Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht

Haalbaarheidsonderzoek
Integraal Kindcentrum
Obbicht-Grevenbicht
Onderzoeksrapportage
"Elk voordeel heeft zijn nadeel"
Stichting Kindante
7 februari 2014
Haalbaarheidsonderzoek
Integraal Kindcentrum
Obbicht-Grevenbicht
Onderzoeksrapportage
DEFINITIEF
"Elk voordeel heeft zijn nadeel"
dossier : BC6759-100-100
registratienummer : IS-MA20140195
versie : Versie 7
classificatie : Klant vertrouwelijk
Stichting Kindante
7 februari 2014
© HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan
waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
HaskoningDHV Nederland B.V.
INHOUD
BLAD
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
INLEIDING
Vraagstelling
Deelnemende organisaties in het IKC
Projectorganisatie
Uitgangspunten van het onderzoek
Onderzoeksaanpak
Leeswijzer
3
3
3
3
4
5
5
2
2.1
2.2
2.3
2.4
HUIDIGE SITUATIE
Functionaliteit van de gebouwen
Technische staat van de gebouwen
Huidige exploitatielasten
Bodemverontreiniging
6
7
8
9
9
3
3.1
3.2
3.3
RUIMTEBEHOEFTE IKC
Het IKC concept
Ruimtebehoefte IKC
Samenvatting ruimtebehoefte
10
10
10
12
4
4.1
4.2
4.3
DE ONDERZOCHTE SCENARIO’S
De scenario’s
Gymzalen
De beoordelingscriteria
13
13
14
14
5
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
5.9
5.10
EERSTE BEOORDELING VAN DE SCENARIO’S
17
Inleiding
17
Scenario 1: Samenvoegen scholen in gerenoveerd schoolgebouw in Grevenbicht
17
Scenario 2: IKC door transformatie = hergebruik, gedeeltelijke sloop en uitbreiding van bestaande
schoolgebouwen in Grevenbicht
21
Scenario 3: IKC door transformatie/hergebruik bestaande schoolgebouw Obbicht
22
Scenario 4: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht
24
Scenario 5: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Obbicht
26
Scenario 6: Nieuwbouw IKC aan Kempenweg in middengebied Obbicht-Grevenbicht
27
Scenario 7: Nieuwbouw IKC aan Frankenstraat in Grevenbicht
33
Scenario 8: Nieuwbouw elders in middengebied Obbicht-Grevenbicht
35
Tussenconclusie eerste scenario analyse
37
6
FINANCIËLE ANALYSE
39
7
RISICO ANALYSE
43
8
SAMENVATTING, ADVIES EN AANBEVELINGEN
45
9
COLOFON
49
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
-1-
BIJLAGEN
1.
2.
3.
4.
Rapport technische schouw schoolgebouwen
Programma van Eisen
Financiële analyse
Verslag gesprek met Provincie Limburg en Rijkswaterstaat
7 februari 2014, versie 7
-2-
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
1
INLEIDING
1.1
Vraagstelling
De gemeente Sittard-Geleen heeft te maken met een krimpsituatie. Dit heeft zijn weerslag op de
maatschappelijke voorzieningen in de gemeente en op het basisonderwijs in het bijzonder. Afnemende
leerlingenaantallen dwingen maatschappelijke organisaties tot slimme oplossingen voor maatschappelijke
voorzieningen. Daarom zoekt Stichting Kindante naar een oplossing voor de basisscholen Ds.
Deelemanschool, de Pastoor Franckschool en de Willibrordusschool in samenwerking met diverse
maatschappelijke organisaties. Concreet zit de Willibrordusschool qua leerlingenaantal onder de
opheffingsnorm en zal daarom worden geconfronteerd met sluiting.
Het huisvesten van scholen en maatschappelijke organisaties in solitaire gebouwen is niet langer
levensvatbaar, zeker niet in krimpregio’s. In die situatie is het van belang om slim om te gaan met de
huisvesting van maatschappelijke organisaties. Het concentreren van functies is noodzakelijk en het
combineren met andere functies zoals sportvoorzieningen biedt kansen om de levensvatbaarheid te
vergroten. Door de verschillende maatschappelijke partijen met elkaar in contact te brengen en elkaars
belangen te delen, wordt vaak ingezien dat gezamenlijke huisvesting een oplossing kan bieden en de
levensvatbaarheid van de organisaties vergroot. Hiertoe zijn de kindpartners in Obbicht en Grevenbicht
voornemens om een Integraal Kindcentrum (IKC) te realiseren. Deze ambitie wordt eveneens
uitgesproken in het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs en Kindfuncties Sittard-Geleen 2013 – 2025.
Hierin is het streven van Stichting Kindante opgenomen om de drie scholen onder te brengen in een
Integraal Kindcentrum door gebruik te maken van de bestaande schoolgebouwen in Grevenbicht of door
nieuwbouw in het middengebied Obbicht-Grevenbicht.
In opdracht van Stichting Kindante heeft Royal HaskoningDHV (RHDHV) ten behoeve van het IKC een
haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de mogelijke locaties en de mogelijkheden van het gebruik van
bestaande gebouwen versus nieuwbouw onderzocht. In deze rapportage zijn de bevindingen van ons
onderzoek verwoord en komen wij tot een advies voor de mogelijke locatie en bouwvorm voor het IKC.
1.2
Deelnemende organisaties in het IKC
In de projectgroep is de afspraak gemaakt dat in dit stadium uitsluitend de eerste lijns kindpartners worden
gevraagd naar hun huisvestingsbehoefte. Deze partners zijn:
PC Basisschool Ds. Deeleman,
RK Basisschool Pastoor Franck,
RK Basisschool Willibrordus,
Stichting Spelenderwijs (onderdeel van PIW-groep),
Maatwerk in Kinderopvang (MIK): MIK heeft gedurende het onderzoek aangegeven niet deel te
nemen aan het IKC.
1.3
Projectorganisatie
Royal HaskoningDHV heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van Stichting Kindante. Bij de
opdrachtverstrekking heeft Stichting Kindante nauw samengewerkt met de gemeente Sittard-Geleen. De
belangrijkste onderdelen van de projectorganisatie bestonden uit een projectgroep en een klankbordgroep.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
-3-
Daarnaast zijn de betrokken wethouders van de gemeente Sittard-Geleen en de besturen van de
toekomstige kindpartners van het IKC over de onderzoeksresultaten geïnformeerd.
Projectgroep
RHDHV heeft de onderzoeksresultaten teruggekoppeld in de projectgroep. Hierin hebben de volgende
partijen zitting:
Stichting Kindante
Gemeente Sittard-Geleen
Directeur Ds. Deelemanschool
Directeur Willibrordusschool en Pastoor Franckschool
Stichting Spelenderwijs
Woningstichting Obbicht en Papenhoven
(Stichting Woningbeheer Born-Grevenbicht: heeft op eigen verzoek geen zitting gehad in de
projectgroep, maar is wel gelijk met de overige projectgroepleden geïnformeerd)
Klankbordgroep
Voor een kritische terugkoppeling op de aanpak en de onderzoeksresultaten is een klankbordgroep in het
leven geroepen. Hierin hebben vertegenwoordigers zitting van de diverse maatschappelijke organisaties
en lokale belangenorganisaties, gerelateerd aan het gebruik van de huidige onderwijsgebouwen en
gymzalen. De onderzoeksvraagstelling en de onderzoeksaanpak zijn in november en december 2013
afgestemd met de klankbordgroep. In januari 2014 zijn de resultaten van dit onderzoek voorgelegd aan de
klankbordgroep.
1.4
Uitgangspunten van het onderzoek
In het onderzoek zijn onder meer de volgende uitgangspunten gehanteerd. In de volgende hoofdstukken
wordt verder ingegaan op de specifieke uitgangspunten zoals die voor de ruimtebehoefte en de financiële
analyse.
Op verzoek van de projectgroep zijn uitsluitend de eerstelijns kindpartners betrokken in het
onderzoek.
De drie scholen zijn in een fusieproces verwikkeld. De fusie is deels noodzaak omdat de
Willibrordusschool wat betreft leerlingenaantal onder de opheffingsnorm zitten. De
Willibrordusschool wordt op termijn gesloten. Aangezien de Ds. Deelemanschool een
Protestants-christelijke denominatie heeft, die binnen een straal van 5 kilometer niet voorkomt,
kan deze school blijven bestaan. Een fusie maakt het voortbestaan van de scholen (niet de
gebouwen) mogelijk in een nieuwe organisatie.
In het Strategische Huisvestingsplan Onderwijs en Kindfuncties Sittard-Geleen 2013-2025 wordt
concentratie van de scholen in combinatie met de peuterspeelzaal geadviseerd. Dit kan door
hergebruik van bestaande gebouwen of door middel van nieuwbouw. Het schoolbestuur heeft
een voorkeur uitgesproken voor het laatste. De resultaten van dit onderzoek moeten hier meer
richting aan geven.
Stichting Kindante hanteert een hogere duurzaamheidambitie dan de gemeente. Voor zowel
renovatie als nieuwbouw sluit Stichting Kindante aan bij het concept Frisse Scholen Klasse B
zoals gedefinieerd door het AgentschapNL. Bij nieuwbouw adviseert het AgentschapNL uit te
gaan van minimaal Klasse B. Stichting Kindante streeft ook bij renovatie naar het realiseren van
een schoolgebouw dat voldoet aan Klasse B. De gemeente heeft aangegeven uit te gaan van de
eisen zoals weergegeven in het Bouwbesluit. Dit verschil in ambitieniveau heeft een verhogend
effect op de investeringskosten bij zowel renovatie als nieuwbouw omdat een hogere investering
7 februari 2014, versie 7
-4-
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
wordt gedaan in met name energiebesparende maatregelen en maatregelen die het
binnenklimaat verbeteren (luchtbehandeling). Een nadere toelichting op het verschil in
duurzaamheidambitie geven wij in de financiële analyse in bijlage 3 (paragraaf 1.1).
1.5
Onderzoeksaanpak
RHDHV heeft de volgende werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van dit haalbaarheidsonderzoek:
Wij zijn gestart met het bestuderen van reeds uitgevoerde onderzoeken om ons in te leven in de
lokale situatie.
Middels het afnemen van interviews is de ruimtebehoefte van de eerste lijns kindpartners
geïnventariseerd. De functionele en ruimtelijke wensen van de kindpartners zijn vastgelegd in een
globaal programma van eisen dat als bijlage bij dit rapport is gevoegd.
Vervolgens hebben wij een eerste analyse uitgevoerd van de scenario’s.
In overleg met de projectgroep is op basis van de eerste beoordeling van de scenario’s een
selectie gemaakt van een aantal scenario’s dat nader financieel is onderzocht. Voor deze
scenario’s zijn de stichtingskosten, financieringsmogelijkheden en de exploitatiekosten in beeld
gebracht.
De uitkomsten van de scenario-analyse zijn besproken met de projectgroep en de
klankbordgroep.
Op basis van voorgaande stappen is deze rapportage tot stand gekomen. Ook is de rapportage
afgestemd met de leden van de projectgroep en de klankbordgroep.
Validatie van het onderzoek
In lijn met het Kwaliteitshandboek van Royal HaskoningDHV zijn zowel het gevolgde proces als inhoudelijk
de gegevens uit deze rapportage beoordeeld aan de hand van het vierogenprincipe. Dit houdt in dat
meerdere collega’s de gegevens checken en beoordelen. Ook heeft een validator van Royal
HaskoningDHV het proces gevolgd en inhoudelijk kritisch meegekeken.
1.6
Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk gaan wij nader in op de huidige situatie van de drie scholen en de gymzalen.
Hoofdstuk 3 geeft een beknopte beschrijving van de geïnventariseerde ruimtebehoefte. In de bijlagen is
het volledige Programma van Eisen opgenomen.
In hoofdstuk 4 geven wij aan welke scenario’s zijn onderzocht. Tevens worden de scenario’s inhoudelijk
toegelicht en wordt aangegeven op welke aspecten de scenario’s zijn beoordeeld. De eerste beoordeling
van de scenario’s vindt plaats in hoofdstuk 5. Hierin worden de scenario’s beoordeeld op alle aspecten
behalve financiën. De financiële analyse vindt plaats in hoofdstuk 6, gevolgd door een risico analyse in
hoofdstuk 7. In hoofdstuk 8 wordt een samenvatting en een advies voor het toekomstige IKC gegeven.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
-5-
2
HUIDIGE SITUATIE
In dit onderzoek is de functionele en technische kwaliteit van de bestaande schoolgebouwen onderzocht.
Het gaat om drie schoolgebouwen en de gymzalen in Obbicht en Grevenbicht. De peuterspeelzaal is
momenteel gevestigd in de Willibrordusschool in Obbicht en in het gemeenschapshuis in Grevenbicht. Het
gemeenschapshuis maakt (als huisvesting) geen onderdeel uit van dit onderzoek.
School
Adres
Perceel
PC basischool Ds.
Deeleman
St. Catharinaplantsoen 6,
Grevenbicht
M 1186
Opp.
Perceel
1.045
RK basischool Pastoor
Franck
RK basischool
Willibrordus
Gymzaal Grevenbicht
St. Catharinaplantsoen 4,
Grevenbicht
St. Willibrorduslaan 1,
Obbicht
St. Catharinaplantsoen 2,
Grevenbicht
St. Willibrorduslaan 21
M 1187
B 4314 /
B 4121
Gymzaal Obbicht
Bouwjaar
m2 bvo
680
5.200
1963
(verbouwd en
aangepast in
2006)
1964
1.537
3.105
1959
1.033
2002
455
1982
475
Tabel 1: Gegevens schoolgebouwen en gymzalen Obbicht en Grevenbicht
Figuur 1: Locatie Ds. Deelemanschool / Pastoor Franckschool,
Grevenbicht (links) en locatie Willibrordusschool, Obbicht (rechts)
In bovenstaande figuur is links de locatie van de basisscholen in Grevenbicht te zien. Het betreft hier een
locatie van circa 6.245 m2 (inclusief perceel gymzaal). Rechts is de locatie van de Willibrordusschool in
Obbicht te zien. Deze locatie heeft een oppervlakte van 3.105 m2. De bruikbare locatie is echter iets
kleiner doordat de locatie geen rechthoekige vorm heeft, maar een aantal smalle stroken bevat ten oosten
en westen van het gebouw.
7 februari 2014, versie 7
-6-
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Stichting Kindante is juridisch eigenaar van beide locaties. De gemeente Sittard-Geleen is economisch
eigenaar van beide locaties. Dit houdt in dat wanneer de onderwijsbestemming van de gronden af gaat en
Stichting Kindante de gronden dus niet langer gebruikt voor onderwijsdoeleinden, de gronden weer
volledig in eigendom komen van de gemeente. Ook een eventuele grondopbrengst als gevolg van
herbestemming komt daarmee terecht bij de gemeente.
2.1
Functionaliteit van de gebouwen
Ds. Deelemanschool en Pastoor Franckschool
In de figuur hiernaast is de opzet van de Ds. Deelemanschool (gebouwdeel rechtsboven) en de Pastoor
Franckschool (het overige gebouwdeel) te zien. Deze figuur is opgenomen om te laten zien dat de
schoolgebouwen in de jaren uitgebreid zijn waardoor een langgerekt gebouw is ontstaan met veel
verkeersruimte.
De diverse lokalen zijn overwegend solitair
gesitueerd in het gebouw. Verbinding of
contact tussen de lokalen is slechts beperkt
mogelijk. Ook is het zicht op de kinderen
beperkt door de gangstructuur van het gebouw.
Het gebouw beschikt over te veel hoekjes
waardoor toezicht slecht mogelijk is, hetgeen
ten kosten gaat van de veiligheid van de
kinderen.
De structuur van het gebouw heeft tevens
nadelige effecten op de exploitatie van het
gebouw. Met name ten aanzien van energie en
onderhoud is het een inefficiënt gebouw.
De gebouwvorm leidt tot een school die niet
langer voldoet aan de wensen en eisen van
een moderne school. Op de technische staat
komen wij hieronder terug.
Gymzaal Grevenbicht
De gymzaal voldoet functioneel. Sommige
gebruikers geven aan dat er een te harde vloer
is.
De gymzaal kent een bezettingsgraad van
circa 48% (gemeten: doordeweeks tussen 9.00
en 22.00 uur). De bezettingsgraad overdag
(tussen 9.00 en 17.00 uur bedraagt 51%, in de
avonduren (tussen 18.00 en 22.00 uur) is de
bezettingsgraad 43%. Zowel overdag als ’s
avonds is nog ruimte voor optimalisatie van het
gebruik van de gymzaal.
Figuur 2: Lay out Ds. Deelemanschool en Pastoor Franckschool
Willibrordusschool
De hierna volgende afbeelding geeft de lay out van de Willibrordusschool weer.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
-7-
Figuur 3: Lay out Willibrordusschool
Uit de gesprekken met de schoolleiding is duidelijk geworden dat deze school functioneel volstaat.
Duidelijk is te zien dat de gebouwvorm efficiënter is dan de schoolgebouwen in Grevenbicht. De lokalen
zijn gesitueerd rondom het centrale middengebied. Zichtlijnen zijn kort.
Gymzaal Obbicht
De gymzaal in Obbicht kent een bezettingsgraad van circa 33% (gemeten: doordeweeks tussen 9.00 en
22.00 uur). De bezettingsgraad overdag (tussen 9.00 en 17.00 uur bedraagt 17%, in de avonduren (tussen
18.00 en 22.00 uur) is de bezettingsgraad 66%. Zowel overdag als ’s avonds is nog ruimte voor
optimalisatie van het gebruik van de gymzaal.
2.2
Technische staat van de gebouwen
Van de drie schoolgebouwen is een schouw uitgevoerd om de technische kwaliteit te bepalen. In bijlage 1
is de volledige rapportage van de schouw opgenomen. Duidelijk is geworden dat de scholen in
Grevenbicht in slechte technische staat verkeren en grondige renovatie nodig is. De Ds. Deelemanschool
is in een minder slechte staat dan de Pastoor Franckschool. Ook de Willibrordusschool heeft te maken met
een matige technische staat gezien de leeftijd van het gebouw. De knelpunten bij de scholen uiten zich in
slechte staat van de platte daken, lekkende lichtkoepels, kapotte gevelbeplating en boeiboorden (houtrot),
beperkte isolatie (op plaatsen nog enkel glas aanwezig), scheuren in metselwerk, asbest, verouderde
radiatoren, verouderd raambeslag, verouderde vloerafwerking, verouderd sanitair en brandgevaarlijke
plafonds.
Royal HaskoningDHV heeft geen technische schouw van de gymzalen uitgevoerd, aangezien dit niet tot
de opdracht behoorde. Deze zijn in eigendom van de gemeente. Uit de ontvangen onderhoudsplanningen
van de gemeente is gebleken dat de technische staat van de gymzaal in Grevenbicht redelijk is. De
technische staat van de gymzaal in Obbicht is slechter.
7 februari 2014, versie 7
-8-
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
2.3
Huidige exploitatielasten
Uit de administratie van Stichting Kindante blijkt dat de drie scholen momenteel gezamenlijke
exploitatiekosten hebben van circa € 135.000 in 2012.
Prefentief onderhoud
Dotatie voorziening preventief onderhoud
Tuinonderhoud
Energie
Waterverbruik
Schoonmaakonderhoud
Publiekrechtelijke heffingen
Totaal 2012
Pastoor Franck Ds. Deeleman
2012
2012
8.967
3.585
11.504
7.973
34
22.519
8.448
587
877
22.599
9.902
1.049
1.851
67.259
32.636
Willibrordus
2012
4.184
9.417
127
3.787
464
16.685
1.134
35.798
Totaal
2012
16.736
28.894
161
34.754
1.928
49.186
4.034
135.693
Tabel 2: Exploitatiekosten 2012 van de drie scholen (bron: Stichting Kindante)
Het gaat hier om de werkelijke exploitatiekosten. De dotatie voorzieningen preventief onderhoud is
gebaseerd op verwachte onderhoudskosten (gebaseerd op continuering van gebruik).
2.4
Bodemverontreiniging
Uit
het
raadplegen
van
het
bodemloket
(www.bodemloket.nl) blijkt dat ter plaatse van de
Pastoor Franckschool en Ds. Deelemanschool (St.
Catharinaplantsoen)
een
bodemsanering
heeft
plaatsgevonden. De locatie is rond 2001 volledig
gesaneerd en daarna vrijgegeven. Uit het rapport
blijkt dat in 2008 de sanering is geëvalueerd.
De hygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse is
door het bevoegd gezag (Provincie Limburg)
voldoende gevonden. In figuur 4 is het gebied
weergegeven met het paarse gearceerde vlak. Dit sluit
Figuur 4: locatie bodemsanering Ds Deelemanschool
en Pastoor Franckschool, Grevenbicht
echter niet uit dat bij toekomstige ontwikkelingen nader
onderzoek noodzakelijk is.
Ter plaatse van de Willibrordusschool is geen
bodemverontreiniging of sanering bekend. Naast de
school ter plaatse van het kantoorgebouw is echter wel
een onderzoek uitgevoerd, zie de bruine arcering in
figuur 5. Bij herontwikkeling van deze locatie is het
mogelijk
dat
nader
bodemonderzoek
moet
plaatsvinden.
Figuur 5: locatie bodemonderzoek naast
Willibrordusschool
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
-9-
3
RUIMTEBEHOEFTE IKC
3.1
Het IKC concept
Het oprichten van een IKC is enerzijds ontstaan uit de noodzaak tot concentratie van de scholen in
Obbicht en Grevenbicht als gevolg van de afname van het leerlingenaantal. Minstens zo belangrijk is
echter de visie van de kindpartners dat concentratie en samenwerking kan leiden tot meerwaarde voor de
doelgroep, namelijk de kinderen van 0 tot 12 jaar.
Royal HaskoningDHV heeft de mogelijke toekomstige gebruikers, stichting Kindante en de gemeente
geïnterviewd om het concept voor het IKC te achterhalen en de bijbehorende functionele en ruimtelijke
wensen te inventariseren. MIK heeft aangegeven af te zien van participatie in het IKC. Stichting Kindante
moet daarom op zoek naar een nieuwe partner voor het aanbieden van buitenschoolse opvang eventueel
in combinatie met een kinderdagverblijf.
De gebruikers hebben hun voorkeur uitgesproken over het huisvesten van alle (eerstelijns) kindpartners
onder één dak. De gemeente heeft aangegeven dat een IKC in de vorm van een netwerkorganisatie
waarbij de kindpartners niet noodzakelijk in één gebouw gehuisvest zijn ook tot de mogelijkheden behoort.
Over het inhoudelijke concept voor het IKC zitten de genoemde partijen op één lijn. Een borging van de
doorlopende leerlijn voor kinderen van 0 tot 12 jaar is de centrale doelstelling. Hierbij is het van groot
belang dat de kindpartners zorgen voor inhoudelijke afstemming met elkaar.
Naast de inhoudelijke samenwerking tussen de eerstelijns kindpartners in het IKC willen de kindpartners
aansluiting (blijven) houden bij andere maatschappelijke organisaties in Obbicht en Grevenbicht. Hierbij
wordt gedacht aan functies als zorg, centrum voor jeugd en gezin, consultatiebureau, logopedie, sport en
culturele instellingen. Dit soort organisaties moet toegang kunnen krijgen tot het IKC.
Het IKC moet een gevoel van “welkom” uitstralen en dus openstaan naar de omgeving en de
gemeenschap.
3.2
Ruimtebehoefte IKC
De kindpartners hebben in de interviews hun ruimtebehoefte aangegeven. Daarnaast is aangesloten bij
beleid van de gemeente ten aanzien van ruimtegebruik van scholen en peuterspeelzalen:
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sittard-Geleen, door de
gemeenteraad vastgesteld op 8 juli 2009.
Verordening peuterspeelzalen gemeente Sittard-Geleen 2011.
Basisschool
Voor het bepalen van de permanente ruimtebehoefte is het aantal leerlingen dat gedurende 15 jaar kan
worden verwacht van belang. Uitgaande van in gebruik name van het IKC in 2016, houden wij het aantal
leerlingen aan dat in 2030 wordt verwacht. Het leerlingenaantal bedraagt in dat jaar 295 leerlingen.
7 februari 2014, versie 7
- 10 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Basisschool:
PC Ds. Deeleman
leerlingaantal
aantal lokalen
RK Pastoor Franck leerlingaantal
aantal lokalen
RK Willibrordus
leerlingaantal
aantal lokalen
Totaal
leerlingaantal
Ruimtebehoefte
aantal lokalen
Ruimtebehoefte
m² bvo
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
75
73
71
68
68
67
66
65
65
64
4
4
4
3
3
3
3
3
4
4
155
156
156
155
155
154
150
149
148
147
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
116
110
108
106
102
102
101
101
98
98
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
346
339
335
329
325
323
317
315
311
309
15
15
15
14
14
14
14
14
15
15
1.940 1.905 1.885 1.855 1.835 1.825 1.795 1.784 1.764 1.754
Basisschool:
PC Ds. Deeleman
2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033
leerlingaantal
64
63
63
63
61
62
62
61
61
60
aantal lokalen
4
4
4
4
3
3
3
3
3
3
RK Pastoor Franck leerlingaantal
145
143
143
143
140
140
140
140
138
135
aantal lokalen
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
RK Willibrordus
leerlingaantal
96
95
95
94
93
93
93
92
91
90
aantal lokalen
5
4
4
4
4
4
4
4
4
4
Totaal
leerlingaantal
305
301
301
300
294
295
295
293
290
285
Ruimtebehoefte
aantal lokalen
15
14
14
14
13
13
13
13
13
13
Ruimtebehoefte
m² bvo
1.734 1.714 1.714 1.709 1.679 1.684 1.684 1.674 1.659 1.634
Tabel 3: leerlingenprognose en ruimtebehoefte scholen (bron: Gemeente Sittard-Geleen)
De bijbehorende ruimtebehoefte is conform de gemeentelijke verordening 1.684 m2 bvo. In de eerste
jaren van het IKC is de ruimtebehoefte groter. Bij de geplande in gebruik name van het IKC in 2016 is de
ruimtebehoefte 1.885 m2 bvo. Daarom is het verstandig om bij de planvorming rekening te houden met
deze krimp in ruimtebehoefte van circa 200 m2 bvo (circa 3 lokalen). Bestaande voorzieningen in de beide
kernen kunnen in het opvangen van deze ruimtebehoefte een rol spelen.
Buitenruimte: 600 m2 conform de verordening.
Peuterspeelzaal
Stichting Spelenderwijs heeft aangegeven dat bij het realiseren van het IKC één groepsruimte voor
Obbicht en Grevenbicht nodig is. Deze ruimte zal 7 dagdelen in gebruik zijn. De totale ruimtebehoefte is
hieronder weergegeven.
Ruimte
Groepsruimte (obv aantal kinderen)
Verschoonruimte
Keukenblok
Peutertoiletten (incl voorruimte)
Kantoor- en spreekruimte
Bergruimte binnen
Bergruimte buiten
Totaal ruimtebehoefte
Factor n.o./b/.v.o.
Tabel 4: ruimtebehoefte peuterspeelzaal
m² n.o.
aantal per ruimte m² n.o. m² b.v.o.
14
3,5
49
65
1
8
8
11
1
8
8
11
3
4
12
16
1
15
15
20
1
10
6
8
1
10
6
8
104
138
1,33
opmerkingen
deelbaar met
deelbaar met
deelbaar met
deelbaar met
Bso
Bso
Bso
Bso school
Buitenruimte: 42 m2 conform de verordening.
Buitenschoolse opvang
Naast de peuterspeelzaal is er behoefte aan het aanbieden van buitenschoolse opvang in het toekomstige
IKC. De ruimtebehoefte bestaat net als bij de peuterspeelzaal uit een groepsruimte en een aantal
ondersteunende ruimten.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 11 -
m² n.o.
Ruimte
aantal per ruimte m² n.o. m² b.v.o.
Groepsruimte (obv aantal kinderen)
14
3,5
49
65
Slaapruimte
2
10,0
20
27
Verschoonruimte
0
0
Keukenblok
0
0
(Peuter)toiletten (incl voorruimte)
0
0
Kantoor- en spreekruimte
0
0
Bergruimte binnen
1
10
6
8
Bergruimte buiten
1
10
6
8
Totaal ruimtebehoefte
81
108
Factor n.o./b/.v.o.
1,33
Tabel 5: ruimtebehoefte buitenschoolse opvang
opmerkingen
deelbaar met
deelbaar met
deelbaar met
deelbaar met
Psz
Psz
Psz
Psz school
Buitenruimte: de buitenschoolse opvang maakt gebruik van de buitenruimte van de school en de
peuterspeelzaal.
Parkeren
Op basis van het gemeentelijke parkeerbeleid, komen we op de volgende parkeerbehoefte.
Gebruiker
School
Peuterspeelzaal
Kinderdagverblijf
Gymzaal
Totaal
gemeentelijke
parkeernorm
0,5
0,6
0,6
2,5
per
leslokaal
arbeidsplaats
arbeidsplaats
100 m2 bvo
aantal
aantal parkeerplaatsen
13
6,5
2
1,2
2
1,2
570
14,3
23,2
Tabel 6: parkeerbehoefte
Uitgaande van 25 m2 per parkeerplaats, is circa 538 m2 nodig.
3.3
Samenvatting ruimtebehoefte
Gebruiker
School
m² bvo
1.684
Peuterspeelzaal
138
Buitenschoolse opvang
108
Gymzaal
Totaal
455
2.385
m² perceel
Footprint gebouw (1-laags)
Speelruimte school
Speelruimte peuterspeelzaal
Parkeren
Totaal benodigd perceel
Tabel 7: samenvatting ruimtebehoefte IKC
2.385
600
42
538
3.565
Bovengenoemde ruimtebehoefte is exclusief eventuele noodzakelijke infrastructurele maatregelen.
In de financiële analyse zijn wij ervan uitgegaan dat ruimte nodig is voor bijvoorbeeld een kiss & ride zone,
een fietsenstalling en eventueel ruimte ten behoeve van de ontsluiting van de locatie. Infrastructurele
maatregelen aan het bestaande wegennetwerk zijn niet opgenomen.
Hiermee komt de totale ruimtebehoefte uit op circa 4.000 m2 grond.
7 februari 2014, versie 7
- 12 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
4
DE ONDERZOCHTE SCENARIO’S
In dit hoofdstuk geven wij weer welke scenario’s voor het IKC (basisscholen, peuterspeelzaal,
buitenschoolse opvang) zijn onderzocht. Tevens verwoorden wij in dit hoofdstuk aan de hand van welke
criteria de scenario’s zijn beoordeeld. In een aparte paragraaf (4.2) geven wij weer hoe en welke rol de
gymzalen spelen in de scenario’s.
4.1
De scenario’s
Royal HaskoningDHV heeft een 8 tal scenario’s opgesteld in overleg met de projectgroep. De hieronder
weergegeven scenario’s hebben betrekking op de scholen, de peuterspeelzaal en de buitenschoolse
opvang.
Scenario 1: IKC als netwerkorganisatie door samenvoegen scholen in het bestaande
schoolgebouw in Grevenbicht
In scenario 1 worden de drie scholen samengevoegd in de schoolgebouwen in Grevenbicht. De
peuterspeelzaal uit Obbicht, zal waarschijnlijk worden samengevoegd met de peuterspeelzaal die in
Grevenbicht is gehuisvest in het gemeenschapshuis. De schoolgebouwen in Grevenbicht worden met
elkaar verbonden en gerenoveerd. De BSO wordt ondergebracht in een lokaal in het schoolgebouw.
Scenario 2: IKC door transformatie: hergebruik, gedeeltelijke sloop en uitbreiding van bestaande
schoolgebouwen in Grevenbicht
In scenario 2 is onderzocht in hoeverre de schoolgebouwen in Grevenbicht kunnen worden hergebruikt
voor het toekomstige IKC. Gezien de situatie waarbij de Ds. Deelemanschool zowel functioneel als
technisch in een betere staat verkeert dan de Pastoor Franckschool, is ervoor gekozen om de Ds.
Deelemanschool te behouden en te renoveren en de Pastoor Franckschool te slopen. Een nieuw
gebouwdeel wordt aan de bestaande Ds. Deelemanschool verbonden, waarin ook de peuterspeelzaal en
de buitenschoolse opvang wordt gerealiseerd.
Scenario 3: IKC door hergebruik bestaande schoolgebouw in Obbicht
In scenario 3 is onderzocht in hoeverre het mogelijk is om het IKC te vestigen in het bestaande
schoolgebouw in Obbicht. Het is de vraag in hoeverre de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang in
het gebouw ondergebracht kan worden of dat het IKC in de vorm van een netwerkorganisatie functioneert.
Het schoolgebouw in Obbicht wordt gerenoveerd.
Scenario 4: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht
Bij scenario 4 worden de huidige schoolgebouwen in Grevenbicht gesloopt en vindt nieuwbouw plaats van
het IKC inclusief de peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang op de huidige locatie van de scholen in
Grevenbicht.
Scenario 5: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Obbicht
In scenario 5 wordt het schoolgebouw in Obbicht gesloopt en vindt nieuwbouw plaats van het IKC inclusief
peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang op de locatie van de huidige school in Obbicht.
Scenario 6: Nieuwbouw IKC aan Kempenweg in middengebied Obbicht-Grevenbicht
Scenario 6 behelst nieuwbouw inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang aan de Kempenweg in
het middengebied Obbicht-Grevenbicht.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 13 -
Scenario 7: Nieuwbouw IKC aan Frankenstraat in Grevenbicht
In scenario 7 wordt nieuwbouw inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang aan de Frankenstraat
in Grevenbicht achter de supermarkt onderzocht.
Scenario 8: Nieuwbouw elders in middengebied Obbicht-Grevenbicht
Naast de twee concrete locaties die in scenario 6 en 7 worden onderzocht, hebben wij onderzocht of er
nog andere locaties zijn in het middengebied Obbicht-Grevenbicht die geschikt zijn voor nieuwbouw
inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang.
4.2
Gymzalen
Naast het IKC (scholen, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang), hebben de gymzalen in Obbicht en
Grevenbicht een belangrijke rol voor de leefbaarheid in de beide dorpen. In de hierboven beschreven
scenario’s is het mogelijk dat de gymzalen worden gerenoveerd of dat een nieuwe gymzaal wordt
gerealiseerd. Het uiteindelijke besluit over het openhouden van gymzalen of het al dan niet plegen van
nieuwbouw ligt bij de gemeente.
Nieuwbouw of renovatie
In alle onderzochte scenario’s is een gymzaal voorhanden binnen de verwijsafstand zoals die in de
verordening voorzieningen huisvesting onderwijs is opgenomen (1.000 meter loopafstand). Formeel is er
geen noodzaak om een gymzaal nieuw te bouwen. Met name in de scenario’s waarbij het IKC in het
middengebied wordt gerealiseerd (scenario 6, 7 en 8) is het denkbaar dat een nieuwe gymzaal wordt
gerealiseerd. In de scenario’s waarbij de schoollocatie in Grevenbicht in gebruik blijft (scenario 1, 2 en 4)
zal de huidige gymzaal in Grevenbicht naar alle waarschijnlijkheid worden behouden en gerenoveerd. In
de scenario’s waarbij het IKC in Obbicht wordt gerealiseerd (scenario’s 3 en 5), is het denkbaar dat de
gymzaal in Obbicht wordt behouden en gerenoveerd.
Het is in alle scenario’s ook nog denkbaar dat de gymzaal in Obbicht wordt opengehouden, wellicht niet
voor schoolgebruik overdag, maar voor gebruik in de avonduren. Gezien de technische staat van de
gymzaal in Obbicht, ligt het niet voor de hand om deze gymzaal open te houden en te renoveren. Daarom
hebben wij in deze rapportage alleen renovatie van de gymzaal in Grevenbicht meegenomen.
4.3
De beoordelingscriteria
Wij hebben de scenario’s beoordeeld aan de hand van de criteria zoals hieronder omschreven. Hierbij
moet worden opgemerkt dat de beoordeling afhankelijk is van het perspectief van degene die de
beoordeling uitvoert. De inwoners van Obbicht en Grevenbicht zullen verschillend tegen de criteria
aankijken. Dit geldt ook voor de gemeente en Stichting Kindante. Wij hebben geprobeerd om de diverse
scenario’s zo objectief mogelijk te beoordelen aan de hand van de hieronder beschreven criteria.
De daadwerkelijke beoordeling van de scenario’s vindt plaats in het volgende hoofdstuk (5). De financiële
beoordeling is opgenomen in hoofdstuk 6.
7 februari 2014, versie 7
- 14 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
Wij onderzoeken of de gebouwen en/of locaties voldoende ruimte bieden om de geïnventariseerde
ruimtebehoefte te kunnen huisvesten. Gezien de stedenbouwkundige opzet van beide dorpen en gezien
de omgeving wordt uitgegaan van een 1-laags gebouw.
Tevens beoordelen wij per scenario wat de beperkingen, risico’s en mogelijkheden zijn die wetgeving op
het gebied van ruimtelijke ordening biedt.
Functionaliteit voor de kinderen
De toekomstige voorziening heeft als doel om een goede huisvesting te bieden waarmee de kindpartners
en daarmee de kinderen op de lange termijn uit de voeten kunnen. De verschillende vormen van onderwijs
(klassikaal, kleine groepjes, etc.) moeten nu en in de toekomst kunnen worden georganiseerd in de
toekomstige voorziening. Ook als de onderwijsvisie van de school in de toekomst wordt bijgestuurd of
aangepast, moet het gebouw over voldoende flexibiliteit beschikken om dit soort veranderingen op te
kunnen vangen. Wij beoordelen deze toekomstbestendigheid van de accommodatie per scenario.
Synergiemogelijkheden met andere functies
Per scenario is onderzocht in hoeverre synergie met sportaccommodaties is te realiseren. Deels is
synergie te behalen door goede afspraken te maken. Daardoor is het ook mogelijk om synergie tussen
sport en het IKC te realiseren zonder dat beide in elkaars directe nabijheid zijn gelegen. Een optimale
synergie is te realiseren door het samenvoegen van beide functies op één locatie.
Ook is onderzocht in hoeverre ieder scenario mogelijkheden biedt voor uitbreiding met andere functies in
de toekomst.
Effect op de leefbaarheid van de gemeenschap
Leefbaarheid is een belangrijk beoordelingscriterium in dit haalbaarheidsonderzoek omdat
maatschappelijke voorzieningen zoals onderwijs en peuterspeelzaal in grote mate de leefbaarheid van een
dorp bepalen. Deze voorzieningen vormen een belangrijk ontmoetingspunt in de gemeenschap. Met name
voor dit criterium geldt dat de inwoners van Obbicht en Grevenbicht hier per scenario verschillend
tegenaan kunnen kijken.
Bij het onderzoeken van de gevolgen per scenario voor de leefbaarheid in de beide kernen, kijken wij naar
het maatschappelijke voorzieningenniveau in beide kernen. Denk hierbij aan maatschappelijke
voorzieningen zoals scholen, wijkcentra, (buiten)sportverenigingen zoals tennis en voetbal, maar ook
mogelijkheden om binnensport te beoefenen. Ook verenigingen zoals buurtverenigingen,
muziekverenigingen, heemkundeverenigingen, Oranjeverenigingen hebben behoefte aan een geschikte
accommodatie om hun activiteiten te kunnen uitvoeren.
In kleinere gemeenschappen hebben maatschappelijke voorzieningen een belangrijke functie. Ze vormen
een verbindende schakel in de gemeenschap: een ontmoetingspunt. Dit geldt natuurlijk ook voor
maatschappelijke voorzieningen in stedelijke gebieden. Echter, wij zien in de praktijk dat wanneer een
maatschappelijke voorziening, zeker een school of een gymzaal, uit een dorp verdwijnt dat dit grote impact
heeft op de gemeenschap. De inwoners zijn dan vaak direct aangewezen op voorzieningen in naburige
dorpen of stedelijke gebieden. In het geval van Obbicht en Grevenbicht betekent dit dat behoorlijke
afstanden naar plaatsen als Born en Buchten moeten worden afgelegd.
De binding tussen de gemeenschap en maatschappelijke accommodaties is groot. Zo is ook te lezen in
het onderzoek dat door Stichting Laefbaar Obbeeg en Beeg is uitgevoerd. Dit is zichtbaar in Obbicht en
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 15 -
Grevenbicht, gezien het grote aantal inwoners dat gebruikt maakt van de accommodaties die in dit
onderzoek betrokken zijn, te weten de scholen, de peuterspeelzaal en de gymzalen in beide dorpen. De
gymzalen zijn bijna dagelijks in gebruik door de scholen en vrijwel iedere avond worden de gymzalen
gebruikt door lokale verenigingen.
Bij het leegkomen en de sloop van de bestaande accommodaties bestaat het risico dat niet direct een
nieuwe bestemming kan worden gevonden voor de vrijgevallen locaties. Dit houdt verband met de
teruglopende vraag naar (nieuwe) woningen in zijn algemeenheid. Echter gegeven het feit dat in de beide
kerkdorpen er geen dan wel nauwelijks ruimte is voor uitbreiding buiten de rode contouren, is de
verwachting dat op wat langere termijn de vrijgevallen locaties wellicht kunnen worden aangewend voor
woningbouw.
Veiligheid, verkeer, parkeren
De gekozen oplossingen hebben in ieder scenario effect op verkeersbewegingen, parkeergelegenheid en
daarmee de veiligheid, met name voor de kinderen, maar ook voor andere gebruikers van het toekomstige
IKC en de gymzalen.
Planning
Stichting Kindante streeft naar ingebruikname van het toekomstige IKC eind 2016. Dit houdt in dat er nog
circa drie jaar tijd is om renovatie, transformatie of nieuwbouw te realiseren. Uitgaande van planvorming in
2014 en besluitvorming over het IKC eind 2014 en een bouwperiode van circa 1,5 jaar, is deze planning
haalbaar mits geen bestemmingsplanwijziging nodig is. Alleen als een efficiënt planvormings- en
realisatieproces wordt doorlopen is deze planning haalbaar. Deze planning biedt weinig tot geen ruimte
voor eventuele tegenvallers zoals vertraging in de besluitvorming.
Per scenario geven wij aan in hoeverre het realistisch is om deze planning te halen. Hierbij hebben wij ook
onderzocht in hoeverre tijdelijke huisvesting nodig is.
Financiën
Een aantal scenario’s is financieel doorgerekend. Hiervoor is onderzocht wat het effect per scenario is op
de exploitatielasten voor Stichting Kindante enerzijds en de gemeente anderzijds. Om dit te kunnen
bepalen zijn de investeringskosten voor een aantal scenario’s bepaald. Tevens wordt gezocht naar
mogelijkheden om de benodigde investeringen per scenario te financieren. De uitkomsten van de
financiële analyse zijn opgenomen in hoofdstuk 6.
7 februari 2014, versie 7
- 16 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
5
EERSTE BEOORDELING VAN DE SCENARIO’S
5.1
Inleiding
In dit hoofdstuk vindt u de eerste beoordeling van de scenario’s. Op basis van deze eerste beoordeling is
in de projectgroep een selectie gemaakt van de scenario’s die doorgerekend worden.
5.2
Scenario 1: Samenvoegen scholen in gerenoveerd schoolgebouw in Grevenbicht
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
Zowel de locatie (6.245 m2) als de huidige twee gebouwen (2.217 m2 bvo) zijn groot genoeg om het
toekomstige IKC te huisvesten. Op termijn zou de peuterspeelzaal ook in het gerenoveerde gebouw
kunnen worden gehuisvest als het leerlingenaantal van de gefuseerde school is afgenomen, waardoor
lokalen leeg komen te staan.
De locatie
De locatie vormt de voormalige locatie van de Pastoor Franckschool en de Ds. Deelemanschool en is
daarmee reeds in (juridisch) eigendom van Stichting Kindante. De locatie is centraal gelegen voor de
basisschoolleerlingen uit Grevenbicht, echter decentraal voor de leerlingen uit Obbicht.
Bestemmingsplan
In het ‘bestemmingsplan kernen Obbicht en Grevenbicht’ (vastgesteld op 7 oktober 2010) is deze locatie
opgenomen met de bestemming: ‘maatschappelijk’. Onder deze bestemming vallen verschillende
instellingen. Ook een educatieve instelling behoort tot de mogelijkheden.
De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. instellingen en voorzieningen op medisch, sociaal-cultureel, educatief of religieus gebied dan
wel op het gebied van sport en recreatie of openbaar bestuur, waaronder begrepen
bejaarden- en verzorgingstehuizen;
Bouwmogelijkheden
De locatie beslaat een oppervlakte van 6.245m 2. Deze oppervlakte is
voldoende groot om de gefuseerde scholen te kunnen huisvesten.
Het bouwvlak mag voor 100% bebouwd zijn. Het bouwvlak is echter
getrokken rondom de contouren van de bestaande bebouwing.
Onder bepaalde voorwaarden kan een beperkte uitbreiding
plaatsvinden binnen het bouwvlak. (zie het rode vlak in figuur 6). Op
deze oppervlakte
is maximaal een
1-laagse
bebouwing
toegestaan met
een maximale
Figuur 6: uitsnede verbeelding BP Kernen
bouw- en
Obbicht en Grevenbicht
goothoogte van
4 meter.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 17 -
Overige ruimtelijke aspecten
Bodem
In het bestemmingsplan zijn geen nadere beperkingen opgenomen die gerelateerd zijn aan de
bodemkwaliteit ter plaatse. Uit de gegevens van het bodemloket (figuur 6) blijkt dat een bodemsanering
heeft plaatsgevonden en dat de kwaliteit voldoende is. Wij kunnen echter niet uitsluiten dat verder
bodemonderzoek noodzakelijk is. Dit geldt overigens voor alle scenario’s.
Archeologie
Over een deel van de kern Grevenbicht is een dubbele bestemming “waarde- archeologie opgenomen. De
locatie van de scholen valt hier ruim buiten.
Externe veiligheid
Uit de risicokaart van de Provincie Limburg en het vigerende
bestemmingsplan blijkt dat er geen risicovolle objecten zijn in of in de
nabijheid van Grevenbicht.
Wel kunnen er over het Julianakanaal gevaarlijke stoffen worden
vervoerd, zo blijkt uit de bestemmingsplantoelichting. In het
bestemmingsplan is vermeld dat geen nieuwe kwetsbare objecten
(waaronder basisscholen) binnen de waterlijn worden gerealiseerd. De
huidige ligging van de school is gelegen buiten de waterlijnen.
In Grevenbicht zijn ook geen leidingen gelegen die in het kader van
externe veiligheid een risico vormen voor de huidige school locaties.
Luchtkwaliteit
Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat ter plaatse van
Grevenbicht geen overschrijding is van de normen voor luchtkwaliteit
en zijn er geen bouwplannen voorzien die tot een verslechtering leiden.
Figuur
7:
vrijstellingsgebied
en
zoals bedoeld in paragraaf 6 van
hoofdstuk 6 Waterbesluit
Geluid
Uit het bestemmingsplan blijkt dat er geen knelpunten zijn met betrekking tot geluid in Grevenbicht.
Hoogwater
De locatie valt binnen het vrijstellingsgebied van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 uit het Waterbesluit (zie het
gele gebied in figuur 7). Dit betekent dat voor deze locatie geen vergunning nodig is met betrekking tot
paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit voor het uitvoeren van werken (zoals bouwen) en dat er
geen nadere verplichtingen zijn in het kader van mitigatie en compenserende maatregelen.
Structuurvisie Sittard-Geleen
In de structuurvisie van de gemeente Sittard-Geleen wordt voor de ontwikkelingen met betrekking tot
onderwijs verwezen naar het Strategisch Huisvestingsplan (SHP). In de structuurvisie zijn ook ruimtelijke
aspecten opgenomen die relevant zijn voor dit haalbaarheidsonderzoek. Zo is rond de kernen in de
gemeente een zogenaamde ‘rode contour’ getrokken. Deze contour is overgenomen uit het Provinciaal
7 februari 2014, versie 7
- 18 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
1
Omgevingsplan Limburg (POL) . Buiten deze rode contour mogen geen rode (stedelijke) ontwikkelingen
plaatsvinden. Dus geen realisatie van bebouwing.
Strategisch Huisvestingsplan (SHP)
In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor
Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie:
Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht
Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool.
De peuterspeelzaal blijft gehandhaafd in het gemeenschapshuis in Grevenbicht en sluit daarbij niet aan bij
de realisatie van meerdere voorzieningen op een centrale plaats.
Leefbaarheidagenda
De gemeente Sittard-Geleen heeft in september 2013 een leefbaarheidagenda opgesteld voor 2025. De
Leefbaarheidagenda 2025 geeft aan hoe de leefbaarheid in de wijken en buurten kan worden behouden
en bevorderd. In de leefbaarheidagenda is ook het aspect ‘maatschappelijke voorzieningen en vitale
verenigingen’ opgenomen. De gemeente wil tot een goed voorzieningenaanbod komen door o.a.:
1. het aantal voorzieningen terug te brengen (en de financiering daarvan). Resterende
voorzieningen kunnen hierdoor duurzaam worden en blijven;
2. het aantal voorzieningen te spreiden.
Deze aspecten komen terug in de realisatie van één IKC voor de kernen Obbicht en Grevenbicht, zoals
ook omschreven in het Strategisch Huisvestingsplan 2008-2020 onderwijs en kindfuncties Sittard-Geleen.
De fusie van de scholen in één schoolgebouw sluit aan bij het eerste punt (terugbrengen van het aantal
voorzieningen) genoemd bij de leefbaarheidagenda.
Renovatiemaatregelen
Het gebouw heeft een grondige renovatie nodig om te kunnen voldoen aan de eisen zoals Stichting
Kindante die stelt aan haar schoolgebouwen (Frisse Scholen Klasse B). Voor de gemeente zijn ook bij
renovatie de eisen zoals opgenomen in het Bouwbesluit leidend.
Deze omvangrijke renovatie kan niet binnen de schoolvakanties worden afgerond. Tijdelijke huisvesting is
noodzakelijk. Voor een deel van de tijdelijke huisvesting kan de Willibrordusschool worden ingezet.
Per 1 januari 2015 vindt een wetswijziging plaats ten aanzien van de financiering van (groot)onderhoud.
Deze wet voorziet in de overheveling van de verantwoordelijkheid van onderhoud van de gemeente naar
de schoolbesturen. De exacte invulling van de verantwoordelijkheid met betrekking tot renovatie is nog niet
duidelijk. Hierover zal op lokaal niveau afstemming moeten plaatsvinden.
Functionaliteit voor de kinderen
Zoals in hoofdstuk 2 bleek, sluit de opzet van het huidige gebouw niet aan bij de onderwijsvisie van de
schooldirecteuren. Het gebouw heeft een onhandige structuur met veel gangen. De lokalen zijn los van
elkaar gesitueerd in het gebouw, waardoor contact tussen de lokalen vrijwel onmogelijk is. Daarnaast is de
beschikbare ruimte voor activiteiten buiten de lokalen zeer beperkt. Energetisch leidt de opzet van het
gebouw ook na renovatie niet tot een optimale situatie.
1
Gelet op het één op één overnemen van deze contouren is het niet noodzakelijk om expliciet in te gaan
op het beleid in het POL.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 19 -
Synergiemogelijkheden met andere functies
Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties
indien het IKC wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties.
Scenario 1 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties.
Daarnaast biedt dit huidige gebouw en de locatie in Grevenbicht beperkt mogelijkheden om andere
functies te huisvesten.
Effect op de leefbaarheid
In dit scenario blijven de huidige maatschappelijke voorzieningen school, peuterspeelzaal gehandhaafd in
Grevenbicht en worden, op termijn, uitgebreid door ook de samengevoegde peuterspeelzaal in het
gebouw te huisvesten. Daarnaast blijft het gerenoveerde gebouw ruimte bieden aan andere organisaties
die gebruik willen maken van ruimten in het dorp. De gymzaal kan behouden blijven voor het dorp
Grevenbicht.
Het realiseren van het IKC in Grevenbicht heeft een neutraal tot positief effect op de leefbaarheid in dat
dorp omdat voorzieningen behouden blijven in dat dorp. De verwachting is dat, in ieder geval op de korte
termijn, de leefbaarheid gelijk blijft met de leefbaarheid op dit moment en mogelijk neemt de leefbaarheid
op de korte termijn toe (uiteindelijk neemt het totaal aantal schoolgaande kinderen af) omdat de (meeste)
kinderen uit Obbicht ook naar school gaan in Grevenbicht.
Echter, de situatie in Obbicht verandert doordat het dorp niet langer beschikt over een school en een
peuterspeelzaal. Als de gymzaal in Obbicht gesloten wordt, is de verwachting dat dit een negatief effect
zal hebben op de leefbaarheid in Obbicht.
Veiligheid, verkeer en parkeren
Door concentratie van de voorzieningen in Grevenbicht, zal het aantal verkeersbewegingen, met name in
de ochtend en avond, toenemen doordat de kinderen uit Obbicht naar het IKC in Grevenbicht worden
gebracht en gehaald. De huidige infrastructuur en parkeergelegenheid is niet berekend op deze toename
en leidt in de huidige situatie al tot onwenselijke situaties. In Grevenbicht is slechts beperkt ruimte
beschikbaar om de routing naar de locatie te optimaliseren als gevolg van bestaande bebouwing. Ook op
de toekomstige IKC locatie zelf is beperkt ruimte beschikbaar om infrastructuur te verbreden.
Aangezien het (langzame) verkeer tussen Obbicht en Grevenbicht zal toenemen, gaan wij uit van de
aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg opgenomen in het gebied tussen de twee
dorpen. Hiermee kan de verkeersveiligheid worden verbeterd.
Planning
Ingebruikname eind 2016 is mogelijk. Wij schatten in dat de renovatiewerkzaamheden circa drie maanden
in beslag nemen mits het gebouw leeggespeeld wordt zodat de renovatie in een fase kunnen worden
uitgevoerd. Om de renovatie uit te kunnen voeren zal de school tijdelijk in alternatieve huisvesting
gehuisvest moeten worden. Hiervoor worden noodlokalen geplaatst op een nader te bepalen locatie. Ook
kan gebruik worden gemaakt van de Willibrordusschool. De duur en de kosten van tijdelijke huisvesting
kunnen eventueel worden beperkt door een deel van de renovatie te laten plaatsvinden in de
schoolvakantie.
7 februari 2014, versie 7
- 20 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
5.3
Scenario 2: IKC door transformatie = hergebruik, gedeeltelijke sloop en
uitbreiding van bestaande schoolgebouwen in Grevenbicht
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
Ook voor scenario 2 geldt dat de locatie over voldoende ruimte beschikt voor het IKC (zie omschrijving
scenario 1). Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven heeft de school volgens de verordening recht op 1.684
m2 bruto vloeroppervlak op basis van de leerlingenprognose. De Ds. Deelemanschool, die behouden
wordt, is 680 m2 bruto vloeroppervlak. De uitbreiding voor de school betreft 1.004 m2 bruto
vloeroppervlak. Daarnaast worden de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang aan het programma
toegevoegd.
Strategisch huisvestingsplan
In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor
Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie:
Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht
Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool.
De peuterspeelzaal wordt opgenomen in het IKC.
Leefbaarheidagenda
De clustering van de scholen sluit aan bij het eerst genoemde punt van de leefbaarheidagenda:
terugbrengen van het aantal voorzieningen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting
op de leefbaarheidagenda in paragraaf 5.2.
Functionaliteit voor de kinderen
Door uitbreiding van de huidige aula/speellokaal van de Ds. Deelemanschool en de nieuwe lokalen daar
deels omheen te situeren, kan een gebouw worden gecreëerd dat functioneel voldoet. De situatie waarbij
veel (en langgerekte) verkeersruimte aanwezig is kan worden opgelost. Ook kan ruimte worden gecreëerd
waarin in kleinere groepen kan worden gewerkt buiten het klaslokaal.
Synergiemogelijkheden met andere functies
Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties
indien het IKC wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties.
Scenario 2 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties.
Met name bij het nieuw te bouwen gebouwdeel kan nog rekening worden gehouden met eventuele
toekomstige uitbreidingen met andere functies.
Effect op de leefbaarheid
Net als in scenario 1 is omschreven, gaat het vestigen van het IKC in Grevenbicht ten koste van de
leefbaarheid in Obbicht. Dit kwalificeren wij als een neutraal effect op de leefbaarheid in Grevenbicht en
een negatief effect van dit scenario op de leefbaarheid in Obbicht. Overall scoren wij dit als negatief.
Veiligheid, verkeer en parkeren
Op de resterende locatie blijft voldoende ruimte over voor het optimaliseren van parkeervoorzieningen. De
locatie blijft gelegen op een plek in Grevenbicht die moeilijk een toename van verkeersbewegingen
aankan. In Grevenbicht is slechts beperkt ruimte beschikbaar om de routing naar de locatie te
optimaliseren als gevolg van bestaande bebouwing. Ook op de toekomstige locatie zelf is beperkt ruimte
beschikbaar om infrastructuur te verbreden.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 21 -
Aangezien het (langzaam) verkeer tussen Obbicht en Grevenbicht zal toenemen, gaan wij uit van de
aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg opgenomen in het gebied tussen de twee
dorpen. Hiermee kan de verkeersveiligheid worden verbeterd.
Planning
De uitbreiding kan plaatsvinden middels 1-laagse bebouwing. Daardoor is geen bestemmingsplanwijziging
noodzakelijk. De gewenste ingebruikname eind 2016 zien wij als realistisch. Om dit te realiseren is
tijdelijke huisvesting noodzakelijk. Net als in het voorgaande scenario gaan wij uit van het plaatsen van
noodlokalen eventueel in combinatie met het gebruik van de Willibrordusschool. Wij schatten in dat deze
tijdelijke huisvesting een jaar nodig zal zijn.
5.4
Scenario 3: IKC door transformatie/hergebruik bestaande schoolgebouw Obbicht
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
De locatie
De vestiging van het IKC vindt plaats op de voormalige locatie van de basisschool Willibordus en is
daarmee reeds (juridisch) in eigendom van Stichting Kindante. Deze vestiging is daarmee centraal
gelegen voor de leerlingen uit Obbicht, echter decentraal voor de leerlingen uit Grevenbicht.
Bestemming
De locatie is in het ‘bestemmingsplan kernen Obbicht en Grevenbicht’ opgenomen met de bestemming:
‘Maatschappelijk’. Onder deze bestemming vallen verschillende instellingen. Ook een educatieve instelling
behoort tot de mogelijkheden.
Bouwmogelijkheden
De locatie beslaat een kadastraal oppervlakte van
3.105m2. De locatie is direct omsloten aan drie
kanten door woningbebouwing. Ook is een aantal
langgerekte stroken aanwezig op de locatie. Om
deze redenen kan niet de gehele locatie worden
benut. Het bruikbare oppervlakte bedraagt circa
2.500 m2.
Figuur 8: uitsnede bestemmingsplan locatie
Willibrordusschool
Het gebouw biedt ruimte aan 1.033 m2 bvo. De ruimtevraag bedraagt 1.930 m2 bvo inclusief de
peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang. Indien de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang
elders in Obbicht zouden worden gesitueerd, blijft een uitvraag over van 1.684 m2 bvo voor de school en
zou het gebouw met circa 650 m2 moeten worden uitgebreid.
Uitbereiding van het bestaande schoolgebouw is ruimtelijk op deze locatie zeer beperkt mogelijk. Een
bestemmingsplanwijziging is noodzakelijk omdat de uitbreiding niet binnen de vigerende
bestemmingsplanvoorschriften mogelijk is. Het bouwvlak (rode vlak in figuur 8) is getrokken rondom de
contouren van de bestaande bebouwing (bouwvlak circa 1.000 m2) met een minimale mogelijkheid tot
uitbreiding. Tevens geldt op de locatie een beperking van maximaal 1 bouwlaag en een bouw- en
goothoogte tot maximaal 4 meter. Direct aansluitend op het schoolgebouw is een kantoorfunctie aanwezig.
7 februari 2014, versie 7
- 22 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Overige ruimtelijke relevante aspecten
Bodem
In het bestemmingsplan zijn geen nadere beperkingen opgenomen in verband met bodem. Uit figuur 4
blijkt dat een bodemonderzoek is uitgevoerd ter plaatse van het kantoor naast de basisschool.
Archeologie
De locatie valt buiten het gebied van de kern Obbicht waarop de dubbele bestemming “waardearcheologie” is opgenomen.
Externe veiligheid
Uit de risicokaart van de Provincie Limburg en het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er geen risicovolle
objecten zijn in of in de nabijheid van Obbicht.
Wel kunnen er over het Julianakanaal gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zo blijkt uit de
bestemmingsplantoelichting. In het bestemmingsplan is vermeld dat geen nieuwe kwetsbare objecten
(waaronder basisscholen) binnen de waterlijn worden gerealiseerd. De huidige ligging van de school is
gelegen buiten de waterlijnen.
In Obbicht zijn ook geen leidingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een risico vormen voor
de huidige schoollocaties.
Luchtkwaliteit
Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat ter plaatse van Obbicht geen overschrijding is van de
normen voor luchtkwaliteit en zijn er geen bouwplannen voorzien die tot een verslechtering leiden.
Geluid
Uit het bestemmingsplan blijkt dat er geen knelpunten zijn met betrekking tot geluid in Obbicht.
Hoogwaterbescherming
De locatie is gelegen binnen het vrijstellingsgebied (zie figuur 7) van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 uit het
Waterbesluit wat betekent dat voor deze locatie geen vergunning nodig is met betrekking tot paragraaf 6
van het Waterbesluit voor het uitvoeren van werken (zoals bouwen).
Structuurvisie Sittard-Geleen
De locatie ligt tevens binnen de rode contour van verstedelijking uit de structuurvisie. Realisatie van
bebouwing op de locatie is toegestaan.
Strategisch huisvestingsplan
Het SHP voorziet in concentratie van de scholen en de peuterspeelzaal in Grevenbicht of in het
middengebied Obbicht-Grevenbicht. Het SHP voorziet niet in concentratie in Obbicht.
Leefbaarheidagenda
In dit scenario worden de voorzieningen terug gebracht tot in één IKC, dit sluit aan bij het eerst genoemde
punt van de Leefbaarheidagenda.
Functionaliteit voor de kinderen
Zowel het gebouw als de locatie biedt onvoldoende ruimte om een goed functioneel gebouw te realiseren
waarbij tevens voldoende noodzakelijke buitenruimte overblijft.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 23 -
Synergiemogelijkheden met andere functies
Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties
indien de voorziening wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties.
Scenario 3 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties.
Ook is het gebouw en de locatie te klein om het IKC in de toekomst met andere functies uit te breiden.
Effect op de leefbaarheid
De verwachting is dat het realiseren van het IKC in Obbicht zal leiden tot een afname van de leefbaarheid
in Grevenbicht. Dit scenario zal ten koste gaan van de leefbaarheid in Grevenbicht. De inwoners van
Grevenbicht zullen voor (onderwijs)voorzieningen aangewezen zijn op Obbicht en/of andere nabijgelegen
kernen.
Het realiseren van het IKC in Obbicht heeft een neutraal tot positief effect op de leefbaarheid in dat dorp.
Onze verwachting is dat, in ieder geval op de korte termijn, de leefbaarheid toe neemt (uiteindelijk neemt
het totaal aantal schoolgaande kinderen af) omdat de (meeste) kinderen uit Grevenbicht in dit scenario
ook naar school gaan in Obbicht.
Veiligheid, verkeer en parkeren
Door concentratie van de voorzieningen in Obbicht, zal het aantal verkeersbewegingen, met name in de
ochtend en avond, toenemen doordat de kinderen uit Grevenbicht naar het IKC in Obbicht worden
gebracht en gehaald. De huidige infrastructuur is niet berekend op deze toename en leidt in de huidige
situatie al tot onwenselijke situaties. Ook hier geldt dat aanpassing van de infrastructuur lastig is als gevolg
van de bestaande bebouwing. Er zijn wel mogelijkheden om het marktplein te benutten voor parkeren.
Hierdoor kunnen brengende en halende ouders hun auto op het marktplein parkeren en met hun kind naar
de school lopen. Dit voorkomt dat ouders voor de school parkeren.
Aangezien het (langzaam) verkeer tussen Grevenbicht en Obbicht zal toenemen, gaan wij uit van de
aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg opgenomen in het gebied tussen de twee
dorpen. Hiermee kan de verkeersveiligheid worden verbeterd.
Planning
Aangezien in dit scenario uitbreiding noodzakelijk is om het IKC te kunnen huisvesten, is een
bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Deze procedure zal circa 1,5 jaar in beslag nemen inclusief
bezwaartermijnen. Daarmee is de planning (ingebruikname eind 2016) niet haalbaar. Tijdens de realisatie
kunnen de Ds. Deelemanschool en de Pastoor Franckschool dienen als tijdelijke huisvesting, gedurende
de drie maanden dat de renovatie in beslag neemt.
5.5
Scenario 4: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
Zie voor toelichting ook scenario 1. Het bouwvlak op de locatie is biedt voldoende ruimte aan nieuwbouw
van het IKC aangezien het huidige gebouw (2.106 m2 bvo) groter is dan de ruimtevraag van het IKC
(1.930 m2 bvo), zonder gymzaal. Hiermee kan een 1-laags gebouw worden gerealiseerd binnen de
geldende bestemmingsplanvoorschriften.
7 februari 2014, versie 7
- 24 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Strategisch huisvestingsplan
In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor
Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie:
Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht
Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool.
De peuterspeelzaal wordt opgenomen in het IKC.
Leefbaarheidagenda
Fuseren van de scholen en de peuterspeelzaal naar één IKC, sluit aan bij het eerste genoemde punt over
de leefbaarheidagenda: het terugbrengen van het aantal voorzieningen. Voor een nadere toelichting
verwijzen wij naar de toelichting op de leefbaarheidagenda in paragraaf 5.2.
Functionaliteit voor de kinderen
Nieuwbouw biedt optimale kans om een gebouw te realiseren dat voldoet aan de wensen en eisen van de
gebruikers. Dit kan ook op de huidige schoollocatie in Grevenbicht.
Synergiemogelijkheden met andere functies
Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties
indien de voorziening wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties.
Scenario 4 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties.
Wel biedt dit scenario mogelijkheden om in de verdere planvorming en bij de bouw rekening te houden
met eventuele uitbreiding van het IKC met andere functies. De locatie biedt hiervoor mogelijkheden.
Effect op de leefbaarheid
Net als bij de voorgaande scenario’s waarbij het IKC in een van beide dorpen wordt gerealiseerd zal in dit
scenario de leefbaarheid van Obbicht verminderen door concentratie van voorzieningen in Grevenbicht.
Voor Grevenbicht is het effect neutraal.
Veiligheid, verkeer en parkeren
Door concentratie van de voorzieningen in Grevenbicht, zal het aantal verkeersbewegingen, met name in
de ochtend en avond, toenemen doordat de kinderen uit Obbicht naar het IKC in Grevenbicht worden
gebracht en gehaald. De huidige infrastructuur en parkeergelegenheid zijn niet berekend op deze toename
en leiden in de huidige situatie al tot onwenselijke situaties. Bij sloop en nieuwbouw kan de locatie
efficiënter worden ingericht, waardoor het mogelijk is om parkeren op de locatie te verbeteren. Ook kunnen
infrastructurele maatregelen (kiss & ride zone) op de locatie worden gerealiseerd waardoor de
verkeerssituatie op en vlak rond de locatie verbeterd kan worden.
Aangezien het (langzaam) verkeer tussen Obbicht en Grevenbicht zal toenemen, gaan wij uit van de
aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg in het gebied tussen de twee dorpen. Hiermee
kan de verkeersveiligheid worden verbeterd.
Planning
Voor dit scenario is geen bestemmingsplanwijziging nodig. Daarom zien wij de ingebruikname eind 2016
als realistisch. Tijdens de realisatie wordt tijdelijke huisvesting ingezet in de vorm van noodlokalen in
combinatie met de Willibrordusschool. Deze tijdelijke situatie zal circa 1 jaar duren tijdens de bouw van het
IKC.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 25 -
5.6
Scenario 5: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Obbicht
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
Zie ook de toelichting bij scenario 3.
Het kadastrale oppervlakte van de locatie in Obbicht bedraagt 3.105 m2. Het bruikbare deel van de locatie
bedraagt circa 2.500 m2 (zie paragraaf 5.4). Het bouwvlak, waarbinnen gebouwd mag worden, heeft een
oppervlakte van circa 1.000 m2. Daarmee is onvoldoende ruimte beschikbaar op de locatie om het IKC te
kunnen realiseren, aangezien de footprint van een 1-laags IKC 1.930 m2 beslaat inclusief peuterspeelzaal
en buitenschoolse opvang, exclusief parkeren ten behoeve van auto’s. Ook in geval de peuterspeelzaal en
de buitenschoolse opvang elders zouden worden gerealiseerd (IKC als netwerkorganisatie) en uitsluitend
de school zou worden gesitueerd in het gebouw (footprint 1.684 m2). Ook als wordt uitgegaan van een
bestemmingsplanwijziging, waardoor een groter gebied dan het bouwvak bebouwd wordt, is de locatie te
klein. Gezien de ruimtevraag van 1.930 m2 voor het IKC wordt de locatie te vol gebouwd en blijft te weinig
ruimte over voor buitenruimte, fietsparkeren en vrije ruimte rondom het gebouw.
Strategisch huisvestingsplan
Het SHP voorziet in concentratie van de scholen en de peuterspeelzaal in Grevenbicht of in het
middengebied Obbicht-Grevenbicht. Het SHP voorziet niet in concentratie in Obbicht.
Leefbaarheidagenda
Nieuwbouw van één IKC waarbij verschillende voorzieningen (educatie en peuterspeelzaal) worden
ondergebracht in het zelfde gebouw. Dit sluit aan bij het terugbrengen van het aantal voorzieningen uit de
leefbaarheidagenda. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de
leefbaarheidagenda in paragraaf 5.2.
Functionaliteit voor de kinderen
Zowel het gebouw als de locatie biedt onvoldoende ruimte om een goed functioneel gebouw te realiseren
waarbij tevens voldoende noodzakelijke buitenruimte overblijft. In dit scenario zou een te groot
bouwvolume op de locatie worden gerealiseerd.
Synergiemogelijkheden met andere functies
Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties
indien de voorziening wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties.
Scenario 5 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties. Ook is het gebouw en de
locatie te klein om het IKC in de toekomst met andere functies uit te breiden.
Effect op de leefbaarheid
Net als bij de voorgaande scenario’s waarbij het IKC in een van beide dorpen wordt gerealiseerd zal de
leefbaarheid van Grevenbicht verminderen door concentratie van de (onderwijs)voorzieningen in Obbicht.
Veiligheid, verkeer en parkeren
Door concentratie van de voorzieningen in Obbicht, zal het aantal verkeersbewegingen, met name in de
ochtend en avond, toenemen doordat de kinderen uit Grevenbicht naar het IKC in Obbicht worden
gebracht en gehaald. De huidige infrastructuur en parkeergelegenheid is niet berekend op deze toename
en leidt in de huidige situatie al tot onwenselijke situaties. Er zijn wel mogelijkheden om het marktplein te
benutten voor parkeren. Hierdoor kunnen brengende en halende ouders hun auto op het marktplein
parkeren en met hun kind naar de school lopen. Dit voorkomt dat ouders voor de school parkeren.
7 februari 2014, versie 7
- 26 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Aangezien het (langzaam) verkeer tussen Grevenbicht en Obbicht zal toenemen, gaan wij uit van de
aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg in het gebied tussen de twee dorpen. Hiermee
kan de verkeersveiligheid worden verbeterd.
Planning
In scenario 5 zal een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk zijn om het IKC op de locatie in Obbicht te
kunnen realiseren. Een bestemmingsplanprocedure neemt circa 1,5 jaar in beslag inclusief
bezwaartermijnen. Tijdens de realisatie kunnen de Ds. Deelemanschool en de Pastoor Franckschool
dienen als tijdelijke huisvesting, gedurende 1 jaar dat de renovatie in beslag neemt.
5.7
Scenario 6: Nieuwbouw IKC aan Kempenweg in middengebied ObbichtGrevenbicht
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
De locatie
De locatie is gelegen aan de noordelijke rand van Obbicht. De locatie is hierdoor centraal gelegen voor
zowel leerlingen uit Obbicht als uit Grevenbicht. De locatie is groot genoeg voor de ruimtebehoefte van het
IKC (circa 4.000 m2). De locatie is particulier eigendom en zal eerst (deels) verworven moeten worden.
Een andere mogelijkheid is grondruil.
Bestemmingsplan
De locatie, die is omcirkeld in rood in figuur 9, heeft ‘agrarisch gebied met landschappelijke en/of
natuurlijke waarden’ als bestemming volgens het ‘bestemmingsplan Grensmaas – deelgebied SittardGeleen’ (vastgesteld 6 september 2007). De beoogde functie van het plangebied, vestigen van een school
met peuterspeelzaal, is in strijd met deze bestemming. Het plangebied heeft een dubbelbestemming voor
Wbr 2a, wat inhoudt dat het gebied onder water mag komen te staan. Bovendien is ter plaatse van het
noordelijke deel van het perceel de dubbele bestemming “Beschermingszone i – leiding strook”
opgenomen. Daarnaast ligt nog ten oosten van het gebied aangrenzend aan de weg de dubbele
bestemming “Beschermingszone b – leiding strook”. Deze zones zijn indicatief weergegeven in figuur 9. Er
mag niet gebouwd worden binnen deze zone. Het college is echter wel bevoegd om hiervan af te wijken
voor bouwwerken die passen binnen de onderliggende bestemming, in dit geval “agrarisch gebied met
landschappelijke en/of natuurlijke waarden” mits deze tot geen schade leidt voor de bedrijfsvoering van de
leiding. De ontwikkeling is in strijd met de onderliggende bestemming waardoor hiervan geen gebruik kan
worden gemaakt. Met betrekking tot “Beschermingszone i – leiding strook” blijkt dat de geplande leiding
niet wordt gerealiseerd. Formeel gezien moet de betreffende dubbele bestemming worden verwijderd van
het bestemmingsplan om hier, conform de onderliggende bestemming te bouwen. Zie verder hieronder het
kopje ‘externe veiligheid’. Met betrekking tot de beschermingszone b: daarin is een hoge
hoofdgastransportleiding gelegen.
Beschermingszone
b- leiding strook
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Beschermingzo
ne i- leiding
7 februari 2014, versie 7
- 27 -
Figuur 9: uitsnede bestemmingsplan
"Grensmaas" locatie Kempenweg
6.3. Bouwvoorschriften
A. . Op of in de tot "agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden" bestemde gronden mag niet
worden gebouwd met uitzondering van:
1.
de nader op de plankaart A voor een vaste delfstoffen verwerkingsinrichting aangegeven gronden, met
dien verstande dat binnen de aangegeven begrenzing maximaal 3% van het oppervlak mag worden
gebruikt voor bebouwing;
2.
gebouwen ten behoeve van schutterij op gronden op de plankaart A aangegeven met het teken tot een
maximale oppervlakte van 125 m² en een maximale goothoogte van 3,00 m en gebouwen ten behoeve
tijdelijke voorzieningen met een maximale hoogte van 10,00 m;
3.
andere bouwwerken tot een hoogte van maximaal 1,50 m. welke noodzakelijk zijn voor het agrarisch
gebruik, met uitzondering van:
a.
schietbomen ten behoeve van een bestaande schutterijlocatie en/of schutterij voor zover deze
b.
andere bouwwerken op de op plankaart A voor vaste verwerkingsinrichting aangegeven
op plankaart A is aangegeven, die maximaal 20 m. hoog mogen zijn;
gronden die 20 m. hoog mogen zijn;
c.
tijdelijke voorzieningen tot een maximale hoogte van 10,00 m;
d.
hoogwaterbruggen tot een maximale hoogte van 10,00 m.
B. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in dit lid onder A. ten behoeve
van:
A.
een voederberging of voederruif voor wild en voor andere dieren zoals runderen en paarden, met dien
verstande dat:
B.
a.
dit bouwwerk noodzakelijk is voor de instandhouding van het wild;
b.
de hoogte ten hoogste 2,00 m bedraagt
voor het oprichten van andere bouwwerken ten behoeve van extensief recreatief medegebruik met dien
verstande dat de hoogte maximaal 2,50 m. en de oppervlakte maximaal 100 m² voor de hele bestemming
mag bedragen.
2. Indien door de bouw of plaatsing of de aanwezigheid van bouwwerken onevenredige schade wordt of kan
worden toegebracht aan de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden, wordt geen vrijstelling
verleend.
Bouwmogelijkheden
Bebouwing van de locatie ten behoeve van een IKC is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Om
hier een ontwikkeling te realiseren zal de gemeente een afwijkingsprocedure moeten volgen (hetzij een
nieuw bestemmingsplan hetzij omgevingsvergunning met planologische afwijking). De door de gemeente
voor te stellen afwijking vergt de instemming van de provincie. Het standpunt van de gemeente en de
provincie luidt, dat het beleid er op is gericht, te voorkomen dat gebouwd wordt buiten de rode contouren:
de voorkeur heeft het ontwikkelen binnen bestaand bebouwd gebied. Als inpassing binnen de contouren
niet kan, dan zijn ontwikkelingen buiten de contouren alleen mogelijk, als deze planologisch goed
gemotiveerd en ingepast worden.
7 februari 2014, versie 7
- 28 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Overige ruimtelijke aspecten
Bodem
Ter plaatse zijn geen vermeldingen van bodemverontreinigingen of onderzoeken ter plaatse.
Archeologie
De locatie valt niet binnen een gebied waarvoor een dubbele bestemming “waarde- archeologie” is
opgenomen in het bestemmingsplan.
Externe veiligheid
Uit de risicokaart van de Provincie Limburg en het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er geen risicovolle
objecten zijn in of in de nabijheid van het plangebied. Er is echter een hoofdgastransportleiding gelegen
tussen de weg en het betreffende gebied. Het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) voor deze
leiding moet worden bepaald en zijn bepalend voor de afstand die moet worden gehouden tussen de
leiding het de nieuwbouwontwikkeling.
Wel kunnen er over het Julianakanaal gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zo blijkt uit het
bestemmingsplan toelichting. In het bestemmingsplan is vermeld dat geen nieuwe kwetsbare objecten
(waaronder basisscholen) binnen de waterlijn worden gerealiseerd. De betreffende ligging van de school is
buiten de waterlijnen.
Zoals reeds vermeld is een beschermingszone voor een leidingstrook gelegen aan het noordelijke deel
van het perceel. Hier zou een leiding komen te liggen volgens het bestemmingsplan. Echter uit een
raadpleging van het Rijksstructuurvisie Buisleidingen blijkt dat er geen voornemens zijn om hier een leiding
aan te leggen. De gemeente bevestigt deze constatering.
Luchtkwaliteit
Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat de luchtkwaliteit ter plaatse voldoet aan de wettelijke
eisen.
Geluid
Uit het bestemmingsplan blijkt dat ter plaatse geen knelpunten zijn.
Hoogwater
Wel valt de locatie buiten het vrijstellingsgebied van paragraaf 6 van
hoofdstuk 6 uit het Waterbesluit (zie figuur 9 blauw/grijs gebied) wat
betekent dat voor deze locatie een vergunning nodig is voor het uitvoeren
van werken (zoals gebouwen). Het gebied is gelegen buiten het
stroomvoerend en waterbergend regime van het rivierbed zoals bedoeld
in de Beleidslijn Grote Rivieren en binnen het zogenaamde WBR artikel
2a gebied, zie figuur 10. Vóór de invoering van de Waterwet was het
mogelijk om binnen dit gebied te bouwen op eigen risico (deze gebieden
kunnen immers onder water komen te staan). Echter door de invoering van
de Waterwet is het inmiddels wel noodzakelijk om een vergunning in het
kader van het Waterwet aan te vragen voor bouwactiviteiten in dit gebied
(zie figuur 7) waardoor een compensatieplicht geldt.
Figuur 10: onderdeel kaartblad
Bij het kiezen van dit scenario moet vooroverleg gepleegd worden met 7: Beleidslijn Grote Rivieren
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 29 -
Rijkswaterstaat over de daadwerkelijk te nemen maatregelen. De maaiveldhoogte ter plaatse is
2
afwisselend. De maximale waterstand ter plaatse is 33,28 meter boven NAP . De gemiddelde
maaiveldhoogte is net iets meer (33,3 meter boven NAP, volgens www.ahn.nl). Gelet op de
hoogteverschillen en overige overwegingen bij het al dan niet verlenen van een vergunning in het kader
van het Waterwet is vooroverleg nodig met Rijkswaterstaat om “spijtsituaties” te voorkomen (verhinderen
van een toekomstige gewenste functie). Rijkswaterstaat geeft aan in principe bereid te zijn met het
berekenen van de benodigde compensatie, maar waarschuwt dat de kosten van de benodigde
compensatie een aanzienlijk effect kunnen hebben op de financiële haalbaarheid.
Structuurvisie Sittard-Geleen
De locatie is gelegen buiten de ‘rode contour’ van verstedelijking (zie figuur P6b). Op deze locatie mag dus
niet gebouwd worden volgens de Structuurvisie.
Strategisch huisvestingsplan
In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor
Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie:
Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht
Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool.
Daarmee past deze locatie binnen de visie zoals verwoord in het SHP.
Leefbaarheidagenda
De clustering van verschillende voorzieningen sluit aan bij het eerst genoemde punt van de
leefbaarheidagenda: terugbrengen van het aantal voorzieningen. De locatie is centraal gelegen voor de
leerlingen uit Obbicht en Grevenbicht. Dit sluit aan bij een goede spreiding van de voorzieningen.
Provinciaal Omgevingsplan Limburg (2006)
Gelet op de strijdigheid met het gemeentelijke beleid bekijken wij in hoeverre de locatie voldoet aan het
beleid van de hogere overheden. Hierdoor krijgen wij inzicht in de planologische haalbaarheid van de
locatie. Strijdigheid met het ruimtelijke beleid van hogere overheden (provincie en rijk) duidt namelijk op
een lage planologische haalbaarheid.
Uit het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) blijkt dat het gebied tussen
Grevenbicht en Obbicht binnen het perspectief P3 “Ruimte voor veerkrachtige
watersystemen” valt. Volgens het POL: “Het perspectief Veerkrachtige
watersystemen (P3) heeft betrekking op de meer open delen van beekdalen,
winterbed van de Maas en steilere hellingen, voor zover deze geen deel
uitmaken van P1 (EHS) of P2 (POG). De betreffende gebieden hebben een
relatief open karakter en zijn ingericht voor gebruik door vooral
grondgebonden landbouw”. Binnen dit perspectief zijn toeristische
voorzieningen aanwezig en is de ontwikkeling hiervan
mogelijk mits dit aansluit op het bieden van voldoende
ruimte voor hoogwater afvoer
Er is niet expliciet opgenomen dat overige functies al dan
niet zijn toegestaan. De provincie spreekt zich wel uit
Figuur 11: Uitsnede POL 2006 actualisatie
2011
2
Het hoogwaterniveau wordt tweejaarlijks vastgelegd. Het project Grensmaas dat voorziet in rivier
verruimende maatregelen heeft een positief effect op het hoogwaterniveau.
7 februari 2014, versie 7
- 30 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
over de ontwikkel (on)mogelijkheden buiten de contouren van plattelandskernen binnen Perspectief 6
Plattelandskernen. In Noord en Midden Limburg is het mogelijk om aansluitend aan de contouren uit te
breiden mits het Limburgs Kwaliteitsmenu wordt toegepast. In Zuid-Limburg is dit niet mogelijk.
Uit overleg met onder andere de rayonplanoloog van de Provincie Limburg blijkt dat de provincie een ‘nee,
tenzij’ benadering kiest. Dit betekent dat niet gebouwd mag worden buiten de contouren, tenzij er
(dwingende) ruimtelijke relevante argumenten zijn om een IKC te realiseren buiten de contouren en dit
ruimtelijk goed wordt ingepast. Uitgangspunt is dat de gemeente als bevoegd gezag het initiatief ook
steunt. Dit betekent dat de gemeente en vervolgens de provincie moeten oordelen dat er sprake is van
(dwingende) ruimtelijke relevante argumenten en moeten ze ook instemmen met de inpassing. De
provincie ziet in het kader van leefbaarheid een zekere meerwaarde van het bundelen van voorzieningen,
(bijvoorbeeld sport, zorg, onderwijs) in het landelijk gebied en beveelt aan om bij de keuze voor het
middengebied de genoemde functies te combineren met het IKC.
De realisatie van een IKC in dit scenario is in principe in strijd met het provinciale ruimtelijke beleid maar
bij een goede planologische motivatie en inpassing zijn er mogelijkheden om hiervan af te wijken. De
benodigde onderbouwing dient in ieder geval de stappen te doorlopen die voortvloeien uit de
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte die vertaald zal worden in het nieuwe op te stellen POL2014.
Wij concluderen dat de realisatie van een IKC in
strijd is met het provinciale ruimtelijke beleid. De
enige mogelijkheid om hiervan af te wijken, vloeit
voort uit de Structuurvisie Infrastructuur en
Ruimte.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
(vastgesteld 12 maart 2012) zijn 13 nationale
belangen benoemd die belangrijk zijn om
Nederland concurrerend, leefbaar, veilig en Figuur 12: samenvatting ladder voor duurzame verstedelijking
bereikbaar te maken. Twee van deze belangen (bron: www,rijksoverheid.nl/ienm
zijn rechtstreeks van belang voor de betreffende locatie, namelijk:
-Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige
stedelijke (her)ontwikkeling (nationaal belang 9)
Bij stedelijke ontwikkelingen is het van belang dat rekening wordt gehouden met het bieden van voldoende
ruimte voor waterveiligheid.
-Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten
(nationaal belang 13)
Hierbij gaat het om het inzichtelijk maken van ruimtelijke overwegingen zodat op ieder planniveau een
integrale planafweging wordt gemaakt.
Om deze afweging te uniformeren voor stedelijke ontwikkeling is de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’
opgesteld. De stappen en afwegingen zijn samengevat in figuur 12. Uit de handleiding blijkt dat deze
ladder moet worden doorlopen voor onder andere maatschappelijke voorzieningen zoals scholen.
Geconcludeerd wordt dat uitsluitend gebruik kan worden gemaakt van een locatie buiten het bestaand
stedelijke gebied mits onderbouwd is dat herstructurering of transformatie onmogelijk is en de locatie in het
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 31 -
betreffende buitenstedelijke gebied multimodaal (te voet, per fiets, auto en openbaar vervoer) kan worden
ontsloten.
Functionaliteit voor de kinderen
Nieuwbouw van het IKC biedt optimale kansen om een gebouw te realiseren dat voldoet aan de wensen
en eisen van de gebruikers. Daarnaast biedt nieuwbouw op een nieuwe locatie een psychologisch
voordeel omdat de drie scholen van verschillende denominaties en de peuterspeelzaal gezamenlijk op een
nieuwe locatie een nieuwe start maken. Bij nieuwbouw in het middengebied spelen geen historische
bindingen van bepaalde partijen met de bestaande locatie een rol.
Synergiemogelijkheden met andere functies
In het middengebied Obbicht-Grevenbicht zien wij optimaal kansen voor synergiemogelijkheden met de
sportaccommodaties. Door concentratie van sport- en onderwijsvoorzieningen in het gebied tussen de
beide kernen, kunnen de gebruikers gebruik maken van elkaars ruimten. Maar ook ten aanzien van
parkeren kunnen synergievoordelen worden behaald.
Deze locatie heeft voldoende omvang om in de verdere planvorming voor het IKC rekening te houden met
uitbreidingsmogelijkheden in de toekomst met andere functies.
Effect op de leefbaarheid
Clustering van de scholen, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel sport tussen de beide
dorpen leidt tot een situatie waarbij beide dorpen op korte afstand gebruik kunnen blijven maken van
maatschappelijke voorzieningen. Hierdoor ontstaat een nieuwe ontmoetingsplaats tussen de dorpen in.
Door de fusie van de scholen en de clustering met peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel
sport neemt de kans op nieuwe ontmoetingen toe ten opzichte van de huidige situatie ook ten opzichte
van de concentratie van de (onderwijs)voorzieningen in één van de dorpen waardoor wij dit scenario
positief laten scoren. Ter plaatse van de vrijkomende locaties in beide dorpen neemt de leefbaarheid af.
Totdat er zekerheid is over de eventuele vervangende functies hebben deze locaties een negatieve
invloed op de leefbaarheid ter plaatse. Vandaar dat dit scenario over het geheel genomen +/- scoort.
Veiligheid, verkeer en parkeren
Ten aanzien van verkeer heeft deze locatie een gunstig effect doordat er verkeersbewegingen uit het dorp
worden gehaald op de locatie van de huidige scholen. Het is denkbaar dat een rotonde in de Kempenweg
ten behoeve van een goede en veilige verkeersafhandeling noodzakelijk is, aangezien er een drukkere
afslag ontstaat buiten de bebouwde kom richting de Dukkelaarsweg. Daarnaast is het noodzakelijk dat in
het kader van de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers een separate fietsstrook met voetpad
wordt aangelegd langs de Kempenweg.
Planning
Realisatie van de voorziening in het middengebied Obbicht-Grevenbicht leidt tot een noodzakelijke
bestemmingsplanwijziging. Daarmee kan de ingebruikname eind 2016 niet worden gehaald. Tijdelijke
huisvesting is niet noodzakelijk aangezien de huidige schoolgebouwen in gebruik kunnen blijven tot
oplevering van het IKC.
7 februari 2014, versie 7
- 32 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
5.8
Scenario 7: Nieuwbouw IKC aan Frankenstraat in Grevenbicht
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
De locatie
De locatie is gelegen aan de zuidelijke rand van Grevenbicht. De locatie is particulier eigendom en zal
eerst verworven moeten worden.
Bestemming
In het ‘bestemmingsplan Grensmaas – Deelgebied Sittard-Geleen’ is deze locatie opgenomen met de
bestemming: ‘agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden (zie figuur 13). De beoogde
functie van het plangebied, vestigen van een school met peuterspeelzaal, is in strijd met de bestemming.
Tevens heeft het plangebied een dubbelbestemming voor Wbr 2a dat inhoudt dat het gebied onder water
mag komen te staan.
Bouwmogelijkheden
De locatie is onbebouwd en beslaat een oppervlakte van meer dan
het dubbele van de ruimtevraag van het IKC. De locatie is daarmee
ruim voldoende groot voor de vestiging van het IKC. Bebouwing
van de locatie is in strijd met de bestemming en met het
gemeentelijk (en provinciaal) beleid.
Overige ruimtelijke aspecten
Bodem
Er zijn geen bodemonderzoeken danwel saneringen bekend ter
plaatse.
Figuur 13: bestemmingsplan locatie
Frankenstraat te Grevenbicht
Archeologie
De locatie valt niet binnen een gebied waarvoor een dubbele bestemming “waarde- archeologie” is
opgenomen in het bestemmingsplan.
Externe veiligheid
Uit de risicokaart van de Provincie Limburg en het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er geen risicovolle
objecten zijn in of in de nabijheid van het plangebied.
Wel kunnen er over het Julianakanaal gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zo blijkt uit de
bestemmingsplantoelichting. In het bestemmingsplan is vermeld dat geen nieuwe kwetsbare objecten
(waaronder basisscholen) binnen de waterlijn worden gerealiseerd. De betreffende ligging van de school is
gelegen buiten de waterlijnen.
Luchtkwaliteit
Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat de luchtkwaliteit ter plaatse voldoet aan de wettelijke
eisen.
Geluid
Uit het bestemmingsplan blijkt dat ter plaatse geen knelpunten zijn.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 33 -
Hoogwater
De locatie valt buiten het vrijstellingsgebied van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 uit het Waterbesluit (zie figuur
4) wat betekent dat voor deze locatie een vergunning nodig is voor het uitvoeren van werken (zoals
bouwen). Voor het overige verwijzen wij naar scenario 6.
Structuurvisie Sittard-Geleen
De locatie gelegen buiten de ‘rode contour’ van verstedelijking van het provinciaal beleid. Op deze locatie
mag dus niet gebouwd worden. Voor wat betreft het provinciale en rijksbeleid verwijzen wij naar het
genoemde beleid in scenario 6 en de conclusies die wij daaraan verbinden.
Strategisch huisvestingsplan
In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor
Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie:
Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht
Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool.
Daarmee past deze locatie binnen de visie zoals verwoord in het SHP.
Leefbaarheidagenda
De clustering van verschillende voorzieningen sluit aan bij het eerst genoemde punt van de
leefbaarheidagenda: terugbrengen van het aantal voorzieningen. De locatie is geografisch centraal
gelegen voor de leerlingen uit Obbicht en Grevenbicht. Dit sluit aan bij een goede spreiding van de
voorzieningen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de leefbaarheidagenda in
paragraaf 5.2.
Met betrekking tot het Provinciale en Rijksbeleid wordt kortheidshalve verwezen naar scenario 6.
Functionaliteit voor de kinderen
Nieuwbouw biedt optimale kansen om een gebouw te realiseren dat voldoet aan de wensen en eisen van
de gebruikers. Daarnaast biedt nieuwbouw op een nieuwe locatie een psychologisch voordeel omdat de
drie scholen van verschillende denominaties en de peuterspeelzaal gezamenlijk op een nieuwe locatie een
nieuwe start maken.
Synergiemogelijkheden met andere functies
In het middengebied Obbicht-Grevenbicht zien wij goede kansen voor synergiemogelijkheden met de
sportaccommodaties. De kans is aanwezig dat de sportvoorzieningen aan de overzijde van de
Frankenstraat gesitueerd moeten worden, hetgeen een beperking oplevert voor de veiligheid van de
kinderen.
Door concentratie van sport- en onderwijsvoorzieningen in het gebied tussen de beide kernen, kunnen de
gebruikers gebruik maken van elkaars ruimten. Maar ook ten aanzien van parkeren kunnen
synergievoordelen worden behaald.
Echter, de huidige gymzaal in Grevenbicht is op korte afstand gelegen van de Frankenstraat. Sluiting van
de gymzaal in Grevenbicht is geen gegeven bij nieuwbouw van het IKC op deze locatie (en in het gehele
middengebied). Ook nieuwbouw van een gymzaal is daarom geen gegeven, maar een mogelijkheid.
Deze locatie heeft voldoende omvang om in de verdere planvorming voor het IKC rekening te houden met
uitbreidingsmogelijkheden in de toekomst met andere functies.
7 februari 2014, versie 7
- 34 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Effect op de leefbaarheid
Clustering van de scholen, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel sport tussen de beide
dorpen leidt tot een situatie waarbij beide dorpen op korte afstand gebruik kunnen blijven maken van
maatschappelijke voorzieningen. Hierdoor ontstaat een nieuwe ontmoetingsplaats tussen de dorpen in.
Hierbij moet worden aangetekend dat de locatie Frankenstraat tegen de bestaande kern van Grevenbicht
aan is gelegen. Dit kan door de inwoners van Obbicht worden beoordeeld als een locatie die niet midden
tussen de beide dorpen is gelegen. Door de fusie van de scholen en de clustering met peuterspeelzaal,
buitenschoolse opvang en eventueel sport neemt de kans op nieuwe ontmoetingen toe ten opzichte van
de huidige situatie, ook ten opzichte van de concentratie van de (onderwijs)voorzieningen in één van de
dorpen, waardoor wij dit scenario positief laten scoren. Ter plaatse van de vrijkomende locaties in beide
dorpen neemt de leefbaarheid af. Totdat er zekerheid is over de eventuele vervangende functies hebben
deze locaties een negatieve invloed op de leefbaarheid ter plaatse. Vandaar dat dit scenario over het
geheel genomen -/+ scoort.
Veiligheid, verkeer en parkeren
De Frankenstraat wordt in de huidige situatie als onveilig ervaren, met name omdat hier los- en
laadactiviteiten plaatsvinden ten behoeve van de supermarkt. Daarnaast leidt de aanwezigheid van de
supermarkt tot verkeeraantrekkende bewegingen, waardoor de totale hoeveelheid verkeer voor het
toekomstige IKC op deze locatie wordt vergroot.
Ten aanzien van verkeer heeft deze locatie echter ook een gunstig effect doordat er verkeersbewegingen
uit het dorp worden gehaald op de locatie van de huidige scholen. Door het treffen van
verkeersmaatregelen kan de veiligheid van deze locatie worden vergroot. Bijvoorbeeld door het aanleggen
van een rotonde in de Kempenweg. Ook is het mogelijk om voor fietsers en voetgangers een separate
fietsstrook met voetpad aan te leggen langs de Kempenweg.
Daarnaast biedt de locatie Frankenstraat de mogelijkheid om gedeeltelijk gebruik te maken van de bij de
supermarkt aanwezige parkeergelegenheid. Hierover zullen afspraken moeten worden gemaakt met de
eigenaar van de supermarkt. Medegebruik van parkeerplaatsen is voor het IKC alleen interessant indien
dit niet gepaard gaat met kosten.
Planning
Realisatie van de voorziening in het middengebied Obbicht-Grevenbicht leidt tot een noodzakelijke
bestemmingsplanwijziging. Daarmee kan de ingebruikname eind 2016 niet worden gehaald. Tijdelijke
huisvesting is niet noodzakelijk door de huidige schoolgebouwen in gebruik te houden tot de oplevering
van het IKC.
5.9
Scenario 8: Nieuwbouw elders in middengebied Obbicht-Grevenbicht
Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening
De locaties
Naast de locaties Kempenweg en Frankenstraat hebben wij onderzocht of er nog andere locaties zijn in
het middengebied die mogelijkheden bieden voor het IKC. Het middengebied bestaat uit onbebouwde
particuliere gronden die veelal voor agrarische doeleinden worden gebruikt. Deze mogelijke locaties zullen
dus voor de realisatie van de voorziening verworven moeten worden. De onderzochte percelen zijn in
figuur 14 weergegeven. Wij hebben gekozen voor deze percelen omdat ze voldoende omvang hebben
voor het programma. De onderzochte percelen zijn ten oosten gelegen van de Kempenweg. Ten westen
van de Kempenweg laat het eigendomspatroon een meer versnipperd beeld zien (meerdere kleine
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 35 -
percelen). Deze percelen zijn deels te klein voor het IKC, waardoor het verwerven van gronden van
meerdere partijen nodig is, wat weer kan leiden tot
hogere verwervingskosten indien grondruil niet
mogelijk blijkt.
Ruimtelijke ordening
Wat betreft de beoordeling van de mogelijkheden
en beperkingen van ruimtelijke ordening, bodem,
externe veiligheid, luchtkwaliteit, structuurvisie en
strategisch huisvestingsplan verwijzen wij naar de
teksten zoals opgenomen bij scenario 6 en 7.
De onderzochte locaties sluiten wat betreft deze
punten aan op hetgeen is vermeld bij de locaties
Kempenweg en Frankenstraat.
Archeologie
Figuur 14: onderzochte percelen
Wat betreft het aspect archeologie moet vermeld worden dat het middengebied Obbicht-Grevenbicht
meest zuidelijke perceel is voorzien van de dubbele
bestemming “waarde-archeologie” (zie afbeelding 16. Voor de overige onderzochte percelen is dit niet het
geval.
Functionaliteit voor de kinderen
Nieuwbouw biedt optimale kansen om een gebouw te realiseren dat voldoet aan de wensen en eisen van
de gebruikers. Daarnaast biedt nieuwbouw op een nieuwe locatie een psychologisch voordeel omdat de
drie scholen van verschillende denominaties en de peuterspeelzaal gezamenlijk op een nieuw locatie een
nieuwe start maken. Bij nieuwbouw in het middengebied spelen historische bindingen van bepaalde
partijen met de bestaande locatie geen rol.
Effect op de leefbaarheid
Ook hiervoor geldt hetzelfde als in de twee voorgaande scenario’s. Clustering van de scholen,
peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel sport
tussen de beide dorpen leidt tot een situatie waarbij beide
dorpen op korte afstand gebruik kunnen blijven maken van
maatschappelijke voorzieningen. De locaties kunnen een
positief effect hebben op de leefbaarheid in beide dorpen. Wel
moet worden vermeld dat deze locaties een meer excentrische
ligging hebben omdat ze verder van de Kempenweg af liggen
en daardoor dichter bij Grevenbicht of Obbicht liggen. Dit kan
een negatief effect hebben op de beleving van de ligging van
deze locaties.
Als voorzieningen verdwijnen uit beide kernen heeft dit op beide kernen een negatief effect, in ieder geval
op korte termijn, omdat een spontane ontmoetingsplaats
Figuur 15: gebied tussen Obbicht en
verdwijnt. Er zal gezocht moeten worden naar een nieuwe
Grevenbicht
bestemming van de vrijgekomen locaties, waarbij met name
moet gekeken worden naar functies die een positief effect hebben op de leefbaarheid.
7 februari 2014, versie 7
- 36 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Synergiemogelijkheden met andere functies
De onderzochte locaties bieden allen mogelijkheden om te combineren met buitensportvoorzieningen op
het betreffende perceel of in combinatie met een naastgelegen perceel. De locaties hebben voldoende
omvang om in de verdere planvorming voor het IKC rekening te houden met uitbreidingsmogelijkheden in
de toekomst met andere functies.
Veiligheid, verkeer en parkeren
Voor deze locaties geldt ook dat verkeersmaatregelen zoals een fietspad en een rotonde in de
Kempenweg noodzakelijk zijn voor een veilige verkeerssituatie, met name voor langzaam verkeer.
Planning
Realisatie van de voorziening in het middengebied Obbicht-Grevenbicht leidt tot een noodzakelijke
bestemmingsplanwijziging. Daarmee kan de ingebruikname eind 2016 niet worden gehaald. Tijdelijke
huisvesting is niet nodig aangezien de drie bestaande scholen kunnen worden gehandhaafd tot de
oplevering van het IKC.
5.10
Tussenconclusie eerste scenario analyse
Tabel 8 geeft de beoordeling van de scenario’s samengevat weer. Het gaat hier om de beoordeling van de
diverse locaties en bouwvormen na realisatie van het scenario, dus niet de huidige situatie. Hierbij hebben
wij per scenario een score toegekend aan de verschillende beoordelingscriteria. De mogelijke scores zijn
++, +, +/-, - en - -. Zoals eerder aangegeven zal eenieder deze beoordeling verschillend maken.
In de tabel is te zien hoe de diverse beoordelingscriteria per scenario zijn beoordeeld. In het bovenste deel
van de tabel hebben wij vijf beoordelingscriteria opgenomen (vet gedrukt) die wat ons betreft
doorslaggevend zijn, naast het aspect financiën, voor de beoordeling van de haalbaarheid van de
scenario’s. Deze doorslaggevende beoordelingscriteria zijn “Beschikbare ruimte”, “Functionaliteit” (voor de
kinderen), “Leefbaarheid” (van de gemeenschap), “Veiligheid” en “Ruimtelijke ordening”. Deze
beoordelingscriteria wegen zwaarder in de beoordeling van de scenario’s dan de overige criteria zoals
weergegeven in het onderste deel van de tabel. De totaalscore is dus gebaseerd op de vijf
doorslaggevende beoordelingscriteria.
In de tabel hebben wij ook opgenomen in hoeverre per scenario tijdelijke huisvesting nodig is. Indien geen
tijdelijke huisvesting noodzakelijk is, is het betreffende scenario op dit punt positief beoordeeld. Ook al kan
tijdelijke huisvesting mogelijk in bestaande schoolgebouwen worden ondergebracht, tijdelijke huisvesting
betekent altijd extra inspanningen en kosten.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 37 -
middengebied
Nieuwbouw elders in
8
Grevenbicht
Frankenstraat
Nieuwbouw
7
Grevenbicht
Kempenweg Obbicht-
6
Nieuwbouw
schoollocatie Obbicht
Sloop en nieuwbouw
5
Grevenbicht
schoollocatie
4
Sloop en nieuwbouw
gebouw Obbicht
Transformatie
3
Grevenbicht
gebouwen
2
Transformatie
Grevenbicht
Beoordelingscriteria:
1
Renovatie gebouwen
Scenario:
Beschikbare ruimte
++
++
--
++
--
++
++
++
Functionaliteit
--
+/ -
--
++
-
++
++
++
-
-
-
-
-
+/-
+/-
+/+
Leefbaarheid
Veiligheid
Ruimtelijke ordening
Totaal score
-
+/-
+/-
+/-
+/-
+
+/-
++
++
-
++
-
-
-
-
-
+
--
+
--
+ /-
+ /-
+ /-
Beoordeling overige beoordelingscriteria
Synergie met sport
--
--
--
--
--
++
++
++
Planning
++
+
-
+
-
-
-
-
+/-
+
+
+
Tijdelijke huisvesting
+/-Tabel 8: samenvatting eerste beoordeling van de scenario’s
De tabel en de analyse in dit hoofdstuk maken duidelijk dat nieuwbouw goed scoort op met name het punt
“functionaliteit voor de kinderen” en het effect op de “leefbaarheid” van de gemeenschap.
Nieuwbouw in het middengebied scoort eveneens goed op deze punten. Echter gezien het standpunt van
de provincie ten aanzien van bouwen in het middengebied (“nee, tenzij”) hebben deze scenario’s een
totaalscore van +/- gekregen.
Ook wordt duidelijk dat handhaven van bestaande gebouwen, minder goed scoort, met name omdat in die
gevallen de functionaliteit voor de kinderen, de leefbaarheid van beide dorpen en de veiligheid niet
optimaal kunnen worden vormgegeven.
Op basis van bovenstaande analyse is in de projectgroep besproken welke scenario’s realistisch zijn om
financieel door te rekenen. Hierop komen wij in het volgende hoofdstuk terug.
7 februari 2014, versie 7
- 38 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
6
FINANCIËLE ANALYSE
In dit hoofdstuk geven wij de uitkomsten van de financiële analyse weer. In bijlage 3 hebben wij een
uitgebreide beschrijving van de financiële analyse opgenomen. In onderstaande samenvattende financiële
analyse is voor zowel de investeringen als voor de exploitatiekosten aangegeven welke voor rekening
komen van de gemeente en voor Stichting Kindante. Alle bedragen hebben prijspeil 1-1-2014.
Investeringskosten
In onderstaande tabel zijn de investeringskosten van de scenario’s samengevat. In de tabel zijn de
investeringen weergegeven van het IKC (school, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang). Hierin zijn
de infrastructurele maatregelen ter bevordering van de verkeersveiligheid tussen Grevenbicht en Obbicht
(fietspad/voetpad en een rotonde bij nieuwbouw in het middengebied) meegenomen. Tevens zijn een
aantal overige investeringen weergegeven zoals en het versneld afschrijven van boekwaarden.
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 4
Scenario 6,7,8
Renovatie
Transformatie
Nieuwbouw
Nieuwbouw
Grevenbicht
Grevenbicht
Grevenbicht
tussengebied
2.280.000
3.405.000
4.045.000
4.035.000
540.000
465.000
465.000
465.000
2.820.000
3.870.000
4.510.000
4.500.000
105.000
259.000
546.000
546.000
Investeringskosten IKC
Gemeente
Stichting Kindante
Totaal investering IKC
Overige investeringen (gemeente)
Afboeken boekwaarden
Grondverwerving
p.m.
Ophoging, watercompensatie
p.m.
Totaal investering
2.925.000
Tabel 9: samenvatting investeringskosten alle scenario’s
4.129.000
5.056.000
5.046.000
Duidelijk is dat de investeringskosten van nieuwbouw hoger liggen dan die van renovatie of transformatie.
De investeringskosten van nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht en nieuwbouw in het middengebied
komen voor het IKC ongeveer even hoog uit. Daarbij moet worden opgemerkt dat nieuwbouw in het
middengebied een aantal kostenverhogende maatregelen met zich meebrengt ten opzichte van
nieuwbouw in Grevenbicht. Het gaat hier om zaken als grondwerkzaamheden voor het ophogen van de
locatie en het treffen van noodzakelijke watercompensatie om het waterbergend vermogen van het gebied
op peil te houden. De hoogte van deze investeringen is in dit stadium nog niet in te schatten en deze zijn
daarom als p.m. post opgenomen.
De toedeling van de investeringskosten naar gemeente of Kindante is in lijn met de huidige regelgeving,
maar houdt niet in dat hierover tussen partijen overleg is gevoerd c.q. instemming is verkregen.
Als gevolg van de per 1 januari 2015 in werking tredende wetswijziging die regelt dat de
onderhoudsverantwoordelijkheid van de gemeenten wordt overgeheveld naar de schoolbesturen, is met
name nog onduidelijkheid hoe dan zal worden omgegaan met de renovatiekosten. Hierover zullen stichting
Kindante en de gemeente in overleg moeten treden om afspraken te maken wie (welk deel van) de kosten
voor renovatie draagt. In onze analyse staan de renovatiekosten nog bij de gemeente genoemd. Hier kan
een verschuiving in optreden richting Stichting Kindante. Dit geldt dan ook voor de aan renovatie
gekoppelde kapitaalslasten.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 39 -
Exploitatiekosten
Per scenario zijn de exploitatiekosten berekend. In tabel 10 zijn de exploitatiekosten van de scenario’s
samengevat. In de tabel zijn de eerstejaars exploitatiekosten weergegeven. Daarnaast is per scenario de
netto contante waarde (NCW) van de exploitatiekosten weergegeven om alle kosten met elkaar te kunnen
vergelijken (zie voor toelichting hierop bijlage 3).
Scenario 1
e
Scenario 2
e
Scenario 4
e
Scenario 6,7,8
e
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
Gemeente
202.000
114.000
234.000
104.000
261.000
107.000
265.000
111.000
Stichting Kindante
154.000
132.000
118.000
85.000
107.000
72.000
107.000
72.000
Totaal
356.000
246.000
352.000
189.000
368.000
179.000
372.000
183.000
Exploitatiekosten
IKC
exploitatiekosten
e
IKC 1 jaar
Overige
exploitatiekosten
Huur tijdelijke
50.000
175.000
175.000
nvt
85.000
37.000
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
p.m.
nvt
nvt
nvt
p.m.
135.000
212.000
175.000
p.m.
491.000
564.000
543.000
372.000
huisvesting
Huidige
kapitaalslasten
Kapitaalslasten
grondverwerving
Kapitaalslasten
ophoging en
watercompensatie
Overige
e
exploitatiekosten 1
jaar p.p. 2014
Totaal
*
e
exploitatiekosten 1
jaar p.p. 2014
Tabel 10: samenvatting exploitatiekosten alle scenario’s
* Exclusief kapitaalslasten grondverwerving, grondkosten (ophoging) en watercompensatie.
Uit de analyse van de eerstejaars exploitatiekosten blijkt dat de exploitatielasten, die voor rekening zijn van
Stichting Kindante, van nieuwbouw lager zijn dan die van renovatie of hergebruik van (een deel) van de
bestaande basisscholen. De exploitatielasten voor de gemeente (kapitaalslasten) zijn bij nieuwbouw hoger
dan bij renovatie of transformatie. Dit is het zogeheten split incentive dat bij nieuwbouw om de hoek komt
kijken. Voor het schoolbestuur is nieuwbouw financieel gezien een gunstigere optie dan voor de
gemeente.
Dit beeld kan enigszins worden genuanceerd door aan te geven dat de exploitatiekosten van de diverse
scenario’s niet heel ver uit elkaar liggen, met uitzondering van scenario 1 (renovatie).
7 februari 2014, versie 7
- 40 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Van de exploitatiekosten is tevens de netto contante waarde bepaald. Doordat de investeringen lineair
worden afgeschreven nemen de kapitaalslasten af gedurende de afschrijvingstermijn. Om dit effect
inzichtelijk te maken is de gemiddelde netto contante waarde van de jaarlijkse exploitatielasten berekend.
Wordt gekeken naar de gemiddelde netto contante waarde van de exploitatiekosten, dan blijkt dat voor
zowel de gemeente als voor Stichting Kindante de exploitatiekosten van nieuwbouw gunstiger uitvallen
dan voor renovatie of transformatie. Ook hierbij moet worden aangetekend dat de verschillen tussen met
name transformatie en nieuwbouw niet groot zijn.
Financieringsmogelijkheden
Zoals eerder in dit hoofdstuk is aangegeven vergoedt de gemeente in principe de werkelijke kosten van
renovatie (mits overeenstemming over de hoogte van de investeringskosten), voor zover deze op het
moment van besluitvorming nog wettelijk voor rekening komen van de gemeente.
De nieuwbouwkosten worden vergoed conform de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Voor
de nieuwbouw van de school in het IKC komt de vergoeding uit op € 2.582.000. Voor de peuterspeelzalen
heeft de gemeente tot op heden een vergoeding gehanteerd van € 100.000 voor de realisatie van één
groep. De gemeente vergoedt niet de investeringskosten voor de realisatie van de groep voor de
buitenschoolse opvang. Hiervoor zal alternatieve financiering moeten worden gevonden. De totale
vergoeding bij nieuwbouw komt daarmee normatief uit op € 2.682.000.
Indien hergebruik van de schoolgebouwen in Grevenbicht plaatsvindt in combinatie met sloop en
uitbreiding, dan vergoedt de gemeente in principe de werkelijke renovatiekosten in combinatie met een
normvergoeding voor de uitbreidingskosten op basis van de verordening. De vergoeding voor uitbreiding
komt uit op € 2.330.000.
In onderstaande tabel zijn de investeringskosten en mogelijke financiering van renovatie, transformatie
(renovatie in combinatie met sloop en uitbreiding) en nieuwbouw samengevat.
Investeringskosten IKC
Mogelijke financiering
Verschil
(incl. verkeersmaatregelen)
Scenario 1 - Renovatie IKC
2.925.000
werkelijke renovatiekosten
Scenario 2 - Transformatie: deels
4.129.000
werkelijke renovatiekosten
n.t.b.
*
renovatie, deels sloop en deels
uitbreiding
2.330.000
Scenario 4 - Nieuwbouw IKC op
5.056.000
schoollocatie Grevenbicht
in
tussengebied
2.682.000 + dekking
n.t.b.
afboeking boekwaarden
Scenario 6, 7 en 8 - Nieuwbouw
IKC
n.t.b.
+
5.046.000
2.682.000
Obbicht-
Grevenbicht
n.t.b.
excl. vergoeding kosten
verkeersmaatregelen en
grondwerkzaamheden
Tabel 11: samenvatting investeringskosten mogelijke financiering
* Het is mogelijk dat deze kosten per 1-1-2015 voor rekening komen van Stichting Kindante.
Duidelijk is dat er een gat ontstaat tussen de investeringskosten en de mogelijke financiering daarvan. Dit
wordt deels veroorzaakt doordat de investeringskosten zijn gebaseerd op het kwaliteitsniveau Frisse
Scholen Klasse B en de normvergoeding van de gemeente uitgaat van kwaliteitsniveau conform het
Bouwbesluit.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 41 -
Zouden de investeringskosten voor het IKC worden berekend zonder rekening te houden met de
binnenklimaateisen conform Frisse Scholen Klasse B (dus op kwaliteitsniveau conform Bouwbesluit), dan
liggen de investeringskosten (van het schoolgedeelte) alsnog circa 15% hoger dan de vergoeding. Het is
landelijk de ervaring bij scholenbouw dat de daadwerkelijke investeringskosten rond dit percentage hoger
zijn dan de normvergoeding. Daarnaast moet dekking worden gevonden voor de overige investeringen
zoals het afboeken van boekwaarden, verkeersvoorzieningen, grondverwerving en grondwerkzaamheden
(ophoging, watercompensatie).
Gymzaal
De investeringskosten van nieuwbouw van de gymzaal komen uit op circa € 965.000. Onderhoud van de
gymzaal in Grevenbicht hebben wij op basis van de onderhoudsplanningen van de gemeente ingeschat op
circa € 50.000. Deze investeringskosten komen voor rekening van de gemeente aangezien de gemeente
eigenaar is en blijft van de gymzalen, ook bij nieuwbouw. In onderstaande tabel zijn de investeringen van
de gymzaal alsmede exploitatiekosten samengevat.
bedragen in €
Onderhoud
Nieuwbouw
gymzaal
gymzaal
Grevenbicht
Investeringskosten gymzaal (gemeente)
50.000
965.000
31.000
85.000
Exploitatiekosten gymzaal NCW 2014 (gemeente)
25.000
Tabel 12: samenvatting investeringskosten en exploitatiekosten gymzaal
39.000
e
Exploitatiekosten gymzaal 1 jaar p.p. 2014 (gemeente)
7 februari 2014, versie 7
- 42 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7
RISICO ANALYSE
Voor ieder project dient een kans- en risico analyse te worden uitgevoerd. Zodoende krijgen de
projectleider, de opdrachtgever en stakeholders inzicht in potentiële problemen en kansen die zich kunnen
voordoen gedurende een project en kunnen zij de benodigde beheersmaatregelen nemen. In dit hoofdstuk
signaleren wij risico’s en kansen die gevolgen kunnen hebben voor de realisatie van het IKC, specifiek in
het kader van de op te stellen business case.
Risico’s
Wegvallen exploitant voor kinderopvang en buitenschoolse opvang
Tijdens het uitvoeren van de interviews om te komen tot een globaal programma van eisen bleek dat
Stichting MIK (exploitant van de huidige buitenschoolse opvang) besloten heeft om geen onderdeel uit te
maken van het IKC. Het huidige risico is dat geen andere partij gevonden wordt om de buitenschoolse
opvang te exploiteren met als gevolg dat een deel van het IKC niet gefinancierd kan worden. De
beheersmaatregel is dat Stichting Kindante op zoek is naar een andere partij die de exploitatie van de
buitenschoolse opvang voor zijn rekening wil nemen.
Ten tijde van het schrijven van deze studie is geen exploitant voor de buitenschoolse opvang bekend. Dit
vormt een risico voor de haalbaarheid van het omschreven IKC. Als beheersmaatregel dient zo snel
mogelijk een vervangende partij te worden gevonden. Hiermee is Stichting Kindante bezig.
Onderzoek beperkt zich tot eerste schil kindpartners
Door dit onderzoek te beperken tot de eerste schil (basisscholen, peuterspeelzaal, kinderopvang en
buitenschoolse opvang) bestaat het risico dat een locatie wordt gekozen die de mogelijkheid in de weg
staat om het IKC uit te breiden met een tweede (zorg) en derde (sport schil). Hierdoor wordt mogelijk een
kans gemist om de leefbaarheid in de toekomst te vergroten. Door dit onderzoek af te stemmen met het
onderzoek naar de buitensportaccommodaties in Obbicht en Grevenbicht signaleren wij dit specifieke
risico.
Investeringskosten hoger dan normvergoeding
Een ander risico is dat de investeringskosten om de IKC te realiseren hoger zijn dan de normvergoedingen
die worden gegeven door de gemeente Sittard-Geleen. Een mogelijkheid om dit gat bij bestaande
gebouwen (renovatie) te dichten is om een Energy Service Company (ESCO) te gebruiken. Hierbij
besteedt de eigenaar/gebruiker van het gebouw, in dit geval Stichting Kindante, de energievoorziening en
het management daarvan uit aan een externe partij met als doel om substantieel op energiekosten te
besparen. De gedachte hierbij is dat de externe partij de investering in (renovatie)maatregelen ten
behoeve van de energievoorziening voor zijn rekening neemt. Stichting Kindante betaalt hier periodiek een
vergoeding voor. Het is nog niet duidelijk of deze maatregel voldoende is om het financiële verschil te
overbruggen.
Vertraging in besluitvorming
Dit onderhavige onderzoek dient als basis voor de aanvraag van de voorziening door Kindante en de
besluitvorming door de gemeente Sittard-Geleen over de financiering van het IKC en dus de locatie
daarvan. Het definitieve rapport leveren wij op in februari 2014 net voor de gemeentelijke verkiezingen.
Denkbaar is dat door de verkiezingen besluitvorming omtrent de IKC wordt vertraagd. Om de
ingebruikname eind 2016 te kunnen halen is het noodzakelijk dat besluitvorming in 2014 plaatsvindt.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 43 -
Beleidswijzigingen voor peuterspeelzalen
De peuterspeelzalen in gemeente Sittard-Geleen krijgen te maken met een andere wijze van financiering.
Wat dit in de toekomst betekent voor de omvang van de voorzieningen in gemeente Sittard-Geleen kan nu
nog niet voldoende worden ingeschat.
Overeenstemming over de realisatie
Bij de verdere realisatie van het IKC zijn meerdere partijen financieel betrokken, te weten Stichting
Kindante, de gemeente en mogelijk een kinderopvangorganisatie. In het vervolgtraject zullen deze partijen
overeenstemming moeten bereiken over financiële afspraken rond de realisatie en exploitatie van het IKC.
In dit stadium is hierover alleen nog verkennend gesproken. In het vervolgtraject moet commitment van
partijen ontstaan.
Gelet op de dynamiek die zich afspeelt op het gebied van wetgeving en beleid rondom dit onderzoek is de
kans aanwezig dat een verschuiving plaatsvindt in verantwoordelijkheden voor investering. Bij
besluitvorming dient ook hiermee rekening te worden gehouden ook in de toekomst.
Besluitvorming bij provincie Limburg en Rijkswaterstaat
Indien gekozen wordt om de IKC te realiseren buiten de kernen, is er een risico aanwezig dat het
overgaan naar de uitvoering lang duurt in verband met de noodzakelijke onderbouwing en overleg met de
Provincie Limburg en Rijkswaterstaat. Indien voor een locatie wordt gekozen buiten de kernen, dient zo
snel mogelijk in overleg te worden getreden met de andere overheden om uitgangspunten te formuleren
voor de verdere uitwerking.
Daarnaast bestaat een reëel risico dat plannen voor nieuwbouw van het IKC in het middengebied stranden
op het ontbreken van een, in de ogen van de Gemeente Sittard-Geleen en Provincie Limburg, dwingende
ruimtelijke motivering waaruit blijkt dat het IKC niet binnen de bestaande kernen kan worden gerealiseerd.
Motivering is noodzakelijk vanwege de ‘nee-tenzij’ toets die wordt uitgevoerd. Zie bijlage 4 voor het verslag
van het gesprek met de Gemeente Sittard-Geleen, Provincie Limburg en Rijkswaterstaat voor meer
informatie. De Provincie Limburg heeft geadviseerd om een nadere en diepgaande vergelijking te maken
tussen scenario 4 (=de realisatie van het IKC binnen Grevenbicht) en scenario 6 (=nieuwbouw aan de
Kempenweg) alvorens over te gaan tot besluitvorming over de definitieve scenariokeuze.
Kansen
Gunstig aanbestedingsresultaat
Momenteel is de concurrentie in de bouw- en vastgoed wereld heel hoog. Dit vertaalt zich in gunstige
aanbestedingsresultaten bij de aanbesteding van werken. Gelet op deze trend en de resultaten van
recentelijke aanbestedingen door de gemeente is een gunstig aanbestedingsresultaat te verwachten
waardoor de totale investeringen voor de gemeente lager kunnen uitvallen dan nu geraamd is.
Meer synergievoordelen door gezamenlijk ruimtegebruik van de IKC partners
Bij het opstellen van het globaal programma van eisen blijkt dat de wensen en eisen van onder andere de
basisscholen nog niet exact zijn uitgekristalliseerd. In de praktijk is het niet ongewoon dat bij andere
detaillering van het programma van eisen een winst van circa 10% kan worden behaald door slimmer
ruimtegebruik. Op het moment dat dit het geval is, valt te verwachten dat door het gezamenlijke
ruimtegebruik efficiënt in te delen de investeringskosten worden teruggedrongen.
7 februari 2014, versie 7
- 44 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
8
SAMENVATTING, ADVIES EN AANBEVELINGEN
In deze rapportage hebben wij een achttal scenario’s geanalyseerd voor de mogelijke bouwvorm en
locatie voor het Integraal Kindcentrum. Hierbij hebben wij gekeken naar kwalitatieve aspecten als
functionaliteit voor de kinderen, leefbaarheid, veiligheid en synergiemogelijkheden met sport. Ook hebben
we onderzocht welke financiële consequenties de scenario’s hebben.
Onderstaande tabel geeft de beoordeling van de scenario’s samengevat weer. Hierbij hebben wij per
scenario een score toegekend aan de verschillende beoordelingscriteria. De mogelijke scores zijn ++, +,
+/-, - en - -. In de tabel hieronder is te zien hoe de diverse beoordelingscriteria per scenario zijn
beoordeeld. In het bovenste deel van de tabel hebben wij vijf beoordelingscriteria opgenomen (vet
gedrukt) die wat ons betreft doorslaggevend zijn, naast het aspect financiën, voor de beoordeling van de
haalbaarheid van de scenario’s. Deze doorslaggevende beoordelingscriteria zijn “Beschikbare ruimte”,
“Functionaliteit” (voor de kinderen), “Leefbaarheid” (van de gemeenschap), “Veiligheid” en “Ruimtelijke
ordening”. Deze beoordelingscriteria wegen zwaarder in de beoordeling van de scenario’s dan de overige
criteria zoals weergegeven in het onderste deel van de tabel. De totaalscore is dus gebaseerd op de vijf
doorslaggevende beoordelingscriteria.
In de tabel hebben wij ook opgenomen in hoeverre per scenario tijdelijke huisvesting nodig is. Indien geen
tijdelijke huisvesting noodzakelijk is, is het betreffende scenario op dit punt positief beoordeeld. Ook al kan
tijdelijke huisvesting mogelijk in bestaande schoolgebouwen worden ondergebracht, tijdelijke huisvesting
betekent altijd extra verstoring van het onderwijsproces en leidt tot hogere kosten.
middengebied
Nieuwbouw elders in
8
Grevenbicht
Frankenstraat
Nieuwbouw
7
Grevenbicht
Kempenweg Obbicht-
6
Nieuwbouw
schoollocatie Obbicht
Sloop en nieuwbouw
5
Grevenbicht
schoollocatie
4
Sloop en nieuwbouw
gebouw Obbicht
Transformatie
3
Grevenbicht
gebouwen
2
Transformatie
Grevenbicht
Beoordelingscriteria:
1
Renovatie gebouwen
Scenario:
Beschikbare ruimte
++
++
--
++
--
++
++
++
Functionaliteit
--
+/ -
--
++
-
++
++
++
-
-
-
-
-
+/-
+/-
+/+
Leefbaarheid
Veiligheid
Ruimtelijke ordening
Totaal score
-
+/-
+/-
+/-
+/-
+
+/-
++
++
-
++
-
-
-
-
-
+
--
+
--
+ /-
+ /-
+ /-
--
++
++
++
Beoordeling overige beoordelingscriteria
Synergie met sport
--
--
--
--
Planning
++
+
-
+
Tijdelijke huisvesting
+/-Tabel 13: samenvatting eerste beoordeling van de scenario’s
-
-
-
-
+/-
+
+
+
Uit deze tabel en de analyse in hoofdstuk 5 blijkt dat het concentreren van voorzieningen in het IKC in één
van beide plaatsen tot gevolg heeft dat de leefbaarheid in de kern waar de voorzieningen verdwijnen zal
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 45 -
afnemen. Nieuwbouw van een IKC in het middengebied heeft ons inziens het meest positieve effect op de
leefbaarheid van beide dorpen. Beide dorpen kunnen beschikken over een belangrijk ontmoetingspunt,
waardoor de beide dorpen naar elkaar toe kunnen groeien.
Bij nieuwbouw ontstaat de kans om een optimaal gebouw te creëren dat voldoet aan de gewenste
functionaliteit van de gebruikers van het IKC. Dit is zowel mogelijk op de schoollocatie in Grevenbicht als
middels nieuwbouw in het middengebied. Echter zoals gezegd gaat dit ten koste van het
voorzieningenniveau in Obbicht. Dit effect zou nog deels kunnen worden opgevangen door de gymzaal in
Obbicht open te houden. Hiervoor is dan wel een grondige renovatie noodzakelijk.
Investeringskosten
Uit de financiële analyse blijkt dat de investeringskosten van nieuwbouw hoger uitvallen dan die van
renovatie of transformatie (zie onderstaande tabel).
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 4
Scenario 6,7,8
Renovatie
Transformatie
Nieuwbouw
Nieuwbouw
Grevenbicht
Grevenbicht
Grevenbicht
middengebied
Investeringskosten IKC
Gemeente (incl. infrastructuur)
Stichting Kindante
Totaal investering IKC
2.280.000
3.405.000
4.045.000
540.000
465.000
465.000
4.035.000
465.000
2.820.000
3.870.000
4.510.000
4.500.000
105.000
254.000
546.000
546.000
Overige investeringen (gemeente)
Afboeken boekwaarden
Grondverwerving
p.m.
Ophoging, watercompensatie
p.m.
Totaal investering
2.925.000
Tabel 14: samenvatting investeringskosten alle scenario’s
4.124.000
5.056.000
5.046.000
Bij nieuwbouw in het middengebied moet echter ook nog rekening gehouden worden met
investeringskosten voor het ophogen van grond en watercompensatie om het bergend vermogen van het
gebied op peil te houden. Deze kosten zijn in dit stadium nog niet in te schatten. Daarmee zal nieuwbouw
in het middengebied (scenario 6, 7 en 8) een hogere investering vergen dan nieuwbouw op de
schoollocatie in Grevenbicht (scenario 4).
7 februari 2014, versie 7
- 46 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
Exploitatiekosten
In onderstaande tabel zijn de exploitatiekosten weergegeven per scenario.
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 4
Scenario 6,7,8
Renovatie
Transformatie
Nieuwbouw
Nieuwbouw
Grevenbicht
e
Grevenbicht
e
Grevenbicht
e
middengebied
e
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
Gemeente
202.000
114.000
234.000
104.000
261.000
107.000
265.000
111.000
Stichting Kindante
154.000
132.000
118.000
85.000
107.000
72.000
107.000
72.000
Totaal
356.000
246.000
352.000
189.000
368.000
179.000
372.000
183.000
Exploitatiekosten
IKC
exploitatiekosten
e
IKC 1 jaar
Overige
exploitatiekosten
(gemeente)
Huur tijdelijke
50.000
175.000
175.000
nvt
85.000
37.000
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
p.m.
nvt
nvt
nvt
p.m.
135.000
212.000
175.000
p.m.
huisvesting
Huidige
kapitaalslasten
Kapitaalslasten
grondverwerving
Kapitaalslasten
ophoging en
watercompensatie
Overige
e
exploitatiekosten 1
jaar p.p. 2014
Tabel 15: samenvatting exploitatiekosten alle scenario’s
Uit de analyse van de eerstejaars exploitatiekosten blijkt dat de exploitatielasten, die voor rekening zijn van
Stichting Kindante, van nieuwbouw lager zijn dan die van renovatie of hergebruik van (een deel) van de
bestaande basisscholen. De exploitatielasten voor de gemeente (kapitaalslasten) zijn bij nieuwbouw hoger
dan bij renovatie of transformatie. Dit is het zogeheten split incentive dat bij nieuwbouw om de hoek komt
kijken. Voor het schoolbestuur is nieuwbouw financieel gezien een gunstigere optie dan voor de
gemeente.
Ook wordt duidelijk dat de totale eerstejaars exploitatielasten van nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht
en de locaties in het middengebied niet veel van elkaar verschillen.
Wordt gekeken naar de gemiddelde netto contante waarde van de jaarlijkse exploitatiekosten, dan blijkt
dat voor zowel de gemeente als voor Stichting Kindante de exploitatiekosten van nieuwbouw gunstiger
uitvallen dan voor renovatie of transformatie. Ook hierbij moet worden aangetekend dat de verschillen
tussen met name transformatie en de nieuwbouwscenario’s niet groot zijn.
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 47 -
Financiering
Uit hoofdstuk 6 bleek dat de mogelijke financiering van de investeringskosten in alle gevallen lager uitvalt
dan de geraamde investeringskosten. De mogelijke financiering van de renovatiekosten hangt af van
overeenstemming met de gemeente over het kwaliteitsniveau van de renovatie en de bijbehorende
investeringen. Bij uitbreiding en nieuwbouw ligt de normvergoeding uit de verordening substantieel lager
dan de werkelijke investeringskosten. Hiervoor moet alternatieve financiering worden gevonden.
Gymzaal
Naast besluitvorming over het IKC zal de gemeente een besluit moeten nemen over de toekomst van de
gymzalen in Obbicht en Grevenbicht. De keuze voor handhaven en renoveren van de gymzaal in
Grevenbicht of het nieuw bouwen van een gymzaal bij het IKC in het middengebied staat open. Beide
opties zijn mogelijk gezien de afstand naar bestaande gymzalen.
Advies
De scholen en de peuterspeelzaal hebben een belangrijke spilfunctie in beide dorpen. Ze vormen een
belangrijk ontmoetingspunt voor Grevenbicht en Obbicht. Concentratie van het IKC in het middengebied
biedt naar onze mening de beste kansen om de leefbaarheid van beide dorpen in stand te houden en zelfs
te verbeteren. Wij schatten in dat de beide dorpen hiermee naar elkaar toe zullen groeien. Financieel blijkt
dat nieuwbouw in het middengebied duurder is dan op de locatie in Grevenbicht, met name als gevolg van
de benodigde grondwerkzaamheden en het compenseren van het bergend vermogen van het gebied.
Niet onbelangrijk is dat nieuwbouw in het middengebied een psychologische gelijkheid van de
kindpartners oplevert doordat alle partners een nieuwe start maken op een nieuwe plek en niet “de ene
partij bij de ander intrekt”. Concentratie van voorzieningen tussen de beide dorpen lijkt daarom zowel
functioneel als financieel gunstig.
Uit overleg met de Provincie en Rijkswaterstaat is echter wel gebleken dat nieuwbouw in het
middengebied planologisch moeilijk kan worden. De provincie en Rijkswaterstaat hebben aangegeven dat
vanuit planologisch oogpunt nieuwbouw in het middengebied alleen mogelijk is als een alternatieve
oplossing binnen de bestaande contouren niet mogelijk blijkt. Dit is nadrukkelijk een risico voor deze optie.
Mocht dit het geval zijn dan is nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht de “next best” optie. Ruimtelijk en
functioneel biedt deze locatie goede mogelijkheden. Financieel is het ook een goede optie doordat deze
locatie van de nieuwbouwscenario’s de laagste investeringskosten heeft. Echter voor de leefbaarheid van
beide dorpen adviseren wij nieuwbouw in het middengebied.
7 februari 2014, versie 7
- 48 -
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
HaskoningDHV Nederland B.V.
9
COLOFON
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Opdrachtgever
Project
Dossier
Omvang rapport
Auteur
Bijdrage
Interne controle
Projectleider
Projectmanager
Datum
Naam/Paraaf
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Stichting Kindante
Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
BC6759-100-100
49 pagina's
Joost Smeets, Eve Philips-Jackson, Tiny Slenter
Naam en paraaf
Tiny Slenter
Tiny Slenter
7 februari 2014
Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Klant vertrouwelijk
7 februari 2014, versie 7
- 49 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Planning & Strategy
Horsterweg 18/A
6199 AC Maastricht Airport
Postbus 302
6199 ZN Maastricht Airport
T (088) 348 78 48
F (088) 348 78 99
E [email protected]
W www.royalhaskoningdhv.com
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 1
bijlage 1
Klant vertrouwelijk
Rapport technische schouw schoolgebouwen
bijlage 1
-1-
Basisschool: Pastoor Franckschool
St. Catharinaplantsoen 4, 6127 BC Grevenbicht
Opname datum: 7 en 8 november 2013
Contact persoon: 046-4855189
Algemeen:
De Pastoor Franck shool is gelegen in een Grevenbicht. De school is gebouwd omstreeks
1964. De uitbreiding heeft plaatsgevonden in 1969. Het bruto vloeroppervlak van de school
bedraagt 1493m². De basisschool heeft 1 bouwlaag. Daarnaast een kleine kelder waar
materialen zijn opgeslagen en de cv-installatie hangt.
De gevels zijn uitgevoerd in metselwerk met boven de buitenkozijnen veel gevelpanelen. Het
dak bestaat uit een plat dak met sheddaken geheel voorzien van bitumineuze dakbedekking.
Op sommige platte daken is een ballast laag aangebracht van grind. In het dakvlak zijn
lichtkoepels aangebracht. De isolatie van de gevels en daken is zeer slecht.
Naast enkelglas is er in de buitenkozijnen ook HR++ glas aanwezig.
De buitenkozijnen zijn voorzien van zonwering als zijnde uitvalschermen handmatig bediend
aan de Zuid, Oost en Westgevel. Ook zijn er screens aangebracht, eveneens als
handbediend aan de Zuid, Oost en Westgevel.
Slechts 3 van de 9 leslokalen in de school zijn voorzien van mechanische afzuiging.
De Ds. Deeleman school is direct gelegen aan de Pastoor Franck school. Het eerste
gedeelte van de school stamt uit 1963 waarna in 1995 een uitbreiding heeft plaatsgevonden.
Het bruto vloeroppervlak van de school bedraagt 613 m². De basisschool heeft 1 bouwlaag.
De HR ketel is van 2002.
De gevels zijn uitgevoerd in metselwerk met boven de buitenkozijnen veel gevelpanelen. Het
dak bestaat uit een plat dak met sheddaken geheel voorzien van bitumineuze dakbedekking.
Op sommige platte daken is een ballast laag aangebracht van grind. In het dakvlak zijn
lichtkoepels aangebracht. De isolatie van de gevels en daken is zeer slecht.
Naast enkelglas is er in de buitenkozijnen ook HR++ glas aanwezig.
De buitenkozijnen zijn voorzien van zonwering als zijnde uitvalschermen handmatig bediend
aan de Zuid, Oost en Westgevel.
De 5 leslokalen in de school zijn voorzien van mechanische afzuiging.
Exterieur:
Platte daken:
De platte daken zijn voorzien van bitumineuze dakbedekking. De dakbedekking ziet er goed
uit. Hier en daar is de aanhechting in de kim van de dakbedekking matig tot slecht.
Problemen met lekkages zijn er momenteel niet. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat
het aangebrachte grind veel vuil en mos vertoond. Dit dient te worden gereinigd. Het
vervangen van de dakbedekking is nog niet aan de orde. Er dient wel rekening te worden
gehouden dat het in de eerste 20 jaar wel moet worden vernieuwd.
Een ander zorgelijk punt is de aansluitingen
van de dakbedekking met het opgaand werk.
Op de platte daken is het lood afgesneden en
gestolen.
Door
de
dakdekker
zijn
provisorische oplossingen gemaakt die in de
toekomst kans op lekkages geven.
Geadviseerd wordt op het gehele dak na te
lopen en de kim op diverse plaatsen vast te
zetten. Het mos zal van de dakenmoeten
worden verwijderd.
De aansluitingen van het opgaand werk is matig tot
slecht. Bij het opgaand werk is het lood (gestolen). Door
de dakdekker is een noodoplossing aangebracht met
bitumineuze dakbedekking.
Om lekkages in de winter te voorkomen wordt
geadviseerd om het lood opnieuw aan te brengen
volgens details BDA.
Lichtkoepels:
De aanwezige lichtkoepels vertonen gebreken en zijn in het verouderingsproces. Er treed
condensatie op tussen de dubbelwandige lichtkoepels. Door het uitdrogen vertonen
sommige lichtkoepels scheurvorming.
Geadviseerd wordt om de lichtkoepels binnen 4 jaar te vervangen i.v.m. scheurvorming en
om lekkages te voorkomen.
Gevelbeplating:
Boven de buitenkozijnen en de boeiboorden
zijn
gevelbeplating
aangebracht.
Deze
gevelbeplating is op alle plaatsen vies en dient
schoongemaakt te worden. Daarnaast zijn er
op vele plaatsen de platen gebroken. Deze
dienen te worden vervangen.
Om lekkages te voorkomen wordt geadviseerd
om de gebroken gevelbeplatingen binnen
enkele jaren te vervangen.
Dakranden:
Op een aantal plaatsen laten de afdekranden
en daktrimmen los. Deze dienen opnieuw te
worden gemonteerd om lekkages te
voorkomen. De daktrim incl. boeiboord bij
leslokalenruimte 40 en 41 werkt. Dit dient
geheel te worden hersteld.
Om
lekkages
te
voorkomen
wordt
geadviseerd om de afdekranden en
daktrimmen met boeiboorden te herstellen.
Boeiboorden hout:
De houten boeiboorden rondom het gehele gebouw zijn aangetast door houtrot. Dit kan op
enkele plaatsen in een begin stadium zijn maar op andere plaatsen tot en ver gevorderde
stadium. Onderzocht moet worden hoe de gesteldheid van de achterliggende constructie is.
Indien ook hier houtrout wordt geconstateerd dient ook de achterconstructie te worden
vervangen.
Geadviseerd wordt om alle boeiboorden te vervangen en de achterliggende constructie te
controleren op houtrot. Geadviseerd wordt op Trespa gevelbeplating aan te brengen als
boeiboorden en gevelbeplating
Buitenkozijnen:
De buitenkozijnen van de Pastoor Franck school verkeren in een goede staat van onderhoud.
In de houtenkozijnen zijn stalen ramen verwerkt. Het geheel dient conform de normale
onderhoudsperiode worden geschilderd. Naast houten buitenkozijnen zijn er ook aluminium
buitenkozijnen toegepast.
De aangebrachte screens functioneren goed. De uitvalschermen dienen na gekeken te
worden. T.p.v. de rechterzijgevel moeten de uitvalschermen opnieuw worden bevestig. Deze
komen los van de geven en raken elkaar.
Geadviseerd wordt om alle uitvalschermen z.s.m. te laten controleren en te herstellen.
In de buitenkozijnen van de Pastoor Franck school is nog veel enkelglas aanwezig. Dit zal
om energie technische redenen vervangen moetn worden door HR++ beglazing. Volgens het
EBA rapport is de verwachting 264 m².
Geadviseerd wordt om het enkelglas te vervangen door HR++ beglazing. Hiervoor zal in vele
gevallen een aanpassing moeten plaatsvinden aan de buitenkozijnen.
De buitenkozijnen van de DS Deeleman
school verkeren in een goede staat van
onderhoud. De houten buitenkozijnen
dienen
conform
de
normale
onderhoudsperiode worden geschilderd.
Er zijn geen klachten over de
uitvalschermen. In de buitenkozijnen is
gedeeltelijk nog enkelglas aanwezig. Dit
zal om energie technische redenen
vervangen moeten worden door HR++
beglazing. Volgens het EBA rapport is de
verwachting 58 m².
De overige kozijnen
Geadviseerd wordt om het enkelglas te vervangen door HR++ beglazing. Hiervoor zal in vele
gevallen een aanpassing moeten plaatsvinden aan de buitenkozijnen.
Gevelmetselwerk:
In het algemeen ziet het gevelmetselwerk er goed uit. Ook het
voegwerk is prima. Op een aantal
plaatsen (Pastoor Franck school)
ontstaat
scheurvorming
in
het
metselwerk. Niet duidelijk is of dit
scheurvorming is van kort geleden of
van een lange periode. Monitoren op
scheurvorming en plaatsen van
scheurmeters geven uitsluitsel. De los
zittende gevelstenen dient men per
direct te herstellen.
Geadviseerd wordt om de los zittende stenen opnieuw in te metselen en de scheuren te
monitoren.
Interieur:
Kelder: CV installatie
De CV installatie is gepositioneerd in de kelder. De ketels zijn naar info gebruiker geplaatst in
2005 geplaatst. De verwachte technische levensduur van de ketels is nog 12 jaar.
De kruipruimte is niet toegankelijk daar er asbest aanwezig is. Hierdoor zal de kruipruimte
afgesloten moeten worden er dienen er
stickers te worden aangebracht i.v.m. asbest.
In de kelder is een gegalvaniseerde
rioolleiding aanwezig die in goede staat
verkeerd. Wel dient een andere leiding
(functie onbekend) te worden hersteld.
Onderzocht dient te worden in hoeverre de
corrosie de leiding heeft aangetast.
Geadviseerd wordt om de toegangen naar
de kruipruimte te sluiten en aanbrengen van
stickers
ivm
aanwezigheid
asbest.
Daarnaast onderzoek naar corrosie van de
leiding.
In de kelder zijn op diverse plaatsen
beschadigingen aanwezig waardoor de
wapening van de betonconstructie bloot
komt te liggen. Dit geeft betonrot.
Geadviseerd wordt om de bloot gelegen
wapening
te
behandelen
en
de
betonconstructie te herstellen.
PS: daar dit een momentopname is blijkt wel uit
de inspectie van een dag later. In de nacht van 7
op 8 november is door onbekende oorzaak de
kelder volgelopen met water en 1 stuks CV-ketel
is beschadigd.
Geadviseerd wordt om te onderzoeken hoe dit
kan gebeuren en de daarvoor doeltreffende
maatregelen te treffen.
De CV installatie van DS Deeleman school
bestaat uit een HR ketel uit 2005. Fabrikaar
Remeha type Quinta 85.
De verwachte technische levensduur van de
ketels is nog 12 jaar. De voorruimte dient
opgeruimd te worden
Radiatoren:
In het gehele gebouw (Pastoor Franck school)
zijn nog oude radiatoren aanwezig. Ondanks dat
de radiatoren er goed uit zien en nog functioneren,
zijn deze einde levensduur. De oude radiatoren
dienen binnen 10 jaar te worden vervangen.
Geadviseerd wordt om de oude radiatoren binnen 10
jaar te vervangen.
Raambeslag:
In het gehele gebouw dient het raambeslag te
worden gecontroleerd en indien noodzakelijk
herstellen. Het beslag zit los of functioneert niet meer.
Tijdens de inspectie waren enkele ramen van buiten
af te openen.
Geadviseerd wordt om met spoed het raambeslag te
controleren en te herstellen.
Vloerafwerking:
De shool is voorzien van marmoleum. Op
diverse plaatsen is de marmoleum
gescheurd
en
vertoont
slijtplekken.
Daarnaast naar alle waarschijnlijkheid nog
marmoleum aanwezig waarin asbest is
verwerkt (ruimte 25). Dit zal nader
onderzocht moeten worden.
Geadviseerd wordt om een onderzoek te
laten uitvoeren naar asbest in de
marmoleum
vloerafwerkingen.
De
marmoleum herstellen en de marmoleum
binnen 10 jaar te vervangen.
De sportvloer:
De sportvloer is redelijk oud en verliest zijn veerkracht. Een nader onderzoek is hiervoor
noodzakelijk om de duurzaamheid hiervan te bepalen. We kunnen aannemen dat de vloer
over 8 jaar dient te worden vervangen.
Sanitair:
Het sanitair in de school is verouderd. Er
is wel nieuw tegelwerk aanwezig maar op
enkele plaatsen laat het tegelwerk los
(ruimte 31). De sanitaire deuren zijn oud.
Deze kunnen nog wel gebruikt worden
maar dienen te worden geschilderd.
Het sanitair is verouderd en dient te
worden vervangen. Hiervoor dient ook
het rioolstelsel (aansluitingen) te worden
aangepast. Dit geeft echter probleem
i.v.m. de aanwezige asbest in de
kruipruimte.
Geadviseerd wordt om het los zittende tegelwerk te herstellen. Onderzoek naar kosten voor
vervanging sanitair n.a.v. asbest onderzoek kruipruimte. Sanitair binnen 10 jaar vervangen.
De voegen van de vloertegels zijn gevuld met urine waardoor
een onaangename geur ontstaat. Dit kan met goed
schoonmaken niet worden verholpen. Geadviseerd wordt om
de vloertegels te egaliseren en een pvc vloerafwerking aan te
brengen. Dit om hygiënische redenen. De waterleidingen van
de sanitaire groepen corroderen.
Geadviseerd wordt om een pvc vloer aan te brengen in de
sanitaire ruimten en de waterleidingen te ontdoen van corrosie.
Keukenblokken:
De bestaande keukenblokken functioneren
maar zijn gedateerd. De verwachting is dat de
keukenblokken binnen 5 jaar aan vernieuwing
toe zijn.
Geadviseerd wordt om de keukenblokken
binnen 5 jaar te vervangen.
Plafond:
Het plafonds in de gemeenschappelijke ruimte (ruimte 3) en verkeersruimte (ruimte 2) zijn
uitgevoerd als houten strokenplafond voorzien van firet doek. Geheel is brandgevaarlijk en
daarmee een grote vuurlast in het gebouw. Naar alle waarschijnlijkheid voldoet het niet aan
de eisen gesteld aan het BouwBesluit met betrekking tot brandveiligheid vluchtwegen.
Geheel plafond verwijderen en nieuw plafond aanbrengen.
Geadviseerd wordt alle houten strokenplafonds in de verkeersruimten van de school te
verwijderen i.v.m. het veilig vluchten. Houten strokenplafond in de gymzaal nader
onderzoeken.
In het portaal bij de entree is zachtboard plafond aanwezig. Dit is niet meer toegestaan i.v.m.
de brandveiligheid. Het zachtboard plafond verwijderen.
In het gehele gebouw (Pastoor Franck school) is een oud systeemplafond aanwezig. Bij het
behouden van de school wordt geadviseerd om het systeemplafond te vervangen. Daarbij
kan men tevens diverse werkzaamheden uitvoeren aan de ventilatie e.d.
Basisschool: Willibrordus
St. Willibrorduslaan 2, 6125 BL Obbicht
Opname datum: 7 en 8 november 2013
Contact persoon: 046-4855189
Algemeen:
Algemeen:
De school is gelegen in een Obbicht. Het uiterlijk van de school kenmerkt zich door het
dorpsgezicht. De school is gebouwd omstreeks 1959. De uitbreiding heeft plaatsgevonden in
1989. Het bruto vloeroppervlak van de school bedraagt 1147m². De basisschool heeft 1
bouwlaag als verblijfsruimte. Daarnaast een kleine kelder en een kleine zolder waar
materialen zijn opgeslagen en de cv-installatie hangt.
De gevels zijn uitgevoerd in metselwerk. Het dak bestaat uit een hellend en een vlak dakvlak.
Het hellende dakvlak is voorzien van dakpannen. De platte daken zijn voorzien van
bitumineuze dakbedekking. Op sommige platte daken is een ballast laag aangebracht van
grind. In het dakvlak zijn lichtkoepels en lichtstraten aangebracht. De isolatie van de gevels
en daken is matig tot slecht.
Naast enkelglas in de kleine houten kozijnen bevindt zich isolatieglas in de buitenkozijnen
leslokalen en HR+ glas is het leslokaal dat later, waarschijnlijk in 1998, tussen twee
leslokalen is gebouwd.
De buitenkozijnen zijn voorzien van zonwering als zijnde uitvalschermen handmatig bediend
aan de Zuid, Oost en Westgevel.
Exterieur:
Hellende daken:
De dakpannen vertonen breuk, scheuren en gaan schilferen. Tijdens de winterperiode zal dit
alleen maar erger worden daar vocht in de dakpannen zal treden en bij vorst e.e.a. zal
uitzetten. Ook zijn diverse kapotte dakpannen aangetroffen welke dienen te worden
vervangen om lekkage te voorkomen.
Geadviseerd wordt om de dakpannen binnen 5 jaar te vervangen.
Platte daken:
De platte daken zijn voorzien van bitumineuze dakbedekking. De dakbedekking ziet er goed
uit al kan de kwaliteit van de dakbedekking gelegen onder de ballast laag niet goed
beoordeeld worden. Problemen met lekkages zijn er momenteel niet. Tijdens de inspectie is
geconstateerd dat het aangebrachte grind veel vuil en mos vertoond. Dit dient met spoed te
worden gereinigd. Het dak wordt momenteel te zwaar belast. Er zal onderzocht moeten
worden of men het grind terug wil brengen of dat men het dak gaat renoveren. Het
vervangen van de dakbedekking is nog niet aan de orde maar zal zeker na 8 jaar moeten
worden vervangen.
Geadviseerd wordt om de ballast laag te reinigen. Bitumineuze dakbedekking binnen 8 jaar
vervangen.
Afschot van de platte daken is goed m.u.v.
de noodlokalen waar veel water op het dak
is geconstateerd.
Geadviseerd wordt om per direct de daken
schoon te maken en de waterafvoeren te
reinigen.
De aansluitingen van het opgaand werk is matig tot slecht. Bij het opgaand werk is het lood
(gestolen). Door de dakdekker is een noodoplossing aangebracht met bitumineuze
dakbedekking.
Om lekkages in de winter te voorkomen wordt geadviseerd om het lood opnieuw aan te
brengen volgens details BDA.
Lichtkoepels en lichtstraten:
De aanwezige lichtkoepels en lichtstraten vertonen gebreken en zijn in het
verouderingsproces. Ook de lichtstraten zijn verouderd. Deze zijn uitgevoerd in
polycarbonaatplaten.
Geadviseerd wordt om de lichtkoepels binnen 4 jaar te vervangen i.v.m. scheurvorming en
om lekkages te voorkomen.
Buitenkozijnen:
De buitenkozijnen verkeren in een goede staat
van onderhoud.
De buitenkozijnen van de leslokalen en
gymzaal zijn in 1986 vervangen door aluminium
kozijnen voorzien van isolatie glas. De overige
buitenkozijnen en buitendeuren zijn van hout
voorzien van enkel of isolatieglas. Het
buitenkozijn
van
het
later
gebouwde
tussenlokaal (nr 20 op de begane grond
tekening) is voorzien van HR+ beglazing uit
1998. Het hang en sluitwerk van de kozijnen
dient nagelopen te worden en behoort tot het
dagelijks onderhoud.
Interieur:
Kelder:
In de kelder heerst een gevaarlijke situatie en
dient per direct opgelost te worden. De
verlichting is niet goed aangesloten waardoor
kans op brand aanwezig is door de vele
brandbare opslag in de kelder.
Geadviseerd wordt om per direct de
verlichting op een deugdelijke manier aan te
sluiten en de kelder op te ruimen.
Zolder:
CV installatie:
De CV installatie is gepositioneerd op
zolder. Er zijn twee ketels aanwezig van
het merk Remeha, type Quinta 65 en 1x
Quinta 85. De ketels zijn in 2005 geplaatst.
De verwachte technische levensduur van
de ketels is nog 12 jaar. De dakdoorvoer
is onvoldoende. Vanuit de zolder is de
buitenlucht te zien. Dit geeft kans op
inwatering.
Geadviseerd wordt om per direct de dak doorvoer te herstellen.
PS: In portaal ruimte 1 (zie begane grond tekening) staat nog een VR ketel Nefit Economy.
Deze is waarschijnlijk bedoeld voor de noodlokalen. Bij het afstoten van de noodlokalen kan
ook de ketel komen te vervallen.
Ventilatie box:
De bestaande ventilatie
box op zolder is niet goed
aangesloten.
Hierdoor
wordt de onder gelegen
ruimte niet tot onvoldoende
geventileerd.
Geadviseerd wordt om per direct de ventilatie box aan te sluiten. De leslokalen worden op
een natuurlijke manier geventileerd. Dit voldoet niet aan de huidige eisen.
Electra:
De electrakast in het voorportaal bij
de entree van de school is
verouderd. Momenteel zijn er geen
storingen
maar
om
de
bedrijfscontinuïteit te waarborgen
dient deze op korte termijn te
worden vervangen.
Geadviseerd
wordt
om
elektrakast binnen 4 jaar
vervangen
de
te
In de school zijn diverse verlichtingsarmaturen toegepast.
Brandveiligheid:
Op de zolder staan brandgevaarlijke materialen opgeslagen. Mogelijke brand wordt te laat
geregistreerd daar er geen rookmelder aanwezig is.
Geadviseerd wordt om een rookmelder aan te brengen.
Noodlokalen:
De noodlokalen achter de school zijn met de
school verbonden middels een portaal (nr. 1
op de begane grond tekening). De
noodlokalen zijn ongeveer 25 jaar oud en
afgeschreven. De dakconstructie is enkele
jaren
geleden
vernieuwd
(dakligger
vervangen).
Momenteel wordt 1 noodlokaal gebruikt voor
opslag, de ander wordt gedeeltelijk gebruikt.
Geadviseerd wordt om te onderzoeken om het belang van de noodlokalen gewenst is. Indien
dit niet gewenst is geheel verwijderen ook gezien het onderhoud en energie kosten.
Vloeren:
De geheel school is voorzien van
vloerbedekking. Een uitzondeling hierop
is de gymlokaal en diverse gedeelten
van leslokalen t.p.v. de pantry en natte
gedeelten.
De vloerbedekking is oud en vies. Deze
dient te worden vervangen binnen 5 jaar.
Geadviseerd
wordt
om
vloerbedekking
te
vervangen
marmoleum binnen 5 jaar.
de
in
Plafond:
De plafonds in de verkeersruimten
zijn
uitgevoerd
als
houten
strokenplafond voorzien van firet doek.
Geheel is brandgevaarlijk en daarmee
een grote vuurlast in het gebouw.
Naar alle waarschijnlijkheid voldoet
het niet aan de eisen gesteld aan het
BouwBesluit met betrekking tot
brandveiligheid vluchtwegen. Geheel
plafond verwijderen en nieuw plafond
aanbrengen.
Geadviseerd wordt alle houten strokenplafonds in de verkeersruimten van de school te
verwijderen i.v.m. het veilig vluchten. Houten strokenplafond in de gymzaal nader
onderzoeken.
Sanitair:
De sanitaire cabines zijn vrij nieuw en ingoede staat.
Het sanitair is in goede staat maar verouderd. Het sanitair dient in de komende 10 jaar te
worden vervangen. Het tegelwerk in toiletruimten is goed. Geadviseerd wordt om de
vloertegels te egaliseren en een pvc vloerafwerking aan te brengen. Dit om hygiënische
redenen. De waterleidingen van de sanitaire groepen corroderen.
Geadviseerd wordt om een pvc vloer aan te brengen in de sanitaire ruimten en de
waterleidingen te ontdoen van corrosie.
Keukenblokken:
De bestaande keukenblokken functioneren maar zijn gedateerd. De verwachting is dat de
keukenblokken binnen 5 jaar aan vernieuwing toe zijn.
Daarnaast is er geen warm (lauw) water aanwezig in de leslokalen wat wel gewenst is.
Geadviseerd wordt om de keukenblokken binnen 5 jaar te vervangen geheel voorzien van
een close-in boiler met temperatuur regeling.
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 2
bijlage 2
Klant vertrouwelijk
Programma van Eisen
bijlage 2
-1-
Globaal Programma van Eisen
ten behoeve van
haalbaarheidsonderzoek Integraal
Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Programma van Eisen
Stichting Kindante
CONCEPT
10 december 2013
vertrouwelijk
Globaal Programma van
Eisen
ten behoeve van
haalbaarheidsonderzoek Integraal
Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht
Programma van Eisen
dossier : BC6759-101-100
registratienummer : IS-MA20130916
versie : Concept 3
classificatie : Klant vertrouwelijk
Stichting Kindante
10 december 2013
vertrouwelijk
HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan
waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
©
HaskoningDHV Nederland B.V.
INHOUD
BLAD
1
INLEIDING
2
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN
Basisscholen
Peuterspeelzaal
Buitenschoolse opvang
Gemeenschappelijk gebruik van ruimten
Gymzaal
Samenvatting ruimtebehoefte
3
3
4
5
5
6
6
3
SITUERING VAN DE RUIMTEN
7
4
VERKEER EN PARKEREN
8
5
TECHNISCHE PROGRAMMA VAN EISEN
9
5
COLOFON
10
BIJLAGEN
1
2
3
Programma van Eisen basisscholen
Programma van Eisen peuterspeelzaal (Stichting Spelenderwijs)
Programma van Eisen Frisse Scholen (april 2012)
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
10 december 2013, Concept 3
-1-
HaskoningDHV Nederland B.V.
1
INLEIDING
In het kader van het haalbaarheidsonderzoek (her)huisvesting basisscholen Obbicht-Grevenbicht is
gekozen om de huisvesting van de scholen vorm te geven in een Integraal Kindcentrum (IKC). Ten
behoeve van het IKC hebben wij dit programma van Eisen opgesteld. Dit Programma van Eisen heeft als
doel om inzicht te krijgen in de ruimtebehoefte van het toekomstige IKC. Deze ruimtebehoefte zal als input
dienen voor het haalbaarheidsonderzoek waarin diverse scenario’s ten aanzien van de mogelijke locaties
voor het ICK worden onderzocht.
In de projectgroep is de afspraak gemaakt dat in dit stadium uitsluitend de eerste lijns kindpartners worden
gevraagd naar hun huisvestingsbehoefte. Deze partners zijn:
PC Basisschool Ds. Deeleman,
RK Basisschool Pastoor Franck,
RK Basisschool Willibrordus,
Stichting Spelenderwijs (onderdeel van PIW-groep),
Maatwerk in Kinderopvang (MIK),: MIK heeft aangegeven niet ruimtelijke deel te nemen aan het
IKC.
Buitenschoolse opvang
Royal HaskoningDHV heeft deze partijen geïnterviewd en gevraagd naar de huisvestingsbehoefte in het
mogelijke IKC. Daarnaast zijn Stichting Kindante en de gemeente Sittard-Geleen geïnterviewd en
gevraagd naar de eisen die aan het toekomstige IKC worden gesteld.
De betrokken partijen verkeren in verschillende stadia ten aanzien van het in kaart brengen van hun
exacte wensen en eisen. Zo heeft Stichting Spelenderwijs ten aanzien van de ruimtebehoefte en
technische eisen voor de peuterspeelzaal een gedetailleerd Programma van Eisen opgesteld. De drie
basisscholen zitten momenteel echter midden in een fusietraject. Zij maken de vertaalslag van inhoud naar
visie. Hun ruimtelijke en technische eisen zijn daarom alleen globaal in kaart te brengen.
Daarom hebben wij ten behoeve van het haalbaarheidsonderzoek een globaal Ruimtelijk en Technische
Programma van Eisen opgesteld. Hiermee kan worden volstaan voor de verdere uitwerking van het
haalbaarheidsonderzoek. Ten behoeve van de eventuele realisatie van het IKC moet in een later stadium
een volwaardig gedetailleerd Programma van Eisen worden opgesteld.
De woningcorporaties Stichting Woningbeheer Born-Grevenbicht en Woningstichting Obbicht-Papenhoven
zijn schriftelijk geïnterviewd. Deze interviews hebben betrekking op de mogelijke invulling van eventueel
vrijkomende locaties. De uitkomsten van deze interviews worden daarom niet opgenomen in dit
Programma van Eisen, maar in de rapportage van het haalbaarheidsonderzoek.
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
10 december 2013, Concept 3
-2-
HaskoningDHV Nederland B.V.
2
RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN
In dit hoofdstuk zijn de functionele en ruimtelijke eisen verwoord.
2.1
Basisscholen
De beide schooldirecteuren voorzien een onderwijsvisie,die uitgaat van een binding met de omgeving en
de toekomst.
Aangezien de basisscholen nog geen gedetailleerd programma van eisen hebben kunnen opstellen, gaan
we voor de ruimtebehoefte van de drie scholen uit van de normen zoals die worden gehanteerd in de
gemeentelijke Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs d.d. 25 februari 2008.
Leerlingenprognose en ruimtebehoefte
Op basis van de gemeentelijke leerlingenprognoses wordt de volgende ruimtebehoefte bepaald.
Basisschool:
PC Ds. Deeleman
RK Pastoor Franck
RK Willibrordus
Totaal
Ruimtebehoefte
leerlingaantal
leerlingaantal
leerlingaantal
leerlingaantal
m² bvo
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
75
73
71
68
68
67
66
65
65
64
155
156
156
155
155
154
150
149
148
147
116
110
108
106
102
102
101
101
98
98
346
339
335
329
325
323
317
315
311
309
1.940 1.905 1.885 1.855 1.835 1.825 1.795 1.784 1.764 1.754
Basisschool:
PC Ds. Deeleman
RK Pastoor Franck
RK Willibrordus
Totaal
Ruimtebehoefte
leerlingaantal
leerlingaantal
leerlingaantal
leerlingaantal
m² bvo
2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033
64
63
63
63
61
62
62
61
61
60
145
143
143
143
140
140
140
140
138
135
96
95
95
94
93
93
93
92
91
90
305
301
301
300
294
295
295
293
290
285
1.734 1.714 1.714 1.709 1.679 1.684 1.684 1.674 1.659 1.634
Voor het bepalen van de ruimtebehoefte is het van belang dat het aantal leerlingen gedurende 15 jaar kan
worden verwacht. Uitgaande van in gebruik name van het IKC in 2016, houden wij het aantal leerlingen
aan dat in 2030 wordt verwacht. Het leerlingen aantal bedraagt in dat jaar 295 leerlingen. De bijbehorende
ruimtebehoefte is conform de gemeentelijke verordening 1.684 m2 bvo. In de eerste jaren van het IKC is
de ruimtebehoefte groter. Bij de geplande in gebruik name van het IKC in 2016 is de ruimtebehoefte 1.885
m2 bvo. Daarom is het verstandig om bij de planvorming rekening te houden met deze krimp in
ruimtebehoefte van circa 200 m2 bvo. Bestaande voorzieningen in de beide kernen kunnen hierin een rol
spelen.
In bovenstaande ruimtebehoefte is een speellokaal inbegrepen.
Overige functionele en ruimtelijke wensen
In het interview hebben de beide schooldirecteuren de volgende functionele en ruimtelijke wensen
aangegeven:
Klaslokalen oude stijl, verbinding tussen lokalen mogelijk, open karakter
Kantoorruimten voor de directie. Deze zijn gesitueerd in de buurt van de werkvloer (leslokalen).
Spreekruimten met mogelijkheid tot oudergesprekken en het afnemen van toetsen.
Handvaardigheidlokaal.
Centrale aula met plek voor alle gebruikers van het gebouw.
Verzorgings-/behandelruimte (in het kader van Passend Onderwijs).
Lerarenkamer.
Keuken.
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
10 december 2013, Concept 3
-3-
HaskoningDHV Nederland B.V.
-
Invalidentoilet.
Gangen functioneel te gebruiken.
1 ingang voor alle gebruikers is wenselijk, wel rekening houden met gebruik van ruimten in de
avonduren in het kader van afsluitbaarheid.
Werkruimte locatiebeheerder / concierge
Buitenruimte
De schooldirecteuren hebben de volgende wensen aangegeven:
Heel veel uitdaging tot spel.
Mogelijk natuurlijke omheining.
Natuurlijk plein.
Begroeiing tuin.
Speeltuin open buiten schooltijd.
Wat betreft de afmetingen van de buitenruimte ten behoeve van de scholen, sluiten wij aan bij de
ruimtenormering volgens de gemeentelijke verordening. Volgens de gemeentelijke verordening
voorzieningenhuisvesting onderwijs heeft de school recht op 600 m2 voor het schoolplein.
2.2
Peuterspeelzaal
Stichting Spelenderwijs heeft aangegeven dat bij het realiseren van één groepsruimte in het IKC voor
Obbicht en Grevenbicht. Deze ruimte zal 7 dagdelen in gebruik zal zijn.
Ruimtebehoefte
Op basis van het interview met Stichting Spelenderwijs en op basis van ervaringscijfers van Royal
HaskoningDHV is onderstaande tabel met ruimtebehoefte tot stand gekomen.
Ruimte
Groepsruimte (obv aantal kinderen)
Verschoonruimte
Keukenblok
Peutertoiletten (incl voorruimte)
Kantoor- en spreekruimte
Bergruimte binnen
Bergruimte buiten
Totaal ruimtebehoefte
Factor n.o./b/.v.o.
m² n.o.
aantal per ruimte m² n.o. m² b.v.o.
14
3,5
49
65
1
8
8
11
1
8
8
11
3
4
12
16
1
15
15
20
1
10
6
8
1
10
6
8
104
138
1,33
opmerkingen
deelbaar met
deelbaar met
deelbaar met
deelbaar met
Bso
Bso
Bso
Bso school
Overige functionele en ruimtelijke eisen
De groepsruimte dient rechte hoeken te hebben zodat gemakkelijk speelhoeken zijn in te richten.
De verschoonruimte heeft een directe verbinding met de groepsruimte en beschikt over twee
verschoontafels (indien de verschoonruimte wordt gedeeld met het kinderdagverblijf) die in hoogte
verstelbaar zijn. De verschoonruimte en de keuken zijn gescheiden van elkaar uit oogpunt van hygiëne.
Ten aan zien van de kantoorruimte is het van belang dat deze niet in het speeldomein van de kinderen is
gelegen. In deze ruimte kunnen tevens oudergesprekken worden gevoerd en testen worden afgenomen.
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
10 december 2013, Concept 3
-4-
HaskoningDHV Nederland B.V.
Buitenruimte
Conform de Verordening peuterspeelzalen van de gemeente Sittard-Geleen heeft de peuterspeelzaalrecht
op 3 m2 per aanwezig kind. Ervan uitgaande dat er één groep tegelijk aanwezig is, is er een
ruimtebehoefte van circa 48 m2. De wens van Stichting Spelenderwijs betreft een buitenspeelruimte van
100 m2.
De buitenruimte grenst aan de groepsruimte.
Ten behoeve van het haalbaarheidsonderzoek hebben wij hierboven volstaan met de wensen en eisen
van Stichting Spelenderwijs op hoofdlijnen. In de bijlagen is het Programma van Eisen van Stichting
Spelenderwijs opgenomen waarin de wensen en eisen en meer detail zijn omschreven.
2.3
Buitenschoolse opvang
Naast de peuterspeelzaal is er behoefte aan het aanbieden van buitenschoolse opvang in eht toekomstige
IKC. De ruimtebehoefte bestaat net als bij de peuterspeelzaal uit een groepsruimte en een aantal
ondersteunende ruimten.
Ruimte
Groepsruimte (obv aantal kinderen)
Slaapruimte
Verschoonruimte
Keukenblok
(Peuter)toiletten (incl voorruimte)
Kantoor- en spreekruimte
Bergruimte binnen
Bergruimte buiten
Totaal ruimtebehoefte
Factor n.o./b/.v.o.
m² n.o.
aantal per ruimte m² n.o. m² b.v.o.
14
3,5
49
65
2
10,0
20
27
0
0
0
0
0
0
0
0
1
10
6
8
1
10
6
8
81
108
1,33
opmerkingen
deelbaar met
deelbaar met
deelbaar met
deelbaar met
Psz
Psz
Psz
Psz school
Er wordt geen aparte buitenspeelruimte voor de buitenschoolse opvang gerealiseerd. De buitenruimte van
de school en de peuterspeelzaal zijn hiervoor te gebruiken door de kinderen van de buitenschoolse
opvang.
2.4
Gemeenschappelijk gebruik van ruimten
Het zo veel mogelijk gemeenschappelijk gebruiken van ruimten wordt door de toekomstige gebruikers
onderschreven. Bij gemeenschappelijk gebruik van ruimten is het van belang dat het gebruik van de
ruimten door de verschillende gebruikers de processen van afzonderlijke gebruikers niet verstoord raken.
Bij het gebruik van de ruimten moet men niet hoeven schuiven met de inrichting van een andere (vorige)
gebruiker.
In onderstaand schema zijn de ruimten benoemd waarvan op dit moment is aangegeven dat gezamenlijk
gebruik te overwegen is.
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
10 december 2013, Concept 3
-5-
HaskoningDHV Nederland B.V.
Peuterspeelzaal
Peutertoiletten
Kantoor- en spreekruimte
School
Speellokaal
Handvaardigheidlokaal
Kantoor / spreekruimten
Aula
Lerarenkamer
Overige synergievoordelen
Gezamenlijke entree
Sanitaire ruimten
medegebruik door:
Bso
School, Bso
Psz,
Psz,
Psz,
Psz,
Psz,
Bso
Bso
Bso
Bso
Bso
Psz, School, Bso
Psz, School, Bso
Het totale effect van deze synergie in ruimtegebruik op het totaal benodigde oppervlakte van het gebouw
is in dit stadium nog niet in detail te bepalen. Hiervoor is een meer gedetailleerd Programma van Eisen
van het schoolgebouw nodig. Duidelijk is wel dat er een besparing op het totale ruimtegebruik mogelijk is
door het gezamenlijk gebruik van ruimten
2.5
Gymzaal
De gemeentelijke verordening gaat uit van een gymzaal van 252 m2 netto ten behoeve van de zaalruimte.
Daarnaast zijn nog andere ruimten benodigd zoals kleedruimten en (toestel)bergruimte. Inclusief deze
ruimten mag de gymzaal maximaal 455 m2 bvo bedragen.
2.6
Samenvatting ruimtebehoefte
In onderstaande tabel hebben wij de totale ruimtebehoefte samengevat. Deze informatie wordt gehanteerd
als uitgangspunt voor het haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijke locaties voor het toekomstige IKC.
Gebruiker
School
Peuterspeelzaal
Buitenschoolse opvang
Gymzaal
Totaal
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
m² bvo
1.684
138
108
455
2.385
10 december 2013, Concept 3
-6-
HaskoningDHV Nederland B.V.
3
SITUERING VAN DE RUIMTEN
Het is van belang dat het gebouw “Welkom” uitstraalt. De gebruikers zien graag één gezamenlijke entree
van het IKC. Binnen het gebouw moet het voor de kinderen van de peuterspeelzaal en de onderbouw
duidelijk zijn dat zij naar een ander gebouwdeel moeten dan de kinderen van de bovenbouw. Bij de entree
zijn de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf en de onderbouw van de basisschool gehuisvest. De
bovenbouw van de basisschool kan eventueel op een verdieping worden gehuisvest.
Een centraal blok kan worden gevormd door de ruimten die gezamenlijk gebruikt kunnen worden. Denk
aan ruimten zoals de aula, speellokaal, sanitaire ruimten, keuken. Hieromheen liggen de ruimten die de
gebruikers zelf gebruiken zoals de groepsruimte van de peuterspeelzaal, de buitenschoolse opvang en de
leslokalen.
Onderstaand relatieschema geeft een visuele weergave van de situering van de ruimten.
school
school
school
school
entree
sanitair
keuken
Bso
behoefte
psz
school
aula / speellokaal
school
school
(onderbouw)
school
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
school
10 december 2013, Concept 3
-7-
HaskoningDHV Nederland B.V.
4
VERKEER EN PARKEREN
Verkeer
Het IKC draait om kinderen. Daarom is het van belang dat de locatie verkeersveilig en overzichtelijk is. Met
name in de ochtend- en avonduren worden veel kinderen per auto gebracht en gehaald. is. De locatie van
het IKC moet dit verkeer kunnen verwerken.
Kinderen van af een jaar of 5 komen ook geregeld met de fiets naar school. Deze kinderen moeten veilig
naar en rond de locatie kunnen fietsen.
Auto parkeren
Voor zowel de school, de peuterspeelzaal als het kinderdagverblijf geldt dat ’s ochtends kinderen veelal
met de auto worden gebracht. Voor de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf en de onderbouw van de
basisschool is het van belang dat voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd, aangezien de
ouders/verzorgers met de kinderen mee naar binnen gaan bij het brengen en halen van kinderen. Voor het
brengen en halen van bovenbouwkinderen van de basisschool is een kiss and ride zone van belang.
De leerkrachten en medewerkers van de peuterspeelzaal en het kinderdag verblijf beschikken over
voldoende parkeerplaatsen. Onderstaand schema geeft de parkeerbehoefte weer volgende de
gemeentelijke parkeernormen (op basis van het CROW).
Gebruiker
School
Peuterspeelzaal
Kinderdagverblijf
Gymzaal
Totaal
gemeentelijke
parkeernorm
0,5
0,6
0,6
2,5
per
leslokaal
arbeidsplaats
arbeidsplaats
100 m2 bvo
aantal
aantal parkeerplaatsen
13
6,5
2
1,2
2
1,2
570
14,3
23,2
Fiets verkeer
Voor de school wordt uitgegaan van circa 40 fietsparkeerplaatsen. De positionering van de
fietsparkeerplaatsen mag het spelen op het schoolplein niet hinderen. De uiteindelijke behoefte aan
fietsparkeerplaatsen hangt af van de toekomstige locatie van het IKC.
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
10 december 2013, Concept 3
-8-
HaskoningDHV Nederland B.V.
5
TECHNISCHE PROGRAMMA VAN EISEN
Stichting Kindante heeft als ambitie om zowel in bestaande gebouwen als in nieuwbouw de gebouwen te
laten voldoen aan minimaal de technische eisen conform Frisse Scholen Klasse B zoals bepaald door
Agentschap NL Deze technische eisen hebben betrekking op zaken als
klimaat, energie en
luchtbehandeling. Het Programma van Eisen Frisse Scholen is als bijlage bijgevoegd.
Het Programma van Eisen Frisse Scholen klasse B kent
binnenluchtbehandeling en thermisch comfort dan het Bouwbesluit.
strengere
eisen
aan
energie,
De peuterspeelzaal dient wat betreft technische eisen te voldoen aan de GGD richtlijnen en de
verordening ruimte- en inrichtingseisen van VNG.
Stichting Spelenderwijs heeft haar eisen reeds verwoord in een eigen Programma van Eisen. Deze is
toegevoegd in de bijlagen.
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
10 december 2013, Concept 3
-9-
HaskoningDHV Nederland B.V.
5
COLOFON
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Opdrachtgever
Project
Dossier
Omvang rapport
Auteur
Bijdrage
Interne controle
Projectleider
Projectmanager
Datum
Naam/Paraaf
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Stichting Kindante
Globaal Programma van Eisen
BC6759-101-100
11 pagina's
Joost Smeets
Tiny Slenter, Eve Philips-Jackson
Esther Heffels
Tiny Slenter
Joost Smeets
10 december 2013
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
10 december 2013, Concept 3
- 10 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Buildings
Horsterweg 18/A
6199 AC Maastricht Airport
Postbus 302
6199 ZN Maastricht Airport
T (088) 348 78 48
F (088) 348 78 99
E [email protected]
W www.royalhaskoningdhv.com
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 1
Programma van Eisen basisscholen
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
bijlage 1
-1-
Interview mogelijke participanten Integraal Kindcentrum Grevenbicht-Obbicht t.b.v. het opstellen van het
Programma van Eisen en Intentieverklaring
Te bespreken onderwerpen
1. Kunt u het gewenste concept voor uw organisatie in het IKC toelichten?
Kijkende vanuit de totale ontwikkeling van kinderen: Onderwijs, Opvoeding, Ontspanning en Opvang kiezen wij
als concept voor de L LEEF-school (Leren-Leven-Evalueren-Evolueren-Futuristisch) (KIND CENTRAAL)met
een doorgaand pedagogisch aanbod.
2. Met welke andere mogelijke gebruikers van het IKC heeft u relaties en kunt u de mogelijke samenwerking
toelichten?
MIK, Spelenderwijs, Vroeg, voor en naschoolse opvang
3. Wat is uw ruimtebehoefte bij het gewenste concept?
door verbinding ruimte extra winnen zowel buiten als binnen.
Indien mogelijk gescheiden functies per ruimte zodat een invulling optimaal neergezet wordt
a. Type ruimten
Klaslokaal oude stijl, verbinding mogelijk, open karakter, combinatie diverse functies
kantoorruimten
gespreksruimten
stilte handvaardigheid/techniek
centrale aula met plek voor gehele gebouw
verzorgingsruimte/behandel (Passend Onderwijs)
lerarenkamer
keuken
invalidetoiletten
b. Aantal ruimten
ruim!
gangen functioneel
c. Oppervlakten van de ruimten / aantal personen in de ruimte
alles met elkaar in verbinding eventueel door glazenwanden
d. Situering van ruimten ten opzichte van elkaar en die van andere gebruikers
verdiepingen
mogelijkheden tot andere invulling vanwege krimp
e. Eigen entree noodzakelijk of gezamenlijke entree mogelijk?
Wettelijke beperkingen????
Spontane visie is één ingang
Aparte mogelijkheden bij gebruik avonduren of afstoten van de ruimte
f. Welke activiteiten vinden plaats in de ruimte?
ontwikkeling-onderwijs
4. In hoeverre zijn de ruimten deelbaar met andere gebruikers?
a. Met welke andere gebruikers zijn de ruimten deelbaar?
b. Gedurende welke tijden gebruikt u uw ruimten?
afhankelijk van schooltijden ochtend, middag? Vakanties wel/niet?
5. Welke eisen stelt uw organisatie aan de binnenruimte?
gezond binnenklimaat
a. Inrichting van de ruimtes: verlichting, meubilair, elektriciteit, water e.d.
onderhoudsvriendelijk, passend bij lleefschool: duurzaam, kleurenlicht
b. Duurzaamheidambitie/-eisen;
c. Functionele verbeteringen ten opzichte van de huidige situatie?
geen gangenschool, binnenklimaat, duurzaam in gebruik, verbinding
6. Welke eisen stelt uw organisatie aan de buitenruimte?
heel veel uitdaging tot spel, mogelijk natuurlijke omheining, natuurlijk plein, begroeiing tuin, speeltuin open buiten
schooltijd, behoefte speeltuin kinderopvang dorp?
a. Benodigde oppervlakte.
b. Is afgesloten/afgeschermde buitenruimte noodzakelijk?
ja kindvriendelijk dus natuurlijk
c. Is gebruik van uw buitenruimte door anderen buiten uw gebruikstijden mogelijk?
ja
d. Functionele verbeteringen ten opzichte van de huidige situatie?
7. Welke eisen stelt uw organisatie aan de ligging van het IKC?
centraal beide dorpen, combinatie met omgeving
8. Welke eisen stelt uw organisatie aan verkeer en parkeren?
voldoende parkeerplaatsen personeel en gasten, veilige liefst aparte kiss and ridezone
a. Hoe komt u of uw doelgroep naar het IKC (lopen, fiets, auto
al deze middelen
b. Aantal autoparkeerplaatsen
genoeg
c. Aantal fietsparkeerplaatsen
genoeg
9. Bent u bereid om financieel deel te nemen aan het IKC en zo ja, onder welke voorwaarden?
JAAAAAAAAAAAA, Kindante
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 2
Programma van Eisen peuterspeelzaal (Stichting Spelenderwijs)
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
bijlage 2
-1-
Programma van eisen peuterspeelzalen
gebouwen en inrichting
2013
Naam peuterspeelzaal:
Gemeente/ kern:
1
Groepsruimte
Aanwezig ?
Door wie ?
Geraamde
kosten €
Oppervlakte speel-werkruimte
De groepsruimte is minimaal 56 m². Er wordt uitgegaan van
3,5 m² per kind.
Hoeken
De ruimte biedt mogelijkheden tot het inrichten van
speelhoeken.
Wanden
De muren zijn bij voorkeur tot 1.20 m hoogte glad en
afwasbaar.
Vloeren
De vloer is glad van structuur en voorkomt uitglijden.
Vloerbedekking wordt afgeraden vanwege stoffigheid en
vervuiling.
De vloer is gemakkelijk stofvrij te houden en kan vochtig
worden
schoongemaakt.
Minimaal eenmaal per jaar vindt er groot vloerenonderhoud
plaats.
Verwarming
Afscherming:
De verwarming is aan alle kanten goed afgeschermd zodat
peuters zich niet aan de radiator kunnen verbranden;
Warmteafgifte:
De warmte kan aan de bovenkant én aan de voorkant
voldoende vrijkomen door openingen of roosters die niet
heet mogen worden;
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 1
Hand- en vingerbeknelling:
Indien er sparingen in de omkasting gefraisd worden moeten
deze dermate smal zijn zodat peuters niet met handen of
vingers de hete radiator kunnen bereiken en bekneld raken;
Aanzuigen lucht onderkant en stofvrij maken:
Er is een opening aan de onderkant van de
radiatoromkasting waardoor koude lucht kan worden
aangezogen , onder de omkasting gestofzuigd kan worden
en er de mogelijkheid bestaat om via de onderkant tussen de
radiatorplaten stof te verwijderen;
Afgeronde hoeken zijkanten:
De hoeken aan de zijkanten van de omkasting zijn afgerond
waardoor peuters zich niet kunnen stoten aan scherpe
hoeken;
Afgeronde hoeken bovenzijde:
De hoeken aan de bovenzijde van de omkasting zijn
afgerond waardoor peuters kunnen zich niet stoten aan
scherpe hoeken;
Afwasbaar materiaal:
Het basismateriaal van de omkasting moet afwasbaar zijn.
Verlichting
De lichtarmaturen zijn voorzien van een veiligheidskap of
platen.
Ramen
Bij draai-kiepramen is een borging aanwezig die voorkomt
dat deze ramen onder invloed van bijvoorbeeld tocht
plotseling dichtslaan.
Glas in vensters en deuren
Ramen of deuren met glas dienen tot op peuterhoogte veilig
te zijn d.m.v. gebruik van veiligheidsglas of veiligheidsfolie.
Deuren
Deuren die met sleutels op slot gaan worden afgeraden. Dit
omdat de uitgang meestal tot de vluchtroute behoort en ten
alle tijde snel geopend moeten kunnen worden.
Deurklinken
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 2
De deurklinken staan 90° omhoog gedraaid zodat peuters ze
niet kunnen openen. Ook een hoge deurklink of een zgn.
panieksluiting op de deur kan omdat deze snel geopend
kunnen worden indien er gebruikt moet worden gemaakt
van de vluchtroute.
Vingerbeknelling
Aan de scharnierzijde van toegangsdeuren naar de
groepsruimte zijn fingersafestrips geplaatst tegen
vingerbeknelling. Eveneens bij deuren in andere ruimten
waar peuters veelvuldig komen.
Elektra
De stopcontacten zijn beveiligd op plaatsen waar peuters
regelmatig aanwezig zijn en gemakkelijk bij kunnen.
Beveiliging kan d.m.v. goed plakkende afdekplaatjes of
kinderveilige wandcontactdozen waarbij de openingen
afgedekt worden door pennen die alleen maar wijken als op
beide openingen tegelijk druk wordt uitgeoefend.
Elektrische apparaten moeten zover mogelijk achter op het
aanrecht geplaatst kunnen worden. Snoeren hangen nooit
los over het werkblad heen maar zijn veilig opgeborgen of
vastgezet.
Wasgelegenheid peuters
Peuters kunnen in de groepsruimte hun handen wassen met
koud stromend water. Er is geen heet waterkraan bij de
peuterwasbak. Is dat wel het geval dan moet een
temperatuurbegrenzer of mini-thermostaat voorkomen dat
het water niet warmer wordt dan 38°C.
De wasbak hangt op max. 50 cm hoog.
De kraan bij de peuterwasbak hangt op max. 65 cm hoogte.
Er is een zeep- en handdoekautomaat aanwezig bij de
wasgelegenheid.
Een zeepautomaat hangt op max. 65 cm en een
handdoekautomaat op max. 85 cm.
Heetwaterkranen
Indien er een heet waterkraan op peuterhoogte aanwezig is
moet een temperatuurbegrenzer of mini-thermostaat er
voor zorgen dat het water niet warmer wordt dan 38°C. Een
temperatuurbegrenzer die tussen boiler en kraan geplaatst
wordt zorgt er voor dat het water in de boiler heet blijft
(i.v.m. legionella) maar lauwwarm uit de kraan stroomt.
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 3
Wasgelegenheid leidsters, indien er geen aanrecht
aanwezig is
Leidsters kunnen in de groepsruimte hun handen wassen
met koud stromend water. Een heet waterkraan is wenselijk
op voorwaarde dat de kraan op volwassenhoogte is
geplaatst of een temperatuurbegrenzer heeft.
Er is een zeep- en handdoekautomaat aanwezig bij de
wasgelegenheid.
Textiel
De aanwezigheid van textiel zoals vloerbedekking, gordijnen
en vloermatten wordt afgeraden.
Indien er textiel in de ruimte aanwezig is moet het
onderhoud hiervan worden opgenomen in een
onderhoudsschema.
Binnenklimaat
De ideale temperatuur binnen ligt tussen 19°C en 20°C. Bij
een temperatuur die lager is dan 17°C en of hoger is dan
27°C moet het mogelijk zijn dat de gebruikers zelf de
temperatuur kunnen bijregelen.
Ventilatievoorzieningen
De ruimte heeft voldoende ventilatiemogelijkheden door
ramen of bovenraampjes.
Mechanische ventilatievoorzieningen worden goedgekeurd
mits deze zijn opgenomen in een periodiek
onderhoudsschema.
Schoonmaak
Spelenderwijs hanteert een schoonmaakprogramma. De
ruimten worden volgens de hygiëne-eisen voor
peuterspeelzalen schoongemaakt en er worden afspraken
gemaakt wie er welke schoonmaakactiviteiten uitvoert.
2
Keuken/ aanrecht
Het aanrecht is geïntegreerd in de groepsruimte of de
keuken ligt bij voorkeur aangrenzend aan, of dichtbij de
groepsruimte.
Keukenkastjes en lades
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 4
In onderkastjes worden enkel en alleen veilige materialen
opgeborgen. Nog beter is deze kastjes te voorzien van een
kind veilige sluiting. Schoonmaakmiddelen worden altijd in
een hoge, afsluitbare en/ of onbereikbare kast voor peuters
opgeborgen.
Lades hebben een blokkade tegen volledig uittrekken.
In lades worden geen scherpe messen, scharen, lucifers en
aanstekers opgeborgen. Er is ruimte om deze hoog op te
bergen.
Koelkast
De koelkast heeft een temperatuur van 4° C tot max. 7 °C.
Het schoonmaken van de koelkast is opgenomen in het
schoonmaakprogramma.
Waterleiding
Er zijn geen loden leidingen aanwezig (oude gebouwen).
Waterkokers en koffieapparaten
Waterkokers en koffieapparaten worden zover mogelijk
achter op het aanrecht geplaatst. Snoeren hangen nooit los
over het werkblad heen maar zijn veilig opgeborgen.
Ovens en fornuizen
Indien er een oven of fornuis aanwezig is wordt er extra
toezicht gehouden als deze in werking zijn gesteld.
3
Peutertoiletten
De hoogte van de peutertoiletten ligt tussen 25 en 30 cm
bovenzijde.
De knop van de spoelbak ligt op max. 85 cm hoogte.
De vrije ruimte voor een peutertoilet is 100 cm, gerekend
vanaf de muur.
De deuren van de peutertoiletten kunnen niet door de
peuters worden afgesloten
Tussen de peutertoiletten bevindt zich een privacy scherm.
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 5
Peuters kunnen in de sanitaire ruimte hun handen wassen
met koud stromend water. Er is geen heet waterkraan
aanwezig.
De wasbak hangt op maximaal 50 cm hoog.
De kraan bij de peuterwasbak hangt op max. 65 cm hoogte.
Er is een zeep- en handdoekautomaat aanwezig.
Een zeepautomaat hangt op max. 65 cm en een
handdoekautomaat op ma. 85 cm.
Er bevinden zich geen schoonmaakmiddelen, toiletblokken
en luchtverfrissers (in spuitvorm) op de toiletten.
4
Verschoonruimte/ aankleedtafel
De verschoonruimte moet uit hygiënisch oogpunt voldoende
afstand hebben van het keukengedeelte.
De aankleedtafel is stabiel.
De aankleedtafel moet (elektrisch) in hoogte verstelbaar zijn.
Bij de aankleedtafel is stromend water in de buurt .
De aankleedtafel moet voorzien zijn van een trapje
waardoor kinderen onder toezicht zelf op de aankleedtafel
kunnen klimmen.
Lotions, alcohol en schoonmaakartikelen zijn veilig en
onbereikbaar voor het kind opgeborgen.
5
Hal en garderobe
Het heeft de voorkeur dat de peuterspeelzaal een eigen
ingang heeft voor binnekomen en weggaan. Omdat ouders
hun peuters tot in de groepsruimte brengen en halen kan
een gezamenlijke ingang tot overlast leiden.
Kapstokken hangen op peuterhoogte tussen 85 en 95 cm
hoogte.
Er zijn minimaal 16 kapstokhaken aanwezig.
Kapstokhaken hebben een afstand van 15 cm onderling.
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 6
Kapstokhaken zijn met de haken naar binnen toe bevestigd
en steken niet aan de voorzijde uit.
6
Kantoorruimte/ bureau
I.v.m. het afnemen van testen, het voeren van
oudergesprekken, en de inrichting van een werkplek met pc
heeft een aparte kantoorruimte de voorkeur.
De kantoorruimte is ± 10 m² groot.
De kantoorruimte of (los) bureau heeft een ICT aansluiting.
Kantoorartikelen kunnen veilig worden opgeborgen in
gesloten kasten.
Medewerkers hebben de mogelijkheid om hun tassen buiten
handbereik van peuters op te bergen bij voorkeur in
gesloten kasten.
7
Bergruimte binnen en buiten
De peuterspeelzaal beschikt over een binnen- en
buitenberging.
Peuters hebben geen toegang tot de bergruimten. Deze zijn
veilig afgesloten.
De buitenberging grenst aan het speelterrein. Er is
voldoende opbergruimte aanwezig voor (rijdend)
buitenmateriaal.
8
Buitenspeelruimte
De buitenspeelruimte is ± 100 m², inclusief buitenberging.
Uitgegaan wordt van 5 m² per kind.
Het heeft de voorkeur dat de buitenruimte grenst aan de
groepsruimte.
ZandbakkenBron: Warenwetbesluit attractie- en
speeltoestellen
Maat zandbak:
De maat van de zandbak is ongeveer 2 x 2 m. Afhankelijk van
de maat van de elementen kan hierin een klein verschil
zitten. I.v.m. de hoge kosten voor het verschonen van zand
wordt aangeraden zich aan deze maatvoering te houden.
Materiaal zandbak:
Een nieuw aan te leggen zandbak bestaande uit losse
kunststof-elementen met afgeronde hoeken i.v.m.
stootgevaar. Bovendien is een dergelijke zandbak
verplaatsbaar.
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 7
Afdekking :
De zandbak moet volledig worden afgedekt met een lucht en
waterdoorlatend afdekzeil om vervuiling door uitwerpselen
van dieren te voorkomen
Zand verschonen:
Jaarlijks verschonen is niet nodig als de zandbak goed is
afgedekt met een lucht en waterdoorlatend afdekmateriaal
en er afval en bladeren regelmatig uit het zand verwijderd
worden.
Indicatie voor kosten verschonen zand:
Voor een zandbak van 2 x 2 m is er ongeveer 1 m3 zand
nodig, kosten min. €250,- , incl. aan - en afvoer nieuw/oud
zand. Een ''gevulde' 'zandbak zal hiermee ongeveer 30 cm
zand bevatten.
De ondergrond van de zandbak kan het beste worden
betegeld met trottoirtegels zoals de rest van de speelplaats.
Een uitgegraven zandbak wordt afgeraden omdat deze
voorzien moet worden van een speciale onderlaag.
De ruimte rondom de zandbak moet 1.50 m zijn om vallen
en stoten te voorkomen.
Hekwerk buiten
Kinderen kunnen niet onder of over de omheining kruipen.
Kinderen kunnen niet tussen de spijlen van een hekwerk
bekneld raken.
Spijlen in een hekwerk hebben een onderlinge afstand van 6
tot 7,5 cm.
Mazen in een draadhekwerk hebben een afmeting van 4 x 4
cm.
De omheining heeft geen scherpe punten.
Poort/ hekje naar buiten
De sluiting van het poortje of hekwerk moet niet door
peuters opengemaakt kunnen worden maar met een zgn.
panieksluiting op veilige hoogte te bedienen zijn. Een slot
met sleutel wordt i.v.m. vluchtroute afgeraden.
Er zijn afspraken met alle gebruikers en de ouders over het
sluiten van het hekwerk of poort.
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 8
Beplanting
Er staan geen giftige planten of planten met bessen op de
buitenspeelruimte.
9
Speeltoestellen
Bron: Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen
De aanwezige speeltoestellen zijn geschikt voor 2 en 3
jarigen. Indien dit niet het geval is worden de speeltoestellen
niet gebruikt door de peuterspeelzaal.
Voor bestaande en nieuwe speeltoestellen geldt dat zij
voldoen aan de veiligheidsnormen
Voor bestaande en nieuwe speeltoestellen wordt er een
logboek bijgehouden en het nodige onderhoud gepleegd.
10
Gym/speelzaal medegebruik
Er is een aparte ruimte voor grof-motorisch spel. Dit actieve
spel vraagt voldoende ruimte en moet niet plaatsvinden in
de groepsruimte. Een eigen ruimte voor de peuterspeelzaal
is wenselijk maar niet noodzakelijk. Gym -of speelzalen
kunnen ook met andere gebruikers gedeeld worden.
De aanwezige gymtoestellen zijn over het algemeen niet
geschikt voor 2 en 3 jarigen. Gymtoestellen worden niet
gebruikt door de peuterspeelzaal en zoveel mogelijk
opgeborgen.
Indien er meerdere gebruikers zijn van de gym- speelzaal
wordt er een rooster ingesteld.
11
Brandveiligheid (Informatiebron: Bouwbesluit 2012)
Materialen en voorzieningen
Er is een brandhaspel aanwezig.
Deuren gaan met de vluchtrichting mee (bestaande bouw bij
60 personen, nieuwbouw bij 37 personen).
Vluchtdeuren zijn voorzien van een panieksluiting (bij
vluchten van meer dan 100 personen).
Op de brandmeldinstallatie is een
ontruimingsalarminstallatie aangesloten en er is een actueel
ontruimingsplan aanwezig(peuterspeelzalen met een
maximale oppervlakte van 200 m² op de begane grond).
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 9
Er is volledige bewaking (zonder doormelding) plus een
geldig inspectiecertificaat
(peuterspeelzalen met meer dan 200 m² op de begane
grond).
Er is volledige bewaking met doormelding plus een geldig
inspectiecertificaat
(peuterspeelzalen op een verdieping of met een vloer van
1,5 m hoogte).
Er zijn rookmelders aanwezig.
De aankleding van de ruimten is:
- onbrandbaar of,
- maximale navlamduur 15 sec. plus
- nagloeiduur max. 60 sec.
Gordijnen, slingers en andere ornamenten die evenwijdig
aan het plafond worden opgehangen zijn onderspannen met
metaaldraad op een afstand van 35 cm of een maaswijdte
van 70 cm.
Controles brandveiligheid
De brandmeldinstallatie met een daarop aangesloten een
ontruimingsinstallatie worden jaarlijks gecontroleerd.
De nood- en transparantenverlichting worden jaarlijks
gecontroleerd.
De kleine blusmiddelen worden jaarlijks gecontroleerd.
De verbandmiddelen/ EHBO dozen worden jaarlijks
gecontroleerd.
De elektrische apparatuur wordt jaarlijks gecontroleerd.
Ontruimingsoefening en bedrijfsnoodplan
De ontruiming wordt minimaal eenmaal per jaar geoefend
samen met alle aanwezige gebruikers.
Het ontruimingsplan hangt op een centrale plek en is voor
alle medewerkers beschikbaar.
Bedrijfshulpverlening (BHV)
Bedrijfshulpverleners van de organisatie herhalen jaarlijks
hun certificaat.
Er zijn per dagdeel altijd voldoende BHV-ers aanwezig voor
het totale gebouw
met gebruikers.
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 10
Bedrijfshulpverleners uit de verschillende organisaties
vormen het BHV team en voeren gezamenlijk de regie bij
ontruiming.
12
Veiligheid (Informatiebron Warenwet Attractie- en
speeltoestellen)
De speeltoestellenzijn voorzien van een typekeuring.
Er worden inspecties uitgevoerd naar de veiligheids- en
onderhoudsstaat.
In een logboek worden inspecties, reparaties, onderhoud en
ongevallen bijgehouden.
Ongevallen worden geregistreerd volgens de afspraken en
procedure van de eigen organisatie.
Speeltoestellen worden indien defect gerepareerd en
onderhouden.
Speeltoestellen hebben een Keurmerk.
De bodem van de speeltoestellenwaar kinderen op kunnen
klimmen, schommelen of vanaf kunnen glijden zijn veilig en
schok dempend.
13
Afval
Er is een mogelijkheid om afval te deponeren in een bij
voorkeur af te sluiten afvalcontainer.
Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013
Pagina 11
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 3
Programma van Eisen Frisse Scholen (april 2012)
Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen
IS-MA20130916
Klant vertrouwelijk
bijlage 3
-1-
7cjYfZchc.CXmNYYGW\cc`Yb7c``Y[Y Fch\i]nYb5fW\]hYWhYbGhYXYbVcik_ibX][Yb
:chc[fUUZ.FiXYbF]YaYbg
Programma van Eisen
Frisse Scholen
april 2012
Voor u ligt het ‘Programma van Eisen – Frisse Scholen’. Dit Programma van Eisen dient als leidraad
voor opdrachtgevers van nieuw- en verbouw van scholen (schoolbesturen en gemeenten) bij het
realiseren van Frisse Scholen. Een slecht binnenmilieu in scholen heeft een negatief effect op de
gezondheid, leerprestaties en functioneren van leerlingen en onderwijzend personeel. Bij ver- en
nieuwbouwplannen is het dus belangrijk vooraf eisen te stellen aan het ontwerp van het gebouw
en de installaties. Naast een optimaal binnenmilieu is daarbij ook een beperkt energiegebruik
essentieel – alleen al vanwege de kosten.
Meer over frisse scholen
Het project Frisse Scholen is onderdeel van het programma Energie
& Gebouwde omgeving (EGO). Het heeft tot doel scholen te
stimuleren minder energie te verbruiken en het binnenmilieu te
verbeteren. Op de website www.frissescholen.nl staat nuttige
informatie voor iedereen die streeft naar gezonde en energiezuinige
scholen. De site is bedoeld voor schoolbesturen en -directies en
voor ambtenaren onderwijshuisvesting van lokale overheden. Ook
leerkrachten, ouders en technisch adviseurs kunnen hun voordeel
doen met www.frissescholen.nl. U vindt er actuele en praktische
informatie rondom het realiseren van Frisse Scholen, zowel op
technisch, organisatorisch als financieel gebied. Ook staan er
ervaringen opgetekend van schoolbesturen en gemeenten.
Bent u op zoek naar relevante publicaties dan kunt u die via
www.frissescholen.nl bestellen en/of downloaden.
Niet voor alle aspecten zijn aparte eisen voor Klasse A, B én C. In dat
geval zijn de vakjes samengevoegd.
Keuze kwaliteitsniveau
Het Programma van Eisen is als een menukaart; als opdrachtgever
bepaalt u zelf welke eisen u opneemt in het PvE van de school en op
welk ambitieniveau. Het uiteindelijke doel is het realiseren van een
zo gezond, comfortabel en energiezuinig mogelijke school binnen
het beschikbare budget.
Bij dit PvE vindt u een formulier waarop u per aspect uw ambities
kunt aankruisen.
U kunt uw ambities vastleggen op het invulblad bij het PvE. Schakel
voor het maken van deze keuze zo nodig een adviseur in.
Uitgangspunten bij het PvE
Hoe te gebruiken
Op basis van het ‘Programma van Eisen – Frisse Scholen’ kunt u
(eventueel in samenspraak met andere partijen) voor uw school een
ambitieprofiel wat betreft binnenmilieu en energiezuinigheid
vaststellen (of bijstellen). Dit ambitieprofiel kunt u vervolgens
opnemen in het Programma van Eisen voor de bouw of verbouw
van uw school. Een Programma van Eisen is nodig bij het laten
opstellen van offertes en het verlenen van (bouw)opdrachten. Maar
ook bij het toezien op de uitvoering daarvan en de toetsing van het
eindresultaat. Dit PvE Frisse Scholen is geen compleet programma
van eisen, maar helpt u om de juiste eisen te stellen en te toetsen.
De eisen uit het PvE dienen in minimaal 95% van de gebruikstijd te
worden gehaald.
Het PvE is van toepassing op standaard groepsruimten (theorielokalen) in scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs.
De eisen zijn niet zonder meer toepasbaar op bijvoorbeeld
vaklokalen (zoals lokalen voor scheikunde/natuurkunde of muziek),
praktijklokalen, collegezalen, speellokalen, aula’s, kantoren en
spreekkamers of werkplekken op de gang (zoals onderwijspleinen).
Zie ook de toelichting bij het PvE Frisse Scholen voor een verdere
uitleg bij de eisen.
Ambitieniveaus
Dit Programma van Eisen gaat in op vijf concrete thema’s die
belangrijk zijn voor een Frisse School: energiezuinigheid, luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort.
Voor ieder thema zijn ambitieniveaus vastgesteld; van basisniveau
klasse C (acceptabel), naar klasse B (goed) en klasse A (zeer goed).
Daaraan zijn (prestatie)eisen gekoppeld. Klasse C op deze kaart is
het basisambitieniveau; gebaseerd op geldende wet- en regelgeving,
zoals het bouwbesluit. De eisen zijn zo geformuleerd dat alle eisen
die bij C staan ook voor B en A gelden, tenzij daar een zwaardere eis
is opgenomen.
Aan de hand van het “invulblad ambitieprofiel” kunt u het
ambitieprofiel voor uw school vastleggen.
Frisse Scholen Toets
Het opstellen van een goed Programma van Eisen voor de bouw
of renovatie van een Frisse School is een belangrijke mijlpaal. Als
formele opdrachtgever en direct belanghebbende maakt u daarmee
aan het ontwerpteam duidelijk aan welke eisen hun voorstellen
dienen te voldoen. Maar het stellen van eisen biedt nog geen
garantie tot een goed eindresultaat. U zult tijdens het ontwerpproces de (tussen)resultaten moeten toetsen. En na de bouw zult u
moeten controleren of de overeengekomen prestaties inderdaad
worden geleverd. Agentschap NL heeft hiervoor de Frisse Scholen
Toets ontwikkeld. De Frisse Scholen Toets is te vinden en te
downloaden op www.frissescholen.nl
Voorbeeld invulblad ambitieprofiel voor het thema energiezuinigheid
Thema
Klasse C - ACCEPTABEL
Klasse B - GOED
Klasse A - ZEER GOED
Energie
Energieprestatie
X
Isolatie van de gebouwschil
X
Energiezuinige ventilatie
X
Regeling ventilatie
X
Energiezuinige verwarming
X
Efficiënte opwekking en distributie van
warmte
L
Regeling verwarming
L
Energiezuinige koeling
Energiezuinige verlichting
X
Thema
Klasse C - ACCEPTABEL
Klasse B - GOED
extra t.o.v. klasse C
Klasse A - ZEER GOED
Extra t.o.v. klasse B
˜ 8
YYbYf[]YdfYghUh]YWc„ɏW]„bh\YhVYfY_YbXYYbYf[]Y[YVfi]_]ga]b]aUU`jc`[Ybg6cikVYg`i]h"
Toelichting
˜ 8YYbYf[]YdfYghUh]YX]YbhhYkcfXYbVYdUU`XWcbZcfa
XYVYdU`]b[Ybi]hB9BƀźŻŹ"
˜ 8YYbYf[]YdfYghUh]Y\ciXhfYW\hghfYY_gjYfVUbXaYh
\YhYbYf[]Y[YVfi]_YbXY7Cʪ!Ya]gg]YjUb\Yh[YVcik"
˜ 8
YYbYf[]YdfYghUh]YWc„ɏW]„bh]ga]b]aUU`Żž`U[Yf
XUbjYfY]ghjc`[Ybg6cikVYg`i]h"
˜ Ncf[jccf]bX]j]XiY`YYbYf[]YaYh]b[dYf\ccZX[YVfi]_Yf WYbhfUU`UɘYYgVUUf"
˜ 8
YYbYf[]YdfYghUh]YWc„ɏW]„bh]ga]b]aUU`žŹ`U[Yf
XUbjYfY]ghjc`[Ybg6cikVYg`i]h"
˜ HfYZjccfn]Yb]b[YbX]YYbYf[]YVY\YYfac[Y`]^_aU_Yb"
Energie
Energieprestatie
Toelichting
˜ =bX]j]XiY`YVYaYhYf]b[YbUZfY_Yb]b[jUbYbYf[]Y[YYə
YYbX]fYWhYgh]ai`UbgcaVYkighaYhYbYf[]YcahY
[UUb"
Toelichting
˜ 9 YbYbYf[]YVY\YYfggmghYYa[YYə[YXYhU]``YYfXY]bZcfaUh]YcjYfXYYbYf[]YghfcaYb kUUfXccfYɌYWh]YZ
]b[f]^dYbac[Y`]^_]g"
Isolatie van de
gebouwschil
˜ 8
Y[YjY` XYVY[UbY[fcbXj`cYfYb\YhXU_\YVVYbYYb ˜ <YhXU_\YYəYYbFc!kUUfXYjUba]b]aUU`ž Źaɸ?#K"
Fc!kUUfXY]gc`Uh]YkUUfXYjUba]b]aUU`ż žaɸ?#K"
˜ 8YVY[`Un]b[\YYəYYbI!kUUfXYkUfahY[Y`Y]X]b[jUb
Toelichting
aUl]aUU`ź ŻK#aɸ?<F"
˜ <YhXU_]gYYbjciX][YfhY]gc`YfYbXUbUbXYfYVcikXY`Yb"=b_`UggY6acYhXYnY_UbgkcfXYbVYbih"
Toelichting
˜ 8YFc!kUUfXYX]YbhhYkcfXYbVYdUU`Xjc`[YbgB9BźŹſƁ"
˜ BUUghYYbdfYghUh]Y!Y]gjccf\Yh[Y\Y`Y[YVcikkcfXh
UUb\YhWUgWcYYbnkUUfXYfYY]g[YghY`XXUb]b\Yh
VcikVYg`i]h"8Y`YjYbgXiifjUb\YhWUgWc]gbUaY`]^_
jYY`[fchYfXUbX]YjUbXY]bghU``Uh]Yg"
˜ 8
Y[YjY` XYVY[UbY[fcbXj`cYfYb\YhXU_\YVVYbYYb
Fc!kUUfXYjUba]b]aUU`ž Źaɸ?#K"
Toelichting
˜ 6]^YYbnYYf\c[YYbYf[]YdfYghUh]Y\ccfhYYbaUl]aU`Y
]bnYhcdYbYf[]YVYgdUf]b["
Energiezuinige
ventilatie
˜ 6
]^[YVU`UbWYYfXYjYbh]`Uh]YX]YbhkUfahYhYfi[k]bb]b[
khkaYhYYbfYbXYaYbhjUba]b]aUU`ſŹhcY[YdUghhYkcfXYb"
˜ 6
]^[YVU`UbWYYfXYjYbh]`Uh]YX]YbhkUfahYhYfi[k]bb]b[
khkaYhYYbfYbXYaYbhjUba]b]aUU`ƀžhcY[YdUghhYkcfXYb"
˜ 6
]^[YVU`UbWYYfXYjYbh]`Uh]YX]YbhkUfahYhYfi[k]bb]b[
khkaYhYYbfYbXYaYbhjUba]b]aUU`ƂŹhcY[YdUghhYkcfXYb"
Toelichting
˜ 8
YnYY]g[Y`XhU``YYbV]^YYbjYbh]`Uh]YgmghYYaaYh
aYW\Ub]gW\YhcYjcYf"
Toelichting
˜ 8
YnYY]g[Y`XhU``YYbV]^YYbjYbh]`Uh]YgmghYYaaYh
aYW\Ub]gW\YhcYjcYf"
Toelichting
˜ 8
YnYY]g[Y`XhU``YYbV]^YYbjYbh]`Uh]YgmghYYaaYh
aYW\Ub]gW\YhcYjcYf"
˜ 8
YjYbh]`Uh]Y]gjccfn]YbjUbYYbfY[Y`]b[UɔUb_Y`]^_
jUb\Yh[YVfi]_V]^j"h]^XUɔUb_Y`]^_UUbYb
i]hgW\U_Y`Yb"
˜ 8
YjYbh]`Uh]Y]gjfUU[[YghiifXh]^XUɔUb_Y`]^_aYhjYfgW\]``YbXYghUbXYbcZ7Cʪ![YghiifX"
˜ 9 fkcfXhjc``YX][YjUf]UVY`jc`iaYjYbh]`Uh]YhcY[YdUgh
aYhhfUd`ccgfY[Y`VUfY[Y`]^_ghfccajYbh]`UhcfYb"8Y
fY[Y`]b[]g7Cʪ![YghiifX"
Regeling
ventilatie
Energiezuinige
verwarmingafgifte
Energiezuinige
verwarmingopwekking en
distributie
Toelichting
˜ 8YnYY]g[Y`XhnckY`jccfjYbh]`Uh]YgmghYaYbaYh
aYW\Ub]gW\YU`gbUhiif`]^_YhcYjcYf"
Toelichting
˜ 8
YnYY]g[Y`XhnckY`jccfjYbh]`Uh]YgmghYaYbaYh
aYW\Ub]gW\YU`gbUhiif`]^_YhcYjcYf"
˜ <
YhjYfkUfa]b[ggmghYYa\YYəYYbUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiifjUbaUl]aUU`žŹ­7"
˜ <
YhjYfkUfa]b[ggmghYYa\YYəYYbUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiifjUbaUl]aUU`żž­7"
Toelichting
˜ 6
]^YYb`U[YfYUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiif_Ub\Yh
cdkY__]b[gfYbXYaYbhjUb\Yhghcc_hcYghY`ghYf_kcfXYbjYfVYhYfX"
Toelichting
˜ A
YhbUaYjccfkUfahYdcadYb]gYYbUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiifjUba]bXYfXUbżž­7[YkYbghca\Yh
fYbXYaYbhnc[ibgh][ac[Y`]^_hYaU_Yb"
˜ K
UbbYYfYYb[Ug[Yghcc_hY_YhY`kcfXhhcY[YdUghX]Ybh
XYnYhYn]^bjccfn]YbjUb;Ug_Yif<FźŹƀ"
˜ 7J!`Y]X]b[YbX]Yb]YhXccfYYbjYfV`]^Zgfi]ahY`cdYb n]^b[Yˆgc`YYfX"
˜ J
ccfXYcdkY__]b[jUbkUfahYX]Ybh[YVfi]_[YaUU_h
hYkcfXYbjUbfYghkUfahYYb#cZXiifnUaYYbYf[]Y"
Toelichting
˜ 5
`gkUfahYVfcbbYb_caYb]bUUbaYf_]b[.
!fYghkUfahYjUb]bXighf]„`YcZUbXYfYdfcWYggYb
!ca[Yj]b[gkUfahY VYbihaYhVY\i`djUbYYb
kUfahYdcad
!ncbbYkUfahY
!UUfXkUfahY
˜ 9YbkUfahYdcadd`igkUfahY#_ciXY!cdg`U[gmghYYa
_UbYɏW]„bhncf[YbjccfkUfahYYb_ciXY"6]^[YVfi]_
jUbfYghkUfahY_UbYYbUVgcfdh]Y_cY`aUW\]bYjccf
_cY`]b[ncf[Yb"
Toelichting
˜ N
cf[kUhVYhfYəhcYghY`_YinYYbX]ghf]Vih]YgmghYYa
jccfYYbcdh]aUU`fYbXYaYbh"
Regeling
verwarming
Toelichting
˜ 8
YnYY]g[Y`XhnckY`jccfjYbh]`Uh]YgmghYaYbaYh
aYW\Ub]gW\YU`gbUhiif`]^_YhcYjcYf"
˜ JUf]UVY`jc`iaY]gYYbgmghYYakUUfV]^XYhYadYfUhiif
jUbYYbfi]ahYkcfXh[YfY[Y`XXccfaYYfcZa]bXYf
[Y_cY`XYcZjYfkUfaXY`iW\hhcYhYjcYfYb"
˜ 8
YjYfkUfa]b[]gjccfn]YbjUbYYbkYYfgUɔUb_Y`]^_Y
jccffY[Y`]b[jUbXYUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiif"
˜ 8YjYfkUfa]b[_UbdYffi]ahYkcfXYbbU[YfY[Y`X"
˜ 8YbUfY[Y`]b[VYghUUha]b]aUU`i]hh\YfacghUh]gW\Y
fUX]Uhcf_fUbYb"
Toelichting
˜ 8
YfY[Y`]b[jUb\Yh_`]aUUhXfUU[hV]^UUbYYbVYdYf_]b[jUb\YhYbYf[]Y[YVfi]_YbYYbjYf\c[]b[jUb\Yh
WcaZcfh"
Energiezuinige
koeling
˜ C
dU``Y[YjY`gVY\ciXYbgXYbccfX[YjY`X]YbhVi]hYbncbkYf]b[gWfYYbgcZi]hjU`gW\YfaYbUUbkYn][hYn]^b"
˜ 8YdfcXiWh]YjUbÃ]bhYfbYkUfahYÄjYf`]W\h]b[YbUbXYfY[YVcik[YVcbXYbUddUfUhiif a"i"j"`iW\hVY\UbXY`]b[]gaUl]aUU`źžK#aɸ"
˜ <YhjYbh]`Uh]YgmghYYaX]YbhhYkcfXYbjccfn]YbjUbYYb
UihcaUh]gW\YfY[Y`]b[jccfncaYfbUW\hjYbh]`Uh]Y"8]h
VYhY_YbhXUhVi]hYbXYVYXf]^Zgh]^XYbcdVUg]gjUbjccfUZ
]b[YghY`XYkUUfXYbjccfV]bbYbYbVi]hYbhYadYfUhiif
XYjYbh]`Uh]YUihcaUh]gW\UUbYbi]h[YgW\U_Y`XkcfXh"
˜ 6
]^hcYdUgg]b[jUbaYW\Ub]gW\Y_cY`]b[X]YbhXY_cY`aUW\]bYYYb7CD!kUUfXYfYbXYaYbhhY\YVVYbX]Y
jc`XcYhUUb9BźŽžźź"
˜ 8
Y[YVcik_cY`]b[X]Ybh[YVUgYYfXhYn]^bcdYYb
K?C!gmghYYakUfahY_ciXYcdg`U[]bXYVcXYa i]h[YjcYfXWcbZcfa=GGC!diV`]WUh]Ybf"żƂ"
Toelichting
˜ 6
]^jccf_YifkcfXhYf[YYbaYW\Ub]gW\Y_cY`]b[hcY[YdUgh";Yn]YbXYY]gYbV]^h\Yfa]gW\WcaZcfh]gX]hYW\hYf
b]YhU`h]^Xac[Y`]^_"=bXUh[YjU`acYhYfYYbncYɏW]„bh
ac[Y`]^__cY`gmghYYakcfXYbhcY[YdUgh"
Toelichting
˜ ;
Yn]YbXYY]gYbcd\Yh[YV]YXjUbh\Yfa]gW\WcaZcfh]g
YYb_cY`gmghYYabccXnU_Y`]^_"8]hX]YbhYYbK?C!
gmghYYahYn]^b cZYYbgmghYYaaYhYYb[Y`]^_kUUfX][Y
YbYf[]Yni]b][\Y]X"
Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan.
Thema
Klasse C - ACCEPTABEL
Klasse B - GOED
extra t.o.v. klasse C
Klasse A - ZEER GOED
Extra t.o.v. klasse B
˜ 8
YXU[`]W\ɛcYhfYX]b[]gcdh]aUU`"N]Y\]YfjccfXYY]gYb
V]^j]giYY`WcaZcfh"
˜ 8
Yhc]`YɛYbn]^bjccfn]YbjUbUUbkYn][\Y]XgXYhYWh]Y
jccfXYjYf`]W\h]b["
˜ 8YfY[Y`]b[]gUZ[YghYaXcdXY\cYjYY`\Y]XXU[`]W\h
V]^j"XU[`]W\hUɔUb_Y`]^_YfY[Y`]b["
˜ <Yh[Y\Y`Y[YVcik]gjccfn]YbjUbYYbjYY[gW\U_Y`]b["
˜ = bU``YjYfV`]^Zgfi]ahYb]gUUbkYn][\Y]XgXYhYWh]Y"=bXY
[fcYdgfi]ahYb_UbXYnYkcfXYbcjYffi`YX"
˜ 8YjYf`]W\h]b[]gX]aVUUf"
˜ 8
Y7Cʪ!WcbWYbhfUh]Y]b[fcYdgfi]ahYb]bXYUXYancbY]gh]^XYbg[YVfi]_gh]^XaUl]aUU`ƂžŹdda"
8Y7Cʪ!WcbWYbhfUh]Y]b[fcYdgfi]ahYb]bXYUXYancbY
]gh]^XYbg[YVfi]_gh]^XaUl]aUU`ƁŹŹdda"
˜ 9 fX]YbYbgdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[YbUUbkYn][hYn]^b
cjYfYYb_cagh][XYY]gYbjccf`iW\h_kU`]hY]h"
Toelichting
˜ <Yhjccf_caYbjUbcdkUfa]b[jUb\Yh[YVcikghUUh
WYbhfUU`"8]h_UbXccfVi]hYbncbkYf]b[ VYdYf_]b[jUb
XYkUfahYdfcXiWh]YV]bbYb \YhUZjcYfYbjUbkUfahY
XccfjYbh]`Uh]YYb\YhVYbiɛYbjUbXYh\Yfa]gW\Y
aUggU"
Energiezuinige
verlichting
˜ = bfi]ahYbkUUf`YYghU_YbkcfXYbjYff]W\h]gXU[`]W\h
UUbkYn][[fcYdgfi]ahYb kYf_d`Y__YbYhW""
˜ 8YjYf`]W\h]b[\YYəYYb`]W\hcdVfYb[ghjUba]b]aUU`
žž¹`a#K"
˜ 5`[YaYbYfi]ahYb hc]`YɛYbYhW"\YVVYbYYb
jYY[gW\U_Y`]b["
˜ J
Yf`]W\h]b[gUfaUhifYb\YVVYb\cc[ZfYeiYbhY
jccfgW\U_Y`UddUfUhiif"
Binnenluchtkwaliteit
Luchtverversing
˜ 8
Y7Cʪ!WcbWYbhfUh]Y]b[fcYdgfi]ahYb]bXYUXYancbY]gh]^XYbg[YVfi]_gh]^XaUl]aUU`ź"ŻŹŹddadUfhg
dYfa]``]cb"
˜
˜
˜
˜
˜
˜
Spuiventilatie
Toelichting
Toelichting
˜ =b\YhfY[i`]YfYcbXYfk]^gX]Ybhi]h[Y[UUbhYkcfXYb
8Y?`UggY7!Y]g]gVYbYXYbXYkYɛY`]^_YY]gjccf
jUba]b]aUU`żŹ`YYf`]b[YbYbźXcWYbhdYf[fcYdgfi]ahY"JUbYYbUZk]^_YbXYVYnYɛ]b[_UbkcfXYbi]hb]YikVcik6cikVYg`i]hŻŹźŻYb]gXUUfcaU``YYb
[Y[UUb]bX]YbX]YVYnYɛ]b[jccfUZ[UUbXUUbXYVYdUjUbhcYdUgg]b[V]^VYghUUbXYVcik"
`]b[jUbXYjYbh]`Uh]YWUdUW]hY]h]gUZ[Ygdfc_YbaYh
=b\YhfY[i`]YfYcbXYfk]^gX]Ybhi]h[Y[UUbhYkcfXYb
VYhfc__YbdUfh]^YbYbZcfaYY`]gjUgh[Y`Y[XV]^j"]b\Yh
jUba]b]aUU`żŹ`YYf`]b[YbYbźXcWYbhdYf[fcYdgfi]ahY"JUbYYbUZk]^_YbXYVYnYɛ]b[_UbkcfXYb
gdYW]ɕY_YDj9jUbXYgW\cc`"
i]h[Y[UUb]bX]YbX]YVYnYɛ]b[jccfUZ[UUbXUUbXY
˜ 8Y\cYjYY`\Y]X`iW\hjYfjYfg]b[X]YbhhYkcfXYb
VYdU`]b[jUbXYjYbh]`Uh]YWUdUW]hY]h]gUZ[Ygdfc_YbaYh
VYdUU`XWcbZcfaXYVYdU`]b[Ybi]hXYbcfaB9B!9B
VYhfc__YbdUfh]^YbYbZcfaYY`]gjUgh[Y`Y[XV]^j"]b\Yh
źżƀƀƂ"
gdYW]ɕY_YDj9jUbXYgW\cc`"
CaUUbXY?`UggY6!Y]ghYjc`XcYb]gbcfaU`]hYfYYb
8Y\cYjYY`\Y]X`iW\hjYfjYfg]b[X]YbhhYkcfXYb
jYbh]`Uh]YWUdUW]hY]hjYfY]ghjUba]b]aUU`Ɓ žXaɹ#g
VYdUU`XWcbZcfaXYVYdU`]b[Ybi]hXYbcfaB9B!9B
żŹ ſaɹ#iifdYfdYfgccb"
źżƀƀƂ"
CaUUbXY?`UggY7!Y]ghYjc`XcYb]gbcfaU`]hYfYYb
jYbh]`Uh]YWUdUW]hY]hjYfY]ghjUba]b]aUU`ſXaɹ#g
Żź ſ¹aɹ#iifdYfdYfgccb"
6]^XYY]gh"U"j"XY7Cʪ!WcbWYbhfUh]Y]gi]h[Y[UUbjUbYYb
7Cʪ!Vi]hYbWcbWYbhfUh]YjUbŽŹŹdda"
8YjYbh]`Uh]Y`iW\hkcfXh]bXYjYfV`]^Zgfi]ahYbnŠhcY[YjcYfXYbUZ[YjcYfX XUhYYb[cYXYXccfgdcY`]b[jUb
XYfi]ahYac[Y`]^_]g\c[YjYbh]`Uh]Y!YɌYWh]j]hY]h"
8Yjccfn]Yb]b[YbjccfbUhiif`]^_Y`iW\ɛcYjcYfn]^b
jccf]YXYfYfi]ahYUZncbXYf`]^_YbYYbjciX][XccfUUbkYn][Yjc`kUggYbYbhYVYX]YbYbcdWU"źaYhYf
\cc[hY"
Toelichting
˜ = b\YhfY[i`]YfYcbXYfk]^gX]Ybhi]h[Y[UUbhYkcfXYb
jUba]b]aUU`żŹ`YYf`]b[YbYbźXcWYbhdYf[fcYdgfi]ahY"JUbYYbUZk]^_YbXYVYnYɛ]b[_UbkcfXYb
i]h[Y[UUb]bX]YbX]YVYnYɛ]b[jccfUZ[UUbXUUbXY
VYdU`]b[jUbXYjYbh]`Uh]YWUdUW]hY]h]gUZ[Ygdfc_YbaYh
VYhfc__YbdUfh]^YbYbZcfaYY`]gjUgh[Y`Y[XV]^j"]b\Yh
gdYW]ɕY_YDj9jUbXYgW\cc`"
˜ 8Y\cYjYY`\Y]X`iW\hjYfjYfg]b[X]YbhhYkcfXYb
VYdUU`XWcbZcfaXYVYdU`]b[Ybi]hXYbcfaB9B!9B
źżƀƀƂ"
CaUUbXY?`UggY5!Y]ghYjc`XcYb]gbcfaU`]hYfYYb
jYbh]`Uh]YWUdUW]hY]hjYfY]ghjUba]b]aUU`źŻXaɹ#g
Žż Ż¹aɹ#iifdYfdYfgccb"
˜ ;
fcYdgfi]ahYb\YVVYbhYba]bghYŽhYcdYbYbfUaYb
aYhYYbhchUU`cddYfj`U_jUba]b]aUU`ſaɸ ncXUb][
XUhXYWUdUW]hY]hjUbXYgdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[Yb
a]b]aUU`ƂXaɹ#gdYfaɸj`cYfcddYfj`U_]g"
˜ ;
fcYdgfi]ahYb\YVVYbhYba]bghYŽhYcdYbYbfUaYb
aYhYYbhchUU`cddYfj`U_jUba]b]aUU`Žaɸ ncXUb][
XUhXYWUdUW]hY]hjUbXYgdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[Yb
a]b]aUU`ſXaɹ#gdYfaɸj`cYfcddYfj`U_]g"
˜ JUb\YhcddYfj`U_jUbXYhYcdYbYbXY`Yb]ga]b]aUU`
żŹUUbkYn][VcjYb]b\YhfUUaj`U_2ź ƁaYb
a]b]aUU`żŹcbXYf]b\YhfUUacddYfj`U_0ź Ɓa"
˜ Gdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[YbhYcdYbYbfUaYbn]^b
`]W\hVYX]YbVUUfghUUbXjUbUZXYj`cYfYb\YVVYb
aYYfXYfYɕlYYfghUbXYb]bW`"_]YfghUbXcZn]^bhfUd`ccg
]bghY`VUUf"
˜ 8Ygdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[Ybn]^bhY[Y`]^_Yfh]^XaYh
XYVi]hYbncbkYf]b[hY[YVfi]_Yb"
Toelichting
˜ 8
Ygdi]jYbh]`Uh]YWUdUW]hY]hX]YbhhYkcfXYbVYdUU`X
WcbZcfaXYVYdU`]b[Ybi]hB9BźŹƁƀ"
Kwaliteit van de
toevoerlucht
5UbkYn][YaYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbjc`XcYbUUb
XY_`UggY7!Y]gYbi]hWU\]YfDź9]gYbjccf[YncbXYaYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbŻŹŹż GYf]YDfU_h]^_VcY_
;YncbXY;YVcikYb=GGC#G6F"8]hVYhY_Ybhc"U".
˜ 8YXfiddY`jUb[YfYbɕ`hYfgYWh]Yn]^bncXUb][
[YaUhYf]U`]gYYfX [YdfcXiWYYfXYbUZ[YkYf_hXUh
bU]b[YVfi]_bUaYXY`iW\h_kU`]hY]hb]YhbUXY`][_Ub
kcfXYbVYˆbj`cYX"8]h[Y`Xhcc_jccfjccfn]Yb]b[Yb
jccfbUhiif`]^_YjYbh]`Uh]Y"
UbkYn][YaYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbjc`XcYbUUb
5
XY?`UggY6!Y]gYbi]hWU\]YfDź9]gYbjccf[YncbXY
aYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbŻŹŹż GYf]YDfU_h]^_VcY_;YncbXY;YVcikYb=GGC#G6F"8]hVYhY_Ybhc"U".
˜ 5``YY`YaYbhYbX]Y]bUUbfU_]b[_caYbaYhXYhcY!
[YjcYfXYjYbh]`Uh]Y`iW\hn]^bncXUb][[YaUhYf]U`]gYYfX [YdfcXiWYYfXYbUZ[YkYf_hXUhbU]b[YVfi]_bUaYXY
`iW\h_kU`]hY]hb]YhbUXY`][_UbkcfXYbVYˆbj`cYX"8]h
[Y`Xhcc_jccfjccfn]Yb]b[YbjccfbUhiif`]^_Y
jYbh]`Uh]Y"
Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan.
UbkYn][YaYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbjc`XcYbUUb
5
XY?`UggY5!Y]gYbi]hWU\]YfDź9]gYbjccf[YncbXY
aYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbŻŹŹż GYf]YDfU_h]^_VcY_;YncbXY;YVcikYb=GGC#G6F"8]hVYhY_Ybhc"U".
˜ 5``YY`YaYbhYbX]Y]bUUbfU_]b[_caYbaYhXYhcY!
[YjcYfXYjYbh]`Uh]Y`iW\hn]^bncXUb][[YaUhYf]U`]gYYfX [YdfcXiWYYfXYbUZ[YkYf_hXUhbU]b[YVfi]_bUaYXY
`iW\h_kU`]hY]hb]YhbUXY`][_UbkcfXYbVYˆbj`cYX"8]h
[Y`Xhcc_jccfjccfn]Yb]b[YbjccfbUhiif`]^_Y
jYbh]`Uh]Y"
˜ 9fkcfXh[YYb[YVfi]_[YaUU_hjUbfYW]fWi`Uh]Y"
Thema
Klasse C - ACCEPTABEL
Klasse B - GOED
extra t.o.v. klasse C
Klasse A - ZEER GOED
Extra t.o.v. klasse B
˜ 9 fkcfXh[YYb[YVfi]_[YaUU_hjUbfYW]fWi`Uh]Y VY\U`jY]bU``!U]fgmghYaYbcak]``YjUbUUbkUfa]b[
jUb\Yh[YVcikVi]hYb[YVfi]_gh]^X"
:]`hYfgYWh]Ygn]^bjccfn]YbjUbYYbnU__Ybɕ`hYfjUb
a]b]aUU`ɕ`hYf_`UggY:žcZYYbjYf[Y`]^_VUUfYɌYWh]YZ
ɕ`hYfgmghYYa"
˜ CdXYVcikd`UUhgn]^bXYcdYb]b[YbjUbgh]^[gW\UW\hYb
UZ[Yg`chYb"6YgW\YfaYbXYcbXYfXY`YbkcfXYbdUgj`U_
jccf]bghU``Uh]YjYfk]^XYfXcZXYgh]^[gW\UW\hYbkcfXYb
bU]bghU``Uh]Yjccf]b[YVfi]_bUaY[cYX[YfY]b][X"
˜ 9 fkcfXh[YYb[YVfi]_[YaUU_hjUbfYW]fWi`Uh]Y VY\U`jY]bU``!U]fgmghYaYbcbk]``YjUbUUbkUfa]b[jUb
\Yh[YVcikVi]hYb[YVfi]_gh]^X"
:]`hYfgYWh]Ygn]^bjccfn]YbjUbYYbnU__Ybɕ`hYfjUb
a]b]aUU`ɕ`hYf_`UggY:ſcZYYbjYf[Y`]^_VUUfYɌYWh]YZ
ɕ`hYfgmghYYa"
˜ 8Y`iW\h_UbU`YbkcfXYbcdXYVcikd`UUhgjc`XcYbXY
VYgW\YfaXhY[YbjYfcbhfY]b][]b["8YcdYb]b[YbjUbXY
_UbU`YbkcfXYbUZ[Yg`chYb"6YgW\YfaYbXYcbXYfXY`Yb
kcfXYbdUgj`U_jccf]bghU``Uh]YjYfk]^XYfXYbjccf
]b[YVfi]_bUaY[cYX[YfY]b][X"
˜ 6
]^kUfahYhYfi[k]bb]b[kcfXh[YVfi]_[YaUU_hjUbYYb
hmdYkUfahYhYfi[k]bgmghYYaXUhYYb\c[YaUhYjUb
gW\Y]X]b[higgYbfYhcif`iW\hYbhcYjcYf`iW\h[UfUbXYYfh
V]^j"YYb_fi]gk]ggY`UUf kUfahYk]Y`cZhk]bWc]`"6]^hcYdUgg]b[jUbYYbkUfahYk]Y`kcfXhXYfYhcifjYbh]`Uhcf
ni][YbXcd[YghY`X"
˜ 8Y\ccZX_UbU`Ybn]^bcdghfUhY[]gW\Yd`UUhgYbjccfn]Yb
jUb]bgdYWh]Y`i]_YjUbXigXUb][YUZaYh]b[YbXUhnY
hYjYbg[YVfi]_h_ibbYbkcfXYbjccf\YhgW\ccbaU_Yb
jUbXY_UbU`Yb"
˜ 8Y]b\Yh`iW\h_UbUU`]b[YVcikXYjYbh]`Uh]YWcadcbYbhYbn]^bncjYY`ac[Y`]^_hcY[Ub_Y`]^_YbXYacbhUVY`jccfgW\ccbaUU_ cbXYf\ciXYbjYfjUb[]b["
˜ : ]`hYfgYWh]Ygn]^bjccfn]YbjUbYYbnU__Ybɕ`hYfjUb
a]b]aUU`ɕ`hYf_`UggY:ƀcZYYbjYf[Y`]^_VUUfYɌYWh]YZ
ɕ`hYfgmghYYa"
˜ 8Y`iW\h_UbU`YbkcfXYb]bXYZUVf]Y_[YfY]b][XYbh]^XYbgcdg`U[ jYfjcYfYbjYfV`]^ZcdXYVcikd`UUhgjc`XcYbXYVYgW\YfaXhY[YbjYfcbhfY]b][]b["8YcdYb]b[YbjUbXY_UbU`YbkcfXYbUZ[Yg`chYb"8Y_UbU`Yb
kcfXYbdUgj`U_jccf]bghU``Uh]Yi]h[YdU_hYbjccf]b[YVfi]_bUaY[cYX[YfY]b][X"
˜ 6]^kUfahYhYfi[k]bb]b[kcfXh[YVfi]_[YaUU_hjUb
YYbhmdYkUfahYhYfi[k]bgmghYYaXUhźŹŹgW\Y]X]b[
higgYbfYhcif`iW\hYbhcYjcYf`iW\h[UfUbXYYfhV]^j"YYb
_fi]gk]ggY`UUfcZhk]bWc]`"
˜ 8Y\ccZX_UbU`Ybn]^bcdghfUhY[]gW\Yd`UUhgYbjccfn]Yb
jUb]bgdYWh]Y`i]_YjUbXigXUb][YUZaYh]b[YbXUhnY
hYjYbg[YVfi]_h_ibbYbkcfXYbjccf\YhgW\ccbaU_Yb
jUbXY_UbU`Yb"
˜ 8Y]b\Yh`iW\h_UbUU`]b[YVcikXYjYbh]`Uh]YWcadcbYbhYbn]^bncjYY`ac[Y`]^_hcY[Ub_Y`]^_YbXYacbhUVY`jccfgW\ccbaUU_ cbXYf\ciXYbjYfjUb[]b["
˜ = b[fcYdgfi]ahYb]gXYUZghUbXjUbj`cYfhchjYf`UU[X
d`UZcbXa]b]aUU`ż Ża"
˜ = b[fcYdgfi]ahYb]gXYUZghUbXjUbj`cYfhchjYf`UU[X
d`UZcbXa]b]aUU`ż ža"
Toelichting
˜ A
YhYYb[fchYfYjf]^Y\cc[hY_UbYYb[cYXY`iW\h_kU`]hY]h]bXY`YYZncbY`Ub[YfkcfXYb[Y[UfUbXYYfX"9lhfU
fi]ahYjc`iaYZib[YYfhU`gViɌYf"
Toelichting
˜ A
YhYYb[fchYfYjf]^Y\cc[hY_UbYYb[cYXY`iW\h_kU`]hY]h]bXY`YYZncbY`Ub[YfkcfXYb[Y[UfUbXYYfX"9lhfU
fi]ahYjc`iaYZib[YYfhU`gViɌYf"
Individuele
beïnvloeding
˜ 8
Yjccfn]Yb]b[YbjccfbUhiif`]^_Y`iW\ɛcYjcYfn]^b
jccf]YXYfYfi]ahYUZncbXYf`]^_YbYYbjciX][XccfUUbkYn][Yjc`kUggYbYbhYVYX]YbYbcdWU"źaYhYf
\cc[hY"
Ruimtevolume
˜ = b[fcYdgfi]ahYb]gXYUZghUbXjUbj`cYfhchjYf`UU[X
d`UZcbXa]b]aUU`Ż Ɓa"
Emissies en
stofverspreiding
uit bouw- en
interieurmaterialen
˜ 6
cik!Yb]bf]W\h]b[gaUhYf]U`YbVYjUɛYb[YYbgW\UXY`]^_YkYY_aU_Yfg#əU`UhYbncU`g89<D 86DYb66D"
Toelichting
˜ 6
Y`Ub[f]^_YVfcbbYbjUbəU`UhYb_ibbYbn]^bDJ7!
j`cYfVYXY__]b[Ybj]bm`VY\Ub["
˜ 6
cik!Yb]bf]W\h]b[gaUhYf]U`Yb\YVVYbUUbhccbVUUf
`U[YYa]gg]YgjUbZcfaU`XY\mXYYbj`iW\h][Ycf[Ub]gW\YghcɌYb"AUhYf]U`Yb]bj`cYfYbd`UZcbXjc`XcYb
XYf\U`jYUUb\Yh:]bgYYa]gg]Y!W`Ugg]ɕWUh]YgmghYYaAź
kkk"fhg"ɕ \Yh8i]hgYa]`]Yi_YifÃ8Yf6`UiY9b[Y`Ä
kkk"V`UiYf!Yb[Y`"XYcZjYf[Y`]^_VUUf"
Toelichting
˜ 6
Y`Ub[f]^_YVfcbbYbjUbZcfaU`XY\mXY_ibbYbn]^b
d`UUhaUhYf]UU`c"U"gdUUbd`UUhYb]gc`Uh]YaUhYf]UU`"
˜ 6Y`Ub[f]^_YVfcbbYbjUbj`iW\h][Ycf[Ub]gW\YghcɌYb
_ibbYbn]^bj`cYfVYXY__]b[ d`UUhaUhYf]UU`c"U"d`UZcbXd`UhYb jYfjYb `U__YbYb`]^aYb"
Emissies van
apparatuur
˜ J
YfcbhfY]b][YbXYUddUfUhiifV]^j"df]bhYfg Wcd]Yfg
ghUUh]bYYbUdUfhYfi]ahYX]YcdcbXYfXfi_ghUUhh"c"j"
caf]b[YbXYfi]ahYb"
˜ 8Y`iW\hi]hfYdfcfi]ahYbkcfXhX]fYWhi]hXYnYfi]ahYb
bUUfVi]hYbUZ[YjcYfXkUUfXccfc"U"[YifjYfgdfY]X]b[
]b\Yh[YVcikkcfXhjccf_caYb"
Schoonmaakbaarheid
˜ 8
YWcbghfiWh]YYbXYhU]``Yf]b[VYjcfXYfh[YYbUUb\YW\h]b[jUbghcZ ji]` jcW\hY"X"
˜ J`cYfVYXY__]b[]b[fcYdgfi]ahYb]gYYbjciX][
fY]b][VUUf"
˜ J
YfcbhfY]b][YbXYUddUfUhiifV]^j"df]bhYfg Wcd]Yfg]g
jccfn]YbjUbVfcbUZni][]b["
˜ 8Y`iW\hi]hfYdfcfi]ahYbkcfXhX]fYWhi]hXYnYfi]ahYb
bUUfVi]hYbUZ[YjcYfXkUUfXccfc"U"[YifjYfgdfY]X]b[
]b\Yh[YVcikkcfXhjccf_caYb"
Toelichting
˜ <
Yh[YVcikYbn]^b]bhYf]Yifn]^bcjYfU`[cYXbUhfY]b][VUUf"8Yb_UUbbUhUZbYYaVUfYkUbXYb fcbXUɘcdYbXYd`]bhYb kY[[YkYf_h`Y]X]b[kYf_YbnkYjYbXY
hc]`YhdcɛYb"
Tabaksrook
˜ @ YYf`]b[YbYb`YYf_fUW\hYbkcfXYb]b\YhgW\cc`[YVcikb]YhV`cch[YghY`XUUbhUVU_gfcc_"
˜ = b\Yh[YVcikkcfXhb]Yh[Yfcc_h cc_b]Yh]bYYb
fcc_fi]ahY"
Toelichting
˜ A
cW\haYbfc_YbV]bbYbXYgW\cc`hcYk]``YbghUUb XUbacYhkcfXYbjccfn]Yb]bYYbUZg`i]hVUfYfcc_fi]ahYaYhY][YbUZni][gmghYYakUUfXccfXYfi]ahYcd
cbXYfXfi_ghUUhhYbcdn]W\hYjUbXYcaf]b[YbXY
fi]ahYb"
Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan.
˜ = b\Yh[YVcikYbcd\YhgW\cc`d`Y]bkcfXhb]Yh[Yfcc_h
WcbZcfaXYWf]hYf]UjUb8YFcc_jf]^YGW\cc`jUb
Gh]jcfc"
Thema
Klasse C - ACCEPTABEL
Toiletten
˜ ;
YifjYfgdfY]X]b[jUbi]hhc]`YɛYbbUUfY`XYfg]b\Yh
[YVcikkcfXhjccf_caYb"
˜ 8Yhc]`Yhfi]ahYbkcfXYbcdcbXYfXfi_[Y\ciXYbh"c"j"
XYca`][[YbXYfi]ahYb"
˜ 8YUZjcYfWUdUW]hY]hjUbXYhc]`YɛYbVYXfUU[ha]b]aUU`
žŹaɹ#iifUZni][]b[dYfhc]`Yhdch#if]bc]f"
˜ J`cYfYbYbkUbXYbhcha]b"ƀŹWa\cc[hYn]^bnci]h[YjcYfXXUhif]bYb]Yh]b\YhaUhYf]UU`_UbhfY__Yb"
˜ 8Y`iW\hi]hhc]`YɛYbkcfXhVYgW\cikXU`gfYhcif`iW\h
YbkcfXhX]fYWhi]hXYnYfi]ahYbbUUfVi]hYbUZ[YjcYfX"
Legionella
˜ = bghU``Uh]YgjccfkUfaYb_ciXhUdkUhYfacYhYbkcfXYbi]h[YjcYfXWcbZcfaXYVYdU`]b[Yb]b=GGC!diV`]WUh]Yžž"ź@Y[]cbY``UVYghf]^X]b["
Asbest
˜ = b\YhgW\cc`[YVcik]g[YYbUgVYghUUbkYn][XUhYYb
UWhiYY`f]g]Wccd`YjYfhYf]ggdfU_YjUbYYbf]g]WcU`g
UgVYghb]YhcZbUikY`]^_gaYhYYbV]bXaUhYf]UU`]ghcY[YdUgh cZU`gUgVYgh\ciXYbXYaUhYf]UU`VYgW\UX][XcZ
jYfkYYfX]g"
˜ KUbbYYfUgVYgh]b\Yh[YVcikUUbkYn][]gXUh[YYb
UWhiYY`f]g]Wccd`YjYfh]g ]gVY_YbXkUUfX]hUUbkYn][]g
YbkUhXYf]g]WcÄgn]^b"8]h]gjUgh[Y`Y[X]bYYb
UgVYghVY\YYfgd`Ub"
Klasse B - GOED
extra t.o.v. klasse C
Klasse A - ZEER GOED
Extra t.o.v. klasse B
˜ = bhc]`Yhfi]ahYbjccfXY^cb[ghY_]bXYfYb]ggdi]jYbh]`Uh]Yac[Y`]^_ XccfhYcdYbYbfUaYb]bXY[YjY`"
Toelichting
˜ C
d\YhacaYbhXUh]bgW\c`YbkUUfjccfXYVcikjYf[ibb]b[jccfźƂƂŽ]gUUb[YjfUU[Xg`ccd!cZfYbcjUh]YkYf_nUUa\YXYbkcfXYbi]h[YjcYfX]gYYbUgVYgh]bjYbhUf]gUh]YUUbkYn]["8YUgVYgh]bjYbhUf]gUh]Y]gi]h[YjcYfX
XccfYYb[YWYfh]ɕWYYfX]bjYbhUf]gUh]YVYXf]^ZGW!žŽŹcZ
[Y`]^_kUUfX][jccfUZ[UUbXUUbXYg`ccd!cZfYbcjUh]YkYf_nUUa\YXYb"6]^X]fYWhf]g]WckcfXh\YhUgVYghXccf
YYb[YWYfh]ɕWYYfXUgVYghjYfk]^XYf]b[gVYXf]^ZjYfk]^XYfX"=g[YYbgdfU_YjUbX]fYWhf]gWcXUb]gYYbUgVYghVY\YYfgd`Ubcd[YghY`X"
Thermisch comfort
Operatieve temperatuur winter
˜ 8
YcdYfUh]YjYhYadYfUhiifWcaV]bUh]YjUbXY`iW\hhYadYfUhiifYbghfU`]b[ghYadYfUhiif`][h]b\Yhghcc_gY]ncYbVYbYXYbYYb[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiif
jUbźŹ­7higgYbźƂYbŻž­7"
˜ 8
YcdYfUh]YjYhYadYfUhiif`][h]b\Yhghcc_gY]ncYbhiggYbŻŹYbŻŽ­7"
˜ 8
YcdYfUh]YjYhYadYfUhiif`][h]b\Yhghcc_gY]ncYbhiggYbŻźYbŻż­7"
Operatieve temperatuur zomer
˜ 8
YY]gYbh"U"j"XYcdYfUh]YjYhYadYfUhiif]bXYncaYf
VcjYbYYb[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiifjUbźŹ­7
n]^bUɔUb_Y`]^_jUbXYUUbkYn][\Y]XjUbUWh]YjY_cY`]b[
]b\Yh[YVcik"
˜ 6]^dUgg]YjY_cY`]b[[Y`XhYYb[`]^XYbXYhYadYfUhiifgW\UU` kUUfV]^XY[fYbgkUUfXYbjUbXYhYadYfUhiif
V]bbYbYb][gn]bgcd`cdYbaYhXYVi]hYbhYadYfUhiif
jc`[YbgXYjc`[YbXYZcfai`Y.
cdYfUh]YjYhYadYfUhiifV]bbYb1Ź żż`cdYbXY[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiifźƁ Ɓ¤Ž­7B9B!9BźžŻžź UbbYl5Ż 7Uh==="
˜ 6]^n]W\hVUfYUWh]YjY_cY`]b[`][hXYcdYfUh]YjYhYadYfUhiifhiggYbŻŻYbŻƀ­7"
˜ 8
YY]gYbh"U"j"XYcdYfUh]YjYhYadYfUhiif]bXYncaYf
n]^bUɔUb_Y`]^_jUbXYUUbkYn][\Y]XjUbUWh]YjY_cY`]b[]b\Yh[YVcik"
˜ 6]^dUgg]YjY_cY`]b[[Y`XhYYb[`]^XYbXYhYadYfUhiifgW\UU` kUUfV]^XY[fYbgkUUfXYbjUbXYhYadYfUhiif
V]bbYbYb][gn]bgcd`cdYbaYhXYVi]hYbhYadYfUhiif
jc`[YbgXYjc`[YbXYZcfai`Y.
cdYfUh]YjYhYadYfUhiifV]bbYb1Ź żż`cdYbXY[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiifźƁ Ɓ¤ż­7B9B!9BźžŻžź UbbYl5Ż 7Uh=="
˜ 6]^n]W\hVUfYUWh]YjY_cY`]b[`][hXYcdYfUh]YjYhYadYfUhiifhiggYbŻżYbŻſ­7"
˜ 8
YcdYfUh]YjYhYadYfUhiif`][h]b\Yhghcc_gY]ncYb
higgYbŻźYbŻż­7"
˜ 8YY]gYbh"U"j"XYcdYfUh]YjYhYadYfUhiif]bXYncaYf
n]^bUɔUb_Y`]^_jUbXYUUbkYn][\Y]XjUbUWh]YjY_cY`]b[]b\Yh[YVcik"
˜ 6]^dUgg]YjY_cY`]b[[Y`XhYYb[`]^XYbXYhYadYfUhiifgW\UU` kUUfV]^XY[fYbgkUUfXYbjUbXYhYadYfUhiif
V]bbYbYb][gn]bgcd`cdYbaYhXYVi]hYbhYadYfUhiif
jc`[YbgXYjc`[YbXYZcfai`Y.
cdYfUh]YjYhYadYfUhiifV]bbYb1Ź żż`cdYbXY[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiifźƁ Ɓ¤Ż­7B9B!9BźžŻžź UbbYl5Ż 7Uh="
˜ 6]^n]W\hVUfYUWh]YjY_cY`]b[`][hXYcdYfUh]YjYhYadYfUhiifhiggYbŻż žYbŻž ž­7"
Toelichting
˜ 9 ]gYbjccf[YVcikYbaYhdUgg]YjY_cY`]b[V]^j"hYcdYbYbfUaYb j`cYf_cY`]b[_caYbcjYfYYbaYhB9B!9B
źžŻžź 5bbYl5Ż"
JccfkUUfXYbjccfhcYdUgg]b[jUbXYnYY]gn]^bXYUUbkYn][\Y]XjUbaU__Y`]^_Vfi]_VUfYhYcdYbYbfUaYb
YbYYbjf]^Y_`YX]b[_YinY"
˜ 9]gYbjccf[YVcikYbaYhn]W\hVUfYUWh]YjY_cY`]b[
_caYbcjYfYYbaYhB9B!9B!=GCƀƀżŹ"
˜ 6]^hYadYfUhiifcjYfgW\f]^X]b[gVYfY_Yb]b[YbkcfXh\Yh
fYZYfYbh]Y^UUfF5ŻŹŹƁHźjc`[YbgB9BžŹſŹ
UUb[Y\ciXYb"
˜ 8Y\cYjYY`\Y]XncbhcYhfYX]b[]bfi]ahYbkcfXhncjYY`
ac[Y`]^_VYdYf_hXccfcdncbVY`UghY[YjY`gni]X ccgh
YbkYghVi]hYbncbkYf]b[cZncbkYfYbXYVY[`Un]b[aYh
YYbncbhcYhfYX]b[gZUWhcfNH5¥Ź ŽYbYYb`]W\ɛcYhfYX]b[gZUWhcf@H5¦Ź ſhcYhYdUggYb"
˜ KUUfac[Y`]^_kcfXh[YVfi]_[YaUU_hjUbXYUWh]YjY
h\Yfa]gW\YaUggUjUb\Yh[YVcikncaYfbUW\hjYbh]`Uh]Y ghYYbUW\h][YV]bbYbkUbXYbcZh\Yfa]gW\cdYb
d`UZcbXg"
Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan.
Thema
Klasse C - ACCEPTABEL
Klasse B - GOED
extra t.o.v. klasse C
Klasse A - ZEER GOED
Extra t.o.v. klasse B
Individuele
beïnvloeding
˜ 5
Wh]YjYWcadcbYbhYbjccfjYfkUfa]b[n]^b]b\Yh
ghcc_gY]ncYbdYfjYfV`]^Zgfi]ahY\UbXaUh][fY[Y`VUUf
aYhYYbVUbXVfYYXhYjUba]b]aUU`ż­7V]bbYbXY
[Y_cnYb[fYbgkUUfXYbjccfXYcdYfUh]YjY
hYadYfUhiif"
˜ 8YgbY`\Y]XjUbXYhYadYfUhiiffY[Y`]b[]gaUl]aUU`ź
[fUUXdYf\U`Ziif"
˜ 8YVYX]Yb]b[g_bcdjccfXYhYadYfUhiiffY[Y`]b[acYh
ncbXYf]bghfiWh]YhYVY[f]^dYbn]^b"
˜ =bX]YbVi]hYbncbkYf]b[UUbkYn][]gX]YbhXYnYjUbi]h
XY[fcYdgfi]ahYbVYX]YbVUUfcZhYcjYffi`YbhYn]^b"
˜ 5
Wh]YjYWcadcbYbhYbjccfjYfkUfa]b[n]^b]b\Yh
ghcc_gY]ncYbdYfjYfV`]^Zgfi]ahY\UbXaUh][fY[Y`VUUf
aYhYYbVUbXVfYYXhYjUba]b]aUU`Ž­7V]bbYbXY
[Y_cnYb[fYbgkUUfXYbjccfXYcdYfUh]YjY
hYadYfUhiif"
˜ 8YhYadYfUhiif_UbXccfXYXcWYbhkcfXYbVYˆbj`cYX
aYhbVYX]Yb]b[g_bcd"8YnY_bcd]gVi]hYbVYfY]_
jUbXY`YYf`]b[YbUUb[YVfUW\hV]^j"cdkUbXbUUgh\Yh
gW\cc`VcfX"
˜ 5
Wh]YjYWcadcbYbhYbjccfjYfkUfa]b[Yb_cY`]b[n]^b
\Yh\Y`Y^UUfÄgk]bhYfgYbÄgncaYfgdYfjYfV`]^Zgfi]ahY
\UbXaUh][fY[Y`VUUfaYhYYbVUbXVfYYXhYjUba]b]aUU`Ž­7V]bbYbXY[Y_cnYb[fYbgkUUfXYbjccfXY
cdYfUh]YjYhYadYfUhiif"
Lokaal thermisch
discomfort
˜ 8
Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbY\YhXYY`jUbXY
[fcYdgfi]ahYkUUf`YYf`]b[YbYbXcWYbhYbjYfV`]^jYb
n]^bÃgncaYfgb]Yh\c[YfXUbŹ Żża#g"
˜ 8Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÃgk]bhYfgb]Yh
\c[YfXUbŹ źƂa#g"
˜ 8Yj`cYfhYadYfUhiif`][hhiggYbźƀYbŻƂ­7"
˜ 8YjYfh]WU`YhYadYfUhiif[fUX]„bhjYfgW\]`higgYbXY
`iW\ɛYadYfUhiifcdYb_Y`!Yb\ccZX\cc[hY]g0Ž?#a"
˜ 8YghfU`]b[ghYadYfUhiifUgmaaYhf]YjYfgW\]`]bhYadYfUhiifjUbhY[YbcjYf`][[YbXYj`U__Yb]g.
!V]^YYbkUfad`UZcbX
0ƀ­7/
!V]^YYb_ciXYkUbX
0źż­7/
!V]^YYb_ciXd`UZcbX
0źƁ­7/
!V]^YYbkUfaYkUbX
0żž­7"
˜ 8Y[Ya]XXY`XYghfU`]b[ghYadYfUhiifXY[Ya]XXY`XY
cddYfj`U_hYhYadYfUhiifjUbd`UZcbX j`cYf kUbXYb fUaYb jYfkUfa]b[gdUbY`YbYb]bf]W\h]b[]b[fcYdgfi]ahYb]gÃgk]bhYfg\c[YfXUbXY`iW\ɛYadYfUhiif"
˜ 8
Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÃgncaYfgb]Yh
\c[YfXUbŹ ŻŹa#g"
˜ 8Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÃgk]bhYfgb]Yh
\c[YfXUbŹ źſa#g"
˜ 8Yj`cYfhYadYfUhiif`][hhiggYbźƂYbŻſ­7"
˜ 8UUfkUUf_]bXYfYbcdXYj`cYfn]ɛYb]gXYj`cYfhYadYfUhiifa]b]aUU`ŻŻ­7"
˜ 8YjYfh]WU`YhYadYfUhiif[fUX]„bh]g0ż?#a"
˜ 8YghfU`]b[ghYadYfUhiifUgmaaYhf]Y]g.
!V]^YYbkUfad`UZcbX
0ž­7/
!V]^YYb_ciXYkUbX
0źŹ­7/
!V]^YYb_ciXd`UZcbX
0źŽ­7/
!V]^YYbkUfaYkUbX
0Żż­7"
Toelichting
˜ =bd`UUhgjUbXYUUb[Y[YjYb`iW\hgbY`\YXYb_Ubcc_
kcfXYbi]h[Y[UUbjUbXY8fUi[\hFUhY8FcZkY`\Yh
jYfkUW\hYdYfWYbhU[YcbhYjfYXYbYbU`g[Yjc`[jUb
hcW\h"Jccf?`UggY6[Y`XhYYb8F0ŻŹ"
˜ 8
Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÄgncaYfgb]Yh
\c[YfXUbŹ źſa#g"
˜ 8Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÄgk]bhYfgb]Yh
\c[YfXUbŹ źża#g"
˜ 8YjYfh]WU`YhYadYfUhiif[fUX]„bh]g0Ż?#a"
Toelichting
˜ =bd`UUhgjUbXYUUb[Y[YjYb`iW\hgbY`\YXYb_Ubcc_
kcfXYbi]h[Y[UUbjUbXY8fUi[\hFUhY8FcZkY`\Yh
jYfkUW\hYdYfWYbhU[YcbhYjfYXYbYbU`g[Yjc`[jUb
hcW\h"Jccf?`UggY5[Y`XhYYb8F0źŹ"
Toelichting
˜ 9]gYbjccf`c_UU`h\Yfa]gW\X]gWcaZcfhn]^b]bcjYfYYbghYaa]b[aYhB9B!9B!=GCƀƀżŹ"
˜ =bd`UUhgjUbXYUUb[Y[YjYb`iW\hgbY`\YXYb_Ubcc_
kcfXYbi]h[Y[UUbjUbXY8fUi[\hFUhY8FcZkY`\Yh
jYfkUW\hYdYfWYbhU[YcbhYjfYXYbYbU`g[Yjc`[jUb
hcW\h"Jccf?`UggY7[Y`XhYYb8F0żŹ"
˜ <YhhcW\hf]g]WckcfXhVYdUU`XcdbY_!ź źaYbYb_Y`b]jYUiŹ źaaYh[Yg`chYbfUaYbYbXYifYb"
˜ <Yhf]g]WccdhcW\h]g[fcchV]^[`Ugj`U__YbaYhYYb
\cc[hYjUb2ź ž{Żai]h[UUbXYjUb<F![`UgaYhI
0ź ŻK#aɸ?hYb[Yjc`[YjUb_ciXYjU`]bXYk]bhYf"
?ciXYjU`_UbkcfXYbVYdYf_hXccfV]^j"jYfkUfa]b[g`]W\UaYbUUbhYVfYb[YbcbXYf\Yh[`UgcZXccfhcYdUgg]b[jUbXf]YXiVVY`[`Ug"
Visueel comfort
Kunstlicht
˜ ?
ibghjYf`]W\h]b[]bXY[fcYdgfi]ahYbjc`XcYhUUbXY
Y]gYbi]hB9B!9BźŻŽſŽ!ź.
˜ <YhjYf`]W\h]b[gghYf_hYXccf_ibgh`]W\h]gcdkYf_j`U_b]jYUia]b]aUU`żŹŹ`ilaYhYYb[Y`]^_aUh][\Y]Xg!
]bXYljUba]b]aUU`Ź ƀ"
˜ 8YI;FLkUUfXYjccfXYVYdYf_]b[jUbXYÃjYfV`]bX]b[g\]bXYfÄjUbXY]bXY[fcYdgfi]ahYbhcY[YdUghY
UfaUhifYb]g0źƂ"
˜ 8Y_`YifkYYf[UjY]bXYlFajUbXYjYf`]W\h]b[]ga]b]aUU`ƁŹcZjYf[Y`]^_VUUf"
˜ <
YhjYf`]W\h]b[gghYf_hYXccf_ibgh`]W\h]gcdkYf_j`U_b]jYUia]b]aUU`žŹŹ`ilaYhYYb[Y`]^_aUh][\Y]Xg]bXYljUba]b]aUU`Ź ƀ"
˜ =bX]Yb[YYbX][]hU`YgW\cc`VcfXYbkcfXYbhcY[YdUgh
n]^bYfgdYW]U`YUdUfhgW\U_Y`VUfYUfaUhifYbkUUfaYY
YYbjYf`]W\h]b[gghYf_hYjUbžŹŹ`iljYfh]WUU`cd\Yh
gW\cc`VcfXkcfXhVY\UU`X"
˜ 8
YjYf`]W\h]b[gghYf_hYXccf_ibgh`]W\hcd\YhkYf_V`UX
jUb`YYf`]b[Yb]ga]b]aUU`žŹŹ`ilaYhYYb[Y`]^_aUh][\Y]Xg]bXYljUba]b]aUU`Ź ƀ"
˜ KYf_d`Y__YbjccfXcWYbhYb\YVVYbdYfgccb`]^_Yjccfn]Yb]b[YbjccfhUU_jYf`]W\h]b[ aYhYYbjYf`]W\h]b[gghYf_hYjUba]b]aUU`ƀžŹ`ilcd\YhkYf_V`UX"
˜ 8YI;FLkUUfXYjccfXYVYdYf_]b[jUbXYÃjYfV`]bX]b[g\]bXYfÄjUbXY]bXY`c_U`YbhcY[YdUghYUfaUhifYb]g0źſ"
Daglicht
˜ 8
YXU[`]W\hZUWhcfcd\YhkYf_j`U_]bXY[fcYdgfi]ahYg
]g[Ya]XXY`XcjYfXYfi]ahYa]b]aUU`ż"
˜ ;`Ug]gV`Ub_cZ[f]^g[Yh]bh"8Y`]W\ɛcYhfYX]b[gZUWhcf
@H5!kUUfXYjUb\Yh[`Ug]ga]b]aUU`Ź ſŹ"
˜ 8
YXU[`]W\hZUWhcfcd\YhkYf_j`U_]bXY[fcYdgfi]ahYg
]g[Ya]XXY`XcjYfXYfi]ahYa]b]aUU`ž"
˜ ;`Ug]gV`Ub_cZ[f]^g[Yh]bh"8Y`]W\ɛcYhfYX]b[gZUWhcf
@H5!kUUfXYjUb\Yh[`Ug]ga]b]aUU`Ź ƀž"
˜ 8
YXU[`]W\hZUWhcfcd\YhkYf_j`U_]bXY[fcYdgfi]ahYg
]g[Ya]XXY`XcjYfXYfi]ahYa]b]aUU`ƀ"
Helderheidswering
˜ 6
]^UUbkYn][\Y]XjUbX][]hU`YgW\cc`VcfXYb]g]bXY
[fcYdgfi]ahYbcc_UUbXYbccfXn]^XY\Y`XYf\Y]XkYf]b[UUbkYn][ kUUfaYY\]bXYf`]^_hY[Yb`]W\hYb\]bXYf`]^_YfYɘYWh]YgkcfXYbjccf_caYb"6]^\Yh[YVfi]_jUb
XY\Y`XYf\Y]XgkYf]b[V`]^əYb][i]hn]W\hbUUfVi]hYb
ac[Y`]^_"
˜ 8Y\Y`XYf\Y]XgkYf]b[kcfXhncXUb][[YgY`YWhYYfXXUh
`ia]bUbh]YjYf\ciX]b[YbÃWcbhfUghYbÄ]b\Yh[Yn]W\hgjY`XhiggYbhUU_V]^j"gW\f]ə X]fYWhYca[Yj]b[V]^j"
hUZY`V`UXYbdYf]ɕf]YV]^j"fUUaaUl]aUU`ź.źŹ.żŹ
hUU_.X]fYWhYca[Yj]b[.dYf]ZYf]YVYXfU[Yb"
˜ 6]^\Yh[YVfi]_jUbXY\Y`XYf\Y]XgkYf]b[V`]^əYb][i]hn]W\hbUUfVi]hYbac[Y`]^_"
˜ = bXY[fcYdgfi]ahYbcc_UUbXYbccfXn]^XY]g\Y`XYf\Y]XkYf]b[UUbkYn][ kUUfaYY\]bXYf`]^_hY[Yb`]W\hYb
\]bXYf`]^_YfYɘYWh]YgkcfXYbjccf_caYb"6]^\Yh
[YVfi]_jUbXY\Y`XYf\Y]XgkYf]b[V`]^əYb][i]hn]W\h
bUUfVi]hYbac[Y`]^_"
˜ 8Y\Y`XYf\Y]XgkYf]b[kcfXhncXUb][[YgY`YWhYYfXXUh
`ia]bUbh]YjYf\ciX]b[YbÃWcbhfUghYbÄ]b\Yh[Yn]W\hgjY`XhiggYbhUU_V]^j"gW\f]ə X]fYWhYca[Yj]b[V]^j"
hUZY`V`UXYbdYf]ɕf]YV]^j"fUUaaUl]aUU`ź.ż.źŹ
hUU_.X]fYWhYca[Yj]b[.dYf]ZYf]YVYXfU[Yb"
Individuele
beïnvloeding
˜ <
Yh`]W\h_Ub]bY`_Yfi]ahYUZncbXYf`]^_UUb!cZi]h[YgW\U_Y`XkcfXYb"
˜ 8Y\Y`XYf\Y]XkYf]b[_UbdYf[fcYdgfi]ahYkcfXYb
VYX]YbX"
˜ ?
ibghjYf`]W\h]b[]b[fcYdgfi]ahYb]gVYdYf_hfY[Y`VUUf.
XYjYf`]W\h]b[]gV]^jccfVYY`X]bXY`YbUUb!cZi]hhY
gW\U_Y`YbXYncbYV]^\YhVcfXUdUfhcZX]aVUUf"
Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan.
˜ ?
ibghjYf`]W\h]b[]b[fcYdgfi]ahYb]gX]aVUUfb]b
XY`YbUUbYbi]hhYgW\U_Y`YbXYncbYV]^\YhVcfX
UdUfh"
Thema
Klasse C - ACCEPTABEL
Klasse B - GOED
extra t.o.v. klasse C
Klasse A - ZEER GOED
Extra t.o.v. klasse B
Akoestisch comfort
Geluidwering
van de gevel
Installatiegeluid
˜ 8
Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`;A]g[Y`]^_UUb\Yh
j YfgW\]`higgYbXY[Y`i]XVY`Ugh]b[cdXY[YjY`YbżżX6"
˜ 8Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`X]Ybha]b]aUU`ŻŹX6hY
VYXfU[Yb"
˜ 8
Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`]g[Y`]^_UUb\YhjYfgW\]`
higgYbXY[Y`i]XVY`Ugh]b[cdXY[YjY`YbŻƁX6"
˜ 8Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`X]Ybha]b]aUU`ŻžX6hY
VYXfU[Yb"
Toelichting
˜ 8
Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`;AX]YbhhYkcfXYb
VYdUU`XWcbZcfaB9BžŹƀƀ"8Y[Y`i]XkYf]b[X]YbhhY
kcfXYbVYdUU`XV]^[Yg`chYbfUaYb aUUfaYhXY
VYcc[XY\cYjYY`\Y]X`iW\hjYfjYfg]b["
˜ JccfXY[Y`i]XVY`Ugh]b[kcfXhi]h[Y[UUbjUbXYkYf_Y`]^_Y[YWiai`YYfXY[Y`i]XVY`Ugh]b[jUbU``YUUbkYn][Y
[Y`i]XVfcbbYbkY[YbY"X""
Toelichting
˜ 5
UbVYjc`YbkcfXhcai]hhY[UUbjUbXY?`UggY5!Y]g
kUbbYYf\Yh`c_UU`[fYbghUUbYYbgdYY`d`UUhgX]Yh]^XYbg`Ygh]^XkcfXh[YVfi]_hkUbbYYfb]YhU``Y`YYf`]b[Yb
hY[Y`]^_dUinYfYb"9jYbhiY`Y\]bXYfhYb[Yjc`[YjUb
dfUhYbXYYbgdY`YbXY_]bXYfYb_UbXccfXYVYhYfY
[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`kcfXYbVYdYf_h"
˜ <
Yh[Y`i]Xb]jYUi]bXY[fcYdgfi]ahYbh"["j"]bghU``Uh]Yg
@I;A]gaUl]aUU`żžX6"
˜ <
Yh[Y`i]Xb]jYUi]bXY[fcYdgfi]ahYbh"["j"]bghU``Uh]Yg
]gaUl]aUU`żżX6"
˜ <
Yh[Y`i]Xb]jYUi]bXY[fcYdgfi]ahYbh"["j"]bghU``Uh]Yg
]gaUl]aUU`żŹX6"
˜ 8
Y[Ya]XXY`XYbU[U`ah]^X]bXY]b[Yf]W\hY[fcYdgfi]ahYVYXfUU[hhiggYbŹ ſYbŹ Ɓg"
˜ 8
Y[Ya]XXY`XYbU[U`ah]^X]bXY]b[Yf]W\hY[fcYdgfi]ahYVYXfUU[hhiggYbŹ ŽYbŹ ſg"
Toelichting
˜ <
Yh_UfU_hYf]gh]Y_]bghU``Uh]Y[Y`i]Xb]jYUi@I;AX]YbhhY
kcfXYbVYdUU`XWcbZcfaB9BžŹƀƀ"
˜ CbXYf]bghU``Uh]YgkcfXYbaYW\Ub]gW\Yjccfn]Yb]b[Yb
jccf`iW\hjYfjYfg]b[ kUfahYcdkY__]b[cZkUfahY!
hYfi[k]bb]b[jYfghUUb"
Ruimteakoestiek
˜ 8
Y[Ya]XXY`XYbU[U`ah]^X]bXY]b[Yf]W\hY[fcYdgfi]ahY]gaUl]aUU`Ź Ɓg"
Toelichting
˜ 8
Y[Ya]XXY`XYbU[U`ah]^XVYhfYəXY[Ya]XXY`XY
kUUfXYjUbXYbU[U`ah]^X]bXYcWhUUɋUbXYbŻžŹh#a
ŻŹŹŹ<n"
˜ HcYdUgg]b[jUbYYb[Y`i]XUVgcfVYfYbXd`UZcbXYb#cZ
[Y`i]XUVgcfVYfYbXYkUbXUZkYf_]b[]gbccXnU_Y`]^_"
8Y\cYjYY`\Y]XjUbX]haUhYf]UU`YbXY[Y`i]X!
UVgcfVYfYbXY_kU`]hY]h]gUɔUb_Y`]^_jUb\Yh[YkYbghY
UaV]h]Yb]jYUi"
˜ CaYYb[cYXYV]^?`UggY5.i]hghY_YbXYgdfUU_jYfghUUbVUUf\Y]XhYfYU`]gYfYb]g\YhYYbjccfkUUfXYXUh
XYUW\hYf[fcbX[Y`i]Xb]jYUighYb[Yjc`[YjUbVi]hYb[Y`i]XYb]bghU``Uh]YgVYdYf_hV`]^jYbhchXYV]^XY
cbXYfXY`YbÃ[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`ÄYbÃ]bghU``Uh]Y[Y`i]XÄ[YbcYaXYkUUfXYb"
Luchtgeluidisolatie
˜ 8
Y`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]Y8bH/5higgYb[fcYdgfi]ahYb#
`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYfV`]^Zgfi]ahYb
]ghYba]bghYżƂX6"
˜ 8Y`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhiggYb[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYf_YYfgfi]ahYb]ghYb
a]bghYŻžX6"
˜ 6]^YYbhiggYbXYif]bXYgW\Y]X]b[gkUbXhiggYbhkYY
[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb]gXY`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhYb
a]bghYżŽX6"
Toelichting
˜ <
Yh[Ykc[Yb`iW\h[Y`i]Xb]jYUijYfgW\]`8bH/5 X]YbhhY
kcfXYbVYdUU`XWcbZcfaB9BžŹƀƀ"
Contactgeluidisolatie
˜ 8
YWcbhUWh[Y`i]X]gc`Uh]Y@bH/5higgYb[fcYdgfi]ahYb#
`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYfV`]^Zgfi]ahYb
]ghYb\cc[ghYžƂX6"
˜ 8YWcbhUWh[Y`i]X]gc`Uh]YhiggYb[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYf_YYfgfi]ahYb]ghYb
\cc[ghYſƂX6"
˜ <]bXYf`]^_Yhf]``]b[YbjUbXYj`cYfcZhfUddYbXccf
`cdYb#VYkY[YbcZain]Y_kcfXYbjccf_caYb"
Toelichting
˜ <
Yh[Ykc[YbWcbhUWh[Y`i]XXfi_b]jYUi@bH/5X]YbhhY
kcfXYbVYdUU`XWcbZcfaB9BžŹƀƀ"
Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan.
˜ 8
Y`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhiggYb[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYfV`]^Zgfi]ahYb]ghYb
a]bghYŽżX6"
˜ 8Y`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhiggYb[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYf_YYfgfi]ahYb]ghYb
a]bghYżźX6"
˜ 6]^YYbhiggYbXYif]bXYgW\Y]X]b[gkUbXhiggYbhkYY
[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb]gXY`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhYb
a]bghYżƁX6"
Dit is een uitgave van:
Agentschap NL
Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht
T +31 (0) 88 602 92 00
E [email protected]
www.frissescholen.nl
© Agentschap NL | april 2012
Publicatienummer: 2EGOU1203
Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan
Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele
fouten.
Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert
beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid,
innovatie en internationaal. Agentschap NL is het aanspreekpunt
voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie
en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving.
De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te
werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst.
Divisie NL Energie en Klimaat voert in opdracht van het ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het programma
‘Energie & Gebouwde Omgeving’ uit. Wij bieden professionele
marktpartijen en overheden ondersteuning bij energiebesparing,
duurzame energie en CO₂-reductie van de gebouwde omgeving.
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 3
bijlage 3
Klant vertrouwelijk
Financiële analyse
bijlage 3
-1-
1
FINANCIËLE ANALYSE
In de projectgroep is op basis van de eerste analyse van de scenario’s op hoofdlijnen besloten om een tweetal
scenario’s niet verder mee te nemen in de financiële analyse. Het betreft scenario 3 en 5 waarbij het IKC op de
locatie in Obbicht wordt gerealiseerd door hergebruik/uitbreiding van het bestaande schoolgebouw of in de vorm
van sloop en nieuwbouw. Gebleken is dat zowel het gebouw als de locatie te klein zijn om het IKC te realiseren.
De overige scenario’s zijn dus meegenomen in de financiële analyse. Hiertoe hebben wij drie ramingen opgesteld
waarmee wij deze scenario’s financieel kunnen beoordelen. Het komt er op neer dat wij het volgende hebben
doorgerekend:
Renovatie: van de schoolgebouwen in Grevenbicht (scenario 1)
Transformatie: van de schoolgebouwen in Grevenbicht (scenario 2)
Nieuwbouw: op de schoollocatie in Grevenbicht (scenario 4) en in het tussengebied Obbicht-Grevenbicht
(scenario 6, 7, 8)
Met deze drie ramingen kunnen wij voldoende inzicht verschaffen in de genoemde scenario’s.
1.1
Uitgangspunten financiële analyse
Royal HaskoningDHV heeft in de afgelopen jaren meerdere schoolgebouwen doorgerekend. De investerings- en
exploitatiekostenramingen zijn opgesteld op basis van de ervaringscijfers van Royal HaskoningDHV. Hieronder
zijn de gehanteerde uitgangspunten omschreven.
Investeringskosten
De investeringsramingen zijn opgebouwd conform de NEN 2631 Investeringskosten van gebouwen, bestaande
uit:
Grondkosten (bouw- en woonrijp maken).
Bouwkosten (bouwkundige en installatietechnische kosten).
Inrichtingskosten (vaste inrichting / inbouwpakket).
Bijkomende kosten (inclusief projectbegeleidings- en advieskosten).
Frisse Scholen Klasse B
AgentschapNL onderscheidt in het “Programma van Eisen – Frisse Scholen” drie klassen in het Frisse Scholen
concept, te weten
Klasse A: zeer goed
Klasse B: goed
Klasse C: acceptabel
Hiermee wordt een classificatie gegeven waarmee het AgentschapNL schoolbesturen stimuleert om minder
energie te verbruiken en het binnenmilieu te verbeteren. Het doel is om het leren optimaal te faciliteren. Het
programma van eisen behandelt vijf thema’s om dit doel te bereiken: energiezuinigheid, luchtkwaliteit, thermisch
comfort, visueel comfort en akoestisch comfort. Klasse C is gebaseerd op geldende wet- en regelgeving zoals het
bouwbesluit.
Sloopkosten
Tevens zijn sloopkosten opgenomen in de investeringsramingen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de
sloopkosten uitsluitend ten laste van de investering in het IKC komt indien het IKC wordt gevestigd op de locatie
waar gebouwen worden gesloopt. In dat geval is sloop noodzakelijk om het IKC te kunnen realiseren. Bij
nieuwbouw op een andere locatie worden de sloopkosten opgenomen bij de opbrengstraming van de locatie
waarop gebouwen gesloopt moeten worden. Bij herbestemming van een bestaand schoolgebouw is echter geen
sprake van sloopkosten.
Naast de investeringskosten in de nieuwbouw is het in sommige scenario’s denkbaar dat er aanvullende
infrastructurele maatregelen nodig zijn om de verkeersveiligheid voor langzaam verkeer te vergroten. Te denken
valt een rotonde in de Kempenweg ter ontsluiting van een locatie in het tussengebied. Ook het realiseren van een
vrij liggend fietspad tussen Obbicht en Grevenbicht kan de veiligheid van fietsers vergroten. Een rotonde ramen
wij op circa € 300.000 inclusief btw en een vrij liggend fietspad (350 strekkende meter) op circa € 100.000
inclusief btw. Per scenario geven wij aan in hoeverre deze kosten worden meegenomen in de financiële analyse.
Kosten tijdelijke huisvesting
Op basis van prijsgegevens van leveranciers (internetonderzoek) hebben wij de kosten van tijdelijke huisvesting
bepaald. Hierbij zijn wij ervan uitgegaan dat de tijdelijke huisvesting in de vorm van noodlokalen geschiedt. Bij
renovatie is circa 3 maanden behoefte aan tijdelijke huisvesting en bij nieuwbouw op de huidige schoollocatie in
Grevenbicht circa 12 maanden. De kosten voor tijdelijke huisvesting voor 3 maanden bedraagt circa € 50.000,
voor 12 maanden circa € 175.000. De kosten bestaan uit huur en eenmalige plaatsings- en verwijderingskosten.
Daarnaast moet nog rekening gehouden worden met aansluitingskosten (o.a. water, riolering, energie). Deze
kosten zijn afhankelijk van de locatie van de te plaatsen noodlokalen en zijn daarom nog niet meegenomen.
Alle weergegeven investeringen hebben prijspeil januari 2014.
Niet opgenomen investeringskosten:
Verhuiskosten: blijven buiten beschouwing.
Exploitatiekosten
Bij het bepalen van de exploitatiekosten is aangesloten bij de opbouw zoals opgenomen in de door het Ministerie
van OCW opgestelde richtlijn, geheten de Staat van Baten en Lasten (SvBL). De volgende aan huisvesting
gerelateerde exploitatiekosten zijn in dit onderzoek meegenomen:
Afschrijvingen en rente
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Overige huisvestingslasten
In de wetgeving rond onderwijshuisvesting is bepaald dat gemeenten financieel verantwoordelijk zijn voor de
grootschalige renovatie, uitbreiding en nieuwbouw van onderwijshuisvesting. Daarom komen de kapitaalslasten
die hieruit voortvloeien terecht bij de gemeente. De overige exploitatiekosten zijn voor rekening van het
schoolbestuur, stichting Kindante.
Ten behoeve van de kapitaalslasten (afschrijving en rente) is aangesloten bij het gemeentelijk afschrijvingsbeleid:
Afschrijvingstermijn voor renovatie: 20 jaar.
Afschrijvingstermijn voor nieuwbouw en uitbreiding: 40 jaar.
Rente gemeente: 3,9% (tevens disconteringsvoet),
Rente Stichting Kindante: 2,5% (tevens disconteringsvoet).
Van de kapitaalslasten en de exploitatielasten zijn de eerstejaarslasten weergegeven. Omdat er in de diverse
scenario’s verschillende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd (20 versus 40 jaar), is de gemiddelde jaarlijkse
netto contante waarde (NCW) van de kapitaals- en exploitatiekosten berekend. Hiertoe zijn de exploitatielasten
geïndexeerd (2,0% per jaar) naar het startjaar van de exploitatie en teruggerekend naar prijspeil heden aan de
hand van de bovengenoemde disconteringsvoeten. Hiermee kunnen de kapitaalslasten en de exploitatiekosten
van de verschillende scenario’s met elkaar worden vergeleken. Een andere reden om de NCW van de
kapitaalslasten te berekenen is dat de kapitaalslasten in het eerste jaar het hoogst zijn bij lineaire afschrijving.
Door het afschrijven van de investeringen zullen de jaarlijkse rentekosten namelijk afnemen gedurende de
looptijd. De kapitaalslasten in het laatste jaar zijn daardoor beduidend lager dan in het eerste jaar. Om dit effect
weg te nemen zijn gemiddelde jaarlijkse kapitaalslasten aan de hand van de netto contante waarde methode
berekend.
Zowel de weergegeven eerstejaars lasten als de netto contante waarde daarvan hebben prijspeil januari 2014.
De hoogte van de exploitatiekosten zijn per scenario gecheckt aan de exploitatiekosten van door Royal
HaskoningDHV gerealiseerde gebouwen en aan de hand van landelijke benchmarkgegevens.
In de financiële analyse worden ook de huidige exploitatiekosten van achterblijvende locaties en van locaties die
gehandhaafd worden meegenomen.
Boekwaarden en huidige kapitaalslasten
In onderstaande tabel zijn de boekwaarden van de onderzochte gebouwen opgenomen. Indien gebouwen
(gedeeltelijk) gesloopt of verkocht worden, zullen de boekwaarden moeten worden afgeboekt. Indien gebouwen
niet gesloopt of verkocht worden, maar in bezit blijven van de gemeente, zullen de kapitaalslasten van deze
locaties moeten worden meegenomen in de financiële analyse. Per scenario gaan wij hierop in.
School
Adres
Bouwjaar
m2 bvo
Huidige
Kapitaalslasten
Boekwaarde
per
31/12/2014
PC basischool Ds.
St. Catharinaplantsoen 6,
Deeleman
Grevenbicht
RK basischool
St. Catharinaplantsoen 4,
Pastoor Franck
Grevenbicht
RK basischool
St. Willibrorduslaan 1,
Willibrordus
Obbicht
Gymzaal Grevenbicht
St. Catharinaplantsoen 2,
1963
680
37.000
287.000
1964
1.537
48.000
154.000
1959
1.033
17.000
105.000
2002
455
18.000
216.000
1982
475
12.000
31.000
Grevenbicht
Gymzaal Obbicht
St. Willibrorduslaan 21
Tabel 1: boekwaarden schoolgebouwen en gymzalen Obbicht en Grevenbicht
Gezien de oppervlakte van de gebouwen en de boekwaarden blijkt dat de Ds. Deelemanschool nog een relatief
hoge boekwaarde heeft. Dit is het gevolg van investeringen die in 2006 zijn gedaan in het gebouw. Ook de
gymzaal in Grevenbicht heeft een nog relatief hoge boekwaarde.
De boekwaarden zijn niet meegenomen in de berekeningen aangezien het geen cash flow betreft zoals de
investeringen en exploitatiekosten. Bij sloop van gebouwen zullen de betreffende boekwaarden versneld moeten
worden afgeschreven. In de analyse worden de effecten van de boekwaarden per scenario separaat
weergegeven.
Mogelijke financiering investeringskosten
De gemeente vergoedt de investeringskosten voor nieuwbouw en grootschalige renovatie van schoolgebouwen.
Nieuwbouw wordt vergoed op basis van de in de verordening gehanteerde normbedragen voor investering in
nieuwbouw en uitbreiding. Grootschalige renovatie wordt vergoed tegen de geraamde kosten, mits hier
overeenstemming bestaat tussen schoolbestuur en gemeente. De gemeente heeft aangegeven voor renovatie,
nieuwbouw en uitbreiding uitsluitend de investeringskosten te vergoeden die nodig zijn om het gebouw te laten
voldoen aan de eisen zoals gesteld in het bouwbesluit. Voor de wens van Stichting Kindante om zowel bij
nieuwbouw als bij het handhaven van bestaande gebouwen het niveau van Frisse Scholen Klasse B aan te
houden, zal Stichting Kindante voor aanvullende financiering moeten zorgen.
Aankoop grond ten behoeve van het IKC
In sommige scenario’s zijn kosten voor aankoop van de grond opgenomen. Aangezien de aankoopkosten op dit
moment niet zijn in te schatten hebben wij hiervoor een p.m. post opgenomen in de analyse. Het is echter geen
vaststaand gegeven dat bij nieuwbouw grond aangekocht moet worden. Een alternatieve mogelijkheid die bij een
keuze voor nieuwbouw moet worden onderzocht is grondruil.
Waardebepaling vrijkomende locaties
Per scenario zullen een aantal locaties worden onttrokken aan de onderwijs- of sport bestemming. In alle
scenario’s zal de Willibrordusschool leeg komen te staan en niet langer worden gebruikt voor
onderwijsdoeleinden. De locatie van de scholen in Grevenbicht komt vrij voor herbestemming in de
nieuwbouwscenario’s in het tussengebied Obbicht-Grevenbicht. Daarnaast is het afhankelijk van de te kiezen
oplossing voor de gymzalen in hoeverre deze locaties in Obbicht en Grevenbicht vrijvallen.
Willibrordusschool
x
x
Gymzaal Obbicht
ntb
ntb
Scholen Grevenbicht
x
ntb
ntb
x
Gymzaal Grevenbicht
ntb
ntb
ntb
ntb
Tabel 2: per scenario mogelijk vrijvallende locaties voor herbestemming
x
x
ntb
ntb
ntb
x
x
x
x
ntb
ntb
ntb
ntb
Daarom hebben wij de mogelijkheden van bijvoorbeeld zorgwoningen onderzocht. Wij komen tot de conclusie dat
het gezien de slechte marktomstandigheden en de relatief hoge kosten voor sloop van opstallen en bouw- en
woonrijp maken, het niet mogelijk is om op korte termijn een positieve grondopbrengst te realiseren. Daarom
hebben wij in deze rapportage geen grondopbrengsten voor de eventueel vrijkomende locaties opgenomen.
Ook voor de woningcorporaties is het op basis van de huidige voorwaarden niet haalbaar om te investeren in
vrijkomende locaties.
Overige financiële uitgangspunten
Start bouw: 2015
Start exploitatie: eind 2016
Alle bedragen zijn inclusief 21% btw (tenzij anders vermeld).
Hieronder worden de uitkomsten van de scenario’s toegelicht. Vervolgens vindt een analyse plaats van de
uitkomsten.
Scenario 1: Samenvoegen scholen in gerenoveerd schoolgebouw in Grevenbicht
Investeringskosten
De totale investeringskosten hebben betrekking op de renovatie van de schoolgebouwen in Grevenbicht. Wij zijn
uitgegaan van onder meer de volgende renovatiemaatregelen:
Sloopwerk ten behoeve van de renovatie (verwijderen van materialen).
Verwijderen asbest
Na-isoleren begane grondvloer.
Vervangen lichtkoepels
Vernieuwen en na-isoleren dakbedekking
Vervangen boeiboorden
Na-isoleren gevels
Schilderwerk binnendeuren en kozijnen
tussengebied
elders in
x
ntb
Van de beide schoollocaties hebben wij een globale waardebepaling uitgevoerd. Uit overleg met de gemeente
blijkt dat woningbouw een moeilijk haalbare herbestemming biedt voor de locaties. Het gemeentelijke
volkshuisvestingsbeleid is erop gericht dat de behoefte naar woningen moet worden aangetoond. Gezien de
krimpsituatie in de regio is dit moeilijk aan te tonen. Indien woningen worden toegevoegd in Grevenbicht en/of
Obbicht, zal een gelijk aantal woningen moeten worden onttrokken aan de woningmarkt.
1.2
Nieuwbouw
8
Grevenbicht
Nieuwbouw
Frankenstraat
7
Obbicht
Kempenweg
Nieuwbouw
Obbicht
6
schoollocatie
nieuwbouw
Sloop en
Grevenbicht
5
schoollocatie
nieuwbouw
4
Sloop en
gebouw Obbicht
Transformatie
3
Grevenbicht
gebouwen
Transformatie
2
Grevenbicht
vrijvallende locaties
gebouwen
Mogelijke
1
Renovatie
Scenario:
-
Binnenwandafwerking
Vernieuwen vloerafwerking
Aanpassen plafonds
Vernieuwen W installaties, ten behoeve van Frisse Scholen Klasse B
Vernieuwen/aanpassen E installaties
In onderstaande tabel zijn de investeringen van scenario 1 samengevat.
bedragen in €
Gemeente
Stichting
Totaal
Kindante
Investeringskosten IKC
Sloopkosten
Renovatiekosten
2.180.000
Investering tbv Frisse Scholen Klasse B
2.180.000
540.000
540.000
540.000
2.820.000
Buitenruimte en infrastructuur (op de locatie)
Infrastructurele maatregelen (fietspad)
100.000
Totaal investeringskosten IKC
Tabel 3: investeringskosten scenario 1
2.280.000
100.000
In bovenstaande tabel is te zien dat de renovatiekosten onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen.
Per 1 januari 2015 wordt echter de verantwoordelijkheid voor het totale onderhoud overgeheveld naar de
schoolbesturen. Over de exacte verdeling van de renovatiekosten moeten echter nadere afspraken worden
gemaakt tussen de gemeente en Stichting Kindante.
De totale renovatiekosten voor de school komen uit op circa € 2,7 miljoen. Daarnaast is een investering van circa
€ 100.000 opgenomen voor de realisatie van een fiets-/voetpad tussen Grevenbicht en Obbicht.
Renovatie van de schoolgebouwen in Grevenbicht gaat gepaard met forse investeringen. Het gebouw is
technisch sterk verouderd. Daarnaast wordt het gebouw qua binnenklimaat op niveau gebracht om te kunnen
voldoen aan het keurmerk Frisse Scholen Klasse B.
Er worden in dit scenario geen investeringen gedaan in de buitenruimte.
Mogelijke overige investeringen
Naast bovengenoemde investeringen zullen de boekwaarden van de Willibrordusschool versneld moeten worden
afgeschreven.
bedragen in €
Gemeente
Stichting
Totaal
Kindante
Overige mogelijke investeringen
Afschrijving boekwaarden Willibrordusschool
105.000
105.000
Totaal investeringskosten p.p. 2014
105.000
105.000
Totale investeringen scenario 1 inclusief overige
2.385.000
540.000
2.925.000
investeringen
Tabel 4: mogelijke overige investeringskosten scenario 1
Grondverwerving
Grondverwerving is niet aan de orde.
Exploitatiekosten
Voor Stichting Kindante en de gemeente zijn de kapitaalslasten en exploitatiekosten voor scenario 1 berekend.
De exploitatiekosten bestaan voor de gemeente uit de kapitaalslasten die bij de investering van de gemeente
hoort. Deze bedragen in het eerste jaar € 202.000. De gemiddelde netto contante waarde van de gemeentelijke
kapitaalslasten bedraagt in 2013 circa € 114.000. Dit ligt substantieel lager doordat is uitgegaan van lineaire
afschrijving. Dit houdt in dat ieder jaar een zelfde bedrag wordt afgelost waardoor de restschuld jaarlijks afneemt.
De rente (over de restschuld) neemt daardoor ook ieder jaar af. Daardoor zijn de gemiddelde kapitaalslasten
lager dan de eerstejaarslasten.
De overige exploitatielasten komen voor rekening van Stichting Kindante. Deze bedragen in het eerste jaar circa
€ 154.000. Dit is een toename ten opzichte van de huidige exploitatielasten van de drie basisscholen (€ 135.000).
De netto contante waarde van de exploitatiekosten voor Kindante bedraagt € 132.000.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Exploitatiekosten IKC
e
Kapitaallasten 1 jaar p.p. 2014
41.000
243.000
Onderhoud
202.000
32.000
32.000
Energie en water
40.000
40.000
Schoonmaak
34.000
34.000
Heffingen
1.400
1.400
Overige huisvestingslasten
5.600
5.600
e
Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p 2014
202.000
154.000
356.000
NCW gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten 2014
Tabel 5: exploitatiekosten IKC scenario 1
114.000
132.000
246.000
Mogelijke overige exploitatiekosten
In tabel 6 zijn tevens de huidige kapitaalslasten van de Ds. Deelemanschool en de Pastoor Franckschool
opgenomen omdat beide gebouwen in gebruik blijven voor het IKC. De kapitaalslasten van de Willibrordusschool
zijn niet aan de orde aangezien de boekwaarden versneld worden afgeschreven.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Overige exploitatiekosten
Tijdelijke huisvesting (huur 3 maanden)
50.000
50.000
Huidige kapitaalslasten Ds. Deelemanschool
37.000
37.000
Huidige kapitaalslasten Pastoor Franckschool
Totaal overige exploitatiekosten
e
Totaal exploitatiekosten 1 jaar
Tabel 6: overige mogelijke exploitatiekosten scenario 1
1.3
48.000
48.000
135.000
135.000
337.000
154.000
491.000
Scenario 2: IKC door transformatie: hergebruik, sloop en uitbreiding van bestaande
schoolgebouwen in Grevenbicht
Investeringskosten
De totale investeringskosten voor de renovatie, sloop en uitbreiding van de school, peuterspeelzaal en de
buitenschoolse opvang bedragen circa € 3,8 miljoen. In onderstaande tabel zijn de financiële uitkomsten van
scenario 2 opgenomen.
bedragen in €
Gemeente
Stichting
Totaal
Kindante
Investeringskosten IKC
Sloopkosten (tbv renovatie Ds. Deeleman en Pastoor
270.000
270.000
Franck)
Renovatiekosten
Nieuwbouwkosten gebouw
575.000
575.000
2.280.00
2.280.00
Investering tbv Frisse Scholen Klasse B
Buitenruimte en infrastructuur (op de locatie)
Infrastructurele maatregelen (fietspad)
Totaal investeringskosten IKC
465.000
180.000
100.000
3.405.000
465.000
180.000
100.000
465.000
3.870.000
Tabel 7: investeringskosten scenario 2
De totale investeringskosten voor de gemeente bedragen € 3.4 miljoen voor het IKC. Voor Kindante bedraagt de
investering € 465.000.
Mogelijke overige investeringen
In tabel 8 is een aantal overige mogelijke investeringen opgenomen. Het betreft hier het versneld afschrijven van
de boekwaarden van de Willibrordusschool (€ 105.000). Aangezien de Pastoor Franckschool wordt gesloopt, zijn
ook de boekwaarden van deze school (€ 154.000) opgenomen.
bedragen in €
Gemeente
Stichting
Totaal
Kindante
Overige mogelijke investeringen
Afschrijving boekwaarden Willibrordusschool
105.000
105.000
Afschrijving boekwaarden Pastoor Franckschool
154.000
154.000
Totaal investeringskosten p.p. 2014
259.000
259.000
Totale investeringen scenario 2 inclusief overige
3.664.000
465.000
4.129.000
investeringen
T abel 8: mogelijke overige investeringskosten scenario 2
Grondverwerving
Grondverwerving is niet aan de orde.
Exploitatiekosten
De kapitaalslasten voor het IKC komen in dit scenario voor de gemeente uit op € 234.000 in het eerste jaar, €
104.000 NCW 2014).
De exploitatiekosten voor Stichting Kindante bedragen in dit scenario circa € 118.000 in het eerste jaar, € 85.000
NCW 2014. De exploitatiekosten van het IKC bij dit scenario liggen lager dan bij scenario 1. Dit komt doordat een
deel van het gebouw nieuw wordt gebouwd, hetgeen een gunstig effect heeft op zaken als energiekosten,
schoonmaakkosten en onderhoudskosten.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Exploitatiekosten IKC
e
Kapitaallasten 1 jaar p.p. 2014
27.000
261.000
Onderhoud
25.000
25.000
Energie en water
31.000
31.000
Schoonmaak
29.000
29.000
Heffingen
1.200
1.200
Overige huisvestingslasten
4.800
4.800
e
234.000
Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p 2014
234.000
118.000
352.000
NCW gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten 2014
Tabel 9: exploitatiekosten scenario 2
104.000
85.000
189.000
Mogelijke overige exploitatiekosten
In tabel 10 zijn de huidige kapitaalslasten van Ds. Deelemanschool opgenomen aangezien dit gebouw in gebruik
blijft. De kapitaalslasten van de Willibrordusschool en de beide gymzalen worden alleen meegerekend zolang
deze gebouwen in eigendom zijn van de gemeente. Ook zijn de huurkosten voor tijdelijke huisvesting
opgenomen.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Overige exploitatiekosten
Tijdelijke huisvesting (huur 12 maanden)
Huidige kapitaalslasten Ds. Deelemanschool
Totaal overige exploitatiekosten
e
Totaal exploitatiekosten 1 jaar
Tabel 10: overige mogelijke exploitatiekosten scenario 2
1.4
175.000
175.000
37.000
37.000
212.000
212.000
446.000
118.000
564.000
Scenario 4: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht
Investeringskosten
De totale investeringskosten voor nieuwbouw bedragen in scenario 4 voor het IKC circa € 4.5 miljoen. Hierin zijn
tevens de totale sloopkosten voor de locatie opgenomen aangezien sloop noodzakelijk is om het IKC te kunnen
bouwen. In onderstaande tabel zijn de financiële uitkomsten van scenario 4 samengevat.
bedragen in €
Gemeente
Stichting
Totaal
Kindante
Investeringskosten IKC
Sloopkosten (tbv renovatie Ds. Deeleman en Pastoor
300.000
300.000
Franck)
Renovatiekosten
Nieuwbouwkosten gebouw
3.465.000
Investering tbv Frisse Scholen Klasse B
3.465.000
465.000
465.000
Buitenruimte en infrastructuur (op de locatie)
180.000
180.000
Infrastructurele maatregelen (fietspad)
100.000
100.000
Totaal investeringskosten IKC
4.045.000
465.000
4.510.000
Tabel 11: investeringskosten scenario 4
Mogelijke overige investeringen
In tabel 12 is het versneld afschrijven van de boekwaarde van de Willibrordusschool, de Pastoor en de Ds.
Deelemanschool opgenomen.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Overige mogelijke investeringen
Afschrijving
boekwaarden
(Willibrordusschool)
bij
105.000
105.000
Afschrijving boekwaarden Pastoor Franckschool
154.000
154.000
Afschrijving boekwaarden Ds. Deelemanschool
287.000
287.000
Totaal investeringskosten p.p. 2014
546.000
546.000
verkoop
Totale investeringen scenario 4 inclusief overige
4.591.000
465.000
5.056.000
investeringen
Tabel 12: mogelijke overige investeringskosten scenario 4
Grondverwerving
Grondverwerving is niet aan de orde.
Exploitatiekosten
De kapitaalslasten bij het sloop- en nieuwbouwscenario bedragen voor de gemeente circa € 261.000 in het eerste
jaar (€ 107.000 NCW 2014). De kapitaalslasten bij nieuwbouw zijn hoger dan bij het renovatie scenario en het
transformatiescenario waarbij een combinatie van renovatie, sloop uitbreiding plaatsvindt.
De exploitatiekosten zijn voor Stichting Kindante bij sloop en nieuwbouw echter lager dan in de voorgaande
scenario’s. Dit komt doordat bij nieuwbouw onderhoudsvrije materialen kunnen worden gebruikt. Daarnaast kan
een optimaal binnenklimaat worden gerealiseerd waardoor de energiekosten kunnen dalen.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Exploitatiekosten IKC
e
Kapitaallasten 1 jaar p.p. 2014
24.000
285.000
Onderhoud
20.000
20.000
Energie en water
28.000
28.000
Schoonmaak
29.000
29.000
Heffingen
1.200
1.200
Overige huisvestingslasten
4.800
4.800
e
261.000
Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p 2014
261.000
107.000
368.000
NCW gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten 2014
Tabel 13: exploitatiekosten scenario 4
107.000
72.000
179.000
Mogelijke overige exploitatiekosten
In tabel 14 zijn kosten voor tijdelijke huisvesting opgenomen.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Overige mogelijke exploitatiekosten
Tijdelijke huisvesting (12 maanden)
175.000
Totaal overige exploitatiekosten
175.000
?
175.000
436.000
107.000
543.000
e
Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p. 2014
Tabel 14: overige mogelijke exploitatiekosten scenario 4
1.5
175.000
Scenario 6, 7 en 8: Nieuwbouw IKC aan Kempenweg in Obbicht, Frankenstraat in
Grevenbicht of elders in het tussengebied
Investeringskosten
De totale investeringskosten voor de realisatie van het IKC liggen iets lager dan in het voorgaande scenario
doordat de sloopkosten niet zijn opgenomen. Sloop is niet noodzakelijk voor de nieuwbouw van het IKC en wordt
daarom opgenomen bij de herbestemming van de schoollocatie in Grevenbicht indien sloop aan de orde is bij
herbestemming.
Onderstaande tabel geeft de financiële uitkomsten van nieuwbouw in het tussengebied Obbicht-Grevenbicht
weer. Hierin zijn tevens de investeringskosten van het fietspad en een rotonde in de Kempenweg opgenomen.
bedragen in €
Gemeente
Stichting
Totaal
Kindante
Investeringskosten IKC
Grondverwerving
p.m.
Grondkosten (ophogen en watercompensatie)
p.m.
Sloopkosten
Nieuwbouwkosten gebouw
3.455.000
Investering tbv Frisse Scholen Klasse B
3.455.000
465.000
465.000
Buitenruimte en infrastructuur (op de locatie)
180.000
180.000
Infrastructurele maatregelen (fietspad + rotonde)
400.000
400.000
p.m.
p.m.
Grondwerkzaamheden tbv ophogen
Watercompensatie (bergend vermogen)
Totaal investeringskosten IKC
p.m.
4.035.000
p.m.
465.000
4.500.000
Tabel 15: investeringskosten scenario 6, 7 en 8
De totale investering in het IKC bedraagt voor de gemeente circa € 3,6 miljoen. Daarnaast zijn nog
investeringskosten voor de verkeersmaatregelen aan de orde ter hoogte van circa € 400.000. Daarbij moet
worden opgemerkt dat nieuwbouw in het tussengebied een aantal kostenverhogende maatregelen met zich
meebrengt ten opzichte van nieuwbouw in Grevenbicht. Het gaat hier om zaken als grondwerkzaamheden voor
het ophogen van de locatie en het treffen van noodzakelijke watercompensatie om het waterbergend vermogen
van het gebied op peil te houden. De hoogte van deze investeringen is in dit stadium nog niet in te schatten en
zijn daarom als p.m. post opgenomen. Voor Stichting Kindante bedraagt de investering circa € 465.000.
Mogelijke overige investeringen
In tabel 16 zijn de boekwaarden van de drie schoolgebouwen weergegeven. Deze worden versneld
afgeschreven.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Overige mogelijke investeringen
Afschrijving boekwaarden Willibrordusschool
105.000
105.000
Afschrijving boekwaarden Pastoor Franckschool
154.000
154.000
Afschrijving boekwaarden Ds. Deeleman school
287.000
287.000
Totaal investeringskosten p.p. 2014
546.000
546.000
Totale investeringen scenario 6, 7 en 8 inclusief
4.581.000
465.000
5.046.000
overige investeringen
Tabel 16: mogelijke overige investeringskosten scenario 6, 7 en 8
Aankoopkosten grond
Aangezien de onderzochte locaties in het tussengebied Obbicht-Grevenbicht particulier eigendom zijn, zal grond
aangekocht moeten worden. Een andere mogelijkheid is het ruilen van grond. Zoals eerder vermeld hebben wij
de aankoopkosten voor de grond als p.m. post meegenomen aangezien de hoogte hiervan afhankelijk is van de
onderhandeling die nog moet plaatsvinden.
Exploitatiekosten
Nieuwbouw van het IKC op een nieuwe locatie leidt tot kapitaalslasten die iets lager liggen dan nieuwbouw op
een bestaande locatie. De kapitaalslasten van het IKC bedragen voor de gemeente circa € 265.000 in het eerste
jaar, € 111.000 NCW 2014. Voor Stichting Kindante bedragen de exploitatiekosten van het IKC circa € 107.000 in
het eerste jaar (NCW € 72.000).
De exploitatielasten liggen in dit scenario iets lager dan bij het nieuwbouwscenario op de locatie van de scholen
in Grevenbicht.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Exploitatiekosten IKC
e
Kapitaallasten 1 jaar p.p. 2014
24.000
289.000
Onderhoud
20.000
20.000
Energie en water
28.000
28.000
Schoonmaak
29.000
29.000
Heffingen
1.200
1.200
Overige huisvestingslasten
4.800
4.800
e
265.000
Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p 2014
265.000
107.000
372.000
NCW gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten 2014
Tabel 17: exploitatiekosten scenario 6, 7 en 8
111.000
72.000
183.000
Mogelijke overige exploitatiekosten
In tabel 18 zijn kapitaalslasten weergegeven van de mogelijke investeringen in grondwerkzaamheden en
watercompensatie. Aangezien de investeringskosten die hiermee gemoeid zijn nog niet zijn in te schatten, zijn
ook de bijbehorende kapitaalslasten als p.m. post meegnomen.
bedragen in €
Gemeente
Stichting
Totaal
Kindante
Overige exploitatiekosten
Kapitaalslasten grondverwerving (rente)
p.m.
Kapitaalslasten ophogen en watercompensatie
p.m.
p.m.
Totaal overige exploitatiekosten
p.m.
p.m.
Totaal exploitatiekosten inclusief mogelijke overige
265.000
p.m.
107.000
372.000
exploitatiekosten
Tabel 18: overige mogelijke exploitatiekosten scenario 6, 7 en 8
1.6
Gymzalen
Naast het IKC (scholen, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang), hebben de gymzalen in Obbicht en
Grevenbicht een belangrijke rol voor de leefbaarheid in de beide dorpen. In de hierboven beschreven scenario’s
is het mogelijk dat de gymzalen worden gerenoveerd of dat een nieuwe gymzaal wordt gerealiseerd. Het
uiteindelijke besluit voor het openhouden van gymzalen of al dan niet plegen van nieuwbouw ligt bij de gemeente.
Nieuwbouw of renovatie
In alle onderzochte scenario’s is een gymzaal voorhanden binnen de verwijsafstand zoals die in de verordening
voorzieningen huisvesting onderwijs is opgenomen (1.000 meter loopafstand). Formeel is er geen noodzaak om
een gymzaal nieuw te bouwen. Met name in de scenario’s waarbij het IKC in het tussengebied wordt gerealiseerd
(scenario 6, 7 en 8) is het denkbaar dat een nieuwe gymzaal wordt gerealiseerd. In de scenario’s waarbij de
schoollocatie in Grevenbicht in gebruik blijft (scenario 1, 2 en 4) zal de huidige gymzaal in Grevenbicht naar alle
waarschijnlijkheid worden behouden en gerenoveerd.
Het is in alle scenario’s ook nog denkbaar dat de gymzaal in Obbicht wordt opengehouden, wellicht niet voor
schoolgebruik overdag, maar voor gebruik in de avonduren. Gezien de technische staat van de gymzaal in
Obbicht, ligt het niet voor de hand om deze gymzaal open te houden en te renoveren. Daarom hebben wij in deze
rapportage alleen renovatie van de gymzaal in Grevenbicht meegenomen.
Investeringskosten gymzaal.
De investeringskosten van nieuwbouw van de gymzaal komen uit op circa € 965.000. Onderhoud van de gymzaal
in Grevenbicht hebben wij op basis van de onderhoudsplanningen van de gemeente ingeschat op circa € 50.000.
Deze investeringskosten komen voor rekening van de gemeente aangezien de gemeente eigenaar is en blijft van
de gymzalen, ook bij nieuwbouw.
Huidige boekwaarden
Indien nieuwbouw van een gymzaal plaatsvindt, is het mogelijk dat de bestaande of een van beide bestaande
gymzalen worden gesloten en gesloopt. In dat geval zal rekening moeten worden gehouden met het versneld
afschrijven van de boekwaarden. Deze zijn in onderstaande tabel weergegeven. Tevens zal dan rekening moeten
worden gehouden met de sloopkosten van de gymzalen.
bedragen in €
Gemeente
Stichting
Totaal
Kindante
Overige mogelijke investeringen
Afschrijving boekwaarden gymzaal Grevenbicht
Afschrijving boekwaarden gymzaal Obbicht
216.000
216.000
31.000
31.000
Sloopkosten gymzaal Grevenbicht
p.m.
p.m.
Sloopkosten gymzaal Obbicht
p.m.
p.m.
247.000
247.000
Totaal investeringskosten p.p. 2014
Tabel 19: overige mogelijke investeringskosten gymzalen
Exploitatiekosten gymzaal
Ook de exploitatiekosten van de toekomstige oplossing van de gymzaal komen voor rekening van de gemeente.
De exploitatiekosten van de gymzaal zullen bij nieuwbouw hoger liggen dan bij renovatie als gevolg van de
hogere kapitaalslasten die gepaard gaan met de hogere investering bij nieuwbouw. In onderstaande tabel zijn de
exploitatiekosten weergegeven.
bedragen in €
Onderhoud
Nieuwbouw
gymzaal
gymzaal
Grevenbicht
e
Exploitatiekosten 1 jaar gymzaal
Kapitaallasten
4.600
Onderhoud
8.200
5.500
10.100
9.100
6.900
6.000
Energie en water
Schoonmaak
Heffingen
66.000
300
300
1.200
1.200
Totaal exploitatiekosten gymzaal 1 jaar p.p. 2014
31.300
88.100
NCW
23.500
39.000
Overige huisvestingslasten
e
gemiddelde
jaarlijkse
exploitatiekosten
gymzaal 2014
Tabel 20: exploitatiekosten gymzalen
Huidige kapitaalslasten gymzalen
Indien de gymzalen worden opengehouden, dan moet de gemeente ook nog rekening houden met de huidige
kapitaalslasten van de gymzalen, zie de tabel hieronder.
Gemeente
bedragen in €
Stichting
Totaal
Kindante
Overige mogelijke exploitatiekosten
Huidige kapitaalslasten gymzaal Grevenbicht
18.000
Huidige kapitaalslasten gymzaal Obbicht
12.000
18.000
12.000
Totaal exploitatiekosten p.p. 2014
30.000
30.000
Tabel 21: overige mogelijke exploitatiekosten gymzalen
1.7
Tussenconclusie financiële analyse
Investeringskosten IKC
In onderstaande tabel zijn de investeringskosten en exploitatiekosten van de scenario’s samengevat.
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 4
Scenario 6,7,8
Renovatie
Transformatie
Nieuwbouw
Nieuwbouw
Grevenbicht
Grevenbicht
Grevenbicht
tussengebied
2.280.000
3.405.000
4.045.000
4.035.000
540.000
465.000
465.000
465.000
2.820.000
3.870.000
4.510.000
4.500.000
105.000
259.000
546.000
546.000
Investeringskosten IKC
Gemeente
Stichting Kindante
Totaal investering IKC
Overige investeringen (gemeente)
Afboeken boekwaarden
Grondverwerving
p.m.
Ophoging, watercompensatie
Totaal investering
2.925.000
Tabel 22: samenvatting investeringskosten alle scenario’s
p.m.
4.129.000
5.056.000
5.046.000
Duidelijk is dat de investeringskosten van nieuwbouw hoger liggen dan die van renovatie of transformatie. De
investeringskosten van nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht en nieuwbouw in het tussengebied komen voor
het IKC ongeveer even hoog uit. Daarbij moet worden opgemerkt dat nieuwbouw in het tussengebied een aantal
kostenverhogende maatregelen met zich meebrengt ten opzichte van nieuwbouw in Grevenbicht. Het gaat hier
om zaken als grondwerkzaamheden voor het ophogen van de locatie en het treffen van noodzakelijke
watercompensatie om het waterbergend vermogen van het gebied op peil te houden.
Exploitatiekosten IKC
In onderstaande tabel zijn de exploitatiekosten van de scenario’s samengevat. In de tabel zijn de eerstejaars
exploitatiekosten weergegeven. Daarnaast zijn is per scenario de netto contante waarde (NCW) van de
exploitatiekosten weergegeven om alle kosten met elkaar te kunnen vergelijken.
Scenario 1
e
Scenario 2
e
Scenario 4
e
Scenario 6,7,8
e
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
1 jaar
NCW
Gemeente
202.000
114.000
234.000
104.000
261.000
107.000
265.000
111.000
Stichting Kindante
154.000
132.000
118.000
85.000
107.000
72.000
107.000
72.000
Totaal
356.000
246.000
352.000
189.000
368.000
179.000
372.000
183.000
Exploitatiekosten
IKC
exploitatiekosten
e
IKC 1 jaar
Overige
exploitatiekosten
Huur tijdelijke
50.000
175.000
175.000
nvt
85.000
37.000
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
p.m.
nvt
nvt
nvt
p.m.
135.000
212.000
175.000
p.m.
491.000
564.000
543.000
372.000
huisvesting
Huidige
kapitaalslasten
Kapitaalslasten
grondverwerving
Kapitaalslasten
ophoging en
watercompensatie
Overige
e
exploitatiekosten 1
jaar p.p. 2014
Totaal
*
e
exploitatiekosten 1
jaar p.p. 2014
Tabel 23: samenvatting exploitatiekosten alle scenario’s
* Exclusief kapitaalslasten grondverwerving, grondkosten (ophoging) en watercompensatie.
Uit de analyse van de eerstejaars exploitatiekosten blijkt dat de exploitatielasten, die voor rekening zijn van
Stichting Kindante, van nieuwbouw lager zijn dan die van renovatie of hergebruik van (een deel) van de
bestaande basisscholen. De exploitatielasten voor de gemeente (kapitaalslasten) zijn bij nieuwbouw hoger dan bij
renovatie of transformatie. Dit is het zogeheten split incentive dat bij nieuwbouw om de hoek komt kijken. Voor het
schoolbestuur is nieuwbouw financieel gezien een gunstigere optie dan voor de gemeente.
Ook wordt duidelijk dat de totale eerstejaars exploitatielasten van nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht en de
locaties in het tussengebied niet veel van elkaar verschillen.
Wordt gekeken naar de netto contante waarde van de exploitatiekosten, dan blijkt dat voor zowel de gemeente
als voor Stichting Kindante de exploitatiekosten van nieuwbouw gunstiger uitvallen dan voor renovatie of
transformatie. Ook hierbij moet worden aangetekend dat de verschillen tussen met name transformatie en de
nieuwbouwscenario’s niet groot zijn.
Financieringsmogelijkheden
Zoals eerder in dit hoofdstuk is aangegeven vergoedt de gemeente de werkelijke kosten van renovatie (mits
overeenstemming over de hoogte van de investeringskosten).
De nieuwbouwkosten worden vergoed conform de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Voor de
nieuwbouw van de school in het IKC komt de vergoeding uit op € 2.582.770. Voor de peuterspeelzalen hanteert
de gemeente een vergoeding van € 100.000 voor de realisatie van één groep. De gemeente vergoedt niet de
investeringskosten voor de realisatie van de groep voor de buitenschoolse opvang. Hiervoor zal alternatieve
financiering moeten worden gevonden. De totale vergoeding bij nieuwbouw komt daarmee normatief uit op €
2.682.000.
Indien hergebruik van de schoolgebouwen in Grevenbicht plaatsvindt in combinatie met sloop en uitbreiding, dan
vergoedt de gemeente de werkelijke renovatiekosten in combinatie met een normvergoeding voor de
uitbreidingskosten op basis van de verordening. De vergoeding voor uitbreiding komt uit op € 2.330.000.
In onderstaande tabel zijn de investeringskosten en mogelijke financiering van renovatie, transformatie (renovatie
in combinatie met sloop en uitbreiding) en nieuwbouw samengevat.
Investeringskosten IKC
Mogelijke financiering
Verschil
(incl. verkeersmaatregelen)
Scenario 1 - Renovatie IKC
2.925.000
werkelijke renovatiekosten
n.t.b.
*
Scenario 2 - Transformatie: deels
4.129.000
werkelijke renovatiekosten
renovatie, deels sloop en deels
uitbreiding
2.330.000
Scenario 4 - Nieuwbouw IKC op
5.056.000
schoollocatie Grevenbicht
in
tussengebied
2.682.000 + dekking
n.t.b.
afboeking boekwaarden
Scenario 6, 7 en 8 - Nieuwbouw
IKC
n.t.b.
+
5.046.000
Obbicht-
Grevenbicht
2.682.000
n.t.b.
excl. vergoeding kosten
verkeersmaatregelen en
grondwerkzaamheden
Tabel 24: samenvatting investeringskosten mogelijke financiering
* Het is mogelijk dat deze kosten per 1-1-2015 voor rekening van Stichting Kindante komen.
Duidelijk is dat er een gat ontstaat tussen de investeringskosten en de mogelijke financiering daarvan. Dit wordt
deels veroorzaakt doordat de investeringskosten zijn gebaseerd op het kwaliteitsniveau Frisse Scholen Klasse B
en de vergoeding uitgaat van kwaliteitsniveau conform het Bouwbesluit. Zouden de investeringskosten worden
berekend zonder rekening te houden met de binnenklimaateisen conform Frisse Scholen Klasse B, dan liggen de
investeringskosten (van het schoolgedeelte) alsnog circa 15% hoger dan de vergoeding. Het is landelijk de
ervaring bij scholenbouw dat de daadwerkelijke investeringskosten rond dit percentage hoger zijn dan de
normvergoeding. Daarnaast moet dekking worden gevonden voor de overige investeringen zoals het afboeken
van boekwaarden,
verkeersvoorzieningen, grondverwerving en grondwerkzaamheden (ophoging,
watercompensatie).
Gymzaal
De investeringskosten van nieuwbouw van de gymzaal komen uit op circa € 965.000. Onderhoud van de gymzaal
in Grevenbicht hebben wij op basis van de onderhoudsplanningen van de gemeente ingeschat op circa € 50.000.
Deze investeringskosten komen voor rekening van de gemeente aangezien de gemeente eigenaar is en blijft van
de gymzalen, ook bij nieuwbouw. In onderstaande tabel zijn de investeringen van de gymzaal alsmede
exploitatiekosten samengevat.
bedragen in €
Onderhoud
Nieuwbouw
gymzaal
gymzaal
Grevenbicht
Investeringskosten gymzaal (gemeente)
50.000
965.000
31.000
85.000
Exploitatiekosten gymzaal NCW 2014 (gemeente)
25.000
Tabel 25: samenvatting investeringskosten en exploitatiekosten gymzaal
39.000
e
Exploitatiekosten gymzaal 1 jaar p.p. 2014 (gemeente)
HaskoningDHV Nederland B.V.
BIJLAGE 4
bijlage 4
Klant vertrouwelijk
Verslag gesprek met Provincie Limburg en Rijkswaterstaat
bijlage 4
-1-
Notulen
HASKONINGDHV NEDERLAND B.V.
PLANNING & STRATEGY
Aanwezig
:
Afwezig
Datum
Tijd
Kopie
Onze
referentie
:
:
:
:
:
Betreft
:
Gemeente Sittard-Geleen
(GSG)
J. Rademakers, adviseur sport en
accommodatie
R. Friezen, planjurist
P. Wauben, stadsbouwmeester
R. Suykerbuyk, adviseur onderwijshuisvesting
Provincie Limburg (PL)
B. Thijssen, rayonplanoloog
J. van den Bosch, adviseur woon- en
leefomgeving
Rijkswaterstaat (RWS)
G. Lieben, intaker
W. van Rooij, planoloog
RO-Groep (ROG)
J. Janssen, projectleider fusie
buitensportaccommodaties
J. Vroemen, adviseur RO
Royal HaskoningDHV
E. Philip-Jackson (voorzitter), adviseur RO
(RHDHV)
T. Slenter, projectleider (her)huisvesting
basisscholen
C. Klok (notulist)
G. Hermans (Provincie Limburg)
15 januari 2014
15:00u – 16:30u
alle aan- en afwezigen
IS-MA20140030
Haalbaarheidsstudie (her)huisvestiging basisscholen Obbicht-Grevenbicht en
buitensportaccommodaties
1. Opening en vaststelling agenda
RHDHV bedankt iedereen voor zijn/haar aanwezigheid en opent de vergadering.
RHDHV licht kort toe wat het doel is van deze samenkomst: de mogelijkheden nagaan voor de
scenario’s Integraal Kind Centrum al dan niet in combinatie met de sportvoorzieningen. De
ROgroep doet het onderzoek voor het samengaan van de sportvoorzieningen.
RHDHV vraagt of er nog opmerkingen zijn over de agenda.
GSG vraagt waarom wel het standpunt van de Provincie Limburg en Rijkswaterstaat op de
agenda staan, maar niet die van de gemeente Sittard-Geleen?
RHDHV antwoordt dat de standpunten van de gemeente bekend zijn. Wel is het van belang dat
de gemeente aanwezig is bij dit overleg, zodat informatie rechtstreeks gedeeld wordt.
RHDHV stelt de agenda vast
2. Haalbaarheidsonderzoek basisscholen
RHDHV licht aan de hand van de kaart de ligging van de verschillende bestaande en de
mogelijke nieuwe onderwijslocaties toe (bijlage 1). Ze geeft aan dat RoyalHaskoningDHV de
verschillende scenario’s op hun haalbaarheid onderzoekt. Zij geeft aan dat er in het verleden in
A company of Royal HaskoningDHV
het kader van andere haalbaarheidsonderzoeken ook contact is geweest met Rijkswaterstaat
en
15 januari 2014
Error! Reference source not found.
1/1
de Provincie Limburg. Ten behoeve van de voorbereiding van dit overleg is het betreffende
rapport van BMC “Integraal Kind Centrum Grevenbicht Obbicht” (maart 2012
correspondentienummer: ON-2603-55658) en een verslag d.d. 28 oktober 2013) van een
gesprek tussen de Provincie Limburg en Rijkswaterstaat en de stichting Leafbaar Obbeeg en
Beeg (hierna LOB) gestuurd.
Geen van de aanwezigen is benaderd door BMC voor hun onderzoek maar RWS heeft wel
deelgenomen in het overleg met vertegenwoordigers van LOB. Hij vindt het dus vreemd dat dhr.
Hermans niet aanwezig is omdat hij initiatiefnemer was van het overleg met LOB. PL licht toe dat
hij dat heeft gedaan op verzoek van deputé N. Lebens.
RWS geeft een toelichting met betrekking tot het beleid van Rijkswaterstaat wat betreft de
locaties buiten de bouwcontouren van de provincie. Voor de locaties buiten deze contouren is
een compensatieplicht van kracht betreffende de waterweerstand en het waterbergend
vermogen.
RHDHV vraagt om een toelichting van de compensatieplicht.
RWS licht de compensatieplicht toe: Voor de onderwijsscenario’s 6+7+8 (de scenario’s die buiten
de vrijstellingszone van de vergunningplicht gebruik waterstaatswerken vallen) geldt een
compensatieplicht. Elke m3 die wordt ingenomen in dit gebied, en dus wordt afgenomen van de
waterberging, moet worden gecompenseerd door bijvoorbeeld ontgraving.
PL vergelijkt de ‘rode contouren’ kaart van de provincie met de WBR artikel 2a gebieden kaart1 (
blad 14 Beleidslijn Grote Rivieren van Rijkswaterstaat, zie bijlage 2). Er zijn geringe verschillen.
RHDHV vraagt of Rijkswaterstaat medewerking verleent bij compensatie initiatieven.
RWS geeft aan dat zolang de initiatieven binnen de wettelijke kaders passen en het initiatief
gewenst is door de betreffende bevoegde gezagen, dat RWS vanzelfsprekend medewerking
verleent.
RHDHV vraagt vanaf welke bouwhoogte deze compensatieplicht geldt.
RWS antwoordt dat de maatgevende hoogte die van hoogwater is: 33,28 m+NAP.
RWS vult aan dat dus alle (bouw)werken beneden 33,28m+NAP compensatieplichtig zijn.
Gebouwen zijn compensatieplichtig, voor alle bouwwerken wordt de waterweerstand berekend
en deze moet worden gecompenseerd. Allereerst moet een ontwerp worden gemaakt dat de
minste weerstand oplevert, bouwen op de hoogste gelegen gebieden is ook het gunstigst.
RHDHV vraagt hoe actueel deze hoogste waterstanden zijn. RWS antwoord dat deze
waterstanden 1x per 2 jaar worden herzien en dat door de ontwikkelingen van Grensmaas de
waterstanden afnemen.
GSG vraagt of een indicatieve raming van de compensatiekosten mogelijk is.
RWS geeft aan dat dit van verschillende factoren afhangt, en dat een dergelijke raming niet
mogelijk is.
RWS geeft aan dat de nieuwe onderwijslocaties zijn gelegen in een gebied dat waarschijnlijk een
oude rivierarm is. Op de locaties is sprake van grote hoogteverschillen, hier moet rekening
worden gehouden bij de compensatieplicht. Het Waterschap heeft uitstekende gebiedskennis en
daarmee kunnen peilhoogten van gebouwen worden afgestemd.
1
Binnen deze gebieden is een vergunning van Rijkswaterstaat niet noodzakelijk
15 januari 2014
Error! Reference source not found.
2/1
ROG vraagt of deze compensatieplicht van toepassing is op alle locaties.
RWS antwoordt dat alleen de locaties die binnen de het bergend regime (zie bijlage 2) vallen
compensatieplichtig zijn. De dorpskernen zijn vrijgesteld van deze compensatieplicht. De locaties
die binnen de dorpskern liggen zijn dus ook vrijgesteld.
3. Haalbaarheidsonderzoek buitensportaccommodaties
ROG vraagt of de compensatieplicht ook geldt voor de voetbalvelden.
RWS vraagt wat de mogelijke locaties zijn van de voetbalvelden.
ROG laat aan de hand van een kaart (bijlage 3) zien waar de voetbalvelden mogelijk
gerealiseerd zouden worden. De noordelijkste locatie is in Grevenbicht gelegen. De middelste
locatie ligt tussen Obbicht en Grevenbicht in. De meest zuidelijke locatie licht aan de zuidelijke
rand van Obbicht.
RWS antwoordt dat de noordelijkste locatie niet aan de compensatieplicht hoeft te voldoen,
omdat deze locatie in het vrijstellingsgebied is gelegen. De middelste locatie valt net als
onderwijsscenario 6+7+8 binnen het hoogwatergebied. Van de meest zuidelijke locatie is het
moeilijk vast te stellen. De locaties zijn namelijk met erg grote stippen aangegeven.
RWS vraagt RHDHV om de kaart met de hoogwatercontouren aan het verslag toe te voegen.
4. Standpunt Provincie Limburg
RHDHV vraagt de provincie een toelichting te geven op de provinciale belangen bij de twee
onderzoeken.
PL geeft een toelichting:
De provincie hecht veel waarde aan de leefbaarheid, zowel vanuit commerciële belangen gezien
als vanuit maatschappelijke belangen. De provincie heeft recent een onderzoek laten uitvoeren
naar de leefbaarheid, waaronder ook het gebruik van de sportaccommodaties. Uit dit onderzoek
komt naar voren dat er sprake is van een terugloop in de behoefte aan sport. In de zorg dicht bij
huis is een duidelijke toename te zien. Ook de omvang van de behoefte aan onderwijsvoorzieningen vertoont een afname.
Duidelijk is geworden dat dorpsplatforms zeer actief zijn, de actualiteiten in het eigen dorp spelen
een grote rol.
PL geeft aan dat deze relevante ontwikkelingen in overweging moeten worden genomen.
Bijvoorbeeld de terugloop in de behoefte aan onderwijsvoorzieningen: wat betreft clustering van
de scholen in Obbicht en Grevenbicht is dit een ingreep die over een tijdsperiode van 30 à 40
jaar moet worden gezien. Als de behoefte aan onderwijs nog verder terug gaat lopen in de
toekomst zal ook moeten worden gekeken naar het hergebruik van de vrijkomende schoolruimte.
Uit het kernoverleg met de provincie, woningcoöperaties en gemeente blijkt dat er een wens
bestaat voor het onderbrengen van verschillende groeperingen in een gezamenlijke
ruimte/gezamenlijke plaats. Een goede bereikbaarheid van deze locatie speelt daarbij een grote
rol.
ROG vult aan dat bereikbaarheid ook een grote rol speelt bij de plaats van de
sportaccommodatie.
GSG geeft aan dat ontmoetingsplekken erg belangrijk zijn. De bundeling en concentratie van
verschillende programma’s op één plaats versterkt de dorpskern. Nu moet een keus worden
15 januari 2014
Error! Reference source not found.
3/1
gemaakt welke dorpskern dit moet zijn: Welke kern ga je versterken ten koste van de andere
dorpskern?
ROG vraagt aan de provincie of de voorzieningen de kernen naar elkaar moeten trekken?
PL geeft een toelichting op het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM); het LKM gaat uit van
ontwikkeling en versterking van het buitengebied door de ruimtelijke kwaliteit te vergroten. In het
Provinciaal omgevingsplan Limburg (POL) is dit doorgewerkt in de ‘rode contouren’. Deze
contouren zijn voornamelijk om de bestaande bebouwde kernen getrokken. Deze strakke
contouren zijn getrokken om bebouwing zo veel mogelijk binnen de kernen te houden om zo de
landelijke kwaliteit te behouden. De locaties Franckenstraat en Kempenweg vallen buiten deze
contouren en tasten de kwaliteit van het buitengebied aan.
ROG vraagt of deze contouren problemen veroorzaken bij een aanvraag voor wijziging van de
bestemming.
PL antwoordt dat bebouwing buiten de contour alleen mogelijk is als het binnen de rode contour
om redenen niet kan, er moeten dus goede redenen worden aangevoerd om het buitengebied te
bebouwen. Voor maatschappelijke voorzieningen (bijv. scholen) hangt het af van de
maatschappelijke noodzaak voor een dergelijke voorziening. Het verlies aan ruimtelijkheid in het
buitengebied (ruimtelijke kwaliteit) zal moeten worden gecompenseerd. De voorkeur is dan ook
om sportvoorzieningen in de kern of aan de rand van een dorpskern te realiseren. Aan de rand
(buiten de contour) zal compensatie moeten plaatsvinden bijvoorbeeld: oude sportlocatie wordt
buitengebied, het stukje buitengebied wordt een nieuwe sportlocatie. Voor sportvoorzieningen is
het logisch dat deze in het buitengebied worden aangelegd met compenserende maatregelen.
PL licht toe dat voor bebouwing binnen de contouren er geen provinciaal belang is op het gebied
van ruimtelijke ordening, maar ze heeft wel een belang op gebied van leefbaarheid.
Bij buiten de contour bouwen hanteert de provincie de ladder van verstedelijking in samenhang
met bestaande locaties. Die duurzaamheidsladder zal overigens worden vertaald in het nieuwe
POL.
GSG vraagt wat de bijdrage aan leefbaarheid is bij bouwen buiten de kernen.
PL geeft aan dat de beoordeling van de ruimtelijke noodzaak een gemeentelijke
verantwoordelijkheid blijft. De gemeente richt aan de provincie haar verzoek om af te wijken van
het beleid, maar moet dan met planologisch motiveren en zorgen voor een goede inpassing.
In de duurzame verstedelijkingsladder is aangegeven dat de financiële haalbaarheid een reden
kan zijn om niet binnen het stedelijke gebied te bouwen. RHDHV vraagt hoe zich dit vertaalt in
planologische motieven.
PL antwoordt dat al veel vast is gelegd in het POL, daar kan je niet omheen. Bouwen moeten
binnen de contouren, alleen als dat niet kan, in het buitengebied en dan gecombineerd.
GSG geeft aan dat de financiële haalbaarheid zijn planologische vertaling krijgt in de
economische uitvoerbaarheid van het plan.
GSG geeft aan dat de economische uitvoerbaarheid van plannen binnen het bestaande
stedelijke gebied steeds gunstiger wordt wat betreft de herontwikkeling van de mogelijk
vrijkomende locaties. In de kernen komt hierdoor waardevolle bouwruimte vrij. Ook economische
verschillen tussen herontwikkeling en nieuwbouw worden steeds kleiner.
15 januari 2014
Error! Reference source not found.
4/1
ROG concludeert uit het voorgaande dat de provincie en de gemeente de voorkeur geven aan
realisatie van de ontwikkelingen binnen de dorpskernen.
GSG geeft aan dat hierbij vooral moet worden gekeken naar de bijdrage van de verschillende
locaties op de leefbaarheid. Dit is met name een belangrijke bestuurlijke en politieke vraag.
RWS geeft aan dat zodra de school in de ene kern wordt gerealiseerd, deze kern meer
‘levensvatbaar’ zal zijn dan de andere kern.
PL vraagt om een vergelijking van de leefbaarheidsaspecten van:
1. Realisatie van de school op de al bestaande locatie
2. Realisatie van de school in combinatie met sportvelden
Volgens PL zijn de voor- en nadelen van deze twee scenario’s nog vrij oppervlakkig omschreven.
RHDHV geeft aan dat deze analyse van leefbaarheid een enorme diepgang vergt in de
verschillende aspecten, het gaat hier om haalbaarheidsonderzoeken en nog niet om uitwerking
van een plan.
PL stelt voor om de tijd te nemen bij de voorbereiding en een goed verhaal op te stellen.
RWS vult hierop aan dat de praktijk leert dat het betrekken van belanghebbenden bij een project
een positieve invloed heeft op het slagen van een plan.
ROG stelt voor om duidelijk verschil te maken tussen de kwaliteit van de verschillende
mogelijkheden. Door (gewenst) onderscheid te maken tussen verschillende keuzes kan een
bepaalde keuze meer acceptatie krijgen. Bijvoorbeeld: een mooi kunstgrasveld op de oude
locatie tegenover aanleg van een grasveld op een nieuwe locatie.
PL benadrukt dat inzicht in ieders belangen bij de afweging van de scenario’s van belang is. Het
uitzoeken van deze belangen kost tijd. De deadline in maart zal dan niet haalbaar zijn.
PL merkt op dat de verschillende dorpskernen steeds meer naar elkaar toe groeien nu ze met
het zelfde probleem te maken hebben. De kernen krijgen begrip voor elkaars situatie.
RHDHV geeft aan dat de realisatie van een nieuwe school met sportaccommodatie tussen de
dorpen in voor beide dorpen het afstaan van een voorziening betekent en een mindere
betrokkenheid kan opleveren: de nieuwe plek ‘hoort’ niet bij een van de dorpen.
GSG geeft aan dat de schoolkinderen ongeveer 8 jaar op de school zullen verblijven. Relatief
gezien is dit een vrij korte tijdsperiode. Dergelijke veranderingen zijn daarom niet van heel grote
invloed op de beleving.
PL stelt voor geen keus te maken tussen de twee scenario’s, maar beide scenario’s uit te werken
en voor te leggen.
GSG vraagt waarom de sportaccommodatie alleen aan de oostkant van de Kempenweg is
gesitueerd en waarom niet aan de west kant?
ROG antwoordt dat de kans van slagen van de locatie aan de westkant veel kleiner is door de
lagere ligging van het gebied en de ligging in een archeologisch aandachtsgebied.
PL vraagt zich af wat het grote voordeel is van de combinatie sport en school.
15 januari 2014
Error! Reference source not found.
5/1
ROG geeft aan dat de basisschool zo ook buitensportmogelijkheden krijgt.
GSG vraagt hoeveel nu gebruik wordt gemaakt van buitensport. GSG vraagt zich af of door het
vergroten van de buitensportmogelijkheden ook daadwerkelijk meer aan buitensport zal worden
gedaan.
ROG antwoordt dat niet veel gebruik wordt gemaakt van buitensportmogelijkheden. Wel kan een
mooie combinatie worden gezocht tussen het gebruik van een gezamenlijke kleedruimte:
overdag door de school en ’s avonds en in het weekeinde door sportverenigingen.
RHDHV zegt dat deze combinatie dan lijkt op de reeds gerealiseerde situatie in Holtum en vraagt
wat daar de ervaringen zijn.
GSG geeft aan dat gedeeld gebruik maar een beperkte invloed heeft bij de voordelen. Misschien
het gedeeld gebruik van een parkeerplaats.
PL vraagt zich nogmaals af wat nou hét grote voordeel is van een combinatie tussen de
sportaccommodatie en de basisschool.
GSG stelt dat de school in Grevenbicht nu ook niet ver van de sportaccommodatie afligt en er
dus gebruik van kan worden gemaakt.
Standpunt Provincie Limburg
RHDHV vat het standpunt van de provincie samen:
 Het initiatief van de bovengenoemde ontwikkelingen ligt bij de gemeente Sittard-Geleen,
de gemeente moet er achter staan.
 Het beleid is gericht op ontwikkelingen binnen de contour. Ontwikkelingen buiten deze
contour zijn uitsluitend mogelijk, mits planologisch goed gemotiveerd en ingepast.
 Het leefbaarheidsaspect krijgt bij de beoordeling extra aandacht.
 Er moet rekening worden gehouden met de integrale visie van de provincie op het
maatschappelijk vastgoed.
PL vult aan: grote voorkeur voor realisatie binnen de rode contour. Het planologische
uitgangspunt is feitelijk niet: “ja, mits…”, maar “nee, tenzij…”. Bij een combinatieprogramma moet
functie uitwisseling op de locaties plaats vinden.
5. Standpunt Rijkswaterstaat
Voor RWS is realisatie van een functie buiten de rode contour niet relevant. Wel dient het verlies
aan het bergend vermogen als gevolg van een initiatief één op één in het gebied te worden
gecompenseerd.
GSG geeft aan dat er politieke mogelijkheden zijn met betrekking tot de realisatie buiten de
contour. Echter is dit in strijd met het beleid van de provincie, ook brengt deze realisatie
(ongewenste) compensatieplichten met zich mee.
GSG en PL benadrukken dat bij het onderzoek rekening moet worden gehouden met de kosten
van compenserende maatregelen bij een bepaalde keuze.
GSG geeft aan dat compenserende maatregelen een abstract begrip is voor de
belanghebbenden.
RWS geeft als tip dat de compenserende maatregelen (bij goede doorrekening) wel uit te
drukken zijn in bedragen.
15 januari 2014
Error! Reference source not found.
6/1
6. WVTTK
RHDHV vraagt of er nog andere zaken moeten worden besproken.
PL vraagt zich af de terugkoppeling op de twee rapporten (clustering scholen en de
sportaccommodatie) gezamenlijk plaats zal vinden.
GSG geeft aan dat de rapporten twee verschillende trajecten omvatten. Het middengebied vormt
in beide onderzoeken (sport en onderwijs) een potentiële vestigingslocatie. Voor dit onderdeel
zal afstemming plaatsvinden tussen beide bureaus. Indien de partijen zich in de kernen vestigen,
waardoor ze niet op dezelfde locatie zullen komen, zal ook de terugkoppeling van de rapporten
gescheiden plaatsvinden.
De twee projecten zijn van elkaar gescheiden, maar vertonen raakvlakken in het overleg met de
provincie en met Rijkswaterstaat. Daarom is het handiger om deze twee projecten in dezelfde
bijeenkomst te behandelen ook al zijn ze van heel verschillende betekenis voor de
belanghebbenden.
ROG begrijpt dat de deadline van 1 maart moeilijk haalbaar is.
GSG merkt op dat de bestuurders kritisch naar de studies zullen kijken.
GSG zegt dat het een onverenigbare gedachte is dat de gemeente straks op verzoek van
Kindante bouwheer zal zijn van een onderwijslocatie op een plaats in het buitengebied, waar de
gemeente planologisch gezien niet achter kan staan.
RHDHV vraagt of er verder nog vragen zijn.
RHDHV bedankt iedereen en sluit de vergadering.
15 januari 2014
Error! Reference source not found.
7/1
Bijlage 1:
15 januari 2014
Mogelijk nieuwe onderwijslocaties
Error! Reference source not found.
8/1
18
8A
2
str aat
2
Ho
Bu rg
12
10
8
6
4
4
18
12
10
14
6
14
6
me lweg
18
4
34
36
8
10
44
12
7
9
42
40
5
10
14
37
39
41
11
13
15
17
19
34
43
str
aa
3
t
16
2
30
28
2
vin
g en
25
4
21
23
25
27
bos
5
36
6
lia
Ju
4
8
Tom be rst ra at
6
6
24
26
32
22
24
26
2
28
4
7A
24
22
24
20
aat
28
30
20
26
28
5
7
30
9
32
34
28
3A
40
1A
36
50
36
54
38
56
40
11
13
15
17
19
21
23
4
59
40
35B
35
ra at
6
58
5
60
42
aa
t
Ki
6
8
ra at
37
7
13
71A
u tstr
Ho
t
2
39
en
15
ek
Eik
str
1
3
14
ra at
31
11
a an
17
e nsl
St iftst
42
D uijs
12
aat
Dr
73
46
be
44
4
ng
10
27
38
16
20
str
dis
10
12
22
34
42
44
32
25
4
25
8
10
22
3
26
46
23
57
aat
35A
St iftst
St iftst
10
15
7A
48
34
21
33
2
t
nd en
2
aa
45
te Tie
55
aat
tr aa
6
str
53
Ab dis str
str
u iss
Kr
aa t
19
51
31
en
11
71
ilig
He
6
e nstr
Wilg
Gro
49
31A
Eik
9
69
2
4
vin
g en
26
24
Ab
8
36
17
47
7
str
ro
12
1A
45
29
nsla an
a an
nje
en
Me
5
e nsl
67
Ka sta
aa t
nd
43
25
3
D uijs
Dr D uijse
Dr
65
6
8
10
Tie
te
15
12
8
1
38
41
Gro
39
23
24
39
37
13
35
33
11
31
29
t
63
lux
en
9
14
18
4
26
27
14
25
22
6
23
20
19
21
13
16
17
11
18
15
9
18
8
20
13
7
54
11
3
5
16
12
7
1
2
18
38
40
6
14
str aat
r aa
u tst
Ho
61
ne
nd
Ab dis
19
31
29
59
Be
al an
t
33
17
27
25
57
36A
Tie
7
an
la an
aa
5
17
27
ala
53
lux
str
3
15
23
he lmin
51
ne
1
13
25
Wil
21
t
Be
vin
g en
n
23
tr aa
16
18A
18
o te
Gr
18
20
ro
10
14
16
20
Be ne lux la an
Me
6
8
12
10
14
Hop pe nho fje slaa
11A
22
4
6
3
11
21
19
iss
22
24
26
20
11
6A
8
10
12
14
16
18
2
8
9
4
4A
6
9
19
8
16
an
2A
18
nla
11
17
17
12
2
20
7
5
1
ze
Ro
9
15
4
24
7
t
15
an
45
Kru
50
7
t
raa
Th or be ckes tra at
9
12
28
30
32
34
36
n
laa
5
13
11
5
dr ikst
13
n ala
10
na
5A
15
9
39
45
16
48
13
5
50
8
19
Me
en
str
17
52
g
vin
18
ro
47
15
21
24
a an
25A
aa t
7
9
5
11
60
13
15
17
62
19
23
eg
64
66
70
29
72
31
23
37
41
stra
at
13
45
43
47
55
at
11
35
17A
nd er
13
15
17
67
49
33
70
57
65
39
stra
59
str aa t
78
9
22
68
18
20
5
7
27
elk ove
7
nd er
Ku pp
9
1
25
15
1
73
aa t
at
5
stra
74
7
16
21
71
77A
77
73
75A
75
Hou tstr
79A
79
69A 71A
69 71
3
at
str aa t
Fr an ken
Fr an ken
21
bos
69
51
nd er
73
stra
77
We
g van
nd er
63
79
elk ove
53
61
at
Ku pp
G re
83
stra
ven
bic
ht
n aa
r Bo
rn
65
at
Heu vels weg
Be ela er tsst ra at
stra
nd er
19
elk ove
at
aa t
20
nd er
elk ove
Ku pp
elk ove
elk ove
stra
elk ove
at
Ku pp
stra
stra at
71A
Ku pp
37
nd er
nd er
67
35
elk ove
elk ove
65
Ku pp
76
3
14
58
5
63
an
38
Ku pp
Ku pp
nd er
59
nsla
40
Ku pp
26
34
36
t
uijse
11
24
28
30
32
Fr an ken str
10
3
t
Heilig Kru isstr aa
t
tstr aa
33
Dr D
81
str aa
2
4
6
8
12
14
16
18
20
67
1
3
Hou
79
Es sen
10927 m2
57
29
aa t
2
4
6
10
12
me
56
26
28
en str
Geib oo ms weg
27
Lind
1
12
53
e nsl
en str
Ko m me lweg
10
12
77
Lind
m
51
22
54
19
D uijs
25
Dr
2
4
6
8
2A
lw
Tom be rst ra at
10
t
20
aa
49
23
75A
stra at
Ko
21
75
2
4
6
en
Be rk
17
71
75
85
81
Ke m
pe nwe
3
Har
kho
ven
str aa
t
g
8723 m2
bos
Duk
k ela
ars
weg
Be ela
er tsst
ra at
68
67
69
64
71
73
66
65
60
Ke m
63
58
61
g
56
pe nwe
57
54
r kho
Ha
ven
55
bos
str
aa
t
52
bos
53
50
51
48
49
42
47
40
36
45
bos
43
34
32
30
21
41
Ke m pe
17
28
nwe g
39
19
bos
15
Bu rg
13
13
26
24
1
5
30
28
34
32
37
35
33
29
27
29A
17
9
7
23
15
13
11
13
11
21
4
5
6
8
3
25
23
21
19
17
15
2
13
11
9A
4
6
3
1
5
7
9
8
10
13
7
9
17
13
15
15
17
4
10
5
19
23
21
8
t ra
4
10A
4
tss
7
7A
15
19
17
23
21
29
31
8
Bo rn er weg
16
11
6A
27
25
13D
ek
9
5
6
5A
at
5
13E
13
13
38
36
34
32
30
28
26
24
22
6
20
18
16
14
4
12
8
10
42A
8
42B
13G
2
22
Bo rn er
44
13F
15
17
weg
33
15
21
de
Ou
4
2
uis
on ckh
a dh
Ra
19
va n Br
s tra
at
or stla
Ma ass tra at
24
17
Ka re l
23
8A
an
Figuur
Titel
Overzichtkaart
locatie 1 t/m 4
1
Project
BC6759
Opdrachtgever
Stichting Kindante
Datum
Schaal (A3)
22/11/2013
1:5000
...
Volgnummer
CheckedBy
1
Pad: C:\Data\Projecten\BC6759_zoeklocatie_School_Grevenbicht\MXD\Locatie4_B04314_B04121.mxd
29
27
1
11
5
7
13
5
25
3
1
10
9
19
2
12
15
17
3
14
11
13
16
14A
24
31
3
7
9
7
9
20
18
7
3
5
1
2
11
4
20
19
22
21
9
7
2
5
25
18
17
29
6
5
22
7
11
2
3
1
3
24
1
3
2A
la an
4
k inck
4A
Dirc
6
n
10
8
1
26
10
9
24
23
23
14
4
28
8
7
38
36
33
16
20
30
6
5
42
40
37
31
18
pa laa
12
er
9
9
3
Bo rn er weg
42C
4
3
21
8
18A
Eu ro
14
ela
13C
7
Ki ngbe
6
5
23
3A
3A
21
12
20
15
22
1
3
9
19
5
g
1A
7A
17
3
We
1
7
15
7
32
13
9
40
34
11
26
20
18
36
9
20
24
16
38
12
11
7
4
ne
5A
5
22
44
42
10
26
13
14
19
28
15
16
6
30
3
8
32
1
10
24
38
34
2
14
Gr oe
Be
13B
5
k
de Bee
1
ker k
15
20
de
11
13A
5
tra at
Lan gs
11
26
40
36
gs
9
3
dh uiss
7
15
28
42
eg
du sla
7
e Raa
5
12
26
W
Lan
5
kt
ibr or
an
14
18
22
1
an
13
18
34
32
28
ne
16
20
24
3
an
Pa st Jan sse nla
13
M ar
St Will
Oud
or stla
11
16
30
44
4
2
34
32
oe
6
36
Gr
26
de
1
28
du
n gs
La
r or
llib
28A
Wi
an
1
10
38
2
4
40
4
St
21
17
scho ol
13A
12
38
36
19
6
19
sla
ter
on ckh
9
16
40
Har re cove n
44
42
17
n
8
46
2
1
12
48
42
15
8
s laa
Gr ij
15
ich
3
va n Br
7
28A
44
g
13
Pa st
kt
Obb
1
Ka re l
5
22
14
10
50
at
We
ne
str aat
Gr oe
11
de
10
spo rth al
2
M ar
ht
Locatie
gs
Vee
12
4
ter
19
ic
bb
Legenda
43
41
39
33
Lan
6
ich
25
1-7
1-1
O
at
t ra
37
35
31
de
10B
18
16
tss
t
9
raa
gs
nst
Lan
cke
14
n
17
11B
Obb
1A
1-8
1-2
3048 m2
15
11A
23
1-9
1-3
er stra
er
7
16
Ven
8
kt
ela
27
23
laa
M ar
at
12
18
31
Be
25
Zit zen
ter
t
10
ich
raa
21
19
Bu rg
Pa st
cke
25
23
21
Obb
8
10
Ven
nst
2
Bu rg
t
cke
5
ra at
5
11
raa
Ven
3
n sst
Soo
9
7
nst
3
1
er stra
35
1
4
Pa st
15
7
2
Vo nd
Bu rg
2
13
10A
20
t
29
17
5
3
6
t
14
ra at
4
11
sst
1
24
2
raa
9
21
2A
sst
11
Vo nd
ijk
s
D
aa
6
9
ek
2B
kst raa
lzer
33
6
be
1-1 0
1-4
Ma ass tra at
M
lzer
a an
eg
22
ng
1
1-6
1-1 1
1-5
ht
Ki
ic
bb
2C
Br oe
er tsst
7
16
inckl
nw
O
4
r Pe
23
13
m pe
ijk
cove n
r Pe
t
Ke
8
21
19
lein
8
t
ne rsp
15
Dirck
2
D
Har re
18
20
Be ela
5
t
4
raa
ra at
8
raa
12
6
kst
ulle
8
12
14
12
Br oe
Me
Pa te
8
a an
10
31
14
29
25
23
4
etl
16
37
33
31
sst
18
2
Ri
2
Har re cove n
n
ra at
g
Pa te
raa
29
Har re cove
er gst
10
lzer
Pa st
pe nwe
10
27
aa t
12
14
18
22
H insb
35
12
25
ven str
24
28
10
va n
27
8
Har kho
16
20
26
30
Bu rg
14
16
ra at
Ke m
n
er gst
n
pa laa
n
pa laa
H insb
20
nts oe
Eu ro
5A
ra at
r Pe
n
pa pla
Eu ro
14
va n
10
12
er gst
3
nts oe
Eu ro
NTZ
Bu rg
2
4
6
8
Pa te
n
5
H insb
1
nts oe
pa pla
pa pla
Eu ro
Eu ro
va n
er gst
7
Bu rg
H insb
9
3A
3
1
bos
va n
26
11
bos
bos
22
41
29
4
ro
19
5
37
18
Me
32
23
23
4
12
8
28
7
5
40
3
38
1
1
42
35
34
20
9
32
16
11
30
31
32
6
13
24
26
28
29
36
38
23
25
27
24
Ko m
2A
12
15
22
20
25
26A
26
2
17
22
4
30
2
21
22
12
24
20
10
11
2
14
8
4
16
9
18
22
7
4
16
16
14
5
18
6
6
17
21
4
9
3
17
8
6
7
10
15
8
6
12
11
13
10
33
31
8B
10
12
23
ub en
14
14
4
6
n
16
8
26A
58A
62A
16
10
20
13
11
3
58
60A
60
62
64
66
70
72
2
4
22
8
24A
24
6D
6A
10
7
1
12
5
17
2A
26
14
t
aa
17
13
Hen
11
lmi
46
18
22
56
76
3
19
6E
26
str
21
at
r aa
u tst
Ho
11
Pr ins
9
lhe
ilig
He
48
30
en
19
53
51
47
9
7A
7
Wi
41
52
34
36
ub
25
3
7
5A
5
34A
38
40
n
laa
Ho
Hop pe nho fje slaa
rg
17
Bu
15
55
53
1
5
an
34
42
44
52
na
13
t
17
Be at rixla an
1
39
45
Raa dh uisst ra
3
ala
37
t
7
5
3
1
13
15
34
47
3
1
he lmin
35
tr aa
11
11
43
tr aa
35
aa t
43
Wil
33
ur itss
t
aa
36
31
Ma
str
41
29
8
en
13
2
olstr
39
27
2
bos
9
n
45
Nie
u ws
33
Sc ho
at
15
at
32
31
t ra
13
tra
35
uiss
11
25
Is
33
dh
at
23
lem
ub
7
lan tsoe
29
31
Raa
9
ns tra
21
Wil
Ho
11
37
rin ap
29
or ma
tra
rg
5
9
tha
St Ca
27
27
7
Is
lem
Hop pe nho fje slaa n
35
25
25
5
l Do
Wil
20
22
24
Bu
28
spo rth al
5A
7
raa t
aa t
24
23
scho ol
6236 m2
ilde weg
3
est
er Spe
33
Nieu wstr
21
3
Ka re
16
18
at
1
Me est
31
23
19
22
lia
Ju
en
9
plan tso
5
5
21
ath ar ina
Sin t C
Sc hin kelku
3
29
8
6
8
laan
Tom be rst ra at
7
3
27
1 7D
at
p el
iska
bos
Julia na
20
t/m
t ra
Kru
43
1
2
pa d
12
10
17
dh uiss
2
p el
iska
19
1 5D
Raa
4
Kru
36
r de
NTZ
Ke rk
17
t/m
tra at
24
26
r de
41
Me est er Spe
est raa t
18
16
14
28
30
Ac hte
3A t/m 3 D
ker k
aa t
6
er gs
Ac hte
39
Julia na laan
48
l
1B t/ m 1E
15
on enb
12
14
16
18
20
5
46
17
6B
32
ne Pao
19
eu
de Gr
37
31
3
1A
Sc ho olstr
Aa n
6
32
34
bos
17
6C
6
34
27
23
15
36
37
35
38
39
42
l
aa t
1
Cro
5
46
ne Pao
47
7
5
11
d estr
t ra at
13
5
Wei
aa t
eu
de Gr
Aa n
11
dh uiss
9A
9
4
13
Raa
21A
15
9
8
11
17- 1
Nieu wstr
15
13
7
4E
4D
4A
4F
17- 6
17- 4
17- 2
17- 5
17- 3
15A
15
13
13A
13B
13C
13D
4C
4B
4
2A t/m 2 E
at
15
rs tra
11
±
Pe pe
6
10
Bijlage 2:
15 januari 2014
Kaart behorende bij de Beleidsregels grote rivieren
Error! Reference source not found.
9/1
Kaart behorende bij de Beleidsregels grote rivieren
Locatie Grevenbicht/Obbicht
Legenda
Kadastrale percelen (okt 2013)
Beleidslijn Grote Rivieren (V2009)
Gebieden WBR artikel 2a
Stroomvoerend regime
Bergend regime
Nieuwe buitendijkse gebieden (Ruimte voor de Rivier)
0
0
0
Kilometers
Gebruik van de kaart: Deze kaart geeft een indicatie van de werkelijkheid weer.
Deze kaart is niet bedoeld voor gedetailleerd gebruik of voor ontlenen van
informatie voor operationele besluiten ter plaatse.
Auteur:
Wesley van Rooij
Datum:
16-01-2014
Schaal: 1:8.416
Bijlage 3:
Mogelijke locaties voor realisatie van sportvelden
Presentatie ROgroep
15 januari 2014
Error! Reference source not found.
10/1