ImeldaNieuwsbrief juni 2014 halfjaarlijks informatieblad van Imelda vzw (jaargang 18) > Intra-operatieve, driedimensionale beeldvorming in spinale chirurgie: Imelda investeert in veilige en efficiënte zorgverlening voor uw patiënten > Belgische primeur: laser voor resectie van longmetastasen > Help rokers om de beslissende stap te zetten: spreek over rookstopbegeleiding > Accreditatie in ons ziekenhuis Colofon Imelda Nieuwsbrief verschijnt zesmaandelijks en wordt door Imelda vzw verspreid. Redactie: C. Aelvoet, M. Aertgeerts, P. Bossuyt, Cl. Bourgain, M. Christiaens, F. Charlier, P.J. Cuyle, Ph. Delattin, P. De Mulder, B. De Munnynck, S. De Vuysere, M. Dewil, M. Gillis, I. D’Hoore, A. Koeck, P. Lybeert, H. Plancke, I. Machiels, A. Missotten, J. Moerman, J. Roelandts, G. Schols, C. Smets, J.P. Van Boxelaer, S. Van Eldere, E. Van Essche, M. Van Herck, L. Van Steendam, J. Verbist, B. Vets, D. Withofs, M. Wittebols, W. Wynendaele Free-lance journalisten: W. De Boeck, N.Van Loock Samenstelling: Dienst communicatie Fotografie: Stefaan Van Gijsegem Lay-out en druk: KAN design en Drukkerij Dirk Wuyts NV Suggesties en bijdragen zijn hartelijk welkom. U kan ons contacteren op het nummer 015/50.50.08 of via mail: [email protected] 2 © vzw Imelda Niets uit deze productie mag worden gereproduceerd buiten Imelda, zonder voorafgaandelijke toelating v.u. J.P. Van Boxelaer Intro Jean-Pierre Van Boxelaer, hoofdgeneesheer - medisch directeur de geleverde kwaliteit een meer dan prominente plaats. De vakantiemaanden staan voor de deur! Vakantie is in de eerste plaats een tijd om te genieten, om volop te genieten. Tijd om uit te blazen. Ieder van ons is toe aan wat rust en ontspanning. We staan na de “moeder van alle verkiezingen” voor cruciale uitdagingen in een al maar complexere gezondheidszorg. Er is - gelukkig maar! - de vergrijzing en er is - ook gelukkig maar! steeds meer gespecialiseerde en innoverende diagnostiek en therapie. Alle zorgverstrekkers van de eerste tot de derde lijn hebben mekaar nodig om samen een betaalbare optimale multidisciplinaire transmurale zorg aan te bieden. De patiënt eist daarenboven terecht meer betrokkenheid en beslissingsrecht over zijn eigen zorgproces. De KCE – richtlijnen zorgen voor de nodige onrust. Kwaliteit van zorg gaat echter niet alleen over aantallen behandelingen! De multidisciplinaire omkadering, de opleiding en bijscholing van alle medewerkers, de patiëntvriendelijke aanpak, de pathologiezwaarte en – last but not least! - de zorgresultaten verdienen in de beoordeling van Tenslotte is er de steeds duidelijker eis tot maatschappelijke verantwoording over wat we als artsen en zorgverleners doen en over hoe we het doen. In het Imeldaziekenhuis hebben we besloten onze proces- en uitkomstindicatoren transparant te communiceren en deze ook in hun juiste context te duiden op onze website www.imelda.be. Als vakantieliteratuur bevelen we u de eerste editie van onze vernieuwde ImeldaNieuwsbrief aan. We hebben beslist in te stappen in een ziekenhuisaccreditatietraject met het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ). We streven ernaar dit kwaliteitslabel te behalen tegen eind 2016. Nathalie Van Loock werd in dit verband als stafmedewerker aangetrokken en brengt ons een stand van zaken rond Zorginspectie en Ziekenhuisaccreditatie in ons ziekenhuis. Charles Smets, onze derde neurochirurg bespreekt de peroperatieve, driedimensionele beeldvorming in spinale chirurgie: een tool voor veilige en efficiënte patiëntenzorg. Jürgen Verbist stelt u een Belgische primeur voor: laserresectie van longmetastasen. De behandelingsmogelijkheden voor multiple sclerose zijn de laatste jaren fors uitgebreid en vragen een specifieke begeleiding van de patiënt door een MS-expert. Met Maarten Dewil hebben we deze in huis! ImeldaNieuwsbrief juni 2014 Roken kan niet meer! Tabacologe Wendy De Boeck stelt u een nieuwe campagne voor: een initiatief om de begeleiding naar definitieve rookstop niet alleen bij patiënten, hun familie en hun bezoekers, maar ook bij alle zorgverleners opnieuw in de schijnwerpers te plaatsen. We stellen ook graag ons multidisciplinair diabetesteam voor. Ze zijn duidelijk apetrots op hun nieuwe centrale locatie, waar kwalitatief hoogstaande zorg en patiëntcomfort hand in hand gaan. Tenslotte zetten we kort onze nieuwste stafleden in de kijker, brengen we u onze agenda met onze traditionele I-Podia en een gepland symposium, waarop we u nu al hartelijk willen uitnodigen. Wij houden u natuurlijk heel graag op de hoogte van wat er in ons ziekenhuis gebeurt. Niet alleen via de papieren nieuwsbrief maar ook via digitale berichten. Om de twee maand versturen wij voortaan I-mailda, een elektronische nieuwsbrief met korte berichten. Om onze mailinglijst up-to-date te houden vragen we u met aandrang ons uw contactgegevens nu éénmalig door te geven en later te actualiseren indien nodig. Heel veel leesgenot! ● 3 Expert MS-expert in het Imeldaziekenhuis Maarten Dewil, neuroloog - MS-expert Hoewel multiple sclerose reeds in het midden van de 19de eeuw goed beschreven en gekarakteriseerd werd, blijft het tot op vandaag een ongeneeslijke en chronische aandoening die vaak jonge mensen treft. De behandelingsmogelijkheden zijn de laatste jaren fors uitgebreid en vragen een specifieke begeleiding van de patiënt door een MS-expert. 4 Het ontregelde afweermechanisme bij mensen met MS leidt tot het optreden van ontstekingshaarden op verschillende plaatsen in het centraal zenuwstelsel. Hierbij worden lichaamseigen eiwitten (die deel uitmaken van de myelineschede) als lichaamsvreemd herkend en afgebroken door de massaal aangetrokken ontstekingscellen. Er treedt verlies van myeline op (demyelinisatie) en in mindere mate ook aantasting van de zenuwuitlopers zelf (axonale schade). Vermits deze ontstekingshaarden zich over het hele centrale zenuwstelsel kunnen voordoen, zijn de klinische symptomen van MS erg gevarieerd. Klassiek is een neuritis optica (ontsteking van de oogzenuw), een presenterend symptoom met klachten van veranderd kleurenzicht en unilaterale visusdaling. Ook klachten van krachtverlies en gevoelsstoornissen kunnen optreden net als dubbel zicht, vermoeidheid, plasmoeilijkheden en evenwichtsstoornissen. In de jaren ’90 trad er een ware revolutie op in de diagnose en behandeling van MS. Tot dan kon de diagnose van MS enkel gesteld worden aan de hand van het verhaal van de patiënt, het klinisch neurologisch onderzoek, lumbale punctie (ruggenprik) en elektrofysiologisch onderzoek. De komst van de MRI of KST van schedel en ruggenmerg betekende een belangrijke stap voorwaarts. De ontstekingshaarden konden nu precies in beeld gebracht worden als letsels in de witte stof (en in mindere mate in de grijze stof). Daarnaast zorgde de toediening van contraststof (Gadolinium) ervoor dat op een nauwkeurige manier recente actieve letsels onderscheiden konden worden van oudere. Er ging ook steeds meer aandacht naar het voorkomen van atrofie van de hersenen tijdens het verloop van de ziekte en het belang hiervan bij de behandeling. De jaren ’90 betekenden echter ook de introductie van de behandeling met interferon. Voordien kon men enkel met cortisone-preparaten proberen de ontstekingsreactie, uitgelokt door MS, te onderdrukken tijdens een acute aanval van MS. Deze behandeling houdt voor die indicatie nog steeds stand. De opkomst van de interferones en gatirameeracetaat betekende dat er nu ook mogelijkheden beschikbaar kwamen om het verloop van de ziekte te beïnvloeden. ImeldaNieuwsbrief juni 2014 Zowel interferon beta-1-a (Avonex en Rebif) als interferon beta-1-b (Betaferon en Extavia) hebben een immuunmodulerend effect, waardoor het aantal opflakkeringen met 30% gereduceerd kan worden. Gelijkaardige resultaten worden bekomen met glatirameeracetaat (Copa xone). Daarnaast hebben al deze producten ook een gunstig effect op de lange termijnevolutie van de ziekte (onder meer door effecten op hersenatrofie). De laatste jaren wijzen de studies er ook op dat het vroegtijdig starten van een behandeling (zelfs al na een eerste ontstekingsepisode) een gunstiger effect heeft op het lange termijnverloop van de aandoening. Jammer genoeg zijn al deze producten niet beschikbaar in pilvorm. Ze moeten onderhuids of rechtstreeks in de spier toegediend worden. Hoewel deze verschillende producten globaal genomen een gelijkaardige werkzaamheid hebben, verschillen ze toch onderling wat betreft nevenwerkingsprofiel en tolerantie. Hierbij is het vaak ook zo dat patiënt-specifieke factoren een rol spelen. Het is daarom van groot belang dat de patiënt in zijn keuze voor een specifiek product begeleid wordt. Hoewel de eerstelijnsproducten die hierboven vermeld zijn, allen hun sporen verdiend hebben, zijn ze bij sommige patiënten toch ontoereikend. We merken dat er toch nog nieuwe aanvallen optreden die op beeldvorming gepaard gaan met het ontstaan van nieuwe ontstekingshaarden. Recent zijn er nu ook producten op de markt die bij deze patiënten opnieuw een bescherming tegen verdere ziekte-evolutie kunnen bieden. We noemen dit de tweedelijnsbehandeling. Als eerste speler op de markt betekende natalizumab (Tysabri) een ware doorbraak. Er kan een aanvalsreductie bekomen worden tot 70%. Natalizumab is een monoclonaal antilichaam dat ervoor zorgt dat ontstekingscellen niet meer in het hersenweefsel kunnen indringen. Het wordt maandelijks toegediend via een infuus en wordt algemeen goed verdragen. Door zijn krachtig modulerend effect op het immuunsysteem kan er soms een activatie optreden van het JC-virus met potentieel ernstige gevolgen. Het JC-virus is namelijk bij ongeveer 50% van de mensen ‘slapend’ aanwezig in de hersenen. Wanneer het geactiveerd raakt, kan het leiden tot een ernstige ontstekingsreactie in het hersenweefsel met potentieel ernstige neurologische uitvalsverschijnselen: progressieve multifocale leukoencefalopathie (PML). Omdat PML klinisch niet steeds makkelijk te onderscheiden valt van een opflakkering van MS en omdat het soms in het beginstadium zonder opvallende tekens kan ontwikkelen, wordt er om de zes maanden een controle-MRI van de hersenen uitgevoerd (of eerder in geval van verdenking van PML). Dankzij een nieuwe detectiemethode van het virus zijn we vandaag in staat om voor het starten van een behandeling het individuele risico van de patiënt in te schatten. Hetzelfde geldt voor de meest recente nieuwkomer binnen het behandelingspallet voor MS: fingoli- mod (Gilenya). Het is het eerste product dat in pilvorm beschikbaar is. Net als natalizumab (Tysabri) biedt het een krachtigere bescherming tegen nieuwe aanvallen dan de eerstelijnstherapie. Fingolimod zal ervoor zorgen dat een bepaalde groep ontstekingscellen (lymfocyten) als het ware gevangen gehouden wordt in de lymfeklieren, waardoor er minder snel een indringen in de hersenen kan optreden. Omdat de receptor, waaraan fingolimod zijn werking dankt, zich ook op de hartcellen bevindt, kan er na de eerste inname een belangrijke vertraging van het hartritme voordoen (bradycardie). Er wordt daarom aangeraden om de eerste toediening van het product in het ziekenhuis te laten gebeuren na afname van een hartfilmpje (ECG) en onder continue monitoring van hartritme en bloeddruk. Nadien dienen enkel regelmatige controles van het bloed (lymfocyten en leverfunctie) te gebeuren. Ongeveer vier maanden na de start van het product dient er eveneens een controle door de oogarts te gebeuren, gezien de licht verhoogde kans op afwijkingen van de oogzenuw. Fingolimod (Gilenya) mag dan al het eerste orale preparaat zijn binnen de behandeling van MS, het zal zeker niet het laatste zijn. Momenteel zijn er nog een aantal molecules onderweg die reeds de lange weg van de proefbuis tot in de klinische studies hebben afgelegd en die enkel nog wachten op de laatste fase van registratie en terugbetaling. Daarnaast zijn er nog verschillende producten in onderzoek. Het is een boeiende en veelbelovende tijd voor de mensen met MS. Niet alleen verbetert elke dag ons inzicht ImeldaNieuwsbrief juni 2014 in het ontstaansmechanisme van de ziekte (rol van vitamine D, omgevingsfactoren, …), we zijn daarenboven nog niet aan het einde van ons Latijn wat de behandelingsmogelijkheden betreft. Om de patiënt hierin zo goed mogelijk te begeleiden wordt de rol van de MS-expert steeds belangrijker. Niet elke nieuwe ontwikkeling betekent voor de individuele patiënt een oplossing, niet elke nieuwe molecule is geschikt voor een individuele patiënt. Juist het begeleiden van de patiënt in zijn keuze voor een bepaalde behandelingsstrategie alsook het informeren over nieuwe evoluties binnen het domein, is de taak van de MSexpert. Het RIZIV heeft ook bepaald dat de nieuwe tweedelijnspreparaten enkel door de MS-expert mogen voorgeschreven worden. Binnen onze dienst neurologie zal ik mij als MS-expert specifiek toeleggen op deze intrigerende aandoening. ● Dienst neurologie: Dr. Luc Dejaegher Dr. Maarten Dewil Dr. Patrick Vermylen Meer info? 015 50 51 11 [email protected] 5 Nieuw Intra-operatieve, driedimensionale beeldvorming in spinale chirurgie: Imelda investeert in veilige en efficiënte zorgverlening voor uw patiënten Charles Smets, neurochirurg 6 Het gebruik van osteosynthesemateriaal in de spinale chirurgie is ver verspreid. Desalniettemin bedraagt de kans op schroefmalpositie volgens de literatuur 10%, zelfs in ervaren handen. Neurologische uitval, pijn en suboptimale stabiliteit nopen bovendien tot revisie. De toenemende complexiteit van geïnstrumenteerde ingrepen, minimaal-invasieve technieken, en instrumentatie op de craniocervicale overgang en in uitgesproken degeneratief en/of osteoporotisch bot beïnvloeden de kans op schroefmalpositie. Ervaring, anatomisch inzicht en een minutieus gebruik van tweedimensionale beeldvorming zijn essentieel. Om de impact van hogervermelde factoren tot een minimum te herleiden, heeft onze dienst resoluut gelobbyd voor intra-operatieve, driedimensionale beeldvorming. Beeldkwaliteit, stralingsbelasting en gebruiksvriendelijkheid waren onze leidraad om een rationele keuze te maken uit het brede gamma aan beeldvormingsmodaliteiten. Hoewel een peroperatieve CT een hogere beeldkwaliteit kan opleveren, is de stralingsbelasting niet gering, de centrale diameter van een CT beperkt en zijn dergelijke toestellen nog bijzonder gebruiksonvriendelijk. Daarom hebben we na een grondige vergelijking bewust gekozen voor een nieuwe generatie intra-operatieve 3D - C-arm. Tijdens de ingreep wordt met dit compacte toestel een strikte face en profiel genomen. Tussen deze referentieposities berekent het toestel een ellipsvormige baan. In tegenstelling tot de cirkel waarin de stralingsbron en beeldversterker van een CT draaien, biedt deze ellipsvormige baan meer ruimte rond de zogenaamde “region of interest”. Dit verruimt de toepassingsmogelijkheden, optimaliseert veiligheid en efficiëntie, en minimaliseert de kans op desterilisatie. Door te opteren voor de dunste beeldversterker die momenteel op de markt beschikbaar is, wordt dit voordeel nog vergroot. Na een botsingscontrole waarin de door de computer berekende baan manueel geverifieerd wordt zonder straling, voert het toestel, volledig automatisch, in zestig seconden zijn run van 135 graden uit rond de ImeldaNieuwsbrief juni 2014 patiënt waarbij 110 digitale beelden bekomen worden. Tot slot berekent de software op basis van deze digitale beeldfilm in enkele seconden een volumetrische dataset waaruit multiplanaire reconstructies dynamisch kunnen gevisualiseerd worden. Hoewel onze intra-operatieve 3D C-arm compatibel is met spinale navigatie, staat deze laatste techniek ons inziens nog niet op punt. We volgen de evolutie van deze spitstechnologie op een kritische wijze op om uw patiënten ook in de toekomst op de best mogelijke manier van dienst te zijn. ● Dienst neurochirurgie: Dr. Benedikt Hermans Dr. Charles Smets Dr. Patrick Van Schaeybroeck Meer info? secretariaat neurochirurgie 015 50 61 93 [email protected] Nieuw Belgische primeur: laser voor resectie van longmetastasen Jürgen Verbist, cardio-vasculair chirurg Dankzij de steeds betere behandelingsmogelijkheden bij kankerpatiënten, overleven oncologische patiënten gelukkig steeds langer. Daar waar in het verleden een longmetastase vaak als een uitzichtloze situatie werd beschouwd, weten we vandaag dat voor sommige mensen heelkundige resectie hiervan toch waardevol kan zijn. Misschien niet altijd om volledige genezing te bekomen, maar dan toch op zijn minst om in combinatie met adjuvante therapie langdurige ziektecontrole te bereiken. nomen. Dat maakt dat bij grotere, dieper gelegen of multipele letsels uiteindelijk toch heel wat gezond longweefsel sneuvelt. De chirurgische aanpak van longmetastasen verschilt ten opzichte van die van een primair longcarcinoom. Omdat bij een primair longcarcinoom rekening moet worden gehouden met verspreiding van kwaadaardige cellen via de lymfebanen naar de opeenvolgende klierstations, is meestal minstens een lobectomie noodzakelijk. In geval van een longmetastase, mag men er echter van uitgaan dat een meer lokale resectie van het letsel volstaat. Er wordt dus een maximale hoeveelheid gezond longweefsel gespaard. Zo kunnen zelfs patiënten met multipele metastasen, ook indien ze in meerdere longkwabben of bilateraal gelokaliseerd zijn, toch nog in aanmerking komen voor operatie zonder al te grote gevolgen voor de longfunctie. Sinds enkele maanden beschikt het Imeldaziekenhuis als eerste ziekenhuis in België over een lasertoestel van de Duitse firma Biolitec dat specifiek is bedoeld om longmetastasen te reseceren. Bij de conventionele chirurgische aanpak, wordt voor elk te verwijderen letsel een wig van omringend longweefsel mee wegge- De laser laat toe echt gefocust rond elk letsel heen te branden. Zonder dat er naar de diepte toe veel thermische weefselschade ontstaat, slaagt de laser er in om het snijvlak als het ware dicht te smelten. Hierdoor wordt bloedverlies of luchtlek vanuit het snijvlak voorkomen. 7 Anderzijds gaat zodanig weinig gezond weefsel verloren dat aantal en ligging van de metastasen een veel minder beperkende factor zijn geworden. Ook kunnen patiënten op deze manier zo nodig meermaals behandeld worden als er na verloop van tijd nieuwe metastasen opduiken. De ingreep kan via een minithoracotomie of zelfs volledig thoracoscopisch worden uitgevoerd. Uiteraard gaat uitgebreid multidisciplinair overleg dergelijke chirurgie vooraf. Dienst vaatheelkunde: Tot op heden werden in het Imelda ziekenhuis reeds een tiental patiënten met goed resultaat op deze manier behandeld. Het merendeel van deze patiënten kon het ziekenhuis op de derde of vierde post operatieve dag verlaten. De korte herstelperiode laat trouwens toe om zo nodig nadien snel te starten met adjuvante chemo- of radiotherapie. ● ImeldaNieuwsbrief juni 2014 Dr. Patrick Peeters Dr. Wouter Van den Eynde Dr. Jürgen Verbist Meer info? secretariaat cardio-vaculaire chirurgie 015 50 61 79 [email protected] Diabeteszorg Het diabetesteam van ons ziekenhuis stelt zich voor Toon Maes, endocrinoloog Sinds eind april werden de diensten van ons diabetesteam samen gebracht op een nieuwe locatie. Strakke wandkasten, fris wit met toetsen groen en blauw op de muren, veel licht, vlinderstoeltjes in de wachtkamer. De moderne ruimte ademt een aangename sfeer. Complete diabeteszorg 8 “We zijn zeer trots op onze nieuwe werkomgeving”, stelt Els Heyde, hoofdverpleegkundige diabeteszorg, “de nadruk ligt in de eerste plaats op het zo efficiënt mogelijk kunnen helpen van onze patiënten. Tot voor kort zaten de verschillende medewerkers van ons diabetesteam op verschillende locaties in het ziekenhuis, waarbij patiënten vaak van de ene locatie naar de andere werden gestuurd. Nu zitten we gecentraliseerd op één route” (route 47, nvdr). Het diabetesteam telt 16 medewerkers: 2 administratief medewerkers, 7 verpleegkundig educatoren, 2 diëtist educatoren, 2 studieverpleegkundigen en 3 artsen. Het doel van het team is patiënten met diabetes te begeleiden bij hun zelfcontrole, regeling van de medicatie, motiveren tot aanpassingen in de levensstijl, aandacht hebben voor preventie, opvangen van verwikkelingen en urgenties en vaak ook bieden van mentale ondersteuning. Linda, administratief medewerkster: “We werken voornamelijk binnen het kader van de diabetesconventie. Binnen dit revalidatieconcept financiert de overheid erkende centra in evenredigheid met het aantal in het centrum ingeschreven patiënten. Met die financiering worden niet alleen onze medewerkers betaald, maar ook het materiaal voor zelfcontrole voor de diabetespatiënten, materiaal voor injectie van insuline enzovoort. In het Imeldaziekenhuis zijn er momenteel 1.850 patiënten opgenomen in de diabetesconventie.” Dokter Chris Vercammen blikt terug: “Dokter Paul Decraene en mevrouw Chris Van hoof, die al in de jaren 1970 een diabetesteam avant la lettre oprichtten in het Imeldaziekenhuis, worden nu aanzien als echte pioniers op het vlak van diabeteszorg en -educatie. Over de jaren heen breidde ons team verder uit, samen met het toenemend aantal diabetespatiënten. De grootte van ons team heeft als voordeel dat deze verregaande subspecialisatie binnen alle klinische, psychologische, technische en organisatorische facetten van de diabeteszorg toelaat. Onze ploeg wordt verder ondersteund door podologen, psychologen en werkt nauw samen met andere medische disciplines zoals: oftalmologie, orthopedie, vaatheelkunde, cardiologie, gynaecologieverloskunde enz. Op deze manier kan het Imeldaziekenhuis een complete diabeteszorg aanbieden.” ImeldaNieuwsbrief juni 2014 Met een blik op de toekomst “We willen werken volgens de recentste richtlijnen en criteria en steeds met een blik op de toekomst. Onze ambitie is steeds bij de eerste centra te zijn voor het implementeren van de nieuwste technologische ontwikkelingen, zoals: insulinepompen en meer recent glucosesensoren. Bovendien werken we mee aan verschillende klinische studies met de nieuwste antidiabetica, zoals de SGLT-2 inhibitoren.” Els Heyde treedt dokter Vercammen bij: “Ook op vlak van communicatie met onze patiënten proberen we de beste leerling van de klas te zijn. Zo verloopt een groot deel van de contacten met onze zwangere patiënten met zwangerschapsdiabetes per e-mail (na een eenmalig klinisch contact waarbij ze een grondige uitleg over de aandoening krijgen). Educator (en vroedvrouw, nvdr) Ann kan zo wekelijks de behandeling bijsturen. Ook steeds meer type 1 en type 2 diabetespatiënten mailen ons hun glycemiedagprofielen door. Op vraag van de patiënt kan ook een wekelijkse telefonische opvolging worden voorzien van de glycemiedagprofielen, waarbij onze educatoren de patiënt in kwestie actief gaan opbellen. Door kort op de bal te spelen kunnen we vaak voorkomen dat bepaalde situaties ontsporen en een opname vermijden.” Dokter Vercammen: “Zeer belangrijk blijft wat dat betreft ook het overleg met onze collega- huisartsen. Zij kunnen vaak beter inschatten wanneer een ambulante opvolging zal lukken, of wanneer toch opname noodzakelijk is. Anderzijds is het één van onze hoofdtaken om de huisartsen zoveel mogelijk te ondersteunen in de diabeteszorg voor hun patiënten - zoals onder andere gebeurt via de diabetes zorgtrajecten.” Educatie via opname en ambulant Educator Karen geeft samen met haar collega informatie aan patiënten in één van de educatielokalen. “We werken samen met twee pompfirma’s (Medtronic en Roche), zodat we twee types insulinepompen kunnen aanbieden - die uiteraard beiden volgens hetzelfde basisprincipe werken - maar toch hun eigen specifieke toepassingen hebben, zodat de patiënt kan kiezen welke pomp hem of haar het beste ligt. Het gebruik van zo’n pomp aanleren doen we meestal tijdens een korte opname op één van onze afdelingen, HAVA 2 of HAVA 3. Daarbij worden alle technische aspecten overlopen van de gekozen pomp, noodprocedures bij problemen, en het insulineschema zoveel mogelijk op punt gesteld. Dergelijke opnames duren meestal 3 tot 4 dagen.” Els Heyde: “Bij uitgebreide educaties kiezen we inderdaad vaak voor een korte opname, omdat de ervaring ons leert dat dit het meest efficiënt is. Tijdens zo’n korte opname wordt aan patiënten onder andere het gebruik van ‘slimme glucometer’ aangeleerd. Hierbij breng je het aantal koolhydraten in en de glucometer berekent hoeveel insuline je moet toedienen. Het tellen van de koolhydraten wordt aangeleerd door de diëtist educatoren - Iris en Marianne. Toch bestaat het leeuwendeel van onze job uit ambulante educatie. Patiënten aan een insulinepomp krij- gen en nadien jaarlijks op de raadpleging voor een opfrissing van de noodprocedures. We proberen bijvoorbeeld ook groepssessies aan te bieden, onder andere met de ‘conversation maps’ waarbij onder leiding van educator Katrien verschillende patiënten (eventueel met hun partner erbij) met mekaar over hun diabetes in interactie gaan. Dit levert vaak uiterst positieve reacties op.” fietst. “We proberen steeds het goede voorbeeld te geven”, roept ze tegen de wind in., “Elke diabeet aan het sporten krijgen is ons volgende doel!”. ● Kwaliteitsvolle initiatieven en zorgprojecten Educator Christel onderzoekt een voetwonde bij een patiënte: “Deze patiënte zal verder worden opgevolgd in onze diabetes-voetkliniek, waar ze ook een advies van onze podologe zal krijgen en een arterieel nazicht van de onderste ledematen door de collega’s van vaatheelkunde.” Het diabetesteam: Artsen: Dr. Chris Vercammen Dr. Bart Vets Dr. Toon Maes Het diabetesteam is een goed geolied team met ambitie. In ons frequent teamoverleg komen steevast nieuwe ideeën rond kwaliteitsvolle initiatieven en zorgprojecten naar voren. Zo kunnen onze patiënten onder begeleiding van Els Heyde mindfulness-sessies volgen. Een absolute meerwaarde, want bij een chronische ziekte als diabetes behoeven onze patiënten flink wat mentale weerbaarheid. Verpleegkundig educatoren: Els Heyde Christel Nauwelaerts Griet Wouters Ann Debie Mark Michiels Katrien Ausloos Karen De Smet Ondertussen zit de wachtzaal behoorlijk vol en Mark, de educator die dagelijks alle opgenomen diabetespatiënten in het Imeldaziekenhuis opvolgt, komt aanwaaien met een aantal vragen. Ik trek dus de deur voorzichtig achter me toe, zwaai nog eens naar Els, Linda en Greet en keer huiswaarts. Wanneer ik richting Mechelen fiets word ik nog ingehaald door educator Griet, die me eerder die dag had toevertrouwd dat ze samen met een groep diabetespatiënten in juni de Stelvio op Studieverpleegkundigen: Helena Gommers Heidi Nuytiens ImeldaNieuwsbrief juni 2014 Diëtist educatoren: Marianne Staquet Iris Daems Administratief medewerkers: Linda Schollen Greet Van Loock Meer info? secretariaat 015 50 57 19 [email protected] 9 Rookstop Help rokers om de beslissende stap te zetten: spreek over rookstopbegeleiding Wendy De Boeck en Aline Delbaere, tabacologen Spreken over rookstopbegeleiding kan patiënten die roken helpen om sneller de beslissende stap te zetten. Daarom lanceerden de tabacologen van het ziekenhuis begin dit jaar de nieuwe rookstopcampagne ‘Tijd om te stoppen?’. Een initiatief om de rookstopbegeleiding in het ziekenhuis bij patiënten, verpleegkundigen en artsen opnieuw in de schijnwerpers te plaatsen. 10 “Tijd om te stoppen?” Met deze rookstopcampagne willen de tabacologen zo veel mogelijk patiënten motiveren om te stoppen met roken en hen de weg wijzen naar de rookstopbegeleiding in het ziekenhuis. Tegelijkertijd worden alle verpleegkundigen en artsen over de interne rookstopbegeleiding geïnformeerd, zodat zij met hun patiënten kunnen spreken over rookstop en rookstopbegeleiding. ‘‘Als een verpleegkundige of arts spreekt over stoppen met roken, is dat vaak een reden voor de patiënt om er echt werk van te maken”, zegt Wendy De Boeck, tabacologe. “Ons doel is om zoveel mogelijk patiënten te helpen om te stoppen met roken. Deze campagne is opnieuw een prikkel voor patiënten om een rookstopbegeleiding in het ziekenhuis te starten.” Eenvoudig verwijzen Wendy De Boeck, hoofdverpleegkundige dienst longziekten en Aline Delbaere, referentieverpleegkundige COPD-patiënten, werken sinds 2009 als erkende tabacologen op de dienst longziekten. Zowel gehospitaliseerde als ambulante patiënten, die op consultatie komen bij de pneumologen, kunnen beslissen om de individuele rookstopbegeleiding in het ziekenhuis te volgen. Wanneer de pneumoloog oordeelt dat een rookstopbegeleiding aangewezen is, verwijst hij naar de tabacologen. ImeldaNieuwsbrief juni 2014 De patiënt neemt zelf contact op. “Zo eenvoudig werkt het”, zegt Aline Delbaere. Zij geeft ook rookstopbegeleiding aan patiënten die longrevalidatie volgen. Onder begeleiding van Filip Ceuleers, kinesist, en Dr. T. Lauwerier, pneumoloog, volgen deze patiënten drie keer per week een totaalprogramma om hun spier- en longcapaciteit te trainen. Aline geeft de inhalatie- en zuurstoftherapie en rookstopbegeleiding. “Deze rookstopsessies zijn leuk en de patiënten stimuleren en steunen elkaar om vol te houden. Voor ons team en onze dienst is rookstopbegeleiding een evidentie. Je kunt geen longziekten genezen als patiënten niet stoppen met roken. Maar rookstop is voor elke roker de beste keuze: patiënten met cardiovasculaire ziekten, zwangere vrouwen of patiënten die een ernstige operatieve ingreep ondergaan, hebben zoveel goede redenen om te stoppen! Verpleegkundigen en artsen van alle diensten kunnen hen daarbij helpen door eenvoudig te verwijzen naar onze rookstopbegeleiding.” roken op moeilijke momenten enz. Ook een motiverend beloningsplan wordt opgesteld. De derde sessie volgt zo kort mogelijk na de stopdag. Goede en slechte ervaringen, moeilijkheden, verleidingen en oplossingen komen aan bod. Waarom rookstopbegeleiding in het ziekenhuis? Stoppen met roken is niet evident. Rokers die hulp en begeleiding krijgen, hebben aanzienlijk meer kans om te slagen. De roker staat er niet alleen voor. Het ziekenhuis blijkt bovendien vaak een ideale omgeving om te stoppen. Bij een opname wordt de patiënt plots geconfronteerd met zijn zwakke gezondheidstoestand. Op een fysiek zwak moment is het psychologische besef dat het nodig is om te stoppen veel sterker aanwezig. De nood om te stoppen is dan fysiek én psychisch voelbaar. Dat opent vaak de ogen van de roker. Hij beseft dat het vijf vóór twaalf is en vraagt niet liever dan geholpen te worden. De patiënt bevindt zich ook in een andere omgeving, wat het gemakkelijker maakt om te stoppen. Preventief werken De kerntaak van elk ziekenhuis is preventief en curatief zorgen voor een betere gezondheid van de patiënten. Rookstopbegeleiding is één van die belangrijke preventietaken. Het is een taak van zorgverleners om patiënten vóór een operatie, tijdens een zwangerschap, naar aanleiding van een consultatie … te informeren over de complicaties van roken en te verwijzen naar de rookstopbegeleiding. “Het is belangrijk dat artsen en verpleegkundigen telkens de vraag stellen of patiënten willen stoppen met roken. Stoppen met roken blijft altijd een beslissing van de roker zelf, die vooral gemotiveerd moet zijn. Maar door erover te spreken kan je patiënten dikwijls net dat zetje geven dat ze nodig hebben. Artsen en verpleegkundigen kunnen zo meer dan ze vaak beseffen, patiënten motiveren om een rookstoppoging te ondernemen”, zegt Wendy De Boeck. “Rookstopbegeleiding is een extra kwaliteitsservice die we als ziekenhuis aan alle patiënten die roken aanbieden. Sinds 2009 maken wij deel uit van het Netwerk van Rookvrije Ziekenhuizen. Wij hebben een voorbeeldfunctie op het vlak van preventie en rookstopbegeleiding. Het is onze taak als zorgverleners om patiënten te informeren en aan educatie te werken. Dat maakt deel uit van ons kwaliteitsbeleid.” Hoe verloopt een rookstopbegeleiding? Tijdens het eerste kennismakingsgesprek doet de tabacologe een anamnese en onderzoekt welk type roker de patiënt is, welk rookgedrag hij vertoont enz. De tabacoloog evalueert ook of de patiënt voldoende gemotiveerd is om te stoppen, zodat de rookstopbegeleiding effectief kan helpen. Afhankelijk van de behoefte van de patiënt en in overleg met de arts worden nicotinesubstituten of rookstopmedicatie aangeboden. In de tweede sessie wordt een rookstopplan opgemaakt met onder meer de stopdatum, de aanpak van de rookstop, alternatieven voor ImeldaNieuwsbrief juni 2014 De volgende sessies focussen op verdere individuele begeleiding en stimulering om vol te houden. Afhankelijk van de patiënt worden ook andere voedingsgewoonten of een andere daginvulling om het rookgedrag te doorbreken, besproken. Ook het ontdekken van triggers die aanzetten tot herval en het voorbereid omgaan met verleidelijke situaties, komen aan bod. Na de ziekenhuisopname kan de patiënt kiezen om in het ziekenhuis de rookstopbegeleiding verder te zetten of naar een externe tabacoloog of huisarts te gaan. Elke rookstopbegeleiding verloopt op maat van de patiënt volgens zijn behoeften. De sessies van rookstopbegeleidingssessies vinden plaats op maandag en donderdag. Acht sessies over twee jaar worden terugbetaald door de mutualiteit. ● Team rookstopbegeleiding: Artsen: Dr. Eric Frans Dr. Andre Heremans Dr. Tine Lauwerier Dr. Jan Roelandts Tabacologen: Wendy De Boeck Aline Delbaere Meer info? [email protected] 015 50 46 05 [email protected] 015 50 46 07 11 Zorgtraject Accreditatie in ons ziekenhuis Nathalie Van Loock, accreditatiecoördintor Zorgkwaliteit en patiëntveiligheid zijn absolute prioriteiten in het Imeldaziekenhuis. Alle medewerkers zetten zich elke dag maximaal in voor de patiënt en streven continu naar een goede en veilige zorg voor de patiënt. Dat wil het Imeldaziekenhuis ook zichtbaar maken en met objectieve criteria aantonen. Niet alleen voor het grote publiek en de overheid, maar zeker ook voor de medewerkers en patiënten. Imeldaziekenhuis prioritaire aandacht. In 2013 werd heel wat voorbereidend werk gedaan om in 2014 concreet aan de slag te kunnen gaan. 2013: correct identificeren van patiënten 12 Daarom heeft ons ziekenhuis in 2012 beslist in te stappen in een accreditatietraject met het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ). Het NIAZ is een extern, onafhankelijk accreditatieorgaan dat aan de hand van door hen ontwikkelde kwaliteitsnormen de patiëntveiligheid en kwaliteit van een zorginstelling toetst. Het NIAZ beoordeelt of het ziekenhuis permanent een goed kwaliteitsniveau van zorg kan leveren. Indien dat zo is, krijgt het ziekenhuis een accreditatie, dit is een kwaliteitslabel, voor vier jaar. Het ziekenhuis streeft ernaar dit kwaliteitslabel te behalen tegen eind 2016. In de aanloop naar de accreditatie dienen we als ziekenhuis heel wat procedures, systemen en algemene maatregelen in verband met patiëntveiligheid en kwaliteit te implementeren. Het gaat hier niet zozeer om het introduceren van nieuwe handelingen en attitudes bij de medewerkers, maar wel om bestaande handelingen en attitudes over heel het ziekenhuis te standaardiseren en te uniformeren door te expliciteren en te verfijnen. Alles wat met patiëntveiligheid te maken heeft, krijgt binnen het In 2013 werd de campagne “Zeg hen wie je bent, vraag hen wie ze zijn” opgestart waarbij alle zorgverleners de patiënten actief bevragen naar hun naam, voornaam en geboortedatum. Ze vergelijken deze informatie met het identificatiearmbandje en de overige gegevens waarover zij beschikken. 2014: informeren van medewerkers, interne audits, Q-teams en Safety champions In het ziekenhuis werden infosessies georganiseerd om alle medewerkers op de hoogte te brengen van de stand van zaken wat betreft accreditatie. groep van diensten kunnen invullen. Een self-assessment of zelfevaluatie is een vragenlijst gebaseerd op de NIAZ-normenset waarbij aan de leden van het self-assessment team wordt gevraagd deze in te vullen. De zelfevaluatie wordt uitgevoerd door de leden van het self-assessment team. Deze eerste zelfevaluatie is de nulpuntmeting voor ons ziekenhuis en zal ons een idee geven over waar we als ziekenhuis staan op het vlak van accreditering. De zelfevaluatie zal onze sterke punten en werkpunten aan het licht brengen. Q-teams Een Q-team, of kwaliteitsteam, is een kleine groep van gemotiveerde “specialisten” (verpleegkundigen, artsen, administratie, poets, apotheek, IT,...) per normenset die aan de slag gaan met de werkpunten van de zelfevaluatie en verbetertrajecten trekken. Interne audits Safety champions In mei 2014 werden 41 interne auditors binnen het ziekenhuis opgeleid, aansluitend werden de eerste acht interne audits uitgevoerd. Vanaf oktober 2014 zal elke maand een interne audit worden uitgevoerd. Self-assessment teams en de zelfevaluaties Een self-assessment team is een grote groep van medewerkers die nauw betrokken zijn bij een bepaalde dienst of groep van diensten en met kennis van zaken een vragenlijst (zelfevaluatie) over deze dienst of ImeldaNieuwsbrief juni 2014 Dit zijn afdelingsverantwoordelijken kwaliteit en patiëntveiligheid die de taak hebben om input en feedback te verschaffen aan de Q-teams en tevens alle medewerkers op hun afdeling moeten motiveren en op de hoogte brengen van de initiatieven rond kwaliteit, patiëntveiligheid en accreditatie. De accreditatie is geen doel op zich, het is een middel om patiëntveiligheid en kwaliteit naar een hoger niveau te tillen. ● Nieuwe stafleden ● In de kijker Peter Ruette is erkend als arts-specialist in de Orthopedische Heelkunde (K.U.L 2012 ). Hij was drie maanden fellow in Delft bij dr. Vehmeijer en in Oxford bij Dr. Glyn-Jones, waar hij zich vooral toegelegd heeft op de minimaal invasieve behandeling van heuppathologie. Hij was ook fellow in Bouge bij dr. Lejeune, waar hij een bijkomende opleiding genoot voor schouderpathologie. Sedert 1 augustus 2013 vervoegde hij de associatie Orthopedie en behartigt hij dus mede de heup- en schouderpathologie in ons ziekenhuis. ● Peter Ruette Wouter Van den Eynde behaalde zijn artsendiploma aan de K.U.L in 2005. Na zijn opleiding Algemene Chirurgie volgde hij een bijkomende opleiding in de Vasculaire en Endovasculaire Heelkunde. In 2012 vervolmaakte hij zich verder in de vaatchirurgie in het Klinikum Süd te Nürnberg, Duitsland bij prof. E. Verhoeven. Sinds augustus 2013 werkt dr. Van den Eynde als staflid in het Imeldaziekenhuis. Wouter Van den Eynde 13 ● Lieven Peperstraete is doctor in de genees-, heel- en verloskunde ( K.U.L ) sedert 1983 en arts-specialist in de anatomopathologie sedert 1988. Hij volgde bijkomende opleidingen aan de U.C.L (Certificat de Génie Génetique, 1997) en aan de Vlerick Management School (Management en Informatiemangement voor de ziekenhuisgeneesheer 2004). Hij was voorheen anatomopatholoog in het Regionaal Ziekenhuis H. Hart te Leuven van 1989 tot juli 2013. Hij was er ook hoofdgeneesheer/medisch directeur van 2003 tot 2010. Hij vervoegde onze dienst Anatomopathologie in augustus 2013. Katrien Coppens promoveerde tot kinderarts aan de K.U.L in juli 2002. Van 2003 tot en met 2006 heeft zij gewerkt in het Bristol Children’s Hospital (UK), waar ze, naast algemene pediatrie, vooral instond voor de opvang van pediatrische urgenties. Sedert 2007 werkte zij als kinderarts in het Royal Free Hospital in Londen. Ze heeft een bijkomende opleiding “Allergie” gevolgd aan het Imperial College, te Londen van 2009-2011. In het Royal Free Hospital had ze ook de leiding over de dienst Kinderallergie waar o.a. voedselallergie, rhinitis, zuigelingeneczeem en astma behandeld werden. Ze vervoegde ons pediatrisch team in september 2013. Ze is natuurlijk druk doende met de oprichting van een specifieke raadpleging voor kinderallergie. Katrien Coppens ▼ ▼ ▼ ● Lieven Peperstraete ImeldaNieuwsbrief juni 2014 ▼ ▼ ▼ ● Toon Maes behaalde in 2007 het diploma van arts aan de KU Leuven. Daarna volgde hij een opleiding tot arts-specialist algemene inwendige ziekten te Leuven, en aan het Imperial College te Londen. In 2013 voltooide hij een subspecialisatie in de diabetologie - endocrinologie. Sedert september 2013 is hij werkzaam in het Imeldaziekenhuis. Hij is ook nog consulent in het UZ Leuven. Naast de algemene endocrinologie (hypofyse, bijnier, schildklier, bijschildklier, ...) heeft hij een bijzondere interesse in de diabetologie, meer bepaald in nieuwe technologieën en recente medicatie binnen dit domein. Hij is dan ook mee verantwoordelijk voor verschillende klinische studies. Hij staat mee in voor het coördineren van het multidisciplinaire begeleidingsproject voor obesitas “Grandioos”. Toon Maes Roel Verschooten ● Roel Verschooten behaalde in 2012 het diploma van oftalmoloog na opleiding aan de KU Leuven. Hij heeft zijn algemene opleiding uitgebreid met bijkomende fellowships in ooglid- en cataractchirurgie in Nederland en India. Hij heeft dan ook een speciale interesse ontwikkeld voor ooglidproblematiek. Sinds januari 2014 maakt dr. Verschooten deel uit van de dienst oftalmologie in ons ziekenhuis. Naast deze activiteiten is hij dit jaar samen met zijn collega, dr. Caluwaerts, in het centrum van Putte een privepraktijk gestart. 14 Evi Caluwaerts ● Evi Caluwaerts behaalde in 2012 het diploma van oftalmoloog na opleiding aan de KU Leuven en het ZNA Middelheim. Nadien werkte zij als oogarts in een praktijk in Londerzeel en Bornem, waar zij bijkomende ervaring opdeed in cataractchirurgie en pediatrische oftalmologie. Dr. Caluwaerts startte begin 2014 een eigen oogartsenpraktijk te Putte, samen met collega dr. Roel Verschooten. Sinds april 2014 maakt zij ook deel uit van het oogartsenteam in het Imeldaziekenhuis. Sofie Stuyck ● Sofie Stuyck studeerde geneeskunde aan de Universiteit Antwerpen. Van 2006 tot 2011 werd zij opgeleid tot algemeen chirurg in het UZA en AZ Turnhout, waar zij gepassioneerd raakte door de urologie. In 2011 besliste zij zich daarin verder te specialiseren in Leuven, met bijzondere aandacht voor de oncologie en de kinderurologie. Tijdens de laatste 2 jaren van haar opleiding te Dendermonde bekwaamde zij zich in de endoscopie, de robotchirurgie en de functionele urologie. ImeldaNieuwsbrief juni 2014 Contactgegevens Wij willen u graag op de hoogte houden van wat er in ons ziekenhuis gebeurt. Niet alleen via de papieren nieuwsbrief maar ook via digitale berichten. Om de twee maand versturen we I-mailda, een elektronische nieuwsbrief met korte berichten, nieuws, een overzicht van activiteiten, … Om ervoor te zorgen dat onze mailinglijst correct is en niemand de informatie mist, willen wij u vragen om ons uw contactgegevens door te geven. Dit kan via onze website www.imelda.be op de pagina professionals of door deze QR-code te scannen: U kan uw gegevens ook doorsturen via mail naar [email protected] Contactgegevens die we graag van u ontvangen: ● ● ● ● ● Naam en voornaam RIZIV-nummer E-mailadres Praktijkadres Of u al dan niet deel uitmaakt van een groepspraktijk Via mail zullen wij u ook op de hoogte houden van symposia en infomomenten die voor huisartsen georganiseerd worden. Uiteraard geven wij uw e-mailadres niet door aan derden. 15 Agenda Woensdag 24 september 2014: Halssymposium door NKO en endocrino Zaterdag 18 oktober 2014: Ipodium 27 Zaterdag 29 november 2014: Orthopediedag Zaterdag 10 januari 2015; Nieuwjaarsreceptie Zaterdag 14 maart 2015: Ipodium 28 Zaterdag 6 juni 2015: Ipodium 29 Zaterdag 3 oktober 2015: Ipodium 30 I mel daN ie u ws br i ef j un i Imeldaziekenhuis Imeldalaan 9 2820 Bonheiden www.imelda.be WZC Den Olm Schoolstraat 55 2820 Bonheiden www.denolm.be 20 14 - ja a rga ng 18
© Copyright 2024 ExpyDoc