Collegebesluit met bijlagen

Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Aanstelling toezichthoudend ambtenaar Wmo en preventieve
jeugdhulp
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Veiligheid / 1012 en Zorg & Welzijn / 1051
Portefeuillehouder
H.M.F. Bruls en B. Frings
Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Op dit moment is het toezicht op de kwaliteit van AWBZ-instellingen en
hulp bij het huishouden (Wmo) een taak van de landelijke Inspectie
Gezondheidszorg (IGZ). Dit gaat veranderen met ingang van 1 januari
2015. Gemeenten zijn met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo
2015 per 1 januari 2015 zelf verantwoordelijk voor de inspectie op de
uitvoering van de gehele Wmo (bestaande en nieuwe taken), oftewel
het toezicht op instellingen waarmee de gemeente in het kader van de
Wmo een subsidie- of contractrelatie heeft. De Inspectie voor de
Gezondheidszorg vervult deze taken vanaf 2015 niet meer voor de
Wmo met uitzondering van Veilig Thuis. Ter invulling van de lokale
verantwoordelijkheid voor inspectietaken besluiten wij om een
toezichthoudend ambtenaar aan te stellen bij GGD-Gelderland-Zuid en
daarbij tevens een voorlopig calamiteitenprotocol vast te stellen.
MO10, Leonie Braks, 2480
Datum ambtelijk voorstel
4 december 2014
Registratienummer
14.0013416
Ter besluitvorming door het college
1. De directeur van GGD Gelderland-Zuid aan te wijzen als
toezichthouder in de zin van artikel 6.1 van de Wmo 2015 en ten
behoeve van preventie in het kader van de Jeugdwet 2015.
2. Het ‘Sociaal calamiteitenprotocol Gelderland-Zuid 2015’vast te
stellen.
3. De brief aan de raad vast stellen waarmee we de raad informeren
over de aanstelling van de toezichthoudend ambtenaar en het sociaal
calamiteitenprotocol.
Paraaf
akkoord
Datum
Paraaf
akkoord
Datum
Steller
Leonie Braks
 Alleen ter besluitvorming door het College
 Actief informeren van de Raad
Besluit B&W d.d. 16 december 2014
X Conform advies
 Aanhouden
 Anders, nl.
nummer: 3.30
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Op dit moment is het toezicht op de kwaliteit van AWBZ-instellingen en hulp bij het huishouden
(Wmo) een taak van de landelijke Inspectie Gezondheidszorg (IGZ). Dit gaat veranderen met
ingang van 1 januari 2015. Gemeenten zijn met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo 2015
per 1 januari 2015 zelf verantwoordelijk voor de inspectie op de uitvoering van de gehele Wmo
(bestaande en nieuwe taken), oftewel het toezicht op instellingen waarmee de gemeente in het
kader van de Wmo een subsidie- of contractrelatie heeft. De Inspectie voor de Gezondheidszorg
vervult deze taken vanaf 2015 niet meer voor de Wmo, met uitzondering van Veilig Thuis. Ter
invulling van de lokale verantwoordelijkheid voor inspectietaken besluiten wij om een
toezichthoudend ambtenaar aan te stellen bij GGD Gelderland-Zuid.
Voor het grootste deel van de Jeugdhulp geldt dat de landelijke inspecties verantwoordelijk
blijven: de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg wat betreft de
jeugdhulpaanbieders respectievelijk de jeugdgezondheidszorg (GGD). Alleen voor het toezicht op
preventieve ondersteuning van jeugdigen, zoals maatschappelijke werk of kortdurende
ondersteuning door de Sociale Wijkteams, is de gemeente verantwoordelijk.
GGD Gelderland-Zuid gaat de toezichthoudende functie vervullen voor alle gemeenten in onze
regio en voor de gemeenten in regio Rivierenland. De besluitvorming hierover is afgestemd met
de betreffende gemeenten; aan alle colleges in beide regio’s wordt dit voorstel voorgelegd.
Wij stellen voor om per 1 januari 2015 bij GGD Gelderland-Zuid de toezichthoudend ambtenaar
aan te stellen voor het doen van onderzoek in het geval zich calamiteiten voordoen: de smalle,
signaal gestuurde invulling van het toezicht. Medio 2015 willen wij het brede toezicht op de
kwaliteit van de uitvoering van de Wmo door de toezichthoudend ambtenaar ingericht hebben.
2
Juridische aspecten
Op grond van de landelijke Wmo 2015 (artikel 6.1) dient ons college personen aan te wijzen die
belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van de Wmo. In artikel 15 van de
Verordening maatschappelijke ondersteuning Nijmegen 2015 is dit artikel uit de Wmo 2015 als
volgt vertaald:
1. Ons college treft een regeling voor het melden van calamiteiten en geweldsincidenten bij de
verstrekking van een voorziening door een aanbieder en wijst een toezichthoudend ambtenaar
aan.
2. Aanbieders melden iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de
verstrekking van een voorziening onverwijld aan de toezichthoudend ambtenaar.
3. De toezichthoudend ambtenaar, bedoeld in artikel 6.1, van de wet, doet onderzoek naar de
calamiteiten en geweldsincidenten en adviseert ons college over het voorkomen van verdere
calamiteiten en het bestrijden van geweld.
4. Ons college kan bij nadere regeling bepalen welke verdere eisen gelden voor het melden van
calamiteiten en geweld bij de verstrekking van een voorziening.
Met dit collegevoorstel treffen we een voorlopige regeling voor het melden en onderzoeken van
calamiteiten.
In de Jeugdwet 2015 is het toezicht op de jeugdhulp (exclusief preventieve ondersteuning van
jeugdigen) geregeld via de landelijke inspecties Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de
Gezondheidszorg en Inspectie Veiligheid en Justitie.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
3
Doelstelling
Doel van dit voorstel is de toezichthoudende taak in het kader van de Wmo en preventieve
ondersteuning van jeugdigenvorm te geven, zodat bij calamiteiten/geweld onderzoek kan worden
gedaan naar de oorzaak van de calamiteit en het treffen van verbetermaatregelen om dit in de
toekomst te voorkomen.
4
Argumenten
Aanstelling toezichthoudend ambtenaar bij GGD Gelderland-Zuid
De GGD als zijnde een gemeenschappelijke regeling van de 18 gemeenten van Gelderland-Zuid
heeft van oudsher veel betrokkenheid bij een deel van de voorzieningen dat nu onder het toezicht
van de gemeente komt. De GGD is vanuit haar taken betrokken bij de keten- en netwerkpartners
in het veld. Deze bekendheid met de aanbieders en met het zorgveld is een voordeel voor het
uitoefenen van de toezichtstaak. Verder heeft de GGD reeds ervaring met toezichthoudende
taken, in haar rol als toezichthouder voor de kindercentra.
Belangrijke voorwaarden voor de toezichthoudend ambtenaar zijn onafhankelijkheid,
professionaliteit & deskundigheid, doelmatigheid, samenwerking (met o.a. de landelijke
inspecties) en transparantie. Onafhankelijkheid vertaalt zich onder meer in functiescheiding. Dit is
een belangrijke overweging om de toezichthoudend ambtenaar niet te positioneren bij gemeenten
of het Regionaal Ondersteuningsbureau dat in opdracht van de regiogemeenten werkt. Vanuit het
oogpunt van onafhankelijkheid heeft de positionering van de toezichthoudend ambtenaar bij de
GGD de voorkeur.
Gelet op het beperkt aantal te verwachten calamiteiten, de beperkte capaciteit die nodig is, de
gewenste bundeling van expertise, de schaal waarop GGD Gelderland-Zuid opereert en de relatie
met de veiligheidsregio wordt de toezichthoudend ambtenaar aangesteld voor zowel regio
Nijmegen als regio Rivierenland.
De feitelijke uitvoering van het toezicht vindt plaats door personen werkzaam onder de
verantwoordelijkheid van de directeur van de GGD Gelderland-Zuid.
Functiescheiding
De toeleiding naar zorg en ondersteuning geven gemeenten voor Wmo en Jeugdhulp lokaal vorm
via sociale wijk- en regieteams. De GGD verhoudt zich professioneel tot deze gremia,
bijvoorbeeld door het leveren van expertise of een regisserende rol. In die gevallen dat de GGD
zelf onderdeel uitmaakt van het geheel staat dit op gespannen voet met de gewenste
functiescheiding. Om in het kader van goodgovernance het risico van rolvermenging te
minimaliseren, is het noodzakelijk om de toezichthoudende functie binnen de GGD strikt
gescheiden te houden van uitvoerende taken. Op deze manier kan de onafhankelijkheid van de
GGD als toezichthouder worden geborgd.
Groeimodel in twee fasen
Vanaf 1 januari geeft de GGD namens de gemeenten smalle invulling aan de toezichttaken: de
signaal gestuurde toezichtstaken, dat wil zeggen het toezicht naar aanleiding van een signaal,
melding, incident of calamiteit.
Wij vragen de GGD een plan op te stellen waarin zij aangeeft hoe de GGD het algehele toezicht
op de naleving van kwaliteitseisen in het kader van de Wmo en preventieve ondersteuning van
jeugdigen vorm kan geven per 1 juni 2015 en wat daar voor nodig is. Hiertoe moeten de
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
gemeenten een toetsbaar kwaliteitskader ontwikkelen dat zoveel mogelijk hetzelfde is voor de
twee betrokken regio’s, en is afgestemd met het contractmanagement van de contracten met
zorgaanbieders.Hierbij wordt ook afgesproken wie op welke wijze verantwoordelijk is voor de
handhaving.
Het plan voor de structurele en brede vormgeving van het toezicht moet uiterlijk 1 april gereed
zijn, zodat de colleges de besluitvorming over dit plan uiterlijk 1 juni kunnen afronden. Om te
bewerkstelligen dat het plan op draagvlak kan rekenen van zowel gemeenten als GGD komt er
een klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordiging van GGD Gelderland-Zuid en ambtelijke
vertegenwoordiging namens de regio’s Nijmegen en Rivierenland.
Sociaal calamiteitenprotocol Rijk van Nijmegen 2015
Wij stellen een voorlopig calamiteitenprotocol vast dat is gericht op calamiteiten waarbij
maatschappelijk onrust aan de orde is. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor (dreigende)
maatschappelijke onrust en/of (verwachte) media-aandacht ligt bij de burgemeester in het kader
van de wettelijke bevoegdheden voor openbare orde en veiligheid. De portefeuillehouder Wmo is
verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van aanbieders voor Wmo en preventieve
ondersteuning van jeugdigen. In het verlengde daarvan zorgt de portefeuillehouder dat
onafhankelijk toezichthoudend onderzoek mogelijk is.
In de loop van 2015 ontwikkelen we een calamiteitenprotocol dat voor alle typen calamiteiten
geschikt is.
Afstemming met crisisbeheersing en strafrecht
Regelmatig zal de politie bij een calamiteit betrokken zijn. De politie beoordeelt of een
strafrechtelijk onderzoek moet worden gestart en of er sprake is van maatschappelijke onrust. In
dat laatste geval wordt een PSHi-team in het leven geroepen. De IV-ambtenaar en de
toezichthoudend ambtenaar stemmen beide processen op elkaar af, waarbij de toezichthoudende
taak de crisesbeheersing niet mag frustreren.
Mocht een incident rechtstreeks bij de toezichthoudend ambtenaar worden gemeld en de politie
daarbij nog niet betrokken is, dan schakelt de toezichthoudende ambtenaar onmiddellijk de
ambtenaar IV in. Deze schakelt direct de politie in.
Relatie met landelijke inspecties jeugd
De rijksinspecties zijn verantwoordelijk voor calamiteitenonderzoek binnen de Jeugdwet met
uitzondering van de preventieve ondersteuning van jeugdigen. Omdat de gemeente
opdrachtgever is voor jeugdhulpinstellingen, informeren de gezamenlijke rijksinspecties de
gemeente over een melding, onderzoek, het rapport en eventuele handhavingsmaatregelen. De
inspecties verzoeken gemeenten hiervoor één contactpersoon aan te wijzen, bij voorkeur
regionaal. Met dit voorstel geeft ons college hieraan invulling door de toezichthoudend ambtenaar
aan te wijzen als vast contactpersoon voor de inspecties, waaronder in geval van calamiteiten bij
uitvoering van de Jeugdwet.
5
Financiën
GGD Gelderland-Zuid financiert de toezichthoudend ambtenaar in 2015 uit het jaarresultaat 2014.
Voor 1 juni 2015 volgt op basis van het toezichtplan van de GGD nadere besluitvorming over de
brede toezichtstaak inclusief de structurele dekking van de kosten als onderdeel van de begroting
van GGD Gelderland-Zuid.
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
6
Participatie en Communicatie
Betrokken partijen, waaronder GGD, zorgaanbieders, Sociale Wijkteams, regieteams, de
rijksinspecties en de gemeenten in regio Rivierenland informeren wij over de besluitvorming over
de aanstelling van de toezichthoudend ambtenaar bij de GGD Gelderland-Zuid en het
calamiteitenprotocol.
Een afgerond calamiteitenonderzoek van de toezichthoudend ambtenaar inclusief eventueel
opgelegde verbetermaatregelen wordt met inachtneming van de Wet bescherming
persoonsgegevens openbaar gemaakt.
7
Uitvoering en evaluatie
Per 1 januari 2015 start de uitvoering van de signaal gestuurde toezichtstaken door de GGD
Gelderland Zuid gericht op de Wmo en preventieve ondersteuning van jeugdigen
Voor 1 april levert de GGD in samenspraak met de gemeenten een plan op voor door
ontwikkeling richting de brede toezichtstaken, zodat hierover voor 1 juni besluitvorming kan
plaatsvinden in de colleges.
8
Risico
Aan dit voorstel zijn geen risico’s verbonden indien de goodgovernance in acht wordt genomen.
Bijlage(n):
1. Brief aan de raad.
2. Sociaal calamiteitenprotocol Gelderland-Zuid 2015
Maatschappelijke Ontwikkeling
Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP Nijmegen
Telefoon 14024
Telefax
(024) 323 59 92
E-mail
[email protected]
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Postbus 9105
6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
MO10/14.0013423
Leonie Braks
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Aanstelling toezichthoudend ambtenaar en
sociaal calamiteitenprotocol
--
(024) 3292480
16 december 2014
Geachte leden van de raad,
Met deze brief informeren wij u over de aanstelling van een toezichthoudend ambtenaar voor de
Wmo en preventieve ondersteuning van jeugdigen en over het voorlopige sociale
calamiteitenprotocol dat wij gaan hanteren.
Op dit moment is het toezicht op de kwaliteit van AWBZ-instellingen en hulp bij het huishouden
(Wmo) een taak van de landelijke Inspectie Gezondheidszorg (IGZ). Dit gaat veranderen met
ingang van 1 januari 2015. Gemeenten zijn met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo 2015
per 1 januari 2015 zelf verantwoordelijk voor de inspectie op de uitvoering van de gehele Wmo
(bestaande en nieuwe taken), oftewel het toezicht op instellingen waarmee de gemeente in het
kader van de Wmo een subsidie- of contractrelatie heeft. De Inspectie voor de Gezondheidszorg
vervult deze taken vanaf 2015 niet meer voor de Wmo, met uitzondering van Veilig Thuis.
Voor het grootste deel van de Jeugdhulp geldt dat de landelijke inspecties verantwoordelijk
blijven: de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg wat betreft de
jeugdhulpaanbieders respectievelijk de jeugdgezondheidszorg (GGD). Alleen voor het toezicht op
preventieve ondersteuning van jeugdigen, zoals maatschappelijke werk of kortdurende
ondersteuning door de Sociale Wijkteams, is de gemeente verantwoordelijk. Ook het toezicht op
preventieve ondersteuning van jeugdigen valt onder de taken van de toezichthoudend ambtenaar
die we bij de GGD aanstellen.
Aanstelling toezichthoudend ambtenaar bij de GGD
Ter invulling van de lokale verantwoordelijkheid voor de genoemde inspectietaken (Wmo en
preventie jeugd) hebben wij besloten om een toezichthoudend ambtenaar aan te stellen bij GGD
Gelderland-Zuid. De GGD als zijnde een gemeenschappelijke regeling van de 18 gemeenten van
Gelderland-Zuid heeft van oudsher veel betrokkenheid bij een deel van de voorzieningen dat nu
onder het toezicht van de gemeente komt. De GGD is vanuit haar taken betrokken bij de ketenen netwerkpartners in het veld. Deze bekendheid met de aanbieders en met het zorgveld is een
voordeel voor het uitoefenen van de toezichtstaak. Verder heeft de GGD reeds ervaring met
toezichthoudende taken, in haar rol als toezichthouder voor de kindercentra. Ook vanuit het
www.nijmegen.nl
Gemeente Nijmegen
Maatschappelijke Ontwikkeling
Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
oogpunt van onafhankelijkheid heeft de positionering van de toezichthoudend ambtenaar bij de
GGD de voorkeur.
Vanaf 1 januari geeft de GGD namens de gemeenten smalle invulling aan de toezichttaken: de
signaal gestuurde toezichtstaken, dat wil zeggen het toezicht naar aanleiding van een signaal,
melding, incident of calamiteit. Wij vragen de GGD om voor 1 april 2015 een plan op te stellen
waarin zij aangeeft hoe de GGD het algehele toezicht op de naleving van kwaliteitseisen in het
kader van de Wmo en preventieve ondersteuning van jeugdigen vorm kan geven per 1 juni 2015
en wat daar voor nodig is. Hiertoe moeten de gemeenten een toetsbaar kwaliteitskader
ontwikkelen dat zoveel mogelijk hetzelfde is voor de twee betrokken regio’s, en is afgestemd met
het contractmanagement van de contracten met zorgaanbieders. Hierbij wordt ook afgesproken
wie op welke wijze verantwoordelijk is voor de handhaving.
Gelet op het beperkt aantal te verwachten calamiteiten, de beperkte capaciteit die nodig is, de
gewenste bundeling van expertise, de schaal waarop GGD Gelderland-Zuid opereert en de relatie
met de veiligheidsregio wordt de toezichthoudend ambtenaar aangesteld voor zowel regio
Nijmegen als regio Rivierenland.
GGD Gelderland-Zuid financiert de toezichthoudend ambtenaar in 2015 uit het jaarresultaat 2014.
Voor 1 juni 2015 volgt op basis van het toezichtplan van de GGD nadere besluitvorming over de
brede toezichtstaak inclusief de structurele dekking van de kosten als onderdeel van de begroting
van GGD Gelderland-Zuid.
Sociaal calamiteitenprotocol regio Nijmegen 2015
Wij hebben een voorlopig calamiteitenprotocol (bijlage) vastgesteld dat is gericht op calamiteiten
waarbij maatschappelijk onrust aan de orde is. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor
(dreigende) maatschappelijke onrust en/of (verwachte) media-aandacht ligt bij de burgemeester
in het kader van de wettelijke bevoegdheden voor openbare orde en veiligheid. De
portefeuillehouder Wmo is verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van
aanbieders voor Wmo en preventieve ondersteuning van jeugdigen. In het verlengde daarvan
zorgt de portefeuillehouder dat onafhankelijk toezichthoudend onderzoek mogelijk is.
In de loop van 2015 ontwikkelen we een calamiteitenprotocol dat voor alle typen calamiteiten
geschikt is.
Hoogachtend,
college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Aantal Bijlagen: Sociaal calamiteitenprotocol
www.nijmegen.nl
Sociaal calamiteitenprotocol Regio Nijmegen 2015
8 december 2014
1
Doel
Dit sociaal calamiteitenprotocol bevat afspraken hoe te handelen wanneer zich een calamiteit of
geweldsincident voordoet waarbij een aanbieder zoals bedoeld in de Jeugdwet of de Wmo 2015
(mogelijk) is betrokken. Waar nodig zijn verantwoordelijkheden en taken expliciet benoemd.
Definities
Aanbieder
Rechtspersoon of natuurlijke persoon of rechtspersoon die onder de
verantwoordelijkheid van het college uitvoering geeft aan de Jeugdwet
en/of de Wet maatschappelijke ontwikkeling 2015.
B&W
Burgemeester en wethouders
Calamiteit
Een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op
de kwaliteit van een Wmo-voorziening of de uitvoering van de
Jeugdwet en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van
een cliënt, jeugdige of een ouder heeft geleid.
Geweld
Het seksueel binnendringen van het lichaam van of ontucht met een
cliënt, alsmede lichamelijk en geestelijk geweld jegens een cliënt, door
een beroepskracht dan wel door een andere cliënt met wie de cliënt
gedurende het etmaal of een dagdeel in een accommodatie van een
aanbieder verblijft (art. 1.1.1 lid 1 Wmo)
GGD
GGD Gelderland-Zuid
Maatschappelijke onrust
Het verschijnsel waarbij één of enkele incidenten plaatsvinden die
leiden tot subjectieve en/of objectieve problemen op het gebied van
openbare orde en veiligheid.
Melding
Een schriftelijk of elektronisch bericht van een persoon, aanbieder of
rijksinspectie aan de toezichthoudende ambtenaar over een
calamiteit.
Onderzoek
Onderzoek naar aanleiding van een gemelde calamiteit.
Portefeuillehouder
De burgemeester of wethouder WMO/Zorg die verantwoordelijk is
voor de uitvoering van het calamiteitenonderzoek, met in achtneming
van de eigenstandige verantwoordelijk verantwoordelijkheid van de
Toezichthoudend ambtenaar
PSHi-procesplan
Leidraad waarin het proces beschreven is van gecoördineerde
psychosociale hulpverlening (PSH) aan betrokkenen bij incidenten,
ongevallen en rampen, bedoeld voor alle partijen die een rol hebben
binnen de psychosociale hulpverlening bij incidenten en rampen.
Rijksinspectie(s)
De bij wet met het toezicht belaste ambtenaren, bijvoorbeeld de
Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie Gezondheidszorg, de Inspectie
Veiligheid en Justitie, de Onderwijsinspectie en de Inspectie Sociale
Zaken en Werkgelegenheid.
2
Toezichthoudende
ambtenaar
De directeur van de GGD Gelderland-Zuid, dan wel een onder diens
verantwoordelijkheid opererende functionaris, die in de regio optreedt
als een onafhankelijk orgaan voor het toezicht in het kader van artikel
6.1 Wmo. De toezichthoudend ambtenaar heeft daarbij een
eigenstandige verantwoordelijkheid ten aanzien het al dan niet starten
van een onderzoek.
Wmo
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Afbakening, verantwoordelijkheden en taken
Afbakening
In geval van een calamiteit zoals gedefinieerd in dit protocol zal vrijwel altijd de politie betrokken zijn.
Die zal in eerste instantie beoordelen of een strafrechtelijk onderzoek zal moeten worden gestart en of
er potentieel sprake is van maatschappelijke onrust die als gevolg van het incident kan ontstaan.
Daarover neemt de politie in alle gevallen contact op met de IV-ambtenaar van de gemeente, die
beoordeelt of de burgemeester geadviseerd moet worden een PSHi-team (ook wel scenarioteam
genoemd) in het leven te roepen vanwege het risico op maatschappelijke onrust. De burgemeester
beslist vervolgens over het al dan niet instellen van een PSHi-team. De gemeente is verantwoordelijk
voor het PSHi-team.
Toezichthoudend ambtenaar
In alle gevallen neemt de IV-ambtenaar contact op me de door de gemeente aangestelde TA (de
DPG). Deze beoordeelt of een onderzoek ingesteld moet worden naar het functioneren van een bij de
calamiteit betrokken instelling. Indien de TA besluit tot een onderzoek zal vervolgens de
portefeuillehouder belast met de Wmo hierover geïnformeerd worden.
PSHi
Indien tevens sprake is van de opstart van een PSHi-team, dan zal de GGD een coördinator voor de
zorg aan dat PSHi-team leveren. Deze functionaris is nimmer de toezichthoudend ambtenaar. Tevens
stemmen de IV-ambtenaar en de TA deze twee processen op elkaar af. De crisesbeheersing is daarbij
altijd leidend. Afstemming met een strafrechtelijk spoor loopt via de IV-ambtenaar. Het onderzoek van
de TA mag het strafrechtelijk onderzoek niet hinderen.
Wettelijk gezien is een instelling verplicht melding te doen van een calamiteit bij de toezichthoudend
ambtenaar (art. 3.4 Wmo). Wanneer strafrechtelijk onderzoek moet plaats vinden is de driehoek
burgemeester – OM – politie leidend. Het calamiteitenonderzoek wordt in dit geval door de TA verricht
in nauwe samenspraak en overleg met de ambtenaar IV/OV. .
Verantwoordelijkheden
Wanneer sprake is van (dreigende) maatschappelijke onrust en/of (verwachte) media-aandacht, treedt
het PSHi-procesplan in werking. De bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij de burgemeester op
grond van zijn wettelijke bevoegdheden voor de openbare orde en veiligheid.
De portefeuillehouder belast met de Wmo in het College van Burgemeester en Wethouders is
verantwoordelijk voor toezicht en handhaving van aanbieders die werkzaamheden uitvoeren in
opdracht van de gemeente onder het regime van de Jeugdwet – wanneer dit activiteiten in het
preventieve kader betreft – en de Wmo 2015 (met uitzondering van Veilig Thuis). Deze
portefeuillehouder zorgt ervoor dat onafhankelijk onderzoek mogelijk is naar wat er is gebeurd, hoe dit
heeft kunnen gebeuren, wat de gevolgen zijn en hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden.
3
Hierbij gaat het om onderzoek bij één of meerdere aanbieder(s), afhankelijk van welke aanbieders bij
1
de casus betrokken (kunnen) zijn . De toezichthoudend ambtenaar voert het onderzoek uit.
De Inspectie Gezondheidszorg is belast met het toezicht op de uitvoering van de toezichthoudende
functie door gemeenten: het zogeheten tweedelijns toezicht.
Taken van de toezichthoudend ambtenaar
De toezichthoudende ambtenaar neemt na iedere melding telefonisch contact op met het centrale
meldpunt van de rijksinspecties voor afstemming omtrent de casus. De toezichthoudende ambtenaar
verricht geen onderzoek naar een calamiteit als er een rijksinspectie is die dit onderzoek verricht.
De toezichthoudende ambtenaar kan onderzoek verrichten naar een calamiteit in overleg met de
verantwoordelijke portefeuillehouder met inachtneming van good governance, wanneer:
1. er geen rijksinspectie is en de gemeente bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor de
betreffende dienstverlening. De TA informeert de portefeuillehouder Wmo over de melding en
eventuele start van het onderzoek.;
2. de betrokken rijksinspectie heeft besloten geen onderzoek te (laten) verrichten naar aanleiding
van de melding, terwijl de toezichthoudende ambtenaar en portefeuillehouder van mening zijn dat
dit onderzoek wel noodzakelijk is;
Openbaarheid
Het college van burgemeester en wethouders informeert de gemeenteraad naar eigen inzicht over
een calamiteit. Hierbij speelt de privacybescherming van de burger een belangrijke rol. Dit kan tot
gevolg hebben dat niet alle informatie gedeeld mag worden.
De openbaarheid ten aanzien van de toezichthoudende taak is in achtneming met de privacy.
Daarnaast blijkt uit informatie van de IJZ dat er verschil is tussen handelen IJZ en IGZ ten aanzien van
het openbaar maken van uitkomst calamiteitenonderzoek. Dit wordt geharmoniseerd.
Handhaving
Wanneer een rijksinspectie is betrokken bij de calamiteit, liggen handhavingstaken in handen van
deze rijksinspectie.
Wanneer er geen rijksinspectie betrokken is bij de calamiteit, ligt de handhaving in handen van
gemeenten. Gemeenten ontwikkelen zo spoedig mogelijk handhavingsbeleid en een bijbehorend
handhavingsinstrument.
Evaluatie
Dit protocol wordt in 2015 twee maal bestuurlijk geëvalueerd en waar nodig aangepast. Daarna vindt
jaarlijkse evaluatie plaats. De bestuurlijke evaluatie wordt voorbereid door de toezichthoudende
ambtenaar, de IV ambtenaar en de GGD. De gemeente is verantwoordelijk voor de evaluatie.
Citeertitel en inwerkingtreding
Dit protocol treedt op 1 januari 2015 in werking en wordt aangehaald als ‘Sociaal calamiteitenprotocol
Regio Nijmegen 2015’.
1
In het kader van een systeemgerichte aanpak en het uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één regisseur’, is het van belang dat
bij calamiteitenonderzoek de samenhang in het hulpaanbod tevens in ogenschouw wordt genomen.
4
Bijlage
PSHi-procesplan Gelderland-Zuid.
5
Procesafspraken PSHi Gelderland-Zuid
GGD Gelderland-Zuid en gemeenten Gelderland-Zuid
PSHi telefoonnummer
Voor een melding van een (mogelijke) PSHi-zaak kan gebeld worden naar de afdeling Meldpunt
Bijzondere Zorg van GGD Gelderland-Zuid binnen kantoortijden (9.00 – 17.00 uur) van maandag tot
en met vrijdag. Er wordt doorgeschakeld naar de dienstdoende PSHi-coördinator.
PSHi telefoonnummer MBZ Gelderland-Zuid: 024-32
82 053
Definitities
PSH – PSHi - PSHOR
PSH staat voor Psychosociale Hulpverlening. Het proces PSH omvat twee vormen:
1) PSHi: Psychosociale Hulpverlening bij Incidenten
2) PSHOR: Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen2
Dit document omvat procesafspraken met betrekking tot PSHi. PSHi is reguliere hulp die geboden
wordt bij (dreiging van) maatschappelijke onrust bij een ingrijpende gebeurtenis of incident,
bijvoorbeeld een misdrijf. De reguliere inzet van gemeente, politie en andere hulpverleners is
ingeschakeld, maar coördinatie van de hulpverlening / zorg ontbreekt en is noodzakelijk. PSHi is
een tijdelijke organisatie die snel is te mobiliseren. Het is geen opgeschaalde
calamiteitenorganisatie zoals bij PSHOR.
Maatschappelijke onrust
Onder maatschappelijke onrust wordt verstaan een casus waarbij sprake is van (of waarvan de
kans bestaat op) een of meerdere van onderstaande punten:

Media aandacht

Groeperingen betrokken

Andere burgers die niet direcht betrokken zijn worden partij

Risico op ordeverstoring / openbare orde in geding

Veiligheid in geding

OM / Politie betrokken

Er is crisis
Doel PSHi



Verminderen en/of reguleren van de maatschappelijke onrust ten gevolge van een
calamiteit of zedenzaak;
Voorkomen dan wel verminderen van de eventuele psychosociale klachten of
gezondheidsproblemen door opvang en ondersteuning van betrokkenen en hun directe
omgeving;
Het indien nodig informeren van personen en (wijkgerichte) organisaties (rekening
houdend met het recht op privacy van de slachtoffers en de verdachten enerzijds en het
recht op informatie van andere betrokkenen anderzijds).
Proces PSHi
Het proces PSHi is weergegeven in het processchema, zie bijlage 1.
Een melding van een (mogelijke) PSHi zaak kan op twee manieren binnenkomen:
2
PSHOR: Tijdens een ramp of crisis kan er behoefte zijn aan gecoördineerde psychosociale
hulpverlening. GGD Gelderland-Zuid is op dat moment verantwoordelijk voor de inhoudelijke
coördinatie van de PSHOR. Voor de uitvoering van de PSHOR zijn samenwerkingsafspraken gemaakt
tussen GGD Gelderland-Zuid en de betrokken PSHOR partners. Afspraken met betrekking tot
alarmering vanuit de GHOR naar de GGD zijn beschreven in de overeenkomst Publieke Gezondheid:
“Samenwerkingsovereenkomst Publieke Gezondheid bij rampen en crises 2013 tussen
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid sector GHOR en GGD Gelderland-Zuid”.
6


Algemene melding/signaal door een van de ketenpartners of intern via een afdeling van
de GGD (zoals Jeugdgezondheidszorg).
Directe opdracht van Burgemeester aan GGD. Dit loopt via de IV-ambtenaar.
Signalen komen binnen bij de PSHi-coordinator. De afspraak is dat er altijd bij alle signalen van
maatschappelijke onrust of als er al daadwerkelijk maatschappelijke onrust is of dreigt te ontstaan
contact wordt gezocht met de IV-ambtenaar van de betreffende gemeente waar de onrust zich
afspeelt. Dit geldt ook in het geval van een voorfase (er is ‘gedoe’ maar nog geen concrete onrust /
vooraankondiging). Ook dan wordt er telefonisch contact opgenomen met de IV-ambtenaar. Bij
een voorfase kan het zijn dat de GGD het regulier oppakt of dat er wordt afgesproken dat wanneer
het van ‘gedoe’ overgaat naar signalen er dan opnieuw telefonisch contact wordt opgenomen met
de IV-ambtenaar. Om de IV-ambtenaar goed te kunnen informeren dient de GGD een goede
vraagverheldering uit te voeren bij de melder.
De GGD geeft advies over het wel of niet inzetten van PSHi en in consensus tussen de GGD’er en
de IV-ambtenaar worden er afspraken gemaakt over welke route wordt uitgezet. In
overeenstemming wordt besloten of het signaal een consult vraag is of dat er procesregie nodig is.
Een PSHi consult betreft een complexe vraag waarbij het nodig is om de-escalerend en/of
preventief op te treden door inzet van advies. Dit wordt gedaan door ondersteuning te bieden aan
de melder. De melder is zelf verantwoordelijk voor het ondernemen van actie. De GGD ondersteunt
de melder zodanig dat hij/zij zelf passende acties kan nemen. De ondersteuning bestaat uit
meedenken in de te nemen acties en de effecten van acties voor bespreken. Ook wordt
ondersteuning verleend bij het naar zorg toe leiden van slachtoffers en – zo nodig – vermoedelijke
dader(s) en hun gezinssysteem. De acties hebben als doel de-escalerend op te treden, het
voorkomen dat er meer slachtoffers vallen en/of om de maatschappelijke ontrust te minimaliseren.
Wanneer er procesregie nodig is ligt het besluit, na onderlinge afstemming en advies van de GGD,
bij de IV-ambtenaar of het een PSHi regie zaak wordt (ook wel scenario zaak of team
maatschappelijke onrust genoemd binnen de diverse gemeenten). De gemeente is te allen tijde
eindverantwoordelijk over het proces en voert de procesregie3. De gemeente kan de
uitvoeringsregie4 op het zorg deel / hulpverlening belegen bij de GGD of zelf de uitvoeringsregie op
zich nemen. Indien de gemeente de uitvoeringsregie op zich neemt sluit de GGD aan bij het
overleg voor het zorg deel. Indien de GGD de uitvoeringsregie over het zorg deel krijgt zal de GGD
zelf het overleg initiëren / faciliteren en voorzitten, er sluit wel altijd een IV-ambtenaar aan bij het
overleg of deze wordt nauwgezet continu geïnformeerd.
Verantwoordelijkheidsverdeling PSHi
Verantwoordelijkheden Gemeenten:
De betreffende gemeente is altijd eindverantwoordelijk voor een PSHi casus.
Het is aan de IV-ambtenaar om informatie en advies door te zetten naar de Burgemeester.
De betreffende gemeente bepaalt waar de uitvoeringsregie ligt: bij de betreffende
gemeente zelf of bij MBZ. Hiervoor gelden de beschreven criteria (zie ‘criteria
verantwoordelijkheidsverdeling’).
Wanneer de betreffende gemeente de uitvoeringsregie heeft is de gemeente
verantwoordelijk voor het organiseren en voorzitten van het PSHi-overleg (scenario
overleg) en de coördinatie van de uitvoering van de diverse ketenpartners, waaronder de
GGD (zorg deel).
3
Procesregie: ligt bij de betreffende gemeente. Procesregie is een aanpak om de belangen van
verschillende overkoepelende partijen zoals Openbaar Ministerie, Justitie, Politie etc. met elkaar te
verbinden. Draagvlak wordt gecreëerd en een plan van aanpak wordt opgesteld om de PSHi casus op
te lossen. Hierbij gaat het om de overkoepelende regie van het eindresultaat.
4
Uitvoeringsregie: Uitvoeringsregie is een aanpak om de belangen van verschillende uitvoerende
partijen met elkaar te verbinden. Draagvlak wordt gecreëerd om het plan van aanpak uit te voeren.
7
-
-
Wanneer de betreffende gemeenten de uitvoeringsregie heeft belegd bij de GGD, sluit de
IV-ambtenaar wel te allen tijde aan bij het PSHi-overleg of zorgt dat hij/zij continu
geïnformeerd blijft. Indien er opgeschaald moet worden, besluit de IV-ambtenaar hier toe
en zal de gemeente de uitvoeringsregie over nemen van het MBZ.
De gemeente is verantwoordelijk voor de telefonische bereikbaarheid van de IV-ambtenaar
tussen 08.30 en 17.00 gedurende werkdagen.
De betreffende gemeente bepaalt op- en afschaling naar het lokale veld (wijkteam).
Verantwoordelijkheden GGD:
De GGD is verantwoordelijk voor het beschikbaar zijn, zowel telefonisch als fysiek, tussen
9.00 – 17.00 uur van maandag tot en met vrijdag in geval van PSHi.
De GGD geeft op basis van kennis een gedegen advies over de aanpak van de PSHi casus
aan de betreffende IV-ambtenaar.
De GGD kan alleen de uitvoeringsregie krijgen inden er geen problemen zijn op andere
domeinen dan zorg. Indien er problemen zijn op het domein van politie / justitie /
gemeente dan ligt de uitvoeringsregie altijd bij de gemeente.
Wanneer de GGD de uitvoeringsregie heeft is de GGD verantwoordelijk voor het
organiseren en voorzitten van het PSHi-overleg, coordinatie van de uitvoering en toeleiden
naar zorg. De GGD informeert de gemeente continu en voorziet de gemeente van gedegen
advies ter eventueel opschalen of afschalen.
Indien er sprake is van mogelijke opschaling zal de GGD de IV-ambtenaar van advies
hierover doen. De IV-ambtenaar besluit dat er opgeschaald moet worden, dan neemt de
gemeente de uitvoeringsregie en verantwoordelijkheid over van de GGD. De GGD zal dan
aansluiten bij het overleg voor de coördinatie van het zorg deel. Wanneer de GGD NIET de
uitvoeringsregie heeft, maar deze bij de betreffende gemeente ligt, is de GGD
verantwoordelijk voor het deskundig adviseren over de zorg in het kader van PSHi casus,
sluit de GGD aan bij het PSHi overleg en leidt tot naar zorg.
GGD is verantwoordelijk voor de coördinatie van zorg/ inzetten hulpverlening, de GGD
heeft hiervoor convenanten met de SHN, GGZ en Maatschappelijk Werk.
Verantwoordelijkheden uitvoerenden organisaties binnen de hulpverlening:
-
-
Afhankelijk van het incident dat zich voordoet zal bekeken worden welke
partners/professionals benaderd worden om deel te nemen aan het PSHi-overleg dan wel
een deel van de uitvoering op zich te nemen. De uitvoerende organisaties zijn zelf
verantwoordelijk voor de kwaliteit van de te leveren zorg en voor het eventueel scholen en
trainen van eigen personeel die betrokken is bij de werkzaamheden van PSHi.
Indien een zorgprofessionals wordt uitgenodigd voor een (zorg)overleg in het kader van de
PSHi casus, beschikt deze professional over mandaat vanuit zijn/haar organisatie.
Criteria verantwoordelijkheidsverdeling
Criteria PSHi CONSULT > uitvoering door MBZ:
Er is geen sprake van kans op of zichtbare maatschappelijke onrust op basis van de
gesignaleerde feiten.
Inschatting, op basis van feiten, dat vraagsteller na advies voldoende regie kan voeren.
De vraagsteller kan zelf voorzien in hulpvraag/toeleiding naar zorg zonder interventies van
MBZ, advies is voldoende.
Criteria PSHi UITVOERINGSREGIE > GEMEENTE of GGD:
Er is sprake van kans op of zichtbare maatschappelijke onrust op basis van de
gesignaleerde feiten.
Inschatting, op basis van feiten, dat de vraagsteller na advies geen of niet afdoende regie
kan voeren.
De vraagsteller kan niet zelf voorzien in hulpvraag: er is behoefte aan coördinatie van /
toeleiden naar zorg.
8
-
Er is behoefte aan het uitdenken van verschillende scenario’s om de kans op of zichtbare
maatschappelijke onrust te voorkomen of beperken.
Wanneer de maatschappelijke onrust zich voordoet op alleen het zorgdomein kan de
betreffende gemeende de uitvoeringsverantwoordelijkheid bij de GGD beleggen, wanneer
de maatschappelijke onrust zich op meerdere domeinen afspeelt en ook bijvoorbeeld
politie, justitie of het openbaar ministerie zijn betrokken dan ligt de
uitvoeringsverantwoordelijkheid altijd bij de betreffende gemeente. Wanneer een casus
zich in eerste instantie bevindt op het zorgdomein en de GGD de
uitvoeringsverantwoordelijkheid heeft, kan het voorkomen dat de casus te groot wordt en
opschaling nodig is (bijv. de casus raakt ook andere domeinen), dan wordt de
uitvoeringsverantwoordelijkheid overgedragen naar de gemeente.
Aanbod vanuit GGD
Bereikbaarheid en mogelijkheid tot acute inzet bij PSHi binnen 9.00 – 17.00 uur van
maandag tot en met vrijdag5.
Ervaren en goed geschoolde PSHi-medewerkers om kwalitatief goede inzet te leveren. De
taken behorende bij PSHi en eventueel andere betrokkenen worden jaarlijks opgenomen in
het Opleiden-, Trainen- en Oefenplan (OTO-plan) van GGD Gelderland-Zuid.
Ervaring met PSHi casussen.
Kennis op zorg (psychosociale kennis) en scenariodenken.
De besluitvormingsprocessen volgens BOB-structuur.
Ondersteuning op vraag van de gemeente: wanneer de uitvoeringsregie bij de gemeente
ligt en de gemeente weinig ervaring heeft kan de GGD ondersteunen op basis van ervaring.
Korte lijn met zedenpolitie en overige ketenpartners.
Intern binnen de GGD een korte lijn met de Jeugdgezondheidszorg, schoolartsen en –
verpleegkundigen.
Indien nodig faciliteren overlegruimte voor PSHi-overleg binnen de GGD.
Actuele kennis van landelijke ontwikkeling op gebied van PSH.
Bij een eventuele afschaling (nazorg) van een PSHOR naar een PSHi heeft de GGD een
korte lijn met de Veiligheidsregio, sector GHOR en een geleidelijke lijn naar de PSHi.
Samenwerkingsafspraken
Samenwerkingsafspraken zijn gemaakt tussen GGD Gelderland-Zuid en betrokken PSHi partners.
Dit is vastgelegd in de Overeenkomst PSH waarvan PSHi onderdeel uitmaakt ("Overeenkomst PSH
Gelderland-Zuid" van 2013). Afhankelijk van het incident dat zich voordoet zal bekeken worden
welke partners/professionals benaderd worden.
De PSHi organisaties/professionals kunnen zijn:
-
Pro Persona (GGZ)
Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland (STMR)
Bureau Jeugdzorg (BJZ)
NIM Maatschappelijk werk
Slachtofferhulp Nederland (SHN)
Gemeente
Politie
MEE
GGD JGZ: psycholoog / vertrouwensarts
Etc.
Documentatie

Procesplan PSH Gelderland-Zuid, Psychosociale hulpverlening bij incidenten, ongevallen en
rampen, herziening versie 1.1 25 oktober 2013.
5
Bij calamiteiten buiten kantoortijden is de GGD bereikbaar via de dienstdoende crisiscoördinator via
de Meldkamer op telefoonnummer 024 379 48 04.
9



Overeenkomst PSH Gelderland-Zuid, 2013.
Samenwerkingsovereenkomst Publieke Gezondheid bij rampen en crises 2013 tussen
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid sector GHOR en GGD Gelderland-Zuid.
Multidisciplinaire Richtlijn Psychosociale Hulp bij rampen en crises (Impact, 2014).
Evalueren PSHi
De inzet van de PSHi in het kader van een incident waarbij de GGD de
uitvoeringsverantwoordelijkheid wordt indien gewenst na inzet geëvalueerd door alle betrokkenen
binnen de PSHi onder leiding van de PSHi-coördinator van GGD Gelderland-Zuid. De activiteiten
door de GGD in het kader van toeleiding naar zorg bij een PSHi worden altijd geëvalueerd. De
resultaten worden schriftelijk vastgelegd en aangeboden aan de betrokken instellingen. De
betrokken instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor verspreiding van de uitkomsten onder
medewerkers voor wie deze relevant zijn.
Financiën
Wordt nader uitgewerkt.
10
Bijlage 1 Processchema PSHi
Processchema PSHi – Gelderland-Zuid: Extern (definitief 1.0, okt. 2014)
VERZOEK van Burgemeester aan MBZ
(via IV-ambtenaar)
Melding bij MBZ
Signaal
Vraagverheldering
Vraagverheldering
(voor) “gedoe”
Maatschappelijke onrust
Telefonisch informeren
IV-ambtenaar
Advies voor Burgemeester
Consensus
Telefonisch overleg IVambtenaar
MBZ regulier
(evt. consult PSHi)
Afsluiting en evaluatie
Consensus
Regulier
Consult MBZ PSHi
Gemeente heeft
procesregie en is
eindverantwoordelijk
ja
uitvoering
Terugkoppeling
naar IV-ambtenaar
Uitvoeringsregie door
gemeente
(meerdere domeinen)
Uitvoeringsregie door
MBZ
(domein zorg)
MBZ sluit aan als
deskundige aan
tafel en toeleiden
naar zorg
Afstemming met
gemeente over
voortgang
uitvoering
Afsluiting en evaluatie
Afsluiting en evaluatie
Procesregie
nodig?
nee
Afronden en
overdracht naar
lokaal
Afsluiting en evaluatie
11