Vogelkrant 43e jaargang nr.2 Maart 2014 In dit nummer: Uitnodiging jaarvergadering Verslag vorige vergadering De ransuil, agapornis cana, Binsenastrilde, berenklauw Ringenbestelformulieren, Op bezoek bij………….. Aangesloten bij de N.B.v.V. Opgericht 24 oktober 1961 te Bergen op Zoom. W17 Vogelliefhebbers “Wieringermeer” W17 Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 Binsenastrilde (Neochmia ruficauda) Ondersoorten Neochmia ruficauda ruficauda, Neochmia ruficauda clarescens, Neochmia ruficauda subclarescens. Bij de laatste loopt het rood op de kop verder door en is feller rood, maar heeft een blekere gele buik. Bij de ruficauda is de buik niet meer geel, maar eerder crème te noemen. Verspreidingsgebied De Binsenastrilde komt voor aan de Noord - Oost kust van Australië. Habitat/ Voorkomen Droge grassteppen, bosranden, rivieroevers Lengte 12 cm Geslachtsonderscheid Bij de pop is het rode masker veel kleiner en de gele buik matter als bij de man. Karakter Sociaal, kan soms een agressief exemplaar tussen zitten, maar ik heb dit zelf nooit meegemaakt. Zijn wat mij betreft zeer geschikt voor een gemengde volière. Huisvesting Kan zowel in een kooi als in een volière, paarsgewijs. Buiten de broedtijd kunnen ze in kolonie. De kweek is niet moeilijk te noemen en accepteren nestcontrole vrij gemakkelijk. Voeding Een standaardmix voor prachtvinken aangevuld met gele en rode senegalgierst en japanse millet. Trosgierst, eivoer, af en toe wat groenvoer en tijdens de kweek levend voer. Pinkies en Buffalows zijn geschikt als levend voer. In de natuur eten ze veel va grassoorten en ook zaden van een Australische inlandse eikenboom Nestkast Tralienestkast of halfopen nestkast, eventueel beschut door (kunst)beplanting. In de volière maken ze ook wel een vrijstaand nest in een struik. Broeden in de natuur zowel laag bij de grond(30cm) als tot 6m hoogte. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 Nestmateriaal Kokosvezel, hooi, dierenhaar, mos, sisal, jute, katoen Legsel Broedtijd Uitvliegtijd 5 eieren 13 dagen 21 dagen Zelfstandig 40 dagen, duurt iets langer als bij de meeste prachtvinken, de jongen zijn ook wat schuwer. Zorg voor voldoende nestkasten waar de jongen in kunnen slapen, dan is er minder kans dat ze het volgende broedsel verstoren. Zodra ze zelfstandig zijn scheiden van de ouders. Op kleur 9 maand, dit duurt dus beduidend langer dan bij de andere Australische prachtvinken. De mannen beginnen wel al na 3 a 4 maand met zingen, zodat geslachtsonderscheid eerder mogelijk is. Ringmaat 2,5 mm De binsenastrilde is een bedreigde diersoort, vooral de neochmia ruficauda ruficauda. Door overbegrazing en verbranding veranderd veel grasland in woestijn, waardoor er voor de vogels minder zaad te vinden is. Ze worden steeds verder naar de kust gedreven en daar krijgen ze te maken met zout water. In gevangenschap zijn de ondersoorten zodanig met elkaar gemengd dat er geen goede onderscheiding meer valt te maken. Mutaties Bruin: deze mutatie vererft geslachtsgebonden recessief. Pastel: deze mutatie vererft autosomaal recessief. Bont: deze mutatie vererft autosomaal recessief. Geelsnavel: deze mutatie vererft autosomaal recessief. Er zijn ook combinaties mogelijk van deze mutaties, zoals bijvoorbeeld geelpastel. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 Jaarverslag 2013 Ik ga nu eens niet als voorgaande jaren negatief beginnen! De clubavonden worden redelijk to goed bezocht! Zeer waarschijnlijk komt dit door een aantal nieuwe leden die eind 2012 en in de loop van 2013 lid zijn geworden. Dus dit is een positieve wending. In 2013 zijn er 4 leden die afscheid genomen hebben van de vereniging (S. Heuvels, Nathan Kok, dhr. Carstens en B. de Jonge) allen om verschillende redenen. Daarentegen hebben we 9 nieuwe leden kunnen begroeten! Wim Euwen, Cathy Dekker, Quinty Dekker, kinderboerderij het Langoortje uit Medemblik, Ab van Santen, Ina Veldhuizen, Piet Beer, Jaap Roestenburg en een oude bekende Edith van de Bovenkamp! De meeste van deze leden (soms met aanhang) komen regelmatig op de ledenvergaderingen. Super! Op dit moment van schrijven hebben wij 37 leden, waarvan 4 jeugdleden, we zitten weer in de lift! Digitaal laten we ons ook van onze beste kant zien. Begonnen we eerst met een facebook-pagina hebben we nu ook een prachtige website gecreëerd door Alex Dekker onze webmaster, waarvoor hulde! Dus mensen blijf up to date en volg ons op het wereldwijde web! Het clubblad blijft zo als het nu is met de pakkende voorpagina in kleur. We blijven proberen het nieuwe item “op bezoek bij……” iedere uitgave van dit blad zijn doorgang laten gaan, maar, dat komt natuurlijk volledig voor uw rekening! Financieel gezien zijn we ook gematigd positief mede door de opbrengst van de RABO fietssponsortocht, de rest van de financiën worden tijdens de jaarvergadering onthuld door de penningmeester Dit jaar zullen er geen bestuurswisselingen zijn, maar bereid u maar voor: in 2015 wel! De voorzitter heeft inmiddels al laten weten van deze optie gebruik te maken, immers hij is vaak afwezig tijdens de vergaderingen!! En wees eerlijk de vergaderingen werden goed voorgezeten de penningmeester maar dit is toch de eigenlijke taak van de voorzitter. Leden, jullie hebben een jaar de tijd om te bedenken of dit baantje wat voor u is. Schroom niet en laat het tijdig weten aan het bestuur. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 Wederom als laatste van dit jaarverslag, de tentoonstellingen. Als eerste onze eigen tentoonstelling: 12 vogels meer dan het ervoor, 287 vogels stonden er op de planken! Deze keer wat meer variatie in prijswinnaars. Ook wat meer winnaars van buitenaf, bedoelende onze gastinzenders! Zowel de kanarie (rode kleur kanarie 92 pnt.), de tropen (ceresamadine 93 pnt.) als de parkieten (forpus 93 pnt.) gingen met de hoogste eer aan de haal. Bleven er dan geen prijzen meer over? Natuurlijk wel! De rest van de prijzen werden gewoon verdeeld. Het kampioenschap voor de parkieten (bourksparkiet 92 pnt.) ging naar een verrassende winnaar Cor Meester!. Het was inmiddels 25 jaar geleden dat Cor een kampioenschap kon vieren. De kanariebeker (five fancy 91 pnt.) ging naar de secretaris en de tropenbeker (gouldsamadine92 pnt. ging voor de eerste keer naar Rico Beer. Met deze vogel werd hij natuurlijk ook kampioen jeugd. Ook werd Rico kampioen stellen en won tevens de klassementsprijs (4 hoogst scorende vogels). De stammenbeker was ook een prooi voor de secretaris. De Derbyprijs kreeg ook een geheel nieuwe winnaar: Erwin Wortel had een prachtige spitsstaartamadine van 91 punten. Verder liet Rud Bouwman weer eens van zich horen met het overjarige kampioenschap (een zilverbek opaal, 90 punt). De laatste prijs werd weggekaapt door Geert Zwaan, de Open klasse beker werd zijn prooi met een Port Lincolnparkiet van 93 punten! Onze tentoonstelling werd redelijk tot goed bezocht, ik denk dat de vogelsport weer in de lift zit. Verder werden er op regionale shows (Leeuwarden, Schagen) goed gescoord met diverse kampioenschappen. De laatste tentoonstelling van 2013 was de District show in Zwanenburg. Marc Kok, Rico Beer en Marco Zwier waren de deelnemers en vielen alle 3 in de prijzen! Begin 2014 het landskampioenschap in Apeldoorn. Twee deelnemers Piet Beer en Marco Zwier. Twee in de prijzen! Piet Beer, Zilver en Brons met zijn Goulds, Marco Zwier goud met een stel zilverbekjes ino. Dit zijn natuurlijk top prestaties, een goed begin van 2014. Gezien het afgelopen jaar denk ik dat we een gezonde vereniging zijn met alle potenties om groter te groeien. Veel kweek succes toegewenst voor 2014 en tot ziens op de ledenvergaderingen of anders onze komende jubileumshow (de 50e!) Uw secretaris Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer De Ransuil is iets kleiner (36 cm) en slanker dan de Bosuil. De uilen hebben lange, vaak steil omhoog gerichte oorpluimen en oranjegele ogen. De bovendelen van het verenpak zijn roestgeel met grijsbruine spikkels. Aan de onderkant is de uil iets lichter gekleurd en heeft hij brede, donkere lengtestrepen. De staart is roestkleurig en heeft 6 tot 8 donkere dwarsbanden. Het gemiddelde gewicht van een mannetje bedraagt 250 gram en van een vrouwtje 300 gram. De Ransuil bewoont in de winter bijna onopvallend groenblijvende bomen. Met grote aantallen, soms wel tot 20 exemplaren, en de boomstam imiterend, kan men ze vinden in o.a. spar, hulst, of thuja. Af en toe kan men ze vinden in een kale loofboom, zoals een treurwilg. Geluidsherkenning Het geluid van de Ransuil is al even onopvallend. Het mannetje stoot met regelmatige tussenpozen een korte "hoe"-roep uit, die soms wel een kilometer ver te horen is. Gedurende de balts antwoordt het vrouwtje met op "uu" eindigend brommen, dat enigszins lijkt op een speelgoedtrompet. Als ze boos zijn, roepen beide geslachten blaffend "weg-weg-weg". Jongen janken met een hoog, op het schreeuwen van een ree lijkend "fie". Daarnaast klapt het mannetje tijdens de baltsvluchten in de buurt van de broedplaats luid met zijn vleugels. Broedtijd Laat in de winter, meestal in februari, begint de voortplantingstijd. In stille nachten kan men dan de doffe zang van het mannetje horen. Als broedplaats dienen vaak verlaten kraaien-, of eksternesten in bomen of heggen. Gewoonlijk worden er 3-5 eieren gelegd, met tussenpozen van 2 dagen. Het broeden begint meteen als het eerste ei is gelegd. De broedtijd duurt 27 of 28 dagen. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Takkelingen De pas uitgekomen jongen hebben een wit donskleed, het "wollige" tussenkleed is licht grijsbruin met "verschoten" donkere tekeningen en een donker gezicht. Na 3 à 4 weken verlaten de jongen het nest en klimmen in de takken rond, vandaar de naam takkelingen. Pas met 5 weken zijn ze vliegvlug. Ze worden nog 4 à 5 weken door de ouders verzorgd. Nachtjager De Ransuil is 's nachts actief en jaagt zowel vanuit een uitkijkpost als in de vlucht. Zijn voornaamste prooi wordt gevormd door kleine woelmuizen, vooral veldmuizen. Daarnaast vangt hij ook bij schaarste, kleine gewervelde dieren, oa de Huismus. Bedreiging Sinds de zeventiger jaren is de populatie behoorlijk teruggelopen. De Ransuil staat op de rode lijst. Verkeersslachtoffers, gebrek aan nestgelegenheid en predatie zijn de belangrijkste oorzaken. De jaarlijkse aantalschommelingen kunnen groot zijn, maar die hangen nauw samen met de stand van de veldmuis. Op plaatsen die geschikt zijn voor Ransuilen, maar waar geen natuurlijke nesten aanwezig zijn, kan men eventueel kunstnesten aanbrengen. Dat kan een “natuurlijk” nest zijn in de vorm van een nagemaakt kraaiennest of een bodem van een mand, die in de boom kan worden geplaatst. Braakballen Naast het tellen van de uilen worden ook braakballen verzameld en onder deskundige leiding door vrijwilligers uitgeplozen en gedetermineerd, het is de bedoeling dit gezamenlijk aan het eind van het seizoen te gaan doen. Braakballen zijn alle onverteerbare delen van hun prooi die het lichaam worden uitgewerkt voordat het spijsverteringskanaal erdoor verstopt raakt. Onder roestplaatsen kan soms een hele stapel van zulke harige ballen worden aangetroffen. Zo krijgen we waardevolle informatie over het voedsel van de Ransuil waarbij we later jaartrends en regionale verschillen kunnen vaststellen en bijv. een vergelijking met Kerkuilen kunnen maken. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 Berenklauw (Heracleum Sphondylium) Vanwege haar forste gestalte is deze plant genoemd naar de sterke Heracles. Voor ons heeft deze plant met zijn Nederlandse naam berenklauw een toepasselijke naam, het grote, zwaar behaarde blad lijkt immers op een berenklauw. De berenklauw is een vrij grote plant, die in grootte kan variëren van 80 tot 150 cm. Er bestaat ook een reuzenberenklauw met een hoogte tot wel 300 cm. De grootte van de plant hangt zeer nauw samen met de vochtigheidsgraad van de standplaats. De plant houdt van een niet te droge bodem zoals die voorkomt in wegbermen, bosranden, en ruigten. In maart- april geeft de berenklauw haar eerste tekenen van leven. De dikke in elkaar gevouwen bladerstrengen wordenboven de grond gestoken. Vervolgens ontvouwen de snel groeiende bladeren zich en bedekken de bodem. In mei beginnen de eerste bloemstengels uit te groeien. Zij vallen op door zich hoog boven de overige vegetatie te verheffen. Berenklauwen zijn giftig en kunnen bij aanraking, vooral bij warm zonnig weer, brandwonden veroorzaken. Zolang de plant groen is, bevat het sap een bijtende stof die de brandwonden veroorzaakt. De zaden worden echter pas door onze vogels gegeten als deze helemaal rijp en gedroogd zijn. Tot december zijn de zaden te oogsten op de verdroogde stengels. Vroeger werd de wortel verpoederd als middel tegen zenuwziekte, spijsverteringsstoornissen en verstoppingen. Een aftreksel van het aromatische zaad diende ter bestrijding van wormen. Bloeitijd: Juni/herfst. Oogsttijd: Als de plant helemaal verdroogd is. Vindplaats: In bossen, wegbermen en weilanden. Vogels: Gorzen, kruisbekken, appelvinken en parkieten. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 Op bezoek bij……………………. Is verder opgezet door Geert Zwaan, hier onder zijn verslag. Ik mocht op bezoek bij… Rud Bouwman Rud is mede oprichter van onze vogelclub in 1961. Rud inmiddels 83 jaar heeft daar een boeiend verhaal over verteld, en daar met hart en ziel zijn tijd in het belang van de club aan besteed. Volgens hem is hij inmiddels het oudste lid van de vereniging. Ook heb ik z’n prijzen kast mogen bewonderen, en dit verteld, dat hij ook nog verstand van vogels kweken heeft, velen zullen daar best een beetje jaloers op zijn! Ik heb z’n eerste beker [zie foto ] gezien, apetrots was hij er op dat hij die toen kreeg. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 Ook verteld Ruud, dat door je er in te verdiepen, en door ervaring je de kennis krijgt die je nodig hebt. Alles heeft een begin zo ook de belangstelling voor vogels bij Ruud, van thuis uit hadden ze veel beesten o.a. konijnen maar ook kippen,daar showden ze mee, zo kwam Ruud ook vogels op de show tegen, wat hij toch wel mooi vond. Het begon met japanse meeuwtjes, al gauw gevolgd door groene grasparkieten. Wat hem zo aantrok in de vogels waren vooral de kleuren maar ook het verschillende gedrag van de vogels. Het maakt Ruud niet uit wat voor vogels hij kweekt want hij vind ze allemaal schitterend. Ik vond in z,n hokken dan ook een verscheidenheid aan soorten aan o.a. forpussen, elegant parkieten, verschillende soorten kanaries, japanse meeuwtjes, bourksparkieten, diamant duifjes, enz. Hij heeft vroeger, dat hij in het bestuur zat een belangrijke rol gespeeld op allerlei fronten. Zo ook vertelde hij op mijn vraag: gaven jullie ook bijv. aan de jeugdleden adviezen wat betreft ; huisvesting, voeding, ziekten en gebreken, waarmee te beginnen met welke vogels, enz.? Daar werd zeker heel veel aandacht aan besteed volgens Ruud, ook werd onderlinge hulp aangeboden, met bijv. ziekte en vakantie’s. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 Vraag; was keurmeester niet iets voor jou geweest? Antwoord: Ik heb ik zeker zwaar over nagedacht, maar is er toch niet van gekomen. Ondanks z’n hoge leeftijd vind Rud het nog steeds prachtig om met zijn vogels bezig te zijn, ook gaat hij regelmatig naar vogelbeurzen met zijn maat Cees Verwijs. Ook zijn vrouw Maartje, zo mocht ik haar noemen, vind Ruud z’n hobby mooi, en als Rud even niet kan, dan zorgt Maartje wel voor zijn vogels. Ruud bedankt voor de prettige ontvangst, en wens jullie nog fijne jaren met elkaar en je vogels. Hartelijke groeten van Geert Zwaan. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 AGAPORNIS CANUS (grijskop agapornis) GESLACHTSONDERSCHEID Bij de man is de kop, keel en de nek grijs van kleur. Het vleugeldek en mantel zijn donkergroen, de onderborst, buik en flanken hebben een lichtgroene tot geelachtige kleur. De grote vleugelpennen zijn donkergrijs en de onderveren zijn zwart De staart heeft vanaf de basis een geel en zwarte dwarstekening gevolgd door donkergroene uiteindes. De kleine bovensnavel is beige en de ondersnavel en poten zijn grijs. De ogen zijn donkerbruin. De pop heeft veel weg van het uiterlijk van de man alleen de kop, nek, borst ondervleugelveren zijn bij de pop groen. VERSPREIDING Madagaskar GROOTTE Ongeveer 14 centimeter. SOCIALE EIGENSCHAPPEN U kunt deze vogels als paartje maar ook in een klein groepje houden. Hoewel er wel eens onenigheid is in de groep, heeft dit in een ruime volière doorgaans weinig om het lijf. Ook in een huiskamerkooi kunt u probleemloos twee dieren houden. Schaf ze echter wel tegelijkertijd aan, aangezien een eenling vaak moeite heeft om een ‘indringer’ te accepteren, met alle catastrofale gevolgen van dien. GESCHIKTE BEHUIZING De agapornis canus Kan men het best houden in een ruime kamer volière broedkooi of volière waar geen kleinere vogels bij zitten, dit kan wel eens problemen geven. Als men met deze vogels wil gaan broeden heeft men minimaal een broedkooi nodig van 100x50x50cm (lxhxd) of een kleine volière. Hier kan men dan broedblokken inhangen met een bodem van 15x15cm en een hoogte van ongeveer 25 cm. Het vlieggat moet een diameter hebben van ongeveer 5cm.Ook kun je een stuk boom uitboren, deze zijn ook bij een dierenspeciaalzaak te koop vaak gebruiken ze daar de berkenboom voor. Dit geeft een natuurlijker aanzicht. Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2014 OMGEVINGSTEMPERATUUR De agapornis canus is een redelijk sterke vogel die heel goed in de winter buitenshuis gehouden kan worden. Een goed geïsoleerd nachthok is echter wel een vereiste zodat ze in de wintermaanden wel de mogelijkheid hebben om zich terug te trekken mocht het echt gaan vriezen. VOEDSEL Als basis heeft de agapornis canus een zaadmengsel voor agaporniden nodig. Natuurlijk kan men ze fruit en groenten geven waar ze goed van eten. Tijdens de broedperiode is het wel belangrijk dat ze de beschikking hebben over insecten, zoals meelwormen, buffalowormpjes, miereneieren, eventueel eivoer, ook zijn ze dol op onkruidzaden of vers geplukt gras. Een gritmengsel mag nooit op het menu ontbreken. ACTIVITEITEN De agapornis canus is bewegelijk vogel niet wat betreft het vliegen zoals bijvoorbeeld een zebravink. Je moet het wel zo zien dat het een papegaaiachtige vogel is dus wel gek op klimmen is. Wat wel opvalt bij de agapornis canus is dat ze behoorlijk schuw zijn zeker tijdens de broedperiode moet je de vogels niet storen en gewoon met rust laten. KWEEK De agapornis canus kan men wat blaadjes, gras of stukjes schors van bomen aanbieden waar ze samen hun nest van maken. De pop legt ongeveer 3 tot 8 eitje die ze in ongeveer 23 dagen uitbroedt. Meestal broed de pop alleen de eitjes uit. Als de jongen uit het ei komen zijn ze voorzien van wit licht grijze dons die naar mate ze ouder worden donkerder van kleur wordt. Na 6 tot 7 weken vliegen de jongen uit en moeten ze nog even door hun ouders gevoerd worden. BIJZONDERHEDEN De agapornis canus moet geringd worden met ringmaat 4,0 mm
© Copyright 2024 ExpyDoc