Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Onderzoeksrapportage "Elk voordeel heeft zijn nadeel" Stichting Kindante 7 februari 2014 Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Onderzoeksrapportage DEFINITIEF "Elk voordeel heeft zijn nadeel" dossier : BC6759-100-100 registratienummer : IS-MA20140195 versie : Versie 7 classificatie : Klant vertrouwelijk Stichting Kindante 7 februari 2014 © HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001. HaskoningDHV Nederland B.V. INHOUD BLAD 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 INLEIDING Vraagstelling Deelnemende organisaties in het IKC Projectorganisatie Uitgangspunten van het onderzoek Onderzoeksaanpak Leeswijzer 3 3 3 3 4 5 5 2 2.1 2.2 2.3 2.4 HUIDIGE SITUATIE Functionaliteit van de gebouwen Technische staat van de gebouwen Huidige exploitatielasten Bodemverontreiniging 6 7 8 9 9 3 3.1 3.2 3.3 RUIMTEBEHOEFTE IKC Het IKC concept Ruimtebehoefte IKC Samenvatting ruimtebehoefte 10 10 10 12 4 4.1 4.2 4.3 DE ONDERZOCHTE SCENARIO’S De scenario’s Gymzalen De beoordelingscriteria 13 13 14 14 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 EERSTE BEOORDELING VAN DE SCENARIO’S 17 Inleiding 17 Scenario 1: Samenvoegen scholen in gerenoveerd schoolgebouw in Grevenbicht 17 Scenario 2: IKC door transformatie = hergebruik, gedeeltelijke sloop en uitbreiding van bestaande schoolgebouwen in Grevenbicht 21 Scenario 3: IKC door transformatie/hergebruik bestaande schoolgebouw Obbicht 22 Scenario 4: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht 24 Scenario 5: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Obbicht 26 Scenario 6: Nieuwbouw IKC aan Kempenweg in middengebied Obbicht-Grevenbicht 27 Scenario 7: Nieuwbouw IKC aan Frankenstraat in Grevenbicht 33 Scenario 8: Nieuwbouw elders in middengebied Obbicht-Grevenbicht 35 Tussenconclusie eerste scenario analyse 37 6 FINANCIËLE ANALYSE 39 7 RISICO ANALYSE 43 8 SAMENVATTING, ADVIES EN AANBEVELINGEN 45 9 COLOFON 49 Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 -1- BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. Rapport technische schouw schoolgebouwen Programma van Eisen Financiële analyse Verslag gesprek met Provincie Limburg en Rijkswaterstaat 7 februari 2014, versie 7 -2- Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 1 INLEIDING 1.1 Vraagstelling De gemeente Sittard-Geleen heeft te maken met een krimpsituatie. Dit heeft zijn weerslag op de maatschappelijke voorzieningen in de gemeente en op het basisonderwijs in het bijzonder. Afnemende leerlingenaantallen dwingen maatschappelijke organisaties tot slimme oplossingen voor maatschappelijke voorzieningen. Daarom zoekt Stichting Kindante naar een oplossing voor de basisscholen Ds. Deelemanschool, de Pastoor Franckschool en de Willibrordusschool in samenwerking met diverse maatschappelijke organisaties. Concreet zit de Willibrordusschool qua leerlingenaantal onder de opheffingsnorm en zal daarom worden geconfronteerd met sluiting. Het huisvesten van scholen en maatschappelijke organisaties in solitaire gebouwen is niet langer levensvatbaar, zeker niet in krimpregio’s. In die situatie is het van belang om slim om te gaan met de huisvesting van maatschappelijke organisaties. Het concentreren van functies is noodzakelijk en het combineren met andere functies zoals sportvoorzieningen biedt kansen om de levensvatbaarheid te vergroten. Door de verschillende maatschappelijke partijen met elkaar in contact te brengen en elkaars belangen te delen, wordt vaak ingezien dat gezamenlijke huisvesting een oplossing kan bieden en de levensvatbaarheid van de organisaties vergroot. Hiertoe zijn de kindpartners in Obbicht en Grevenbicht voornemens om een Integraal Kindcentrum (IKC) te realiseren. Deze ambitie wordt eveneens uitgesproken in het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs en Kindfuncties Sittard-Geleen 2013 – 2025. Hierin is het streven van Stichting Kindante opgenomen om de drie scholen onder te brengen in een Integraal Kindcentrum door gebruik te maken van de bestaande schoolgebouwen in Grevenbicht of door nieuwbouw in het middengebied Obbicht-Grevenbicht. In opdracht van Stichting Kindante heeft Royal HaskoningDHV (RHDHV) ten behoeve van het IKC een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de mogelijke locaties en de mogelijkheden van het gebruik van bestaande gebouwen versus nieuwbouw onderzocht. In deze rapportage zijn de bevindingen van ons onderzoek verwoord en komen wij tot een advies voor de mogelijke locatie en bouwvorm voor het IKC. 1.2 Deelnemende organisaties in het IKC In de projectgroep is de afspraak gemaakt dat in dit stadium uitsluitend de eerste lijns kindpartners worden gevraagd naar hun huisvestingsbehoefte. Deze partners zijn: PC Basisschool Ds. Deeleman, RK Basisschool Pastoor Franck, RK Basisschool Willibrordus, Stichting Spelenderwijs (onderdeel van PIW-groep), Maatwerk in Kinderopvang (MIK): MIK heeft gedurende het onderzoek aangegeven niet deel te nemen aan het IKC. 1.3 Projectorganisatie Royal HaskoningDHV heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van Stichting Kindante. Bij de opdrachtverstrekking heeft Stichting Kindante nauw samengewerkt met de gemeente Sittard-Geleen. De belangrijkste onderdelen van de projectorganisatie bestonden uit een projectgroep en een klankbordgroep. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 -3- Daarnaast zijn de betrokken wethouders van de gemeente Sittard-Geleen en de besturen van de toekomstige kindpartners van het IKC over de onderzoeksresultaten geïnformeerd. Projectgroep RHDHV heeft de onderzoeksresultaten teruggekoppeld in de projectgroep. Hierin hebben de volgende partijen zitting: Stichting Kindante Gemeente Sittard-Geleen Directeur Ds. Deelemanschool Directeur Willibrordusschool en Pastoor Franckschool Stichting Spelenderwijs Woningstichting Obbicht en Papenhoven (Stichting Woningbeheer Born-Grevenbicht: heeft op eigen verzoek geen zitting gehad in de projectgroep, maar is wel gelijk met de overige projectgroepleden geïnformeerd) Klankbordgroep Voor een kritische terugkoppeling op de aanpak en de onderzoeksresultaten is een klankbordgroep in het leven geroepen. Hierin hebben vertegenwoordigers zitting van de diverse maatschappelijke organisaties en lokale belangenorganisaties, gerelateerd aan het gebruik van de huidige onderwijsgebouwen en gymzalen. De onderzoeksvraagstelling en de onderzoeksaanpak zijn in november en december 2013 afgestemd met de klankbordgroep. In januari 2014 zijn de resultaten van dit onderzoek voorgelegd aan de klankbordgroep. 1.4 Uitgangspunten van het onderzoek In het onderzoek zijn onder meer de volgende uitgangspunten gehanteerd. In de volgende hoofdstukken wordt verder ingegaan op de specifieke uitgangspunten zoals die voor de ruimtebehoefte en de financiële analyse. Op verzoek van de projectgroep zijn uitsluitend de eerstelijns kindpartners betrokken in het onderzoek. De drie scholen zijn in een fusieproces verwikkeld. De fusie is deels noodzaak omdat de Willibrordusschool wat betreft leerlingenaantal onder de opheffingsnorm zitten. De Willibrordusschool wordt op termijn gesloten. Aangezien de Ds. Deelemanschool een Protestants-christelijke denominatie heeft, die binnen een straal van 5 kilometer niet voorkomt, kan deze school blijven bestaan. Een fusie maakt het voortbestaan van de scholen (niet de gebouwen) mogelijk in een nieuwe organisatie. In het Strategische Huisvestingsplan Onderwijs en Kindfuncties Sittard-Geleen 2013-2025 wordt concentratie van de scholen in combinatie met de peuterspeelzaal geadviseerd. Dit kan door hergebruik van bestaande gebouwen of door middel van nieuwbouw. Het schoolbestuur heeft een voorkeur uitgesproken voor het laatste. De resultaten van dit onderzoek moeten hier meer richting aan geven. Stichting Kindante hanteert een hogere duurzaamheidambitie dan de gemeente. Voor zowel renovatie als nieuwbouw sluit Stichting Kindante aan bij het concept Frisse Scholen Klasse B zoals gedefinieerd door het AgentschapNL. Bij nieuwbouw adviseert het AgentschapNL uit te gaan van minimaal Klasse B. Stichting Kindante streeft ook bij renovatie naar het realiseren van een schoolgebouw dat voldoet aan Klasse B. De gemeente heeft aangegeven uit te gaan van de eisen zoals weergegeven in het Bouwbesluit. Dit verschil in ambitieniveau heeft een verhogend effect op de investeringskosten bij zowel renovatie als nieuwbouw omdat een hogere investering 7 februari 2014, versie 7 -4- Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk wordt gedaan in met name energiebesparende maatregelen en maatregelen die het binnenklimaat verbeteren (luchtbehandeling). Een nadere toelichting op het verschil in duurzaamheidambitie geven wij in de financiële analyse in bijlage 3 (paragraaf 1.1). 1.5 Onderzoeksaanpak RHDHV heeft de volgende werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van dit haalbaarheidsonderzoek: Wij zijn gestart met het bestuderen van reeds uitgevoerde onderzoeken om ons in te leven in de lokale situatie. Middels het afnemen van interviews is de ruimtebehoefte van de eerste lijns kindpartners geïnventariseerd. De functionele en ruimtelijke wensen van de kindpartners zijn vastgelegd in een globaal programma van eisen dat als bijlage bij dit rapport is gevoegd. Vervolgens hebben wij een eerste analyse uitgevoerd van de scenario’s. In overleg met de projectgroep is op basis van de eerste beoordeling van de scenario’s een selectie gemaakt van een aantal scenario’s dat nader financieel is onderzocht. Voor deze scenario’s zijn de stichtingskosten, financieringsmogelijkheden en de exploitatiekosten in beeld gebracht. De uitkomsten van de scenario-analyse zijn besproken met de projectgroep en de klankbordgroep. Op basis van voorgaande stappen is deze rapportage tot stand gekomen. Ook is de rapportage afgestemd met de leden van de projectgroep en de klankbordgroep. Validatie van het onderzoek In lijn met het Kwaliteitshandboek van Royal HaskoningDHV zijn zowel het gevolgde proces als inhoudelijk de gegevens uit deze rapportage beoordeeld aan de hand van het vierogenprincipe. Dit houdt in dat meerdere collega’s de gegevens checken en beoordelen. Ook heeft een validator van Royal HaskoningDHV het proces gevolgd en inhoudelijk kritisch meegekeken. 1.6 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk gaan wij nader in op de huidige situatie van de drie scholen en de gymzalen. Hoofdstuk 3 geeft een beknopte beschrijving van de geïnventariseerde ruimtebehoefte. In de bijlagen is het volledige Programma van Eisen opgenomen. In hoofdstuk 4 geven wij aan welke scenario’s zijn onderzocht. Tevens worden de scenario’s inhoudelijk toegelicht en wordt aangegeven op welke aspecten de scenario’s zijn beoordeeld. De eerste beoordeling van de scenario’s vindt plaats in hoofdstuk 5. Hierin worden de scenario’s beoordeeld op alle aspecten behalve financiën. De financiële analyse vindt plaats in hoofdstuk 6, gevolgd door een risico analyse in hoofdstuk 7. In hoofdstuk 8 wordt een samenvatting en een advies voor het toekomstige IKC gegeven. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 -5- 2 HUIDIGE SITUATIE In dit onderzoek is de functionele en technische kwaliteit van de bestaande schoolgebouwen onderzocht. Het gaat om drie schoolgebouwen en de gymzalen in Obbicht en Grevenbicht. De peuterspeelzaal is momenteel gevestigd in de Willibrordusschool in Obbicht en in het gemeenschapshuis in Grevenbicht. Het gemeenschapshuis maakt (als huisvesting) geen onderdeel uit van dit onderzoek. School Adres Perceel PC basischool Ds. Deeleman St. Catharinaplantsoen 6, Grevenbicht M 1186 Opp. Perceel 1.045 RK basischool Pastoor Franck RK basischool Willibrordus Gymzaal Grevenbicht St. Catharinaplantsoen 4, Grevenbicht St. Willibrorduslaan 1, Obbicht St. Catharinaplantsoen 2, Grevenbicht St. Willibrorduslaan 21 M 1187 B 4314 / B 4121 Gymzaal Obbicht Bouwjaar m2 bvo 680 5.200 1963 (verbouwd en aangepast in 2006) 1964 1.537 3.105 1959 1.033 2002 455 1982 475 Tabel 1: Gegevens schoolgebouwen en gymzalen Obbicht en Grevenbicht Figuur 1: Locatie Ds. Deelemanschool / Pastoor Franckschool, Grevenbicht (links) en locatie Willibrordusschool, Obbicht (rechts) In bovenstaande figuur is links de locatie van de basisscholen in Grevenbicht te zien. Het betreft hier een locatie van circa 6.245 m2 (inclusief perceel gymzaal). Rechts is de locatie van de Willibrordusschool in Obbicht te zien. Deze locatie heeft een oppervlakte van 3.105 m2. De bruikbare locatie is echter iets kleiner doordat de locatie geen rechthoekige vorm heeft, maar een aantal smalle stroken bevat ten oosten en westen van het gebouw. 7 februari 2014, versie 7 -6- Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Stichting Kindante is juridisch eigenaar van beide locaties. De gemeente Sittard-Geleen is economisch eigenaar van beide locaties. Dit houdt in dat wanneer de onderwijsbestemming van de gronden af gaat en Stichting Kindante de gronden dus niet langer gebruikt voor onderwijsdoeleinden, de gronden weer volledig in eigendom komen van de gemeente. Ook een eventuele grondopbrengst als gevolg van herbestemming komt daarmee terecht bij de gemeente. 2.1 Functionaliteit van de gebouwen Ds. Deelemanschool en Pastoor Franckschool In de figuur hiernaast is de opzet van de Ds. Deelemanschool (gebouwdeel rechtsboven) en de Pastoor Franckschool (het overige gebouwdeel) te zien. Deze figuur is opgenomen om te laten zien dat de schoolgebouwen in de jaren uitgebreid zijn waardoor een langgerekt gebouw is ontstaan met veel verkeersruimte. De diverse lokalen zijn overwegend solitair gesitueerd in het gebouw. Verbinding of contact tussen de lokalen is slechts beperkt mogelijk. Ook is het zicht op de kinderen beperkt door de gangstructuur van het gebouw. Het gebouw beschikt over te veel hoekjes waardoor toezicht slecht mogelijk is, hetgeen ten kosten gaat van de veiligheid van de kinderen. De structuur van het gebouw heeft tevens nadelige effecten op de exploitatie van het gebouw. Met name ten aanzien van energie en onderhoud is het een inefficiënt gebouw. De gebouwvorm leidt tot een school die niet langer voldoet aan de wensen en eisen van een moderne school. Op de technische staat komen wij hieronder terug. Gymzaal Grevenbicht De gymzaal voldoet functioneel. Sommige gebruikers geven aan dat er een te harde vloer is. De gymzaal kent een bezettingsgraad van circa 48% (gemeten: doordeweeks tussen 9.00 en 22.00 uur). De bezettingsgraad overdag (tussen 9.00 en 17.00 uur bedraagt 51%, in de avonduren (tussen 18.00 en 22.00 uur) is de bezettingsgraad 43%. Zowel overdag als ’s avonds is nog ruimte voor optimalisatie van het gebruik van de gymzaal. Figuur 2: Lay out Ds. Deelemanschool en Pastoor Franckschool Willibrordusschool De hierna volgende afbeelding geeft de lay out van de Willibrordusschool weer. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 -7- Figuur 3: Lay out Willibrordusschool Uit de gesprekken met de schoolleiding is duidelijk geworden dat deze school functioneel volstaat. Duidelijk is te zien dat de gebouwvorm efficiënter is dan de schoolgebouwen in Grevenbicht. De lokalen zijn gesitueerd rondom het centrale middengebied. Zichtlijnen zijn kort. Gymzaal Obbicht De gymzaal in Obbicht kent een bezettingsgraad van circa 33% (gemeten: doordeweeks tussen 9.00 en 22.00 uur). De bezettingsgraad overdag (tussen 9.00 en 17.00 uur bedraagt 17%, in de avonduren (tussen 18.00 en 22.00 uur) is de bezettingsgraad 66%. Zowel overdag als ’s avonds is nog ruimte voor optimalisatie van het gebruik van de gymzaal. 2.2 Technische staat van de gebouwen Van de drie schoolgebouwen is een schouw uitgevoerd om de technische kwaliteit te bepalen. In bijlage 1 is de volledige rapportage van de schouw opgenomen. Duidelijk is geworden dat de scholen in Grevenbicht in slechte technische staat verkeren en grondige renovatie nodig is. De Ds. Deelemanschool is in een minder slechte staat dan de Pastoor Franckschool. Ook de Willibrordusschool heeft te maken met een matige technische staat gezien de leeftijd van het gebouw. De knelpunten bij de scholen uiten zich in slechte staat van de platte daken, lekkende lichtkoepels, kapotte gevelbeplating en boeiboorden (houtrot), beperkte isolatie (op plaatsen nog enkel glas aanwezig), scheuren in metselwerk, asbest, verouderde radiatoren, verouderd raambeslag, verouderde vloerafwerking, verouderd sanitair en brandgevaarlijke plafonds. Royal HaskoningDHV heeft geen technische schouw van de gymzalen uitgevoerd, aangezien dit niet tot de opdracht behoorde. Deze zijn in eigendom van de gemeente. Uit de ontvangen onderhoudsplanningen van de gemeente is gebleken dat de technische staat van de gymzaal in Grevenbicht redelijk is. De technische staat van de gymzaal in Obbicht is slechter. 7 februari 2014, versie 7 -8- Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 2.3 Huidige exploitatielasten Uit de administratie van Stichting Kindante blijkt dat de drie scholen momenteel gezamenlijke exploitatiekosten hebben van circa € 135.000 in 2012. Prefentief onderhoud Dotatie voorziening preventief onderhoud Tuinonderhoud Energie Waterverbruik Schoonmaakonderhoud Publiekrechtelijke heffingen Totaal 2012 Pastoor Franck Ds. Deeleman 2012 2012 8.967 3.585 11.504 7.973 34 22.519 8.448 587 877 22.599 9.902 1.049 1.851 67.259 32.636 Willibrordus 2012 4.184 9.417 127 3.787 464 16.685 1.134 35.798 Totaal 2012 16.736 28.894 161 34.754 1.928 49.186 4.034 135.693 Tabel 2: Exploitatiekosten 2012 van de drie scholen (bron: Stichting Kindante) Het gaat hier om de werkelijke exploitatiekosten. De dotatie voorzieningen preventief onderhoud is gebaseerd op verwachte onderhoudskosten (gebaseerd op continuering van gebruik). 2.4 Bodemverontreiniging Uit het raadplegen van het bodemloket (www.bodemloket.nl) blijkt dat ter plaatse van de Pastoor Franckschool en Ds. Deelemanschool (St. Catharinaplantsoen) een bodemsanering heeft plaatsgevonden. De locatie is rond 2001 volledig gesaneerd en daarna vrijgegeven. Uit het rapport blijkt dat in 2008 de sanering is geëvalueerd. De hygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse is door het bevoegd gezag (Provincie Limburg) voldoende gevonden. In figuur 4 is het gebied weergegeven met het paarse gearceerde vlak. Dit sluit Figuur 4: locatie bodemsanering Ds Deelemanschool en Pastoor Franckschool, Grevenbicht echter niet uit dat bij toekomstige ontwikkelingen nader onderzoek noodzakelijk is. Ter plaatse van de Willibrordusschool is geen bodemverontreiniging of sanering bekend. Naast de school ter plaatse van het kantoorgebouw is echter wel een onderzoek uitgevoerd, zie de bruine arcering in figuur 5. Bij herontwikkeling van deze locatie is het mogelijk dat nader bodemonderzoek moet plaatsvinden. Figuur 5: locatie bodemonderzoek naast Willibrordusschool Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 -9- 3 RUIMTEBEHOEFTE IKC 3.1 Het IKC concept Het oprichten van een IKC is enerzijds ontstaan uit de noodzaak tot concentratie van de scholen in Obbicht en Grevenbicht als gevolg van de afname van het leerlingenaantal. Minstens zo belangrijk is echter de visie van de kindpartners dat concentratie en samenwerking kan leiden tot meerwaarde voor de doelgroep, namelijk de kinderen van 0 tot 12 jaar. Royal HaskoningDHV heeft de mogelijke toekomstige gebruikers, stichting Kindante en de gemeente geïnterviewd om het concept voor het IKC te achterhalen en de bijbehorende functionele en ruimtelijke wensen te inventariseren. MIK heeft aangegeven af te zien van participatie in het IKC. Stichting Kindante moet daarom op zoek naar een nieuwe partner voor het aanbieden van buitenschoolse opvang eventueel in combinatie met een kinderdagverblijf. De gebruikers hebben hun voorkeur uitgesproken over het huisvesten van alle (eerstelijns) kindpartners onder één dak. De gemeente heeft aangegeven dat een IKC in de vorm van een netwerkorganisatie waarbij de kindpartners niet noodzakelijk in één gebouw gehuisvest zijn ook tot de mogelijkheden behoort. Over het inhoudelijke concept voor het IKC zitten de genoemde partijen op één lijn. Een borging van de doorlopende leerlijn voor kinderen van 0 tot 12 jaar is de centrale doelstelling. Hierbij is het van groot belang dat de kindpartners zorgen voor inhoudelijke afstemming met elkaar. Naast de inhoudelijke samenwerking tussen de eerstelijns kindpartners in het IKC willen de kindpartners aansluiting (blijven) houden bij andere maatschappelijke organisaties in Obbicht en Grevenbicht. Hierbij wordt gedacht aan functies als zorg, centrum voor jeugd en gezin, consultatiebureau, logopedie, sport en culturele instellingen. Dit soort organisaties moet toegang kunnen krijgen tot het IKC. Het IKC moet een gevoel van “welkom” uitstralen en dus openstaan naar de omgeving en de gemeenschap. 3.2 Ruimtebehoefte IKC De kindpartners hebben in de interviews hun ruimtebehoefte aangegeven. Daarnaast is aangesloten bij beleid van de gemeente ten aanzien van ruimtegebruik van scholen en peuterspeelzalen: Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sittard-Geleen, door de gemeenteraad vastgesteld op 8 juli 2009. Verordening peuterspeelzalen gemeente Sittard-Geleen 2011. Basisschool Voor het bepalen van de permanente ruimtebehoefte is het aantal leerlingen dat gedurende 15 jaar kan worden verwacht van belang. Uitgaande van in gebruik name van het IKC in 2016, houden wij het aantal leerlingen aan dat in 2030 wordt verwacht. Het leerlingenaantal bedraagt in dat jaar 295 leerlingen. 7 februari 2014, versie 7 - 10 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Basisschool: PC Ds. Deeleman leerlingaantal aantal lokalen RK Pastoor Franck leerlingaantal aantal lokalen RK Willibrordus leerlingaantal aantal lokalen Totaal leerlingaantal Ruimtebehoefte aantal lokalen Ruimtebehoefte m² bvo 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 75 73 71 68 68 67 66 65 65 64 4 4 4 3 3 3 3 3 4 4 155 156 156 155 155 154 150 149 148 147 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 116 110 108 106 102 102 101 101 98 98 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 346 339 335 329 325 323 317 315 311 309 15 15 15 14 14 14 14 14 15 15 1.940 1.905 1.885 1.855 1.835 1.825 1.795 1.784 1.764 1.754 Basisschool: PC Ds. Deeleman 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 leerlingaantal 64 63 63 63 61 62 62 61 61 60 aantal lokalen 4 4 4 4 3 3 3 3 3 3 RK Pastoor Franck leerlingaantal 145 143 143 143 140 140 140 140 138 135 aantal lokalen 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 RK Willibrordus leerlingaantal 96 95 95 94 93 93 93 92 91 90 aantal lokalen 5 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Totaal leerlingaantal 305 301 301 300 294 295 295 293 290 285 Ruimtebehoefte aantal lokalen 15 14 14 14 13 13 13 13 13 13 Ruimtebehoefte m² bvo 1.734 1.714 1.714 1.709 1.679 1.684 1.684 1.674 1.659 1.634 Tabel 3: leerlingenprognose en ruimtebehoefte scholen (bron: Gemeente Sittard-Geleen) De bijbehorende ruimtebehoefte is conform de gemeentelijke verordening 1.684 m2 bvo. In de eerste jaren van het IKC is de ruimtebehoefte groter. Bij de geplande in gebruik name van het IKC in 2016 is de ruimtebehoefte 1.885 m2 bvo. Daarom is het verstandig om bij de planvorming rekening te houden met deze krimp in ruimtebehoefte van circa 200 m2 bvo (circa 3 lokalen). Bestaande voorzieningen in de beide kernen kunnen in het opvangen van deze ruimtebehoefte een rol spelen. Buitenruimte: 600 m2 conform de verordening. Peuterspeelzaal Stichting Spelenderwijs heeft aangegeven dat bij het realiseren van het IKC één groepsruimte voor Obbicht en Grevenbicht nodig is. Deze ruimte zal 7 dagdelen in gebruik zijn. De totale ruimtebehoefte is hieronder weergegeven. Ruimte Groepsruimte (obv aantal kinderen) Verschoonruimte Keukenblok Peutertoiletten (incl voorruimte) Kantoor- en spreekruimte Bergruimte binnen Bergruimte buiten Totaal ruimtebehoefte Factor n.o./b/.v.o. Tabel 4: ruimtebehoefte peuterspeelzaal m² n.o. aantal per ruimte m² n.o. m² b.v.o. 14 3,5 49 65 1 8 8 11 1 8 8 11 3 4 12 16 1 15 15 20 1 10 6 8 1 10 6 8 104 138 1,33 opmerkingen deelbaar met deelbaar met deelbaar met deelbaar met Bso Bso Bso Bso school Buitenruimte: 42 m2 conform de verordening. Buitenschoolse opvang Naast de peuterspeelzaal is er behoefte aan het aanbieden van buitenschoolse opvang in het toekomstige IKC. De ruimtebehoefte bestaat net als bij de peuterspeelzaal uit een groepsruimte en een aantal ondersteunende ruimten. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 11 - m² n.o. Ruimte aantal per ruimte m² n.o. m² b.v.o. Groepsruimte (obv aantal kinderen) 14 3,5 49 65 Slaapruimte 2 10,0 20 27 Verschoonruimte 0 0 Keukenblok 0 0 (Peuter)toiletten (incl voorruimte) 0 0 Kantoor- en spreekruimte 0 0 Bergruimte binnen 1 10 6 8 Bergruimte buiten 1 10 6 8 Totaal ruimtebehoefte 81 108 Factor n.o./b/.v.o. 1,33 Tabel 5: ruimtebehoefte buitenschoolse opvang opmerkingen deelbaar met deelbaar met deelbaar met deelbaar met Psz Psz Psz Psz school Buitenruimte: de buitenschoolse opvang maakt gebruik van de buitenruimte van de school en de peuterspeelzaal. Parkeren Op basis van het gemeentelijke parkeerbeleid, komen we op de volgende parkeerbehoefte. Gebruiker School Peuterspeelzaal Kinderdagverblijf Gymzaal Totaal gemeentelijke parkeernorm 0,5 0,6 0,6 2,5 per leslokaal arbeidsplaats arbeidsplaats 100 m2 bvo aantal aantal parkeerplaatsen 13 6,5 2 1,2 2 1,2 570 14,3 23,2 Tabel 6: parkeerbehoefte Uitgaande van 25 m2 per parkeerplaats, is circa 538 m2 nodig. 3.3 Samenvatting ruimtebehoefte Gebruiker School m² bvo 1.684 Peuterspeelzaal 138 Buitenschoolse opvang 108 Gymzaal Totaal 455 2.385 m² perceel Footprint gebouw (1-laags) Speelruimte school Speelruimte peuterspeelzaal Parkeren Totaal benodigd perceel Tabel 7: samenvatting ruimtebehoefte IKC 2.385 600 42 538 3.565 Bovengenoemde ruimtebehoefte is exclusief eventuele noodzakelijke infrastructurele maatregelen. In de financiële analyse zijn wij ervan uitgegaan dat ruimte nodig is voor bijvoorbeeld een kiss & ride zone, een fietsenstalling en eventueel ruimte ten behoeve van de ontsluiting van de locatie. Infrastructurele maatregelen aan het bestaande wegennetwerk zijn niet opgenomen. Hiermee komt de totale ruimtebehoefte uit op circa 4.000 m2 grond. 7 februari 2014, versie 7 - 12 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 4 DE ONDERZOCHTE SCENARIO’S In dit hoofdstuk geven wij weer welke scenario’s voor het IKC (basisscholen, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang) zijn onderzocht. Tevens verwoorden wij in dit hoofdstuk aan de hand van welke criteria de scenario’s zijn beoordeeld. In een aparte paragraaf (4.2) geven wij weer hoe en welke rol de gymzalen spelen in de scenario’s. 4.1 De scenario’s Royal HaskoningDHV heeft een 8 tal scenario’s opgesteld in overleg met de projectgroep. De hieronder weergegeven scenario’s hebben betrekking op de scholen, de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang. Scenario 1: IKC als netwerkorganisatie door samenvoegen scholen in het bestaande schoolgebouw in Grevenbicht In scenario 1 worden de drie scholen samengevoegd in de schoolgebouwen in Grevenbicht. De peuterspeelzaal uit Obbicht, zal waarschijnlijk worden samengevoegd met de peuterspeelzaal die in Grevenbicht is gehuisvest in het gemeenschapshuis. De schoolgebouwen in Grevenbicht worden met elkaar verbonden en gerenoveerd. De BSO wordt ondergebracht in een lokaal in het schoolgebouw. Scenario 2: IKC door transformatie: hergebruik, gedeeltelijke sloop en uitbreiding van bestaande schoolgebouwen in Grevenbicht In scenario 2 is onderzocht in hoeverre de schoolgebouwen in Grevenbicht kunnen worden hergebruikt voor het toekomstige IKC. Gezien de situatie waarbij de Ds. Deelemanschool zowel functioneel als technisch in een betere staat verkeert dan de Pastoor Franckschool, is ervoor gekozen om de Ds. Deelemanschool te behouden en te renoveren en de Pastoor Franckschool te slopen. Een nieuw gebouwdeel wordt aan de bestaande Ds. Deelemanschool verbonden, waarin ook de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang wordt gerealiseerd. Scenario 3: IKC door hergebruik bestaande schoolgebouw in Obbicht In scenario 3 is onderzocht in hoeverre het mogelijk is om het IKC te vestigen in het bestaande schoolgebouw in Obbicht. Het is de vraag in hoeverre de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang in het gebouw ondergebracht kan worden of dat het IKC in de vorm van een netwerkorganisatie functioneert. Het schoolgebouw in Obbicht wordt gerenoveerd. Scenario 4: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht Bij scenario 4 worden de huidige schoolgebouwen in Grevenbicht gesloopt en vindt nieuwbouw plaats van het IKC inclusief de peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang op de huidige locatie van de scholen in Grevenbicht. Scenario 5: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Obbicht In scenario 5 wordt het schoolgebouw in Obbicht gesloopt en vindt nieuwbouw plaats van het IKC inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang op de locatie van de huidige school in Obbicht. Scenario 6: Nieuwbouw IKC aan Kempenweg in middengebied Obbicht-Grevenbicht Scenario 6 behelst nieuwbouw inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang aan de Kempenweg in het middengebied Obbicht-Grevenbicht. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 13 - Scenario 7: Nieuwbouw IKC aan Frankenstraat in Grevenbicht In scenario 7 wordt nieuwbouw inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang aan de Frankenstraat in Grevenbicht achter de supermarkt onderzocht. Scenario 8: Nieuwbouw elders in middengebied Obbicht-Grevenbicht Naast de twee concrete locaties die in scenario 6 en 7 worden onderzocht, hebben wij onderzocht of er nog andere locaties zijn in het middengebied Obbicht-Grevenbicht die geschikt zijn voor nieuwbouw inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. 4.2 Gymzalen Naast het IKC (scholen, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang), hebben de gymzalen in Obbicht en Grevenbicht een belangrijke rol voor de leefbaarheid in de beide dorpen. In de hierboven beschreven scenario’s is het mogelijk dat de gymzalen worden gerenoveerd of dat een nieuwe gymzaal wordt gerealiseerd. Het uiteindelijke besluit over het openhouden van gymzalen of het al dan niet plegen van nieuwbouw ligt bij de gemeente. Nieuwbouw of renovatie In alle onderzochte scenario’s is een gymzaal voorhanden binnen de verwijsafstand zoals die in de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs is opgenomen (1.000 meter loopafstand). Formeel is er geen noodzaak om een gymzaal nieuw te bouwen. Met name in de scenario’s waarbij het IKC in het middengebied wordt gerealiseerd (scenario 6, 7 en 8) is het denkbaar dat een nieuwe gymzaal wordt gerealiseerd. In de scenario’s waarbij de schoollocatie in Grevenbicht in gebruik blijft (scenario 1, 2 en 4) zal de huidige gymzaal in Grevenbicht naar alle waarschijnlijkheid worden behouden en gerenoveerd. In de scenario’s waarbij het IKC in Obbicht wordt gerealiseerd (scenario’s 3 en 5), is het denkbaar dat de gymzaal in Obbicht wordt behouden en gerenoveerd. Het is in alle scenario’s ook nog denkbaar dat de gymzaal in Obbicht wordt opengehouden, wellicht niet voor schoolgebruik overdag, maar voor gebruik in de avonduren. Gezien de technische staat van de gymzaal in Obbicht, ligt het niet voor de hand om deze gymzaal open te houden en te renoveren. Daarom hebben wij in deze rapportage alleen renovatie van de gymzaal in Grevenbicht meegenomen. 4.3 De beoordelingscriteria Wij hebben de scenario’s beoordeeld aan de hand van de criteria zoals hieronder omschreven. Hierbij moet worden opgemerkt dat de beoordeling afhankelijk is van het perspectief van degene die de beoordeling uitvoert. De inwoners van Obbicht en Grevenbicht zullen verschillend tegen de criteria aankijken. Dit geldt ook voor de gemeente en Stichting Kindante. Wij hebben geprobeerd om de diverse scenario’s zo objectief mogelijk te beoordelen aan de hand van de hieronder beschreven criteria. De daadwerkelijke beoordeling van de scenario’s vindt plaats in het volgende hoofdstuk (5). De financiële beoordeling is opgenomen in hoofdstuk 6. 7 februari 2014, versie 7 - 14 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening Wij onderzoeken of de gebouwen en/of locaties voldoende ruimte bieden om de geïnventariseerde ruimtebehoefte te kunnen huisvesten. Gezien de stedenbouwkundige opzet van beide dorpen en gezien de omgeving wordt uitgegaan van een 1-laags gebouw. Tevens beoordelen wij per scenario wat de beperkingen, risico’s en mogelijkheden zijn die wetgeving op het gebied van ruimtelijke ordening biedt. Functionaliteit voor de kinderen De toekomstige voorziening heeft als doel om een goede huisvesting te bieden waarmee de kindpartners en daarmee de kinderen op de lange termijn uit de voeten kunnen. De verschillende vormen van onderwijs (klassikaal, kleine groepjes, etc.) moeten nu en in de toekomst kunnen worden georganiseerd in de toekomstige voorziening. Ook als de onderwijsvisie van de school in de toekomst wordt bijgestuurd of aangepast, moet het gebouw over voldoende flexibiliteit beschikken om dit soort veranderingen op te kunnen vangen. Wij beoordelen deze toekomstbestendigheid van de accommodatie per scenario. Synergiemogelijkheden met andere functies Per scenario is onderzocht in hoeverre synergie met sportaccommodaties is te realiseren. Deels is synergie te behalen door goede afspraken te maken. Daardoor is het ook mogelijk om synergie tussen sport en het IKC te realiseren zonder dat beide in elkaars directe nabijheid zijn gelegen. Een optimale synergie is te realiseren door het samenvoegen van beide functies op één locatie. Ook is onderzocht in hoeverre ieder scenario mogelijkheden biedt voor uitbreiding met andere functies in de toekomst. Effect op de leefbaarheid van de gemeenschap Leefbaarheid is een belangrijk beoordelingscriterium in dit haalbaarheidsonderzoek omdat maatschappelijke voorzieningen zoals onderwijs en peuterspeelzaal in grote mate de leefbaarheid van een dorp bepalen. Deze voorzieningen vormen een belangrijk ontmoetingspunt in de gemeenschap. Met name voor dit criterium geldt dat de inwoners van Obbicht en Grevenbicht hier per scenario verschillend tegenaan kunnen kijken. Bij het onderzoeken van de gevolgen per scenario voor de leefbaarheid in de beide kernen, kijken wij naar het maatschappelijke voorzieningenniveau in beide kernen. Denk hierbij aan maatschappelijke voorzieningen zoals scholen, wijkcentra, (buiten)sportverenigingen zoals tennis en voetbal, maar ook mogelijkheden om binnensport te beoefenen. Ook verenigingen zoals buurtverenigingen, muziekverenigingen, heemkundeverenigingen, Oranjeverenigingen hebben behoefte aan een geschikte accommodatie om hun activiteiten te kunnen uitvoeren. In kleinere gemeenschappen hebben maatschappelijke voorzieningen een belangrijke functie. Ze vormen een verbindende schakel in de gemeenschap: een ontmoetingspunt. Dit geldt natuurlijk ook voor maatschappelijke voorzieningen in stedelijke gebieden. Echter, wij zien in de praktijk dat wanneer een maatschappelijke voorziening, zeker een school of een gymzaal, uit een dorp verdwijnt dat dit grote impact heeft op de gemeenschap. De inwoners zijn dan vaak direct aangewezen op voorzieningen in naburige dorpen of stedelijke gebieden. In het geval van Obbicht en Grevenbicht betekent dit dat behoorlijke afstanden naar plaatsen als Born en Buchten moeten worden afgelegd. De binding tussen de gemeenschap en maatschappelijke accommodaties is groot. Zo is ook te lezen in het onderzoek dat door Stichting Laefbaar Obbeeg en Beeg is uitgevoerd. Dit is zichtbaar in Obbicht en Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 15 - Grevenbicht, gezien het grote aantal inwoners dat gebruikt maakt van de accommodaties die in dit onderzoek betrokken zijn, te weten de scholen, de peuterspeelzaal en de gymzalen in beide dorpen. De gymzalen zijn bijna dagelijks in gebruik door de scholen en vrijwel iedere avond worden de gymzalen gebruikt door lokale verenigingen. Bij het leegkomen en de sloop van de bestaande accommodaties bestaat het risico dat niet direct een nieuwe bestemming kan worden gevonden voor de vrijgevallen locaties. Dit houdt verband met de teruglopende vraag naar (nieuwe) woningen in zijn algemeenheid. Echter gegeven het feit dat in de beide kerkdorpen er geen dan wel nauwelijks ruimte is voor uitbreiding buiten de rode contouren, is de verwachting dat op wat langere termijn de vrijgevallen locaties wellicht kunnen worden aangewend voor woningbouw. Veiligheid, verkeer, parkeren De gekozen oplossingen hebben in ieder scenario effect op verkeersbewegingen, parkeergelegenheid en daarmee de veiligheid, met name voor de kinderen, maar ook voor andere gebruikers van het toekomstige IKC en de gymzalen. Planning Stichting Kindante streeft naar ingebruikname van het toekomstige IKC eind 2016. Dit houdt in dat er nog circa drie jaar tijd is om renovatie, transformatie of nieuwbouw te realiseren. Uitgaande van planvorming in 2014 en besluitvorming over het IKC eind 2014 en een bouwperiode van circa 1,5 jaar, is deze planning haalbaar mits geen bestemmingsplanwijziging nodig is. Alleen als een efficiënt planvormings- en realisatieproces wordt doorlopen is deze planning haalbaar. Deze planning biedt weinig tot geen ruimte voor eventuele tegenvallers zoals vertraging in de besluitvorming. Per scenario geven wij aan in hoeverre het realistisch is om deze planning te halen. Hierbij hebben wij ook onderzocht in hoeverre tijdelijke huisvesting nodig is. Financiën Een aantal scenario’s is financieel doorgerekend. Hiervoor is onderzocht wat het effect per scenario is op de exploitatielasten voor Stichting Kindante enerzijds en de gemeente anderzijds. Om dit te kunnen bepalen zijn de investeringskosten voor een aantal scenario’s bepaald. Tevens wordt gezocht naar mogelijkheden om de benodigde investeringen per scenario te financieren. De uitkomsten van de financiële analyse zijn opgenomen in hoofdstuk 6. 7 februari 2014, versie 7 - 16 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 5 EERSTE BEOORDELING VAN DE SCENARIO’S 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk vindt u de eerste beoordeling van de scenario’s. Op basis van deze eerste beoordeling is in de projectgroep een selectie gemaakt van de scenario’s die doorgerekend worden. 5.2 Scenario 1: Samenvoegen scholen in gerenoveerd schoolgebouw in Grevenbicht Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening Zowel de locatie (6.245 m2) als de huidige twee gebouwen (2.217 m2 bvo) zijn groot genoeg om het toekomstige IKC te huisvesten. Op termijn zou de peuterspeelzaal ook in het gerenoveerde gebouw kunnen worden gehuisvest als het leerlingenaantal van de gefuseerde school is afgenomen, waardoor lokalen leeg komen te staan. De locatie De locatie vormt de voormalige locatie van de Pastoor Franckschool en de Ds. Deelemanschool en is daarmee reeds in (juridisch) eigendom van Stichting Kindante. De locatie is centraal gelegen voor de basisschoolleerlingen uit Grevenbicht, echter decentraal voor de leerlingen uit Obbicht. Bestemmingsplan In het ‘bestemmingsplan kernen Obbicht en Grevenbicht’ (vastgesteld op 7 oktober 2010) is deze locatie opgenomen met de bestemming: ‘maatschappelijk’. Onder deze bestemming vallen verschillende instellingen. Ook een educatieve instelling behoort tot de mogelijkheden. De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. instellingen en voorzieningen op medisch, sociaal-cultureel, educatief of religieus gebied dan wel op het gebied van sport en recreatie of openbaar bestuur, waaronder begrepen bejaarden- en verzorgingstehuizen; Bouwmogelijkheden De locatie beslaat een oppervlakte van 6.245m 2. Deze oppervlakte is voldoende groot om de gefuseerde scholen te kunnen huisvesten. Het bouwvlak mag voor 100% bebouwd zijn. Het bouwvlak is echter getrokken rondom de contouren van de bestaande bebouwing. Onder bepaalde voorwaarden kan een beperkte uitbreiding plaatsvinden binnen het bouwvlak. (zie het rode vlak in figuur 6). Op deze oppervlakte is maximaal een 1-laagse bebouwing toegestaan met een maximale Figuur 6: uitsnede verbeelding BP Kernen bouw- en Obbicht en Grevenbicht goothoogte van 4 meter. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 17 - Overige ruimtelijke aspecten Bodem In het bestemmingsplan zijn geen nadere beperkingen opgenomen die gerelateerd zijn aan de bodemkwaliteit ter plaatse. Uit de gegevens van het bodemloket (figuur 6) blijkt dat een bodemsanering heeft plaatsgevonden en dat de kwaliteit voldoende is. Wij kunnen echter niet uitsluiten dat verder bodemonderzoek noodzakelijk is. Dit geldt overigens voor alle scenario’s. Archeologie Over een deel van de kern Grevenbicht is een dubbele bestemming “waarde- archeologie opgenomen. De locatie van de scholen valt hier ruim buiten. Externe veiligheid Uit de risicokaart van de Provincie Limburg en het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er geen risicovolle objecten zijn in of in de nabijheid van Grevenbicht. Wel kunnen er over het Julianakanaal gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zo blijkt uit de bestemmingsplantoelichting. In het bestemmingsplan is vermeld dat geen nieuwe kwetsbare objecten (waaronder basisscholen) binnen de waterlijn worden gerealiseerd. De huidige ligging van de school is gelegen buiten de waterlijnen. In Grevenbicht zijn ook geen leidingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een risico vormen voor de huidige school locaties. Luchtkwaliteit Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat ter plaatse van Grevenbicht geen overschrijding is van de normen voor luchtkwaliteit en zijn er geen bouwplannen voorzien die tot een verslechtering leiden. Figuur 7: vrijstellingsgebied en zoals bedoeld in paragraaf 6 van hoofdstuk 6 Waterbesluit Geluid Uit het bestemmingsplan blijkt dat er geen knelpunten zijn met betrekking tot geluid in Grevenbicht. Hoogwater De locatie valt binnen het vrijstellingsgebied van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 uit het Waterbesluit (zie het gele gebied in figuur 7). Dit betekent dat voor deze locatie geen vergunning nodig is met betrekking tot paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit voor het uitvoeren van werken (zoals bouwen) en dat er geen nadere verplichtingen zijn in het kader van mitigatie en compenserende maatregelen. Structuurvisie Sittard-Geleen In de structuurvisie van de gemeente Sittard-Geleen wordt voor de ontwikkelingen met betrekking tot onderwijs verwezen naar het Strategisch Huisvestingsplan (SHP). In de structuurvisie zijn ook ruimtelijke aspecten opgenomen die relevant zijn voor dit haalbaarheidsonderzoek. Zo is rond de kernen in de gemeente een zogenaamde ‘rode contour’ getrokken. Deze contour is overgenomen uit het Provinciaal 7 februari 2014, versie 7 - 18 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 1 Omgevingsplan Limburg (POL) . Buiten deze rode contour mogen geen rode (stedelijke) ontwikkelingen plaatsvinden. Dus geen realisatie van bebouwing. Strategisch Huisvestingsplan (SHP) In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie: Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool. De peuterspeelzaal blijft gehandhaafd in het gemeenschapshuis in Grevenbicht en sluit daarbij niet aan bij de realisatie van meerdere voorzieningen op een centrale plaats. Leefbaarheidagenda De gemeente Sittard-Geleen heeft in september 2013 een leefbaarheidagenda opgesteld voor 2025. De Leefbaarheidagenda 2025 geeft aan hoe de leefbaarheid in de wijken en buurten kan worden behouden en bevorderd. In de leefbaarheidagenda is ook het aspect ‘maatschappelijke voorzieningen en vitale verenigingen’ opgenomen. De gemeente wil tot een goed voorzieningenaanbod komen door o.a.: 1. het aantal voorzieningen terug te brengen (en de financiering daarvan). Resterende voorzieningen kunnen hierdoor duurzaam worden en blijven; 2. het aantal voorzieningen te spreiden. Deze aspecten komen terug in de realisatie van één IKC voor de kernen Obbicht en Grevenbicht, zoals ook omschreven in het Strategisch Huisvestingsplan 2008-2020 onderwijs en kindfuncties Sittard-Geleen. De fusie van de scholen in één schoolgebouw sluit aan bij het eerste punt (terugbrengen van het aantal voorzieningen) genoemd bij de leefbaarheidagenda. Renovatiemaatregelen Het gebouw heeft een grondige renovatie nodig om te kunnen voldoen aan de eisen zoals Stichting Kindante die stelt aan haar schoolgebouwen (Frisse Scholen Klasse B). Voor de gemeente zijn ook bij renovatie de eisen zoals opgenomen in het Bouwbesluit leidend. Deze omvangrijke renovatie kan niet binnen de schoolvakanties worden afgerond. Tijdelijke huisvesting is noodzakelijk. Voor een deel van de tijdelijke huisvesting kan de Willibrordusschool worden ingezet. Per 1 januari 2015 vindt een wetswijziging plaats ten aanzien van de financiering van (groot)onderhoud. Deze wet voorziet in de overheveling van de verantwoordelijkheid van onderhoud van de gemeente naar de schoolbesturen. De exacte invulling van de verantwoordelijkheid met betrekking tot renovatie is nog niet duidelijk. Hierover zal op lokaal niveau afstemming moeten plaatsvinden. Functionaliteit voor de kinderen Zoals in hoofdstuk 2 bleek, sluit de opzet van het huidige gebouw niet aan bij de onderwijsvisie van de schooldirecteuren. Het gebouw heeft een onhandige structuur met veel gangen. De lokalen zijn los van elkaar gesitueerd in het gebouw, waardoor contact tussen de lokalen vrijwel onmogelijk is. Daarnaast is de beschikbare ruimte voor activiteiten buiten de lokalen zeer beperkt. Energetisch leidt de opzet van het gebouw ook na renovatie niet tot een optimale situatie. 1 Gelet op het één op één overnemen van deze contouren is het niet noodzakelijk om expliciet in te gaan op het beleid in het POL. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 19 - Synergiemogelijkheden met andere functies Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties indien het IKC wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties. Scenario 1 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties. Daarnaast biedt dit huidige gebouw en de locatie in Grevenbicht beperkt mogelijkheden om andere functies te huisvesten. Effect op de leefbaarheid In dit scenario blijven de huidige maatschappelijke voorzieningen school, peuterspeelzaal gehandhaafd in Grevenbicht en worden, op termijn, uitgebreid door ook de samengevoegde peuterspeelzaal in het gebouw te huisvesten. Daarnaast blijft het gerenoveerde gebouw ruimte bieden aan andere organisaties die gebruik willen maken van ruimten in het dorp. De gymzaal kan behouden blijven voor het dorp Grevenbicht. Het realiseren van het IKC in Grevenbicht heeft een neutraal tot positief effect op de leefbaarheid in dat dorp omdat voorzieningen behouden blijven in dat dorp. De verwachting is dat, in ieder geval op de korte termijn, de leefbaarheid gelijk blijft met de leefbaarheid op dit moment en mogelijk neemt de leefbaarheid op de korte termijn toe (uiteindelijk neemt het totaal aantal schoolgaande kinderen af) omdat de (meeste) kinderen uit Obbicht ook naar school gaan in Grevenbicht. Echter, de situatie in Obbicht verandert doordat het dorp niet langer beschikt over een school en een peuterspeelzaal. Als de gymzaal in Obbicht gesloten wordt, is de verwachting dat dit een negatief effect zal hebben op de leefbaarheid in Obbicht. Veiligheid, verkeer en parkeren Door concentratie van de voorzieningen in Grevenbicht, zal het aantal verkeersbewegingen, met name in de ochtend en avond, toenemen doordat de kinderen uit Obbicht naar het IKC in Grevenbicht worden gebracht en gehaald. De huidige infrastructuur en parkeergelegenheid is niet berekend op deze toename en leidt in de huidige situatie al tot onwenselijke situaties. In Grevenbicht is slechts beperkt ruimte beschikbaar om de routing naar de locatie te optimaliseren als gevolg van bestaande bebouwing. Ook op de toekomstige IKC locatie zelf is beperkt ruimte beschikbaar om infrastructuur te verbreden. Aangezien het (langzame) verkeer tussen Obbicht en Grevenbicht zal toenemen, gaan wij uit van de aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg opgenomen in het gebied tussen de twee dorpen. Hiermee kan de verkeersveiligheid worden verbeterd. Planning Ingebruikname eind 2016 is mogelijk. Wij schatten in dat de renovatiewerkzaamheden circa drie maanden in beslag nemen mits het gebouw leeggespeeld wordt zodat de renovatie in een fase kunnen worden uitgevoerd. Om de renovatie uit te kunnen voeren zal de school tijdelijk in alternatieve huisvesting gehuisvest moeten worden. Hiervoor worden noodlokalen geplaatst op een nader te bepalen locatie. Ook kan gebruik worden gemaakt van de Willibrordusschool. De duur en de kosten van tijdelijke huisvesting kunnen eventueel worden beperkt door een deel van de renovatie te laten plaatsvinden in de schoolvakantie. 7 februari 2014, versie 7 - 20 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 5.3 Scenario 2: IKC door transformatie = hergebruik, gedeeltelijke sloop en uitbreiding van bestaande schoolgebouwen in Grevenbicht Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening Ook voor scenario 2 geldt dat de locatie over voldoende ruimte beschikt voor het IKC (zie omschrijving scenario 1). Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven heeft de school volgens de verordening recht op 1.684 m2 bruto vloeroppervlak op basis van de leerlingenprognose. De Ds. Deelemanschool, die behouden wordt, is 680 m2 bruto vloeroppervlak. De uitbreiding voor de school betreft 1.004 m2 bruto vloeroppervlak. Daarnaast worden de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang aan het programma toegevoegd. Strategisch huisvestingsplan In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie: Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool. De peuterspeelzaal wordt opgenomen in het IKC. Leefbaarheidagenda De clustering van de scholen sluit aan bij het eerst genoemde punt van de leefbaarheidagenda: terugbrengen van het aantal voorzieningen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de leefbaarheidagenda in paragraaf 5.2. Functionaliteit voor de kinderen Door uitbreiding van de huidige aula/speellokaal van de Ds. Deelemanschool en de nieuwe lokalen daar deels omheen te situeren, kan een gebouw worden gecreëerd dat functioneel voldoet. De situatie waarbij veel (en langgerekte) verkeersruimte aanwezig is kan worden opgelost. Ook kan ruimte worden gecreëerd waarin in kleinere groepen kan worden gewerkt buiten het klaslokaal. Synergiemogelijkheden met andere functies Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties indien het IKC wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties. Scenario 2 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties. Met name bij het nieuw te bouwen gebouwdeel kan nog rekening worden gehouden met eventuele toekomstige uitbreidingen met andere functies. Effect op de leefbaarheid Net als in scenario 1 is omschreven, gaat het vestigen van het IKC in Grevenbicht ten koste van de leefbaarheid in Obbicht. Dit kwalificeren wij als een neutraal effect op de leefbaarheid in Grevenbicht en een negatief effect van dit scenario op de leefbaarheid in Obbicht. Overall scoren wij dit als negatief. Veiligheid, verkeer en parkeren Op de resterende locatie blijft voldoende ruimte over voor het optimaliseren van parkeervoorzieningen. De locatie blijft gelegen op een plek in Grevenbicht die moeilijk een toename van verkeersbewegingen aankan. In Grevenbicht is slechts beperkt ruimte beschikbaar om de routing naar de locatie te optimaliseren als gevolg van bestaande bebouwing. Ook op de toekomstige locatie zelf is beperkt ruimte beschikbaar om infrastructuur te verbreden. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 21 - Aangezien het (langzaam) verkeer tussen Obbicht en Grevenbicht zal toenemen, gaan wij uit van de aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg opgenomen in het gebied tussen de twee dorpen. Hiermee kan de verkeersveiligheid worden verbeterd. Planning De uitbreiding kan plaatsvinden middels 1-laagse bebouwing. Daardoor is geen bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. De gewenste ingebruikname eind 2016 zien wij als realistisch. Om dit te realiseren is tijdelijke huisvesting noodzakelijk. Net als in het voorgaande scenario gaan wij uit van het plaatsen van noodlokalen eventueel in combinatie met het gebruik van de Willibrordusschool. Wij schatten in dat deze tijdelijke huisvesting een jaar nodig zal zijn. 5.4 Scenario 3: IKC door transformatie/hergebruik bestaande schoolgebouw Obbicht Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening De locatie De vestiging van het IKC vindt plaats op de voormalige locatie van de basisschool Willibordus en is daarmee reeds (juridisch) in eigendom van Stichting Kindante. Deze vestiging is daarmee centraal gelegen voor de leerlingen uit Obbicht, echter decentraal voor de leerlingen uit Grevenbicht. Bestemming De locatie is in het ‘bestemmingsplan kernen Obbicht en Grevenbicht’ opgenomen met de bestemming: ‘Maatschappelijk’. Onder deze bestemming vallen verschillende instellingen. Ook een educatieve instelling behoort tot de mogelijkheden. Bouwmogelijkheden De locatie beslaat een kadastraal oppervlakte van 3.105m2. De locatie is direct omsloten aan drie kanten door woningbebouwing. Ook is een aantal langgerekte stroken aanwezig op de locatie. Om deze redenen kan niet de gehele locatie worden benut. Het bruikbare oppervlakte bedraagt circa 2.500 m2. Figuur 8: uitsnede bestemmingsplan locatie Willibrordusschool Het gebouw biedt ruimte aan 1.033 m2 bvo. De ruimtevraag bedraagt 1.930 m2 bvo inclusief de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang. Indien de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang elders in Obbicht zouden worden gesitueerd, blijft een uitvraag over van 1.684 m2 bvo voor de school en zou het gebouw met circa 650 m2 moeten worden uitgebreid. Uitbereiding van het bestaande schoolgebouw is ruimtelijk op deze locatie zeer beperkt mogelijk. Een bestemmingsplanwijziging is noodzakelijk omdat de uitbreiding niet binnen de vigerende bestemmingsplanvoorschriften mogelijk is. Het bouwvlak (rode vlak in figuur 8) is getrokken rondom de contouren van de bestaande bebouwing (bouwvlak circa 1.000 m2) met een minimale mogelijkheid tot uitbreiding. Tevens geldt op de locatie een beperking van maximaal 1 bouwlaag en een bouw- en goothoogte tot maximaal 4 meter. Direct aansluitend op het schoolgebouw is een kantoorfunctie aanwezig. 7 februari 2014, versie 7 - 22 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Overige ruimtelijke relevante aspecten Bodem In het bestemmingsplan zijn geen nadere beperkingen opgenomen in verband met bodem. Uit figuur 4 blijkt dat een bodemonderzoek is uitgevoerd ter plaatse van het kantoor naast de basisschool. Archeologie De locatie valt buiten het gebied van de kern Obbicht waarop de dubbele bestemming “waardearcheologie” is opgenomen. Externe veiligheid Uit de risicokaart van de Provincie Limburg en het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er geen risicovolle objecten zijn in of in de nabijheid van Obbicht. Wel kunnen er over het Julianakanaal gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zo blijkt uit de bestemmingsplantoelichting. In het bestemmingsplan is vermeld dat geen nieuwe kwetsbare objecten (waaronder basisscholen) binnen de waterlijn worden gerealiseerd. De huidige ligging van de school is gelegen buiten de waterlijnen. In Obbicht zijn ook geen leidingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een risico vormen voor de huidige schoollocaties. Luchtkwaliteit Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat ter plaatse van Obbicht geen overschrijding is van de normen voor luchtkwaliteit en zijn er geen bouwplannen voorzien die tot een verslechtering leiden. Geluid Uit het bestemmingsplan blijkt dat er geen knelpunten zijn met betrekking tot geluid in Obbicht. Hoogwaterbescherming De locatie is gelegen binnen het vrijstellingsgebied (zie figuur 7) van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 uit het Waterbesluit wat betekent dat voor deze locatie geen vergunning nodig is met betrekking tot paragraaf 6 van het Waterbesluit voor het uitvoeren van werken (zoals bouwen). Structuurvisie Sittard-Geleen De locatie ligt tevens binnen de rode contour van verstedelijking uit de structuurvisie. Realisatie van bebouwing op de locatie is toegestaan. Strategisch huisvestingsplan Het SHP voorziet in concentratie van de scholen en de peuterspeelzaal in Grevenbicht of in het middengebied Obbicht-Grevenbicht. Het SHP voorziet niet in concentratie in Obbicht. Leefbaarheidagenda In dit scenario worden de voorzieningen terug gebracht tot in één IKC, dit sluit aan bij het eerst genoemde punt van de Leefbaarheidagenda. Functionaliteit voor de kinderen Zowel het gebouw als de locatie biedt onvoldoende ruimte om een goed functioneel gebouw te realiseren waarbij tevens voldoende noodzakelijke buitenruimte overblijft. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 23 - Synergiemogelijkheden met andere functies Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties indien de voorziening wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties. Scenario 3 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties. Ook is het gebouw en de locatie te klein om het IKC in de toekomst met andere functies uit te breiden. Effect op de leefbaarheid De verwachting is dat het realiseren van het IKC in Obbicht zal leiden tot een afname van de leefbaarheid in Grevenbicht. Dit scenario zal ten koste gaan van de leefbaarheid in Grevenbicht. De inwoners van Grevenbicht zullen voor (onderwijs)voorzieningen aangewezen zijn op Obbicht en/of andere nabijgelegen kernen. Het realiseren van het IKC in Obbicht heeft een neutraal tot positief effect op de leefbaarheid in dat dorp. Onze verwachting is dat, in ieder geval op de korte termijn, de leefbaarheid toe neemt (uiteindelijk neemt het totaal aantal schoolgaande kinderen af) omdat de (meeste) kinderen uit Grevenbicht in dit scenario ook naar school gaan in Obbicht. Veiligheid, verkeer en parkeren Door concentratie van de voorzieningen in Obbicht, zal het aantal verkeersbewegingen, met name in de ochtend en avond, toenemen doordat de kinderen uit Grevenbicht naar het IKC in Obbicht worden gebracht en gehaald. De huidige infrastructuur is niet berekend op deze toename en leidt in de huidige situatie al tot onwenselijke situaties. Ook hier geldt dat aanpassing van de infrastructuur lastig is als gevolg van de bestaande bebouwing. Er zijn wel mogelijkheden om het marktplein te benutten voor parkeren. Hierdoor kunnen brengende en halende ouders hun auto op het marktplein parkeren en met hun kind naar de school lopen. Dit voorkomt dat ouders voor de school parkeren. Aangezien het (langzaam) verkeer tussen Grevenbicht en Obbicht zal toenemen, gaan wij uit van de aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg opgenomen in het gebied tussen de twee dorpen. Hiermee kan de verkeersveiligheid worden verbeterd. Planning Aangezien in dit scenario uitbreiding noodzakelijk is om het IKC te kunnen huisvesten, is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Deze procedure zal circa 1,5 jaar in beslag nemen inclusief bezwaartermijnen. Daarmee is de planning (ingebruikname eind 2016) niet haalbaar. Tijdens de realisatie kunnen de Ds. Deelemanschool en de Pastoor Franckschool dienen als tijdelijke huisvesting, gedurende de drie maanden dat de renovatie in beslag neemt. 5.5 Scenario 4: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening Zie voor toelichting ook scenario 1. Het bouwvlak op de locatie is biedt voldoende ruimte aan nieuwbouw van het IKC aangezien het huidige gebouw (2.106 m2 bvo) groter is dan de ruimtevraag van het IKC (1.930 m2 bvo), zonder gymzaal. Hiermee kan een 1-laags gebouw worden gerealiseerd binnen de geldende bestemmingsplanvoorschriften. 7 februari 2014, versie 7 - 24 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Strategisch huisvestingsplan In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie: Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool. De peuterspeelzaal wordt opgenomen in het IKC. Leefbaarheidagenda Fuseren van de scholen en de peuterspeelzaal naar één IKC, sluit aan bij het eerste genoemde punt over de leefbaarheidagenda: het terugbrengen van het aantal voorzieningen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de leefbaarheidagenda in paragraaf 5.2. Functionaliteit voor de kinderen Nieuwbouw biedt optimale kans om een gebouw te realiseren dat voldoet aan de wensen en eisen van de gebruikers. Dit kan ook op de huidige schoollocatie in Grevenbicht. Synergiemogelijkheden met andere functies Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties indien de voorziening wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties. Scenario 4 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties. Wel biedt dit scenario mogelijkheden om in de verdere planvorming en bij de bouw rekening te houden met eventuele uitbreiding van het IKC met andere functies. De locatie biedt hiervoor mogelijkheden. Effect op de leefbaarheid Net als bij de voorgaande scenario’s waarbij het IKC in een van beide dorpen wordt gerealiseerd zal in dit scenario de leefbaarheid van Obbicht verminderen door concentratie van voorzieningen in Grevenbicht. Voor Grevenbicht is het effect neutraal. Veiligheid, verkeer en parkeren Door concentratie van de voorzieningen in Grevenbicht, zal het aantal verkeersbewegingen, met name in de ochtend en avond, toenemen doordat de kinderen uit Obbicht naar het IKC in Grevenbicht worden gebracht en gehaald. De huidige infrastructuur en parkeergelegenheid zijn niet berekend op deze toename en leiden in de huidige situatie al tot onwenselijke situaties. Bij sloop en nieuwbouw kan de locatie efficiënter worden ingericht, waardoor het mogelijk is om parkeren op de locatie te verbeteren. Ook kunnen infrastructurele maatregelen (kiss & ride zone) op de locatie worden gerealiseerd waardoor de verkeerssituatie op en vlak rond de locatie verbeterd kan worden. Aangezien het (langzaam) verkeer tussen Obbicht en Grevenbicht zal toenemen, gaan wij uit van de aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg in het gebied tussen de twee dorpen. Hiermee kan de verkeersveiligheid worden verbeterd. Planning Voor dit scenario is geen bestemmingsplanwijziging nodig. Daarom zien wij de ingebruikname eind 2016 als realistisch. Tijdens de realisatie wordt tijdelijke huisvesting ingezet in de vorm van noodlokalen in combinatie met de Willibrordusschool. Deze tijdelijke situatie zal circa 1 jaar duren tijdens de bouw van het IKC. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 25 - 5.6 Scenario 5: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Obbicht Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening Zie ook de toelichting bij scenario 3. Het kadastrale oppervlakte van de locatie in Obbicht bedraagt 3.105 m2. Het bruikbare deel van de locatie bedraagt circa 2.500 m2 (zie paragraaf 5.4). Het bouwvlak, waarbinnen gebouwd mag worden, heeft een oppervlakte van circa 1.000 m2. Daarmee is onvoldoende ruimte beschikbaar op de locatie om het IKC te kunnen realiseren, aangezien de footprint van een 1-laags IKC 1.930 m2 beslaat inclusief peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang, exclusief parkeren ten behoeve van auto’s. Ook in geval de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang elders zouden worden gerealiseerd (IKC als netwerkorganisatie) en uitsluitend de school zou worden gesitueerd in het gebouw (footprint 1.684 m2). Ook als wordt uitgegaan van een bestemmingsplanwijziging, waardoor een groter gebied dan het bouwvak bebouwd wordt, is de locatie te klein. Gezien de ruimtevraag van 1.930 m2 voor het IKC wordt de locatie te vol gebouwd en blijft te weinig ruimte over voor buitenruimte, fietsparkeren en vrije ruimte rondom het gebouw. Strategisch huisvestingsplan Het SHP voorziet in concentratie van de scholen en de peuterspeelzaal in Grevenbicht of in het middengebied Obbicht-Grevenbicht. Het SHP voorziet niet in concentratie in Obbicht. Leefbaarheidagenda Nieuwbouw van één IKC waarbij verschillende voorzieningen (educatie en peuterspeelzaal) worden ondergebracht in het zelfde gebouw. Dit sluit aan bij het terugbrengen van het aantal voorzieningen uit de leefbaarheidagenda. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de leefbaarheidagenda in paragraaf 5.2. Functionaliteit voor de kinderen Zowel het gebouw als de locatie biedt onvoldoende ruimte om een goed functioneel gebouw te realiseren waarbij tevens voldoende noodzakelijke buitenruimte overblijft. In dit scenario zou een te groot bouwvolume op de locatie worden gerealiseerd. Synergiemogelijkheden met andere functies Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven zien wij uitsluitend synergiemogelijkheden met sportaccommodaties indien de voorziening wordt gehuisvest op een gezamenlijke locatie met de (buiten)sportaccommodaties. Scenario 5 biedt geen synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties. Ook is het gebouw en de locatie te klein om het IKC in de toekomst met andere functies uit te breiden. Effect op de leefbaarheid Net als bij de voorgaande scenario’s waarbij het IKC in een van beide dorpen wordt gerealiseerd zal de leefbaarheid van Grevenbicht verminderen door concentratie van de (onderwijs)voorzieningen in Obbicht. Veiligheid, verkeer en parkeren Door concentratie van de voorzieningen in Obbicht, zal het aantal verkeersbewegingen, met name in de ochtend en avond, toenemen doordat de kinderen uit Grevenbicht naar het IKC in Obbicht worden gebracht en gehaald. De huidige infrastructuur en parkeergelegenheid is niet berekend op deze toename en leidt in de huidige situatie al tot onwenselijke situaties. Er zijn wel mogelijkheden om het marktplein te benutten voor parkeren. Hierdoor kunnen brengende en halende ouders hun auto op het marktplein parkeren en met hun kind naar de school lopen. Dit voorkomt dat ouders voor de school parkeren. 7 februari 2014, versie 7 - 26 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Aangezien het (langzaam) verkeer tussen Grevenbicht en Obbicht zal toenemen, gaan wij uit van de aanleg van een fietspad met voetpad langs de Kempenweg in het gebied tussen de twee dorpen. Hiermee kan de verkeersveiligheid worden verbeterd. Planning In scenario 5 zal een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk zijn om het IKC op de locatie in Obbicht te kunnen realiseren. Een bestemmingsplanprocedure neemt circa 1,5 jaar in beslag inclusief bezwaartermijnen. Tijdens de realisatie kunnen de Ds. Deelemanschool en de Pastoor Franckschool dienen als tijdelijke huisvesting, gedurende 1 jaar dat de renovatie in beslag neemt. 5.7 Scenario 6: Nieuwbouw IKC aan Kempenweg in middengebied ObbichtGrevenbicht Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening De locatie De locatie is gelegen aan de noordelijke rand van Obbicht. De locatie is hierdoor centraal gelegen voor zowel leerlingen uit Obbicht als uit Grevenbicht. De locatie is groot genoeg voor de ruimtebehoefte van het IKC (circa 4.000 m2). De locatie is particulier eigendom en zal eerst (deels) verworven moeten worden. Een andere mogelijkheid is grondruil. Bestemmingsplan De locatie, die is omcirkeld in rood in figuur 9, heeft ‘agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden’ als bestemming volgens het ‘bestemmingsplan Grensmaas – deelgebied SittardGeleen’ (vastgesteld 6 september 2007). De beoogde functie van het plangebied, vestigen van een school met peuterspeelzaal, is in strijd met deze bestemming. Het plangebied heeft een dubbelbestemming voor Wbr 2a, wat inhoudt dat het gebied onder water mag komen te staan. Bovendien is ter plaatse van het noordelijke deel van het perceel de dubbele bestemming “Beschermingszone i – leiding strook” opgenomen. Daarnaast ligt nog ten oosten van het gebied aangrenzend aan de weg de dubbele bestemming “Beschermingszone b – leiding strook”. Deze zones zijn indicatief weergegeven in figuur 9. Er mag niet gebouwd worden binnen deze zone. Het college is echter wel bevoegd om hiervan af te wijken voor bouwwerken die passen binnen de onderliggende bestemming, in dit geval “agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden” mits deze tot geen schade leidt voor de bedrijfsvoering van de leiding. De ontwikkeling is in strijd met de onderliggende bestemming waardoor hiervan geen gebruik kan worden gemaakt. Met betrekking tot “Beschermingszone i – leiding strook” blijkt dat de geplande leiding niet wordt gerealiseerd. Formeel gezien moet de betreffende dubbele bestemming worden verwijderd van het bestemmingsplan om hier, conform de onderliggende bestemming te bouwen. Zie verder hieronder het kopje ‘externe veiligheid’. Met betrekking tot de beschermingszone b: daarin is een hoge hoofdgastransportleiding gelegen. Beschermingszone b- leiding strook Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Beschermingzo ne i- leiding 7 februari 2014, versie 7 - 27 - Figuur 9: uitsnede bestemmingsplan "Grensmaas" locatie Kempenweg 6.3. Bouwvoorschriften A. . Op of in de tot "agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden" bestemde gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van: 1. de nader op de plankaart A voor een vaste delfstoffen verwerkingsinrichting aangegeven gronden, met dien verstande dat binnen de aangegeven begrenzing maximaal 3% van het oppervlak mag worden gebruikt voor bebouwing; 2. gebouwen ten behoeve van schutterij op gronden op de plankaart A aangegeven met het teken tot een maximale oppervlakte van 125 m² en een maximale goothoogte van 3,00 m en gebouwen ten behoeve tijdelijke voorzieningen met een maximale hoogte van 10,00 m; 3. andere bouwwerken tot een hoogte van maximaal 1,50 m. welke noodzakelijk zijn voor het agrarisch gebruik, met uitzondering van: a. schietbomen ten behoeve van een bestaande schutterijlocatie en/of schutterij voor zover deze b. andere bouwwerken op de op plankaart A voor vaste verwerkingsinrichting aangegeven op plankaart A is aangegeven, die maximaal 20 m. hoog mogen zijn; gronden die 20 m. hoog mogen zijn; c. tijdelijke voorzieningen tot een maximale hoogte van 10,00 m; d. hoogwaterbruggen tot een maximale hoogte van 10,00 m. B. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in dit lid onder A. ten behoeve van: A. een voederberging of voederruif voor wild en voor andere dieren zoals runderen en paarden, met dien verstande dat: B. a. dit bouwwerk noodzakelijk is voor de instandhouding van het wild; b. de hoogte ten hoogste 2,00 m bedraagt voor het oprichten van andere bouwwerken ten behoeve van extensief recreatief medegebruik met dien verstande dat de hoogte maximaal 2,50 m. en de oppervlakte maximaal 100 m² voor de hele bestemming mag bedragen. 2. Indien door de bouw of plaatsing of de aanwezigheid van bouwwerken onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden, wordt geen vrijstelling verleend. Bouwmogelijkheden Bebouwing van de locatie ten behoeve van een IKC is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Om hier een ontwikkeling te realiseren zal de gemeente een afwijkingsprocedure moeten volgen (hetzij een nieuw bestemmingsplan hetzij omgevingsvergunning met planologische afwijking). De door de gemeente voor te stellen afwijking vergt de instemming van de provincie. Het standpunt van de gemeente en de provincie luidt, dat het beleid er op is gericht, te voorkomen dat gebouwd wordt buiten de rode contouren: de voorkeur heeft het ontwikkelen binnen bestaand bebouwd gebied. Als inpassing binnen de contouren niet kan, dan zijn ontwikkelingen buiten de contouren alleen mogelijk, als deze planologisch goed gemotiveerd en ingepast worden. 7 februari 2014, versie 7 - 28 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Overige ruimtelijke aspecten Bodem Ter plaatse zijn geen vermeldingen van bodemverontreinigingen of onderzoeken ter plaatse. Archeologie De locatie valt niet binnen een gebied waarvoor een dubbele bestemming “waarde- archeologie” is opgenomen in het bestemmingsplan. Externe veiligheid Uit de risicokaart van de Provincie Limburg en het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er geen risicovolle objecten zijn in of in de nabijheid van het plangebied. Er is echter een hoofdgastransportleiding gelegen tussen de weg en het betreffende gebied. Het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) voor deze leiding moet worden bepaald en zijn bepalend voor de afstand die moet worden gehouden tussen de leiding het de nieuwbouwontwikkeling. Wel kunnen er over het Julianakanaal gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zo blijkt uit het bestemmingsplan toelichting. In het bestemmingsplan is vermeld dat geen nieuwe kwetsbare objecten (waaronder basisscholen) binnen de waterlijn worden gerealiseerd. De betreffende ligging van de school is buiten de waterlijnen. Zoals reeds vermeld is een beschermingszone voor een leidingstrook gelegen aan het noordelijke deel van het perceel. Hier zou een leiding komen te liggen volgens het bestemmingsplan. Echter uit een raadpleging van het Rijksstructuurvisie Buisleidingen blijkt dat er geen voornemens zijn om hier een leiding aan te leggen. De gemeente bevestigt deze constatering. Luchtkwaliteit Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat de luchtkwaliteit ter plaatse voldoet aan de wettelijke eisen. Geluid Uit het bestemmingsplan blijkt dat ter plaatse geen knelpunten zijn. Hoogwater Wel valt de locatie buiten het vrijstellingsgebied van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 uit het Waterbesluit (zie figuur 9 blauw/grijs gebied) wat betekent dat voor deze locatie een vergunning nodig is voor het uitvoeren van werken (zoals gebouwen). Het gebied is gelegen buiten het stroomvoerend en waterbergend regime van het rivierbed zoals bedoeld in de Beleidslijn Grote Rivieren en binnen het zogenaamde WBR artikel 2a gebied, zie figuur 10. Vóór de invoering van de Waterwet was het mogelijk om binnen dit gebied te bouwen op eigen risico (deze gebieden kunnen immers onder water komen te staan). Echter door de invoering van de Waterwet is het inmiddels wel noodzakelijk om een vergunning in het kader van het Waterwet aan te vragen voor bouwactiviteiten in dit gebied (zie figuur 7) waardoor een compensatieplicht geldt. Figuur 10: onderdeel kaartblad Bij het kiezen van dit scenario moet vooroverleg gepleegd worden met 7: Beleidslijn Grote Rivieren Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 29 - Rijkswaterstaat over de daadwerkelijk te nemen maatregelen. De maaiveldhoogte ter plaatse is 2 afwisselend. De maximale waterstand ter plaatse is 33,28 meter boven NAP . De gemiddelde maaiveldhoogte is net iets meer (33,3 meter boven NAP, volgens www.ahn.nl). Gelet op de hoogteverschillen en overige overwegingen bij het al dan niet verlenen van een vergunning in het kader van het Waterwet is vooroverleg nodig met Rijkswaterstaat om “spijtsituaties” te voorkomen (verhinderen van een toekomstige gewenste functie). Rijkswaterstaat geeft aan in principe bereid te zijn met het berekenen van de benodigde compensatie, maar waarschuwt dat de kosten van de benodigde compensatie een aanzienlijk effect kunnen hebben op de financiële haalbaarheid. Structuurvisie Sittard-Geleen De locatie is gelegen buiten de ‘rode contour’ van verstedelijking (zie figuur P6b). Op deze locatie mag dus niet gebouwd worden volgens de Structuurvisie. Strategisch huisvestingsplan In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie: Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool. Daarmee past deze locatie binnen de visie zoals verwoord in het SHP. Leefbaarheidagenda De clustering van verschillende voorzieningen sluit aan bij het eerst genoemde punt van de leefbaarheidagenda: terugbrengen van het aantal voorzieningen. De locatie is centraal gelegen voor de leerlingen uit Obbicht en Grevenbicht. Dit sluit aan bij een goede spreiding van de voorzieningen. Provinciaal Omgevingsplan Limburg (2006) Gelet op de strijdigheid met het gemeentelijke beleid bekijken wij in hoeverre de locatie voldoet aan het beleid van de hogere overheden. Hierdoor krijgen wij inzicht in de planologische haalbaarheid van de locatie. Strijdigheid met het ruimtelijke beleid van hogere overheden (provincie en rijk) duidt namelijk op een lage planologische haalbaarheid. Uit het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) blijkt dat het gebied tussen Grevenbicht en Obbicht binnen het perspectief P3 “Ruimte voor veerkrachtige watersystemen” valt. Volgens het POL: “Het perspectief Veerkrachtige watersystemen (P3) heeft betrekking op de meer open delen van beekdalen, winterbed van de Maas en steilere hellingen, voor zover deze geen deel uitmaken van P1 (EHS) of P2 (POG). De betreffende gebieden hebben een relatief open karakter en zijn ingericht voor gebruik door vooral grondgebonden landbouw”. Binnen dit perspectief zijn toeristische voorzieningen aanwezig en is de ontwikkeling hiervan mogelijk mits dit aansluit op het bieden van voldoende ruimte voor hoogwater afvoer Er is niet expliciet opgenomen dat overige functies al dan niet zijn toegestaan. De provincie spreekt zich wel uit Figuur 11: Uitsnede POL 2006 actualisatie 2011 2 Het hoogwaterniveau wordt tweejaarlijks vastgelegd. Het project Grensmaas dat voorziet in rivier verruimende maatregelen heeft een positief effect op het hoogwaterniveau. 7 februari 2014, versie 7 - 30 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk over de ontwikkel (on)mogelijkheden buiten de contouren van plattelandskernen binnen Perspectief 6 Plattelandskernen. In Noord en Midden Limburg is het mogelijk om aansluitend aan de contouren uit te breiden mits het Limburgs Kwaliteitsmenu wordt toegepast. In Zuid-Limburg is dit niet mogelijk. Uit overleg met onder andere de rayonplanoloog van de Provincie Limburg blijkt dat de provincie een ‘nee, tenzij’ benadering kiest. Dit betekent dat niet gebouwd mag worden buiten de contouren, tenzij er (dwingende) ruimtelijke relevante argumenten zijn om een IKC te realiseren buiten de contouren en dit ruimtelijk goed wordt ingepast. Uitgangspunt is dat de gemeente als bevoegd gezag het initiatief ook steunt. Dit betekent dat de gemeente en vervolgens de provincie moeten oordelen dat er sprake is van (dwingende) ruimtelijke relevante argumenten en moeten ze ook instemmen met de inpassing. De provincie ziet in het kader van leefbaarheid een zekere meerwaarde van het bundelen van voorzieningen, (bijvoorbeeld sport, zorg, onderwijs) in het landelijk gebied en beveelt aan om bij de keuze voor het middengebied de genoemde functies te combineren met het IKC. De realisatie van een IKC in dit scenario is in principe in strijd met het provinciale ruimtelijke beleid maar bij een goede planologische motivatie en inpassing zijn er mogelijkheden om hiervan af te wijken. De benodigde onderbouwing dient in ieder geval de stappen te doorlopen die voortvloeien uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte die vertaald zal worden in het nieuwe op te stellen POL2014. Wij concluderen dat de realisatie van een IKC in strijd is met het provinciale ruimtelijke beleid. De enige mogelijkheid om hiervan af te wijken, vloeit voort uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (vastgesteld 12 maart 2012) zijn 13 nationale belangen benoemd die belangrijk zijn om Nederland concurrerend, leefbaar, veilig en Figuur 12: samenvatting ladder voor duurzame verstedelijking bereikbaar te maken. Twee van deze belangen (bron: www,rijksoverheid.nl/ienm zijn rechtstreeks van belang voor de betreffende locatie, namelijk: -Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling (nationaal belang 9) Bij stedelijke ontwikkelingen is het van belang dat rekening wordt gehouden met het bieden van voldoende ruimte voor waterveiligheid. -Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten (nationaal belang 13) Hierbij gaat het om het inzichtelijk maken van ruimtelijke overwegingen zodat op ieder planniveau een integrale planafweging wordt gemaakt. Om deze afweging te uniformeren voor stedelijke ontwikkeling is de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’ opgesteld. De stappen en afwegingen zijn samengevat in figuur 12. Uit de handleiding blijkt dat deze ladder moet worden doorlopen voor onder andere maatschappelijke voorzieningen zoals scholen. Geconcludeerd wordt dat uitsluitend gebruik kan worden gemaakt van een locatie buiten het bestaand stedelijke gebied mits onderbouwd is dat herstructurering of transformatie onmogelijk is en de locatie in het Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 31 - betreffende buitenstedelijke gebied multimodaal (te voet, per fiets, auto en openbaar vervoer) kan worden ontsloten. Functionaliteit voor de kinderen Nieuwbouw van het IKC biedt optimale kansen om een gebouw te realiseren dat voldoet aan de wensen en eisen van de gebruikers. Daarnaast biedt nieuwbouw op een nieuwe locatie een psychologisch voordeel omdat de drie scholen van verschillende denominaties en de peuterspeelzaal gezamenlijk op een nieuwe locatie een nieuwe start maken. Bij nieuwbouw in het middengebied spelen geen historische bindingen van bepaalde partijen met de bestaande locatie een rol. Synergiemogelijkheden met andere functies In het middengebied Obbicht-Grevenbicht zien wij optimaal kansen voor synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties. Door concentratie van sport- en onderwijsvoorzieningen in het gebied tussen de beide kernen, kunnen de gebruikers gebruik maken van elkaars ruimten. Maar ook ten aanzien van parkeren kunnen synergievoordelen worden behaald. Deze locatie heeft voldoende omvang om in de verdere planvorming voor het IKC rekening te houden met uitbreidingsmogelijkheden in de toekomst met andere functies. Effect op de leefbaarheid Clustering van de scholen, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel sport tussen de beide dorpen leidt tot een situatie waarbij beide dorpen op korte afstand gebruik kunnen blijven maken van maatschappelijke voorzieningen. Hierdoor ontstaat een nieuwe ontmoetingsplaats tussen de dorpen in. Door de fusie van de scholen en de clustering met peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel sport neemt de kans op nieuwe ontmoetingen toe ten opzichte van de huidige situatie ook ten opzichte van de concentratie van de (onderwijs)voorzieningen in één van de dorpen waardoor wij dit scenario positief laten scoren. Ter plaatse van de vrijkomende locaties in beide dorpen neemt de leefbaarheid af. Totdat er zekerheid is over de eventuele vervangende functies hebben deze locaties een negatieve invloed op de leefbaarheid ter plaatse. Vandaar dat dit scenario over het geheel genomen +/- scoort. Veiligheid, verkeer en parkeren Ten aanzien van verkeer heeft deze locatie een gunstig effect doordat er verkeersbewegingen uit het dorp worden gehaald op de locatie van de huidige scholen. Het is denkbaar dat een rotonde in de Kempenweg ten behoeve van een goede en veilige verkeersafhandeling noodzakelijk is, aangezien er een drukkere afslag ontstaat buiten de bebouwde kom richting de Dukkelaarsweg. Daarnaast is het noodzakelijk dat in het kader van de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers een separate fietsstrook met voetpad wordt aangelegd langs de Kempenweg. Planning Realisatie van de voorziening in het middengebied Obbicht-Grevenbicht leidt tot een noodzakelijke bestemmingsplanwijziging. Daarmee kan de ingebruikname eind 2016 niet worden gehaald. Tijdelijke huisvesting is niet noodzakelijk aangezien de huidige schoolgebouwen in gebruik kunnen blijven tot oplevering van het IKC. 7 februari 2014, versie 7 - 32 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 5.8 Scenario 7: Nieuwbouw IKC aan Frankenstraat in Grevenbicht Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening De locatie De locatie is gelegen aan de zuidelijke rand van Grevenbicht. De locatie is particulier eigendom en zal eerst verworven moeten worden. Bestemming In het ‘bestemmingsplan Grensmaas – Deelgebied Sittard-Geleen’ is deze locatie opgenomen met de bestemming: ‘agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden (zie figuur 13). De beoogde functie van het plangebied, vestigen van een school met peuterspeelzaal, is in strijd met de bestemming. Tevens heeft het plangebied een dubbelbestemming voor Wbr 2a dat inhoudt dat het gebied onder water mag komen te staan. Bouwmogelijkheden De locatie is onbebouwd en beslaat een oppervlakte van meer dan het dubbele van de ruimtevraag van het IKC. De locatie is daarmee ruim voldoende groot voor de vestiging van het IKC. Bebouwing van de locatie is in strijd met de bestemming en met het gemeentelijk (en provinciaal) beleid. Overige ruimtelijke aspecten Bodem Er zijn geen bodemonderzoeken danwel saneringen bekend ter plaatse. Figuur 13: bestemmingsplan locatie Frankenstraat te Grevenbicht Archeologie De locatie valt niet binnen een gebied waarvoor een dubbele bestemming “waarde- archeologie” is opgenomen in het bestemmingsplan. Externe veiligheid Uit de risicokaart van de Provincie Limburg en het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er geen risicovolle objecten zijn in of in de nabijheid van het plangebied. Wel kunnen er over het Julianakanaal gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zo blijkt uit de bestemmingsplantoelichting. In het bestemmingsplan is vermeld dat geen nieuwe kwetsbare objecten (waaronder basisscholen) binnen de waterlijn worden gerealiseerd. De betreffende ligging van de school is gelegen buiten de waterlijnen. Luchtkwaliteit Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat de luchtkwaliteit ter plaatse voldoet aan de wettelijke eisen. Geluid Uit het bestemmingsplan blijkt dat ter plaatse geen knelpunten zijn. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 33 - Hoogwater De locatie valt buiten het vrijstellingsgebied van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 uit het Waterbesluit (zie figuur 4) wat betekent dat voor deze locatie een vergunning nodig is voor het uitvoeren van werken (zoals bouwen). Voor het overige verwijzen wij naar scenario 6. Structuurvisie Sittard-Geleen De locatie gelegen buiten de ‘rode contour’ van verstedelijking van het provinciaal beleid. Op deze locatie mag dus niet gebouwd worden. Voor wat betreft het provinciale en rijksbeleid verwijzen wij naar het genoemde beleid in scenario 6 en de conclusies die wij daaraan verbinden. Strategisch huisvestingsplan In dit SHP wordt onderwijs met bijbehorende voorzieningen ondergebracht in meerdere IKC’s. Voor Obbicht en Grevenbicht wordt één IKC gerealiseerd op planlocatie: Nieuwbouw Grevenbicht/Obbicht Renovatie bestaand complex Ds. Deelemanschool/Pastoor Franckschool. Daarmee past deze locatie binnen de visie zoals verwoord in het SHP. Leefbaarheidagenda De clustering van verschillende voorzieningen sluit aan bij het eerst genoemde punt van de leefbaarheidagenda: terugbrengen van het aantal voorzieningen. De locatie is geografisch centraal gelegen voor de leerlingen uit Obbicht en Grevenbicht. Dit sluit aan bij een goede spreiding van de voorzieningen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de leefbaarheidagenda in paragraaf 5.2. Met betrekking tot het Provinciale en Rijksbeleid wordt kortheidshalve verwezen naar scenario 6. Functionaliteit voor de kinderen Nieuwbouw biedt optimale kansen om een gebouw te realiseren dat voldoet aan de wensen en eisen van de gebruikers. Daarnaast biedt nieuwbouw op een nieuwe locatie een psychologisch voordeel omdat de drie scholen van verschillende denominaties en de peuterspeelzaal gezamenlijk op een nieuwe locatie een nieuwe start maken. Synergiemogelijkheden met andere functies In het middengebied Obbicht-Grevenbicht zien wij goede kansen voor synergiemogelijkheden met de sportaccommodaties. De kans is aanwezig dat de sportvoorzieningen aan de overzijde van de Frankenstraat gesitueerd moeten worden, hetgeen een beperking oplevert voor de veiligheid van de kinderen. Door concentratie van sport- en onderwijsvoorzieningen in het gebied tussen de beide kernen, kunnen de gebruikers gebruik maken van elkaars ruimten. Maar ook ten aanzien van parkeren kunnen synergievoordelen worden behaald. Echter, de huidige gymzaal in Grevenbicht is op korte afstand gelegen van de Frankenstraat. Sluiting van de gymzaal in Grevenbicht is geen gegeven bij nieuwbouw van het IKC op deze locatie (en in het gehele middengebied). Ook nieuwbouw van een gymzaal is daarom geen gegeven, maar een mogelijkheid. Deze locatie heeft voldoende omvang om in de verdere planvorming voor het IKC rekening te houden met uitbreidingsmogelijkheden in de toekomst met andere functies. 7 februari 2014, versie 7 - 34 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Effect op de leefbaarheid Clustering van de scholen, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel sport tussen de beide dorpen leidt tot een situatie waarbij beide dorpen op korte afstand gebruik kunnen blijven maken van maatschappelijke voorzieningen. Hierdoor ontstaat een nieuwe ontmoetingsplaats tussen de dorpen in. Hierbij moet worden aangetekend dat de locatie Frankenstraat tegen de bestaande kern van Grevenbicht aan is gelegen. Dit kan door de inwoners van Obbicht worden beoordeeld als een locatie die niet midden tussen de beide dorpen is gelegen. Door de fusie van de scholen en de clustering met peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel sport neemt de kans op nieuwe ontmoetingen toe ten opzichte van de huidige situatie, ook ten opzichte van de concentratie van de (onderwijs)voorzieningen in één van de dorpen, waardoor wij dit scenario positief laten scoren. Ter plaatse van de vrijkomende locaties in beide dorpen neemt de leefbaarheid af. Totdat er zekerheid is over de eventuele vervangende functies hebben deze locaties een negatieve invloed op de leefbaarheid ter plaatse. Vandaar dat dit scenario over het geheel genomen -/+ scoort. Veiligheid, verkeer en parkeren De Frankenstraat wordt in de huidige situatie als onveilig ervaren, met name omdat hier los- en laadactiviteiten plaatsvinden ten behoeve van de supermarkt. Daarnaast leidt de aanwezigheid van de supermarkt tot verkeeraantrekkende bewegingen, waardoor de totale hoeveelheid verkeer voor het toekomstige IKC op deze locatie wordt vergroot. Ten aanzien van verkeer heeft deze locatie echter ook een gunstig effect doordat er verkeersbewegingen uit het dorp worden gehaald op de locatie van de huidige scholen. Door het treffen van verkeersmaatregelen kan de veiligheid van deze locatie worden vergroot. Bijvoorbeeld door het aanleggen van een rotonde in de Kempenweg. Ook is het mogelijk om voor fietsers en voetgangers een separate fietsstrook met voetpad aan te leggen langs de Kempenweg. Daarnaast biedt de locatie Frankenstraat de mogelijkheid om gedeeltelijk gebruik te maken van de bij de supermarkt aanwezige parkeergelegenheid. Hierover zullen afspraken moeten worden gemaakt met de eigenaar van de supermarkt. Medegebruik van parkeerplaatsen is voor het IKC alleen interessant indien dit niet gepaard gaat met kosten. Planning Realisatie van de voorziening in het middengebied Obbicht-Grevenbicht leidt tot een noodzakelijke bestemmingsplanwijziging. Daarmee kan de ingebruikname eind 2016 niet worden gehaald. Tijdelijke huisvesting is niet noodzakelijk door de huidige schoolgebouwen in gebruik te houden tot de oplevering van het IKC. 5.9 Scenario 8: Nieuwbouw elders in middengebied Obbicht-Grevenbicht Ruimtelijke inpassing en ruimtelijke ordening De locaties Naast de locaties Kempenweg en Frankenstraat hebben wij onderzocht of er nog andere locaties zijn in het middengebied die mogelijkheden bieden voor het IKC. Het middengebied bestaat uit onbebouwde particuliere gronden die veelal voor agrarische doeleinden worden gebruikt. Deze mogelijke locaties zullen dus voor de realisatie van de voorziening verworven moeten worden. De onderzochte percelen zijn in figuur 14 weergegeven. Wij hebben gekozen voor deze percelen omdat ze voldoende omvang hebben voor het programma. De onderzochte percelen zijn ten oosten gelegen van de Kempenweg. Ten westen van de Kempenweg laat het eigendomspatroon een meer versnipperd beeld zien (meerdere kleine Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 35 - percelen). Deze percelen zijn deels te klein voor het IKC, waardoor het verwerven van gronden van meerdere partijen nodig is, wat weer kan leiden tot hogere verwervingskosten indien grondruil niet mogelijk blijkt. Ruimtelijke ordening Wat betreft de beoordeling van de mogelijkheden en beperkingen van ruimtelijke ordening, bodem, externe veiligheid, luchtkwaliteit, structuurvisie en strategisch huisvestingsplan verwijzen wij naar de teksten zoals opgenomen bij scenario 6 en 7. De onderzochte locaties sluiten wat betreft deze punten aan op hetgeen is vermeld bij de locaties Kempenweg en Frankenstraat. Archeologie Figuur 14: onderzochte percelen Wat betreft het aspect archeologie moet vermeld worden dat het middengebied Obbicht-Grevenbicht meest zuidelijke perceel is voorzien van de dubbele bestemming “waarde-archeologie” (zie afbeelding 16. Voor de overige onderzochte percelen is dit niet het geval. Functionaliteit voor de kinderen Nieuwbouw biedt optimale kansen om een gebouw te realiseren dat voldoet aan de wensen en eisen van de gebruikers. Daarnaast biedt nieuwbouw op een nieuwe locatie een psychologisch voordeel omdat de drie scholen van verschillende denominaties en de peuterspeelzaal gezamenlijk op een nieuw locatie een nieuwe start maken. Bij nieuwbouw in het middengebied spelen historische bindingen van bepaalde partijen met de bestaande locatie geen rol. Effect op de leefbaarheid Ook hiervoor geldt hetzelfde als in de twee voorgaande scenario’s. Clustering van de scholen, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en eventueel sport tussen de beide dorpen leidt tot een situatie waarbij beide dorpen op korte afstand gebruik kunnen blijven maken van maatschappelijke voorzieningen. De locaties kunnen een positief effect hebben op de leefbaarheid in beide dorpen. Wel moet worden vermeld dat deze locaties een meer excentrische ligging hebben omdat ze verder van de Kempenweg af liggen en daardoor dichter bij Grevenbicht of Obbicht liggen. Dit kan een negatief effect hebben op de beleving van de ligging van deze locaties. Als voorzieningen verdwijnen uit beide kernen heeft dit op beide kernen een negatief effect, in ieder geval op korte termijn, omdat een spontane ontmoetingsplaats Figuur 15: gebied tussen Obbicht en verdwijnt. Er zal gezocht moeten worden naar een nieuwe Grevenbicht bestemming van de vrijgekomen locaties, waarbij met name moet gekeken worden naar functies die een positief effect hebben op de leefbaarheid. 7 februari 2014, versie 7 - 36 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Synergiemogelijkheden met andere functies De onderzochte locaties bieden allen mogelijkheden om te combineren met buitensportvoorzieningen op het betreffende perceel of in combinatie met een naastgelegen perceel. De locaties hebben voldoende omvang om in de verdere planvorming voor het IKC rekening te houden met uitbreidingsmogelijkheden in de toekomst met andere functies. Veiligheid, verkeer en parkeren Voor deze locaties geldt ook dat verkeersmaatregelen zoals een fietspad en een rotonde in de Kempenweg noodzakelijk zijn voor een veilige verkeerssituatie, met name voor langzaam verkeer. Planning Realisatie van de voorziening in het middengebied Obbicht-Grevenbicht leidt tot een noodzakelijke bestemmingsplanwijziging. Daarmee kan de ingebruikname eind 2016 niet worden gehaald. Tijdelijke huisvesting is niet nodig aangezien de drie bestaande scholen kunnen worden gehandhaafd tot de oplevering van het IKC. 5.10 Tussenconclusie eerste scenario analyse Tabel 8 geeft de beoordeling van de scenario’s samengevat weer. Het gaat hier om de beoordeling van de diverse locaties en bouwvormen na realisatie van het scenario, dus niet de huidige situatie. Hierbij hebben wij per scenario een score toegekend aan de verschillende beoordelingscriteria. De mogelijke scores zijn ++, +, +/-, - en - -. Zoals eerder aangegeven zal eenieder deze beoordeling verschillend maken. In de tabel is te zien hoe de diverse beoordelingscriteria per scenario zijn beoordeeld. In het bovenste deel van de tabel hebben wij vijf beoordelingscriteria opgenomen (vet gedrukt) die wat ons betreft doorslaggevend zijn, naast het aspect financiën, voor de beoordeling van de haalbaarheid van de scenario’s. Deze doorslaggevende beoordelingscriteria zijn “Beschikbare ruimte”, “Functionaliteit” (voor de kinderen), “Leefbaarheid” (van de gemeenschap), “Veiligheid” en “Ruimtelijke ordening”. Deze beoordelingscriteria wegen zwaarder in de beoordeling van de scenario’s dan de overige criteria zoals weergegeven in het onderste deel van de tabel. De totaalscore is dus gebaseerd op de vijf doorslaggevende beoordelingscriteria. In de tabel hebben wij ook opgenomen in hoeverre per scenario tijdelijke huisvesting nodig is. Indien geen tijdelijke huisvesting noodzakelijk is, is het betreffende scenario op dit punt positief beoordeeld. Ook al kan tijdelijke huisvesting mogelijk in bestaande schoolgebouwen worden ondergebracht, tijdelijke huisvesting betekent altijd extra inspanningen en kosten. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 37 - middengebied Nieuwbouw elders in 8 Grevenbicht Frankenstraat Nieuwbouw 7 Grevenbicht Kempenweg Obbicht- 6 Nieuwbouw schoollocatie Obbicht Sloop en nieuwbouw 5 Grevenbicht schoollocatie 4 Sloop en nieuwbouw gebouw Obbicht Transformatie 3 Grevenbicht gebouwen 2 Transformatie Grevenbicht Beoordelingscriteria: 1 Renovatie gebouwen Scenario: Beschikbare ruimte ++ ++ -- ++ -- ++ ++ ++ Functionaliteit -- +/ - -- ++ - ++ ++ ++ - - - - - +/- +/- +/+ Leefbaarheid Veiligheid Ruimtelijke ordening Totaal score - +/- +/- +/- +/- + +/- ++ ++ - ++ - - - - - + -- + -- + /- + /- + /- Beoordeling overige beoordelingscriteria Synergie met sport -- -- -- -- -- ++ ++ ++ Planning ++ + - + - - - - +/- + + + Tijdelijke huisvesting +/-Tabel 8: samenvatting eerste beoordeling van de scenario’s De tabel en de analyse in dit hoofdstuk maken duidelijk dat nieuwbouw goed scoort op met name het punt “functionaliteit voor de kinderen” en het effect op de “leefbaarheid” van de gemeenschap. Nieuwbouw in het middengebied scoort eveneens goed op deze punten. Echter gezien het standpunt van de provincie ten aanzien van bouwen in het middengebied (“nee, tenzij”) hebben deze scenario’s een totaalscore van +/- gekregen. Ook wordt duidelijk dat handhaven van bestaande gebouwen, minder goed scoort, met name omdat in die gevallen de functionaliteit voor de kinderen, de leefbaarheid van beide dorpen en de veiligheid niet optimaal kunnen worden vormgegeven. Op basis van bovenstaande analyse is in de projectgroep besproken welke scenario’s realistisch zijn om financieel door te rekenen. Hierop komen wij in het volgende hoofdstuk terug. 7 februari 2014, versie 7 - 38 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 6 FINANCIËLE ANALYSE In dit hoofdstuk geven wij de uitkomsten van de financiële analyse weer. In bijlage 3 hebben wij een uitgebreide beschrijving van de financiële analyse opgenomen. In onderstaande samenvattende financiële analyse is voor zowel de investeringen als voor de exploitatiekosten aangegeven welke voor rekening komen van de gemeente en voor Stichting Kindante. Alle bedragen hebben prijspeil 1-1-2014. Investeringskosten In onderstaande tabel zijn de investeringskosten van de scenario’s samengevat. In de tabel zijn de investeringen weergegeven van het IKC (school, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang). Hierin zijn de infrastructurele maatregelen ter bevordering van de verkeersveiligheid tussen Grevenbicht en Obbicht (fietspad/voetpad en een rotonde bij nieuwbouw in het middengebied) meegenomen. Tevens zijn een aantal overige investeringen weergegeven zoals en het versneld afschrijven van boekwaarden. Scenario 1 Scenario 2 Scenario 4 Scenario 6,7,8 Renovatie Transformatie Nieuwbouw Nieuwbouw Grevenbicht Grevenbicht Grevenbicht tussengebied 2.280.000 3.405.000 4.045.000 4.035.000 540.000 465.000 465.000 465.000 2.820.000 3.870.000 4.510.000 4.500.000 105.000 259.000 546.000 546.000 Investeringskosten IKC Gemeente Stichting Kindante Totaal investering IKC Overige investeringen (gemeente) Afboeken boekwaarden Grondverwerving p.m. Ophoging, watercompensatie p.m. Totaal investering 2.925.000 Tabel 9: samenvatting investeringskosten alle scenario’s 4.129.000 5.056.000 5.046.000 Duidelijk is dat de investeringskosten van nieuwbouw hoger liggen dan die van renovatie of transformatie. De investeringskosten van nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht en nieuwbouw in het middengebied komen voor het IKC ongeveer even hoog uit. Daarbij moet worden opgemerkt dat nieuwbouw in het middengebied een aantal kostenverhogende maatregelen met zich meebrengt ten opzichte van nieuwbouw in Grevenbicht. Het gaat hier om zaken als grondwerkzaamheden voor het ophogen van de locatie en het treffen van noodzakelijke watercompensatie om het waterbergend vermogen van het gebied op peil te houden. De hoogte van deze investeringen is in dit stadium nog niet in te schatten en deze zijn daarom als p.m. post opgenomen. De toedeling van de investeringskosten naar gemeente of Kindante is in lijn met de huidige regelgeving, maar houdt niet in dat hierover tussen partijen overleg is gevoerd c.q. instemming is verkregen. Als gevolg van de per 1 januari 2015 in werking tredende wetswijziging die regelt dat de onderhoudsverantwoordelijkheid van de gemeenten wordt overgeheveld naar de schoolbesturen, is met name nog onduidelijkheid hoe dan zal worden omgegaan met de renovatiekosten. Hierover zullen stichting Kindante en de gemeente in overleg moeten treden om afspraken te maken wie (welk deel van) de kosten voor renovatie draagt. In onze analyse staan de renovatiekosten nog bij de gemeente genoemd. Hier kan een verschuiving in optreden richting Stichting Kindante. Dit geldt dan ook voor de aan renovatie gekoppelde kapitaalslasten. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 39 - Exploitatiekosten Per scenario zijn de exploitatiekosten berekend. In tabel 10 zijn de exploitatiekosten van de scenario’s samengevat. In de tabel zijn de eerstejaars exploitatiekosten weergegeven. Daarnaast is per scenario de netto contante waarde (NCW) van de exploitatiekosten weergegeven om alle kosten met elkaar te kunnen vergelijken (zie voor toelichting hierop bijlage 3). Scenario 1 e Scenario 2 e Scenario 4 e Scenario 6,7,8 e 1 jaar NCW 1 jaar NCW 1 jaar NCW 1 jaar NCW Gemeente 202.000 114.000 234.000 104.000 261.000 107.000 265.000 111.000 Stichting Kindante 154.000 132.000 118.000 85.000 107.000 72.000 107.000 72.000 Totaal 356.000 246.000 352.000 189.000 368.000 179.000 372.000 183.000 Exploitatiekosten IKC exploitatiekosten e IKC 1 jaar Overige exploitatiekosten Huur tijdelijke 50.000 175.000 175.000 nvt 85.000 37.000 nvt nvt nvt nvt nvt p.m. nvt nvt nvt p.m. 135.000 212.000 175.000 p.m. 491.000 564.000 543.000 372.000 huisvesting Huidige kapitaalslasten Kapitaalslasten grondverwerving Kapitaalslasten ophoging en watercompensatie Overige e exploitatiekosten 1 jaar p.p. 2014 Totaal * e exploitatiekosten 1 jaar p.p. 2014 Tabel 10: samenvatting exploitatiekosten alle scenario’s * Exclusief kapitaalslasten grondverwerving, grondkosten (ophoging) en watercompensatie. Uit de analyse van de eerstejaars exploitatiekosten blijkt dat de exploitatielasten, die voor rekening zijn van Stichting Kindante, van nieuwbouw lager zijn dan die van renovatie of hergebruik van (een deel) van de bestaande basisscholen. De exploitatielasten voor de gemeente (kapitaalslasten) zijn bij nieuwbouw hoger dan bij renovatie of transformatie. Dit is het zogeheten split incentive dat bij nieuwbouw om de hoek komt kijken. Voor het schoolbestuur is nieuwbouw financieel gezien een gunstigere optie dan voor de gemeente. Dit beeld kan enigszins worden genuanceerd door aan te geven dat de exploitatiekosten van de diverse scenario’s niet heel ver uit elkaar liggen, met uitzondering van scenario 1 (renovatie). 7 februari 2014, versie 7 - 40 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Van de exploitatiekosten is tevens de netto contante waarde bepaald. Doordat de investeringen lineair worden afgeschreven nemen de kapitaalslasten af gedurende de afschrijvingstermijn. Om dit effect inzichtelijk te maken is de gemiddelde netto contante waarde van de jaarlijkse exploitatielasten berekend. Wordt gekeken naar de gemiddelde netto contante waarde van de exploitatiekosten, dan blijkt dat voor zowel de gemeente als voor Stichting Kindante de exploitatiekosten van nieuwbouw gunstiger uitvallen dan voor renovatie of transformatie. Ook hierbij moet worden aangetekend dat de verschillen tussen met name transformatie en nieuwbouw niet groot zijn. Financieringsmogelijkheden Zoals eerder in dit hoofdstuk is aangegeven vergoedt de gemeente in principe de werkelijke kosten van renovatie (mits overeenstemming over de hoogte van de investeringskosten), voor zover deze op het moment van besluitvorming nog wettelijk voor rekening komen van de gemeente. De nieuwbouwkosten worden vergoed conform de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Voor de nieuwbouw van de school in het IKC komt de vergoeding uit op € 2.582.000. Voor de peuterspeelzalen heeft de gemeente tot op heden een vergoeding gehanteerd van € 100.000 voor de realisatie van één groep. De gemeente vergoedt niet de investeringskosten voor de realisatie van de groep voor de buitenschoolse opvang. Hiervoor zal alternatieve financiering moeten worden gevonden. De totale vergoeding bij nieuwbouw komt daarmee normatief uit op € 2.682.000. Indien hergebruik van de schoolgebouwen in Grevenbicht plaatsvindt in combinatie met sloop en uitbreiding, dan vergoedt de gemeente in principe de werkelijke renovatiekosten in combinatie met een normvergoeding voor de uitbreidingskosten op basis van de verordening. De vergoeding voor uitbreiding komt uit op € 2.330.000. In onderstaande tabel zijn de investeringskosten en mogelijke financiering van renovatie, transformatie (renovatie in combinatie met sloop en uitbreiding) en nieuwbouw samengevat. Investeringskosten IKC Mogelijke financiering Verschil (incl. verkeersmaatregelen) Scenario 1 - Renovatie IKC 2.925.000 werkelijke renovatiekosten Scenario 2 - Transformatie: deels 4.129.000 werkelijke renovatiekosten n.t.b. * renovatie, deels sloop en deels uitbreiding 2.330.000 Scenario 4 - Nieuwbouw IKC op 5.056.000 schoollocatie Grevenbicht in tussengebied 2.682.000 + dekking n.t.b. afboeking boekwaarden Scenario 6, 7 en 8 - Nieuwbouw IKC n.t.b. + 5.046.000 2.682.000 Obbicht- Grevenbicht n.t.b. excl. vergoeding kosten verkeersmaatregelen en grondwerkzaamheden Tabel 11: samenvatting investeringskosten mogelijke financiering * Het is mogelijk dat deze kosten per 1-1-2015 voor rekening komen van Stichting Kindante. Duidelijk is dat er een gat ontstaat tussen de investeringskosten en de mogelijke financiering daarvan. Dit wordt deels veroorzaakt doordat de investeringskosten zijn gebaseerd op het kwaliteitsniveau Frisse Scholen Klasse B en de normvergoeding van de gemeente uitgaat van kwaliteitsniveau conform het Bouwbesluit. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 41 - Zouden de investeringskosten voor het IKC worden berekend zonder rekening te houden met de binnenklimaateisen conform Frisse Scholen Klasse B (dus op kwaliteitsniveau conform Bouwbesluit), dan liggen de investeringskosten (van het schoolgedeelte) alsnog circa 15% hoger dan de vergoeding. Het is landelijk de ervaring bij scholenbouw dat de daadwerkelijke investeringskosten rond dit percentage hoger zijn dan de normvergoeding. Daarnaast moet dekking worden gevonden voor de overige investeringen zoals het afboeken van boekwaarden, verkeersvoorzieningen, grondverwerving en grondwerkzaamheden (ophoging, watercompensatie). Gymzaal De investeringskosten van nieuwbouw van de gymzaal komen uit op circa € 965.000. Onderhoud van de gymzaal in Grevenbicht hebben wij op basis van de onderhoudsplanningen van de gemeente ingeschat op circa € 50.000. Deze investeringskosten komen voor rekening van de gemeente aangezien de gemeente eigenaar is en blijft van de gymzalen, ook bij nieuwbouw. In onderstaande tabel zijn de investeringen van de gymzaal alsmede exploitatiekosten samengevat. bedragen in € Onderhoud Nieuwbouw gymzaal gymzaal Grevenbicht Investeringskosten gymzaal (gemeente) 50.000 965.000 31.000 85.000 Exploitatiekosten gymzaal NCW 2014 (gemeente) 25.000 Tabel 12: samenvatting investeringskosten en exploitatiekosten gymzaal 39.000 e Exploitatiekosten gymzaal 1 jaar p.p. 2014 (gemeente) 7 februari 2014, versie 7 - 42 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 RISICO ANALYSE Voor ieder project dient een kans- en risico analyse te worden uitgevoerd. Zodoende krijgen de projectleider, de opdrachtgever en stakeholders inzicht in potentiële problemen en kansen die zich kunnen voordoen gedurende een project en kunnen zij de benodigde beheersmaatregelen nemen. In dit hoofdstuk signaleren wij risico’s en kansen die gevolgen kunnen hebben voor de realisatie van het IKC, specifiek in het kader van de op te stellen business case. Risico’s Wegvallen exploitant voor kinderopvang en buitenschoolse opvang Tijdens het uitvoeren van de interviews om te komen tot een globaal programma van eisen bleek dat Stichting MIK (exploitant van de huidige buitenschoolse opvang) besloten heeft om geen onderdeel uit te maken van het IKC. Het huidige risico is dat geen andere partij gevonden wordt om de buitenschoolse opvang te exploiteren met als gevolg dat een deel van het IKC niet gefinancierd kan worden. De beheersmaatregel is dat Stichting Kindante op zoek is naar een andere partij die de exploitatie van de buitenschoolse opvang voor zijn rekening wil nemen. Ten tijde van het schrijven van deze studie is geen exploitant voor de buitenschoolse opvang bekend. Dit vormt een risico voor de haalbaarheid van het omschreven IKC. Als beheersmaatregel dient zo snel mogelijk een vervangende partij te worden gevonden. Hiermee is Stichting Kindante bezig. Onderzoek beperkt zich tot eerste schil kindpartners Door dit onderzoek te beperken tot de eerste schil (basisscholen, peuterspeelzaal, kinderopvang en buitenschoolse opvang) bestaat het risico dat een locatie wordt gekozen die de mogelijkheid in de weg staat om het IKC uit te breiden met een tweede (zorg) en derde (sport schil). Hierdoor wordt mogelijk een kans gemist om de leefbaarheid in de toekomst te vergroten. Door dit onderzoek af te stemmen met het onderzoek naar de buitensportaccommodaties in Obbicht en Grevenbicht signaleren wij dit specifieke risico. Investeringskosten hoger dan normvergoeding Een ander risico is dat de investeringskosten om de IKC te realiseren hoger zijn dan de normvergoedingen die worden gegeven door de gemeente Sittard-Geleen. Een mogelijkheid om dit gat bij bestaande gebouwen (renovatie) te dichten is om een Energy Service Company (ESCO) te gebruiken. Hierbij besteedt de eigenaar/gebruiker van het gebouw, in dit geval Stichting Kindante, de energievoorziening en het management daarvan uit aan een externe partij met als doel om substantieel op energiekosten te besparen. De gedachte hierbij is dat de externe partij de investering in (renovatie)maatregelen ten behoeve van de energievoorziening voor zijn rekening neemt. Stichting Kindante betaalt hier periodiek een vergoeding voor. Het is nog niet duidelijk of deze maatregel voldoende is om het financiële verschil te overbruggen. Vertraging in besluitvorming Dit onderhavige onderzoek dient als basis voor de aanvraag van de voorziening door Kindante en de besluitvorming door de gemeente Sittard-Geleen over de financiering van het IKC en dus de locatie daarvan. Het definitieve rapport leveren wij op in februari 2014 net voor de gemeentelijke verkiezingen. Denkbaar is dat door de verkiezingen besluitvorming omtrent de IKC wordt vertraagd. Om de ingebruikname eind 2016 te kunnen halen is het noodzakelijk dat besluitvorming in 2014 plaatsvindt. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 43 - Beleidswijzigingen voor peuterspeelzalen De peuterspeelzalen in gemeente Sittard-Geleen krijgen te maken met een andere wijze van financiering. Wat dit in de toekomst betekent voor de omvang van de voorzieningen in gemeente Sittard-Geleen kan nu nog niet voldoende worden ingeschat. Overeenstemming over de realisatie Bij de verdere realisatie van het IKC zijn meerdere partijen financieel betrokken, te weten Stichting Kindante, de gemeente en mogelijk een kinderopvangorganisatie. In het vervolgtraject zullen deze partijen overeenstemming moeten bereiken over financiële afspraken rond de realisatie en exploitatie van het IKC. In dit stadium is hierover alleen nog verkennend gesproken. In het vervolgtraject moet commitment van partijen ontstaan. Gelet op de dynamiek die zich afspeelt op het gebied van wetgeving en beleid rondom dit onderzoek is de kans aanwezig dat een verschuiving plaatsvindt in verantwoordelijkheden voor investering. Bij besluitvorming dient ook hiermee rekening te worden gehouden ook in de toekomst. Besluitvorming bij provincie Limburg en Rijkswaterstaat Indien gekozen wordt om de IKC te realiseren buiten de kernen, is er een risico aanwezig dat het overgaan naar de uitvoering lang duurt in verband met de noodzakelijke onderbouwing en overleg met de Provincie Limburg en Rijkswaterstaat. Indien voor een locatie wordt gekozen buiten de kernen, dient zo snel mogelijk in overleg te worden getreden met de andere overheden om uitgangspunten te formuleren voor de verdere uitwerking. Daarnaast bestaat een reëel risico dat plannen voor nieuwbouw van het IKC in het middengebied stranden op het ontbreken van een, in de ogen van de Gemeente Sittard-Geleen en Provincie Limburg, dwingende ruimtelijke motivering waaruit blijkt dat het IKC niet binnen de bestaande kernen kan worden gerealiseerd. Motivering is noodzakelijk vanwege de ‘nee-tenzij’ toets die wordt uitgevoerd. Zie bijlage 4 voor het verslag van het gesprek met de Gemeente Sittard-Geleen, Provincie Limburg en Rijkswaterstaat voor meer informatie. De Provincie Limburg heeft geadviseerd om een nadere en diepgaande vergelijking te maken tussen scenario 4 (=de realisatie van het IKC binnen Grevenbicht) en scenario 6 (=nieuwbouw aan de Kempenweg) alvorens over te gaan tot besluitvorming over de definitieve scenariokeuze. Kansen Gunstig aanbestedingsresultaat Momenteel is de concurrentie in de bouw- en vastgoed wereld heel hoog. Dit vertaalt zich in gunstige aanbestedingsresultaten bij de aanbesteding van werken. Gelet op deze trend en de resultaten van recentelijke aanbestedingen door de gemeente is een gunstig aanbestedingsresultaat te verwachten waardoor de totale investeringen voor de gemeente lager kunnen uitvallen dan nu geraamd is. Meer synergievoordelen door gezamenlijk ruimtegebruik van de IKC partners Bij het opstellen van het globaal programma van eisen blijkt dat de wensen en eisen van onder andere de basisscholen nog niet exact zijn uitgekristalliseerd. In de praktijk is het niet ongewoon dat bij andere detaillering van het programma van eisen een winst van circa 10% kan worden behaald door slimmer ruimtegebruik. Op het moment dat dit het geval is, valt te verwachten dat door het gezamenlijke ruimtegebruik efficiënt in te delen de investeringskosten worden teruggedrongen. 7 februari 2014, versie 7 - 44 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 8 SAMENVATTING, ADVIES EN AANBEVELINGEN In deze rapportage hebben wij een achttal scenario’s geanalyseerd voor de mogelijke bouwvorm en locatie voor het Integraal Kindcentrum. Hierbij hebben wij gekeken naar kwalitatieve aspecten als functionaliteit voor de kinderen, leefbaarheid, veiligheid en synergiemogelijkheden met sport. Ook hebben we onderzocht welke financiële consequenties de scenario’s hebben. Onderstaande tabel geeft de beoordeling van de scenario’s samengevat weer. Hierbij hebben wij per scenario een score toegekend aan de verschillende beoordelingscriteria. De mogelijke scores zijn ++, +, +/-, - en - -. In de tabel hieronder is te zien hoe de diverse beoordelingscriteria per scenario zijn beoordeeld. In het bovenste deel van de tabel hebben wij vijf beoordelingscriteria opgenomen (vet gedrukt) die wat ons betreft doorslaggevend zijn, naast het aspect financiën, voor de beoordeling van de haalbaarheid van de scenario’s. Deze doorslaggevende beoordelingscriteria zijn “Beschikbare ruimte”, “Functionaliteit” (voor de kinderen), “Leefbaarheid” (van de gemeenschap), “Veiligheid” en “Ruimtelijke ordening”. Deze beoordelingscriteria wegen zwaarder in de beoordeling van de scenario’s dan de overige criteria zoals weergegeven in het onderste deel van de tabel. De totaalscore is dus gebaseerd op de vijf doorslaggevende beoordelingscriteria. In de tabel hebben wij ook opgenomen in hoeverre per scenario tijdelijke huisvesting nodig is. Indien geen tijdelijke huisvesting noodzakelijk is, is het betreffende scenario op dit punt positief beoordeeld. Ook al kan tijdelijke huisvesting mogelijk in bestaande schoolgebouwen worden ondergebracht, tijdelijke huisvesting betekent altijd extra verstoring van het onderwijsproces en leidt tot hogere kosten. middengebied Nieuwbouw elders in 8 Grevenbicht Frankenstraat Nieuwbouw 7 Grevenbicht Kempenweg Obbicht- 6 Nieuwbouw schoollocatie Obbicht Sloop en nieuwbouw 5 Grevenbicht schoollocatie 4 Sloop en nieuwbouw gebouw Obbicht Transformatie 3 Grevenbicht gebouwen 2 Transformatie Grevenbicht Beoordelingscriteria: 1 Renovatie gebouwen Scenario: Beschikbare ruimte ++ ++ -- ++ -- ++ ++ ++ Functionaliteit -- +/ - -- ++ - ++ ++ ++ - - - - - +/- +/- +/+ Leefbaarheid Veiligheid Ruimtelijke ordening Totaal score - +/- +/- +/- +/- + +/- ++ ++ - ++ - - - - - + -- + -- + /- + /- + /- -- ++ ++ ++ Beoordeling overige beoordelingscriteria Synergie met sport -- -- -- -- Planning ++ + - + Tijdelijke huisvesting +/-Tabel 13: samenvatting eerste beoordeling van de scenario’s - - - - +/- + + + Uit deze tabel en de analyse in hoofdstuk 5 blijkt dat het concentreren van voorzieningen in het IKC in één van beide plaatsen tot gevolg heeft dat de leefbaarheid in de kern waar de voorzieningen verdwijnen zal Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 45 - afnemen. Nieuwbouw van een IKC in het middengebied heeft ons inziens het meest positieve effect op de leefbaarheid van beide dorpen. Beide dorpen kunnen beschikken over een belangrijk ontmoetingspunt, waardoor de beide dorpen naar elkaar toe kunnen groeien. Bij nieuwbouw ontstaat de kans om een optimaal gebouw te creëren dat voldoet aan de gewenste functionaliteit van de gebruikers van het IKC. Dit is zowel mogelijk op de schoollocatie in Grevenbicht als middels nieuwbouw in het middengebied. Echter zoals gezegd gaat dit ten koste van het voorzieningenniveau in Obbicht. Dit effect zou nog deels kunnen worden opgevangen door de gymzaal in Obbicht open te houden. Hiervoor is dan wel een grondige renovatie noodzakelijk. Investeringskosten Uit de financiële analyse blijkt dat de investeringskosten van nieuwbouw hoger uitvallen dan die van renovatie of transformatie (zie onderstaande tabel). Scenario 1 Scenario 2 Scenario 4 Scenario 6,7,8 Renovatie Transformatie Nieuwbouw Nieuwbouw Grevenbicht Grevenbicht Grevenbicht middengebied Investeringskosten IKC Gemeente (incl. infrastructuur) Stichting Kindante Totaal investering IKC 2.280.000 3.405.000 4.045.000 540.000 465.000 465.000 4.035.000 465.000 2.820.000 3.870.000 4.510.000 4.500.000 105.000 254.000 546.000 546.000 Overige investeringen (gemeente) Afboeken boekwaarden Grondverwerving p.m. Ophoging, watercompensatie p.m. Totaal investering 2.925.000 Tabel 14: samenvatting investeringskosten alle scenario’s 4.124.000 5.056.000 5.046.000 Bij nieuwbouw in het middengebied moet echter ook nog rekening gehouden worden met investeringskosten voor het ophogen van grond en watercompensatie om het bergend vermogen van het gebied op peil te houden. Deze kosten zijn in dit stadium nog niet in te schatten. Daarmee zal nieuwbouw in het middengebied (scenario 6, 7 en 8) een hogere investering vergen dan nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht (scenario 4). 7 februari 2014, versie 7 - 46 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk Exploitatiekosten In onderstaande tabel zijn de exploitatiekosten weergegeven per scenario. Scenario 1 Scenario 2 Scenario 4 Scenario 6,7,8 Renovatie Transformatie Nieuwbouw Nieuwbouw Grevenbicht e Grevenbicht e Grevenbicht e middengebied e 1 jaar NCW 1 jaar NCW 1 jaar NCW 1 jaar NCW Gemeente 202.000 114.000 234.000 104.000 261.000 107.000 265.000 111.000 Stichting Kindante 154.000 132.000 118.000 85.000 107.000 72.000 107.000 72.000 Totaal 356.000 246.000 352.000 189.000 368.000 179.000 372.000 183.000 Exploitatiekosten IKC exploitatiekosten e IKC 1 jaar Overige exploitatiekosten (gemeente) Huur tijdelijke 50.000 175.000 175.000 nvt 85.000 37.000 nvt nvt nvt nvt nvt p.m. nvt nvt nvt p.m. 135.000 212.000 175.000 p.m. huisvesting Huidige kapitaalslasten Kapitaalslasten grondverwerving Kapitaalslasten ophoging en watercompensatie Overige e exploitatiekosten 1 jaar p.p. 2014 Tabel 15: samenvatting exploitatiekosten alle scenario’s Uit de analyse van de eerstejaars exploitatiekosten blijkt dat de exploitatielasten, die voor rekening zijn van Stichting Kindante, van nieuwbouw lager zijn dan die van renovatie of hergebruik van (een deel) van de bestaande basisscholen. De exploitatielasten voor de gemeente (kapitaalslasten) zijn bij nieuwbouw hoger dan bij renovatie of transformatie. Dit is het zogeheten split incentive dat bij nieuwbouw om de hoek komt kijken. Voor het schoolbestuur is nieuwbouw financieel gezien een gunstigere optie dan voor de gemeente. Ook wordt duidelijk dat de totale eerstejaars exploitatielasten van nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht en de locaties in het middengebied niet veel van elkaar verschillen. Wordt gekeken naar de gemiddelde netto contante waarde van de jaarlijkse exploitatiekosten, dan blijkt dat voor zowel de gemeente als voor Stichting Kindante de exploitatiekosten van nieuwbouw gunstiger uitvallen dan voor renovatie of transformatie. Ook hierbij moet worden aangetekend dat de verschillen tussen met name transformatie en de nieuwbouwscenario’s niet groot zijn. Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 47 - Financiering Uit hoofdstuk 6 bleek dat de mogelijke financiering van de investeringskosten in alle gevallen lager uitvalt dan de geraamde investeringskosten. De mogelijke financiering van de renovatiekosten hangt af van overeenstemming met de gemeente over het kwaliteitsniveau van de renovatie en de bijbehorende investeringen. Bij uitbreiding en nieuwbouw ligt de normvergoeding uit de verordening substantieel lager dan de werkelijke investeringskosten. Hiervoor moet alternatieve financiering worden gevonden. Gymzaal Naast besluitvorming over het IKC zal de gemeente een besluit moeten nemen over de toekomst van de gymzalen in Obbicht en Grevenbicht. De keuze voor handhaven en renoveren van de gymzaal in Grevenbicht of het nieuw bouwen van een gymzaal bij het IKC in het middengebied staat open. Beide opties zijn mogelijk gezien de afstand naar bestaande gymzalen. Advies De scholen en de peuterspeelzaal hebben een belangrijke spilfunctie in beide dorpen. Ze vormen een belangrijk ontmoetingspunt voor Grevenbicht en Obbicht. Concentratie van het IKC in het middengebied biedt naar onze mening de beste kansen om de leefbaarheid van beide dorpen in stand te houden en zelfs te verbeteren. Wij schatten in dat de beide dorpen hiermee naar elkaar toe zullen groeien. Financieel blijkt dat nieuwbouw in het middengebied duurder is dan op de locatie in Grevenbicht, met name als gevolg van de benodigde grondwerkzaamheden en het compenseren van het bergend vermogen van het gebied. Niet onbelangrijk is dat nieuwbouw in het middengebied een psychologische gelijkheid van de kindpartners oplevert doordat alle partners een nieuwe start maken op een nieuwe plek en niet “de ene partij bij de ander intrekt”. Concentratie van voorzieningen tussen de beide dorpen lijkt daarom zowel functioneel als financieel gunstig. Uit overleg met de Provincie en Rijkswaterstaat is echter wel gebleken dat nieuwbouw in het middengebied planologisch moeilijk kan worden. De provincie en Rijkswaterstaat hebben aangegeven dat vanuit planologisch oogpunt nieuwbouw in het middengebied alleen mogelijk is als een alternatieve oplossing binnen de bestaande contouren niet mogelijk blijkt. Dit is nadrukkelijk een risico voor deze optie. Mocht dit het geval zijn dan is nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht de “next best” optie. Ruimtelijk en functioneel biedt deze locatie goede mogelijkheden. Financieel is het ook een goede optie doordat deze locatie van de nieuwbouwscenario’s de laagste investeringskosten heeft. Echter voor de leefbaarheid van beide dorpen adviseren wij nieuwbouw in het middengebied. 7 februari 2014, versie 7 - 48 - Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk HaskoningDHV Nederland B.V. 9 COLOFON Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Interne controle Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf : : : : : : : : : : : Stichting Kindante Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht BC6759-100-100 49 pagina's Joost Smeets, Eve Philips-Jackson, Tiny Slenter Naam en paraaf Tiny Slenter Tiny Slenter 7 februari 2014 Stichting Kindante/Haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Klant vertrouwelijk 7 februari 2014, versie 7 - 49 - HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Horsterweg 18/A 6199 AC Maastricht Airport Postbus 302 6199 ZN Maastricht Airport T (088) 348 78 48 F (088) 348 78 99 E [email protected] W www.royalhaskoningdhv.com HaskoningDHV Nederland B.V. BIJLAGE 1 bijlage 1 Klant vertrouwelijk Rapport technische schouw schoolgebouwen bijlage 1 -1- Basisschool: Pastoor Franckschool St. Catharinaplantsoen 4, 6127 BC Grevenbicht Opname datum: 7 en 8 november 2013 Contact persoon: 046-4855189 Algemeen: De Pastoor Franck shool is gelegen in een Grevenbicht. De school is gebouwd omstreeks 1964. De uitbreiding heeft plaatsgevonden in 1969. Het bruto vloeroppervlak van de school bedraagt 1493m². De basisschool heeft 1 bouwlaag. Daarnaast een kleine kelder waar materialen zijn opgeslagen en de cv-installatie hangt. De gevels zijn uitgevoerd in metselwerk met boven de buitenkozijnen veel gevelpanelen. Het dak bestaat uit een plat dak met sheddaken geheel voorzien van bitumineuze dakbedekking. Op sommige platte daken is een ballast laag aangebracht van grind. In het dakvlak zijn lichtkoepels aangebracht. De isolatie van de gevels en daken is zeer slecht. Naast enkelglas is er in de buitenkozijnen ook HR++ glas aanwezig. De buitenkozijnen zijn voorzien van zonwering als zijnde uitvalschermen handmatig bediend aan de Zuid, Oost en Westgevel. Ook zijn er screens aangebracht, eveneens als handbediend aan de Zuid, Oost en Westgevel. Slechts 3 van de 9 leslokalen in de school zijn voorzien van mechanische afzuiging. De Ds. Deeleman school is direct gelegen aan de Pastoor Franck school. Het eerste gedeelte van de school stamt uit 1963 waarna in 1995 een uitbreiding heeft plaatsgevonden. Het bruto vloeroppervlak van de school bedraagt 613 m². De basisschool heeft 1 bouwlaag. De HR ketel is van 2002. De gevels zijn uitgevoerd in metselwerk met boven de buitenkozijnen veel gevelpanelen. Het dak bestaat uit een plat dak met sheddaken geheel voorzien van bitumineuze dakbedekking. Op sommige platte daken is een ballast laag aangebracht van grind. In het dakvlak zijn lichtkoepels aangebracht. De isolatie van de gevels en daken is zeer slecht. Naast enkelglas is er in de buitenkozijnen ook HR++ glas aanwezig. De buitenkozijnen zijn voorzien van zonwering als zijnde uitvalschermen handmatig bediend aan de Zuid, Oost en Westgevel. De 5 leslokalen in de school zijn voorzien van mechanische afzuiging. Exterieur: Platte daken: De platte daken zijn voorzien van bitumineuze dakbedekking. De dakbedekking ziet er goed uit. Hier en daar is de aanhechting in de kim van de dakbedekking matig tot slecht. Problemen met lekkages zijn er momenteel niet. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat het aangebrachte grind veel vuil en mos vertoond. Dit dient te worden gereinigd. Het vervangen van de dakbedekking is nog niet aan de orde. Er dient wel rekening te worden gehouden dat het in de eerste 20 jaar wel moet worden vernieuwd. Een ander zorgelijk punt is de aansluitingen van de dakbedekking met het opgaand werk. Op de platte daken is het lood afgesneden en gestolen. Door de dakdekker zijn provisorische oplossingen gemaakt die in de toekomst kans op lekkages geven. Geadviseerd wordt op het gehele dak na te lopen en de kim op diverse plaatsen vast te zetten. Het mos zal van de dakenmoeten worden verwijderd. De aansluitingen van het opgaand werk is matig tot slecht. Bij het opgaand werk is het lood (gestolen). Door de dakdekker is een noodoplossing aangebracht met bitumineuze dakbedekking. Om lekkages in de winter te voorkomen wordt geadviseerd om het lood opnieuw aan te brengen volgens details BDA. Lichtkoepels: De aanwezige lichtkoepels vertonen gebreken en zijn in het verouderingsproces. Er treed condensatie op tussen de dubbelwandige lichtkoepels. Door het uitdrogen vertonen sommige lichtkoepels scheurvorming. Geadviseerd wordt om de lichtkoepels binnen 4 jaar te vervangen i.v.m. scheurvorming en om lekkages te voorkomen. Gevelbeplating: Boven de buitenkozijnen en de boeiboorden zijn gevelbeplating aangebracht. Deze gevelbeplating is op alle plaatsen vies en dient schoongemaakt te worden. Daarnaast zijn er op vele plaatsen de platen gebroken. Deze dienen te worden vervangen. Om lekkages te voorkomen wordt geadviseerd om de gebroken gevelbeplatingen binnen enkele jaren te vervangen. Dakranden: Op een aantal plaatsen laten de afdekranden en daktrimmen los. Deze dienen opnieuw te worden gemonteerd om lekkages te voorkomen. De daktrim incl. boeiboord bij leslokalenruimte 40 en 41 werkt. Dit dient geheel te worden hersteld. Om lekkages te voorkomen wordt geadviseerd om de afdekranden en daktrimmen met boeiboorden te herstellen. Boeiboorden hout: De houten boeiboorden rondom het gehele gebouw zijn aangetast door houtrot. Dit kan op enkele plaatsen in een begin stadium zijn maar op andere plaatsen tot en ver gevorderde stadium. Onderzocht moet worden hoe de gesteldheid van de achterliggende constructie is. Indien ook hier houtrout wordt geconstateerd dient ook de achterconstructie te worden vervangen. Geadviseerd wordt om alle boeiboorden te vervangen en de achterliggende constructie te controleren op houtrot. Geadviseerd wordt op Trespa gevelbeplating aan te brengen als boeiboorden en gevelbeplating Buitenkozijnen: De buitenkozijnen van de Pastoor Franck school verkeren in een goede staat van onderhoud. In de houtenkozijnen zijn stalen ramen verwerkt. Het geheel dient conform de normale onderhoudsperiode worden geschilderd. Naast houten buitenkozijnen zijn er ook aluminium buitenkozijnen toegepast. De aangebrachte screens functioneren goed. De uitvalschermen dienen na gekeken te worden. T.p.v. de rechterzijgevel moeten de uitvalschermen opnieuw worden bevestig. Deze komen los van de geven en raken elkaar. Geadviseerd wordt om alle uitvalschermen z.s.m. te laten controleren en te herstellen. In de buitenkozijnen van de Pastoor Franck school is nog veel enkelglas aanwezig. Dit zal om energie technische redenen vervangen moetn worden door HR++ beglazing. Volgens het EBA rapport is de verwachting 264 m². Geadviseerd wordt om het enkelglas te vervangen door HR++ beglazing. Hiervoor zal in vele gevallen een aanpassing moeten plaatsvinden aan de buitenkozijnen. De buitenkozijnen van de DS Deeleman school verkeren in een goede staat van onderhoud. De houten buitenkozijnen dienen conform de normale onderhoudsperiode worden geschilderd. Er zijn geen klachten over de uitvalschermen. In de buitenkozijnen is gedeeltelijk nog enkelglas aanwezig. Dit zal om energie technische redenen vervangen moeten worden door HR++ beglazing. Volgens het EBA rapport is de verwachting 58 m². De overige kozijnen Geadviseerd wordt om het enkelglas te vervangen door HR++ beglazing. Hiervoor zal in vele gevallen een aanpassing moeten plaatsvinden aan de buitenkozijnen. Gevelmetselwerk: In het algemeen ziet het gevelmetselwerk er goed uit. Ook het voegwerk is prima. Op een aantal plaatsen (Pastoor Franck school) ontstaat scheurvorming in het metselwerk. Niet duidelijk is of dit scheurvorming is van kort geleden of van een lange periode. Monitoren op scheurvorming en plaatsen van scheurmeters geven uitsluitsel. De los zittende gevelstenen dient men per direct te herstellen. Geadviseerd wordt om de los zittende stenen opnieuw in te metselen en de scheuren te monitoren. Interieur: Kelder: CV installatie De CV installatie is gepositioneerd in de kelder. De ketels zijn naar info gebruiker geplaatst in 2005 geplaatst. De verwachte technische levensduur van de ketels is nog 12 jaar. De kruipruimte is niet toegankelijk daar er asbest aanwezig is. Hierdoor zal de kruipruimte afgesloten moeten worden er dienen er stickers te worden aangebracht i.v.m. asbest. In de kelder is een gegalvaniseerde rioolleiding aanwezig die in goede staat verkeerd. Wel dient een andere leiding (functie onbekend) te worden hersteld. Onderzocht dient te worden in hoeverre de corrosie de leiding heeft aangetast. Geadviseerd wordt om de toegangen naar de kruipruimte te sluiten en aanbrengen van stickers ivm aanwezigheid asbest. Daarnaast onderzoek naar corrosie van de leiding. In de kelder zijn op diverse plaatsen beschadigingen aanwezig waardoor de wapening van de betonconstructie bloot komt te liggen. Dit geeft betonrot. Geadviseerd wordt om de bloot gelegen wapening te behandelen en de betonconstructie te herstellen. PS: daar dit een momentopname is blijkt wel uit de inspectie van een dag later. In de nacht van 7 op 8 november is door onbekende oorzaak de kelder volgelopen met water en 1 stuks CV-ketel is beschadigd. Geadviseerd wordt om te onderzoeken hoe dit kan gebeuren en de daarvoor doeltreffende maatregelen te treffen. De CV installatie van DS Deeleman school bestaat uit een HR ketel uit 2005. Fabrikaar Remeha type Quinta 85. De verwachte technische levensduur van de ketels is nog 12 jaar. De voorruimte dient opgeruimd te worden Radiatoren: In het gehele gebouw (Pastoor Franck school) zijn nog oude radiatoren aanwezig. Ondanks dat de radiatoren er goed uit zien en nog functioneren, zijn deze einde levensduur. De oude radiatoren dienen binnen 10 jaar te worden vervangen. Geadviseerd wordt om de oude radiatoren binnen 10 jaar te vervangen. Raambeslag: In het gehele gebouw dient het raambeslag te worden gecontroleerd en indien noodzakelijk herstellen. Het beslag zit los of functioneert niet meer. Tijdens de inspectie waren enkele ramen van buiten af te openen. Geadviseerd wordt om met spoed het raambeslag te controleren en te herstellen. Vloerafwerking: De shool is voorzien van marmoleum. Op diverse plaatsen is de marmoleum gescheurd en vertoont slijtplekken. Daarnaast naar alle waarschijnlijkheid nog marmoleum aanwezig waarin asbest is verwerkt (ruimte 25). Dit zal nader onderzocht moeten worden. Geadviseerd wordt om een onderzoek te laten uitvoeren naar asbest in de marmoleum vloerafwerkingen. De marmoleum herstellen en de marmoleum binnen 10 jaar te vervangen. De sportvloer: De sportvloer is redelijk oud en verliest zijn veerkracht. Een nader onderzoek is hiervoor noodzakelijk om de duurzaamheid hiervan te bepalen. We kunnen aannemen dat de vloer over 8 jaar dient te worden vervangen. Sanitair: Het sanitair in de school is verouderd. Er is wel nieuw tegelwerk aanwezig maar op enkele plaatsen laat het tegelwerk los (ruimte 31). De sanitaire deuren zijn oud. Deze kunnen nog wel gebruikt worden maar dienen te worden geschilderd. Het sanitair is verouderd en dient te worden vervangen. Hiervoor dient ook het rioolstelsel (aansluitingen) te worden aangepast. Dit geeft echter probleem i.v.m. de aanwezige asbest in de kruipruimte. Geadviseerd wordt om het los zittende tegelwerk te herstellen. Onderzoek naar kosten voor vervanging sanitair n.a.v. asbest onderzoek kruipruimte. Sanitair binnen 10 jaar vervangen. De voegen van de vloertegels zijn gevuld met urine waardoor een onaangename geur ontstaat. Dit kan met goed schoonmaken niet worden verholpen. Geadviseerd wordt om de vloertegels te egaliseren en een pvc vloerafwerking aan te brengen. Dit om hygiënische redenen. De waterleidingen van de sanitaire groepen corroderen. Geadviseerd wordt om een pvc vloer aan te brengen in de sanitaire ruimten en de waterleidingen te ontdoen van corrosie. Keukenblokken: De bestaande keukenblokken functioneren maar zijn gedateerd. De verwachting is dat de keukenblokken binnen 5 jaar aan vernieuwing toe zijn. Geadviseerd wordt om de keukenblokken binnen 5 jaar te vervangen. Plafond: Het plafonds in de gemeenschappelijke ruimte (ruimte 3) en verkeersruimte (ruimte 2) zijn uitgevoerd als houten strokenplafond voorzien van firet doek. Geheel is brandgevaarlijk en daarmee een grote vuurlast in het gebouw. Naar alle waarschijnlijkheid voldoet het niet aan de eisen gesteld aan het BouwBesluit met betrekking tot brandveiligheid vluchtwegen. Geheel plafond verwijderen en nieuw plafond aanbrengen. Geadviseerd wordt alle houten strokenplafonds in de verkeersruimten van de school te verwijderen i.v.m. het veilig vluchten. Houten strokenplafond in de gymzaal nader onderzoeken. In het portaal bij de entree is zachtboard plafond aanwezig. Dit is niet meer toegestaan i.v.m. de brandveiligheid. Het zachtboard plafond verwijderen. In het gehele gebouw (Pastoor Franck school) is een oud systeemplafond aanwezig. Bij het behouden van de school wordt geadviseerd om het systeemplafond te vervangen. Daarbij kan men tevens diverse werkzaamheden uitvoeren aan de ventilatie e.d. Basisschool: Willibrordus St. Willibrorduslaan 2, 6125 BL Obbicht Opname datum: 7 en 8 november 2013 Contact persoon: 046-4855189 Algemeen: Algemeen: De school is gelegen in een Obbicht. Het uiterlijk van de school kenmerkt zich door het dorpsgezicht. De school is gebouwd omstreeks 1959. De uitbreiding heeft plaatsgevonden in 1989. Het bruto vloeroppervlak van de school bedraagt 1147m². De basisschool heeft 1 bouwlaag als verblijfsruimte. Daarnaast een kleine kelder en een kleine zolder waar materialen zijn opgeslagen en de cv-installatie hangt. De gevels zijn uitgevoerd in metselwerk. Het dak bestaat uit een hellend en een vlak dakvlak. Het hellende dakvlak is voorzien van dakpannen. De platte daken zijn voorzien van bitumineuze dakbedekking. Op sommige platte daken is een ballast laag aangebracht van grind. In het dakvlak zijn lichtkoepels en lichtstraten aangebracht. De isolatie van de gevels en daken is matig tot slecht. Naast enkelglas in de kleine houten kozijnen bevindt zich isolatieglas in de buitenkozijnen leslokalen en HR+ glas is het leslokaal dat later, waarschijnlijk in 1998, tussen twee leslokalen is gebouwd. De buitenkozijnen zijn voorzien van zonwering als zijnde uitvalschermen handmatig bediend aan de Zuid, Oost en Westgevel. Exterieur: Hellende daken: De dakpannen vertonen breuk, scheuren en gaan schilferen. Tijdens de winterperiode zal dit alleen maar erger worden daar vocht in de dakpannen zal treden en bij vorst e.e.a. zal uitzetten. Ook zijn diverse kapotte dakpannen aangetroffen welke dienen te worden vervangen om lekkage te voorkomen. Geadviseerd wordt om de dakpannen binnen 5 jaar te vervangen. Platte daken: De platte daken zijn voorzien van bitumineuze dakbedekking. De dakbedekking ziet er goed uit al kan de kwaliteit van de dakbedekking gelegen onder de ballast laag niet goed beoordeeld worden. Problemen met lekkages zijn er momenteel niet. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat het aangebrachte grind veel vuil en mos vertoond. Dit dient met spoed te worden gereinigd. Het dak wordt momenteel te zwaar belast. Er zal onderzocht moeten worden of men het grind terug wil brengen of dat men het dak gaat renoveren. Het vervangen van de dakbedekking is nog niet aan de orde maar zal zeker na 8 jaar moeten worden vervangen. Geadviseerd wordt om de ballast laag te reinigen. Bitumineuze dakbedekking binnen 8 jaar vervangen. Afschot van de platte daken is goed m.u.v. de noodlokalen waar veel water op het dak is geconstateerd. Geadviseerd wordt om per direct de daken schoon te maken en de waterafvoeren te reinigen. De aansluitingen van het opgaand werk is matig tot slecht. Bij het opgaand werk is het lood (gestolen). Door de dakdekker is een noodoplossing aangebracht met bitumineuze dakbedekking. Om lekkages in de winter te voorkomen wordt geadviseerd om het lood opnieuw aan te brengen volgens details BDA. Lichtkoepels en lichtstraten: De aanwezige lichtkoepels en lichtstraten vertonen gebreken en zijn in het verouderingsproces. Ook de lichtstraten zijn verouderd. Deze zijn uitgevoerd in polycarbonaatplaten. Geadviseerd wordt om de lichtkoepels binnen 4 jaar te vervangen i.v.m. scheurvorming en om lekkages te voorkomen. Buitenkozijnen: De buitenkozijnen verkeren in een goede staat van onderhoud. De buitenkozijnen van de leslokalen en gymzaal zijn in 1986 vervangen door aluminium kozijnen voorzien van isolatie glas. De overige buitenkozijnen en buitendeuren zijn van hout voorzien van enkel of isolatieglas. Het buitenkozijn van het later gebouwde tussenlokaal (nr 20 op de begane grond tekening) is voorzien van HR+ beglazing uit 1998. Het hang en sluitwerk van de kozijnen dient nagelopen te worden en behoort tot het dagelijks onderhoud. Interieur: Kelder: In de kelder heerst een gevaarlijke situatie en dient per direct opgelost te worden. De verlichting is niet goed aangesloten waardoor kans op brand aanwezig is door de vele brandbare opslag in de kelder. Geadviseerd wordt om per direct de verlichting op een deugdelijke manier aan te sluiten en de kelder op te ruimen. Zolder: CV installatie: De CV installatie is gepositioneerd op zolder. Er zijn twee ketels aanwezig van het merk Remeha, type Quinta 65 en 1x Quinta 85. De ketels zijn in 2005 geplaatst. De verwachte technische levensduur van de ketels is nog 12 jaar. De dakdoorvoer is onvoldoende. Vanuit de zolder is de buitenlucht te zien. Dit geeft kans op inwatering. Geadviseerd wordt om per direct de dak doorvoer te herstellen. PS: In portaal ruimte 1 (zie begane grond tekening) staat nog een VR ketel Nefit Economy. Deze is waarschijnlijk bedoeld voor de noodlokalen. Bij het afstoten van de noodlokalen kan ook de ketel komen te vervallen. Ventilatie box: De bestaande ventilatie box op zolder is niet goed aangesloten. Hierdoor wordt de onder gelegen ruimte niet tot onvoldoende geventileerd. Geadviseerd wordt om per direct de ventilatie box aan te sluiten. De leslokalen worden op een natuurlijke manier geventileerd. Dit voldoet niet aan de huidige eisen. Electra: De electrakast in het voorportaal bij de entree van de school is verouderd. Momenteel zijn er geen storingen maar om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen dient deze op korte termijn te worden vervangen. Geadviseerd wordt om elektrakast binnen 4 jaar vervangen de te In de school zijn diverse verlichtingsarmaturen toegepast. Brandveiligheid: Op de zolder staan brandgevaarlijke materialen opgeslagen. Mogelijke brand wordt te laat geregistreerd daar er geen rookmelder aanwezig is. Geadviseerd wordt om een rookmelder aan te brengen. Noodlokalen: De noodlokalen achter de school zijn met de school verbonden middels een portaal (nr. 1 op de begane grond tekening). De noodlokalen zijn ongeveer 25 jaar oud en afgeschreven. De dakconstructie is enkele jaren geleden vernieuwd (dakligger vervangen). Momenteel wordt 1 noodlokaal gebruikt voor opslag, de ander wordt gedeeltelijk gebruikt. Geadviseerd wordt om te onderzoeken om het belang van de noodlokalen gewenst is. Indien dit niet gewenst is geheel verwijderen ook gezien het onderhoud en energie kosten. Vloeren: De geheel school is voorzien van vloerbedekking. Een uitzondeling hierop is de gymlokaal en diverse gedeelten van leslokalen t.p.v. de pantry en natte gedeelten. De vloerbedekking is oud en vies. Deze dient te worden vervangen binnen 5 jaar. Geadviseerd wordt om vloerbedekking te vervangen marmoleum binnen 5 jaar. de in Plafond: De plafonds in de verkeersruimten zijn uitgevoerd als houten strokenplafond voorzien van firet doek. Geheel is brandgevaarlijk en daarmee een grote vuurlast in het gebouw. Naar alle waarschijnlijkheid voldoet het niet aan de eisen gesteld aan het BouwBesluit met betrekking tot brandveiligheid vluchtwegen. Geheel plafond verwijderen en nieuw plafond aanbrengen. Geadviseerd wordt alle houten strokenplafonds in de verkeersruimten van de school te verwijderen i.v.m. het veilig vluchten. Houten strokenplafond in de gymzaal nader onderzoeken. Sanitair: De sanitaire cabines zijn vrij nieuw en ingoede staat. Het sanitair is in goede staat maar verouderd. Het sanitair dient in de komende 10 jaar te worden vervangen. Het tegelwerk in toiletruimten is goed. Geadviseerd wordt om de vloertegels te egaliseren en een pvc vloerafwerking aan te brengen. Dit om hygiënische redenen. De waterleidingen van de sanitaire groepen corroderen. Geadviseerd wordt om een pvc vloer aan te brengen in de sanitaire ruimten en de waterleidingen te ontdoen van corrosie. Keukenblokken: De bestaande keukenblokken functioneren maar zijn gedateerd. De verwachting is dat de keukenblokken binnen 5 jaar aan vernieuwing toe zijn. Daarnaast is er geen warm (lauw) water aanwezig in de leslokalen wat wel gewenst is. Geadviseerd wordt om de keukenblokken binnen 5 jaar te vervangen geheel voorzien van een close-in boiler met temperatuur regeling. HaskoningDHV Nederland B.V. BIJLAGE 2 bijlage 2 Klant vertrouwelijk Programma van Eisen bijlage 2 -1- Globaal Programma van Eisen ten behoeve van haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Programma van Eisen Stichting Kindante CONCEPT 10 december 2013 vertrouwelijk Globaal Programma van Eisen ten behoeve van haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentrum Obbicht-Grevenbicht Programma van Eisen dossier : BC6759-101-100 registratienummer : IS-MA20130916 versie : Concept 3 classificatie : Klant vertrouwelijk Stichting Kindante 10 december 2013 vertrouwelijk HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001. © HaskoningDHV Nederland B.V. INHOUD BLAD 1 INLEIDING 2 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN Basisscholen Peuterspeelzaal Buitenschoolse opvang Gemeenschappelijk gebruik van ruimten Gymzaal Samenvatting ruimtebehoefte 3 3 4 5 5 6 6 3 SITUERING VAN DE RUIMTEN 7 4 VERKEER EN PARKEREN 8 5 TECHNISCHE PROGRAMMA VAN EISEN 9 5 COLOFON 10 BIJLAGEN 1 2 3 Programma van Eisen basisscholen Programma van Eisen peuterspeelzaal (Stichting Spelenderwijs) Programma van Eisen Frisse Scholen (april 2012) Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk 10 december 2013, Concept 3 -1- HaskoningDHV Nederland B.V. 1 INLEIDING In het kader van het haalbaarheidsonderzoek (her)huisvesting basisscholen Obbicht-Grevenbicht is gekozen om de huisvesting van de scholen vorm te geven in een Integraal Kindcentrum (IKC). Ten behoeve van het IKC hebben wij dit programma van Eisen opgesteld. Dit Programma van Eisen heeft als doel om inzicht te krijgen in de ruimtebehoefte van het toekomstige IKC. Deze ruimtebehoefte zal als input dienen voor het haalbaarheidsonderzoek waarin diverse scenario’s ten aanzien van de mogelijke locaties voor het ICK worden onderzocht. In de projectgroep is de afspraak gemaakt dat in dit stadium uitsluitend de eerste lijns kindpartners worden gevraagd naar hun huisvestingsbehoefte. Deze partners zijn: PC Basisschool Ds. Deeleman, RK Basisschool Pastoor Franck, RK Basisschool Willibrordus, Stichting Spelenderwijs (onderdeel van PIW-groep), Maatwerk in Kinderopvang (MIK),: MIK heeft aangegeven niet ruimtelijke deel te nemen aan het IKC. Buitenschoolse opvang Royal HaskoningDHV heeft deze partijen geïnterviewd en gevraagd naar de huisvestingsbehoefte in het mogelijke IKC. Daarnaast zijn Stichting Kindante en de gemeente Sittard-Geleen geïnterviewd en gevraagd naar de eisen die aan het toekomstige IKC worden gesteld. De betrokken partijen verkeren in verschillende stadia ten aanzien van het in kaart brengen van hun exacte wensen en eisen. Zo heeft Stichting Spelenderwijs ten aanzien van de ruimtebehoefte en technische eisen voor de peuterspeelzaal een gedetailleerd Programma van Eisen opgesteld. De drie basisscholen zitten momenteel echter midden in een fusietraject. Zij maken de vertaalslag van inhoud naar visie. Hun ruimtelijke en technische eisen zijn daarom alleen globaal in kaart te brengen. Daarom hebben wij ten behoeve van het haalbaarheidsonderzoek een globaal Ruimtelijk en Technische Programma van Eisen opgesteld. Hiermee kan worden volstaan voor de verdere uitwerking van het haalbaarheidsonderzoek. Ten behoeve van de eventuele realisatie van het IKC moet in een later stadium een volwaardig gedetailleerd Programma van Eisen worden opgesteld. De woningcorporaties Stichting Woningbeheer Born-Grevenbicht en Woningstichting Obbicht-Papenhoven zijn schriftelijk geïnterviewd. Deze interviews hebben betrekking op de mogelijke invulling van eventueel vrijkomende locaties. De uitkomsten van deze interviews worden daarom niet opgenomen in dit Programma van Eisen, maar in de rapportage van het haalbaarheidsonderzoek. Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk 10 december 2013, Concept 3 -2- HaskoningDHV Nederland B.V. 2 RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN In dit hoofdstuk zijn de functionele en ruimtelijke eisen verwoord. 2.1 Basisscholen De beide schooldirecteuren voorzien een onderwijsvisie,die uitgaat van een binding met de omgeving en de toekomst. Aangezien de basisscholen nog geen gedetailleerd programma van eisen hebben kunnen opstellen, gaan we voor de ruimtebehoefte van de drie scholen uit van de normen zoals die worden gehanteerd in de gemeentelijke Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs d.d. 25 februari 2008. Leerlingenprognose en ruimtebehoefte Op basis van de gemeentelijke leerlingenprognoses wordt de volgende ruimtebehoefte bepaald. Basisschool: PC Ds. Deeleman RK Pastoor Franck RK Willibrordus Totaal Ruimtebehoefte leerlingaantal leerlingaantal leerlingaantal leerlingaantal m² bvo 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 75 73 71 68 68 67 66 65 65 64 155 156 156 155 155 154 150 149 148 147 116 110 108 106 102 102 101 101 98 98 346 339 335 329 325 323 317 315 311 309 1.940 1.905 1.885 1.855 1.835 1.825 1.795 1.784 1.764 1.754 Basisschool: PC Ds. Deeleman RK Pastoor Franck RK Willibrordus Totaal Ruimtebehoefte leerlingaantal leerlingaantal leerlingaantal leerlingaantal m² bvo 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 64 63 63 63 61 62 62 61 61 60 145 143 143 143 140 140 140 140 138 135 96 95 95 94 93 93 93 92 91 90 305 301 301 300 294 295 295 293 290 285 1.734 1.714 1.714 1.709 1.679 1.684 1.684 1.674 1.659 1.634 Voor het bepalen van de ruimtebehoefte is het van belang dat het aantal leerlingen gedurende 15 jaar kan worden verwacht. Uitgaande van in gebruik name van het IKC in 2016, houden wij het aantal leerlingen aan dat in 2030 wordt verwacht. Het leerlingen aantal bedraagt in dat jaar 295 leerlingen. De bijbehorende ruimtebehoefte is conform de gemeentelijke verordening 1.684 m2 bvo. In de eerste jaren van het IKC is de ruimtebehoefte groter. Bij de geplande in gebruik name van het IKC in 2016 is de ruimtebehoefte 1.885 m2 bvo. Daarom is het verstandig om bij de planvorming rekening te houden met deze krimp in ruimtebehoefte van circa 200 m2 bvo. Bestaande voorzieningen in de beide kernen kunnen hierin een rol spelen. In bovenstaande ruimtebehoefte is een speellokaal inbegrepen. Overige functionele en ruimtelijke wensen In het interview hebben de beide schooldirecteuren de volgende functionele en ruimtelijke wensen aangegeven: Klaslokalen oude stijl, verbinding tussen lokalen mogelijk, open karakter Kantoorruimten voor de directie. Deze zijn gesitueerd in de buurt van de werkvloer (leslokalen). Spreekruimten met mogelijkheid tot oudergesprekken en het afnemen van toetsen. Handvaardigheidlokaal. Centrale aula met plek voor alle gebruikers van het gebouw. Verzorgings-/behandelruimte (in het kader van Passend Onderwijs). Lerarenkamer. Keuken. Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk 10 december 2013, Concept 3 -3- HaskoningDHV Nederland B.V. - Invalidentoilet. Gangen functioneel te gebruiken. 1 ingang voor alle gebruikers is wenselijk, wel rekening houden met gebruik van ruimten in de avonduren in het kader van afsluitbaarheid. Werkruimte locatiebeheerder / concierge Buitenruimte De schooldirecteuren hebben de volgende wensen aangegeven: Heel veel uitdaging tot spel. Mogelijk natuurlijke omheining. Natuurlijk plein. Begroeiing tuin. Speeltuin open buiten schooltijd. Wat betreft de afmetingen van de buitenruimte ten behoeve van de scholen, sluiten wij aan bij de ruimtenormering volgens de gemeentelijke verordening. Volgens de gemeentelijke verordening voorzieningenhuisvesting onderwijs heeft de school recht op 600 m2 voor het schoolplein. 2.2 Peuterspeelzaal Stichting Spelenderwijs heeft aangegeven dat bij het realiseren van één groepsruimte in het IKC voor Obbicht en Grevenbicht. Deze ruimte zal 7 dagdelen in gebruik zal zijn. Ruimtebehoefte Op basis van het interview met Stichting Spelenderwijs en op basis van ervaringscijfers van Royal HaskoningDHV is onderstaande tabel met ruimtebehoefte tot stand gekomen. Ruimte Groepsruimte (obv aantal kinderen) Verschoonruimte Keukenblok Peutertoiletten (incl voorruimte) Kantoor- en spreekruimte Bergruimte binnen Bergruimte buiten Totaal ruimtebehoefte Factor n.o./b/.v.o. m² n.o. aantal per ruimte m² n.o. m² b.v.o. 14 3,5 49 65 1 8 8 11 1 8 8 11 3 4 12 16 1 15 15 20 1 10 6 8 1 10 6 8 104 138 1,33 opmerkingen deelbaar met deelbaar met deelbaar met deelbaar met Bso Bso Bso Bso school Overige functionele en ruimtelijke eisen De groepsruimte dient rechte hoeken te hebben zodat gemakkelijk speelhoeken zijn in te richten. De verschoonruimte heeft een directe verbinding met de groepsruimte en beschikt over twee verschoontafels (indien de verschoonruimte wordt gedeeld met het kinderdagverblijf) die in hoogte verstelbaar zijn. De verschoonruimte en de keuken zijn gescheiden van elkaar uit oogpunt van hygiëne. Ten aan zien van de kantoorruimte is het van belang dat deze niet in het speeldomein van de kinderen is gelegen. In deze ruimte kunnen tevens oudergesprekken worden gevoerd en testen worden afgenomen. Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk 10 december 2013, Concept 3 -4- HaskoningDHV Nederland B.V. Buitenruimte Conform de Verordening peuterspeelzalen van de gemeente Sittard-Geleen heeft de peuterspeelzaalrecht op 3 m2 per aanwezig kind. Ervan uitgaande dat er één groep tegelijk aanwezig is, is er een ruimtebehoefte van circa 48 m2. De wens van Stichting Spelenderwijs betreft een buitenspeelruimte van 100 m2. De buitenruimte grenst aan de groepsruimte. Ten behoeve van het haalbaarheidsonderzoek hebben wij hierboven volstaan met de wensen en eisen van Stichting Spelenderwijs op hoofdlijnen. In de bijlagen is het Programma van Eisen van Stichting Spelenderwijs opgenomen waarin de wensen en eisen en meer detail zijn omschreven. 2.3 Buitenschoolse opvang Naast de peuterspeelzaal is er behoefte aan het aanbieden van buitenschoolse opvang in eht toekomstige IKC. De ruimtebehoefte bestaat net als bij de peuterspeelzaal uit een groepsruimte en een aantal ondersteunende ruimten. Ruimte Groepsruimte (obv aantal kinderen) Slaapruimte Verschoonruimte Keukenblok (Peuter)toiletten (incl voorruimte) Kantoor- en spreekruimte Bergruimte binnen Bergruimte buiten Totaal ruimtebehoefte Factor n.o./b/.v.o. m² n.o. aantal per ruimte m² n.o. m² b.v.o. 14 3,5 49 65 2 10,0 20 27 0 0 0 0 0 0 0 0 1 10 6 8 1 10 6 8 81 108 1,33 opmerkingen deelbaar met deelbaar met deelbaar met deelbaar met Psz Psz Psz Psz school Er wordt geen aparte buitenspeelruimte voor de buitenschoolse opvang gerealiseerd. De buitenruimte van de school en de peuterspeelzaal zijn hiervoor te gebruiken door de kinderen van de buitenschoolse opvang. 2.4 Gemeenschappelijk gebruik van ruimten Het zo veel mogelijk gemeenschappelijk gebruiken van ruimten wordt door de toekomstige gebruikers onderschreven. Bij gemeenschappelijk gebruik van ruimten is het van belang dat het gebruik van de ruimten door de verschillende gebruikers de processen van afzonderlijke gebruikers niet verstoord raken. Bij het gebruik van de ruimten moet men niet hoeven schuiven met de inrichting van een andere (vorige) gebruiker. In onderstaand schema zijn de ruimten benoemd waarvan op dit moment is aangegeven dat gezamenlijk gebruik te overwegen is. Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk 10 december 2013, Concept 3 -5- HaskoningDHV Nederland B.V. Peuterspeelzaal Peutertoiletten Kantoor- en spreekruimte School Speellokaal Handvaardigheidlokaal Kantoor / spreekruimten Aula Lerarenkamer Overige synergievoordelen Gezamenlijke entree Sanitaire ruimten medegebruik door: Bso School, Bso Psz, Psz, Psz, Psz, Psz, Bso Bso Bso Bso Bso Psz, School, Bso Psz, School, Bso Het totale effect van deze synergie in ruimtegebruik op het totaal benodigde oppervlakte van het gebouw is in dit stadium nog niet in detail te bepalen. Hiervoor is een meer gedetailleerd Programma van Eisen van het schoolgebouw nodig. Duidelijk is wel dat er een besparing op het totale ruimtegebruik mogelijk is door het gezamenlijk gebruik van ruimten 2.5 Gymzaal De gemeentelijke verordening gaat uit van een gymzaal van 252 m2 netto ten behoeve van de zaalruimte. Daarnaast zijn nog andere ruimten benodigd zoals kleedruimten en (toestel)bergruimte. Inclusief deze ruimten mag de gymzaal maximaal 455 m2 bvo bedragen. 2.6 Samenvatting ruimtebehoefte In onderstaande tabel hebben wij de totale ruimtebehoefte samengevat. Deze informatie wordt gehanteerd als uitgangspunt voor het haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijke locaties voor het toekomstige IKC. Gebruiker School Peuterspeelzaal Buitenschoolse opvang Gymzaal Totaal Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk m² bvo 1.684 138 108 455 2.385 10 december 2013, Concept 3 -6- HaskoningDHV Nederland B.V. 3 SITUERING VAN DE RUIMTEN Het is van belang dat het gebouw “Welkom” uitstraalt. De gebruikers zien graag één gezamenlijke entree van het IKC. Binnen het gebouw moet het voor de kinderen van de peuterspeelzaal en de onderbouw duidelijk zijn dat zij naar een ander gebouwdeel moeten dan de kinderen van de bovenbouw. Bij de entree zijn de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf en de onderbouw van de basisschool gehuisvest. De bovenbouw van de basisschool kan eventueel op een verdieping worden gehuisvest. Een centraal blok kan worden gevormd door de ruimten die gezamenlijk gebruikt kunnen worden. Denk aan ruimten zoals de aula, speellokaal, sanitaire ruimten, keuken. Hieromheen liggen de ruimten die de gebruikers zelf gebruiken zoals de groepsruimte van de peuterspeelzaal, de buitenschoolse opvang en de leslokalen. Onderstaand relatieschema geeft een visuele weergave van de situering van de ruimten. school school school school entree sanitair keuken Bso behoefte psz school aula / speellokaal school school (onderbouw) school Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk school 10 december 2013, Concept 3 -7- HaskoningDHV Nederland B.V. 4 VERKEER EN PARKEREN Verkeer Het IKC draait om kinderen. Daarom is het van belang dat de locatie verkeersveilig en overzichtelijk is. Met name in de ochtend- en avonduren worden veel kinderen per auto gebracht en gehaald. is. De locatie van het IKC moet dit verkeer kunnen verwerken. Kinderen van af een jaar of 5 komen ook geregeld met de fiets naar school. Deze kinderen moeten veilig naar en rond de locatie kunnen fietsen. Auto parkeren Voor zowel de school, de peuterspeelzaal als het kinderdagverblijf geldt dat ’s ochtends kinderen veelal met de auto worden gebracht. Voor de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf en de onderbouw van de basisschool is het van belang dat voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd, aangezien de ouders/verzorgers met de kinderen mee naar binnen gaan bij het brengen en halen van kinderen. Voor het brengen en halen van bovenbouwkinderen van de basisschool is een kiss and ride zone van belang. De leerkrachten en medewerkers van de peuterspeelzaal en het kinderdag verblijf beschikken over voldoende parkeerplaatsen. Onderstaand schema geeft de parkeerbehoefte weer volgende de gemeentelijke parkeernormen (op basis van het CROW). Gebruiker School Peuterspeelzaal Kinderdagverblijf Gymzaal Totaal gemeentelijke parkeernorm 0,5 0,6 0,6 2,5 per leslokaal arbeidsplaats arbeidsplaats 100 m2 bvo aantal aantal parkeerplaatsen 13 6,5 2 1,2 2 1,2 570 14,3 23,2 Fiets verkeer Voor de school wordt uitgegaan van circa 40 fietsparkeerplaatsen. De positionering van de fietsparkeerplaatsen mag het spelen op het schoolplein niet hinderen. De uiteindelijke behoefte aan fietsparkeerplaatsen hangt af van de toekomstige locatie van het IKC. Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk 10 december 2013, Concept 3 -8- HaskoningDHV Nederland B.V. 5 TECHNISCHE PROGRAMMA VAN EISEN Stichting Kindante heeft als ambitie om zowel in bestaande gebouwen als in nieuwbouw de gebouwen te laten voldoen aan minimaal de technische eisen conform Frisse Scholen Klasse B zoals bepaald door Agentschap NL Deze technische eisen hebben betrekking op zaken als klimaat, energie en luchtbehandeling. Het Programma van Eisen Frisse Scholen is als bijlage bijgevoegd. Het Programma van Eisen Frisse Scholen klasse B kent binnenluchtbehandeling en thermisch comfort dan het Bouwbesluit. strengere eisen aan energie, De peuterspeelzaal dient wat betreft technische eisen te voldoen aan de GGD richtlijnen en de verordening ruimte- en inrichtingseisen van VNG. Stichting Spelenderwijs heeft haar eisen reeds verwoord in een eigen Programma van Eisen. Deze is toegevoegd in de bijlagen. Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk 10 december 2013, Concept 3 -9- HaskoningDHV Nederland B.V. 5 COLOFON Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Interne controle Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf : : : : : : : : : : : Stichting Kindante Globaal Programma van Eisen BC6759-101-100 11 pagina's Joost Smeets Tiny Slenter, Eve Philips-Jackson Esther Heffels Tiny Slenter Joost Smeets 10 december 2013 Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk 10 december 2013, Concept 3 - 10 - HaskoningDHV Nederland B.V. Buildings Horsterweg 18/A 6199 AC Maastricht Airport Postbus 302 6199 ZN Maastricht Airport T (088) 348 78 48 F (088) 348 78 99 E [email protected] W www.royalhaskoningdhv.com HaskoningDHV Nederland B.V. BIJLAGE 1 Programma van Eisen basisscholen Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk bijlage 1 -1- Interview mogelijke participanten Integraal Kindcentrum Grevenbicht-Obbicht t.b.v. het opstellen van het Programma van Eisen en Intentieverklaring Te bespreken onderwerpen 1. Kunt u het gewenste concept voor uw organisatie in het IKC toelichten? Kijkende vanuit de totale ontwikkeling van kinderen: Onderwijs, Opvoeding, Ontspanning en Opvang kiezen wij als concept voor de L LEEF-school (Leren-Leven-Evalueren-Evolueren-Futuristisch) (KIND CENTRAAL)met een doorgaand pedagogisch aanbod. 2. Met welke andere mogelijke gebruikers van het IKC heeft u relaties en kunt u de mogelijke samenwerking toelichten? MIK, Spelenderwijs, Vroeg, voor en naschoolse opvang 3. Wat is uw ruimtebehoefte bij het gewenste concept? door verbinding ruimte extra winnen zowel buiten als binnen. Indien mogelijk gescheiden functies per ruimte zodat een invulling optimaal neergezet wordt a. Type ruimten Klaslokaal oude stijl, verbinding mogelijk, open karakter, combinatie diverse functies kantoorruimten gespreksruimten stilte handvaardigheid/techniek centrale aula met plek voor gehele gebouw verzorgingsruimte/behandel (Passend Onderwijs) lerarenkamer keuken invalidetoiletten b. Aantal ruimten ruim! gangen functioneel c. Oppervlakten van de ruimten / aantal personen in de ruimte alles met elkaar in verbinding eventueel door glazenwanden d. Situering van ruimten ten opzichte van elkaar en die van andere gebruikers verdiepingen mogelijkheden tot andere invulling vanwege krimp e. Eigen entree noodzakelijk of gezamenlijke entree mogelijk? Wettelijke beperkingen???? Spontane visie is één ingang Aparte mogelijkheden bij gebruik avonduren of afstoten van de ruimte f. Welke activiteiten vinden plaats in de ruimte? ontwikkeling-onderwijs 4. In hoeverre zijn de ruimten deelbaar met andere gebruikers? a. Met welke andere gebruikers zijn de ruimten deelbaar? b. Gedurende welke tijden gebruikt u uw ruimten? afhankelijk van schooltijden ochtend, middag? Vakanties wel/niet? 5. Welke eisen stelt uw organisatie aan de binnenruimte? gezond binnenklimaat a. Inrichting van de ruimtes: verlichting, meubilair, elektriciteit, water e.d. onderhoudsvriendelijk, passend bij lleefschool: duurzaam, kleurenlicht b. Duurzaamheidambitie/-eisen; c. Functionele verbeteringen ten opzichte van de huidige situatie? geen gangenschool, binnenklimaat, duurzaam in gebruik, verbinding 6. Welke eisen stelt uw organisatie aan de buitenruimte? heel veel uitdaging tot spel, mogelijk natuurlijke omheining, natuurlijk plein, begroeiing tuin, speeltuin open buiten schooltijd, behoefte speeltuin kinderopvang dorp? a. Benodigde oppervlakte. b. Is afgesloten/afgeschermde buitenruimte noodzakelijk? ja kindvriendelijk dus natuurlijk c. Is gebruik van uw buitenruimte door anderen buiten uw gebruikstijden mogelijk? ja d. Functionele verbeteringen ten opzichte van de huidige situatie? 7. Welke eisen stelt uw organisatie aan de ligging van het IKC? centraal beide dorpen, combinatie met omgeving 8. Welke eisen stelt uw organisatie aan verkeer en parkeren? voldoende parkeerplaatsen personeel en gasten, veilige liefst aparte kiss and ridezone a. Hoe komt u of uw doelgroep naar het IKC (lopen, fiets, auto al deze middelen b. Aantal autoparkeerplaatsen genoeg c. Aantal fietsparkeerplaatsen genoeg 9. Bent u bereid om financieel deel te nemen aan het IKC en zo ja, onder welke voorwaarden? JAAAAAAAAAAAA, Kindante HaskoningDHV Nederland B.V. BIJLAGE 2 Programma van Eisen peuterspeelzaal (Stichting Spelenderwijs) Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk bijlage 2 -1- Programma van eisen peuterspeelzalen gebouwen en inrichting 2013 Naam peuterspeelzaal: Gemeente/ kern: 1 Groepsruimte Aanwezig ? Door wie ? Geraamde kosten € Oppervlakte speel-werkruimte De groepsruimte is minimaal 56 m². Er wordt uitgegaan van 3,5 m² per kind. Hoeken De ruimte biedt mogelijkheden tot het inrichten van speelhoeken. Wanden De muren zijn bij voorkeur tot 1.20 m hoogte glad en afwasbaar. Vloeren De vloer is glad van structuur en voorkomt uitglijden. Vloerbedekking wordt afgeraden vanwege stoffigheid en vervuiling. De vloer is gemakkelijk stofvrij te houden en kan vochtig worden schoongemaakt. Minimaal eenmaal per jaar vindt er groot vloerenonderhoud plaats. Verwarming Afscherming: De verwarming is aan alle kanten goed afgeschermd zodat peuters zich niet aan de radiator kunnen verbranden; Warmteafgifte: De warmte kan aan de bovenkant én aan de voorkant voldoende vrijkomen door openingen of roosters die niet heet mogen worden; Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 1 Hand- en vingerbeknelling: Indien er sparingen in de omkasting gefraisd worden moeten deze dermate smal zijn zodat peuters niet met handen of vingers de hete radiator kunnen bereiken en bekneld raken; Aanzuigen lucht onderkant en stofvrij maken: Er is een opening aan de onderkant van de radiatoromkasting waardoor koude lucht kan worden aangezogen , onder de omkasting gestofzuigd kan worden en er de mogelijkheid bestaat om via de onderkant tussen de radiatorplaten stof te verwijderen; Afgeronde hoeken zijkanten: De hoeken aan de zijkanten van de omkasting zijn afgerond waardoor peuters zich niet kunnen stoten aan scherpe hoeken; Afgeronde hoeken bovenzijde: De hoeken aan de bovenzijde van de omkasting zijn afgerond waardoor peuters kunnen zich niet stoten aan scherpe hoeken; Afwasbaar materiaal: Het basismateriaal van de omkasting moet afwasbaar zijn. Verlichting De lichtarmaturen zijn voorzien van een veiligheidskap of platen. Ramen Bij draai-kiepramen is een borging aanwezig die voorkomt dat deze ramen onder invloed van bijvoorbeeld tocht plotseling dichtslaan. Glas in vensters en deuren Ramen of deuren met glas dienen tot op peuterhoogte veilig te zijn d.m.v. gebruik van veiligheidsglas of veiligheidsfolie. Deuren Deuren die met sleutels op slot gaan worden afgeraden. Dit omdat de uitgang meestal tot de vluchtroute behoort en ten alle tijde snel geopend moeten kunnen worden. Deurklinken Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 2 De deurklinken staan 90° omhoog gedraaid zodat peuters ze niet kunnen openen. Ook een hoge deurklink of een zgn. panieksluiting op de deur kan omdat deze snel geopend kunnen worden indien er gebruikt moet worden gemaakt van de vluchtroute. Vingerbeknelling Aan de scharnierzijde van toegangsdeuren naar de groepsruimte zijn fingersafestrips geplaatst tegen vingerbeknelling. Eveneens bij deuren in andere ruimten waar peuters veelvuldig komen. Elektra De stopcontacten zijn beveiligd op plaatsen waar peuters regelmatig aanwezig zijn en gemakkelijk bij kunnen. Beveiliging kan d.m.v. goed plakkende afdekplaatjes of kinderveilige wandcontactdozen waarbij de openingen afgedekt worden door pennen die alleen maar wijken als op beide openingen tegelijk druk wordt uitgeoefend. Elektrische apparaten moeten zover mogelijk achter op het aanrecht geplaatst kunnen worden. Snoeren hangen nooit los over het werkblad heen maar zijn veilig opgeborgen of vastgezet. Wasgelegenheid peuters Peuters kunnen in de groepsruimte hun handen wassen met koud stromend water. Er is geen heet waterkraan bij de peuterwasbak. Is dat wel het geval dan moet een temperatuurbegrenzer of mini-thermostaat voorkomen dat het water niet warmer wordt dan 38°C. De wasbak hangt op max. 50 cm hoog. De kraan bij de peuterwasbak hangt op max. 65 cm hoogte. Er is een zeep- en handdoekautomaat aanwezig bij de wasgelegenheid. Een zeepautomaat hangt op max. 65 cm en een handdoekautomaat op max. 85 cm. Heetwaterkranen Indien er een heet waterkraan op peuterhoogte aanwezig is moet een temperatuurbegrenzer of mini-thermostaat er voor zorgen dat het water niet warmer wordt dan 38°C. Een temperatuurbegrenzer die tussen boiler en kraan geplaatst wordt zorgt er voor dat het water in de boiler heet blijft (i.v.m. legionella) maar lauwwarm uit de kraan stroomt. Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 3 Wasgelegenheid leidsters, indien er geen aanrecht aanwezig is Leidsters kunnen in de groepsruimte hun handen wassen met koud stromend water. Een heet waterkraan is wenselijk op voorwaarde dat de kraan op volwassenhoogte is geplaatst of een temperatuurbegrenzer heeft. Er is een zeep- en handdoekautomaat aanwezig bij de wasgelegenheid. Textiel De aanwezigheid van textiel zoals vloerbedekking, gordijnen en vloermatten wordt afgeraden. Indien er textiel in de ruimte aanwezig is moet het onderhoud hiervan worden opgenomen in een onderhoudsschema. Binnenklimaat De ideale temperatuur binnen ligt tussen 19°C en 20°C. Bij een temperatuur die lager is dan 17°C en of hoger is dan 27°C moet het mogelijk zijn dat de gebruikers zelf de temperatuur kunnen bijregelen. Ventilatievoorzieningen De ruimte heeft voldoende ventilatiemogelijkheden door ramen of bovenraampjes. Mechanische ventilatievoorzieningen worden goedgekeurd mits deze zijn opgenomen in een periodiek onderhoudsschema. Schoonmaak Spelenderwijs hanteert een schoonmaakprogramma. De ruimten worden volgens de hygiëne-eisen voor peuterspeelzalen schoongemaakt en er worden afspraken gemaakt wie er welke schoonmaakactiviteiten uitvoert. 2 Keuken/ aanrecht Het aanrecht is geïntegreerd in de groepsruimte of de keuken ligt bij voorkeur aangrenzend aan, of dichtbij de groepsruimte. Keukenkastjes en lades Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 4 In onderkastjes worden enkel en alleen veilige materialen opgeborgen. Nog beter is deze kastjes te voorzien van een kind veilige sluiting. Schoonmaakmiddelen worden altijd in een hoge, afsluitbare en/ of onbereikbare kast voor peuters opgeborgen. Lades hebben een blokkade tegen volledig uittrekken. In lades worden geen scherpe messen, scharen, lucifers en aanstekers opgeborgen. Er is ruimte om deze hoog op te bergen. Koelkast De koelkast heeft een temperatuur van 4° C tot max. 7 °C. Het schoonmaken van de koelkast is opgenomen in het schoonmaakprogramma. Waterleiding Er zijn geen loden leidingen aanwezig (oude gebouwen). Waterkokers en koffieapparaten Waterkokers en koffieapparaten worden zover mogelijk achter op het aanrecht geplaatst. Snoeren hangen nooit los over het werkblad heen maar zijn veilig opgeborgen. Ovens en fornuizen Indien er een oven of fornuis aanwezig is wordt er extra toezicht gehouden als deze in werking zijn gesteld. 3 Peutertoiletten De hoogte van de peutertoiletten ligt tussen 25 en 30 cm bovenzijde. De knop van de spoelbak ligt op max. 85 cm hoogte. De vrije ruimte voor een peutertoilet is 100 cm, gerekend vanaf de muur. De deuren van de peutertoiletten kunnen niet door de peuters worden afgesloten Tussen de peutertoiletten bevindt zich een privacy scherm. Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 5 Peuters kunnen in de sanitaire ruimte hun handen wassen met koud stromend water. Er is geen heet waterkraan aanwezig. De wasbak hangt op maximaal 50 cm hoog. De kraan bij de peuterwasbak hangt op max. 65 cm hoogte. Er is een zeep- en handdoekautomaat aanwezig. Een zeepautomaat hangt op max. 65 cm en een handdoekautomaat op ma. 85 cm. Er bevinden zich geen schoonmaakmiddelen, toiletblokken en luchtverfrissers (in spuitvorm) op de toiletten. 4 Verschoonruimte/ aankleedtafel De verschoonruimte moet uit hygiënisch oogpunt voldoende afstand hebben van het keukengedeelte. De aankleedtafel is stabiel. De aankleedtafel moet (elektrisch) in hoogte verstelbaar zijn. Bij de aankleedtafel is stromend water in de buurt . De aankleedtafel moet voorzien zijn van een trapje waardoor kinderen onder toezicht zelf op de aankleedtafel kunnen klimmen. Lotions, alcohol en schoonmaakartikelen zijn veilig en onbereikbaar voor het kind opgeborgen. 5 Hal en garderobe Het heeft de voorkeur dat de peuterspeelzaal een eigen ingang heeft voor binnekomen en weggaan. Omdat ouders hun peuters tot in de groepsruimte brengen en halen kan een gezamenlijke ingang tot overlast leiden. Kapstokken hangen op peuterhoogte tussen 85 en 95 cm hoogte. Er zijn minimaal 16 kapstokhaken aanwezig. Kapstokhaken hebben een afstand van 15 cm onderling. Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 6 Kapstokhaken zijn met de haken naar binnen toe bevestigd en steken niet aan de voorzijde uit. 6 Kantoorruimte/ bureau I.v.m. het afnemen van testen, het voeren van oudergesprekken, en de inrichting van een werkplek met pc heeft een aparte kantoorruimte de voorkeur. De kantoorruimte is ± 10 m² groot. De kantoorruimte of (los) bureau heeft een ICT aansluiting. Kantoorartikelen kunnen veilig worden opgeborgen in gesloten kasten. Medewerkers hebben de mogelijkheid om hun tassen buiten handbereik van peuters op te bergen bij voorkeur in gesloten kasten. 7 Bergruimte binnen en buiten De peuterspeelzaal beschikt over een binnen- en buitenberging. Peuters hebben geen toegang tot de bergruimten. Deze zijn veilig afgesloten. De buitenberging grenst aan het speelterrein. Er is voldoende opbergruimte aanwezig voor (rijdend) buitenmateriaal. 8 Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is ± 100 m², inclusief buitenberging. Uitgegaan wordt van 5 m² per kind. Het heeft de voorkeur dat de buitenruimte grenst aan de groepsruimte. ZandbakkenBron: Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen Maat zandbak: De maat van de zandbak is ongeveer 2 x 2 m. Afhankelijk van de maat van de elementen kan hierin een klein verschil zitten. I.v.m. de hoge kosten voor het verschonen van zand wordt aangeraden zich aan deze maatvoering te houden. Materiaal zandbak: Een nieuw aan te leggen zandbak bestaande uit losse kunststof-elementen met afgeronde hoeken i.v.m. stootgevaar. Bovendien is een dergelijke zandbak verplaatsbaar. Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 7 Afdekking : De zandbak moet volledig worden afgedekt met een lucht en waterdoorlatend afdekzeil om vervuiling door uitwerpselen van dieren te voorkomen Zand verschonen: Jaarlijks verschonen is niet nodig als de zandbak goed is afgedekt met een lucht en waterdoorlatend afdekmateriaal en er afval en bladeren regelmatig uit het zand verwijderd worden. Indicatie voor kosten verschonen zand: Voor een zandbak van 2 x 2 m is er ongeveer 1 m3 zand nodig, kosten min. €250,- , incl. aan - en afvoer nieuw/oud zand. Een ''gevulde' 'zandbak zal hiermee ongeveer 30 cm zand bevatten. De ondergrond van de zandbak kan het beste worden betegeld met trottoirtegels zoals de rest van de speelplaats. Een uitgegraven zandbak wordt afgeraden omdat deze voorzien moet worden van een speciale onderlaag. De ruimte rondom de zandbak moet 1.50 m zijn om vallen en stoten te voorkomen. Hekwerk buiten Kinderen kunnen niet onder of over de omheining kruipen. Kinderen kunnen niet tussen de spijlen van een hekwerk bekneld raken. Spijlen in een hekwerk hebben een onderlinge afstand van 6 tot 7,5 cm. Mazen in een draadhekwerk hebben een afmeting van 4 x 4 cm. De omheining heeft geen scherpe punten. Poort/ hekje naar buiten De sluiting van het poortje of hekwerk moet niet door peuters opengemaakt kunnen worden maar met een zgn. panieksluiting op veilige hoogte te bedienen zijn. Een slot met sleutel wordt i.v.m. vluchtroute afgeraden. Er zijn afspraken met alle gebruikers en de ouders over het sluiten van het hekwerk of poort. Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 8 Beplanting Er staan geen giftige planten of planten met bessen op de buitenspeelruimte. 9 Speeltoestellen Bron: Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen De aanwezige speeltoestellen zijn geschikt voor 2 en 3 jarigen. Indien dit niet het geval is worden de speeltoestellen niet gebruikt door de peuterspeelzaal. Voor bestaande en nieuwe speeltoestellen geldt dat zij voldoen aan de veiligheidsnormen Voor bestaande en nieuwe speeltoestellen wordt er een logboek bijgehouden en het nodige onderhoud gepleegd. 10 Gym/speelzaal medegebruik Er is een aparte ruimte voor grof-motorisch spel. Dit actieve spel vraagt voldoende ruimte en moet niet plaatsvinden in de groepsruimte. Een eigen ruimte voor de peuterspeelzaal is wenselijk maar niet noodzakelijk. Gym -of speelzalen kunnen ook met andere gebruikers gedeeld worden. De aanwezige gymtoestellen zijn over het algemeen niet geschikt voor 2 en 3 jarigen. Gymtoestellen worden niet gebruikt door de peuterspeelzaal en zoveel mogelijk opgeborgen. Indien er meerdere gebruikers zijn van de gym- speelzaal wordt er een rooster ingesteld. 11 Brandveiligheid (Informatiebron: Bouwbesluit 2012) Materialen en voorzieningen Er is een brandhaspel aanwezig. Deuren gaan met de vluchtrichting mee (bestaande bouw bij 60 personen, nieuwbouw bij 37 personen). Vluchtdeuren zijn voorzien van een panieksluiting (bij vluchten van meer dan 100 personen). Op de brandmeldinstallatie is een ontruimingsalarminstallatie aangesloten en er is een actueel ontruimingsplan aanwezig(peuterspeelzalen met een maximale oppervlakte van 200 m² op de begane grond). Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 9 Er is volledige bewaking (zonder doormelding) plus een geldig inspectiecertificaat (peuterspeelzalen met meer dan 200 m² op de begane grond). Er is volledige bewaking met doormelding plus een geldig inspectiecertificaat (peuterspeelzalen op een verdieping of met een vloer van 1,5 m hoogte). Er zijn rookmelders aanwezig. De aankleding van de ruimten is: - onbrandbaar of, - maximale navlamduur 15 sec. plus - nagloeiduur max. 60 sec. Gordijnen, slingers en andere ornamenten die evenwijdig aan het plafond worden opgehangen zijn onderspannen met metaaldraad op een afstand van 35 cm of een maaswijdte van 70 cm. Controles brandveiligheid De brandmeldinstallatie met een daarop aangesloten een ontruimingsinstallatie worden jaarlijks gecontroleerd. De nood- en transparantenverlichting worden jaarlijks gecontroleerd. De kleine blusmiddelen worden jaarlijks gecontroleerd. De verbandmiddelen/ EHBO dozen worden jaarlijks gecontroleerd. De elektrische apparatuur wordt jaarlijks gecontroleerd. Ontruimingsoefening en bedrijfsnoodplan De ontruiming wordt minimaal eenmaal per jaar geoefend samen met alle aanwezige gebruikers. Het ontruimingsplan hangt op een centrale plek en is voor alle medewerkers beschikbaar. Bedrijfshulpverlening (BHV) Bedrijfshulpverleners van de organisatie herhalen jaarlijks hun certificaat. Er zijn per dagdeel altijd voldoende BHV-ers aanwezig voor het totale gebouw met gebruikers. Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 10 Bedrijfshulpverleners uit de verschillende organisaties vormen het BHV team en voeren gezamenlijk de regie bij ontruiming. 12 Veiligheid (Informatiebron Warenwet Attractie- en speeltoestellen) De speeltoestellenzijn voorzien van een typekeuring. Er worden inspecties uitgevoerd naar de veiligheids- en onderhoudsstaat. In een logboek worden inspecties, reparaties, onderhoud en ongevallen bijgehouden. Ongevallen worden geregistreerd volgens de afspraken en procedure van de eigen organisatie. Speeltoestellen worden indien defect gerepareerd en onderhouden. Speeltoestellen hebben een Keurmerk. De bodem van de speeltoestellenwaar kinderen op kunnen klimmen, schommelen of vanaf kunnen glijden zijn veilig en schok dempend. 13 Afval Er is een mogelijkheid om afval te deponeren in een bij voorkeur af te sluiten afvalcontainer. Programma van eisen peuterspeelzalen/ juni 2013 Pagina 11 HaskoningDHV Nederland B.V. BIJLAGE 3 Programma van Eisen Frisse Scholen (april 2012) Stichting Kindante/Globaal Programma van Eisen IS-MA20130916 Klant vertrouwelijk bijlage 3 -1- 7cjYfZchc.CXmNYYGW\cc`Yb7c``Y[Y Fch\i]nYb5fW\]hYWhYbGhYXYbVcik_ibX][Yb :chc[fUUZ.FiXYbF]YaYbg Programma van Eisen Frisse Scholen april 2012 Voor u ligt het ‘Programma van Eisen – Frisse Scholen’. Dit Programma van Eisen dient als leidraad voor opdrachtgevers van nieuw- en verbouw van scholen (schoolbesturen en gemeenten) bij het realiseren van Frisse Scholen. Een slecht binnenmilieu in scholen heeft een negatief effect op de gezondheid, leerprestaties en functioneren van leerlingen en onderwijzend personeel. Bij ver- en nieuwbouwplannen is het dus belangrijk vooraf eisen te stellen aan het ontwerp van het gebouw en de installaties. Naast een optimaal binnenmilieu is daarbij ook een beperkt energiegebruik essentieel – alleen al vanwege de kosten. Meer over frisse scholen Het project Frisse Scholen is onderdeel van het programma Energie & Gebouwde omgeving (EGO). Het heeft tot doel scholen te stimuleren minder energie te verbruiken en het binnenmilieu te verbeteren. Op de website www.frissescholen.nl staat nuttige informatie voor iedereen die streeft naar gezonde en energiezuinige scholen. De site is bedoeld voor schoolbesturen en -directies en voor ambtenaren onderwijshuisvesting van lokale overheden. Ook leerkrachten, ouders en technisch adviseurs kunnen hun voordeel doen met www.frissescholen.nl. U vindt er actuele en praktische informatie rondom het realiseren van Frisse Scholen, zowel op technisch, organisatorisch als financieel gebied. Ook staan er ervaringen opgetekend van schoolbesturen en gemeenten. Bent u op zoek naar relevante publicaties dan kunt u die via www.frissescholen.nl bestellen en/of downloaden. Niet voor alle aspecten zijn aparte eisen voor Klasse A, B én C. In dat geval zijn de vakjes samengevoegd. Keuze kwaliteitsniveau Het Programma van Eisen is als een menukaart; als opdrachtgever bepaalt u zelf welke eisen u opneemt in het PvE van de school en op welk ambitieniveau. Het uiteindelijke doel is het realiseren van een zo gezond, comfortabel en energiezuinig mogelijke school binnen het beschikbare budget. Bij dit PvE vindt u een formulier waarop u per aspect uw ambities kunt aankruisen. U kunt uw ambities vastleggen op het invulblad bij het PvE. Schakel voor het maken van deze keuze zo nodig een adviseur in. Uitgangspunten bij het PvE Hoe te gebruiken Op basis van het ‘Programma van Eisen – Frisse Scholen’ kunt u (eventueel in samenspraak met andere partijen) voor uw school een ambitieprofiel wat betreft binnenmilieu en energiezuinigheid vaststellen (of bijstellen). Dit ambitieprofiel kunt u vervolgens opnemen in het Programma van Eisen voor de bouw of verbouw van uw school. Een Programma van Eisen is nodig bij het laten opstellen van offertes en het verlenen van (bouw)opdrachten. Maar ook bij het toezien op de uitvoering daarvan en de toetsing van het eindresultaat. Dit PvE Frisse Scholen is geen compleet programma van eisen, maar helpt u om de juiste eisen te stellen en te toetsen. De eisen uit het PvE dienen in minimaal 95% van de gebruikstijd te worden gehaald. Het PvE is van toepassing op standaard groepsruimten (theorielokalen) in scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs. De eisen zijn niet zonder meer toepasbaar op bijvoorbeeld vaklokalen (zoals lokalen voor scheikunde/natuurkunde of muziek), praktijklokalen, collegezalen, speellokalen, aula’s, kantoren en spreekkamers of werkplekken op de gang (zoals onderwijspleinen). Zie ook de toelichting bij het PvE Frisse Scholen voor een verdere uitleg bij de eisen. Ambitieniveaus Dit Programma van Eisen gaat in op vijf concrete thema’s die belangrijk zijn voor een Frisse School: energiezuinigheid, luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort. Voor ieder thema zijn ambitieniveaus vastgesteld; van basisniveau klasse C (acceptabel), naar klasse B (goed) en klasse A (zeer goed). Daaraan zijn (prestatie)eisen gekoppeld. Klasse C op deze kaart is het basisambitieniveau; gebaseerd op geldende wet- en regelgeving, zoals het bouwbesluit. De eisen zijn zo geformuleerd dat alle eisen die bij C staan ook voor B en A gelden, tenzij daar een zwaardere eis is opgenomen. Aan de hand van het “invulblad ambitieprofiel” kunt u het ambitieprofiel voor uw school vastleggen. Frisse Scholen Toets Het opstellen van een goed Programma van Eisen voor de bouw of renovatie van een Frisse School is een belangrijke mijlpaal. Als formele opdrachtgever en direct belanghebbende maakt u daarmee aan het ontwerpteam duidelijk aan welke eisen hun voorstellen dienen te voldoen. Maar het stellen van eisen biedt nog geen garantie tot een goed eindresultaat. U zult tijdens het ontwerpproces de (tussen)resultaten moeten toetsen. En na de bouw zult u moeten controleren of de overeengekomen prestaties inderdaad worden geleverd. Agentschap NL heeft hiervoor de Frisse Scholen Toets ontwikkeld. De Frisse Scholen Toets is te vinden en te downloaden op www.frissescholen.nl Voorbeeld invulblad ambitieprofiel voor het thema energiezuinigheid Thema Klasse C - ACCEPTABEL Klasse B - GOED Klasse A - ZEER GOED Energie Energieprestatie X Isolatie van de gebouwschil X Energiezuinige ventilatie X Regeling ventilatie X Energiezuinige verwarming X Efficiënte opwekking en distributie van warmte L Regeling verwarming L Energiezuinige koeling Energiezuinige verlichting X Thema Klasse C - ACCEPTABEL Klasse B - GOED extra t.o.v. klasse C Klasse A - ZEER GOED Extra t.o.v. klasse B 8 YYbYf[]YdfYghUh]YWcɏW]bh\YhVYfY_YbXYYbYf[]Y[YVfi]_]ga]b]aUU`jc`[Ybg6cikVYg`i]h" Toelichting 8YYbYf[]YdfYghUh]YX]YbhhYkcfXYbVYdUU`XWcbZcfa XYVYdU`]b[Ybi]hB9BƀźŻŹ" 8YYbYf[]YdfYghUh]Y\ciXhfYW\hghfYY_gjYfVUbXaYh \YhYbYf[]Y[YVfi]_YbXY7Cʪ!Ya]gg]YjUb\Yh[YVcik" 8 YYbYf[]YdfYghUh]YWcɏW]bh]ga]b]aUU`Żž`U[Yf XUbjYfY]ghjc`[Ybg6cikVYg`i]h" Ncf[jccf]bX]j]XiY`YYbYf[]YaYh]b[dYf\ccZX[YVfi]_Yf WYbhfUU`UɘYYgVUUf" 8 YYbYf[]YdfYghUh]YWcɏW]bh]ga]b]aUU`žŹ`U[Yf XUbjYfY]ghjc`[Ybg6cikVYg`i]h" HfYZjccfn]Yb]b[YbX]YYbYf[]YVY\YYfac[Y`]^_aU_Yb" Energie Energieprestatie Toelichting =bX]j]XiY`YVYaYhYf]b[YbUZfY_Yb]b[jUbYbYf[]Y[YYə YYbX]fYWhYgh]ai`UbgcaVYkighaYhYbYf[]YcahY [UUb" Toelichting 9 YbYbYf[]YVY\YYfggmghYYa[YYə[YXYhU]``YYfXY]bZcfaUh]YcjYfXYYbYf[]YghfcaYb kUUfXccfYɌYWh]YZ ]b[f]^dYbac[Y`]^_]g" Isolatie van de gebouwschil 8 Y[YjY` XYVY[UbY[fcbXj`cYfYb\YhXU_\YVVYbYYb <YhXU_\YYəYYbFc!kUUfXYjUba]b]aUU`ž Źaɸ?#K" Fc!kUUfXY]gc`Uh]YkUUfXYjUba]b]aUU`ż žaɸ?#K" 8YVY[`Un]b[\YYəYYbI!kUUfXYkUfahY[Y`Y]X]b[jUb Toelichting aUl]aUU`ź ŻK#aɸ?<F" <YhXU_]gYYbjciX][YfhY]gc`YfYbXUbUbXYfYVcikXY`Yb"=b_`UggY6acYhXYnY_UbgkcfXYbVYbih" Toelichting 8YFc!kUUfXYX]YbhhYkcfXYbVYdUU`Xjc`[YbgB9BźŹſƁ" BUUghYYbdfYghUh]Y!Y]gjccf\Yh[Y\Y`Y[YVcikkcfXh UUb\YhWUgWcYYbnkUUfXYfYY]g[YghY`XXUb]b\Yh VcikVYg`i]h"8Y`YjYbgXiifjUb\YhWUgWc]gbUaY`]^_ jYY`[fchYfXUbX]YjUbXY]bghU``Uh]Yg" 8 Y[YjY` XYVY[UbY[fcbXj`cYfYb\YhXU_\YVVYbYYb Fc!kUUfXYjUba]b]aUU`ž Źaɸ?#K" Toelichting 6]^YYbnYYf\c[YYbYf[]YdfYghUh]Y\ccfhYYbaUl]aU`Y ]bnYhcdYbYf[]YVYgdUf]b[" Energiezuinige ventilatie 6 ]^[YVU`UbWYYfXYjYbh]`Uh]YX]YbhkUfahYhYfi[k]bb]b[ khkaYhYYbfYbXYaYbhjUba]b]aUU`ſŹhcY[YdUghhYkcfXYb" 6 ]^[YVU`UbWYYfXYjYbh]`Uh]YX]YbhkUfahYhYfi[k]bb]b[ khkaYhYYbfYbXYaYbhjUba]b]aUU`ƀžhcY[YdUghhYkcfXYb" 6 ]^[YVU`UbWYYfXYjYbh]`Uh]YX]YbhkUfahYhYfi[k]bb]b[ khkaYhYYbfYbXYaYbhjUba]b]aUU`ƂŹhcY[YdUghhYkcfXYb" Toelichting 8 YnYY]g[Y`XhU``YYbV]^YYbjYbh]`Uh]YgmghYYaaYh aYW\Ub]gW\YhcYjcYf" Toelichting 8 YnYY]g[Y`XhU``YYbV]^YYbjYbh]`Uh]YgmghYYaaYh aYW\Ub]gW\YhcYjcYf" Toelichting 8 YnYY]g[Y`XhU``YYbV]^YYbjYbh]`Uh]YgmghYYaaYh aYW\Ub]gW\YhcYjcYf" 8 YjYbh]`Uh]Y]gjccfn]YbjUbYYbfY[Y`]b[UɔUb_Y`]^_ jUb\Yh[YVfi]_V]^j"h]^XUɔUb_Y`]^_UUbYb i]hgW\U_Y`Yb" 8 YjYbh]`Uh]Y]gjfUU[[YghiifXh]^XUɔUb_Y`]^_aYhjYfgW\]``YbXYghUbXYbcZ7Cʪ![YghiifX" 9 fkcfXhjc``YX][YjUf]UVY`jc`iaYjYbh]`Uh]YhcY[YdUgh aYhhfUd`ccgfY[Y`VUfY[Y`]^_ghfccajYbh]`UhcfYb"8Y fY[Y`]b[]g7Cʪ![YghiifX" Regeling ventilatie Energiezuinige verwarmingafgifte Energiezuinige verwarmingopwekking en distributie Toelichting 8YnYY]g[Y`XhnckY`jccfjYbh]`Uh]YgmghYaYbaYh aYW\Ub]gW\YU`gbUhiif`]^_YhcYjcYf" Toelichting 8 YnYY]g[Y`XhnckY`jccfjYbh]`Uh]YgmghYaYbaYh aYW\Ub]gW\YU`gbUhiif`]^_YhcYjcYf" < YhjYfkUfa]b[ggmghYYa\YYəYYbUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiifjUbaUl]aUU`žŹ7" < YhjYfkUfa]b[ggmghYYa\YYəYYbUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiifjUbaUl]aUU`żž7" Toelichting 6 ]^YYb`U[YfYUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiif_Ub\Yh cdkY__]b[gfYbXYaYbhjUb\Yhghcc_hcYghY`ghYf_kcfXYbjYfVYhYfX" Toelichting A YhbUaYjccfkUfahYdcadYb]gYYbUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiifjUba]bXYfXUbżž7[YkYbghca\Yh fYbXYaYbhnc[ibgh][ac[Y`]^_hYaU_Yb" K UbbYYfYYb[Ug[Yghcc_hY_YhY`kcfXhhcY[YdUghX]Ybh XYnYhYn]^bjccfn]YbjUb;Ug_Yif<FźŹƀ" 7J!`Y]X]b[YbX]Yb]YhXccfYYbjYfV`]^Zgfi]ahY`cdYb n]^b[Ygc`YYfX" J ccfXYcdkY__]b[jUbkUfahYX]Ybh[YVfi]_[YaUU_h hYkcfXYbjUbfYghkUfahYYb#cZXiifnUaYYbYf[]Y" Toelichting 5 `gkUfahYVfcbbYb_caYb]bUUbaYf_]b[. !fYghkUfahYjUb]bXighf]`YcZUbXYfYdfcWYggYb !ca[Yj]b[gkUfahY VYbihaYhVY\i`djUbYYb kUfahYdcad !ncbbYkUfahY !UUfXkUfahY 9YbkUfahYdcadd`igkUfahY#_ciXY!cdg`U[gmghYYa _UbYɏW]bhncf[YbjccfkUfahYYb_ciXY"6]^[YVfi]_ jUbfYghkUfahY_UbYYbUVgcfdh]Y_cY`aUW\]bYjccf _cY`]b[ncf[Yb" Toelichting N cf[kUhVYhfYəhcYghY`_YinYYbX]ghf]Vih]YgmghYYa jccfYYbcdh]aUU`fYbXYaYbh" Regeling verwarming Toelichting 8 YnYY]g[Y`XhnckY`jccfjYbh]`Uh]YgmghYaYbaYh aYW\Ub]gW\YU`gbUhiif`]^_YhcYjcYf" JUf]UVY`jc`iaY]gYYbgmghYYakUUfV]^XYhYadYfUhiif jUbYYbfi]ahYkcfXh[YfY[Y`XXccfaYYfcZa]bXYf [Y_cY`XYcZjYfkUfaXY`iW\hhcYhYjcYfYb" 8 YjYfkUfa]b[]gjccfn]YbjUbYYbkYYfgUɔUb_Y`]^_Y jccffY[Y`]b[jUbXYUUbjcYfkUhYfhYadYfUhiif" 8YjYfkUfa]b[_UbdYffi]ahYkcfXYbbU[YfY[Y`X" 8YbUfY[Y`]b[VYghUUha]b]aUU`i]hh\YfacghUh]gW\Y fUX]Uhcf_fUbYb" Toelichting 8 YfY[Y`]b[jUb\Yh_`]aUUhXfUU[hV]^UUbYYbVYdYf_]b[jUb\YhYbYf[]Y[YVfi]_YbYYbjYf\c[]b[jUb\Yh WcaZcfh" Energiezuinige koeling C dU``Y[YjY`gVY\ciXYbgXYbccfX[YjY`X]YbhVi]hYbncbkYf]b[gWfYYbgcZi]hjU`gW\YfaYbUUbkYn][hYn]^b" 8YdfcXiWh]YjUbÃ]bhYfbYkUfahYÄjYf`]W\h]b[YbUbXYfY[YVcik[YVcbXYbUddUfUhiif a"i"j"`iW\hVY\UbXY`]b[]gaUl]aUU`źžK#aɸ" <YhjYbh]`Uh]YgmghYYaX]YbhhYkcfXYbjccfn]YbjUbYYb UihcaUh]gW\YfY[Y`]b[jccfncaYfbUW\hjYbh]`Uh]Y"8]h VYhY_YbhXUhVi]hYbXYVYXf]^Zgh]^XYbcdVUg]gjUbjccfUZ ]b[YghY`XYkUUfXYbjccfV]bbYbYbVi]hYbhYadYfUhiif XYjYbh]`Uh]YUihcaUh]gW\UUbYbi]h[YgW\U_Y`XkcfXh" 6 ]^hcYdUgg]b[jUbaYW\Ub]gW\Y_cY`]b[X]YbhXY_cY`aUW\]bYYYb7CD!kUUfXYfYbXYaYbhhY\YVVYbX]Y jc`XcYhUUb9BźŽžźź" 8 Y[YVcik_cY`]b[X]Ybh[YVUgYYfXhYn]^bcdYYb K?C!gmghYYakUfahY_ciXYcdg`U[]bXYVcXYa i]h[YjcYfXWcbZcfa=GGC!diV`]WUh]Ybf"żƂ" Toelichting 6 ]^jccf_YifkcfXhYf[YYbaYW\Ub]gW\Y_cY`]b[hcY[YdUgh";Yn]YbXYY]gYbV]^h\Yfa]gW\WcaZcfh]gX]hYW\hYf b]YhU`h]^Xac[Y`]^_"=bXUh[YjU`acYhYfYYbncYɏW]bh ac[Y`]^__cY`gmghYYakcfXYbhcY[YdUgh" Toelichting ; Yn]YbXYY]gYbcd\Yh[YV]YXjUbh\Yfa]gW\WcaZcfh]g YYb_cY`gmghYYabccXnU_Y`]^_"8]hX]YbhYYbK?C! gmghYYahYn]^b cZYYbgmghYYaaYhYYb[Y`]^_kUUfX][Y YbYf[]Yni]b][\Y]X" Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan. Thema Klasse C - ACCEPTABEL Klasse B - GOED extra t.o.v. klasse C Klasse A - ZEER GOED Extra t.o.v. klasse B 8 YXU[`]W\ɛcYhfYX]b[]gcdh]aUU`"N]Y\]YfjccfXYY]gYb V]^j]giYY`WcaZcfh" 8 Yhc]`YɛYbn]^bjccfn]YbjUbUUbkYn][\Y]XgXYhYWh]Y jccfXYjYf`]W\h]b[" 8YfY[Y`]b[]gUZ[YghYaXcdXY\cYjYY`\Y]XXU[`]W\h V]^j"XU[`]W\hUɔUb_Y`]^_YfY[Y`]b[" <Yh[Y\Y`Y[YVcik]gjccfn]YbjUbYYbjYY[gW\U_Y`]b[" = bU``YjYfV`]^Zgfi]ahYb]gUUbkYn][\Y]XgXYhYWh]Y"=bXY [fcYdgfi]ahYb_UbXYnYkcfXYbcjYffi`YX" 8YjYf`]W\h]b[]gX]aVUUf" 8 Y7Cʪ!WcbWYbhfUh]Y]b[fcYdgfi]ahYb]bXYUXYancbY]gh]^XYbg[YVfi]_gh]^XaUl]aUU`ƂžŹdda" 8Y7Cʪ!WcbWYbhfUh]Y]b[fcYdgfi]ahYb]bXYUXYancbY ]gh]^XYbg[YVfi]_gh]^XaUl]aUU`ƁŹŹdda" 9 fX]YbYbgdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[YbUUbkYn][hYn]^b cjYfYYb_cagh][XYY]gYbjccf`iW\h_kU`]hY]h" Toelichting <Yhjccf_caYbjUbcdkUfa]b[jUb\Yh[YVcikghUUh WYbhfUU`"8]h_UbXccfVi]hYbncbkYf]b[ VYdYf_]b[jUb XYkUfahYdfcXiWh]YV]bbYb \YhUZjcYfYbjUbkUfahY XccfjYbh]`Uh]YYb\YhVYbiɛYbjUbXYh\Yfa]gW\Y aUggU" Energiezuinige verlichting = bfi]ahYbkUUf`YYghU_YbkcfXYbjYff]W\h]gXU[`]W\h UUbkYn][[fcYdgfi]ahYb kYf_d`Y__YbYhW"" 8YjYf`]W\h]b[\YYəYYb`]W\hcdVfYb[ghjUba]b]aUU` žž¹`a#K" 5`[YaYbYfi]ahYb hc]`YɛYbYhW"\YVVYbYYb jYY[gW\U_Y`]b[" J Yf`]W\h]b[gUfaUhifYb\YVVYb\cc[ZfYeiYbhY jccfgW\U_Y`UddUfUhiif" Binnenluchtkwaliteit Luchtverversing 8 Y7Cʪ!WcbWYbhfUh]Y]b[fcYdgfi]ahYb]bXYUXYancbY]gh]^XYbg[YVfi]_gh]^XaUl]aUU`ź"ŻŹŹddadUfhg dYfa]``]cb" Spuiventilatie Toelichting Toelichting =b\YhfY[i`]YfYcbXYfk]^gX]Ybhi]h[Y[UUbhYkcfXYb 8Y?`UggY7!Y]g]gVYbYXYbXYkYɛY`]^_YY]gjccf jUba]b]aUU`żŹ`YYf`]b[YbYbźXcWYbhdYf[fcYdgfi]ahY"JUbYYbUZk]^_YbXYVYnYɛ]b[_UbkcfXYbi]hb]YikVcik6cikVYg`i]hŻŹźŻYb]gXUUfcaU``YYb [Y[UUb]bX]YbX]YVYnYɛ]b[jccfUZ[UUbXUUbXYVYdUjUbhcYdUgg]b[V]^VYghUUbXYVcik" `]b[jUbXYjYbh]`Uh]YWUdUW]hY]h]gUZ[Ygdfc_YbaYh =b\YhfY[i`]YfYcbXYfk]^gX]Ybhi]h[Y[UUbhYkcfXYb VYhfc__YbdUfh]^YbYbZcfaYY`]gjUgh[Y`Y[XV]^j"]b\Yh jUba]b]aUU`żŹ`YYf`]b[YbYbźXcWYbhdYf[fcYdgfi]ahY"JUbYYbUZk]^_YbXYVYnYɛ]b[_UbkcfXYb gdYW]ɕY_YDj9jUbXYgW\cc`" i]h[Y[UUb]bX]YbX]YVYnYɛ]b[jccfUZ[UUbXUUbXY 8Y\cYjYY`\Y]X`iW\hjYfjYfg]b[X]YbhhYkcfXYb VYdU`]b[jUbXYjYbh]`Uh]YWUdUW]hY]h]gUZ[Ygdfc_YbaYh VYdUU`XWcbZcfaXYVYdU`]b[Ybi]hXYbcfaB9B!9B VYhfc__YbdUfh]^YbYbZcfaYY`]gjUgh[Y`Y[XV]^j"]b\Yh źżƀƀƂ" gdYW]ɕY_YDj9jUbXYgW\cc`" CaUUbXY?`UggY6!Y]ghYjc`XcYb]gbcfaU`]hYfYYb 8Y\cYjYY`\Y]X`iW\hjYfjYfg]b[X]YbhhYkcfXYb jYbh]`Uh]YWUdUW]hY]hjYfY]ghjUba]b]aUU`Ɓ žXaɹ#g VYdUU`XWcbZcfaXYVYdU`]b[Ybi]hXYbcfaB9B!9B żŹ ſaɹ#iifdYfdYfgccb" źżƀƀƂ" CaUUbXY?`UggY7!Y]ghYjc`XcYb]gbcfaU`]hYfYYb jYbh]`Uh]YWUdUW]hY]hjYfY]ghjUba]b]aUU`ſXaɹ#g Żź ſ¹aɹ#iifdYfdYfgccb" 6]^XYY]gh"U"j"XY7Cʪ!WcbWYbhfUh]Y]gi]h[Y[UUbjUbYYb 7Cʪ!Vi]hYbWcbWYbhfUh]YjUbŽŹŹdda" 8YjYbh]`Uh]Y`iW\hkcfXh]bXYjYfV`]^Zgfi]ahYbnhcY[YjcYfXYbUZ[YjcYfX XUhYYb[cYXYXccfgdcY`]b[jUb XYfi]ahYac[Y`]^_]g\c[YjYbh]`Uh]Y!YɌYWh]j]hY]h" 8Yjccfn]Yb]b[YbjccfbUhiif`]^_Y`iW\ɛcYjcYfn]^b jccf]YXYfYfi]ahYUZncbXYf`]^_YbYYbjciX][XccfUUbkYn][Yjc`kUggYbYbhYVYX]YbYbcdWU"źaYhYf \cc[hY" Toelichting = b\YhfY[i`]YfYcbXYfk]^gX]Ybhi]h[Y[UUbhYkcfXYb jUba]b]aUU`żŹ`YYf`]b[YbYbźXcWYbhdYf[fcYdgfi]ahY"JUbYYbUZk]^_YbXYVYnYɛ]b[_UbkcfXYb i]h[Y[UUb]bX]YbX]YVYnYɛ]b[jccfUZ[UUbXUUbXY VYdU`]b[jUbXYjYbh]`Uh]YWUdUW]hY]h]gUZ[Ygdfc_YbaYh VYhfc__YbdUfh]^YbYbZcfaYY`]gjUgh[Y`Y[XV]^j"]b\Yh gdYW]ɕY_YDj9jUbXYgW\cc`" 8Y\cYjYY`\Y]X`iW\hjYfjYfg]b[X]YbhhYkcfXYb VYdUU`XWcbZcfaXYVYdU`]b[Ybi]hXYbcfaB9B!9B źżƀƀƂ" CaUUbXY?`UggY5!Y]ghYjc`XcYb]gbcfaU`]hYfYYb jYbh]`Uh]YWUdUW]hY]hjYfY]ghjUba]b]aUU`źŻXaɹ#g Žż Ż¹aɹ#iifdYfdYfgccb" ; fcYdgfi]ahYb\YVVYbhYba]bghYŽhYcdYbYbfUaYb aYhYYbhchUU`cddYfj`U_jUba]b]aUU`ſaɸ ncXUb][ XUhXYWUdUW]hY]hjUbXYgdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[Yb a]b]aUU`ƂXaɹ#gdYfaɸj`cYfcddYfj`U_]g" ; fcYdgfi]ahYb\YVVYbhYba]bghYŽhYcdYbYbfUaYb aYhYYbhchUU`cddYfj`U_jUba]b]aUU`Žaɸ ncXUb][ XUhXYWUdUW]hY]hjUbXYgdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[Yb a]b]aUU`ſXaɹ#gdYfaɸj`cYfcddYfj`U_]g" JUb\YhcddYfj`U_jUbXYhYcdYbYbXY`Yb]ga]b]aUU` żŹUUbkYn][VcjYb]b\YhfUUaj`U_2ź ƁaYb a]b]aUU`żŹcbXYf]b\YhfUUacddYfj`U_0ź Ɓa" Gdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[YbhYcdYbYbfUaYbn]^b `]W\hVYX]YbVUUfghUUbXjUbUZXYj`cYfYb\YVVYb aYYfXYfYɕlYYfghUbXYb]bW`"_]YfghUbXcZn]^bhfUd`ccg ]bghY`VUUf" 8Ygdi]jYbh]`Uh]Yjccfn]Yb]b[Ybn]^bhY[Y`]^_Yfh]^XaYh XYVi]hYbncbkYf]b[hY[YVfi]_Yb" Toelichting 8 Ygdi]jYbh]`Uh]YWUdUW]hY]hX]YbhhYkcfXYbVYdUU`X WcbZcfaXYVYdU`]b[Ybi]hB9BźŹƁƀ" Kwaliteit van de toevoerlucht 5UbkYn][YaYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbjc`XcYbUUb XY_`UggY7!Y]gYbi]hWU\]YfDź9]gYbjccf[YncbXYaYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbŻŹŹż GYf]YDfU_h]^_VcY_ ;YncbXY;YVcikYb=GGC#G6F"8]hVYhY_Ybhc"U". 8YXfiddY`jUb[YfYbɕ`hYfgYWh]Yn]^bncXUb][ [YaUhYf]U`]gYYfX [YdfcXiWYYfXYbUZ[YkYf_hXUh bU]b[YVfi]_bUaYXY`iW\h_kU`]hY]hb]YhbUXY`][_Ub kcfXYbVYbj`cYX"8]h[Y`Xhcc_jccfjccfn]Yb]b[Yb jccfbUhiif`]^_YjYbh]`Uh]Y" UbkYn][YaYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbjc`XcYbUUb 5 XY?`UggY6!Y]gYbi]hWU\]YfDź9]gYbjccf[YncbXY aYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbŻŹŹż GYf]YDfU_h]^_VcY_;YncbXY;YVcikYb=GGC#G6F"8]hVYhY_Ybhc"U". 5``YY`YaYbhYbX]Y]bUUbfU_]b[_caYbaYhXYhcY! [YjcYfXYjYbh]`Uh]Y`iW\hn]^bncXUb][[YaUhYf]U`]gYYfX [YdfcXiWYYfXYbUZ[YkYf_hXUhbU]b[YVfi]_bUaYXY `iW\h_kU`]hY]hb]YhbUXY`][_UbkcfXYbVYbj`cYX"8]h [Y`Xhcc_jccfjccfn]Yb]b[YbjccfbUhiif`]^_Y jYbh]`Uh]Y" Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan. UbkYn][YaYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbjc`XcYbUUb 5 XY?`UggY5!Y]gYbi]hWU\]YfDź9]gYbjccf[YncbXY aYW\Ub]gW\YjYbh]`Uh]YgmghYaYbŻŹŹż GYf]YDfU_h]^_VcY_;YncbXY;YVcikYb=GGC#G6F"8]hVYhY_Ybhc"U". 5``YY`YaYbhYbX]Y]bUUbfU_]b[_caYbaYhXYhcY! [YjcYfXYjYbh]`Uh]Y`iW\hn]^bncXUb][[YaUhYf]U`]gYYfX [YdfcXiWYYfXYbUZ[YkYf_hXUhbU]b[YVfi]_bUaYXY `iW\h_kU`]hY]hb]YhbUXY`][_UbkcfXYbVYbj`cYX"8]h [Y`Xhcc_jccfjccfn]Yb]b[YbjccfbUhiif`]^_Y jYbh]`Uh]Y" 9fkcfXh[YYb[YVfi]_[YaUU_hjUbfYW]fWi`Uh]Y" Thema Klasse C - ACCEPTABEL Klasse B - GOED extra t.o.v. klasse C Klasse A - ZEER GOED Extra t.o.v. klasse B 9 fkcfXh[YYb[YVfi]_[YaUU_hjUbfYW]fWi`Uh]Y VY\U`jY]bU``!U]fgmghYaYbcak]``YjUbUUbkUfa]b[ jUb\Yh[YVcikVi]hYb[YVfi]_gh]^X" :]`hYfgYWh]Ygn]^bjccfn]YbjUbYYbnU__Ybɕ`hYfjUb a]b]aUU`ɕ`hYf_`UggY:žcZYYbjYf[Y`]^_VUUfYɌYWh]YZ ɕ`hYfgmghYYa" CdXYVcikd`UUhgn]^bXYcdYb]b[YbjUbgh]^[gW\UW\hYb UZ[Yg`chYb"6YgW\YfaYbXYcbXYfXY`YbkcfXYbdUgj`U_ jccf]bghU``Uh]YjYfk]^XYfXcZXYgh]^[gW\UW\hYbkcfXYb bU]bghU``Uh]Yjccf]b[YVfi]_bUaY[cYX[YfY]b][X" 9 fkcfXh[YYb[YVfi]_[YaUU_hjUbfYW]fWi`Uh]Y VY\U`jY]bU``!U]fgmghYaYbcbk]``YjUbUUbkUfa]b[jUb \Yh[YVcikVi]hYb[YVfi]_gh]^X" :]`hYfgYWh]Ygn]^bjccfn]YbjUbYYbnU__Ybɕ`hYfjUb a]b]aUU`ɕ`hYf_`UggY:ſcZYYbjYf[Y`]^_VUUfYɌYWh]YZ ɕ`hYfgmghYYa" 8Y`iW\h_UbU`YbkcfXYbcdXYVcikd`UUhgjc`XcYbXY VYgW\YfaXhY[YbjYfcbhfY]b][]b["8YcdYb]b[YbjUbXY _UbU`YbkcfXYbUZ[Yg`chYb"6YgW\YfaYbXYcbXYfXY`Yb kcfXYbdUgj`U_jccf]bghU``Uh]YjYfk]^XYfXYbjccf ]b[YVfi]_bUaY[cYX[YfY]b][X" 6 ]^kUfahYhYfi[k]bb]b[kcfXh[YVfi]_[YaUU_hjUbYYb hmdYkUfahYhYfi[k]bgmghYYaXUhYYb\c[YaUhYjUb gW\Y]X]b[higgYbfYhcif`iW\hYbhcYjcYf`iW\h[UfUbXYYfh V]^j"YYb_fi]gk]ggY`UUf kUfahYk]Y`cZhk]bWc]`"6]^hcYdUgg]b[jUbYYbkUfahYk]Y`kcfXhXYfYhcifjYbh]`Uhcf ni][YbXcd[YghY`X" 8Y\ccZX_UbU`Ybn]^bcdghfUhY[]gW\Yd`UUhgYbjccfn]Yb jUb]bgdYWh]Y`i]_YjUbXigXUb][YUZaYh]b[YbXUhnY hYjYbg[YVfi]_h_ibbYbkcfXYbjccf\YhgW\ccbaU_Yb jUbXY_UbU`Yb" 8Y]b\Yh`iW\h_UbUU`]b[YVcikXYjYbh]`Uh]YWcadcbYbhYbn]^bncjYY`ac[Y`]^_hcY[Ub_Y`]^_YbXYacbhUVY`jccfgW\ccbaUU_ cbXYf\ciXYbjYfjUb[]b[" : ]`hYfgYWh]Ygn]^bjccfn]YbjUbYYbnU__Ybɕ`hYfjUb a]b]aUU`ɕ`hYf_`UggY:ƀcZYYbjYf[Y`]^_VUUfYɌYWh]YZ ɕ`hYfgmghYYa" 8Y`iW\h_UbU`YbkcfXYb]bXYZUVf]Y_[YfY]b][XYbh]^XYbgcdg`U[ jYfjcYfYbjYfV`]^ZcdXYVcikd`UUhgjc`XcYbXYVYgW\YfaXhY[YbjYfcbhfY]b][]b["8YcdYb]b[YbjUbXY_UbU`YbkcfXYbUZ[Yg`chYb"8Y_UbU`Yb kcfXYbdUgj`U_jccf]bghU``Uh]Yi]h[YdU_hYbjccf]b[YVfi]_bUaY[cYX[YfY]b][X" 6]^kUfahYhYfi[k]bb]b[kcfXh[YVfi]_[YaUU_hjUb YYbhmdYkUfahYhYfi[k]bgmghYYaXUhźŹŹgW\Y]X]b[ higgYbfYhcif`iW\hYbhcYjcYf`iW\h[UfUbXYYfhV]^j"YYb _fi]gk]ggY`UUfcZhk]bWc]`" 8Y\ccZX_UbU`Ybn]^bcdghfUhY[]gW\Yd`UUhgYbjccfn]Yb jUb]bgdYWh]Y`i]_YjUbXigXUb][YUZaYh]b[YbXUhnY hYjYbg[YVfi]_h_ibbYbkcfXYbjccf\YhgW\ccbaU_Yb jUbXY_UbU`Yb" 8Y]b\Yh`iW\h_UbUU`]b[YVcikXYjYbh]`Uh]YWcadcbYbhYbn]^bncjYY`ac[Y`]^_hcY[Ub_Y`]^_YbXYacbhUVY`jccfgW\ccbaUU_ cbXYf\ciXYbjYfjUb[]b[" = b[fcYdgfi]ahYb]gXYUZghUbXjUbj`cYfhchjYf`UU[X d`UZcbXa]b]aUU`ż Ża" = b[fcYdgfi]ahYb]gXYUZghUbXjUbj`cYfhchjYf`UU[X d`UZcbXa]b]aUU`ż ža" Toelichting A YhYYb[fchYfYjf]^Y\cc[hY_UbYYb[cYXY`iW\h_kU`]hY]h]bXY`YYZncbY`Ub[YfkcfXYb[Y[UfUbXYYfX"9lhfU fi]ahYjc`iaYZib[YYfhU`gViɌYf" Toelichting A YhYYb[fchYfYjf]^Y\cc[hY_UbYYb[cYXY`iW\h_kU`]hY]h]bXY`YYZncbY`Ub[YfkcfXYb[Y[UfUbXYYfX"9lhfU fi]ahYjc`iaYZib[YYfhU`gViɌYf" Individuele beïnvloeding 8 Yjccfn]Yb]b[YbjccfbUhiif`]^_Y`iW\ɛcYjcYfn]^b jccf]YXYfYfi]ahYUZncbXYf`]^_YbYYbjciX][XccfUUbkYn][Yjc`kUggYbYbhYVYX]YbYbcdWU"źaYhYf \cc[hY" Ruimtevolume = b[fcYdgfi]ahYb]gXYUZghUbXjUbj`cYfhchjYf`UU[X d`UZcbXa]b]aUU`Ż Ɓa" Emissies en stofverspreiding uit bouw- en interieurmaterialen 6 cik!Yb]bf]W\h]b[gaUhYf]U`YbVYjUɛYb[YYbgW\UXY`]^_YkYY_aU_Yfg#əU`UhYbncU`g89<D 86DYb66D" Toelichting 6 Y`Ub[f]^_YVfcbbYbjUbəU`UhYb_ibbYbn]^bDJ7! j`cYfVYXY__]b[Ybj]bm`VY\Ub[" 6 cik!Yb]bf]W\h]b[gaUhYf]U`Yb\YVVYbUUbhccbVUUf `U[YYa]gg]YgjUbZcfaU`XY\mXYYbj`iW\h][Ycf[Ub]gW\YghcɌYb"AUhYf]U`Yb]bj`cYfYbd`UZcbXjc`XcYb XYf\U`jYUUb\Yh:]bgYYa]gg]Y!W`Ugg]ɕWUh]YgmghYYaAź kkk"fhg"ɕ \Yh8i]hgYa]`]Yi_YifÃ8Yf6`UiY9b[Y`Ä kkk"V`UiYf!Yb[Y`"XYcZjYf[Y`]^_VUUf" Toelichting 6 Y`Ub[f]^_YVfcbbYbjUbZcfaU`XY\mXY_ibbYbn]^b d`UUhaUhYf]UU`c"U"gdUUbd`UUhYb]gc`Uh]YaUhYf]UU`" 6Y`Ub[f]^_YVfcbbYbjUbj`iW\h][Ycf[Ub]gW\YghcɌYb _ibbYbn]^bj`cYfVYXY__]b[ d`UUhaUhYf]UU`c"U"d`UZcbXd`UhYb jYfjYb `U__YbYb`]^aYb" Emissies van apparatuur J YfcbhfY]b][YbXYUddUfUhiifV]^j"df]bhYfg Wcd]Yfg ghUUh]bYYbUdUfhYfi]ahYX]YcdcbXYfXfi_ghUUhh"c"j" caf]b[YbXYfi]ahYb" 8Y`iW\hi]hfYdfcfi]ahYbkcfXhX]fYWhi]hXYnYfi]ahYb bUUfVi]hYbUZ[YjcYfXkUUfXccfc"U"[YifjYfgdfY]X]b[ ]b\Yh[YVcikkcfXhjccf_caYb" Schoonmaakbaarheid 8 YWcbghfiWh]YYbXYhU]``Yf]b[VYjcfXYfh[YYbUUb\YW\h]b[jUbghcZ ji]` jcW\hY"X" J`cYfVYXY__]b[]b[fcYdgfi]ahYb]gYYbjciX][ fY]b][VUUf" J YfcbhfY]b][YbXYUddUfUhiifV]^j"df]bhYfg Wcd]Yfg]g jccfn]YbjUbVfcbUZni][]b[" 8Y`iW\hi]hfYdfcfi]ahYbkcfXhX]fYWhi]hXYnYfi]ahYb bUUfVi]hYbUZ[YjcYfXkUUfXccfc"U"[YifjYfgdfY]X]b[ ]b\Yh[YVcikkcfXhjccf_caYb" Toelichting < Yh[YVcikYbn]^b]bhYf]Yifn]^bcjYfU`[cYXbUhfY]b][VUUf"8Yb_UUbbUhUZbYYaVUfYkUbXYb fcbXUɘcdYbXYd`]bhYb kY[[YkYf_h`Y]X]b[kYf_YbnkYjYbXY hc]`YhdcɛYb" Tabaksrook @ YYf`]b[YbYb`YYf_fUW\hYbkcfXYb]b\YhgW\cc`[YVcikb]YhV`cch[YghY`XUUbhUVU_gfcc_" = b\Yh[YVcikkcfXhb]Yh[Yfcc_h cc_b]Yh]bYYb fcc_fi]ahY" Toelichting A cW\haYbfc_YbV]bbYbXYgW\cc`hcYk]``YbghUUb XUbacYhkcfXYbjccfn]Yb]bYYbUZg`i]hVUfYfcc_fi]ahYaYhY][YbUZni][gmghYYakUUfXccfXYfi]ahYcd cbXYfXfi_ghUUhhYbcdn]W\hYjUbXYcaf]b[YbXY fi]ahYb" Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan. = b\Yh[YVcikYbcd\YhgW\cc`d`Y]bkcfXhb]Yh[Yfcc_h WcbZcfaXYWf]hYf]UjUb8YFcc_jf]^YGW\cc`jUb Gh]jcfc" Thema Klasse C - ACCEPTABEL Toiletten ; YifjYfgdfY]X]b[jUbi]hhc]`YɛYbbUUfY`XYfg]b\Yh [YVcikkcfXhjccf_caYb" 8Yhc]`Yhfi]ahYbkcfXYbcdcbXYfXfi_[Y\ciXYbh"c"j" XYca`][[YbXYfi]ahYb" 8YUZjcYfWUdUW]hY]hjUbXYhc]`YɛYbVYXfUU[ha]b]aUU` žŹaɹ#iifUZni][]b[dYfhc]`Yhdch#if]bc]f" J`cYfYbYbkUbXYbhcha]b"ƀŹWa\cc[hYn]^bnci]h[YjcYfXXUhif]bYb]Yh]b\YhaUhYf]UU`_UbhfY__Yb" 8Y`iW\hi]hhc]`YɛYbkcfXhVYgW\cikXU`gfYhcif`iW\h YbkcfXhX]fYWhi]hXYnYfi]ahYbbUUfVi]hYbUZ[YjcYfX" Legionella = bghU``Uh]YgjccfkUfaYb_ciXhUdkUhYfacYhYbkcfXYbi]h[YjcYfXWcbZcfaXYVYdU`]b[Yb]b=GGC!diV`]WUh]Yžž"ź@Y[]cbY``UVYghf]^X]b[" Asbest = b\YhgW\cc`[YVcik]g[YYbUgVYghUUbkYn][XUhYYb UWhiYY`f]g]Wccd`YjYfhYf]ggdfU_YjUbYYbf]g]WcU`g UgVYghb]YhcZbUikY`]^_gaYhYYbV]bXaUhYf]UU`]ghcY[YdUgh cZU`gUgVYgh\ciXYbXYaUhYf]UU`VYgW\UX][XcZ jYfkYYfX]g" KUbbYYfUgVYgh]b\Yh[YVcikUUbkYn][]gXUh[YYb UWhiYY`f]g]Wccd`YjYfh]g ]gVY_YbXkUUfX]hUUbkYn][]g YbkUhXYf]g]WcÄgn]^b"8]h]gjUgh[Y`Y[X]bYYb UgVYghVY\YYfgd`Ub" Klasse B - GOED extra t.o.v. klasse C Klasse A - ZEER GOED Extra t.o.v. klasse B = bhc]`Yhfi]ahYbjccfXY^cb[ghY_]bXYfYb]ggdi]jYbh]`Uh]Yac[Y`]^_ XccfhYcdYbYbfUaYb]bXY[YjY`" Toelichting C d\YhacaYbhXUh]bgW\c`YbkUUfjccfXYVcikjYf[ibb]b[jccfźƂƂŽ]gUUb[YjfUU[Xg`ccd!cZfYbcjUh]YkYf_nUUa\YXYbkcfXYbi]h[YjcYfX]gYYbUgVYgh]bjYbhUf]gUh]YUUbkYn]["8YUgVYgh]bjYbhUf]gUh]Y]gi]h[YjcYfX XccfYYb[YWYfh]ɕWYYfX]bjYbhUf]gUh]YVYXf]^ZGW!žŽŹcZ [Y`]^_kUUfX][jccfUZ[UUbXUUbXYg`ccd!cZfYbcjUh]YkYf_nUUa\YXYb"6]^X]fYWhf]g]WckcfXh\YhUgVYghXccf YYb[YWYfh]ɕWYYfXUgVYghjYfk]^XYf]b[gVYXf]^ZjYfk]^XYfX"=g[YYbgdfU_YjUbX]fYWhf]gWcXUb]gYYbUgVYghVY\YYfgd`Ubcd[YghY`X" Thermisch comfort Operatieve temperatuur winter 8 YcdYfUh]YjYhYadYfUhiifWcaV]bUh]YjUbXY`iW\hhYadYfUhiifYbghfU`]b[ghYadYfUhiif`][h]b\Yhghcc_gY]ncYbVYbYXYbYYb[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiif jUbźŹ7higgYbźƂYbŻž7" 8 YcdYfUh]YjYhYadYfUhiif`][h]b\Yhghcc_gY]ncYbhiggYbŻŹYbŻŽ7" 8 YcdYfUh]YjYhYadYfUhiif`][h]b\Yhghcc_gY]ncYbhiggYbŻźYbŻż7" Operatieve temperatuur zomer 8 YY]gYbh"U"j"XYcdYfUh]YjYhYadYfUhiif]bXYncaYf VcjYbYYb[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiifjUbźŹ7 n]^bUɔUb_Y`]^_jUbXYUUbkYn][\Y]XjUbUWh]YjY_cY`]b[ ]b\Yh[YVcik" 6]^dUgg]YjY_cY`]b[[Y`XhYYb[`]^XYbXYhYadYfUhiifgW\UU` kUUfV]^XY[fYbgkUUfXYbjUbXYhYadYfUhiif V]bbYbYb][gn]bgcd`cdYbaYhXYVi]hYbhYadYfUhiif jc`[YbgXYjc`[YbXYZcfai`Y. cdYfUh]YjYhYadYfUhiifV]bbYb1Ź żż`cdYbXY[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiifźƁ Ɓ¤Ž7B9B!9BźžŻžź UbbYl5Ż 7Uh===" 6]^n]W\hVUfYUWh]YjY_cY`]b[`][hXYcdYfUh]YjYhYadYfUhiifhiggYbŻŻYbŻƀ7" 8 YY]gYbh"U"j"XYcdYfUh]YjYhYadYfUhiif]bXYncaYf n]^bUɔUb_Y`]^_jUbXYUUbkYn][\Y]XjUbUWh]YjY_cY`]b[]b\Yh[YVcik" 6]^dUgg]YjY_cY`]b[[Y`XhYYb[`]^XYbXYhYadYfUhiifgW\UU` kUUfV]^XY[fYbgkUUfXYbjUbXYhYadYfUhiif V]bbYbYb][gn]bgcd`cdYbaYhXYVi]hYbhYadYfUhiif jc`[YbgXYjc`[YbXYZcfai`Y. cdYfUh]YjYhYadYfUhiifV]bbYb1Ź żż`cdYbXY[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiifźƁ Ɓ¤ż7B9B!9BźžŻžź UbbYl5Ż 7Uh==" 6]^n]W\hVUfYUWh]YjY_cY`]b[`][hXYcdYfUh]YjYhYadYfUhiifhiggYbŻżYbŻſ7" 8 YcdYfUh]YjYhYadYfUhiif`][h]b\Yhghcc_gY]ncYb higgYbŻźYbŻż7" 8YY]gYbh"U"j"XYcdYfUh]YjYhYadYfUhiif]bXYncaYf n]^bUɔUb_Y`]^_jUbXYUUbkYn][\Y]XjUbUWh]YjY_cY`]b[]b\Yh[YVcik" 6]^dUgg]YjY_cY`]b[[Y`XhYYb[`]^XYbXYhYadYfUhiifgW\UU` kUUfV]^XY[fYbgkUUfXYbjUbXYhYadYfUhiif V]bbYbYb][gn]bgcd`cdYbaYhXYVi]hYbhYadYfUhiif jc`[YbgXYjc`[YbXYZcfai`Y. cdYfUh]YjYhYadYfUhiifV]bbYb1Ź żż`cdYbXY[Ya]XXY`XYVi]hYbhYadYfUhiifźƁ Ɓ¤Ż7B9B!9BźžŻžź UbbYl5Ż 7Uh=" 6]^n]W\hVUfYUWh]YjY_cY`]b[`][hXYcdYfUh]YjYhYadYfUhiifhiggYbŻż žYbŻž ž7" Toelichting 9 ]gYbjccf[YVcikYbaYhdUgg]YjY_cY`]b[V]^j"hYcdYbYbfUaYb j`cYf_cY`]b[_caYbcjYfYYbaYhB9B!9B źžŻžź 5bbYl5Ż" JccfkUUfXYbjccfhcYdUgg]b[jUbXYnYY]gn]^bXYUUbkYn][\Y]XjUbaU__Y`]^_Vfi]_VUfYhYcdYbYbfUaYb YbYYbjf]^Y_`YX]b[_YinY" 9]gYbjccf[YVcikYbaYhn]W\hVUfYUWh]YjY_cY`]b[ _caYbcjYfYYbaYhB9B!9B!=GCƀƀżŹ" 6]^hYadYfUhiifcjYfgW\f]^X]b[gVYfY_Yb]b[YbkcfXh\Yh fYZYfYbh]Y^UUfF5ŻŹŹƁHźjc`[YbgB9BžŹſŹ UUb[Y\ciXYb" 8Y\cYjYY`\Y]XncbhcYhfYX]b[]bfi]ahYbkcfXhncjYY` ac[Y`]^_VYdYf_hXccfcdncbVY`UghY[YjY`gni]X ccgh YbkYghVi]hYbncbkYf]b[cZncbkYfYbXYVY[`Un]b[aYh YYbncbhcYhfYX]b[gZUWhcfNH5¥Ź ŽYbYYb`]W\ɛcYhfYX]b[gZUWhcf@H5¦Ź ſhcYhYdUggYb" KUUfac[Y`]^_kcfXh[YVfi]_[YaUU_hjUbXYUWh]YjY h\Yfa]gW\YaUggUjUb\Yh[YVcikncaYfbUW\hjYbh]`Uh]Y ghYYbUW\h][YV]bbYbkUbXYbcZh\Yfa]gW\cdYb d`UZcbXg" Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan. Thema Klasse C - ACCEPTABEL Klasse B - GOED extra t.o.v. klasse C Klasse A - ZEER GOED Extra t.o.v. klasse B Individuele beïnvloeding 5 Wh]YjYWcadcbYbhYbjccfjYfkUfa]b[n]^b]b\Yh ghcc_gY]ncYbdYfjYfV`]^Zgfi]ahY\UbXaUh][fY[Y`VUUf aYhYYbVUbXVfYYXhYjUba]b]aUU`ż7V]bbYbXY [Y_cnYb[fYbgkUUfXYbjccfXYcdYfUh]YjY hYadYfUhiif" 8YgbY`\Y]XjUbXYhYadYfUhiiffY[Y`]b[]gaUl]aUU`ź [fUUXdYf\U`Ziif" 8YVYX]Yb]b[g_bcdjccfXYhYadYfUhiiffY[Y`]b[acYh ncbXYf]bghfiWh]YhYVY[f]^dYbn]^b" =bX]YbVi]hYbncbkYf]b[UUbkYn][]gX]YbhXYnYjUbi]h XY[fcYdgfi]ahYbVYX]YbVUUfcZhYcjYffi`YbhYn]^b" 5 Wh]YjYWcadcbYbhYbjccfjYfkUfa]b[n]^b]b\Yh ghcc_gY]ncYbdYfjYfV`]^Zgfi]ahY\UbXaUh][fY[Y`VUUf aYhYYbVUbXVfYYXhYjUba]b]aUU`Ž7V]bbYbXY [Y_cnYb[fYbgkUUfXYbjccfXYcdYfUh]YjY hYadYfUhiif" 8YhYadYfUhiif_UbXccfXYXcWYbhkcfXYbVYbj`cYX aYhbVYX]Yb]b[g_bcd"8YnY_bcd]gVi]hYbVYfY]_ jUbXY`YYf`]b[YbUUb[YVfUW\hV]^j"cdkUbXbUUgh\Yh gW\cc`VcfX" 5 Wh]YjYWcadcbYbhYbjccfjYfkUfa]b[Yb_cY`]b[n]^b \Yh\Y`Y^UUfÄgk]bhYfgYbÄgncaYfgdYfjYfV`]^Zgfi]ahY \UbXaUh][fY[Y`VUUfaYhYYbVUbXVfYYXhYjUba]b]aUU`Ž7V]bbYbXY[Y_cnYb[fYbgkUUfXYbjccfXY cdYfUh]YjYhYadYfUhiif" Lokaal thermisch discomfort 8 Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbY\YhXYY`jUbXY [fcYdgfi]ahYkUUf`YYf`]b[YbYbXcWYbhYbjYfV`]^jYb n]^bÃgncaYfgb]Yh\c[YfXUbŹ Żża#g" 8Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÃgk]bhYfgb]Yh \c[YfXUbŹ źƂa#g" 8Yj`cYfhYadYfUhiif`][hhiggYbźƀYbŻƂ7" 8YjYfh]WU`YhYadYfUhiif[fUX]bhjYfgW\]`higgYbXY `iW\ɛYadYfUhiifcdYb_Y`!Yb\ccZX\cc[hY]g0Ž?#a" 8YghfU`]b[ghYadYfUhiifUgmaaYhf]YjYfgW\]`]bhYadYfUhiifjUbhY[YbcjYf`][[YbXYj`U__Yb]g. !V]^YYbkUfad`UZcbX 0ƀ7/ !V]^YYb_ciXYkUbX 0źż7/ !V]^YYb_ciXd`UZcbX 0źƁ7/ !V]^YYbkUfaYkUbX 0żž7" 8Y[Ya]XXY`XYghfU`]b[ghYadYfUhiifXY[Ya]XXY`XY cddYfj`U_hYhYadYfUhiifjUbd`UZcbX j`cYf kUbXYb fUaYb jYfkUfa]b[gdUbY`YbYb]bf]W\h]b[]b[fcYdgfi]ahYb]gÃgk]bhYfg\c[YfXUbXY`iW\ɛYadYfUhiif" 8 Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÃgncaYfgb]Yh \c[YfXUbŹ ŻŹa#g" 8Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÃgk]bhYfgb]Yh \c[YfXUbŹ źſa#g" 8Yj`cYfhYadYfUhiif`][hhiggYbźƂYbŻſ7" 8UUfkUUf_]bXYfYbcdXYj`cYfn]ɛYb]gXYj`cYfhYadYfUhiifa]b]aUU`ŻŻ7" 8YjYfh]WU`YhYadYfUhiif[fUX]bh]g0ż?#a" 8YghfU`]b[ghYadYfUhiifUgmaaYhf]Y]g. !V]^YYbkUfad`UZcbX 0ž7/ !V]^YYb_ciXYkUbX 0źŹ7/ !V]^YYb_ciXd`UZcbX 0źŽ7/ !V]^YYbkUfaYkUbX 0Żż7" Toelichting =bd`UUhgjUbXYUUb[Y[YjYb`iW\hgbY`\YXYb_Ubcc_ kcfXYbi]h[Y[UUbjUbXY8fUi[\hFUhY8FcZkY`\Yh jYfkUW\hYdYfWYbhU[YcbhYjfYXYbYbU`g[Yjc`[jUb hcW\h"Jccf?`UggY6[Y`XhYYb8F0ŻŹ" 8 Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÄgncaYfgb]Yh \c[YfXUbŹ źſa#g" 8Y`iW\hgbY`\YXYb]bXY`YYZncbYn]^bÄgk]bhYfgb]Yh \c[YfXUbŹ źża#g" 8YjYfh]WU`YhYadYfUhiif[fUX]bh]g0Ż?#a" Toelichting =bd`UUhgjUbXYUUb[Y[YjYb`iW\hgbY`\YXYb_Ubcc_ kcfXYbi]h[Y[UUbjUbXY8fUi[\hFUhY8FcZkY`\Yh jYfkUW\hYdYfWYbhU[YcbhYjfYXYbYbU`g[Yjc`[jUb hcW\h"Jccf?`UggY5[Y`XhYYb8F0źŹ" Toelichting 9]gYbjccf`c_UU`h\Yfa]gW\X]gWcaZcfhn]^b]bcjYfYYbghYaa]b[aYhB9B!9B!=GCƀƀżŹ" =bd`UUhgjUbXYUUb[Y[YjYb`iW\hgbY`\YXYb_Ubcc_ kcfXYbi]h[Y[UUbjUbXY8fUi[\hFUhY8FcZkY`\Yh jYfkUW\hYdYfWYbhU[YcbhYjfYXYbYbU`g[Yjc`[jUb hcW\h"Jccf?`UggY7[Y`XhYYb8F0żŹ" <YhhcW\hf]g]WckcfXhVYdUU`XcdbY_!ź źaYbYb_Y`b]jYUiŹ źaaYh[Yg`chYbfUaYbYbXYifYb" <Yhf]g]WccdhcW\h]g[fcchV]^[`Ugj`U__YbaYhYYb \cc[hYjUb2ź ž{Żai]h[UUbXYjUb<F![`UgaYhI 0ź ŻK#aɸ?hYb[Yjc`[YjUb_ciXYjU`]bXYk]bhYf" ?ciXYjU`_UbkcfXYbVYdYf_hXccfV]^j"jYfkUfa]b[g`]W\UaYbUUbhYVfYb[YbcbXYf\Yh[`UgcZXccfhcYdUgg]b[jUbXf]YXiVVY`[`Ug" Visueel comfort Kunstlicht ? ibghjYf`]W\h]b[]bXY[fcYdgfi]ahYbjc`XcYhUUbXY Y]gYbi]hB9B!9BźŻŽſŽ!ź. <YhjYf`]W\h]b[gghYf_hYXccf_ibgh`]W\h]gcdkYf_j`U_b]jYUia]b]aUU`żŹŹ`ilaYhYYb[Y`]^_aUh][\Y]Xg! ]bXYljUba]b]aUU`Ź ƀ" 8YI;FLkUUfXYjccfXYVYdYf_]b[jUbXYÃjYfV`]bX]b[g\]bXYfÄjUbXY]bXY[fcYdgfi]ahYbhcY[YdUghY UfaUhifYb]g0źƂ" 8Y_`YifkYYf[UjY]bXYlFajUbXYjYf`]W\h]b[]ga]b]aUU`ƁŹcZjYf[Y`]^_VUUf" < YhjYf`]W\h]b[gghYf_hYXccf_ibgh`]W\h]gcdkYf_j`U_b]jYUia]b]aUU`žŹŹ`ilaYhYYb[Y`]^_aUh][\Y]Xg]bXYljUba]b]aUU`Ź ƀ" =bX]Yb[YYbX][]hU`YgW\cc`VcfXYbkcfXYbhcY[YdUgh n]^bYfgdYW]U`YUdUfhgW\U_Y`VUfYUfaUhifYbkUUfaYY YYbjYf`]W\h]b[gghYf_hYjUbžŹŹ`iljYfh]WUU`cd\Yh gW\cc`VcfXkcfXhVY\UU`X" 8 YjYf`]W\h]b[gghYf_hYXccf_ibgh`]W\hcd\YhkYf_V`UX jUb`YYf`]b[Yb]ga]b]aUU`žŹŹ`ilaYhYYb[Y`]^_aUh][\Y]Xg]bXYljUba]b]aUU`Ź ƀ" KYf_d`Y__YbjccfXcWYbhYb\YVVYbdYfgccb`]^_Yjccfn]Yb]b[YbjccfhUU_jYf`]W\h]b[ aYhYYbjYf`]W\h]b[gghYf_hYjUba]b]aUU`ƀžŹ`ilcd\YhkYf_V`UX" 8YI;FLkUUfXYjccfXYVYdYf_]b[jUbXYÃjYfV`]bX]b[g\]bXYfÄjUbXY]bXY`c_U`YbhcY[YdUghYUfaUhifYb]g0źſ" Daglicht 8 YXU[`]W\hZUWhcfcd\YhkYf_j`U_]bXY[fcYdgfi]ahYg ]g[Ya]XXY`XcjYfXYfi]ahYa]b]aUU`ż" ;`Ug]gV`Ub_cZ[f]^g[Yh]bh"8Y`]W\ɛcYhfYX]b[gZUWhcf @H5!kUUfXYjUb\Yh[`Ug]ga]b]aUU`Ź ſŹ" 8 YXU[`]W\hZUWhcfcd\YhkYf_j`U_]bXY[fcYdgfi]ahYg ]g[Ya]XXY`XcjYfXYfi]ahYa]b]aUU`ž" ;`Ug]gV`Ub_cZ[f]^g[Yh]bh"8Y`]W\ɛcYhfYX]b[gZUWhcf @H5!kUUfXYjUb\Yh[`Ug]ga]b]aUU`Ź ƀž" 8 YXU[`]W\hZUWhcfcd\YhkYf_j`U_]bXY[fcYdgfi]ahYg ]g[Ya]XXY`XcjYfXYfi]ahYa]b]aUU`ƀ" Helderheidswering 6 ]^UUbkYn][\Y]XjUbX][]hU`YgW\cc`VcfXYb]g]bXY [fcYdgfi]ahYbcc_UUbXYbccfXn]^XY\Y`XYf\Y]XkYf]b[UUbkYn][ kUUfaYY\]bXYf`]^_hY[Yb`]W\hYb\]bXYf`]^_YfYɘYWh]YgkcfXYbjccf_caYb"6]^\Yh[YVfi]_jUb XY\Y`XYf\Y]XgkYf]b[V`]^əYb][i]hn]W\hbUUfVi]hYb ac[Y`]^_" 8Y\Y`XYf\Y]XgkYf]b[kcfXhncXUb][[YgY`YWhYYfXXUh `ia]bUbh]YjYf\ciX]b[YbÃWcbhfUghYbÄ]b\Yh[Yn]W\hgjY`XhiggYbhUU_V]^j"gW\f]ə X]fYWhYca[Yj]b[V]^j" hUZY`V`UXYbdYf]ɕf]YV]^j"fUUaaUl]aUU`ź.źŹ.żŹ hUU_.X]fYWhYca[Yj]b[.dYf]ZYf]YVYXfU[Yb" 6]^\Yh[YVfi]_jUbXY\Y`XYf\Y]XgkYf]b[V`]^əYb][i]hn]W\hbUUfVi]hYbac[Y`]^_" = bXY[fcYdgfi]ahYbcc_UUbXYbccfXn]^XY]g\Y`XYf\Y]XkYf]b[UUbkYn][ kUUfaYY\]bXYf`]^_hY[Yb`]W\hYb \]bXYf`]^_YfYɘYWh]YgkcfXYbjccf_caYb"6]^\Yh [YVfi]_jUbXY\Y`XYf\Y]XgkYf]b[V`]^əYb][i]hn]W\h bUUfVi]hYbac[Y`]^_" 8Y\Y`XYf\Y]XgkYf]b[kcfXhncXUb][[YgY`YWhYYfXXUh `ia]bUbh]YjYf\ciX]b[YbÃWcbhfUghYbÄ]b\Yh[Yn]W\hgjY`XhiggYbhUU_V]^j"gW\f]ə X]fYWhYca[Yj]b[V]^j" hUZY`V`UXYbdYf]ɕf]YV]^j"fUUaaUl]aUU`ź.ż.źŹ hUU_.X]fYWhYca[Yj]b[.dYf]ZYf]YVYXfU[Yb" Individuele beïnvloeding < Yh`]W\h_Ub]bY`_Yfi]ahYUZncbXYf`]^_UUb!cZi]h[YgW\U_Y`XkcfXYb" 8Y\Y`XYf\Y]XkYf]b[_UbdYf[fcYdgfi]ahYkcfXYb VYX]YbX" ? ibghjYf`]W\h]b[]b[fcYdgfi]ahYb]gVYdYf_hfY[Y`VUUf. XYjYf`]W\h]b[]gV]^jccfVYY`X]bXY`YbUUb!cZi]hhY gW\U_Y`YbXYncbYV]^\YhVcfXUdUfhcZX]aVUUf" Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan. ? ibghjYf`]W\h]b[]b[fcYdgfi]ahYb]gX]aVUUfb]b XY`YbUUbYbi]hhYgW\U_Y`YbXYncbYV]^\YhVcfX UdUfh" Thema Klasse C - ACCEPTABEL Klasse B - GOED extra t.o.v. klasse C Klasse A - ZEER GOED Extra t.o.v. klasse B Akoestisch comfort Geluidwering van de gevel Installatiegeluid 8 Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`;A]g[Y`]^_UUb\Yh j YfgW\]`higgYbXY[Y`i]XVY`Ugh]b[cdXY[YjY`YbżżX6" 8Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`X]Ybha]b]aUU`ŻŹX6hY VYXfU[Yb" 8 Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`]g[Y`]^_UUb\YhjYfgW\]` higgYbXY[Y`i]XVY`Ugh]b[cdXY[YjY`YbŻƁX6" 8Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`X]Ybha]b]aUU`ŻžX6hY VYXfU[Yb" Toelichting 8 Y[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`;AX]YbhhYkcfXYb VYdUU`XWcbZcfaB9BžŹƀƀ"8Y[Y`i]XkYf]b[X]YbhhY kcfXYbVYdUU`XV]^[Yg`chYbfUaYb aUUfaYhXY VYcc[XY\cYjYY`\Y]X`iW\hjYfjYfg]b[" JccfXY[Y`i]XVY`Ugh]b[kcfXhi]h[Y[UUbjUbXYkYf_Y`]^_Y[YWiai`YYfXY[Y`i]XVY`Ugh]b[jUbU``YUUbkYn][Y [Y`i]XVfcbbYbkY[YbY"X"" Toelichting 5 UbVYjc`YbkcfXhcai]hhY[UUbjUbXY?`UggY5!Y]g kUbbYYf\Yh`c_UU`[fYbghUUbYYbgdYY`d`UUhgX]Yh]^XYbg`Ygh]^XkcfXh[YVfi]_hkUbbYYfb]YhU``Y`YYf`]b[Yb hY[Y`]^_dUinYfYb"9jYbhiY`Y\]bXYfhYb[Yjc`[YjUb dfUhYbXYYbgdY`YbXY_]bXYfYb_UbXccfXYVYhYfY [Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`kcfXYbVYdYf_h" < Yh[Y`i]Xb]jYUi]bXY[fcYdgfi]ahYbh"["j"]bghU``Uh]Yg @I;A]gaUl]aUU`żžX6" < Yh[Y`i]Xb]jYUi]bXY[fcYdgfi]ahYbh"["j"]bghU``Uh]Yg ]gaUl]aUU`żżX6" < Yh[Y`i]Xb]jYUi]bXY[fcYdgfi]ahYbh"["j"]bghU``Uh]Yg ]gaUl]aUU`żŹX6" 8 Y[Ya]XXY`XYbU[U`ah]^X]bXY]b[Yf]W\hY[fcYdgfi]ahYVYXfUU[hhiggYbŹ ſYbŹ Ɓg" 8 Y[Ya]XXY`XYbU[U`ah]^X]bXY]b[Yf]W\hY[fcYdgfi]ahYVYXfUU[hhiggYbŹ ŽYbŹ ſg" Toelichting < Yh_UfU_hYf]gh]Y_]bghU``Uh]Y[Y`i]Xb]jYUi@I;AX]YbhhY kcfXYbVYdUU`XWcbZcfaB9BžŹƀƀ" CbXYf]bghU``Uh]YgkcfXYbaYW\Ub]gW\Yjccfn]Yb]b[Yb jccf`iW\hjYfjYfg]b[ kUfahYcdkY__]b[cZkUfahY! hYfi[k]bb]b[jYfghUUb" Ruimteakoestiek 8 Y[Ya]XXY`XYbU[U`ah]^X]bXY]b[Yf]W\hY[fcYdgfi]ahY]gaUl]aUU`Ź Ɓg" Toelichting 8 Y[Ya]XXY`XYbU[U`ah]^XVYhfYəXY[Ya]XXY`XY kUUfXYjUbXYbU[U`ah]^X]bXYcWhUUɋUbXYbŻžŹh#a ŻŹŹŹ<n" HcYdUgg]b[jUbYYb[Y`i]XUVgcfVYfYbXd`UZcbXYb#cZ [Y`i]XUVgcfVYfYbXYkUbXUZkYf_]b[]gbccXnU_Y`]^_" 8Y\cYjYY`\Y]XjUbX]haUhYf]UU`YbXY[Y`i]X! UVgcfVYfYbXY_kU`]hY]h]gUɔUb_Y`]^_jUb\Yh[YkYbghY UaV]h]Yb]jYUi" CaYYb[cYXYV]^?`UggY5.i]hghY_YbXYgdfUU_jYfghUUbVUUf\Y]XhYfYU`]gYfYb]g\YhYYbjccfkUUfXYXUh XYUW\hYf[fcbX[Y`i]Xb]jYUighYb[Yjc`[YjUbVi]hYb[Y`i]XYb]bghU``Uh]YgVYdYf_hV`]^jYbhchXYV]^XY cbXYfXY`YbÃ[Y`i]XkYf]b[jUbXY[YjY`ÄYbÃ]bghU``Uh]Y[Y`i]XÄ[YbcYaXYkUUfXYb" Luchtgeluidisolatie 8 Y`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]Y8bH/5higgYb[fcYdgfi]ahYb# `Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYfV`]^Zgfi]ahYb ]ghYba]bghYżƂX6" 8Y`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhiggYb[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYf_YYfgfi]ahYb]ghYb a]bghYŻžX6" 6]^YYbhiggYbXYif]bXYgW\Y]X]b[gkUbXhiggYbhkYY [fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb]gXY`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhYb a]bghYżŽX6" Toelichting < Yh[Ykc[Yb`iW\h[Y`i]Xb]jYUijYfgW\]`8bH/5 X]YbhhY kcfXYbVYdUU`XWcbZcfaB9BžŹƀƀ" Contactgeluidisolatie 8 YWcbhUWh[Y`i]X]gc`Uh]Y@bH/5higgYb[fcYdgfi]ahYb# `Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYfV`]^Zgfi]ahYb ]ghYb\cc[ghYžƂX6" 8YWcbhUWh[Y`i]X]gc`Uh]YhiggYb[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYf_YYfgfi]ahYb]ghYb \cc[ghYſƂX6" <]bXYf`]^_Yhf]``]b[YbjUbXYj`cYfcZhfUddYbXccf `cdYb#VYkY[YbcZain]Y_kcfXYbjccf_caYb" Toelichting < Yh[Ykc[YbWcbhUWh[Y`i]XXfi_b]jYUi@bH/5X]YbhhY kcfXYbVYdUU`XWcbZcfaB9BžŹƀƀ" Voor alle eisen geldt dat hieraan in minimaal 95% van de gebruikstijd dient te worden voldaan. 8 Y`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhiggYb[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYfV`]^Zgfi]ahYb]ghYb a]bghYŽżX6" 8Y`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhiggYb[fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb _UbhcfYbYbUUb[fYbnYbXYjYf_YYfgfi]ahYb]ghYb a]bghYżźX6" 6]^YYbhiggYbXYif]bXYgW\Y]X]b[gkUbXhiggYbhkYY [fcYdgfi]ahYb#`Yg`c_U`Yb]gXY`iW\h[Y`i]X]gc`Uh]YhYb a]bghYżƁX6" Dit is een uitgave van: Agentschap NL Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht T +31 (0) 88 602 92 00 E [email protected] www.frissescholen.nl © Agentschap NL | april 2012 Publicatienummer: 2EGOU1203 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is het aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst. Divisie NL Energie en Klimaat voert in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het programma ‘Energie & Gebouwde Omgeving’ uit. Wij bieden professionele marktpartijen en overheden ondersteuning bij energiebesparing, duurzame energie en CO₂-reductie van de gebouwde omgeving. HaskoningDHV Nederland B.V. BIJLAGE 3 bijlage 3 Klant vertrouwelijk Financiële analyse bijlage 3 -1- 1 FINANCIËLE ANALYSE In de projectgroep is op basis van de eerste analyse van de scenario’s op hoofdlijnen besloten om een tweetal scenario’s niet verder mee te nemen in de financiële analyse. Het betreft scenario 3 en 5 waarbij het IKC op de locatie in Obbicht wordt gerealiseerd door hergebruik/uitbreiding van het bestaande schoolgebouw of in de vorm van sloop en nieuwbouw. Gebleken is dat zowel het gebouw als de locatie te klein zijn om het IKC te realiseren. De overige scenario’s zijn dus meegenomen in de financiële analyse. Hiertoe hebben wij drie ramingen opgesteld waarmee wij deze scenario’s financieel kunnen beoordelen. Het komt er op neer dat wij het volgende hebben doorgerekend: Renovatie: van de schoolgebouwen in Grevenbicht (scenario 1) Transformatie: van de schoolgebouwen in Grevenbicht (scenario 2) Nieuwbouw: op de schoollocatie in Grevenbicht (scenario 4) en in het tussengebied Obbicht-Grevenbicht (scenario 6, 7, 8) Met deze drie ramingen kunnen wij voldoende inzicht verschaffen in de genoemde scenario’s. 1.1 Uitgangspunten financiële analyse Royal HaskoningDHV heeft in de afgelopen jaren meerdere schoolgebouwen doorgerekend. De investerings- en exploitatiekostenramingen zijn opgesteld op basis van de ervaringscijfers van Royal HaskoningDHV. Hieronder zijn de gehanteerde uitgangspunten omschreven. Investeringskosten De investeringsramingen zijn opgebouwd conform de NEN 2631 Investeringskosten van gebouwen, bestaande uit: Grondkosten (bouw- en woonrijp maken). Bouwkosten (bouwkundige en installatietechnische kosten). Inrichtingskosten (vaste inrichting / inbouwpakket). Bijkomende kosten (inclusief projectbegeleidings- en advieskosten). Frisse Scholen Klasse B AgentschapNL onderscheidt in het “Programma van Eisen – Frisse Scholen” drie klassen in het Frisse Scholen concept, te weten Klasse A: zeer goed Klasse B: goed Klasse C: acceptabel Hiermee wordt een classificatie gegeven waarmee het AgentschapNL schoolbesturen stimuleert om minder energie te verbruiken en het binnenmilieu te verbeteren. Het doel is om het leren optimaal te faciliteren. Het programma van eisen behandelt vijf thema’s om dit doel te bereiken: energiezuinigheid, luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort. Klasse C is gebaseerd op geldende wet- en regelgeving zoals het bouwbesluit. Sloopkosten Tevens zijn sloopkosten opgenomen in de investeringsramingen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de sloopkosten uitsluitend ten laste van de investering in het IKC komt indien het IKC wordt gevestigd op de locatie waar gebouwen worden gesloopt. In dat geval is sloop noodzakelijk om het IKC te kunnen realiseren. Bij nieuwbouw op een andere locatie worden de sloopkosten opgenomen bij de opbrengstraming van de locatie waarop gebouwen gesloopt moeten worden. Bij herbestemming van een bestaand schoolgebouw is echter geen sprake van sloopkosten. Naast de investeringskosten in de nieuwbouw is het in sommige scenario’s denkbaar dat er aanvullende infrastructurele maatregelen nodig zijn om de verkeersveiligheid voor langzaam verkeer te vergroten. Te denken valt een rotonde in de Kempenweg ter ontsluiting van een locatie in het tussengebied. Ook het realiseren van een vrij liggend fietspad tussen Obbicht en Grevenbicht kan de veiligheid van fietsers vergroten. Een rotonde ramen wij op circa € 300.000 inclusief btw en een vrij liggend fietspad (350 strekkende meter) op circa € 100.000 inclusief btw. Per scenario geven wij aan in hoeverre deze kosten worden meegenomen in de financiële analyse. Kosten tijdelijke huisvesting Op basis van prijsgegevens van leveranciers (internetonderzoek) hebben wij de kosten van tijdelijke huisvesting bepaald. Hierbij zijn wij ervan uitgegaan dat de tijdelijke huisvesting in de vorm van noodlokalen geschiedt. Bij renovatie is circa 3 maanden behoefte aan tijdelijke huisvesting en bij nieuwbouw op de huidige schoollocatie in Grevenbicht circa 12 maanden. De kosten voor tijdelijke huisvesting voor 3 maanden bedraagt circa € 50.000, voor 12 maanden circa € 175.000. De kosten bestaan uit huur en eenmalige plaatsings- en verwijderingskosten. Daarnaast moet nog rekening gehouden worden met aansluitingskosten (o.a. water, riolering, energie). Deze kosten zijn afhankelijk van de locatie van de te plaatsen noodlokalen en zijn daarom nog niet meegenomen. Alle weergegeven investeringen hebben prijspeil januari 2014. Niet opgenomen investeringskosten: Verhuiskosten: blijven buiten beschouwing. Exploitatiekosten Bij het bepalen van de exploitatiekosten is aangesloten bij de opbouw zoals opgenomen in de door het Ministerie van OCW opgestelde richtlijn, geheten de Staat van Baten en Lasten (SvBL). De volgende aan huisvesting gerelateerde exploitatiekosten zijn in dit onderzoek meegenomen: Afschrijvingen en rente Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten In de wetgeving rond onderwijshuisvesting is bepaald dat gemeenten financieel verantwoordelijk zijn voor de grootschalige renovatie, uitbreiding en nieuwbouw van onderwijshuisvesting. Daarom komen de kapitaalslasten die hieruit voortvloeien terecht bij de gemeente. De overige exploitatiekosten zijn voor rekening van het schoolbestuur, stichting Kindante. Ten behoeve van de kapitaalslasten (afschrijving en rente) is aangesloten bij het gemeentelijk afschrijvingsbeleid: Afschrijvingstermijn voor renovatie: 20 jaar. Afschrijvingstermijn voor nieuwbouw en uitbreiding: 40 jaar. Rente gemeente: 3,9% (tevens disconteringsvoet), Rente Stichting Kindante: 2,5% (tevens disconteringsvoet). Van de kapitaalslasten en de exploitatielasten zijn de eerstejaarslasten weergegeven. Omdat er in de diverse scenario’s verschillende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd (20 versus 40 jaar), is de gemiddelde jaarlijkse netto contante waarde (NCW) van de kapitaals- en exploitatiekosten berekend. Hiertoe zijn de exploitatielasten geïndexeerd (2,0% per jaar) naar het startjaar van de exploitatie en teruggerekend naar prijspeil heden aan de hand van de bovengenoemde disconteringsvoeten. Hiermee kunnen de kapitaalslasten en de exploitatiekosten van de verschillende scenario’s met elkaar worden vergeleken. Een andere reden om de NCW van de kapitaalslasten te berekenen is dat de kapitaalslasten in het eerste jaar het hoogst zijn bij lineaire afschrijving. Door het afschrijven van de investeringen zullen de jaarlijkse rentekosten namelijk afnemen gedurende de looptijd. De kapitaalslasten in het laatste jaar zijn daardoor beduidend lager dan in het eerste jaar. Om dit effect weg te nemen zijn gemiddelde jaarlijkse kapitaalslasten aan de hand van de netto contante waarde methode berekend. Zowel de weergegeven eerstejaars lasten als de netto contante waarde daarvan hebben prijspeil januari 2014. De hoogte van de exploitatiekosten zijn per scenario gecheckt aan de exploitatiekosten van door Royal HaskoningDHV gerealiseerde gebouwen en aan de hand van landelijke benchmarkgegevens. In de financiële analyse worden ook de huidige exploitatiekosten van achterblijvende locaties en van locaties die gehandhaafd worden meegenomen. Boekwaarden en huidige kapitaalslasten In onderstaande tabel zijn de boekwaarden van de onderzochte gebouwen opgenomen. Indien gebouwen (gedeeltelijk) gesloopt of verkocht worden, zullen de boekwaarden moeten worden afgeboekt. Indien gebouwen niet gesloopt of verkocht worden, maar in bezit blijven van de gemeente, zullen de kapitaalslasten van deze locaties moeten worden meegenomen in de financiële analyse. Per scenario gaan wij hierop in. School Adres Bouwjaar m2 bvo Huidige Kapitaalslasten Boekwaarde per 31/12/2014 PC basischool Ds. St. Catharinaplantsoen 6, Deeleman Grevenbicht RK basischool St. Catharinaplantsoen 4, Pastoor Franck Grevenbicht RK basischool St. Willibrorduslaan 1, Willibrordus Obbicht Gymzaal Grevenbicht St. Catharinaplantsoen 2, 1963 680 37.000 287.000 1964 1.537 48.000 154.000 1959 1.033 17.000 105.000 2002 455 18.000 216.000 1982 475 12.000 31.000 Grevenbicht Gymzaal Obbicht St. Willibrorduslaan 21 Tabel 1: boekwaarden schoolgebouwen en gymzalen Obbicht en Grevenbicht Gezien de oppervlakte van de gebouwen en de boekwaarden blijkt dat de Ds. Deelemanschool nog een relatief hoge boekwaarde heeft. Dit is het gevolg van investeringen die in 2006 zijn gedaan in het gebouw. Ook de gymzaal in Grevenbicht heeft een nog relatief hoge boekwaarde. De boekwaarden zijn niet meegenomen in de berekeningen aangezien het geen cash flow betreft zoals de investeringen en exploitatiekosten. Bij sloop van gebouwen zullen de betreffende boekwaarden versneld moeten worden afgeschreven. In de analyse worden de effecten van de boekwaarden per scenario separaat weergegeven. Mogelijke financiering investeringskosten De gemeente vergoedt de investeringskosten voor nieuwbouw en grootschalige renovatie van schoolgebouwen. Nieuwbouw wordt vergoed op basis van de in de verordening gehanteerde normbedragen voor investering in nieuwbouw en uitbreiding. Grootschalige renovatie wordt vergoed tegen de geraamde kosten, mits hier overeenstemming bestaat tussen schoolbestuur en gemeente. De gemeente heeft aangegeven voor renovatie, nieuwbouw en uitbreiding uitsluitend de investeringskosten te vergoeden die nodig zijn om het gebouw te laten voldoen aan de eisen zoals gesteld in het bouwbesluit. Voor de wens van Stichting Kindante om zowel bij nieuwbouw als bij het handhaven van bestaande gebouwen het niveau van Frisse Scholen Klasse B aan te houden, zal Stichting Kindante voor aanvullende financiering moeten zorgen. Aankoop grond ten behoeve van het IKC In sommige scenario’s zijn kosten voor aankoop van de grond opgenomen. Aangezien de aankoopkosten op dit moment niet zijn in te schatten hebben wij hiervoor een p.m. post opgenomen in de analyse. Het is echter geen vaststaand gegeven dat bij nieuwbouw grond aangekocht moet worden. Een alternatieve mogelijkheid die bij een keuze voor nieuwbouw moet worden onderzocht is grondruil. Waardebepaling vrijkomende locaties Per scenario zullen een aantal locaties worden onttrokken aan de onderwijs- of sport bestemming. In alle scenario’s zal de Willibrordusschool leeg komen te staan en niet langer worden gebruikt voor onderwijsdoeleinden. De locatie van de scholen in Grevenbicht komt vrij voor herbestemming in de nieuwbouwscenario’s in het tussengebied Obbicht-Grevenbicht. Daarnaast is het afhankelijk van de te kiezen oplossing voor de gymzalen in hoeverre deze locaties in Obbicht en Grevenbicht vrijvallen. Willibrordusschool x x Gymzaal Obbicht ntb ntb Scholen Grevenbicht x ntb ntb x Gymzaal Grevenbicht ntb ntb ntb ntb Tabel 2: per scenario mogelijk vrijvallende locaties voor herbestemming x x ntb ntb ntb x x x x ntb ntb ntb ntb Daarom hebben wij de mogelijkheden van bijvoorbeeld zorgwoningen onderzocht. Wij komen tot de conclusie dat het gezien de slechte marktomstandigheden en de relatief hoge kosten voor sloop van opstallen en bouw- en woonrijp maken, het niet mogelijk is om op korte termijn een positieve grondopbrengst te realiseren. Daarom hebben wij in deze rapportage geen grondopbrengsten voor de eventueel vrijkomende locaties opgenomen. Ook voor de woningcorporaties is het op basis van de huidige voorwaarden niet haalbaar om te investeren in vrijkomende locaties. Overige financiële uitgangspunten Start bouw: 2015 Start exploitatie: eind 2016 Alle bedragen zijn inclusief 21% btw (tenzij anders vermeld). Hieronder worden de uitkomsten van de scenario’s toegelicht. Vervolgens vindt een analyse plaats van de uitkomsten. Scenario 1: Samenvoegen scholen in gerenoveerd schoolgebouw in Grevenbicht Investeringskosten De totale investeringskosten hebben betrekking op de renovatie van de schoolgebouwen in Grevenbicht. Wij zijn uitgegaan van onder meer de volgende renovatiemaatregelen: Sloopwerk ten behoeve van de renovatie (verwijderen van materialen). Verwijderen asbest Na-isoleren begane grondvloer. Vervangen lichtkoepels Vernieuwen en na-isoleren dakbedekking Vervangen boeiboorden Na-isoleren gevels Schilderwerk binnendeuren en kozijnen tussengebied elders in x ntb Van de beide schoollocaties hebben wij een globale waardebepaling uitgevoerd. Uit overleg met de gemeente blijkt dat woningbouw een moeilijk haalbare herbestemming biedt voor de locaties. Het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid is erop gericht dat de behoefte naar woningen moet worden aangetoond. Gezien de krimpsituatie in de regio is dit moeilijk aan te tonen. Indien woningen worden toegevoegd in Grevenbicht en/of Obbicht, zal een gelijk aantal woningen moeten worden onttrokken aan de woningmarkt. 1.2 Nieuwbouw 8 Grevenbicht Nieuwbouw Frankenstraat 7 Obbicht Kempenweg Nieuwbouw Obbicht 6 schoollocatie nieuwbouw Sloop en Grevenbicht 5 schoollocatie nieuwbouw 4 Sloop en gebouw Obbicht Transformatie 3 Grevenbicht gebouwen Transformatie 2 Grevenbicht vrijvallende locaties gebouwen Mogelijke 1 Renovatie Scenario: - Binnenwandafwerking Vernieuwen vloerafwerking Aanpassen plafonds Vernieuwen W installaties, ten behoeve van Frisse Scholen Klasse B Vernieuwen/aanpassen E installaties In onderstaande tabel zijn de investeringen van scenario 1 samengevat. bedragen in € Gemeente Stichting Totaal Kindante Investeringskosten IKC Sloopkosten Renovatiekosten 2.180.000 Investering tbv Frisse Scholen Klasse B 2.180.000 540.000 540.000 540.000 2.820.000 Buitenruimte en infrastructuur (op de locatie) Infrastructurele maatregelen (fietspad) 100.000 Totaal investeringskosten IKC Tabel 3: investeringskosten scenario 1 2.280.000 100.000 In bovenstaande tabel is te zien dat de renovatiekosten onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Per 1 januari 2015 wordt echter de verantwoordelijkheid voor het totale onderhoud overgeheveld naar de schoolbesturen. Over de exacte verdeling van de renovatiekosten moeten echter nadere afspraken worden gemaakt tussen de gemeente en Stichting Kindante. De totale renovatiekosten voor de school komen uit op circa € 2,7 miljoen. Daarnaast is een investering van circa € 100.000 opgenomen voor de realisatie van een fiets-/voetpad tussen Grevenbicht en Obbicht. Renovatie van de schoolgebouwen in Grevenbicht gaat gepaard met forse investeringen. Het gebouw is technisch sterk verouderd. Daarnaast wordt het gebouw qua binnenklimaat op niveau gebracht om te kunnen voldoen aan het keurmerk Frisse Scholen Klasse B. Er worden in dit scenario geen investeringen gedaan in de buitenruimte. Mogelijke overige investeringen Naast bovengenoemde investeringen zullen de boekwaarden van de Willibrordusschool versneld moeten worden afgeschreven. bedragen in € Gemeente Stichting Totaal Kindante Overige mogelijke investeringen Afschrijving boekwaarden Willibrordusschool 105.000 105.000 Totaal investeringskosten p.p. 2014 105.000 105.000 Totale investeringen scenario 1 inclusief overige 2.385.000 540.000 2.925.000 investeringen Tabel 4: mogelijke overige investeringskosten scenario 1 Grondverwerving Grondverwerving is niet aan de orde. Exploitatiekosten Voor Stichting Kindante en de gemeente zijn de kapitaalslasten en exploitatiekosten voor scenario 1 berekend. De exploitatiekosten bestaan voor de gemeente uit de kapitaalslasten die bij de investering van de gemeente hoort. Deze bedragen in het eerste jaar € 202.000. De gemiddelde netto contante waarde van de gemeentelijke kapitaalslasten bedraagt in 2013 circa € 114.000. Dit ligt substantieel lager doordat is uitgegaan van lineaire afschrijving. Dit houdt in dat ieder jaar een zelfde bedrag wordt afgelost waardoor de restschuld jaarlijks afneemt. De rente (over de restschuld) neemt daardoor ook ieder jaar af. Daardoor zijn de gemiddelde kapitaalslasten lager dan de eerstejaarslasten. De overige exploitatielasten komen voor rekening van Stichting Kindante. Deze bedragen in het eerste jaar circa € 154.000. Dit is een toename ten opzichte van de huidige exploitatielasten van de drie basisscholen (€ 135.000). De netto contante waarde van de exploitatiekosten voor Kindante bedraagt € 132.000. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Exploitatiekosten IKC e Kapitaallasten 1 jaar p.p. 2014 41.000 243.000 Onderhoud 202.000 32.000 32.000 Energie en water 40.000 40.000 Schoonmaak 34.000 34.000 Heffingen 1.400 1.400 Overige huisvestingslasten 5.600 5.600 e Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p 2014 202.000 154.000 356.000 NCW gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten 2014 Tabel 5: exploitatiekosten IKC scenario 1 114.000 132.000 246.000 Mogelijke overige exploitatiekosten In tabel 6 zijn tevens de huidige kapitaalslasten van de Ds. Deelemanschool en de Pastoor Franckschool opgenomen omdat beide gebouwen in gebruik blijven voor het IKC. De kapitaalslasten van de Willibrordusschool zijn niet aan de orde aangezien de boekwaarden versneld worden afgeschreven. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Overige exploitatiekosten Tijdelijke huisvesting (huur 3 maanden) 50.000 50.000 Huidige kapitaalslasten Ds. Deelemanschool 37.000 37.000 Huidige kapitaalslasten Pastoor Franckschool Totaal overige exploitatiekosten e Totaal exploitatiekosten 1 jaar Tabel 6: overige mogelijke exploitatiekosten scenario 1 1.3 48.000 48.000 135.000 135.000 337.000 154.000 491.000 Scenario 2: IKC door transformatie: hergebruik, sloop en uitbreiding van bestaande schoolgebouwen in Grevenbicht Investeringskosten De totale investeringskosten voor de renovatie, sloop en uitbreiding van de school, peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang bedragen circa € 3,8 miljoen. In onderstaande tabel zijn de financiële uitkomsten van scenario 2 opgenomen. bedragen in € Gemeente Stichting Totaal Kindante Investeringskosten IKC Sloopkosten (tbv renovatie Ds. Deeleman en Pastoor 270.000 270.000 Franck) Renovatiekosten Nieuwbouwkosten gebouw 575.000 575.000 2.280.00 2.280.00 Investering tbv Frisse Scholen Klasse B Buitenruimte en infrastructuur (op de locatie) Infrastructurele maatregelen (fietspad) Totaal investeringskosten IKC 465.000 180.000 100.000 3.405.000 465.000 180.000 100.000 465.000 3.870.000 Tabel 7: investeringskosten scenario 2 De totale investeringskosten voor de gemeente bedragen € 3.4 miljoen voor het IKC. Voor Kindante bedraagt de investering € 465.000. Mogelijke overige investeringen In tabel 8 is een aantal overige mogelijke investeringen opgenomen. Het betreft hier het versneld afschrijven van de boekwaarden van de Willibrordusschool (€ 105.000). Aangezien de Pastoor Franckschool wordt gesloopt, zijn ook de boekwaarden van deze school (€ 154.000) opgenomen. bedragen in € Gemeente Stichting Totaal Kindante Overige mogelijke investeringen Afschrijving boekwaarden Willibrordusschool 105.000 105.000 Afschrijving boekwaarden Pastoor Franckschool 154.000 154.000 Totaal investeringskosten p.p. 2014 259.000 259.000 Totale investeringen scenario 2 inclusief overige 3.664.000 465.000 4.129.000 investeringen T abel 8: mogelijke overige investeringskosten scenario 2 Grondverwerving Grondverwerving is niet aan de orde. Exploitatiekosten De kapitaalslasten voor het IKC komen in dit scenario voor de gemeente uit op € 234.000 in het eerste jaar, € 104.000 NCW 2014). De exploitatiekosten voor Stichting Kindante bedragen in dit scenario circa € 118.000 in het eerste jaar, € 85.000 NCW 2014. De exploitatiekosten van het IKC bij dit scenario liggen lager dan bij scenario 1. Dit komt doordat een deel van het gebouw nieuw wordt gebouwd, hetgeen een gunstig effect heeft op zaken als energiekosten, schoonmaakkosten en onderhoudskosten. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Exploitatiekosten IKC e Kapitaallasten 1 jaar p.p. 2014 27.000 261.000 Onderhoud 25.000 25.000 Energie en water 31.000 31.000 Schoonmaak 29.000 29.000 Heffingen 1.200 1.200 Overige huisvestingslasten 4.800 4.800 e 234.000 Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p 2014 234.000 118.000 352.000 NCW gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten 2014 Tabel 9: exploitatiekosten scenario 2 104.000 85.000 189.000 Mogelijke overige exploitatiekosten In tabel 10 zijn de huidige kapitaalslasten van Ds. Deelemanschool opgenomen aangezien dit gebouw in gebruik blijft. De kapitaalslasten van de Willibrordusschool en de beide gymzalen worden alleen meegerekend zolang deze gebouwen in eigendom zijn van de gemeente. Ook zijn de huurkosten voor tijdelijke huisvesting opgenomen. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Overige exploitatiekosten Tijdelijke huisvesting (huur 12 maanden) Huidige kapitaalslasten Ds. Deelemanschool Totaal overige exploitatiekosten e Totaal exploitatiekosten 1 jaar Tabel 10: overige mogelijke exploitatiekosten scenario 2 1.4 175.000 175.000 37.000 37.000 212.000 212.000 446.000 118.000 564.000 Scenario 4: IKC door sloop en nieuwbouw op de schoollocatie in Grevenbicht Investeringskosten De totale investeringskosten voor nieuwbouw bedragen in scenario 4 voor het IKC circa € 4.5 miljoen. Hierin zijn tevens de totale sloopkosten voor de locatie opgenomen aangezien sloop noodzakelijk is om het IKC te kunnen bouwen. In onderstaande tabel zijn de financiële uitkomsten van scenario 4 samengevat. bedragen in € Gemeente Stichting Totaal Kindante Investeringskosten IKC Sloopkosten (tbv renovatie Ds. Deeleman en Pastoor 300.000 300.000 Franck) Renovatiekosten Nieuwbouwkosten gebouw 3.465.000 Investering tbv Frisse Scholen Klasse B 3.465.000 465.000 465.000 Buitenruimte en infrastructuur (op de locatie) 180.000 180.000 Infrastructurele maatregelen (fietspad) 100.000 100.000 Totaal investeringskosten IKC 4.045.000 465.000 4.510.000 Tabel 11: investeringskosten scenario 4 Mogelijke overige investeringen In tabel 12 is het versneld afschrijven van de boekwaarde van de Willibrordusschool, de Pastoor en de Ds. Deelemanschool opgenomen. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Overige mogelijke investeringen Afschrijving boekwaarden (Willibrordusschool) bij 105.000 105.000 Afschrijving boekwaarden Pastoor Franckschool 154.000 154.000 Afschrijving boekwaarden Ds. Deelemanschool 287.000 287.000 Totaal investeringskosten p.p. 2014 546.000 546.000 verkoop Totale investeringen scenario 4 inclusief overige 4.591.000 465.000 5.056.000 investeringen Tabel 12: mogelijke overige investeringskosten scenario 4 Grondverwerving Grondverwerving is niet aan de orde. Exploitatiekosten De kapitaalslasten bij het sloop- en nieuwbouwscenario bedragen voor de gemeente circa € 261.000 in het eerste jaar (€ 107.000 NCW 2014). De kapitaalslasten bij nieuwbouw zijn hoger dan bij het renovatie scenario en het transformatiescenario waarbij een combinatie van renovatie, sloop uitbreiding plaatsvindt. De exploitatiekosten zijn voor Stichting Kindante bij sloop en nieuwbouw echter lager dan in de voorgaande scenario’s. Dit komt doordat bij nieuwbouw onderhoudsvrije materialen kunnen worden gebruikt. Daarnaast kan een optimaal binnenklimaat worden gerealiseerd waardoor de energiekosten kunnen dalen. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Exploitatiekosten IKC e Kapitaallasten 1 jaar p.p. 2014 24.000 285.000 Onderhoud 20.000 20.000 Energie en water 28.000 28.000 Schoonmaak 29.000 29.000 Heffingen 1.200 1.200 Overige huisvestingslasten 4.800 4.800 e 261.000 Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p 2014 261.000 107.000 368.000 NCW gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten 2014 Tabel 13: exploitatiekosten scenario 4 107.000 72.000 179.000 Mogelijke overige exploitatiekosten In tabel 14 zijn kosten voor tijdelijke huisvesting opgenomen. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Overige mogelijke exploitatiekosten Tijdelijke huisvesting (12 maanden) 175.000 Totaal overige exploitatiekosten 175.000 ? 175.000 436.000 107.000 543.000 e Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p. 2014 Tabel 14: overige mogelijke exploitatiekosten scenario 4 1.5 175.000 Scenario 6, 7 en 8: Nieuwbouw IKC aan Kempenweg in Obbicht, Frankenstraat in Grevenbicht of elders in het tussengebied Investeringskosten De totale investeringskosten voor de realisatie van het IKC liggen iets lager dan in het voorgaande scenario doordat de sloopkosten niet zijn opgenomen. Sloop is niet noodzakelijk voor de nieuwbouw van het IKC en wordt daarom opgenomen bij de herbestemming van de schoollocatie in Grevenbicht indien sloop aan de orde is bij herbestemming. Onderstaande tabel geeft de financiële uitkomsten van nieuwbouw in het tussengebied Obbicht-Grevenbicht weer. Hierin zijn tevens de investeringskosten van het fietspad en een rotonde in de Kempenweg opgenomen. bedragen in € Gemeente Stichting Totaal Kindante Investeringskosten IKC Grondverwerving p.m. Grondkosten (ophogen en watercompensatie) p.m. Sloopkosten Nieuwbouwkosten gebouw 3.455.000 Investering tbv Frisse Scholen Klasse B 3.455.000 465.000 465.000 Buitenruimte en infrastructuur (op de locatie) 180.000 180.000 Infrastructurele maatregelen (fietspad + rotonde) 400.000 400.000 p.m. p.m. Grondwerkzaamheden tbv ophogen Watercompensatie (bergend vermogen) Totaal investeringskosten IKC p.m. 4.035.000 p.m. 465.000 4.500.000 Tabel 15: investeringskosten scenario 6, 7 en 8 De totale investering in het IKC bedraagt voor de gemeente circa € 3,6 miljoen. Daarnaast zijn nog investeringskosten voor de verkeersmaatregelen aan de orde ter hoogte van circa € 400.000. Daarbij moet worden opgemerkt dat nieuwbouw in het tussengebied een aantal kostenverhogende maatregelen met zich meebrengt ten opzichte van nieuwbouw in Grevenbicht. Het gaat hier om zaken als grondwerkzaamheden voor het ophogen van de locatie en het treffen van noodzakelijke watercompensatie om het waterbergend vermogen van het gebied op peil te houden. De hoogte van deze investeringen is in dit stadium nog niet in te schatten en zijn daarom als p.m. post opgenomen. Voor Stichting Kindante bedraagt de investering circa € 465.000. Mogelijke overige investeringen In tabel 16 zijn de boekwaarden van de drie schoolgebouwen weergegeven. Deze worden versneld afgeschreven. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Overige mogelijke investeringen Afschrijving boekwaarden Willibrordusschool 105.000 105.000 Afschrijving boekwaarden Pastoor Franckschool 154.000 154.000 Afschrijving boekwaarden Ds. Deeleman school 287.000 287.000 Totaal investeringskosten p.p. 2014 546.000 546.000 Totale investeringen scenario 6, 7 en 8 inclusief 4.581.000 465.000 5.046.000 overige investeringen Tabel 16: mogelijke overige investeringskosten scenario 6, 7 en 8 Aankoopkosten grond Aangezien de onderzochte locaties in het tussengebied Obbicht-Grevenbicht particulier eigendom zijn, zal grond aangekocht moeten worden. Een andere mogelijkheid is het ruilen van grond. Zoals eerder vermeld hebben wij de aankoopkosten voor de grond als p.m. post meegenomen aangezien de hoogte hiervan afhankelijk is van de onderhandeling die nog moet plaatsvinden. Exploitatiekosten Nieuwbouw van het IKC op een nieuwe locatie leidt tot kapitaalslasten die iets lager liggen dan nieuwbouw op een bestaande locatie. De kapitaalslasten van het IKC bedragen voor de gemeente circa € 265.000 in het eerste jaar, € 111.000 NCW 2014. Voor Stichting Kindante bedragen de exploitatiekosten van het IKC circa € 107.000 in het eerste jaar (NCW € 72.000). De exploitatielasten liggen in dit scenario iets lager dan bij het nieuwbouwscenario op de locatie van de scholen in Grevenbicht. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Exploitatiekosten IKC e Kapitaallasten 1 jaar p.p. 2014 24.000 289.000 Onderhoud 20.000 20.000 Energie en water 28.000 28.000 Schoonmaak 29.000 29.000 Heffingen 1.200 1.200 Overige huisvestingslasten 4.800 4.800 e 265.000 Totaal exploitatiekosten 1 jaar p.p 2014 265.000 107.000 372.000 NCW gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten 2014 Tabel 17: exploitatiekosten scenario 6, 7 en 8 111.000 72.000 183.000 Mogelijke overige exploitatiekosten In tabel 18 zijn kapitaalslasten weergegeven van de mogelijke investeringen in grondwerkzaamheden en watercompensatie. Aangezien de investeringskosten die hiermee gemoeid zijn nog niet zijn in te schatten, zijn ook de bijbehorende kapitaalslasten als p.m. post meegnomen. bedragen in € Gemeente Stichting Totaal Kindante Overige exploitatiekosten Kapitaalslasten grondverwerving (rente) p.m. Kapitaalslasten ophogen en watercompensatie p.m. p.m. Totaal overige exploitatiekosten p.m. p.m. Totaal exploitatiekosten inclusief mogelijke overige 265.000 p.m. 107.000 372.000 exploitatiekosten Tabel 18: overige mogelijke exploitatiekosten scenario 6, 7 en 8 1.6 Gymzalen Naast het IKC (scholen, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang), hebben de gymzalen in Obbicht en Grevenbicht een belangrijke rol voor de leefbaarheid in de beide dorpen. In de hierboven beschreven scenario’s is het mogelijk dat de gymzalen worden gerenoveerd of dat een nieuwe gymzaal wordt gerealiseerd. Het uiteindelijke besluit voor het openhouden van gymzalen of al dan niet plegen van nieuwbouw ligt bij de gemeente. Nieuwbouw of renovatie In alle onderzochte scenario’s is een gymzaal voorhanden binnen de verwijsafstand zoals die in de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs is opgenomen (1.000 meter loopafstand). Formeel is er geen noodzaak om een gymzaal nieuw te bouwen. Met name in de scenario’s waarbij het IKC in het tussengebied wordt gerealiseerd (scenario 6, 7 en 8) is het denkbaar dat een nieuwe gymzaal wordt gerealiseerd. In de scenario’s waarbij de schoollocatie in Grevenbicht in gebruik blijft (scenario 1, 2 en 4) zal de huidige gymzaal in Grevenbicht naar alle waarschijnlijkheid worden behouden en gerenoveerd. Het is in alle scenario’s ook nog denkbaar dat de gymzaal in Obbicht wordt opengehouden, wellicht niet voor schoolgebruik overdag, maar voor gebruik in de avonduren. Gezien de technische staat van de gymzaal in Obbicht, ligt het niet voor de hand om deze gymzaal open te houden en te renoveren. Daarom hebben wij in deze rapportage alleen renovatie van de gymzaal in Grevenbicht meegenomen. Investeringskosten gymzaal. De investeringskosten van nieuwbouw van de gymzaal komen uit op circa € 965.000. Onderhoud van de gymzaal in Grevenbicht hebben wij op basis van de onderhoudsplanningen van de gemeente ingeschat op circa € 50.000. Deze investeringskosten komen voor rekening van de gemeente aangezien de gemeente eigenaar is en blijft van de gymzalen, ook bij nieuwbouw. Huidige boekwaarden Indien nieuwbouw van een gymzaal plaatsvindt, is het mogelijk dat de bestaande of een van beide bestaande gymzalen worden gesloten en gesloopt. In dat geval zal rekening moeten worden gehouden met het versneld afschrijven van de boekwaarden. Deze zijn in onderstaande tabel weergegeven. Tevens zal dan rekening moeten worden gehouden met de sloopkosten van de gymzalen. bedragen in € Gemeente Stichting Totaal Kindante Overige mogelijke investeringen Afschrijving boekwaarden gymzaal Grevenbicht Afschrijving boekwaarden gymzaal Obbicht 216.000 216.000 31.000 31.000 Sloopkosten gymzaal Grevenbicht p.m. p.m. Sloopkosten gymzaal Obbicht p.m. p.m. 247.000 247.000 Totaal investeringskosten p.p. 2014 Tabel 19: overige mogelijke investeringskosten gymzalen Exploitatiekosten gymzaal Ook de exploitatiekosten van de toekomstige oplossing van de gymzaal komen voor rekening van de gemeente. De exploitatiekosten van de gymzaal zullen bij nieuwbouw hoger liggen dan bij renovatie als gevolg van de hogere kapitaalslasten die gepaard gaan met de hogere investering bij nieuwbouw. In onderstaande tabel zijn de exploitatiekosten weergegeven. bedragen in € Onderhoud Nieuwbouw gymzaal gymzaal Grevenbicht e Exploitatiekosten 1 jaar gymzaal Kapitaallasten 4.600 Onderhoud 8.200 5.500 10.100 9.100 6.900 6.000 Energie en water Schoonmaak Heffingen 66.000 300 300 1.200 1.200 Totaal exploitatiekosten gymzaal 1 jaar p.p. 2014 31.300 88.100 NCW 23.500 39.000 Overige huisvestingslasten e gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten gymzaal 2014 Tabel 20: exploitatiekosten gymzalen Huidige kapitaalslasten gymzalen Indien de gymzalen worden opengehouden, dan moet de gemeente ook nog rekening houden met de huidige kapitaalslasten van de gymzalen, zie de tabel hieronder. Gemeente bedragen in € Stichting Totaal Kindante Overige mogelijke exploitatiekosten Huidige kapitaalslasten gymzaal Grevenbicht 18.000 Huidige kapitaalslasten gymzaal Obbicht 12.000 18.000 12.000 Totaal exploitatiekosten p.p. 2014 30.000 30.000 Tabel 21: overige mogelijke exploitatiekosten gymzalen 1.7 Tussenconclusie financiële analyse Investeringskosten IKC In onderstaande tabel zijn de investeringskosten en exploitatiekosten van de scenario’s samengevat. Scenario 1 Scenario 2 Scenario 4 Scenario 6,7,8 Renovatie Transformatie Nieuwbouw Nieuwbouw Grevenbicht Grevenbicht Grevenbicht tussengebied 2.280.000 3.405.000 4.045.000 4.035.000 540.000 465.000 465.000 465.000 2.820.000 3.870.000 4.510.000 4.500.000 105.000 259.000 546.000 546.000 Investeringskosten IKC Gemeente Stichting Kindante Totaal investering IKC Overige investeringen (gemeente) Afboeken boekwaarden Grondverwerving p.m. Ophoging, watercompensatie Totaal investering 2.925.000 Tabel 22: samenvatting investeringskosten alle scenario’s p.m. 4.129.000 5.056.000 5.046.000 Duidelijk is dat de investeringskosten van nieuwbouw hoger liggen dan die van renovatie of transformatie. De investeringskosten van nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht en nieuwbouw in het tussengebied komen voor het IKC ongeveer even hoog uit. Daarbij moet worden opgemerkt dat nieuwbouw in het tussengebied een aantal kostenverhogende maatregelen met zich meebrengt ten opzichte van nieuwbouw in Grevenbicht. Het gaat hier om zaken als grondwerkzaamheden voor het ophogen van de locatie en het treffen van noodzakelijke watercompensatie om het waterbergend vermogen van het gebied op peil te houden. Exploitatiekosten IKC In onderstaande tabel zijn de exploitatiekosten van de scenario’s samengevat. In de tabel zijn de eerstejaars exploitatiekosten weergegeven. Daarnaast zijn is per scenario de netto contante waarde (NCW) van de exploitatiekosten weergegeven om alle kosten met elkaar te kunnen vergelijken. Scenario 1 e Scenario 2 e Scenario 4 e Scenario 6,7,8 e 1 jaar NCW 1 jaar NCW 1 jaar NCW 1 jaar NCW Gemeente 202.000 114.000 234.000 104.000 261.000 107.000 265.000 111.000 Stichting Kindante 154.000 132.000 118.000 85.000 107.000 72.000 107.000 72.000 Totaal 356.000 246.000 352.000 189.000 368.000 179.000 372.000 183.000 Exploitatiekosten IKC exploitatiekosten e IKC 1 jaar Overige exploitatiekosten Huur tijdelijke 50.000 175.000 175.000 nvt 85.000 37.000 nvt nvt nvt nvt nvt p.m. nvt nvt nvt p.m. 135.000 212.000 175.000 p.m. 491.000 564.000 543.000 372.000 huisvesting Huidige kapitaalslasten Kapitaalslasten grondverwerving Kapitaalslasten ophoging en watercompensatie Overige e exploitatiekosten 1 jaar p.p. 2014 Totaal * e exploitatiekosten 1 jaar p.p. 2014 Tabel 23: samenvatting exploitatiekosten alle scenario’s * Exclusief kapitaalslasten grondverwerving, grondkosten (ophoging) en watercompensatie. Uit de analyse van de eerstejaars exploitatiekosten blijkt dat de exploitatielasten, die voor rekening zijn van Stichting Kindante, van nieuwbouw lager zijn dan die van renovatie of hergebruik van (een deel) van de bestaande basisscholen. De exploitatielasten voor de gemeente (kapitaalslasten) zijn bij nieuwbouw hoger dan bij renovatie of transformatie. Dit is het zogeheten split incentive dat bij nieuwbouw om de hoek komt kijken. Voor het schoolbestuur is nieuwbouw financieel gezien een gunstigere optie dan voor de gemeente. Ook wordt duidelijk dat de totale eerstejaars exploitatielasten van nieuwbouw op de locatie in Grevenbicht en de locaties in het tussengebied niet veel van elkaar verschillen. Wordt gekeken naar de netto contante waarde van de exploitatiekosten, dan blijkt dat voor zowel de gemeente als voor Stichting Kindante de exploitatiekosten van nieuwbouw gunstiger uitvallen dan voor renovatie of transformatie. Ook hierbij moet worden aangetekend dat de verschillen tussen met name transformatie en de nieuwbouwscenario’s niet groot zijn. Financieringsmogelijkheden Zoals eerder in dit hoofdstuk is aangegeven vergoedt de gemeente de werkelijke kosten van renovatie (mits overeenstemming over de hoogte van de investeringskosten). De nieuwbouwkosten worden vergoed conform de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Voor de nieuwbouw van de school in het IKC komt de vergoeding uit op € 2.582.770. Voor de peuterspeelzalen hanteert de gemeente een vergoeding van € 100.000 voor de realisatie van één groep. De gemeente vergoedt niet de investeringskosten voor de realisatie van de groep voor de buitenschoolse opvang. Hiervoor zal alternatieve financiering moeten worden gevonden. De totale vergoeding bij nieuwbouw komt daarmee normatief uit op € 2.682.000. Indien hergebruik van de schoolgebouwen in Grevenbicht plaatsvindt in combinatie met sloop en uitbreiding, dan vergoedt de gemeente de werkelijke renovatiekosten in combinatie met een normvergoeding voor de uitbreidingskosten op basis van de verordening. De vergoeding voor uitbreiding komt uit op € 2.330.000. In onderstaande tabel zijn de investeringskosten en mogelijke financiering van renovatie, transformatie (renovatie in combinatie met sloop en uitbreiding) en nieuwbouw samengevat. Investeringskosten IKC Mogelijke financiering Verschil (incl. verkeersmaatregelen) Scenario 1 - Renovatie IKC 2.925.000 werkelijke renovatiekosten n.t.b. * Scenario 2 - Transformatie: deels 4.129.000 werkelijke renovatiekosten renovatie, deels sloop en deels uitbreiding 2.330.000 Scenario 4 - Nieuwbouw IKC op 5.056.000 schoollocatie Grevenbicht in tussengebied 2.682.000 + dekking n.t.b. afboeking boekwaarden Scenario 6, 7 en 8 - Nieuwbouw IKC n.t.b. + 5.046.000 Obbicht- Grevenbicht 2.682.000 n.t.b. excl. vergoeding kosten verkeersmaatregelen en grondwerkzaamheden Tabel 24: samenvatting investeringskosten mogelijke financiering * Het is mogelijk dat deze kosten per 1-1-2015 voor rekening van Stichting Kindante komen. Duidelijk is dat er een gat ontstaat tussen de investeringskosten en de mogelijke financiering daarvan. Dit wordt deels veroorzaakt doordat de investeringskosten zijn gebaseerd op het kwaliteitsniveau Frisse Scholen Klasse B en de vergoeding uitgaat van kwaliteitsniveau conform het Bouwbesluit. Zouden de investeringskosten worden berekend zonder rekening te houden met de binnenklimaateisen conform Frisse Scholen Klasse B, dan liggen de investeringskosten (van het schoolgedeelte) alsnog circa 15% hoger dan de vergoeding. Het is landelijk de ervaring bij scholenbouw dat de daadwerkelijke investeringskosten rond dit percentage hoger zijn dan de normvergoeding. Daarnaast moet dekking worden gevonden voor de overige investeringen zoals het afboeken van boekwaarden, verkeersvoorzieningen, grondverwerving en grondwerkzaamheden (ophoging, watercompensatie). Gymzaal De investeringskosten van nieuwbouw van de gymzaal komen uit op circa € 965.000. Onderhoud van de gymzaal in Grevenbicht hebben wij op basis van de onderhoudsplanningen van de gemeente ingeschat op circa € 50.000. Deze investeringskosten komen voor rekening van de gemeente aangezien de gemeente eigenaar is en blijft van de gymzalen, ook bij nieuwbouw. In onderstaande tabel zijn de investeringen van de gymzaal alsmede exploitatiekosten samengevat. bedragen in € Onderhoud Nieuwbouw gymzaal gymzaal Grevenbicht Investeringskosten gymzaal (gemeente) 50.000 965.000 31.000 85.000 Exploitatiekosten gymzaal NCW 2014 (gemeente) 25.000 Tabel 25: samenvatting investeringskosten en exploitatiekosten gymzaal 39.000 e Exploitatiekosten gymzaal 1 jaar p.p. 2014 (gemeente) HaskoningDHV Nederland B.V. BIJLAGE 4 bijlage 4 Klant vertrouwelijk Verslag gesprek met Provincie Limburg en Rijkswaterstaat bijlage 4 -1- Notulen HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. PLANNING & STRATEGY Aanwezig : Afwezig Datum Tijd Kopie Onze referentie : : : : : Betreft : Gemeente Sittard-Geleen (GSG) J. Rademakers, adviseur sport en accommodatie R. Friezen, planjurist P. Wauben, stadsbouwmeester R. Suykerbuyk, adviseur onderwijshuisvesting Provincie Limburg (PL) B. Thijssen, rayonplanoloog J. van den Bosch, adviseur woon- en leefomgeving Rijkswaterstaat (RWS) G. Lieben, intaker W. van Rooij, planoloog RO-Groep (ROG) J. Janssen, projectleider fusie buitensportaccommodaties J. Vroemen, adviseur RO Royal HaskoningDHV E. Philip-Jackson (voorzitter), adviseur RO (RHDHV) T. Slenter, projectleider (her)huisvesting basisscholen C. Klok (notulist) G. Hermans (Provincie Limburg) 15 januari 2014 15:00u – 16:30u alle aan- en afwezigen IS-MA20140030 Haalbaarheidsstudie (her)huisvestiging basisscholen Obbicht-Grevenbicht en buitensportaccommodaties 1. Opening en vaststelling agenda RHDHV bedankt iedereen voor zijn/haar aanwezigheid en opent de vergadering. RHDHV licht kort toe wat het doel is van deze samenkomst: de mogelijkheden nagaan voor de scenario’s Integraal Kind Centrum al dan niet in combinatie met de sportvoorzieningen. De ROgroep doet het onderzoek voor het samengaan van de sportvoorzieningen. RHDHV vraagt of er nog opmerkingen zijn over de agenda. GSG vraagt waarom wel het standpunt van de Provincie Limburg en Rijkswaterstaat op de agenda staan, maar niet die van de gemeente Sittard-Geleen? RHDHV antwoordt dat de standpunten van de gemeente bekend zijn. Wel is het van belang dat de gemeente aanwezig is bij dit overleg, zodat informatie rechtstreeks gedeeld wordt. RHDHV stelt de agenda vast 2. Haalbaarheidsonderzoek basisscholen RHDHV licht aan de hand van de kaart de ligging van de verschillende bestaande en de mogelijke nieuwe onderwijslocaties toe (bijlage 1). Ze geeft aan dat RoyalHaskoningDHV de verschillende scenario’s op hun haalbaarheid onderzoekt. Zij geeft aan dat er in het verleden in A company of Royal HaskoningDHV het kader van andere haalbaarheidsonderzoeken ook contact is geweest met Rijkswaterstaat en 15 januari 2014 Error! Reference source not found. 1/1 de Provincie Limburg. Ten behoeve van de voorbereiding van dit overleg is het betreffende rapport van BMC “Integraal Kind Centrum Grevenbicht Obbicht” (maart 2012 correspondentienummer: ON-2603-55658) en een verslag d.d. 28 oktober 2013) van een gesprek tussen de Provincie Limburg en Rijkswaterstaat en de stichting Leafbaar Obbeeg en Beeg (hierna LOB) gestuurd. Geen van de aanwezigen is benaderd door BMC voor hun onderzoek maar RWS heeft wel deelgenomen in het overleg met vertegenwoordigers van LOB. Hij vindt het dus vreemd dat dhr. Hermans niet aanwezig is omdat hij initiatiefnemer was van het overleg met LOB. PL licht toe dat hij dat heeft gedaan op verzoek van deputé N. Lebens. RWS geeft een toelichting met betrekking tot het beleid van Rijkswaterstaat wat betreft de locaties buiten de bouwcontouren van de provincie. Voor de locaties buiten deze contouren is een compensatieplicht van kracht betreffende de waterweerstand en het waterbergend vermogen. RHDHV vraagt om een toelichting van de compensatieplicht. RWS licht de compensatieplicht toe: Voor de onderwijsscenario’s 6+7+8 (de scenario’s die buiten de vrijstellingszone van de vergunningplicht gebruik waterstaatswerken vallen) geldt een compensatieplicht. Elke m3 die wordt ingenomen in dit gebied, en dus wordt afgenomen van de waterberging, moet worden gecompenseerd door bijvoorbeeld ontgraving. PL vergelijkt de ‘rode contouren’ kaart van de provincie met de WBR artikel 2a gebieden kaart1 ( blad 14 Beleidslijn Grote Rivieren van Rijkswaterstaat, zie bijlage 2). Er zijn geringe verschillen. RHDHV vraagt of Rijkswaterstaat medewerking verleent bij compensatie initiatieven. RWS geeft aan dat zolang de initiatieven binnen de wettelijke kaders passen en het initiatief gewenst is door de betreffende bevoegde gezagen, dat RWS vanzelfsprekend medewerking verleent. RHDHV vraagt vanaf welke bouwhoogte deze compensatieplicht geldt. RWS antwoordt dat de maatgevende hoogte die van hoogwater is: 33,28 m+NAP. RWS vult aan dat dus alle (bouw)werken beneden 33,28m+NAP compensatieplichtig zijn. Gebouwen zijn compensatieplichtig, voor alle bouwwerken wordt de waterweerstand berekend en deze moet worden gecompenseerd. Allereerst moet een ontwerp worden gemaakt dat de minste weerstand oplevert, bouwen op de hoogste gelegen gebieden is ook het gunstigst. RHDHV vraagt hoe actueel deze hoogste waterstanden zijn. RWS antwoord dat deze waterstanden 1x per 2 jaar worden herzien en dat door de ontwikkelingen van Grensmaas de waterstanden afnemen. GSG vraagt of een indicatieve raming van de compensatiekosten mogelijk is. RWS geeft aan dat dit van verschillende factoren afhangt, en dat een dergelijke raming niet mogelijk is. RWS geeft aan dat de nieuwe onderwijslocaties zijn gelegen in een gebied dat waarschijnlijk een oude rivierarm is. Op de locaties is sprake van grote hoogteverschillen, hier moet rekening worden gehouden bij de compensatieplicht. Het Waterschap heeft uitstekende gebiedskennis en daarmee kunnen peilhoogten van gebouwen worden afgestemd. 1 Binnen deze gebieden is een vergunning van Rijkswaterstaat niet noodzakelijk 15 januari 2014 Error! Reference source not found. 2/1 ROG vraagt of deze compensatieplicht van toepassing is op alle locaties. RWS antwoordt dat alleen de locaties die binnen de het bergend regime (zie bijlage 2) vallen compensatieplichtig zijn. De dorpskernen zijn vrijgesteld van deze compensatieplicht. De locaties die binnen de dorpskern liggen zijn dus ook vrijgesteld. 3. Haalbaarheidsonderzoek buitensportaccommodaties ROG vraagt of de compensatieplicht ook geldt voor de voetbalvelden. RWS vraagt wat de mogelijke locaties zijn van de voetbalvelden. ROG laat aan de hand van een kaart (bijlage 3) zien waar de voetbalvelden mogelijk gerealiseerd zouden worden. De noordelijkste locatie is in Grevenbicht gelegen. De middelste locatie ligt tussen Obbicht en Grevenbicht in. De meest zuidelijke locatie licht aan de zuidelijke rand van Obbicht. RWS antwoordt dat de noordelijkste locatie niet aan de compensatieplicht hoeft te voldoen, omdat deze locatie in het vrijstellingsgebied is gelegen. De middelste locatie valt net als onderwijsscenario 6+7+8 binnen het hoogwatergebied. Van de meest zuidelijke locatie is het moeilijk vast te stellen. De locaties zijn namelijk met erg grote stippen aangegeven. RWS vraagt RHDHV om de kaart met de hoogwatercontouren aan het verslag toe te voegen. 4. Standpunt Provincie Limburg RHDHV vraagt de provincie een toelichting te geven op de provinciale belangen bij de twee onderzoeken. PL geeft een toelichting: De provincie hecht veel waarde aan de leefbaarheid, zowel vanuit commerciële belangen gezien als vanuit maatschappelijke belangen. De provincie heeft recent een onderzoek laten uitvoeren naar de leefbaarheid, waaronder ook het gebruik van de sportaccommodaties. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er sprake is van een terugloop in de behoefte aan sport. In de zorg dicht bij huis is een duidelijke toename te zien. Ook de omvang van de behoefte aan onderwijsvoorzieningen vertoont een afname. Duidelijk is geworden dat dorpsplatforms zeer actief zijn, de actualiteiten in het eigen dorp spelen een grote rol. PL geeft aan dat deze relevante ontwikkelingen in overweging moeten worden genomen. Bijvoorbeeld de terugloop in de behoefte aan onderwijsvoorzieningen: wat betreft clustering van de scholen in Obbicht en Grevenbicht is dit een ingreep die over een tijdsperiode van 30 à 40 jaar moet worden gezien. Als de behoefte aan onderwijs nog verder terug gaat lopen in de toekomst zal ook moeten worden gekeken naar het hergebruik van de vrijkomende schoolruimte. Uit het kernoverleg met de provincie, woningcoöperaties en gemeente blijkt dat er een wens bestaat voor het onderbrengen van verschillende groeperingen in een gezamenlijke ruimte/gezamenlijke plaats. Een goede bereikbaarheid van deze locatie speelt daarbij een grote rol. ROG vult aan dat bereikbaarheid ook een grote rol speelt bij de plaats van de sportaccommodatie. GSG geeft aan dat ontmoetingsplekken erg belangrijk zijn. De bundeling en concentratie van verschillende programma’s op één plaats versterkt de dorpskern. Nu moet een keus worden 15 januari 2014 Error! Reference source not found. 3/1 gemaakt welke dorpskern dit moet zijn: Welke kern ga je versterken ten koste van de andere dorpskern? ROG vraagt aan de provincie of de voorzieningen de kernen naar elkaar moeten trekken? PL geeft een toelichting op het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM); het LKM gaat uit van ontwikkeling en versterking van het buitengebied door de ruimtelijke kwaliteit te vergroten. In het Provinciaal omgevingsplan Limburg (POL) is dit doorgewerkt in de ‘rode contouren’. Deze contouren zijn voornamelijk om de bestaande bebouwde kernen getrokken. Deze strakke contouren zijn getrokken om bebouwing zo veel mogelijk binnen de kernen te houden om zo de landelijke kwaliteit te behouden. De locaties Franckenstraat en Kempenweg vallen buiten deze contouren en tasten de kwaliteit van het buitengebied aan. ROG vraagt of deze contouren problemen veroorzaken bij een aanvraag voor wijziging van de bestemming. PL antwoordt dat bebouwing buiten de contour alleen mogelijk is als het binnen de rode contour om redenen niet kan, er moeten dus goede redenen worden aangevoerd om het buitengebied te bebouwen. Voor maatschappelijke voorzieningen (bijv. scholen) hangt het af van de maatschappelijke noodzaak voor een dergelijke voorziening. Het verlies aan ruimtelijkheid in het buitengebied (ruimtelijke kwaliteit) zal moeten worden gecompenseerd. De voorkeur is dan ook om sportvoorzieningen in de kern of aan de rand van een dorpskern te realiseren. Aan de rand (buiten de contour) zal compensatie moeten plaatsvinden bijvoorbeeld: oude sportlocatie wordt buitengebied, het stukje buitengebied wordt een nieuwe sportlocatie. Voor sportvoorzieningen is het logisch dat deze in het buitengebied worden aangelegd met compenserende maatregelen. PL licht toe dat voor bebouwing binnen de contouren er geen provinciaal belang is op het gebied van ruimtelijke ordening, maar ze heeft wel een belang op gebied van leefbaarheid. Bij buiten de contour bouwen hanteert de provincie de ladder van verstedelijking in samenhang met bestaande locaties. Die duurzaamheidsladder zal overigens worden vertaald in het nieuwe POL. GSG vraagt wat de bijdrage aan leefbaarheid is bij bouwen buiten de kernen. PL geeft aan dat de beoordeling van de ruimtelijke noodzaak een gemeentelijke verantwoordelijkheid blijft. De gemeente richt aan de provincie haar verzoek om af te wijken van het beleid, maar moet dan met planologisch motiveren en zorgen voor een goede inpassing. In de duurzame verstedelijkingsladder is aangegeven dat de financiële haalbaarheid een reden kan zijn om niet binnen het stedelijke gebied te bouwen. RHDHV vraagt hoe zich dit vertaalt in planologische motieven. PL antwoordt dat al veel vast is gelegd in het POL, daar kan je niet omheen. Bouwen moeten binnen de contouren, alleen als dat niet kan, in het buitengebied en dan gecombineerd. GSG geeft aan dat de financiële haalbaarheid zijn planologische vertaling krijgt in de economische uitvoerbaarheid van het plan. GSG geeft aan dat de economische uitvoerbaarheid van plannen binnen het bestaande stedelijke gebied steeds gunstiger wordt wat betreft de herontwikkeling van de mogelijk vrijkomende locaties. In de kernen komt hierdoor waardevolle bouwruimte vrij. Ook economische verschillen tussen herontwikkeling en nieuwbouw worden steeds kleiner. 15 januari 2014 Error! Reference source not found. 4/1 ROG concludeert uit het voorgaande dat de provincie en de gemeente de voorkeur geven aan realisatie van de ontwikkelingen binnen de dorpskernen. GSG geeft aan dat hierbij vooral moet worden gekeken naar de bijdrage van de verschillende locaties op de leefbaarheid. Dit is met name een belangrijke bestuurlijke en politieke vraag. RWS geeft aan dat zodra de school in de ene kern wordt gerealiseerd, deze kern meer ‘levensvatbaar’ zal zijn dan de andere kern. PL vraagt om een vergelijking van de leefbaarheidsaspecten van: 1. Realisatie van de school op de al bestaande locatie 2. Realisatie van de school in combinatie met sportvelden Volgens PL zijn de voor- en nadelen van deze twee scenario’s nog vrij oppervlakkig omschreven. RHDHV geeft aan dat deze analyse van leefbaarheid een enorme diepgang vergt in de verschillende aspecten, het gaat hier om haalbaarheidsonderzoeken en nog niet om uitwerking van een plan. PL stelt voor om de tijd te nemen bij de voorbereiding en een goed verhaal op te stellen. RWS vult hierop aan dat de praktijk leert dat het betrekken van belanghebbenden bij een project een positieve invloed heeft op het slagen van een plan. ROG stelt voor om duidelijk verschil te maken tussen de kwaliteit van de verschillende mogelijkheden. Door (gewenst) onderscheid te maken tussen verschillende keuzes kan een bepaalde keuze meer acceptatie krijgen. Bijvoorbeeld: een mooi kunstgrasveld op de oude locatie tegenover aanleg van een grasveld op een nieuwe locatie. PL benadrukt dat inzicht in ieders belangen bij de afweging van de scenario’s van belang is. Het uitzoeken van deze belangen kost tijd. De deadline in maart zal dan niet haalbaar zijn. PL merkt op dat de verschillende dorpskernen steeds meer naar elkaar toe groeien nu ze met het zelfde probleem te maken hebben. De kernen krijgen begrip voor elkaars situatie. RHDHV geeft aan dat de realisatie van een nieuwe school met sportaccommodatie tussen de dorpen in voor beide dorpen het afstaan van een voorziening betekent en een mindere betrokkenheid kan opleveren: de nieuwe plek ‘hoort’ niet bij een van de dorpen. GSG geeft aan dat de schoolkinderen ongeveer 8 jaar op de school zullen verblijven. Relatief gezien is dit een vrij korte tijdsperiode. Dergelijke veranderingen zijn daarom niet van heel grote invloed op de beleving. PL stelt voor geen keus te maken tussen de twee scenario’s, maar beide scenario’s uit te werken en voor te leggen. GSG vraagt waarom de sportaccommodatie alleen aan de oostkant van de Kempenweg is gesitueerd en waarom niet aan de west kant? ROG antwoordt dat de kans van slagen van de locatie aan de westkant veel kleiner is door de lagere ligging van het gebied en de ligging in een archeologisch aandachtsgebied. PL vraagt zich af wat het grote voordeel is van de combinatie sport en school. 15 januari 2014 Error! Reference source not found. 5/1 ROG geeft aan dat de basisschool zo ook buitensportmogelijkheden krijgt. GSG vraagt hoeveel nu gebruik wordt gemaakt van buitensport. GSG vraagt zich af of door het vergroten van de buitensportmogelijkheden ook daadwerkelijk meer aan buitensport zal worden gedaan. ROG antwoordt dat niet veel gebruik wordt gemaakt van buitensportmogelijkheden. Wel kan een mooie combinatie worden gezocht tussen het gebruik van een gezamenlijke kleedruimte: overdag door de school en ’s avonds en in het weekeinde door sportverenigingen. RHDHV zegt dat deze combinatie dan lijkt op de reeds gerealiseerde situatie in Holtum en vraagt wat daar de ervaringen zijn. GSG geeft aan dat gedeeld gebruik maar een beperkte invloed heeft bij de voordelen. Misschien het gedeeld gebruik van een parkeerplaats. PL vraagt zich nogmaals af wat nou hét grote voordeel is van een combinatie tussen de sportaccommodatie en de basisschool. GSG stelt dat de school in Grevenbicht nu ook niet ver van de sportaccommodatie afligt en er dus gebruik van kan worden gemaakt. Standpunt Provincie Limburg RHDHV vat het standpunt van de provincie samen: Het initiatief van de bovengenoemde ontwikkelingen ligt bij de gemeente Sittard-Geleen, de gemeente moet er achter staan. Het beleid is gericht op ontwikkelingen binnen de contour. Ontwikkelingen buiten deze contour zijn uitsluitend mogelijk, mits planologisch goed gemotiveerd en ingepast. Het leefbaarheidsaspect krijgt bij de beoordeling extra aandacht. Er moet rekening worden gehouden met de integrale visie van de provincie op het maatschappelijk vastgoed. PL vult aan: grote voorkeur voor realisatie binnen de rode contour. Het planologische uitgangspunt is feitelijk niet: “ja, mits…”, maar “nee, tenzij…”. Bij een combinatieprogramma moet functie uitwisseling op de locaties plaats vinden. 5. Standpunt Rijkswaterstaat Voor RWS is realisatie van een functie buiten de rode contour niet relevant. Wel dient het verlies aan het bergend vermogen als gevolg van een initiatief één op één in het gebied te worden gecompenseerd. GSG geeft aan dat er politieke mogelijkheden zijn met betrekking tot de realisatie buiten de contour. Echter is dit in strijd met het beleid van de provincie, ook brengt deze realisatie (ongewenste) compensatieplichten met zich mee. GSG en PL benadrukken dat bij het onderzoek rekening moet worden gehouden met de kosten van compenserende maatregelen bij een bepaalde keuze. GSG geeft aan dat compenserende maatregelen een abstract begrip is voor de belanghebbenden. RWS geeft als tip dat de compenserende maatregelen (bij goede doorrekening) wel uit te drukken zijn in bedragen. 15 januari 2014 Error! Reference source not found. 6/1 6. WVTTK RHDHV vraagt of er nog andere zaken moeten worden besproken. PL vraagt zich af de terugkoppeling op de twee rapporten (clustering scholen en de sportaccommodatie) gezamenlijk plaats zal vinden. GSG geeft aan dat de rapporten twee verschillende trajecten omvatten. Het middengebied vormt in beide onderzoeken (sport en onderwijs) een potentiële vestigingslocatie. Voor dit onderdeel zal afstemming plaatsvinden tussen beide bureaus. Indien de partijen zich in de kernen vestigen, waardoor ze niet op dezelfde locatie zullen komen, zal ook de terugkoppeling van de rapporten gescheiden plaatsvinden. De twee projecten zijn van elkaar gescheiden, maar vertonen raakvlakken in het overleg met de provincie en met Rijkswaterstaat. Daarom is het handiger om deze twee projecten in dezelfde bijeenkomst te behandelen ook al zijn ze van heel verschillende betekenis voor de belanghebbenden. ROG begrijpt dat de deadline van 1 maart moeilijk haalbaar is. GSG merkt op dat de bestuurders kritisch naar de studies zullen kijken. GSG zegt dat het een onverenigbare gedachte is dat de gemeente straks op verzoek van Kindante bouwheer zal zijn van een onderwijslocatie op een plaats in het buitengebied, waar de gemeente planologisch gezien niet achter kan staan. RHDHV vraagt of er verder nog vragen zijn. RHDHV bedankt iedereen en sluit de vergadering. 15 januari 2014 Error! Reference source not found. 7/1 Bijlage 1: 15 januari 2014 Mogelijk nieuwe onderwijslocaties Error! Reference source not found. 8/1 18 8A 2 str aat 2 Ho Bu rg 12 10 8 6 4 4 18 12 10 14 6 14 6 me lweg 18 4 34 36 8 10 44 12 7 9 42 40 5 10 14 37 39 41 11 13 15 17 19 34 43 str aa 3 t 16 2 30 28 2 vin g en 25 4 21 23 25 27 bos 5 36 6 lia Ju 4 8 Tom be rst ra at 6 6 24 26 32 22 24 26 2 28 4 7A 24 22 24 20 aat 28 30 20 26 28 5 7 30 9 32 34 28 3A 40 1A 36 50 36 54 38 56 40 11 13 15 17 19 21 23 4 59 40 35B 35 ra at 6 58 5 60 42 aa t Ki 6 8 ra at 37 7 13 71A u tstr Ho t 2 39 en 15 ek Eik str 1 3 14 ra at 31 11 a an 17 e nsl St iftst 42 D uijs 12 aat Dr 73 46 be 44 4 ng 10 27 38 16 20 str dis 10 12 22 34 42 44 32 25 4 25 8 10 22 3 26 46 23 57 aat 35A St iftst St iftst 10 15 7A 48 34 21 33 2 t nd en 2 aa 45 te Tie 55 aat tr aa 6 str 53 Ab dis str str u iss Kr aa t 19 51 31 en 11 71 ilig He 6 e nstr Wilg Gro 49 31A Eik 9 69 2 4 vin g en 26 24 Ab 8 36 17 47 7 str ro 12 1A 45 29 nsla an a an nje en Me 5 e nsl 67 Ka sta aa t nd 43 25 3 D uijs Dr D uijse Dr 65 6 8 10 Tie te 15 12 8 1 38 41 Gro 39 23 24 39 37 13 35 33 11 31 29 t 63 lux en 9 14 18 4 26 27 14 25 22 6 23 20 19 21 13 16 17 11 18 15 9 18 8 20 13 7 54 11 3 5 16 12 7 1 2 18 38 40 6 14 str aat r aa u tst Ho 61 ne nd Ab dis 19 31 29 59 Be al an t 33 17 27 25 57 36A Tie 7 an la an aa 5 17 27 ala 53 lux str 3 15 23 he lmin 51 ne 1 13 25 Wil 21 t Be vin g en n 23 tr aa 16 18A 18 o te Gr 18 20 ro 10 14 16 20 Be ne lux la an Me 6 8 12 10 14 Hop pe nho fje slaa 11A 22 4 6 3 11 21 19 iss 22 24 26 20 11 6A 8 10 12 14 16 18 2 8 9 4 4A 6 9 19 8 16 an 2A 18 nla 11 17 17 12 2 20 7 5 1 ze Ro 9 15 4 24 7 t 15 an 45 Kru 50 7 t raa Th or be ckes tra at 9 12 28 30 32 34 36 n laa 5 13 11 5 dr ikst 13 n ala 10 na 5A 15 9 39 45 16 48 13 5 50 8 19 Me en str 17 52 g vin 18 ro 47 15 21 24 a an 25A aa t 7 9 5 11 60 13 15 17 62 19 23 eg 64 66 70 29 72 31 23 37 41 stra at 13 45 43 47 55 at 11 35 17A nd er 13 15 17 67 49 33 70 57 65 39 stra 59 str aa t 78 9 22 68 18 20 5 7 27 elk ove 7 nd er Ku pp 9 1 25 15 1 73 aa t at 5 stra 74 7 16 21 71 77A 77 73 75A 75 Hou tstr 79A 79 69A 71A 69 71 3 at str aa t Fr an ken Fr an ken 21 bos 69 51 nd er 73 stra 77 We g van nd er 63 79 elk ove 53 61 at Ku pp G re 83 stra ven bic ht n aa r Bo rn 65 at Heu vels weg Be ela er tsst ra at stra nd er 19 elk ove at aa t 20 nd er elk ove Ku pp elk ove elk ove stra elk ove at Ku pp stra stra at 71A Ku pp 37 nd er nd er 67 35 elk ove elk ove 65 Ku pp 76 3 14 58 5 63 an 38 Ku pp Ku pp nd er 59 nsla 40 Ku pp 26 34 36 t uijse 11 24 28 30 32 Fr an ken str 10 3 t Heilig Kru isstr aa t tstr aa 33 Dr D 81 str aa 2 4 6 8 12 14 16 18 20 67 1 3 Hou 79 Es sen 10927 m2 57 29 aa t 2 4 6 10 12 me 56 26 28 en str Geib oo ms weg 27 Lind 1 12 53 e nsl en str Ko m me lweg 10 12 77 Lind m 51 22 54 19 D uijs 25 Dr 2 4 6 8 2A lw Tom be rst ra at 10 t 20 aa 49 23 75A stra at Ko 21 75 2 4 6 en Be rk 17 71 75 85 81 Ke m pe nwe 3 Har kho ven str aa t g 8723 m2 bos Duk k ela ars weg Be ela er tsst ra at 68 67 69 64 71 73 66 65 60 Ke m 63 58 61 g 56 pe nwe 57 54 r kho Ha ven 55 bos str aa t 52 bos 53 50 51 48 49 42 47 40 36 45 bos 43 34 32 30 21 41 Ke m pe 17 28 nwe g 39 19 bos 15 Bu rg 13 13 26 24 1 5 30 28 34 32 37 35 33 29 27 29A 17 9 7 23 15 13 11 13 11 21 4 5 6 8 3 25 23 21 19 17 15 2 13 11 9A 4 6 3 1 5 7 9 8 10 13 7 9 17 13 15 15 17 4 10 5 19 23 21 8 t ra 4 10A 4 tss 7 7A 15 19 17 23 21 29 31 8 Bo rn er weg 16 11 6A 27 25 13D ek 9 5 6 5A at 5 13E 13 13 38 36 34 32 30 28 26 24 22 6 20 18 16 14 4 12 8 10 42A 8 42B 13G 2 22 Bo rn er 44 13F 15 17 weg 33 15 21 de Ou 4 2 uis on ckh a dh Ra 19 va n Br s tra at or stla Ma ass tra at 24 17 Ka re l 23 8A an Figuur Titel Overzichtkaart locatie 1 t/m 4 1 Project BC6759 Opdrachtgever Stichting Kindante Datum Schaal (A3) 22/11/2013 1:5000 ... Volgnummer CheckedBy 1 Pad: C:\Data\Projecten\BC6759_zoeklocatie_School_Grevenbicht\MXD\Locatie4_B04314_B04121.mxd 29 27 1 11 5 7 13 5 25 3 1 10 9 19 2 12 15 17 3 14 11 13 16 14A 24 31 3 7 9 7 9 20 18 7 3 5 1 2 11 4 20 19 22 21 9 7 2 5 25 18 17 29 6 5 22 7 11 2 3 1 3 24 1 3 2A la an 4 k inck 4A Dirc 6 n 10 8 1 26 10 9 24 23 23 14 4 28 8 7 38 36 33 16 20 30 6 5 42 40 37 31 18 pa laa 12 er 9 9 3 Bo rn er weg 42C 4 3 21 8 18A Eu ro 14 ela 13C 7 Ki ngbe 6 5 23 3A 3A 21 12 20 15 22 1 3 9 19 5 g 1A 7A 17 3 We 1 7 15 7 32 13 9 40 34 11 26 20 18 36 9 20 24 16 38 12 11 7 4 ne 5A 5 22 44 42 10 26 13 14 19 28 15 16 6 30 3 8 32 1 10 24 38 34 2 14 Gr oe Be 13B 5 k de Bee 1 ker k 15 20 de 11 13A 5 tra at Lan gs 11 26 40 36 gs 9 3 dh uiss 7 15 28 42 eg du sla 7 e Raa 5 12 26 W Lan 5 kt ibr or an 14 18 22 1 an 13 18 34 32 28 ne 16 20 24 3 an Pa st Jan sse nla 13 M ar St Will Oud or stla 11 16 30 44 4 2 34 32 oe 6 36 Gr 26 de 1 28 du n gs La r or llib 28A Wi an 1 10 38 2 4 40 4 St 21 17 scho ol 13A 12 38 36 19 6 19 sla ter on ckh 9 16 40 Har re cove n 44 42 17 n 8 46 2 1 12 48 42 15 8 s laa Gr ij 15 ich 3 va n Br 7 28A 44 g 13 Pa st kt Obb 1 Ka re l 5 22 14 10 50 at We ne str aat Gr oe 11 de 10 spo rth al 2 M ar ht Locatie gs Vee 12 4 ter 19 ic bb Legenda 43 41 39 33 Lan 6 ich 25 1-7 1-1 O at t ra 37 35 31 de 10B 18 16 tss t 9 raa gs nst Lan cke 14 n 17 11B Obb 1A 1-8 1-2 3048 m2 15 11A 23 1-9 1-3 er stra er 7 16 Ven 8 kt ela 27 23 laa M ar at 12 18 31 Be 25 Zit zen ter t 10 ich raa 21 19 Bu rg Pa st cke 25 23 21 Obb 8 10 Ven nst 2 Bu rg t cke 5 ra at 5 11 raa Ven 3 n sst Soo 9 7 nst 3 1 er stra 35 1 4 Pa st 15 7 2 Vo nd Bu rg 2 13 10A 20 t 29 17 5 3 6 t 14 ra at 4 11 sst 1 24 2 raa 9 21 2A sst 11 Vo nd ijk s D aa 6 9 ek 2B kst raa lzer 33 6 be 1-1 0 1-4 Ma ass tra at M lzer a an eg 22 ng 1 1-6 1-1 1 1-5 ht Ki ic bb 2C Br oe er tsst 7 16 inckl nw O 4 r Pe 23 13 m pe ijk cove n r Pe t Ke 8 21 19 lein 8 t ne rsp 15 Dirck 2 D Har re 18 20 Be ela 5 t 4 raa ra at 8 raa 12 6 kst ulle 8 12 14 12 Br oe Me Pa te 8 a an 10 31 14 29 25 23 4 etl 16 37 33 31 sst 18 2 Ri 2 Har re cove n n ra at g Pa te raa 29 Har re cove er gst 10 lzer Pa st pe nwe 10 27 aa t 12 14 18 22 H insb 35 12 25 ven str 24 28 10 va n 27 8 Har kho 16 20 26 30 Bu rg 14 16 ra at Ke m n er gst n pa laa n pa laa H insb 20 nts oe Eu ro 5A ra at r Pe n pa pla Eu ro 14 va n 10 12 er gst 3 nts oe Eu ro NTZ Bu rg 2 4 6 8 Pa te n 5 H insb 1 nts oe pa pla pa pla Eu ro Eu ro va n er gst 7 Bu rg H insb 9 3A 3 1 bos va n 26 11 bos bos 22 41 29 4 ro 19 5 37 18 Me 32 23 23 4 12 8 28 7 5 40 3 38 1 1 42 35 34 20 9 32 16 11 30 31 32 6 13 24 26 28 29 36 38 23 25 27 24 Ko m 2A 12 15 22 20 25 26A 26 2 17 22 4 30 2 21 22 12 24 20 10 11 2 14 8 4 16 9 18 22 7 4 16 16 14 5 18 6 6 17 21 4 9 3 17 8 6 7 10 15 8 6 12 11 13 10 33 31 8B 10 12 23 ub en 14 14 4 6 n 16 8 26A 58A 62A 16 10 20 13 11 3 58 60A 60 62 64 66 70 72 2 4 22 8 24A 24 6D 6A 10 7 1 12 5 17 2A 26 14 t aa 17 13 Hen 11 lmi 46 18 22 56 76 3 19 6E 26 str 21 at r aa u tst Ho 11 Pr ins 9 lhe ilig He 48 30 en 19 53 51 47 9 7A 7 Wi 41 52 34 36 ub 25 3 7 5A 5 34A 38 40 n laa Ho Hop pe nho fje slaa rg 17 Bu 15 55 53 1 5 an 34 42 44 52 na 13 t 17 Be at rixla an 1 39 45 Raa dh uisst ra 3 ala 37 t 7 5 3 1 13 15 34 47 3 1 he lmin 35 tr aa 11 11 43 tr aa 35 aa t 43 Wil 33 ur itss t aa 36 31 Ma str 41 29 8 en 13 2 olstr 39 27 2 bos 9 n 45 Nie u ws 33 Sc ho at 15 at 32 31 t ra 13 tra 35 uiss 11 25 Is 33 dh at 23 lem ub 7 lan tsoe 29 31 Raa 9 ns tra 21 Wil Ho 11 37 rin ap 29 or ma tra rg 5 9 tha St Ca 27 27 7 Is lem Hop pe nho fje slaa n 35 25 25 5 l Do Wil 20 22 24 Bu 28 spo rth al 5A 7 raa t aa t 24 23 scho ol 6236 m2 ilde weg 3 est er Spe 33 Nieu wstr 21 3 Ka re 16 18 at 1 Me est 31 23 19 22 lia Ju en 9 plan tso 5 5 21 ath ar ina Sin t C Sc hin kelku 3 29 8 6 8 laan Tom be rst ra at 7 3 27 1 7D at p el iska bos Julia na 20 t/m t ra Kru 43 1 2 pa d 12 10 17 dh uiss 2 p el iska 19 1 5D Raa 4 Kru 36 r de NTZ Ke rk 17 t/m tra at 24 26 r de 41 Me est er Spe est raa t 18 16 14 28 30 Ac hte 3A t/m 3 D ker k aa t 6 er gs Ac hte 39 Julia na laan 48 l 1B t/ m 1E 15 on enb 12 14 16 18 20 5 46 17 6B 32 ne Pao 19 eu de Gr 37 31 3 1A Sc ho olstr Aa n 6 32 34 bos 17 6C 6 34 27 23 15 36 37 35 38 39 42 l aa t 1 Cro 5 46 ne Pao 47 7 5 11 d estr t ra at 13 5 Wei aa t eu de Gr Aa n 11 dh uiss 9A 9 4 13 Raa 21A 15 9 8 11 17- 1 Nieu wstr 15 13 7 4E 4D 4A 4F 17- 6 17- 4 17- 2 17- 5 17- 3 15A 15 13 13A 13B 13C 13D 4C 4B 4 2A t/m 2 E at 15 rs tra 11 ± Pe pe 6 10 Bijlage 2: 15 januari 2014 Kaart behorende bij de Beleidsregels grote rivieren Error! Reference source not found. 9/1 Kaart behorende bij de Beleidsregels grote rivieren Locatie Grevenbicht/Obbicht Legenda Kadastrale percelen (okt 2013) Beleidslijn Grote Rivieren (V2009) Gebieden WBR artikel 2a Stroomvoerend regime Bergend regime Nieuwe buitendijkse gebieden (Ruimte voor de Rivier) 0 0 0 Kilometers Gebruik van de kaart: Deze kaart geeft een indicatie van de werkelijkheid weer. Deze kaart is niet bedoeld voor gedetailleerd gebruik of voor ontlenen van informatie voor operationele besluiten ter plaatse. Auteur: Wesley van Rooij Datum: 16-01-2014 Schaal: 1:8.416 Bijlage 3: Mogelijke locaties voor realisatie van sportvelden Presentatie ROgroep 15 januari 2014 Error! Reference source not found. 10/1
© Copyright 2024 ExpyDoc