Wat gebeurt er in je lichaam?

Kleur- en leesboek
Wat
gebeurt er in je
lichaam?
Tekst en illustratie: Vera Haket (www.schrijfloket.nl)
Eindredactie vormgeving: Michelle van Holland (www.muginvorm.nl)
Alle cellen hebben een taak.
In je lichaam zitten cellen.
Heel veel cellen.
De cellen zitten
overal.
Sommigen zorgen
ervoor dat je
kunt bewegen.
In je armen,
je benen,
je buik,
je gezicht.
Anderen houden je lichaam warm.
Zelfs in je ogen
en nagels.
De cellen zijn
een soort kleine
lichaampjes.
De lichaampjes hebben een mond.
Daarmee kunnen de
cellen eten.
Ze eten suiker.
Dat vinden ze
heerlijk.
Maar voordat de cellen kunnen
eten, moet er iets gebeuren.
De monden van de cellen zitten
namelijk op slot.
ijk
l
e
s
Mis
.
.
.
h
Ble
De monden zitten op slot,
omdat de cellen anders
dingen zouden eten die
niet goed voor ze zijn.
2
Met sleuteltjes kunnen de
monden van de cellen open gaan.
De bloedbanen,
of aders, zijn een
soort lopende banden
met eten voor de cellen.
De sleuteltjes heten insuline. Ze
komen in je bloedbaan als je eet.
Als de cellen het eten
voorbij zien komen,
drukken ze op
een knopje.
.................
................. .
..............
De cellen hebben voor elke hap een sleuteltje nodig. Als hun monden
open zijn, kunnen ze eten. Hmmm!
Na elke hap gaan de monden
weer op slot.
3
Als de cellen op een
knopje drukken,
gaat er in de
fabriek een bel.
De sleuteltjes worden bij
mensen zonder diabetes
gemaakt in een orgaan in
hun buik: de alvleesklier.
De alvleesklier is een soort
fabriek. Er staan machines
die de sleutels maken.
Ding
Dong
De machines weten dan dat er
sleuteltjes moeten komen.
Ze gaan aan het werk.
Alle sleutels die uit de
machines komen, gaan
meteen naar de bloedbanen.
4
Bloedbanen lopen
door je hele lichaam.
Er stroomt de hele
dag bloed doorheen.
Je kunt sommige bloedbanen vanaf
de buitenkant zien. Kijk maar eens
naar de binnenkant van je
onderarmen.
Als je geen diabetes hebt, zijn
er genoeg sleuteltjes in je bloed.
De cellen kunnen alle suiker eten.
Daar zie je blauwe en paarse strepen
lopen. Dat zijn je bloedbanen. Ze
brengen bloed van je hart naar alle
delen van je lichaam. En weer terug.
In het bloed zit eten voor de cellen.
5
nsuline ge m aakt.
i
e
e
g
n
r
e
t
d
r
t, wo
b
e
h
s
e
t
e
Als je diab
omen dus geen sleuteltjes in de
k
r
bloedbaan.
E
D
een
g
r
e
n
j
i
at
ines z
h
c
a
m
k omt
er
jes.
d
t
l
n
e
o
t
u
e
Z
l
s
.
n
j
i
doordat de machines kapot z
Niemand weet waarom de machines soms kapot gaan.
Op een dag ging één van
de machines kapot.
En daarna nog één.
En nog één.
Totdat er geen enkele machine meer over was.
6
Dat is zielig. Zonder sleuteltjes
blijven de
monden dicht.
.........
......
........................
De cellen hebben eten
nodig. Als ze niet eten,
worden ze heel moe. Dan
kunnen ze niet meer
werken.
De cellen hebben honger,
maar ze kunnen niet eten.
De
n
celle
k
ien.
z
l
e
nw
e
t
e
et
h
n
unne
7
.......
..
....... ..............
..
.
....... .............. ..............
.......
.....
....... ....
.......
......
De cellen drukken
steeds vaker op de knopjes.
Je hele lichaam merkt dat
de cellen honger hebben.
Zoals je hersenen.
..................
......................
.................
Dus wat ga jij doen? Eten.
Er komt steeds meer suiker in je bloedbaan.
Wat is er nodig? Waardoor
kunnen de cellen weer eten?
Maar er zijn geen sleuteltjes.
De monden van de cellen blijven dicht.
Insuline.De cellen hebben
sleuteltjes nodig.
8
De alvleesklier kan geen insuline meer maken.
Maar gelukkig zijn er andere fabrieken
die dat wel kunnen.
In de fabrieken doen
mensen insuline in
flesjes en buisjes.
Als je diabetes hebt,
kan je insuline bestellen bij
de apotheek.
9
Nu moet de insuline
nog van de spuit of pomp
in je lichaam komen.
Door het naaldje spuit je de
insuline in je lichaam.
De sleuteltjes komen dan in
de bloedbanen terecht.
De cellen kunnen weer eten!
En jij kunt weer rennen
en springen. Of op je
handen gaan staan!
10