 De Aventurijn 2.1 Ketenpartners 3 Onderwijslocaties en aansturing 3.1 Onderwijslocaties 3.2 Aansturing 4 Missie en uitgangspunten 4.1 Missie 4.2 Uitgangspunten 5 Passend onderwijs 5.1 Samenwerkingsverbanden 5.2 Toelaatbaarheidsverklaring 5.3 Leerlingen die al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten 5.4 Schoolondersteuningsprofiel 6 De organisatie van de school 6.1 Schoolorganisatie 6.2 Commissie voor de Begeleiding 6.3 De opvang van nieuwe leerlingen 7 Doelen van het onderwijs 7.1 Wat en hoe 7.2 Leerroutes SO 7.3 Onderwijsaanbod SO 7.4. Leerroutes VSO 7.5. Onderwijsaanbod VSO 7.6 Taal 7.7 Rekenen/wiskunde 7.8 Kunstzinnige oriëntatie 7.9 Actief Burgerschap 7.10 Sport en Zwemmen 7.11 Stage 7.12 Kampen en excursies 8 Resultaten van het onderwijs 8.1 Resultaten in relatie tot het ontwikkelingsperspectiefplan 8.2 Het volgen van de ontwikkeling van de leerling 8.3 De uitstroom van onze leerlingen 8.4 Cijfers over de doorstroming van leerlingen 8.5 Schoolontwikkeling 8.6 Onderwijsinspectie 9 Ouders 9.1 Samenwerken met ouders 9.2 Het belang van de betrokkenheid 9.3 Informatievoorziening 9.4 Medezeggenschapsraad 9.5 Leerlingenraad Schoolgids 2014 - 2015 5 6 6 6 7 7 7 8 8 9 9 11 11 11 14 14 14 15 15 15 16 16 17 17 17 17 19 19 19 19 21 23 24 28 28 29 29 30 30 31 31 31 32 32 34 36 38 38 38 39 40 41 3/53 10 11 Geldzaken 10.1 Verzekering 10.2 Vrijwillige Ouderbijdrage 10.3 Sponsoring Regelingen en verplichtingen 11.1 Schorsing 11.2 Verwijdering 11.3 Lesuitval 11.4 Leerplicht en verlofregeling 11.5 Dossiers 11.6 Klachtenregeling 11.7 Veiligheid 11.8 Schoolregels 11.9 Reizen van en naar school 11.10 Onderwijsnummer 12 Schooltijden en vakanties 12.1 Lestijden 12.2 Vakanties 13 Contact Schoolgids 2014 - 2015 42 42 42 42 43 43 43 44 44 45 46 47 48 49 49 50 50 50 52 4/53 Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van De Aventurijn voor het schooljaar 2014-2015. De schoolgids is bedoeld voor ouders en/of verzorgers van leerlingen die op de locaties van De Aventurijn zitten of binnenkort hier naar toe zullen gaan. De schoolgids is samengesteld door de school, in samenwerking met de medezeggenschapsraad en onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de school. In deze gids staat allerlei nuttige informatie. Naast praktische informatie zoals de schooltijden, vakanties en vrije dagen, kunt u ook informatie lezen over de inhoud van het onderwijs en de wijze waarop de school hieraan invulling geeft. De leerlingen die onze school bezoeken, krijgen allemaal extra zorg en begeleiding. De leerlingen verkeren in bijzondere omstandigheden en het is de taak van de school om daar rekening mee te houden. De problematiek van elke leerling wordt zorgvuldig in kaart gebracht, zodat het aanbod is afgestemd op zijn/haar mogelijkheden. Deze schoolgids geeft u een beeld van wat u van De Aventurijn kan en mag verwachten. Wij hopen dat uw kind een goede tijd op een van onze onderwijslocaties zal hebben. Namens het team en de medezeggenschapsraad, Ingrid Cornelissen Provinciedirecteur RENN4 Drenthe Schoolgids 2014 - 2015 5/53 1 Inleiding De Aventurijn valt onder het bestuur van RENN4. In deze inleiding leggen we uit wat RENN4 is, wat zij doet en hoe de organisatie is opgebouwd. 1.1 Wat is RENN4 RENN4 is een schoolbestuur voor scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs in Noord Nederland. RENN4 biedt onderwijs aan leerlingen met beperkingen in gedrag en/of psychiatrische problematiek. Daarnaast ondersteunt RENN4 (voorheen RENN4-SENSOR) leerlingen in het regulier onderwijs door middel van Ambulante Begeleiding (ambulant begeleiders, leerkrachtondersteuners en onderwijsassistenten) bij scholen die niet onder het bevoegd gezag van RENN4 vallen. In het schooljaar 2014-2015 vallen in totaal tien scholen onder het bevoegd gezag van RENN4. De scholen van RENN4 hebben in totaal meer dan dertig locaties die verspreid liggen over de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. 1.2 Hoe RENN4 is opgebouwd De opbouw van de organisatie is in de figuur hieronder weergegeven. RENN4 als geheel staat onder leiding van het College van Bestuur. De dagelijkse leiding van de scholen en de ambulante medewerkers ligt in handen van de directeuren. Zij worden daarbij ondersteund door hun teamleiders. RENN4 heeft een College van Bestuur met een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur. Raad van Toezicht GMR College van Bestuur Bedrijfsbureau Bestuurssecretaris Ambulante Begeleiding RENN4-scholen Friesland Controller RENN4-scholen Groningen RENN4-scholen Drenthe Tabel 1.1: organogram per 1 augustus 2014 Schoolgids 2014 - 2015 6/53 1.3 Cluster 4 De scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs zijn ingedeeld in clusters. Cluster 4 is bedoeld voor leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. Voorheen waren dit de scholen voor zeer moeilijke opvoedbare kinderen (ZMOK), de pedologische instituten (PI) en de scholen voor langdurig zieke kinderen (LZK). Deze benamingen worden soms nog gebruikt, hoewel we nu eigenlijk moeten spreken van cluster 4. Daarnaast bestaan er nog andere clusters: cluster 1: voor kinderen met een visuele handicap; cluster 2: voor kinderen met een communicatieve handicap (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen); cluster 3: voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap. Op 1 augustus 2014 is er nieuwe wetgeving ingevoerd onder de naam Passend Onderwijs; verderop in deze schoolgids vindt u hierover meer informatie. De wetswijzigingen Passend Onderwijs zullen op termijn tot gevolg hebben dat het verschil tussen cluster 3 en cluster 4 verdwijnt. 1.4 Scholen en afdelingen van RENN4 RENN4 heeft scholen voor speciaal onderwijs (SO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar, scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) voor leerlingen van 13 tot 20 jaar en een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar. In onderstaande tabel worden de tot de RENN4 behorende scholen en hoofdlocaties per provincie genoemd. Scholen De Witakker De Caleidoscoop VSO De Monoliet De Zwaai Diamant College Prof. Bladergroenschool SBO De Delta De Atlas De Aventurijn Locaties Rijs, Sneek, Bolsward Leeuwarden, Dokkum Leeuwarden Drachten Groningen Groningen, Haren, Winschoten, Appingedam Appingedam Assen, Emmen, Hoogeveen Smilde, Hoogeveen Afdeling SO en VSO SO VSO SO en VSO VSO Provincie Friesland Friesland Friesland Friesland Groningen SO Groningen SBO VSO SO en VSO Groningen Drenthe Drenthe Tabel 1.2: overzicht scholen RENN4 per 1 september 2014 1.5 Medezeggenschapsraden Elke school of afdeling heeft een medezeggenschapsraad (MR) die de gesprekspartner is voor de directeur van de school. Voor de ambulante medewerkers is een deelraad ingericht. RENN4 heeft tevens een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die is samengesteld uit afgevaardigden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en de deelraad. De GMR is de gesprekspartner voor het College van Bestuur. Schoolgids 2014 - 2015 7/53 1.6 Visie op goed onderwijs Bij onze visie op goed onderwijs is ons uitgangspunt dat elk kind recht op onderwijs heeft en zich wil ontwikkelen/wil leren. RENN4 wil haar leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden. We willen onze leerlingen helpen bij het realiseren van hun toekomstperspectief. We willen zorgen voor een optimale plaats in de samenleving. Hoe we dit willen bereiken, kunt u lezen in onze folder ‘goed onderwijs, goede zorg’. Elke RENN4-school werkt vanuit deze visie. De folder kunt u op school opvragen of downloaden van de website. 1.7 Meer weten? Mocht u meer willen weten over RENN4 dan kunt u terecht bij uw school of op de website www.renn4.nl. Schoolgids 2014 - 2015 8/53 2 De Aventurijn De Aventurijn verzorgt onderwijs aan leerlingen van 4 tot 20 jaar. De leerlingen van de afdeling O&P VSO/SO zijn veelal geplaatst vanwege hun behandeling bij Accare. Het onderwijsaanbod wordt afgestemd met de behandeling. Deze leerlingen verlaten in principe de school bij beëindiging van de behandeling. De afdeling O&P VSO biedt, naast het onderwijs aan leerlingen die in behandeling zijn bij Accare, twee onderwijsarrangementen voor cluster 4 geïndiceerde leerlingen. Deze zijn een onderwijsarrangement havo 2e fase (bedoeld om na het doorlopen van een havo 4-programma bij ons op school door te stromen naar de sprint havo) en een onderwijsarrangement VMBO TL eindonderwijs bovenbouw (3e en 4e leerjaar). Bij voorkeur volgen de leerlingen onderwijs in combinatie met een behandeling bij Accare. De leerlingen van de afdeling SO regio zijn geplaatst op basis van een indicatie cluster 4/ toelatingsverklaring. De Aventurijn biedt schakelonderwijs. Het doel is de leerlingen voor te bereiden op, en na een korte of langere tijd te schakelen naar regulier onderwijs, andere vormen van speciaal (basis-) onderwijs, een beroepsopleiding of (beschermde) arbeid. De Aventurijn richt zich op beïnvloeding van het gedrag van de leerlingen, zodat hun kansen op een zinvolle deelname aan de maatschappij toenemen. Wij gaan ervan uit dat alle leerlingen kunnen leren. Leerlingen die denken dat ze niet kunnen leren en vaak niet willen leren, willen we succeservaringen laten opdoen, waarbij we steeds aansluiten bij hun mogelijkheden en positieve kanten. Momenteel telt de school ongeveer 200 leerlingen, variërend in leeftijd van 4-20 jaar verdeeld over zo’n 20 groepen. Op de school werken ruim 60 personeelsleden. 2.1 Ketenpartners De Aventurijn werkt nauw samen met verschillende partners om het onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven. Accare De leerlingen van de locatie Fazantenlaan O&P VSO/SO zijn veelal geplaatst vanwege hun behandeling bij Accare. Het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de behandeling. Accare is vanuit deze samenwerking onze natuurlijke kernketenpartner. Er is intensief overleg en afstemming in het kader van 1 kind 1 plan. Yorneo Yorneo is naast samenwerkingspartner Positive Behavoir Support (SO regio) ook op afspraak beschikbaar voor de Commissie voor de Begeleiding. Politie In het kader van een veilige leer- en werkomgeving werkt de school nauw samen met de Politie Drenthe. De politie heeft te allen tijde toegang tot de school en zal preventief controleren op alcohol-, drugs- en wapenbezit. GGD/Schoolarts De GGD wil een gezonde groei en ontwikkeling van de leerlingen bevorderen en kan een bijdrage leveren aan een gezond opgroeiklimaat. De Aventurijn beschouwt dit eveneens als een goede Schoolgids 2014 - 2015 9/53 zaak. Er vindt dan ook een gezondheidsonderzoek voor alle 6- en 10-jarigen plaats. Het onderzoek beperkt zich in eerste instantie tot de groei (lengte en gewicht), het zien en het horen. Ouders hoeven daar niet bij aanwezig te zijn, maar zijn natuurlijk van harte welkom. U kunt dit aangeven op de vragenlijst en aankondiging die u van te voren krijgt. Op uw verzoek of van de school kan het onderzoek uitgebreid worden. Voor alle leerlingen en hun ouders geldt dat er ook naast de vaste onderzoeksmomenten een beroep op de GGD gedaan kan worden. Dit kan rechtstreeks of via de school per telefoon, mail of in een persoonlijk contact. De schoolarts van De Aventurijn is dhr. G. Helder. Centrum voor Jeugd en Gezin Midden-Drenthe Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kunnen alle inwoners van de gemeente MiddenDrenthe terecht met vragen over het opgroeien en opvoeden van de jeugd van 0-23 jaar. Het CJG is geen nieuwe organisatie, maar een samenwerkingsverband van bestaande organisaties die zich bezighouden met jeugd en opvoeden: Stichting Noordermaat, GGD Drenthe, de Toegang Bureau Jeugdzorg en Welzijnswerk Midden-Drenthe. De jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en het schoolmaatschappelijk werk zijn onderdeel van het CJG en zijn tevens de CJGcontactpersonen voor de school. Het CJG-gebouw is gevestigd aan de Nassaukade in Beilen. Hier kunt u persoonlijk langskomen voor vragen en advies over opvoeden en opgroeien. Ook kunt u mailen of bellen. Het CJG is vierentwintig uur per dag telefonisch bereikbaar. Verder vindt u op de website van het CJG veel informatie en kunt u uw vragen stellen aan Else, de virtuele medewerker van het CJG. Leerplicht Naast de reguliere contactmomenten tussen de scholen en de afdelingen leerplicht van de diverse gemeenten, kan de vertegenwoordiger vanuit het overleg Leerplicht Provincie Drenthe bij het zorgoverleg van de scholen aansluiten. Onderwijsinstellingen De Aventurijn werkt samen met het reguliere en speciale basisonderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Deze contacten zijn er op gericht om het schakelonderwijs, hetgeen één van onze doelstellingen is, zo goed mogelijk te realiseren. Schoolgids 2014 - 2015 10/53 3 Onderwijslocaties en aansturing 3.1 Onderwijslocaties SO Veenhoopsweg in Smilde voor kinderen van 4 – 12 jaar uit de regio SO Reviusweg in Hoogeveen voor kinderen van 4 – 12 jaar uit de regio SO Fazantenlaan in Smilde voor kinderen van 4 – 12 jaar die in behandeling zijn bij Accare VSO Fazantenlaan in Smilde voor jongeren van 12 – 20 jaar die in behandeling zijn bij Accare VSO Elzenlaan te Smilde voor jongeren van 12 - 20 jaar die in behandeling zijn bij Accare of die in één van de speciale trajecten onderwijs volgen Directeur: mevr. I.E.M. Cornelissen Teamleider Teamleider Teamleider Locatie Veenhoopsweg SO Locatie Elzenlaan/Fazantenlaan O&P SO/VSO Locatie Reviusweg SO 3.2 dhr. H. Thiewes dhr. J. Grootjans dhr. H. Stefes Aansturing Directeur De directeur is verantwoordelijk voor de schoolzaken en mede verantwoordelijk voor het beleid van RENN4 in het algemeen. Teamleider De teamleider is voorzitter van de Commissie voor de Begeleiding en is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de onderwijsafdeling in afstemming met de directeur. Hij geeft leiding aan de organisatie en de werkwijze van de activiteiten binnen de afdelingen van De Aventurijn. Groepsleerkracht, vakleerkracht, onderwijsassistent en leerkrachtondersteuner De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor de uitvoering van de lessen vanuit de onderwijsprogramma’s en ontwikkelingsperspectiefplannen in de groep. Hij/zij werkt daarvoor samen met een aantal mensen uit het multidisciplinaire team: de onderwijsassistent, de leerkrachtondersteuner en de vakleerkracht. De groepsleerkracht draagt ook zorg voor de dagelijkse begeleiding van stagiaires. Gedragsdeskundige/orthopedagoog De gedragsdeskundige is verbonden aan het multidisciplinaire team en begeleidt leerlingen door middel van dossieranalyse, psychologisch onderzoek, het vertalen van diagnostiek naar orthopedagogisch en -didactisch handelen en het ontwikkelen van specifieke programma’s. De gedragsdeskundige zorgt ervoor dat de betreffende medewerkers ermee aan de slag kunnen en levert een inhoudelijke bijdrage aan scholing en deskundigheidsbevordering van alle teamleden. Schoolgids 2014 - 2015 11/53 Intern begeleider De intern begeleider is verbonden aan de CvB en heeft als taak ervoor te zorgen dat, bij hulpvragen van leerlingen, een passend onderwijsaanbod wordt gezocht. Teamleden worden gecoacht en begeleid zodat ze hun werk optimaal kunnen verrichten. De intern begeleider coördineert de specifieke hulpvragen, organiseert evaluatiebesprekingen en bewaakt de doorgaande lijn. Stagebegeleider De stagebegeleider is verantwoordelijk voor het stagetraject van interne en externe stages. Deze stages kunnen zowel oriënterend als beroepsgericht zijn. De begeleiding van de stages is intensief en gebeurt in samenwerking met de groepsleerkracht die eindverantwoordelijk is voor het traject van de leerling. Ondersteunend personeel (conciërge, administratie) Het ondersteunend personeel is medeverantwoordelijk voor: gebouwzaken, ICT en administratie zoals dossierverwerking, correspondentie en telefonisch contact bij ziekmelding. Opleider in school (OPLIS) Een opleider in school heeft een ondersteunende taak naar onderwijsgevenden en stagiaires. In de praktijk houdt dit in dat de opleider stages coördineert, stagiaires begeleidt, contacten onderhoudt met de diverse opleidingen, (nieuwe) leerkrachten, leerkrachtondersteuners en onderwijsassistenten begeleidt en leiding geeft aan intervisiegroepen. De opleider kan ook een adviserende rol hebben bij studie voor medewerkers. Bedrijfshulpverlener en preventiemedewerker De Arbowetgeving schrijft voor dat iedere organisatie bedrijfshulpverleners moet hebben. Dit geldt ook voor het onderwijs. Hiervoor zijn binnen De Aventurijn voor iedere locatie personeelsleden opgeleid. Deze mensen worden regelmatig getraind om in geval van nood te kunnen handelen en zaken op te pakken die dan geregeld moeten worden. Ieder jaar oefenen de afdelingen van De Aventurijn bijvoorbeeld de ontruiming van het gebouw in geval van een noodsituatie. De bedrijfshulpverleners houden dan toezicht op de juiste gang van zaken. Daarnaast hebben zij kennis van zaken betreffende EHBO en houden zij de ongevallenregistratie bij. Binnen De Aventurijn is ook een preventiemedewerker actief, omdat het belangrijk is om kennis te hebben van de risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid. Er kan gericht gezocht worden naar oplossingen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De preventiemedewerker signaleert aan de hand van een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) de risico’s en wenselijke verbeteringen. Met de resultaten van de RI&E wordt een plan van aanpak opgesteld. De preventiemedewerker verleent medewerking aan het opstellen, up-to-date houden, uitvoeren en evalueren van de RI&E. De preventiemedewerker brengt advies uit aan alle geledingen binnen de organisatie, fungeert als vraagbaak voor medewerkers over (de uitvoering van het) arbobeleid en vervult een signalerende en adviserende rol. De RI&E wordt jaarlijks uitgevoerd. Aandachtsfunctionarissen ‘Omgaan met agressie’ en ‘Omgaan met seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag’ Het is erg belangrijk dat zowel de leerlingen als de medewerkers zich veilig en vertrouwd voelen op school. Daarom heeft De Aventurijn alle medewerkers getraind in het omgaan met agressie en seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag. Om het geleerde ook na de training onder de aandacht van de medewerkers te houden, is er op elke locatie van De Aventurijn voor beide onderwerpen een aandachtsfunctionaris aangesteld. De aandachtsfunctionaris - één van de medewerkers - heeft als taak deze onderwerpen regelmatig op de agenda van de teamvergaderingen te zetten. Ook kunnen de andere medewerkers voor vragen terecht bij de aandachtsfunctionaris. Daarnaast heeft de Schoolgids 2014 - 2015 12/53 aandachtsfunctionaris regelmatig contact met de trainers en de andere aandachtsfunctionarissen van RENN4. Vervangers Als een leerkracht ziek is of om een andere reden niet aanwezig is, wordt er zo goed mogelijk voor gezorgd dat de lessen (in aangepaste) vorm doorgaan. Het streven is er voor te zorgen dat iedere groep een vervanger heeft. Stagiaires De school biedt studenten van verschillende opleidingen (Universiteit, PABO, SPH, SPW, lerarenopleidingen enz.) middels stageplaatsen de mogelijkheid tot het opdoen van praktijkervaring. Stagiaires zijn gekoppeld aan een team, groep of teamlid en hebben meestal stageopdrachten die ze in het kader van hun opleiding moeten uitvoeren. Daarnaast worden stagiaires ingezet voor het uitvoeren van een aantal taken. Zo kan er bijvoorbeeld extra hulp worden gegeven aan leerlingen. Schoolgids 2014 - 2015 13/53 4 Missie en uitgangspunten 4.1 Missie Zoals eerder in deze gids genoemd, streven wij naar goed onderwijs en goede zorg voor ieder kind. Ieder kind heeft recht op onderwijs en ieder kind kan zich ontwikkelen en wil leren. Daarom willen de scholen van RENN4 de leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden, gericht op het realiseren van een toekomstperspectief en daarmee op een optimale plaats in de samenleving. 4.2 Uitgangspunten Bij het realiseren van het onderwijsaanbod gebruikt De Aventurijn de onderstaande uitgangspunten: De Aventurijn wil: leerlingen het plezier in school teruggeven bij leerlingen het geloof in eigen kunnen herstellen leerlingen inzicht geven in de eigen mogelijkheden en onmogelijkheden en eventueel opgelopen leerachterstanden zoveel mogelijk verkleinen leerlingen weerbaarder maken leerlingen en ouders ondersteunen en begeleiden naar een passende vervolgschool Wij doen dat door: rekening te houden met de problematiek van de leerlingen aan te sluiten bij capaciteiten en vaardigheden van de leerlingen en deze op individueel niveau te benutten het bieden van veiligheid en structuur door voorspelbaar te zijn leerlingen zoveel mogelijk positieve ervaringen te laten opdoen aan te sluiten bij de kerndoelen voor (voortgezet) speciaal onderwijs samenwerking met regulier onderwijs samenwerking met zorginstellingen samenwerking met bedrijven in de regio Iedereen die bij het kind betrokken is levert een bijdrage aan het opvoedingsproces. Onderwijs is een specifiek onderdeel van de opvoeding, dat zich in nauwe samenwerking met de gezinssituatie afspeelt. Samenwerking met de ouders achten we dan ook van groot belang. Hoe de leerkrachten de contacten met de ouders onderhouden kan per leerling verschillen. Schoolgids 2014 - 2015 14/53 5 Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 worden de wetswijzigingen Passend Onderwijs ingevoerd. Hieronder wordt kort ingegaan op de belangrijkste wijzigingen. Voor uitgebreide informatie kunt u contact opnemen met de school. U kunt ook uitgebreide informatie vinden op de website over Passend Onderwijs: www.passendonderwijs.nl. 5.1 Samenwerkingsverbanden Alle scholen van RENN4 maken deel uit van een of meerdere samenwerkingsverband(en) Passend Onderwijs. In welk samenwerkingsverband de school zit, is vastgesteld door de minister van Onderwijs. De Aventurijn maakt deel uit van de volgende samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs: PO 22.01, VO 22.01, PO 22.03 en VO 22.03. In een samenwerkingsverband moeten de verschillende schoolbesturen een aantal zaken met elkaar afspreken en regelen. U kunt daarbij denken aan de inzet van deskundigen, de manier waarop een toelaatbaarheidsverklaring moet worden aangevraagd en hoe de beschikbare middelen worden verdeeld. Meer informatie over deze samenwerkingsverbanden vindt u op http://swv.passendonderwijs.nl. Ieder schoolbestuur heeft ook zorgplicht. Dit betekent dat de school waar u uw kind aanmeldt, moet zorgen voor een passende plaats. Als het schoolbestuur dat passend aanbod niet zelf kan organiseren, zullen ze u begeleiden naar een school die wel voor een passende plaats kan zorgen. Vanuit de samenwerkingsverbanden Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek); scholen en gemeenten/jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat we meer in de eigen regio kunnen regelen. 5.2 Toelaatbaarheidsverklaring Zonder toelaatbaarheidsverklaring mogen de scholen voor speciaal (basis) onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs uw kind niet inschrijven. Een toelaatbaarheidsverklaring vraagt de school waar uw kind nu op zit aan bij de Commissie van Advies1. Deze commissie beoordeelt de aanvraag en geeft een advies aan het bestuur van het samenwerkingsverband. Als het bestuur het advies van de commissie overneemt, krijgt u een toelaatbaarheidsverklaring waarmee uw kind ingeschreven kan worden. Een toelaatbaarheidsverklaring kent een bepaalde geldigheidsduur; de Commissie van Advies doet op basis van het dossier een uitspraak over de termijn. Als de termijn afloopt en uw kind kan nog niet terug naar het regulier onderwijs dan moet opnieuw een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. 1 In sommige samenwerkingsverbanden wordt deze commissie de Commissie van Toewijzing genoemd. Schoolgids 2014 - 2015 15/53 Voor leerlingen die zijn geplaatst in een zogenaamde residentiële setting, bijvoorbeeld in een kliniek voor jeugdpsychiatrie, is geen toelaatbaarheidsverklaring nodig. 5.3 Leerlingen die al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten Leerlingen die nu al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten, en in het bezit zijn van een geldige cluster4-beschikking, mogen nog maximaal twee jaar op de school blijven. Als na die twee jaar blijkt dat ze langer zijn aangewezen op speciale ondersteuning moet, net als voor nieuwe leerlingen, een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. 5.4 Schoolondersteuningsprofiel In het regionaal ondersteuningsplan legt elk samenwerkingsverband vast hoe het passend onderwijs voor elk kind wil realiseren. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste één keer per vier jaar opgesteld en kan tussentijds worden gewijzigd. In het ondersteuningsplan zijn de schoolondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen opgenomen. Ook staat er in het ondersteuningsplan welk niveau van basisondersteuning de scholen in het samenwerkingsverband ten minste moeten bieden. U kunt het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband waar uw school onder valt, vinden op de volgende website: http://passendonderwijs.nl. Meer informatie over de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs kunt u vinden op de volgende website: http://swv.passendonderwijs.nl/ Wat de school kan bieden, staat uitgebreider beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. In dit profiel vindt u onder andere informatie over de basisondersteuning en de extra vormen van ondersteuning die onze school kan bieden. Omdat het schoolondersteuningsprofiel een nogal uitgebreid document is, hebben we het niet volledig opgenomen in deze schoolgids. U kunt het profiel inkijken op onze website. Op de startpagina (www.renn4.nl) gaat u naar de keuzemogelijkheid Scholen en vervolgens kunt u het schoolondersteuningsprofiel van de school van uw keuze aanklikken. Schoolgids 2014 - 2015 16/53 6 De organisatie van de school 6.1 Schoolorganisatie Het dagelijkse onderwijs wordt verzorgd door de leerkrachten. Ze werken met elkaar samen en worden voor een deel van de tijd geassisteerd door vakleerkrachten, onderwijsassistenten en leerkrachtondersteuners. De leerkrachten worden ondersteund door een team van intern begeleiders, gedragsdeskundigen en andere disciplines; de Commissie voor de Begeleiding. Om de organisatie verder zo soepel mogelijk te laten verlopen beschikt de school nog over enkele medewerkers op facilitair en administratief gebied. De school beschikt over een aantal oproepbare invalleerkrachten en leerkrachtondersteuners maar soms lukt het vinden van invallers niet. Als er geen vervangende leerkracht is, worden de leerlingen over de andere groepen verdeeld. In uitzonderlijke gevallen wordt met de ouders overlegd of het verstandiger is om de leerling thuis te houden. Iedere groep heeft een klassenmap waarin klassenregels, roosters, medicijngebruik en korte aanwijzingen per kind staan. Voor de invalleerkracht is dit belangrijke informatie; hij/zij kan op deze manier zoveel mogelijk dezelfde structuur bieden als de groepsleerkracht. De school heeft daarnaast regelmatig stagiaires van onder andere de pabo-, sph-, spw- en ciosopleidingen. 6.2 Commissie voor de Begeleiding De Commissie voor de Begeleiding (CvB), bestaande uit gedragsdeskundigen, intern begeleiders, schoolmaatschappelijk werkende, schoolarts en de teamleiders van de school, doet voorstellen voor het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), adviseert over het schakelen van de leerling en stelt het Ontwikkelingsperspectiefplan vast. Gedragsdeskundigen, intern begeleiders, logopedist, schoolmaatschappelijk werk, leerkrachten en ouders werken samen bij de opstelling en uitvoering van het Ontwikkelingsperspectiefplan. Zo nodig wordt een multidisciplinair overleg gevormd om specifieke ondersteuningsvragen in kaart te brengen en de activiteiten voor de realisering richting het doel te bepalen en uit te voeren. 6.3 De opvang van nieuwe leerlingen Nadat de Commissie van Advies (CvA) positief heeft geadviseerd over de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring en het bestuur van het samenwerkingsverband de verklaring heeft afgegeven, wordt het dossier naar onze school gestuurd. Daarna wordt u gebeld voor een intakegesprek. De gedragsdeskundige, en waar nodig de intern begeleider, van de Commissie voor de Begeleiding van de school, stellen het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen vast aan de hand van het intakegesprek. Tijdens de intake wordt informatie verzameld over: cognitieve mogelijkheden, leervorderingen, sociaal-emotionele vaardigheden, leervaardigheden, arbeidsvaardigheden, belangstelling en interesse, werkrichtingbevorderende en –belemmerende factoren en onderwijsbehoefte. De Commissie voor de Begeleiding van de school stelt bij plaatsing voor iedere leerling binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief vast in afstemming met ouders. Schoolgids 2014 - 2015 17/53 Het ontwikkelingsperspectief wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectiefplan. In het ontwikkelingsperspectiefplan staan naast de algemene gegevens van de leerlingen: - De onderwijsrelevante beginsituatie; - Het onderwijsaanbod: uitstroomprofiel, uitstroombestemming, de beoogde uitstroomdatum, de leerroute, het onderwijstraject en het vakkenpakket; - Het integratief beeld van de leerling waarin de keuze van de uitstroombestemming en leerroute onderbouwd wordt. Leerlingen die daarvoor de leeftijd hebben (ouder dan 16 jaar) worden actief betrokken bij de inhoud van het OPP en mogen daar ook zelf voor tekenen. Leerlingen krijgen de gelegenheid om van tevoren een kijkje te nemen en kennis te maken met de school en de leerkrachten. Schoolgids 2014 - 2015 18/53 7 Doelen van het onderwijs 7.1 Wat en hoe De Wet kwaliteit speciaal onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs stelt nieuwe eisen aan het onderwijsaanbod van (V)SO-scholen. Binnen RENN4 richt het onderwijsaanbod zich op de schakeling van leerlingen naar het regulier voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs, beroepsonderwijs of arbeid. Binnen die doelstelling wil het De Aventurijn een onderwijsaanbod bieden waarin de domeinen scholing, arbeid, burgerschap, vrijetijdsbesteding en wonen een plaats hebben. 7.2 Leerroutes SO De leerlingen worden ingedeeld op basis van leeftijd, niveau en leerroute. Binnen RENN4 kennen we voor het SO de onderstaande leerroutes. De leerroutes zijn gekoppeld aan drie uitstroomprofielen. Hieronder staat per leerroute een korte omschrijving. Leerroute Jonge kind (tot 7 jaar). Het onderwijsaanbod aan leerlingen tot 7 heeft als doel een brede ontwikkeling te bevorderen zodat de leerling voldoende basisvaardigheden ontwikkeld om te kunnen lezen, schrijven en rekenen en met succes het basisonderwijs verder te volgen. De school stelt voor alle leerlingen tot 7 jaar het ontwikkelingsperspectief “Vervolgonderwijs” en leerroute 1 (regulier) vast, tenzij onderbouwd kan worden dat dit perspectief niet realistisch is. Dit is met name voor de leerlingen in de klassen van het MOD en MKD van belang. Leerroute 1 is voor leerlingen met weinig tot geen beperkingen bij het leren. Deze leerroute bereidt de leerlingen voor op een uitstroombestemming naar het regulier basisen voortgezet onderwijs (de gemengde en theoretische leerwegen van het vmbo, havo en vwo) en het voortgezet speciaal onderwijs. Het uitstroomprofiel binnen deze leerroute is vervolgonderwijs. Leerroute 2 is voor leerlingen met enige onderwijsachterstand en beperking bij het leren. Deze leerroute bereidt de leerlingen voor op een uitstroombestemming naar het speciaal basisonderwijs, de basisberoepsgerichte leerweg van het VMBO en het VSO cluster 4. Het uitstroomprofiel binnen deze leerroute is of uitstroomprofiel vervolgonderwijs (niveau vmbo BB), of uitstroomprofiel Arbeid. Leerroute 3 is voor leerlingen met grote onderwijsachterstanden. Deze leerroute bereidt de leerlingen voor op een uitstroombestemming naar het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs cluster 3. Het uitstroomprofiel binnen deze leerroute is Arbeid en cluster 3. 7.3 Onderwijsaanbod SO 7.3.1 Afdeling SO regio De Afdeling SO regio in Smilde en Hoogeveen biedt onderwijs aan leerlingen van 4 – 12 jaar en bestaat in Smilde uit 5 en Hoogeveen uit 2 groepen. In alle groepen wordt een vast dag- en weekritme gehanteerd. Alle leergebieden zoals ook gegeven in het reguliere basisonderwijs worden aangeboden en op incidentele basis krijgen de leerlingen daarnaast les in koken en techniek. De leerkrachten werken binnen de groepen zoveel mogelijk volgens het RENN4 instructiemodel. Leerlingen krijgen klassikale instructie of in niveaugroepen. Schoolgids 2014 - 2015 19/53 Er wordt gestreefd naar terugplaatsing binnen het regulier onderwijs of semi-regulier basisonderwijs (SBO). Wanneer dit niet haalbaar blijkt, wordt toegewerkt naar plaatsing op een VSO-afdeling. Middels positive behavior support en kinderen en hun sociale talenten wordt gewerkt aan de sociale vaardigheden. De groepen worden begeleid door een leerkracht en extra ondersteund door een leerkrachtondersteuner of in de jonge groepen door een onderwijsassistent. Vanuit de school is er ondersteuning van een orthopedagoog en een intern begeleider. Elke groep beschikt over computers ter ondersteuning van het onderwijsleerproces. Buiten de school maken de leerlingen gebruik van de sporthal, zwembad en de plaatselijke bibliotheek. Het personeel van deze locatie is geschoold in Positive Behaviour Support (PBS). PBS is een uit Amerika afkomstige integrale aanpak om op een positieve wijze met elkaar om te gaan, kortom: samenwerken aan positief gedrag bij jonge kinderen. De algemene uitgangspunten van PBS zijn o.a. heldere verwachtingen omschrijven en uitspreken, deze verwachtingen aanleren (geef voorbeeldlessen), deze verwachtingen bekrachtigen (beloon en complimenteer), weinig aandacht besteden aan ongewenst gedrag (maak van een mug geen olifant) en duidelijk aangeven wat de gevolgen zijn van ongewenst en niet te accepteren gedrag. PBS bewerkstelligt op een positieve manier gedragsverandering bij kinderen. Voor verdere informatie kan de website van de landelijke PBS organisatie worden geraadpleegd: www.swpbs.nl 7.3.2 Afdeling Onderwijs & Psychiatrie SO Op de locatie SO Fazantenlaan wordt onderwijs verzorgd aan kinderen van 4-12 jaar die in behandeling zijn bij Accare. De schoolafdeling bevindt zich op het terrein van De Ruyterstee, de (dag)klinische setting van Accare in Smilde. Er zijn drie onderwijsgroepen. De afdeling werkt nauw samen met behandelaars van Accare. De leerlingen maken gebruik van het behandelaanbod van Accare. Beoogd wordt voor elke leerling een volwaardig onderwijsprogramma samen te stellen dat ook afgestemd is op de uitgangspunten van het behandelplan. Accare bepaalt voor de opgenomen leerlingen het verloop van de behandeling, de school bepaalt de inhoud van het onderwijs. Mede afhankelijk hiervan blijft de leerling op de locatie of wordt overgeplaatst naar een andere vorm van onderwijs. Op de locatie wordt gebruik gemaakt van de methodes uit het reguliere basisonderwijs. Sport wordt aangeboden in de vorm van gymnastiek en zwemmen. Naast het schoolse leren is er aandacht voor de sociale en emotionele ontwikkeling. 7.3.3 Methoden In onderstaande tabel staat aangegeven welke methoden de rode draad vormen door de school. Vak Technisch lezen Begrijpend lezen Rekenen Taal/ spellen Schrijven Aardrijkskunde Schoolgids 2014 - 2015 Gebruikte methode Estafette Tekstverwerken, Nieuwsbegrip Reken Zeker Taal op maat Schrijven doe je zo Meander (SO Veenhoopsweg), Wijzer door de Wereld (SO O&P) 20/53 Geschiedenis Brandaan (SO Veenhoopsweg), Bij de Tijd (SO O&P) Kennis der natuur Naut Sociale vaardigheden Kinderen en hun sociale talenten (SO Engels Veenhoopsweg) The Team ( SO Veenhoopsweg ) Tabel 7.1: Lesmethoden SO 7.4 Leerroutes VSO De Aventurijn Afdeling Onderwijs & Psychiatrie werkt haar onderwijsaanbod uit aan de hand van de leerroutes RENN4 VSO. De leerlingen worden ingedeeld op basis van leeftijd, niveau en leerroute. Binnen RENN4 kennen we drie leerroutes. De leerroutes worden geoperationaliseerd onderwijstrajecten op uitstroombestemming. Binnen de drie leerroutes kan de leerling uitstromen op Vervolgonderwijs of op Arbeid. Het uitstroomperspectief binnen de route Vervolgonderwijs is onderwijs volgen binnen een reguliere onderwijssetting. Het uitstroomperspectief binnen de route Arbeid is schakelen naar vmbo-bk, Praktijkonderwijs of doorstromen naar mbo niveau 1 of 2. Het onderwijsaanbod binnen de leerroute Vervolgonderwijs voorziet ook in stage (maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage). De schoolloopbaan wordt in principe afgesloten met een diploma of meerdere certificaten. De schoolloopbaan binnen de leerroute Arbeid wordt afgesloten met een VSO – getuigschrift en een overgangsdocument. 7.4.1 Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs De leerroute Vervolgonderwijs richt zich op het behalen van een vmbo-, havo- of vwo-diploma. Leerlingen in de leerroute Vervolgonderwijs stromen in uit het speciaal onderwijs, het (speciaal) basisonderwijs of het voortgezet onderwijs. De leerlingen zijn, cognitief gezien, in staat examen te doen en een diploma te halen. Zij zijn echter vanwege hun specifieke ondersteuningsbehoeften op een school voor voortgezet speciaal onderwijs aangewezen. Met name in de onderbouw wordt gewerkt aan de schakeling naar het regulier voortgezet onderwijs. In de bovenbouw waar het realiseren van het ontwikkelingsperspectief van de leerling steeds dichterbij komt, wordt bekeken of het onderwijs zich zal richten op het behalen van een diploma dat toegang biedt tot een middelbare beroepsopleiding of het halen van certificaten en het volgen van een leertraject dat de kans op een arbeidsplaats vergroot. Aan leerlingen met goede cognitieve mogelijkheden, maar (ernstige) beperkingen in hun sociaalemotionele vaardigheden en/of executief functioneren biedt De Aventurijn binnen het uitstroomprofiel arbeid een arrangement gericht op arbeidsparticipatie waarbij algemeen vormende vakken als Nederlands, wiskunde en Engels wel op hun leerniveau gevolgd en afgesloten kunnen worden. Bij het aanbieden van de vakken wordt gestreefd naar een zo breed mogelijk aanbod. De keuze wat betreft de sector of het profiel van de leerling sluit aan bij zijn mogelijkheden en interesse, maar ook bij het aanbod in het regulier voortgezet onderwijs. Schoolgids 2014 - 2015 21/53 In de onderstaande tabel zijn de leergebieden van de kerndoelen vso uitgewerkt in het vakkenaanbod van de school. Leergebieden Nederlands Wiskunde Engels Mens en natuur Mens en maatschappij Kunst en cultuur Bewegen en sport Leren leren Leren taken uitvoeren Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen persoonlijk toekomstperspectief Vakken Nederlands Wiskunde Engels Biologie Nask1 Maatschappijleer Aardrijkskunde Geschiedenis Burgerschap handvaardigheid, TeHaTex, muziek Gymnastiek Persoonlijke ontwikkeling Sociaal emotionele vorming Techniek, verzorging Sociaal emotionele vorming Stage Persoonlijke ontwikkeling Techniek, verzorging Stage Tabel 7.2: leergebieden van de kerndoelen VSO In de bovenbouw kiezen leerlingen een sector die valt binnen het leergebied mens en natuur (sectoren techniek en landbouw) of mens en maatschappij (sectoren economie en zorg en welzijn). In onderstaande tabel zijn de verplichte sectorvakken opgenomen. Sector Techniek Landbouw Economie Zorg en welzijn Verplicht 1e sectorvak Wiskunde Wiskunde Economie Biologie Tabel 7.3: verplichte sectorvakken Verplicht 2e sectorvak Nask 1 Biologie of nask1 Wiskunde Wiskunde of aardrijkskunde of geschiedenis 7.4.2 Leerroute Arbeid De leerroute Arbeid is er voor leerlingen in de leeftijd van circa 13 tot maximaal 20 jaar bij wie tijdens de overgang naar het VSO wordt ingeschat dat zij (eenvoudige) werkzaamheden zullen kunnen verrichten in loonvormende arbeid op de arbeidsmarkt, maar niet een volledig kwalificerend diploma kunnen behalen. Leerlingen in deze leerroute stromen vooral in vanuit speciaal onderwijs en het (speciaal) basisonderwijs, maar ook uit het regulier voortgezet onderwijs. Aan leerlingen met goede cognitieve mogelijkheden, maar (ernstige) beperkingen in hun sociaalemotionele vaardigheden en/of executief functioneren biedt De Aventurijn binnen het profiel Arbeid een arrangement gericht op arbeidsparticipatie waarbij algemeen vormende vakken als Nederlands, wiskunde en Engels wel op hun leerniveau gevolgd en afgesloten kunnen worden. Het onderwijs in de leerroute arbeid is gericht op een brede persoonlijke vorming, participatie in de samenleving en op duurzame toeleiding van leerlingen naar een passende plaats op de arbeidsmarkt. Het behalen van passende beroepskwalificaties maak daar deel van uit. Daarnaast Schoolgids 2014 - 2015 22/53 richt het onderwijs zich op het leren omgaan met de beperking of stoornis en bevordering van de zelfredzaamheid van leerlingen. In de onderstaande tabel zijn de leergebieden van de kerndoelen VSO uitgewerkt in het vakkenaanbod van de school. Leergebied Nederlands Wiskunde Engels Mens en natuur Mens en maatschappij Kunst en cultuur Bewegen en sport Leren leren Leren taken uitvoeren Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen persoonlijk toekomstperspectief Voorbereiding op arbeid 7.5 Vak Nederlands Wiskunde Engels Biologie Nask1 Maatschappijleer Aardrijkskunde Geschiedenis Burgerschap handvaardigheid, TeHaTex, muziek Gymnastiek Persoonlijke ontwikkeling Sociaal emotionele vorming Techniek, verzorging Sociaal emotionele vorming Stage Persoonlijke ontwikkeling Techniek, verzorging Stage Stage Onderwijsaanbod VSO 7.5.1 Locaties Fazantenlaan & Elzenlaan De locaties verzorgen onderwijs aan leerlingen van 12 – 20 jaar in combinatie met behandeling bij Accare. De school verzorgt het onderwijs, Accare de behandeling. Er wordt gestreefd naar optimale samenwerking en afstemming tussen alle betrokkenen; 1 kind 1 plan. Uitgangspunt voor het onderwijs is het onderwijsprogramma dat de leerling volgde voor de behandeling. Indien mogelijk wordt dit gecontinueerd in samenwerking met de school van herkomst. Observatie en onderzoek De eerste periode (6-10 weken) staat in het teken van integrale beeldvorming. Op de locaties wordt informatie verzameld over leervorderingen, leergedrag en sociale en emotionele ontwikkeling. Bij Accare wordt onderzoek gedaan naar de psychiatrische achtergrond van de problematiek. Op de locatie doen wij dossieronderzoek, school- en beroepskeuzeonderzoek en capaciteitenonderzoek om te komen tot een afgewogen advies ten aanzien van het ontwikkelingsperspectief. Onderzoeksresultaten worden multidisciplinair besproken en er worden integrale doelstellingen geformuleerd voor onderwijs en behandeling. Individuele trajecten Leerlingen worden na de observatieperiode ingedeeld in een onderwijszorgprofiel. Daar er echter grote verschillen in niveau, leeftijd en problematiek zijn, is het vaak niet haalbaar om leerlingen per onderwijszorgprofiel te groeperen en wordt er veelal individueel gewerkt. Bovendien is er Schoolgids 2014 - 2015 23/53 sprake van een hoge doorstroom van leerlingen, wat een continue wisselende samenstelling van de klas veroorzaakt. Voor sommige problematieken hebben wij een bovenregionale functie. Gezien de ontwikkelingen binnen Accare naar ambulantisering, is te verwachten dat het aantal wisselingen in de klassen zal toenemen. Hierop proberen wij te anticiperen door de leerlingen individuele trajecten aan te bieden. Wij bieden verschillende onderwijs zorgarrangementen zoals: observatieprogramma gericht op het ontwikkelen van onderwijsperspectief psychiatrische onderwijszorg (onderwijsprogramma i.c.m. behandeling) met schakeling op kortere of langere termijn naar vervolgonderwijs of arbeid crisisopvang schoolvermijding eetstoornissen Hiernaast bieden wij twee onderwijsarrangementen voor leerlingen met een toelaatbaarheid – of behandelverklaring van Accare vmbo-TL bovenbouw eindonderwijs bovenbouw: 3e en 4e leerjaar havo 2e fase: 4e leerjaar, waarna schakeling naar het vavo (sprinthavo) Dit schooljaar start de afdeling met 8 klassen verdeeld over twee locaties. De hulpverlening die Accare biedt varieert van zeer intensief (klinische opname op gesloten/open unit) tot minder intensief (dagklinische opname, deeltijdbehandeling of FACT-team). Het onderwijsaanbod op de O&P VSO kent een vergelijkbaar continuüm: van zeer intensieve onderwijszorg naar een regulier VO programma in ons vmbo-tl of havo-traject of in een klas waarin leerlingen een deel van de week extern onderwijs volgen. Hierbij zijn vele variaties mogelijk, zowel wat betreft onderwijsprogramma’s als verblijfsduur. Accare bepaalt voor de opgenomen leerlingen het verloop van de behandeling, maar de school bepaalt de inhoud van het onderwijsgedeelte. Op de locatie wordt gebruik gemaakt van de methodes uit het reguliere voortgezet onderwijs. De leerlingen werken op eigen niveau, in eigen tempo volgens een vast rooster. Er zijn jaarlijks diverse excursies en projecten Sport wordt aangeboden in de vorm van gymnastiek en zwemmen. Naast het schoolse leren is er aandacht voor het leergedrag, leervoorwaarden en sociale en emotionele vaardigheden. 7.6 Taal Taal(gebruik) is onder invloed van tijdgeest, (sociale) media en technische ontwikkelingen continu aan verandering onderhevig. Binnen RENN4 Drenthe wordt dit dynamische proces gevolgd; medewerkers anticiperen op de veranderende talige c.q. communicatieve leefwereld en vaardigheden van leerlingen en spelen hier adequaat op in. Binnen RENN4 Drenthe staan taal en communicatie in dienst van ‘begrip en begrepen worden’. Er wordt onderscheid gemaakt tussen taal als “vertaling” (cognitief) en taal als “beleving” (sociaalemotioneel). Medewerkers hebben hoge verwachtingen van de mogelijkheden van leerlingen binnen het perspectief van iedere individuele leerling. Alle medewerkers dragen zorg voor een rijke taalomgeving. Dit betekent concreet dat complexer taalgebruik (verbaal of schriftelijk) niet gemeden wordt, maar wel dat woorden niet vanzelfsprekend als bekend geacht worden. Er is aandacht voor feitelijk en contextueel begrip van taal bij leerlingen. Schoolgids 2014 - 2015 24/53 Daarnaast hebben leerkrachten kennis van voorkomende taal- en communicatieproblematiek van hun leerlingen (al dan niet stoornis gerelateerd) en houden hier rekening mee in hun communicatie en onderwijsaanbod. Taal wordt gezien als cultuurdrager binnen de school. Medewerkers zijn zich hiervan bewust en in implementatieprocessen van welke aard dan ook wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de inzet van taal. Medewerkers kiezen voor een bepaald aanspreekniveau, afgestemd op (een groep) leerlingen met als uitgangspunt ‘de zone van de naaste ontwikkeling’ (Vygotsky). De medewerkers (h)erkennen verschillen tussen leerlingen in taal en communicatie en handelen hiernaar. Medewerkers zijn zich bewust van hun eigen taalgebruik en het effect dat hun woordkeus heeft op de leerlingen. De eigen manier van communiceren wordt bewust ingezet als onderdeel van de rijke taalomgeving. Daarbij is in alle onderwijsleersituaties steeds aandacht voor begripsvorming van leerlingen. Binnen de praktijkvakken wordt specifiek aandacht besteed aan contextueel taalgebruik: vaktaal. RENN4 Drenthe hanteert de wettelijk bepaalde Referentieniveaus Taal (Referentiekader taal en rekenen, oktober 2009) en kerndoelen SO en VSO (Voorstel kerndoelen VSO, december 2011 – SLO en Kerndoelen SO). 7.6.1 Uitwerking Visie op Taal Onderstaande uitwerking geeft de betekenis weer van de visie op het taalonderwijs aanbod binnen het VSO per uitstroomprofiel. Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs: Uitstroomperspectief: vmbo kgt, mbo niveau 3/4, havo (vwo) Binnen het taalonderwijsaanbod worden de vakken Nederlands en Moderne Vreemde Talen gegeven. Hierbij zijn de Kerndoelen vso, uitstroomprofiel Vervolgonderwijs leidend: 1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 2. De leerling leert zich houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. 3. De leerling leert strategieën gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. 4. De leerling leert strategieën gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. 5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen. 6. De leerling leert deel nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. 8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden. 9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. 10. De leerling leert reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten. Het taalonderwijsaanbod leidt leerlingen naar de referentieniveaus 2S/3F en waar passend 3S/4F. Schoolgids 2014 - 2015 25/53 Uitstroomperpectief vmbo gt/havo Referentieniveau 3F (=2S) De leerling: kan actief en effectief deelnemen aan discussies, debatten en overleg, reageert adequaat op gesprekspartners, beschikt over een goede woordenschat; kan relatief complexe teksten lezen en de hoofdgedachte in eigen bewoordingen weergeven; kan de tekstsoorten benoemen en trekt conclusies over intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur; kan adolescentenliteratuur en eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch lezen; kan met leeftijdgenoten discussiëren over de interpretatie en kwaliteit van de literaire teksten; kan gedetailleerde teksten schrijven waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden; kan aantekeningen maken van een helder gestructureerd verhaal. Uitstroomprofiel Arbeid: Uitstroomperspectief: vmbo bk, mbo niveau 1/2, Praktijkonderwijs, (beschermde) arbeid. Binnen het taalonderwijsaanbod wordt het vak Nederlands gegeven. Hierbij zijn de Kerndoelen VSO uitstroomprofiel Arbeid leidend: 1. De leerling leert actief te luisteren naar gesproken taal over alledaagse en werk-gerelateerde onderwerpen. 2. De leerling leert zich mondeling verstaanbaar en begrijpelijk uit te drukken in gesprekken, overlegsituaties en presentaties over alledaagse en werk-gerelateerde onderwerpen. 3. De leerling leert zakelijke teksten te lezen over onderwerpen die aansluiten bij de eigen interesses, de leefwereld en de wereld van arbeid. 4. De leerling leert verhalende en fictionele teksten belevend te lezen en de eigen interesses en voorkeuren op het gebied van fictie te verkennen. 5. De leerling leert zich schriftelijk begrijpelijk uit te drukken in korte, eenvoudige teksten over alledaagse en werk-gerelateerde onderwerpen. 6. De leerling leert in schriftelijke producten verzorgde taal te gebruiken. 7. De leerling leert zijn woordenschat uit te breiden met behulp van strategieën. 8. De leerling leert om taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) voor te bereiden, te plannen en na te kijken. 9. De leerling leert van feedback van anderen en van eigen reflectie op taalactiviteiten. Het taalonderwijsaanbod leidt leerlingen naar de referentieniveaus 1F en 1S/2F. Uitstroomperspectief vmbo bk Referentieniveau 2F (= 1S) De leerling: beschikt over voldoende woorden om zich te kunnen uiten, kan redelijk en vloeiend een probleem verhelderen en kan informatie vragen, verzamelen, verwerken en geven; kan instructieve teksten en betogende teksten lezen en eenvoudige adolescentenliteratuur; kan de hoofdgedachte van een tekst weergeven en legt relaties tussen tekstdelen en kan die evalueren en beoordelen; kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende en vertrouwde onderwerpen. De tekst bevat een volgorde met inleiding, kern en slot; Schoolgids 2014 - 2015 26/53 beheerst nog niet alle spellingsproblemen, heeft kennis van de lijdende, bedrijvende en vragende vorm en beheerst moeilijke gevallen van de persoonsvorm. Uitstroomperspectief Praktijkonderwijs Referentieniveau 1F De leerling: kan eenvoudige gesprekken voeren, informatie en meningen en opvattingen interpreteren voor zover deze dicht bij de leerling staan; kan eenvoudige teksten over herkenbare onderwerpen zodanig vloeiend lezen dat woordherkenning en tekstbegrip de leerling niet in de weg staan; kan jeugdliteratuur, waarvan de structuur eenvoudig is, belevend lezen; kan korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen in de vorm van een briefje, kaar of e-mail; kan de meest voorkomende leestekens gebruiken; kent woordsoorten en beheerst werkwoordspelling en regels voor spelling. 7.6.2 Taalgericht Vakonderwijs Alle teams binnen het VSO zijn getraind in Taalgericht Vakonderwijs (TVO). De kern van TVO is het volgende: "Docenten in alle vakken hebben te maken met leerlingen die verschillen in taalvaardigheid. Daarom werken we in TVO niet alleen gericht aan de ontwikkeling van schoolse taalvaardigheden, maar doen we binnen de vakdidactiek ook recht aan die variatie in taalvaardigheid door contextrijk vakonderwijs te bieden met taalsteun en vol interactie. Context is alles waarbinnen nieuwe lesstof past: alledaagse en vakkennis alsook voorkennis van leerlingen. Taalsteun aanbrengen houdt in: deelnemers zo lang als nodig is steun bieden bij het uitvoeren van de taaltaken. Interactie wordt bewerkstelligd door 'natuurlijke' gesprekken te voeren, taalgebruik uitlokken, variëren in verwerkings- en toepassingsopdrachten, samenwerken met de leerling en aandacht besteden aan strategieën. Kortom: docenten die taalgericht lesgeven zorgen voor contextuitbreiding, stellen taalsteun ter beschikking, geven feedback op taaluitingen, geven het goede voorbeeld en versimpelen niet, maar controleren begrip en hebben hoge verwachtingen”. Interactie 1. De docent geeft gelegenheid tot natuurlijk gesprek tussen hem/haar en de leerlingen en tussen leerlingen onderling; 2. De docent biedt een variatie aan verwerkings- en toepassingsopdrachten; 3. De docent stimuleert het werken in duo's en groepjes; 4. De docent speelt in op de verschillende manieren van leren van de leerlingen. De leerlingen krijgen aanwijzingen voor een flexibel en alternatief gebruik van leerstrategieën. Leren met taalsteun 5. De docent geeft duidelijke voorbeelden van de gewenste producten (bijv. schrijfopdrachten, presentaties, verslagen); 6. De leerlingen krijgen (talige) steun bij opdrachten (bijv. hulp in de kantlijn, specifieke katernen, reeksen van ondersteunende opdrachten); 7. De docent stimuleert de reflectie op product en proces door de leerlingen na terugkijken verbeterpunten te laten formuleren. Zowel vak- als taaldoelen worden besproken. Leren in context 8. De docent geeft ruimte om de alledaagse en vakspecifieke voorkennis op te halen. De voorkennis sluit aan bij de leerstof; 9. De docent varieert in tekstsoort en media; 10. De docent verbindt alledaagse kennis en taal aan de schooltaal door de relatie te leggen met wat leerlingen al weten. Schoolgids 2014 - 2015 27/53 7.7 Rekenen/wiskunde Referentieniveau 1F; het streven is om in eind fase 2 dit niveau te behalen. De leerling kan: - eenvoudige getallen, bewerkingen en symbolen correct te noteren en te gebruiken. - getallen lezen en uitleggen hoe getallen uit cijfers opgebouwd zijn; - hoofdrekenen met en zonder notatie van tussenresultaten; - hoofdbewerkingen (+, -, x, :) met gehele en eenvoudige decimale getallen op papier uitvoeren, evenals bewerkingen met eenvoudige breuken; - berekeningen uitvoeren om problemen op te lossen en de rekenmachine op verstandige wijze inzetten; - in de context van verhoudingen eenvoudige berekeningen uitvoeren, ook met procenten en verhoudingen; - veel voorkomende en eenvoudige meetinstrumenten gebruiken en aflezen, met maateenheden rekenen en in eenvoudige gevallen maateenheden in elkaar omzetten; - heeft een gevoel ontwikkeld voor standaardmaten in veel voorkomende situaties; - kent namen van enkele meetkundige figuren en begrippen en kan deze gebruiken om situaties in de ruimte te beschrijven; - eenvoudige tabellen, diagrammen en grafieken gebruiken bij het oplossen van problemen, ook om eenvoudige berekeningen uit te voeren. 7.8 Kunstzinnige oriëntatie RENN4 Drenthe stelt zichzelf tot doel kwalitatief goed cultuuronderwijs te bieden aan haar leerlingen, dat aansluit bij de kerndoelen van het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ze vindt cultuuronderwijs vooral van belang voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen: cultuuronderwijs leert hen op een nieuwe manier te communiceren over de eigen gevoelens en ervaringen. Juist leerlingen met psychiatrische en gedragsproblemen, zoals bij RENN4 Drenthe, kunnen veel baat hebben bij de aangereikte alternatieven voor het uiten van gevoelens en ervaringen (Projectgroep Passende kwalificaties – kerndoelen vso, 2011). Wel is de organisatie zich ervan bewust dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden van haar leerlingen. Ze houdt in het cultuuronderwijs daarom rekening met de mogelijke beperkte verbeeldingskracht van veel cluster-IV leerlingen. Daarnaast gaat RENN4 Drenthe mee in de huidige ontwikkelingen t.a.v. cultuuronderwijs. De Rijksoverheid wil dat cultuuronderwijs een vast onderdeel wordt van het lesprogramma. Hiervoor is een speciaal programma ontwikkeld, Cultuureducatie met Kwaliteit (Onderwijsraad, 2012), dat scholen die aangeven hun cultuuronderwijs verder te willen ontwikkelen subsidieert. Ook hebben OCW, de PO-Raad en de gemeenten en provincies een bestuurlijk kader ondertekend waarin ze zich gezamenlijk verantwoordelijk noemen voor de financiële ondersteuning van de ontwikkeling van het cultuuronderwijs (Min. v. OCW, 2013). RENN4 Drenthe maakt gebruik van deze mogelijkheden en heeft er dientengevolge aangegeven medio 2015 de volgende doelstellingen te willen bereiken: RENN4 Drenthe heeft een eigen visie ontwikkeld op cultuuronderwijs en dit vastgelegd in een beleidsplan De school voert zelf de regie op het cultuuraanbod: ze geeft desgewenst instellingen opdracht om op basis van de vraag aanbod te ontwikkelen en organiseren Er wordt gewerkt aan een goede relatie met de directe (lokale) culturele omgeving Er werkt een opgeleide ICC-er of cultuuronderwijsdeskundige binnen elk team De school is verbonden aan het cultuureducatieve netwerk van de gemeente Schoolgids 2014 - 2015 28/53 De school heeft jaarlijks een cultureel programma met structurele activiteiten. Er is nog geen doorgaande leerlijn, maar de school werkt aan de ontwikkeling van horizontale en verticale leerlijnen (medio 2017). Voor komende schooljaar staan er 2 projectweken op het programma op iedere locatie van de school. (thema’s Kunst & Cultuur: theater, museum, muziek, dans, e.d.) deze weken worden de week voor de herfst- en de week voor de meivakantie georganiseerd. 7.9 Actief Burgerschap en Sociale Integratie Leerlingen binnen het SO en VSO leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lange tijd vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en over het afbrokkelen van maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Wij achten het van belang dat scholen een positieve bijdrage leveren aan het bevorderen van actief burgerschap en de sociale integratie van leerlingen. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie verwijst naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. De opdracht aan scholen om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen is vastgelegd in een aantal wetsartikelen en luidt: Het onderwijs: a. Gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. Is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. Is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. 7.10 Sport en Zwemmen De onderdelen sport en zwemmen worden aangeboden in de sporthal/gymzaal. Alle leerlingen die hun onderwijs volgen op een van de locaties in Smilde krijgen één keer per week zwemonderwijs en minimaal één keer per week bewegingsonderwijs. De lessen worden gegeven door vakleerkrachten. Tijdens de sportlessen mogen er, in verband met de veiligheid, geen sieraden worden gedragen. Wanneer sieraden niet af kunnen of leerlingen weigeren ze af te doen wordt ouders/verzorgers gevraagd schriftelijk toestemming te geven voor het dragen van de sieraden tijdens de les met daarbij de afspraak dat: als een desbetreffende leerling hierdoor letsel oploopt gedurende de gymles, ouders/verzorgen hier verantwoordelijkheid voor dragen. Schoolgids 2014 - 2015 29/53 7.11 Stage De locatie O&P VSO biedt de leerlingen, mits passend in het onderwijstraject, interne en/of externe stages. Leerlingen krijgen op deze manier de kans om werkvaardigheden te oefenen en zich op een vakgebied te oriënteren. De werkzaamheden en leerdoelen van een stage worden altijd contractueel vastgelegd. 7.12 Kampen, excursies, schoolreizen Onderdeel van het onderwijsaanbod zijn activiteiten die gericht zijn op uitbreiding van de belevingswereld van de leerlingen. Enerzijds heeft dit de functie van het opdoen van informatie, anderzijds is het heel belangrijk om met je klasgenoten en je leerkrachten nieuwe, spannende en uitdagende dingen mee te maken. Deze onderdelen horen bij het schoolprogramma. Aan deze activiteiten zijn kosten verbonden. Deze mogen geen belemmering zijn voor deelname. U kunt altijd contact opnemen met de school als de gevraagde vrijwillige bijdrage een probleem vormt. Schoolgids 2014 - 2015 30/53 8 Resultaten van het onderwijs 8.1 Resultaten in relatie tot het ontwikkelingsperspectiefplan In het ontwikkelingsperspectiefplan maakt de school een inschatting van de doelen die een leerling kan behalen. Het ontwikkelingsperspectief bestaat uit een leerrendementsverwachting en een uitstroombestemming. Een uitstroombestemming stelt de school vast door het combineren van de leerrendementsverwachting van alle leergebieden samen. Het biedt handvatten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van een leerling. En het laat de school, de leerling en de ouders duidelijk zien waar de school samen met een leerling naartoe werkt en aan welke instroomeisen een leerling moet voldoen om succesvol te zijn in het vervolgonderwijs. Vanaf het schooljaar 2013 – 2014 is het via de kwaliteitswet verplicht om voor alle leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs een ontwikkelingsperspectiefplan op te stellen. 8.2 Het volgen van de ontwikkeling van de leerling De resultaten van het onderwijs worden gevolgd door middel van het leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem is een middel om de leerling te volgen in zijn/haar ontwikkeling. Het helpt ons in kaart te brengen met welke problemen de leerlingen te maken hebben en op welk gebied extra hulp moet worden ingezet. Op deze wijze kan per leerling in beeld gebracht worden of hij/zij zich naar verwachting ontwikkelt. Er wordt gebruik gemaakt van allerlei toets- en testmateriaal. We gebruiken methode-gebonden en methode-onafhankelijke toetsen. Methode-gebonden toetsen Deze toetsen hebben als doel de voortgang van de dagelijkse leerstof op gezette tijden te toetsen. De toetsen geven details aan en helpen de leerkracht de leerstof in een korte periode goed aan te passen aan het individuele kind. De toetsing vindt regelmatig plaats. Methode-onafhankelijke toetsen (CITO, SCOL, VPI) Deze toetsen gaan niet uit van het dagelijks werk. De toetsen bewaken meer de algemene voortgang van het kind. De toetsen staan niet in relatie tot de leermethodes die dagelijks worden gebruikt. De resultaten worden gekoppeld aan een niveau-indicatie. De ouders mogen van de school verwachten dat zij alles in het werk stelt om tot maximale resultaten te komen. Verder worden de diverse stage-onderdelen getoetst en worden verworven competenties en vaardigheden van leerlingen vastgelegd in het portfolio van de leerling. Stagebeoordeling De leerlingen van de onderbouw, uitstroomprofiel Vervolgonderwijs, volgen een interne stage. Deze wordt beoordeeld door de stagebegeleider. De resultaten worden met de leerling besproken. De externe stages voor uitstroomprofiel Vervolgonderwijs en Arbeid worden beoordeeld door de stagebegeleider van het stageadres. De resultaten worden besproken in een gesprek met de stagebegeleider van school en de leerling. Er worden verschillende onderdelen beoordeeld, waaronder het uitvoeren van de werkzaamheden en de sociale omgang met collega’s en de werkgever. Schoolgids 2014 - 2015 31/53 8.3 De uitstroom van onze leerlingen 8.3.1 Naar een andere school Om goed te kunnen beoordelen of een leerling er aan toe is om naar een andere school te gaan, houden we de ontwikkelingen van elke leerling bij. Op grond van de resultaten van het leerlingvolgsysteem en toetsuitslagen wordt een advies voor vervolgonderwijs of arbeid gegeven. Het advies bespreken we met de ouders. Als ouders er toestemming voor geven, verstrekken wij het laatste OPP aan de vervolgschool. Wij verzorgen de overdracht naar de vervolgschool. Onze leerlingen gaan naar: het regulier (speciaal) basisonderwijs voortgezet speciaal onderwijs- een andere vorm van (voortgezet) speciaal onderwijs ( cluster 2) het VO (regulier voortgezet onderwijs) het mbo (middelbaar beroepsonderwijs) praktijkonderwijs specifieke zorginstellingen 8.3.2 Tussentijds schakelen Zoals gezegd zijn wij schakelonderwijs. Dit betekent dat kinderen op alle momenten geschakeld kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs. Dit kan terug naar het reguliere voortgezet zijn, naar het middelbaar beroepsonderwijs, praktijkonderwijs of een andere vorm van voortgezet speciaal onderwijs. De Commissie voor de Begeleiding geeft hierover een advies. 8.3.3 Afsluiting schoolloopbaan Als de leerling de school verlaat, krijgt de leerling binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs een onderwijskundig rapport en een overgangsdocument. Dit rapport gaat eveneens naar de vervolgschool. In het rapport staat informatie over de leerprestaties, de werkhouding en het gedrag van de leerling. De leerling binnen het uitstroomprofiel Arbeid krijgt een VSO-getuigschrift en eveneens een overgangsdocument. 8.3.4 Doubleren Doubleren betekent een schooljaar overdoen. Doubleren wordt op De Aventurijn over het algemeen niet als zinvol ervaren. Toch zijn er uitzonderingen mogelijk die de Commissie voor de Begeleiding kunnen doen besluiten om een leerling te laten doubleren. Dit kan bijvoorbeeld als een leerling een bijzonder heftige periode heeft meegemaakt waardoor de ontwikkeling is komen stil te staan. De leerling kan ook, om welke reden dan ook, een periode hebben gehad waarin het minder de school bezocht. De Commissie voor de Begeleiding zal dan een afweging maken op basis van de volgende factoren: cognitieve-, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling, werkhouding en thuissituatie. 8.4 Cijfers over de doorstroming van leerlingen Het afgelopen schooljaar hebben 16 leerlingen de SO afdeling en 194 leerlingen van afdeling O&P SO en VSO de school verlaten4. Hierbij zijn 65 crisisleerlingen en 33 gastleerlingen inbegrepen. Ze vervolgen hun schoolcarrière op een van de hiervoor genoemde onderwijsvormen of zijn naar arbeid geleid. In onderstaande tabel staat aangegeven om hoeveel leerlingen het gaat en waar ze naar toe zijn gegaan. In de tabel staat ook of het uitstroomniveau van de leerlingen overeenkomt met hetgeen we bij plaatsing op De Aventurijn hadden ingeschat. Schoolgids 2014 - 2015 32/53 type onderwijs Schoolverlaters schooljaar 2013 – 2014 aantal leerlingen in overeenstemming met uitstroomperspectief SO praktijkonderwijs vmbo –kaderberoeps en basisberoepsgerichte leerweg vmbo – theoretische leerweg havo vwo voortgezet speciaal onderwijs, cluster 3 voortgezet speciaal onderwijs, cluster 4 arbeid lwoo vava / havo mbo niveau 1 mbo niveau 2 mbo niveau 3 mbo niveau 4 beschermde arbeid dagbesteding / zorgboerderij Portalis vrijstelling onderwijs overig Gastleerlingen basisonderwijs sbo speciaal onderwijs afdeling andere RENN4 school* voortgezet speciaal onderwijs Speciaal onderwijs geen cluster 4 cluster 3 VSO O&P 2 17 SO SO O&P VSO O&P 1 1 SO O&P - 100% 100% - 100% 100% - - 13 28 24 2 - - 100% 100% 100% 100% 13 - 18 100% - 83% 1 - - 1 3 3 5 4 2 9 3 2 5* 8* 4* 1 3 2 7 33 - 0% 100% 0% 60%* 75%* 75%* 0% 100% 100% 80% 100% 100% 100% 100% 0% 0% 0% 100% - 1 2 2 1 - 100% 100% 100% 100% - Tabel 8.1: doorstroming leerlingen 2013-2014 Diploma’s en certificaten VMBO TL Landelijke examens Staatsexamen BB Staatsexamen TL 4 12 diploma’s 3 certificaten 6 certificaten Er zijn 5 leerlingen waarvan geen perspectief is vastgesteld, omdat ze slechts voor een observatieperiode op de Aventurijn zijn geweest. Van deze leerlingen kan dan ook niet bepaald worden of het uitstroom perspectief kloppend is. Schoolgids 2014 - 2015 33/53 Van de leerlingen die in het schooljaar 2012 – 2013 zijn uitgestroomd hebben we geïnformeerd hoeveel van hen nog op de vervolgopleiding zitten waar ze in september 2012 naar toe zijn gegaan. In onderstaande tabel ziet u het resultaat. type onderwijs Bestendiging schoolverlaters schooljaar 2012 – 2013 aantal leerlingen uitstroom + vervolg A= zelfde opleiding B= logische vervolgopleiding na A C= niet meer op de opleiding en geen logische vervolgopleiding Basisonderwijs Sbo Praktijkonderwijs vmbo –kaderberoeps en basisberoepsgerichte leerweg vmbo – theoretische leerweg Lwoo havo/vwo vava/havo 13 6 1 A 77% 100% 100% 6 8 6 22 7 33% 88% 67% 90% 85% 16% 12% speciaal onderwijs, cluster 2 en 3 speciaal onderwijs, cluster 4 voortgezet speciaal onderwijs, cluster 3 voortgezet speciaal onderwijs, cluster 4 4 9 4 22 75% 89% 50% 82% 25% mbo mbo mbo mbo 1 5 5 4 100% 60% 80% 100% 1 100% niveau niveau niveau niveau 1 2 3 4 Hbo beschermde arbeid dagbesteding (zorgboerderij) Portalis vrijstelling onderwijs overig (o.a. MKD) 4 2 2 3 Totaal 135 lln. B C 23% 50% 33% 10% 15% 4% 20% 11% 50% 14% 20% 20% 100% 100% 100% 100% Tabel 8.2: doorstroming leerlingen 2012-2013 8.5 Schoolontwikkeling 8.5.1 Het afgelopen jaar 2013 - 2014 We kunnen tevreden terugkijken naar de manier waarop er is gewerkt aan de richtpunten die we ons zelf ten doel hadden gesteld voor het schooljaar 2013-2014: t.b.v. kwaliteit van het onderwijs start koppeling methodiek PBS (Aventurijn SO) en Positive Action (Atlas) in kader Positief Schoolgids 2014 - 2015 34/53 opgroeien i.s.m. Yorneo vervolg inzet consultatieve leerlingbegeleiding invoering leerlijn Nederlands borging invoering digitaal leerlingvolgsysteem (MLS) voor de SO vervolg uitrol visie op speciaal onderwijs RENN4 De Aventurijn volgens de nieuwe kwaliteitswet t.b.v. personeel update /scholing omgaan met seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag voor alle medewerkers update /scholing omgaan met agressie (ABC) voor deel medewerkers update bedrijfshulpverlening intervisie en evt. individuele begeleiding voor medewerkers met opleiders in school coaching medewerkers benoemen nieuwe opleiders in school studiedag a.d.h.v. Kennisdeling RENN4 opleiden orthopedagoog generalist individuele scholingen personeelsleden i.v.m. loopbaanontwikkeling t.b.v. facilitair/huisvesting/ICT vervolg inhoudelijke /fysieke voorbereiding huisvesting speciale lesplaats Hoogeveen aanpassingen Fazantenlaan aanpassingen centrale administratie op de Elzenlaan uitvoeren meer jaren onderhoud a.d.h.v. opgestelde Meerjaren onderhoud Beleidsplan instandhouding gebouwen i.s.m. Bedrijfsbureau t.b.v. monitoring en bijstelling MT RENN4 Drenthe Intern begeleiders overleg in kader implementatietrajecten Gedragsdeskundigenoverleg in kader leerlingenzorg CVB breed afstemmingsoverleg in kader Landelijke Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs (LKSO) & monitoren kwaliteit in kader zelfevaluatie kader (ZEK) Oplis overleg /evaluatie a.d.h.v. leerkrachtcompetenties klassenobservaties en consultaties door IB-er /GD-er en teamleider a.d.h.v. kijkwijzer (o.a. kijkwijzer vakgericht taalonderwijs) Evaluatie instroom- en uitstroomgegevens /opbrengsten /jaarverslag vanuit Dot Com School, MLS en CITO Verbeterplan leerlingenzorg n.a.v. interne Audit volgens borgingskalender Uitvoer verbeterplan Landelijke Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs (LKSO) Volgen /monitoren uitgestroomde leerlingen 8.5.2 Het huidige jaar 2014 - 2015 Het schoolplan 2011-2015 geeft de richtpunten voor het komende schooljaar. T.b.v. kwaliteit van het onderwijs vervolg koppeling methodiek PBS (Aventurijn SO) en Positive Action (Atlas) in kader Positief opgroeien i.s.m. Yorneo vervolg uitrol visie op speciaal onderwijs RENN4 De Aventurijn volgens de nieuwe kwaliteitswet visievorming en schrijven van beleid voor omgang met social multi media door leerlingen onderzoek invoering gelijke schooltijdenmodel / aanpassing schooltijden nieuwe wettelijke kaders Schoolgids 2014 - 2015 35/53 T.b.v. personeel update /scholing omgaan met seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag voor alle medewerkers update /scholing omgaan met agressie (ABC) voor deel medewerkers update bedrijfshulpverlening coaching medewerkers door middel van intervisie studiedag a.d.h.v. Kennisdeling RENN4 afronding opleiden orthopedagoog generalisten individuele scholingen personeelsleden i.v.m. loopbaanontwikkeling T.b.v. facilitair/huisvesting/ICT vervolg inhoudelijke /fysieke voorbereiding huisvesting speciale lesplaats Hoogeveen uitvoeren meer jaren onderhoud a.d.h.v. opgestelde Meerjaren onderhoud Beleidsplan instandhouding gebouwen i.s.m. Bedrijfsbureau T.b.v. monitoring en bijstelling MT RENN4 Drenthe MT Themabijeenkomsten m.b.t. inhoudelijke doorontwikkeling Intern begeleiders overleg in kader implementatietrajecten Gedragsdeskundigenoverleg in kader leerlingenzorg Commissie voor de begeleiding bijeenkomsten Groot en Klein in kader ontwikkelperspectief plannen evaluatie en bijstelling Kwaliteitsteam bijeenkomsten in het kader van monitoren van de kwaliteit in kader zelfevaluatie / audits en opbrengsten analyses Oplis overleg /evaluatie a.d.h.v. leerkrachtcompetenties klassenobservaties en consultaties door IB-er /GD-er en teamleider a.d.h.v. kijkwijzer (o.a. kijkwijzer vakgericht taalonderwijs) Volgen /monitoren uitgestroomde leerlingen 8.6 Onderwijsinspectie De Onderwijsinspectie heeft tot taak om toezicht te houden op het onderwijs. Per 1 september 2002 is de nieuwe Wet op het onderwijstoezicht (WOT) ingegaan. Binnen het inspectietoezicht staat de vraag centraal: “Hoe is de kwaliteit van de school?”. Van de bevindingen wordt een rapport gemaakt. Dit rapport maakt de inspectie openbaar op haar website www.onderwijsinspectie.nl. RENN4 maakt de inspectierapporten ook zelf openbaar door publicatie op de website. Als u op de startpagina (www.renn4.nl) bij de keuzemogelijkheid Scholen de school kiest waarin u geïnteresseerd bent, kunt u daar het laatste inspectierapport inzien. De Aventurijn valt onder de Inspectie van het Onderwijs kantoor Zwolle, Postbus 10048, 8000 GA Zwolle. Voor vragen over het onderwijs in het algemeen of de Inspectie in het bijzonder kunt u bellen met telefoonnummer 088-669 60 60 of mailen naar [email protected]. Informatie over de Onderwijsinspectie vindt u op www.onderwijsinspectie.nl Vertrouwensinspectie Binnen de Inspectie van het Onderwijs heeft een klein team van inspecteurs naast hun toezichthoudende taak een bijzondere taak: zij zijn vertrouwensinspecteur (VI). De vertrouwensinspectie is telefonisch bereikbaar op 0900-1113111. U kunt contact opnemen met Schoolgids 2014 - 2015 36/53 de vertrouwensinspectie als er sprake is van fysiek geweld, pesten, discriminatie of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Meer informatie vindt u op: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Vertrouwensinspecteurs Schoolgids 2014 - 2015 37/53 9 Ouders 9.1 Samenwerken met ouders Als uw kind bij ons aangemeld wordt, betekent het dat er problemen zijn met betrekking tot het gedrag van uw kind. Deze problemen kunnen zich op school, thuis en in de vrije tijd voordoen. Samenwerking met u en andere instanties vinden wij daarom van groot belang. Als ouder bent u verantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind. Aan het onderwijs voor uw kind kunt u een belangrijke bijdrage leveren als ervaringsdeskundige. Immers, u bent degene die uw kind vanuit de thuissituatie het beste en het langste kent. De leerkracht kan van u dan ook belangrijke informatie krijgen over het functioneren en de behoeften van uw kind. Bovendien hebt u wellicht al ervaring met verschillende vormen van aanpak en de effecten daarvan. Wij spreken van educatief partnerschap. Samen wordt de verantwoordelijkheid gedragen voor het onderwijs. Dit wordt ondersteund door het ondertekenen van het document gezamenlijke verantwoordelijkheid en het agressiedocument. Leerkrachten kijken vanuit hun eigen specifieke deskundigheid naar uw kind. U mag van hen verwachten dat zij u regelmatig en objectief informeren over het functioneren van uw kind op school, dat zij actief luisteren naar u en dat zij betrokken zijn bij het welzijn van uw kind. U en de leerkracht zijn gelijkwaardige gesprekspartners bij de samenwerking voor uw kind. Dat betekent dat u beiden elkaars deskundigheid en mening respecteert. Het opbouwen van een vertrouwensband is belangrijk voor een goede samenwerking. De school heeft echter ook een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de ondersteuning van uw kind. Deze ontstaat wanneer uw kind naar de mening van de school wordt bedreigd in zijn of haar ontwikkeling en niet de hulp krijgt die het nodig heeft. In overleg met u zullen dan externe hulpverleningsinstanties ingeschakeld kunnen worden of de school zal zelf contact opnemen met de aangewezen hulpverlenende instanties. Samen bereiken we meer. U als ouder en wij als school hebben immers dezelfde opdracht: uw kind voorbereiden op en begeleiden naar de volwassenheid. 9.2 Het belang van de betrokkenheid Om het doel, dat we ons samen met u gesteld hebben, zo goed en snel mogelijk te bereiken, vinden wij het van groot belang dat school en ouders de verantwoordelijkheid voor de begeleiding delen. We verwachten van ouders een constructieve opstelling. Dat houdt ook in dat we ouders voor OPP-besprekingen op school verwachten, dat de leerkrachten welkom zijn op een eventueel huisbezoek maar ook dat u bij ziekte of ander verzuim tijdig (tussen 8.00 en 8.30 uur ‘s morgens) contact met ons opneemt. Wij nemen contact met u op als dat nodig is (bijvoorbeeld bij onverwachte gebeurtenissen of ontwikkelingen). Wij moeten hiervoor kunnen beschikken over de juiste gegevens zoals uw adres, telefoonnummer en e-mailadres. Het is uw taak de gegevens en eventuele wijzigingen door te geven aan de leerkracht en de administratie. De ouders van nieuwe leerlingen vragen wij een formulier in te vullen met vragen over onder andere het sofinummer van de leerling, adresgegevens van de ouders en adresgegevens van iemand die in geval van nood, als u niet bereikbaar bent, benaderd kan worden. Schoolgids 2014 - 2015 38/53 9.3 Informatievoorziening 9.3.1 Schoolgids Aan het begin van het schooljaar is voor iedereen de schoolgids beschikbaar via de website van RENN4: www.renn4.nl Onder de knop Scholen kunt u de schoolgids van de betreffende school aanklikken. In principe geven we geen “papieren” schoolgids meer uit. U kunt aangeven dat u toch een papieren schoolgids wilt ontvangen; wij zullen daar dan voor zorgen. 9.3.2 Nieuwsbrief Alle afdelingen van De Aventurijn verzorgen hun eigen nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief informeert u over allerlei actuele zaken van de afdeling en verschijnt op verschillende tijdstippen. Voor de afdeling SO regio wordt er per groep wekelijks een weekbrief meegegeven. Voor de afdelingen O&P SO en VSO verschijnt maandelijks een digitale versie. Deze nieuwsbrieven zijn ook terug te vinden op de website www.renn4.nl. 9.3.3 Websites Op de website van RENN4 www.renn4.nl, vindt u onder andere de algemene informatie over RENN4 en haar scholen. U kunt daarbij denken aan contactgegevens, de schoolgids en de vakantieregeling. 9.3.4 Oudercontacten en ouderparticipatie De school kent verschillende momenten waarop u als ouder in de gelegenheid wordt gesteld over uw kind te praten of om meer van de werkwijze van de school te weten te komen. Als ouders gescheiden zijn, gaat de informatie van school doorgaans naar het woonadres van het kind, tenzij anders is afgesproken. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de ouder bij wie het kind woont, zorgdraagt voor het verstrekken van de nodige informatie van de school aan de andere, niet verzorgende of gedeeltelijk verzorgende ouder. Mocht dit problemen geven, dan kan de niet verzorgende of gedeeltelijk verzorgende ouder zelf contact opnemen met ons voor de desbetreffende informatie. De Aventurijn hecht veel waarde aan het contact met u en aan uw betrokkenheid bij het onderwijs. We organiseren de volgende contactmogelijkheden. 9.3.5.1 Bespreking Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 9.3.5.2 Rapportbespreking 9.3.5.3 Informatieavonden 9.3.5.4 Huisbezoek Aan het einde van het schooljaar worden de OPP’s geëvalueerd. U krijgt het OPP van tevoren opgestuurd. Tijdens de bespreking wordt het plan dan geëvalueerd en tegelijk worden de doelen voor het nieuwe schooljaar besproken en vastgesteld. Het nieuwe OPP wordt dan ondertekend. Wanneer een leerling de school verlaat, wordt er een onderwijskundig rapport geschreven. Daarin staat school specifieke informatie zoals de leerprestaties, de werkhouding en het gedrag van een leerling. Op de afdeling O&P worden ook de behandeldoelen en –resultaten opgenomen. In een schooljaar worden er voor ouders van de locaties een of meerdere informatieavonden georganiseerd. De schoolmaatschappelijk werker of de mentor kan op huisbezoek komen. Een huisbezoek kan wenselijk zijn in verschillende gevallen: kennismaking, bespreking van problemen, ondersteuning, et cetera. Van tevoren wordt er contact met u opgenomen om een afspraak te maken. Vanuit Accare wordt een huisbezoek door de ouderbegeleider van Accare verzorgd. Schoolgids 2014 - 2015 39/53 9.3.5.5 Telefonisch- en email contact Veel leerkrachten en ouders/verzorgers stellen telefonisch contact op prijs. Het regelmatig terugkoppelen van de stand van zaken is wenselijk, opdat de thuis- en schoolsituatie goed op elkaar zijn afgestemd. Wanneer regelmatig contact tussen ouders/verzorgers en de leerkracht wenselijk is, kan er gebruik gemaakt worden van een contactschrift (SO) of emailcontact. Tijdens lesuren is het voor de leerkrachten moeilijk ouders te woord te staan. U kunt daarom beter voor of na schooltijd telefonisch contact opnemen met de leerkracht of een afspraak maken. 9.3.5.6 Oudergesprekken 9.3.5.7 Foto’s en video’s Twee keer per jaar worden er oudergesprekken georganiseerd. Deze gesprekken zijn gekoppeld aan het handelingsplan van de leerling. Bij het oudergesprek is de mentor aanwezig en eventueel de onderwijsassistent. Uiteraard kan het voorkomen dat het wenselijk is dat de inhoudelijk begeleider, gedragsdeskundige of teamleider van de school bij het gesprek aanwezig is. Dit is op aanvraag mogelijk. Op aanvraag is het ook mogelijk om een gesprek te voeren met één van de vakleerkrachten. Geregeld worden bij ons op school video-opnames of foto's gemaakt tijdens schoolactiviteiten. Formeel horen ouder hier toestemming voor te geven. Hiermee verzoeken wij de ouders die bezwaar hebben tegen dergelijke foto's en/of video-opnames om dit te melden bij de schoolleiding. In voorkomende gevallen zullen van de desbetreffende leerling(en) dan geen opnames plaatsvinden. Wanneer er sprake is van een individueel begeleidingstraject van een leerling door de video interactiebegeleider van de school, gaat dit altijd in overleg met ouders en wordt dit vastgelegd in het ontwikkelperspectiefplan. 9.4 Medezeggenschapsraad Ouders/verzorgers hebben het recht mee te praten op school via de medezeggenschapsraad (MR). De MR houdt zich vooral bezig met het toetsen van beleidsmatige zaken van de school en het schoolbestuur. De leden van de MR worden steeds voor een periode van drie jaar gekozen. Als er nieuwe leden gekozen moeten worden, krijgen ouders/verzorgers daarvan bericht. Vertegenwoordigers namens het personeel: Mw. A Bruggink afdeling SO regio Smilde Mw. J. Kloos afdeling Onderwijs & Psychiatrie SO Smilde Mw. M. Schuitema – Keekstra afdeling Onderwijs en Psychiatrie VSO Smilde Vertegenwoordigers namens de ouders: Dhr. M. Jansen afdeling SO regio Smilde Vacature De MR overlegt met de directie over zaken als: - besteding van gelden - personeelsaangelegenheden - Arbobeleid voor zowel personeel als kinderen, bijvoorbeeld de veiligheid op school De MR vergadert ongeveer 7 keer per jaar. De directie bespreekt met de MR het voorgenomen beleid. De MR kent wettelijk twee vormen van inspraak: instemmingsrecht en adviesrecht. Elke geleding heeft instemmingsrecht over die zaken die voor haar van wezenlijk belang zijn. Zo moeten ouders/verzorgers en personeel beide instemmen met het schoolplan en het activiteitenplan. Schoolgids 2014 - 2015 40/53 Als u meer wilt weten over de MR, dan kunt u contact opnemen met de school, tel. 0592-414508 of mailen naar [email protected]. 9.5 Leerlingenraad De afdelingen hebben een leerlingenadviesraad (LAR). Deze komt 1x per maand bijeen en vergadert met de teamleider. Diverse afdelings- en/of schoolgebonden zaken kunnen besproken worden, zoals: gebruik van mobieltjes, veiligheid, pedagogisch klimaat (sfeer op school) maar ook het onderhoud van de gebouwen of inrichting van het schoolplein, het organiseren van een schoolfeest e.d. De notulen worden verspreid onder de leerlingen en medewerkers van de afdeling en voorstellen vanuit de LAR worden besproken in de teamvergadering, waarna de LAR een terugkoppeling krijgt. Schoolgids 2014 - 2015 41/53 10 Geldzaken 10.1 Verzekering Ieder jaar wordt voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Een scholenongevallenverzekering dekt een deel van de kosten die niet door de gewone ziektekostenverzekering wordt gedekt, bijvoorbeeld eigen risico. U moet zelf een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. 10.2 Vrijwillige Ouderbijdrage De ouderbijdrage wordt per schooljaar, in overleg met de Medezeggenschapsraad, vastgesteld. Voor leerlingen die slechts een deel van het jaar de school bezoeken wordt een bijdrage naar evenredigheid gevraagd. De bijdrage is vrijwillig, maar wij rekenen op uw bereidwilligheid om bij te dragen. Pas dan kunnen we een aantal voorzieningen voor de leerlingen in stand houden. De vrijwillige ouderbijdrage voor niet onderwijsgebonden activiteiten waarvoor de school geen vergoeding ontvangt (uitstapjes en vieringen) is voor dit schooljaar vastgesteld op € 40, - voor SO-leerlingen en € 50, - voor VSO-leerlingen. Hiervan is een deel bedoeld voor schoolreisjes. Het resterende deel is voor vieringen en andere bijzondere activiteiten zoals Sinterklaas, Kerst- en Paasontbijt en excursies. 10.3 Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. De besturenorganisaties en VNG hebben een convenant ondertekend dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs. De belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: - Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. - Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. - Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. - De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. RENN4 onderschrijft de uitgangspunten van dit convenant. De Aventurijn maakt wel gebruik van sponsoring en beschikt over een gesponsorde schoolbus. Schoolgids 2014 - 2015 42/53 11 Regelzaken en verplichtingen 11.1 Schorsing In de praktijk kan het in voorkomende gevallen nodig zijn dat een leerling tijdelijk niet op school aanwezig is. De provinciedirecteur van de school is bevoegd tot het schorsen van leerlingen; hij kan de teamleider mandateren om namens hem een schorsing uit te spreken. Het schorsen van leerlingen is gebonden aan regels en procedures die zorgvuldig moeten worden gevolgd. Het gaat daarbij om het volgende: de schorsing van de leerling wordt telefonisch aan ouders meegedeeld en daarna schriftelijk bevestigd. bij zowel de telefonische mededeling als de schriftelijke bevestiging, is het van belang aan te geven waarom de leerling wordt geschorst en voor hoelang (maximaal vijf dagen). de provinciedirecteur kan het noodzakelijk vinden dat, voordat de leerling terug komt op school, eerst een gesprek met de leerling en zijn ouders plaatsvindt. Dit wordt in het telefonisch contact en in de brief aangekondigd. Gedurende de periode van schorsing houdt de school een inspanningsverplichting naar de leerling. Dit betekent dat gezorgd moet worden voor huiswerk en dat een afspraak gemaakt wordt over het nakijken ervan. De schorsingsbrief bevat ook informatie over de bezwaarmogelijkheid. Ouders kunnen bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de provinciedirecteur van de school. Het indienen van een bezwaar heeft geen opschortende werking. De schorsingsbrief gaat in afschrift naar het College van Bestuur van RENN4, de leerplichtambtenaar en de toezichthoudend inspecteur (bij schorsing voor meer dan één dag). 11.2 Verwijdering In uitzonderlijke gevallen kan besloten worden tot verwijdering van de leerling. Dit is het geval als het gedrag van de leerling een veiligheidsrisico vormt voor de andere leerlingen en/of de medewerkers van de school. Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is, vindt niet eerder plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorggedragen dat een school voor voortgezet speciaal onderwijs, dan wel een instelling voor educatie en beroepsonderwijs bereid is de leerling toe te laten. Van een verwijdering krijgt u schriftelijk bericht. In de brief wordt tevens gewezen op de bezwaarmogelijkheden die u hebt. Het bevoegd gezag deelt een verwijdering voorafgaand aan een verwijdering aan ouders mee. Binnen zes weken na de mededeling van verwijdering kunt u bij het bevoegd gezag schriftelijk uw bezwaren kenbaar maken. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van de bezwaren. De bevoegdheid tot het verwijderen van leerlingen is niet overgedragen aan de provinciedirecteur van de school. Verwijdering van leerlingen kan alleen plaatsvinden door het College van Bestuur. Net als bij schorsing houdt de school gedurende de periode van acht weken een inspanningsverplichting naar de leerling. In beginsel is de leerling gedurende deze acht weken gewoon op school. Indien de aanwezigheid van de leerling leidt tot een ernstig onveilige situatie voor medeleerlingen of teamleden kan de leerling gedurende de periode van acht weken de Schoolgids 2014 - 2015 43/53 toegang tot de school worden ontzegd. Hiertoe moet het bevoegd gezag een apart besluit nemen. De inspanningsverplichting blijft ook dan bestaan (huiswerk, afspraken over uitleg en nakijken). 11.3 Lesuitval Als een leerkracht ziek is, of om een andere reden niet aanwezig is, wordt er zo goed mogelijk voor gezorgd dat de lessen (in aangepaste) vorm doorgaan. Het streven is ervoor te zorgen dat de groep een vervanger heeft. Lukt dit niet, dan kan besloten worden om de leerlingen te verdelen over andere groepen. Voor een aantal leerlingen, bijvoorbeeld die vanuit hun problematiek sterk gehecht zijn aan een vaste leerkracht, maar ook voor de vervangende leerkracht, is het soms een moeilijke situatie. Begrip voor beiden is dan ook op zijn plaats. Als er geen vervanging of alternatief voorhanden is, kan als uiterste maatregel besloten worden om leerlingen thuis te laten blijven. In verband met vervoer maken wij dit waar mogelijk een dag van te voren bij u bekend. Wanneer een ouder niet wordt bereikt, wordt de boodschap ingesproken. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt de leerling de volgende ochtend opgevangen en wordt er opnieuw geprobeerd contact te krijgen met u. 11.4 Leerplicht en verlofregeling 11.4.1 Leerplicht In Nederland kan elk kind naar school. Het belang van onderwijs voor het kind zelf en de samenleving is zo groot dat hiervoor de leerplicht is ingesteld. Iedereen is vanaf de leeftijd van vijf jaar tot en met het schooljaar waarin hij of zij zestien jaar wordt geheel leerplichtig (zie ook de website: www.rijksoverheid.nl/leerplicht). 11.4.2 Verlof Verlof buiten de officiële schoolvakanties kan, eventueel, verleend worden in verband met de specifieke aard van het beroep van één van de ouders van het kind. Dit verlof mag één keer per jaar voor maximaal tien schooldagen worden gegeven. Dit moet schriftelijk worden aangevraagd bij de provinciedirecteur. Dit verlof mag niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar vallen. Soms kan er verlof noodzakelijk zijn op grond van, zoals de leerplichtwet het noemt, “gewichtige omstandigheden”. Bij minder dan tien schooldagen kan de provinciedirecteur dit verlof verlenen. Indien er voor meer dan tien dagen verlof wordt aangevraagd, is er toestemming van de leerplichtambtenaar nodig. Voorbeelden van gewichtige omstandigheden: - Het voldoen aan wettelijke verplichtingen wanneer dit niet buiten lesuren kan geschieden; - Verhuizing; - Huwelijk, ziekte, overlijden en jubileum van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad. - Bevalling van moeder of verzorgster; - Indien de werkgever de werknemer verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te nemen. Er dient dan een werkgeversverklaring te worden overlegd. Schoolgids 2014 - 2015 44/53 Per situatie zal door de provinciedirecteur van de school (tot en met de eerste tien dagen verlof) of door de leerplichtambtenaar (wanneer het gaat om meer dan tien dagen verlof) bekeken worden of het verlof wordt toegewezen. 11.4.3 Afwezigheid Afwezigheid van een leerling moet voor de start van de lessen worden gemeld. De afwezigheid wordt vervolgens geregistreerd. Bezoeken aan arts, tandarts of specialist dienen zo veel mogelijk buiten de lesuren plaats te vinden. Indien dit niet mogelijk is, worden deze bezoeken op school gemeld. Vergeet u niet, in geval van taxivervoer, de afwezigheid ook tijdig te melden bij het taxibedrijf. 11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim Ongeoorloofd schoolverzuim kan leiden tot een geldboete. De provinciedirecteur heeft de wettelijke verplichting dit verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling. Indien kinderen, door omstandigheden, buiten de schoolvakanties afwezig moeten zijn, dan dient u dit, in verband met wettelijke bepaling, vooraf schriftelijk bij de school aan te vragen. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan hiervoor toestemming gegeven worden. De aanwijzingen van de leerplichtwet worden gevolgd. Indien u vergeet het schoolverzuim te melden, of als wij vermoeden dat het schoolverzuim niet geoorloofd is, zullen wij contact met u opnemen om een en ander te bespreken. 11.4.5 Slechtweerprotocol In de wintermaanden kan het voorkomen dat het erg slecht weer is. Voor leerlingen die met de taxi naar school komen, kan dit betekenen dat ze niet naar school kunnen komen omdat de taxibedrijven niet rijden. Leerlingen die dicht genoeg bij school wonen om veilig naar school te komen, worden op deze dagen gewoon op school verwacht. Als vanwege naderend slecht weer het openbaar vervoer besluit om vanaf een bepaald tijdstip niet langer te rijden, kan de school besluiten de leerlingen eerder naar huis te sturen. Er wordt dan wel eerst nagevraagd of er thuis iemand aanwezig is. 11.4.6 Ontheffingen Voor de leerlingen die ten gevolge van de problematiek of in verband met het behandelaanbod niet de vereiste onderwijstijd halen, wordt in overleg met de ouders bij de Inspectie ontheffing voor een deel van de onderwijstijd aangevraagd. 11.5 Dossiers Afspraken over het omgaan met dossiers zijn wettelijk vastgelegd. Van alle leerlingen bestaat een dossier. Tot het dossier rekenen we alles wat over een leerling schriftelijk wordt vastgelegd. Gemaakt werk, zoals schriften, rekenen we niet tot het dossier. Aan dossiers stellen we de volgende eisen: Onderzoeken en testen ouder dan twee jaar worden niet meer gebruikt voor de beeldvorming van de leerling; Als een leerling van school gaat, wordt het dossier nog vijf jaar bewaard; Na vijf jaar wordt het dossier vernietigd; Ouders hebben inzagerecht in het dossier van hun kind; Jongeren tot 16 jaar mogen, met toestemming van hun ouders, zelf hun dossier inzien; Jongeren vanaf 16 jaar mogen zelfstandig hun dossier inzien; Inzage gaat altijd in overleg met diegene die verantwoordelijk is voor de dossiers; Schoolgids 2014 - 2015 45/53 Dossiers worden bewaard op school en mogen niet worden meegenomen; Verstrekking van informatie aan derden kan alleen met schriftelijke toestemming van de ouders. 11.6 Klachtenregeling Alle scholen van RENN4 hanteren dezelfde klachtenregeling. Op school kunt u de klachtenregeling inzien of een exemplaar opvragen. U kunt de regeling ook downloaden van de pagina Over RENN4 - klachtenregeling op www.renn4.nl. Voor wie is de regeling bedoeld De klachtenregeling is bedoeld voor (ex-)leerlingen, ouders/voogden/verzorgers van minderjarige (ex-)leerlingen, (leden van) het personeel, stagiairs, (leden van) de directie, (leden van) het bevoegd gezag, vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school/afdeling en personen die anderszins deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Deze personen kunnen zowel klager als aangeklaagde zijn. Gaat het om een voorval dat met een gesprek is op te lossen? Als er iets is voorgevallen, kunt u eerst proberen of dit met een gesprek is op te lossen: bespreek een voorval dat één of meerdere medeleerlingen betreft met de leerkracht; bespreek een voorval dat een leerkracht of andere medewerkers van de school betreft met de provinciedirecteur; bespreek een voorval dat de directeur of een andere medewerker van RENN4 betreft, met het College van Bestuur van RENN4. Binnen tien werkdagen wordt een oplossing geboden. Bent u tevreden dan is daarmee het voorval afgehandeld. Bent u niet tevreden, dan kunt u alsnog een officiële klacht indienen. Een klacht indienen U kunt een klacht indienen als het gaat om ongewenst gedrag in de breedste zin van het woord. Het kan gaan om bijvoorbeeld seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie of geweld. Meer informatie van de GGD over ongewenste omgangsvormen vindt u op de pagina Over RENN4 onder klachtenregeling op www.renn4.nl. Wilt u een klacht indienen, neem dan contact op met de contactpersoon van de school/afdeling. De contactpersoon verwijst u door naar de vertrouwenspersoon. Mogelijk kan de vertrouwenspersoon uw klacht via bemiddeling oplossen. Lukt dit niet, dien dan binnen tien werkdagen een schriftelijke klacht in bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie. De benodigde contactgegevens vindt u onderaan dit hoofdstuk en op de laatste pagina van de klachtenregeling. Afhandeling van uw klacht door het bevoegd gezag Hebt u een klacht ingediend bij het bevoegd gezag dan is de procedure als volgt: 1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt het bevoegd gezag de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt. 2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt hoor en wederhoor. 3. Binnen vier weken na hoor en wederhoor neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt dit mee aan de klager en aangeklaagde. Afhandeling van uw klacht door de klachtencommissie Hebt u een klacht ingediend bij de klachtencommissie dan is de procedure als volgt: Schoolgids 2014 - 2015 46/53 1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt. 2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt een hoorzitting. 3. Binnen vier weken na de hoorzitting brengt de klachtencommissie een advies uit aan het bevoegd gezag. 4. Binnen vier weken na ontvangst van het advies neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt dit mee aan de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie en de directie van de school. Contactgegevens Contactpersoon van de school: De heer P. Reinders Postbus 17 9422 ZG Smilde t. 0592- 414508 [email protected] Mevrouw T. Frie Postbus 17 9422 ZG Smilde t. 0592-414508 [email protected] Vertrouwenspersoon voor leerlingen en ouders GGD Drenthe Geert Helder, t. 06-158 74 952 / 0592-30 63 00 Postbus 144, 9400 AC Assen [email protected] Bevoegd gezag/College van Bestuur RENN4 Drs. L. de Boom, voorzitter J. Jonker Msc, lid Postbus 8091 9702 KB Groningen t. 050 - 520 91 51 Klachtencommissie Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD UTRECHT Tel. 030-2809590 [email protected] 11.7 Veiligheid Een veilig schoolklimaat vinden wij erg belangrijk. Wij geven met elkaar inhoud aan de “Veilige School” door o.a. Gedragsregels en afspraken; Het ontruimingsplan; Bijhouden van risico’s en ongelukken; Schoolgids 2014 - 2015 47/53 Inspectie van het plein, de lokalen en andere ruimtes. Een aantal leden van het team is opgeleid tot bedrijfshulpverlener en volgt herhalingscursussen. 11.7.1 Agressieprotocol/Pestprotocol Het komt voor dat we te maken hebben met agressie van leerlingen. Deze agressie kan gericht zijn tegen zichzelf, tegen andere leerlingen of tegen leerkrachten. Helaas komt het voor dat leerlingen met opzet spullen van school en/of anderen vernielen. Deze schade wordt niet door de verzekering gedekt. Opzettelijk veroorzaakte schade moet door de veroorzaker zelf worden vergoed. Gelet op de wetgeving ten aanzien van aansprakelijkheid, is het gewenst dat u een aansprakelijkheidsverzekering afsluit. Wanneer er sprake is van verbaal en/of fysiek agressief gedrag tegen medeleerlingen en/of personeel van onze school, kan in het uiterste geval de politie worden ingeschakeld. De school heeft een agressieprotocol waarin aangegeven is hoe er in bovenstaande situaties wordt gehandeld. Ouders van nieuwe leerlingen worden bij de toelating gevraagd dit protocol te ondertekenen. De Aventurijn heeft behalve het agressieprotocol ook een pestprotocol. Dit is op aanvraag te verkrijgen. 11.7.2 Vermoedens van kindermishandeling en seksueel misbruik Op De Aventurijn zijn de teamleden geschoold in het signaleren van kindermishandeling en/of seksueel misbruik. Bij vermoedens hiervan treedt ons protocol in werking. Dit protocol ligt ter inzage bij de administratie van onze school. 11.8 Schoolregels Algemene regels Jassen hangen altijd in de gang. Het gebruik van mobiele telefoons is op alle locaties verboden; dit geldt niet alleen voor telefoneren, maar ook voor online gaan, sms’en en het maken van foto-, videoen geluidsopnamen. Meegenomen telefoons worden in de uitstand bij de leerkracht ingeleverd en aan het einde van de dag weer meegegeven. Zwemspullen neem je dezelfde dag weer mee naar huis om te laten wassen. Gymspullen neem je elke week mee naar huis om ze te laten wassen. Ruilen, weggeven en verkopen van spullen is verboden. Je zorgt ervoor dat de omgeving netjes blijft. Je ruimt je eigen rommel op. Gooien met spullen is verboden. Schooleigendommen die je moedwillig stuk maakt, moet je zelf betalen. Gebruik van het koffie/theeapparaat is uitsluitend bestemd voor personeel, niet voor leerlingen. Afdelingsregels / klassenregels Iedere afdeling kent zijn eigen specifieke afdelings- en klassenregels. Deze worden aan het begin van het schooljaar en met alle nieuwe leerlingen doorgenomen en zijn zichtbaar in de school Schoolgids 2014 - 2015 48/53 11.9 Reizen van en naar school U bent zelf verantwoordelijk voor het vervoer van uw kind naar school. In eerste instantie komt uw kind in aanmerking voor openbaar vervoer, eventueel met uw begeleiding. In uitzonderingsgevallen wordt hiervan afgeweken en wordt speciaal vervoer (per taxi) vergoed. U kunt aangepast vervoer aanvragen op het gemeentehuis van uw woongemeente bij de afdeling Leerlingenzaken. U kunt in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van het vervoer als de afstand van huis naar school meer dan 3 kilometer bedraagt. Hiervoor moet u bij uw eigen woongemeente zijn. Klachten over het vervoer kunt u doorgeven aan het taxibedrijf of aan de woongemeente. Het openbaar vervoer en het vervoer in busjes en taxi’s levert regelmatig klachten op. Wangedrag in busjes of taxi’s komt helaas regelmatig voor. Het valt voor onze leerlingen niet altijd mee om samen in een busje te moeten reizen. Samenwerking tussen medewerkers van de school, chauffeurs en ouders kan hen helpen om ‘goed reisgedrag’ te leren. Structuur bieden door een vaste plaats in de taxi kan al helpen. 11.10 Onderwijsnummer Door het ministerie worden scholen verplicht om van elke leerling door te geven wat zijn of haar Burgerservicenummer is. Dit nummer vormt de basis voor het toe te kennen onderwijsnummer. Schoolgids 2014 - 2015 49/53 12 Schooltijden en vakanties 12.1 Lestijden SO Veenhoopsweg maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Middag pauze: 8:30 - 14.30 uur 8:30 - 14.30 uur 8:30 - 12:30 uur 8:30 - 14.30 uur 8:30 - 12.30 uur 20 minuten per groep SO Fazantenlaan maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Middagpauze 8:30 - 14.45 uur 8:30 - 14.45 uur 8:30 - 12:30 uur 8:30 - 14.45 uur 8:30 - 12.30 uur 12.15 -12.50 uur VSO Fazantenlaan maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Middagpauze 8.30 - 14.30 uur 8.30 - 14.30 uur 8.30 - 12.30 uur 8.30 - 14.30 uur 8.30 - 14.30 uur 12.00 - 12.20 uur VSO Elzenlaan maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Middagpauze 8.30 - 14.30 uur 8.30 - 14.30 uur 8.30 - 12.30 uur 8.30 - 14.30 uur 8.30 - 14.30 uur 12.00 - 12.20 uur Een deel van de leerlingen van het havo4-traject volgt natuurkunde en/of scheikunde op het Drenthe College, locatie Anne de Vriesstraat in Assen. Dit is wekelijks op de dinsdag. Deze lessen eindigen om 15.00 uur. 12.2 Vakanties Soort vakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Meivakantie Zomervakantie Pasen Schoolgids 2014 - 2015 Vakantieperiode 11 oktober t/m 19 oktober 2014 20 december 2014 t/m 4 januari 2015 21 februari t/m 1 maart 2015 2 mei t/m 10 mei 2015 4 juli t/m 16 augustus 2015 3 t/m 6 april 2015 50/53 Hemelvaartsdag Pinksteren 14 en 15 mei 2015 25 mei 2015 Studiedagen en margedagen schooljaar 2014-2015: Vrijdag 19 juni 2015: Studie-/personeelsdag RENN4 Drenthe Alle locaties: Vrijdag 19 december 2014: Vrijdag 3 juli 2015: leerlingen om 12.00 uur vrij leerlingen om 12.00 uur vrij SO Smilde en SO Hoogeveen: Maandag 9-02-2015 Woensdag 3-06-2015 Maandag 8-06-2015 Er kunnen naast de hierboven genoemde dagen nog studiedagen worden ingezet t.b.v. ontwikkeling en scholing van personeel en organisatie. U ontvangt hierover tijdig bericht van de desbetreffende teamleider d.m.v. de nieuwsbrief Schoolgids 2014 - 2015 51/53 13 Contact Directeur Postadres Postbus 17, 9422 ZG Smilde Tel. 0592-414508 Fax. 0592-412035 [email protected] Teamleider De Aventurijn Veenhoopsweg SO: SO: Veenhoopsweg 60, 9422 AD Smilde Postadres: Postbus 17, 9422 ZG Smilde Tel. 0592-530040, Fax 0592-412035 Teamleider De Aventurijn Reviusweg 1 7901 JN Hoogeveen Postadres: Postbus 17, 9422 ZG Smilde Tel. 0528 -278722 Teamleider De Aventurijn Elzenlaan/ Fazantenlaan O&P VSO en SO: Fazantenlaan 1, 9422 EZ Smilde Elzenlaan 10, 9422 ES Smilde Postadres: Postbus 17, 9422 ZG Smilde Tel. 0592-414508 (Elzenlaan) Tel. 0592-480822 (Fazantenlaan) Fax 0592-480823 Mevr. I. Cornelissen Dhr. H. Thiewes Dhr. H. Stefes Dhr. J. Grootjans Commissie van Plaatsing RENN4 Drenthe p.a. Elzenlaan 10, 9422 ES Smilde Tel: 0592- 340497 Onderwijsgeschillen/klachtencommissie Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 2809590 Website: www.onderwijsgeschillen.nl E-mail: [email protected] Vertrouwensinspecteur Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Commissie Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 SD Utrecht Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 1113111 (lokaal tarief). Onderwijsinspectie E-mail: [email protected] Internet: www.onderwijsinspectie.nl Voor vragen over onderwijs: telefoon 0800-8051 (gratis) Schoolgids 2014 - 2015 52/53 GGD GGD Vestiging Assen (hoofdvestiging) Postadres: postbus 144, 9400 AC Assen Bezoekadres: Overcingellaan 17 9401 LA Assen Tel. 0592-306300 (werkdagen 8.00-12.30 uur en 13.00-17.00 uur) Fax 0592-314248 E-mail GGD Drenthe: [email protected] Website GGD: www.ggddrenthe.nl Oudervereniging Balans De Kwinkelier 40 3722 AR Bilthoven Tel. 030-292204 www.balansdigitaal.nl Informatieplatform voor ouders Voor www.50tien.nl 0800-5010 (gratis telefoonnummer) Bereikbaar tussen 10.00 – 15.00 uur Nederlandse Vereniging voor Autisme www.autisme-nva.nl Landelijke oudervereniging De Knoop www.deknoop.org Voor vragen over onderwijs Postbus 51 Tel. 0800-8051 (gratis) Vertrouwensinspectie De vertrouwensinspectie is telefonisch bereikbaar op 0900-1113111 (lokaal tarief). Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch- of fysiek geweld College van Bestuur RENN4 De heer drs. L. de Boom, voorzitter De heer J. Jonker MSc, lid Postbus 8091 9702 KB Groningen 050-309 8888 Schoolgids 2014 - 2015 53/53
© Copyright 2024 ExpyDoc