Inleiding - Ekowiki

Inleiding
Religie = algemeen begrip voor geloof in het bestaan van bovenmenselijke wezens waaraan de mensen hun
bestaan te danken hebben.
Kenmerken van religie:
- Via verering, gebed en offers in contact pogen te treden met het bovenmenselijke
- Wegen naar heil en verlossing van eindigheid, kwaad, zonde en lijden
- Leer m.b.t. het ‘hiernumaals’ en het ‘hiernamaals’
- Vroomheid en ethiek
- Geschriften, rituelen, zang, beelden, instituties, plaatsen en gebouwen
3 emytologische afleidingen van het woord ‘religie’:
Latijns woord
Vertaling
Implicaties voor
religie
Door wie?
Re-légere
Opnieuw lezen
Re-ligáre
Vastknopen
Re-elígere
Opnieuw kiezen
Zorgvuldig
Cicero
overwegen
Verbonden zijn met Lactantius
bovenwereldse
wezens
God opnieuw
Augustinus
uitkiezen
(bekering)
Cicero verwijst naar de reflexieve dimensie van religie. Religie heeft te maken met het nadenken over het
leven, het zoeken naar zin en diepte, het zich bewustmaken van dingen die men anders wel over het hoofd
ziet.
Lactanius verwijst naar het meest fundamentele element van elke beschrijving van religie, met name de
relatie tussen mens en het heilige, het spirituele, het goddelijke.
Augustinus stelt dat religie het opnieuw kiezen van God in een bekering nadat de mensen zich van God had
afgewend in de zonde.
Dorothee Sölle beschouwt religies nog fundamenteler als een act van creativiteit waardoor mensen doen wat
mensen in elke cultuur doen:
o Zich de wereld eigen maken
o De natuur humaniseren
o Het noodlot (= vreemde, vijandige god) overwinnen
Solle begrijpt religies als zingeving: religieuze behoefte = behoefte om zin te ervaren en zin te geven; er is
geen menselijk bestaan zonder het zoeken naar zin
1
Verlichting betekentde vooral het einde van de middeleeuwse religieuze werkelijkheidsopvatting
Gevolg van de verlichting:
o ° Liberalisme
o ° Kommunisme
o ° Katholicisme
o ° Protestantisme
Jean-François Lyotard stelt dat deze -ismen ‘grote verhalen’ worden genoemd omdat ze de pretentie
hadden inzicht in de werkelijkheid te kunnen verschaffen en de werkelijkheid te veranderen. Ze bevatten de
belofte om bevrijding uit uitbuiting & armoede tot stand te brengen.
 In de 20e eeuw werd duidelijk dat ze deze beloften niet hebben kunnen waarmaken
Bijvoorbeeld zijn er in die eeuw 2 wereldoorlogen gebeurt
 Onderschatting van het kwade (de menselijke potentie het kwade te doen) wordt aan het licht gebracht
 ° van een diepe cultuurcrisis met het failliet van de grote verhalen
 Levensbeschouwelijke ideologische kaders zijn in elkaar gestort
 Technowetenschappen bleven niettemin wil onaangetast!
‘technowetenschap’ benadrukt dat wetenschap en technologie …
… in bepaalde domeinen van onderzoek en ontwikkeling sterk afhankelijk …
… van elkaar geworden zijn om kennis- en kundevooruitgang te realiseren
 De economische orde heeft het primaat van de symbolische orde overgenomen
 Performativiteit (“wat levert het op?”) wordt meer en meer het belangrijkste criterium
 Dit gaat gepaard met een verregaande individualisering
 Deze evolutie heeft positieve kanten:
Eonomisering en ter beschikking gestelde goederen komen tegemoet aan
basisbehoeften van de mens.
 Maar ook negatieve kanten:
Desillusionering, wanhoop, mens wordt tot consument gedegradeerd
 Resultaat:
Bevrijding van grote verhalen heeft niet tot vrijheid,
maar eerder tot nieuwe verdrukking geleid.
2
Ook Postmodernisme houdt kritiek in op de theologie m.b.t. diens opvattingen over universaliteit en subjectiviteit.
Onder invloed van het verlichtingsdenken ontwikkelde de theologie bepaalde karakteristieken die door het
postmodernisme in vraag worden gesteld.

VERLICHTE THEOLOGIE
POSTMODERNISME
Streven naar helderheid en
rationele zekerheden
Streven naar objectieve, universele
inzichten en uitspraken
Loochening van alle vaste zekerheden
Antropocentrisme en autonomie:
de mens als subject: sapere aude
Aandacht voor methode
Grote waardering voor individuele
rationeel beredeneerde
standpunten (gevaar van
absolutering)
Nadruk op “sameness”
Afwijzen van universele uitspraken
Het belang van het eigen perspectief
en “social location” wordt
beklemtoond
Het subject als geconstrueerd door
sociale en culturele krachten
Aandacht voor ervaring
Alles is interpretatie (relativisme)
Nadruk op pluralisme en verschil
Kritiek is terecht inzoverre als theologie heeft bijgedragen tot het legitimeren van verdrukkende
machtsverhoudingen, bijvoorbeeld nationalisme, militarisme, racisme, seksisme, kolonialisme enzovoort. De
universele uitspraken van dit soort theologie maken aanspraak op rationeel verantwoorde objectiviteit
waaraan – zo hoopt men – niemand kan ontsnappen. Men leefde in de illusie van neutraliteit. In
werkelijkheid was deze theologie vaak niets anders dan de verabsolutering van het eigen particulier
standpunt. Het is een algemeen fenomeen dat een dominante groep blind is voor haar eigen particulariteit
en het afwijkende als ‘het andere’ construeert. Vele blanken beschouwen zichzelf bijvoorbeeld niet als
kleurlingen.
Sallie McFague is een bevrijdingstheoloog die stelt:
“Liberation theology has democratized theology as the right and responsibility of every Christian.”
 Bevrijdingstheologieën bepleiten vooral een shift in de ‘representatieve mens’ (mens die men als
vertegenwoordiger beschouwt van het mens zijn) die theologieën in hun uitspraken veronderstellen
 Bevrijdingstheologen beklemtonen dat ook de armen het recht hebben om te denken
 Bevrijdingstheologen trekken het sapere aude van de Verlichting door tot iedereen; niet enkel de
academish gevormde professionele theoloog is het subject van theologie, maar elke christen
 Belangrijke implicaties voor de theologie:
1) Hoe kunnen beperkte mensen in hun particulariteit als theologen uitspraken maken over de
meest universele en transcendente realiteit?
McFague antwoordt hierop met het radicaal monotheïsme (= God alleen is absoluut,
universeel, de enige zekerheid)  Beperkte relatieve mensen maken hypothetische, partiële en
beperkte theologische uitspraken over absolute realiteiten  McFague brengt het begrip
‘relative absolute’ in de discussie (= theologische uitspraken drukken een diepe overtuiging uit;
ze steunen op zorgvuldig doordachte ervaring & overlevering)
3
2) Theologische uitspraken zijn noodzakelijk uitgedrukt in metaforische taal
Pogingen om in beeldspraak iets te zeggen over de noodzakelijk onzegbare realiteit: de
diepste menselijke ervaringen kunnen enkel in metaforen worden uitgedrukt.
Metaforen vergelijken een ons anders niet toegankelijke realiteit met iets uit de ervaarbare
werkelijkheid, wat we kennen.
Als metaforen in gewone taal worden omgezet verliest men het belangrijkste.
3) Elke theologie wordt bedreven vanuit een context:
CONTEXT
Individu
Gemeenschap
Planet
SOORT THEOLOGIE
Psychologische theologie
Politieke theologie
Kosmologische theologie
BEKENDE
VERTEGENWOORDIGERS
Eugen Drewerman
Johan Baptist Metz
Sallie McFague
Vandaag is het onmogelijk te ontkennen dat het overleven van het individu en de gemeenschap
afhangt van het overleven van de planeet. Daarom is de uitdaging voor de theologie vandaag de
gehele kosmos als context te aanvaarden. Maar kosmologische theologie is niet noodzakelijk
universalistisch of reductionistisch wat betreft het menselijk subject. Binnen dit perspectief worden
verschillen niet over het hoofd gezien, maar veeleer als verrijking ervaren.
4) Het doel van deze theologie is de welvaart van de wereld
 Deze theologie blijft niet neutraal als toeschouwer aan de zijlijn staan, maar mengt zich
in het debat, neemt een standpunt in, is partijdig
 Theologie is praktische, wereldse activiteit
↕
↕
intellectuele
religieuze
4
H2: De Bijbel, een heilig boek?
Hedendaagse uitdagingen bij het lezen en
interpreteren van de Bijbel.
Bijbelmoeheid
Bijbelmoeheid = hedendaagse fenomeen van lusteloosheid, desinteresse en weerstand dat opvoeders en pastores
ontmoeten in het onderwijs en de pastoraal wanneer zij de Bijbel ter sprake brengen
Bijbelmoeheid = het gevolg van bepaalde didactische en theologische strategieën waarmee de Bijbel in de
voorgeschiedenis van de betrokkenen aangereikt is geworden
3 mogelijke oorzaken voor Bijbelmoeheid:
1) BIJBELS FUNDAMENTALISME
-
Fundamentalistische Bijbellezingen gaan ervan uit dat de Bijbel als het woord van God, tot in de kleinste
details letterlijk gelezen en verstaan dient te worden.
Zij weigeren de idee dat het woord van God is uitgedrukt door mensen die slechts beperkte mogelijkheden
en bronnen hadden.
De Bijbel wordt behandelt als een boek dat woord voor woord door God gedicteerd werd.
Een breder verstaan van de verhouding tussen Bijbelse cultuur en hedendaags geloof wordt zeer
problematisch in onze evoluerende wereld
 Gevolg:
o Leidt tot afkerigheid ten aanzien van de Bijbel bij heel wat weldenkende mensen
o Het verwerpen van fundamentalisme en van de Bijbel gebeurt vaak in 1 beweging
 Als reactie op een dergelijke vervreemding van de Bijbel, hebben een aantal tijdgenoten alle historische
en contextuele overwegingen naast zich neergelegd.
o Vanuit hun hunker naar – weliswaar valse – zekerheden, vertonen zij een verassende
bereidwilligheid om de Bijbel te omarmen als het kant en klare en ondubbelzinnige antwoord op
al hun levensvragen.
o Op die manier kan Bijbelfundamentalisme soms eerder het gevolg zijn van Bijbelmoeheid, dan
de oorzaak ervan.
 Gevolgen van dit “harde fundamentalisme” zijn bekend:
o Bepaalde Bijbelse teksten worden onkritisch gelezen om aldus bepaalde politieke ideeën en
sociale wantoestanden in stand te houden of zelfs te legitimeren.
 Er bestaat echter ook een milde vorm van Bijbelfundamentalisme (“milde Bijbelfundamentalisme”)
o Bijbelse zinsneden worden gebruikt als onbetwistbaar argument om een bepaald geloofsinzicht
te bevestigen of te ontkrachten.
o “De Bijbel zegt toch dat …”
o Ook hier is een (milde) vorm van fundamentalisme aan het werk waaraan wij allemaal misschien
wel schuldig zijn, omdat elk van ons af en toe de neiging heeft om op die manier te redeneren
5
 Bijzondere vorm van dit milde fundamentalisme is “Atheïstisch gemotiveerd Bijbelfundamentalisme”
o Atheïsten die een gelovige gesprekspartner zeer kritisch te lijf gaan met allerhande, selectief
gekozen Bijbelcitaten.
o
Met als doel de gelovige persoon op basis van de vooronderstelling dat de letterlijke lezing de
enige mogelijke is, confronteren met de onhoudbaarheid van de christelijke boodschap als
zodanig.
o
Deze situatie wordt mede versterkt door de manier waarop de taal gehanteerd wordt in het
positief-wetenschappelijke discours, die meer & meer de curricula van middelbare scholen
domineert  Er is geen plaats meer voor metaforen; taal is enkel nog een middel voor de
beschrijving van de materiële werkelijkheid
 Probleem van Bijbelmoeheid vanwege fundamentalisme kan zich tijdens de puberteit en adolescentie,
binnen de leergroep een hermeneutsisch knooppunt, op een hele scherpe manier stellen.
Hermeneutsiche knooppunten = spanningen, conflicterende interpretaties die verwijzen naar
uiteenlopende levensbeschouwelijke vooronderstellingen
2) WETENSCHAPPELIJK FUNDAMENTALISME
-
Historisch-kritische methode benadert de Bijbel met wetenschappelijke methodes als een historisch boek
Anti-gif tegen het Bijbels fundamentalisme = de integratie van de historisch-kritische methode zowel in het
Bijbelonderzoek als in het Bijbelonderricht
o Bewustwording dat de tekst een historisch gesitueerde oorsprong, context en betekenis heeft.
o Deze methode kan ons ervoor behoeden onze eigen problematiek te projecteren in de Bijbel en
dwingt ons af te stappen van de idee dat de Bijbelse teksten automatisch met ons levensgevoel in
overeenstemming gebracht moet worden.
o Creatie van afstand tussen toen en nu, tussen Bijbelse context en onze context.
-
Peter Schmidt wijst erop dat steeds duidelijker wordt in welke mate de Bijbel een “door en door historisch
bepaald” document is EN dat het probleem van zijn bruikbaarheid als geloofsvehikel met het voortschrijden
van de geschiedenis alsmaar zal groeien.
o Hierdoor dreigt de exegeet zich gevangene van de Bijbelkritiek te verklaren:
 Hoe meer de exegeet afdaalt in de oorspronkelijke context van de Bijbel, hoe meer hij zich
opgesloten weet in een Bijbels universum dat vandaag onbegrijpelijk en zelfs betekenisloos
dreigt te worden.
 Exegeet komt eigenlijk terecht in een gevangenis die hij voor zichzelf heeft gebouwd, en
waaruit hij geen uitweg meer ziet.
6
-
Ook al beseft men dat de Bijbel in grote mate reconstructie van feiten is door de ogen van het geloof, toch
steekt men alle energie in de poging om door te stoten tot de eigenlijk historische kern ervan, alsof daar,
daar alleen of daar in de eerste plaats, de onbemiddelde waarheid van het geloof zou te vinden zijn.
o = wetenschappelijk fundamentalisme
o Aan de basis hiervan ligt vaak een angst voor relativisme en een poging om vooralsnog een vaste
kern in de Bijbel en het Bijbels geloof te identificeren.
o Toch moet men volgens de historisch-kritische methode vaststellen dat uiteindelijk de historische
kern van de Bijbel als dusdanig feitelijk en zelfs principieel niet-reconstrueerbaar is en ongrijpbaar
blijft. We bedoelen hier echter niet mee dat de historische feitelijkheid van Jezus en het vroege
christendom ter discussie staat, maar wel dat onze historische reconstructies vaak evenveel of meer
zeggen over hen die reconstrueren dan over de gereconstrueerde feiten.
o Onderzoek heeft aangetoond dat ook de reconstructie van de aardse Jezus altijd getekend is door de
hand van diegene die reconstrueert.
o
We kunnen dit ook een vorm van Jezusfundamentalisme noemen:
Wat de aardse Jezus gezegd heeft, blijkt zonder meer waardevol te zijn, wat daarna
geschreven is niet of minder belangrijk. Of sterker: wat het vroegste was, is geïnspireerd, de
rest is slechts toevoeging of zelfs vervalsing.
Probleem: De waarheid wordt in het verleden gezocht. Zelfs al zouden we Jezus kunnen
reconstrueren, dan zouden we nog niet het gevondene zonder meer kunnen omzetten naar
vandaag. Jezus, evenmin als de Bijbel, kan niet het antwoord zijn op al onze vragen.
Alleen al de tendens om alles te verwachten van de pogingen om de afstand tussen toen en
nu te overbruggen, maakt de omgang met de Bijbel problematisch. De Bijbel is als het ware
meer dan een historisch boek, het is een geloofsgetuigenis.
-
Dit alles heeft belangrijke gevolgen voor het omgaan met de Bijbel:
o Belangrijk dat mensen de historische achtergrond, de context en de literaire genres van de
Bijbelteksten leren kennen om zo het Bijbelfundamentalisme te bekampen.
o
Men moet proberen de historische werkelijkheid en de toenmalige leefwereld toch voor de geest te
halen ondanks dat we weten dat we dat de Bijbelse context nooit volledig perfect zullen kunnen
reconstrueren. De schokkende confrontatie met het bevreemdende karakter van de Bijbel maakt
integraal deel uit van elk lezen van de Bijbel.
o
Gevaar is echter dat men enkel over, en niet vanuit de Bijbel bezig is (= verdinglichung van de Bijbel)
 Bijbel wordt gereduceerd tot een terrein van literaire en taalkundige oefeningen en vraag
naar betekenis van de Bijbel schuift naar de achtergrond.
 Men is alleen over de Bijbel bezig.
7
o
Zal in de huidige cultuur de historisch-kritische methode niet Bijbelmoeheid in de hand werken?
 Post-christelijke cultuur heeft moeite met een grote nadruk op de geschiedenis. In plaats
van een chronologische benadering, verkiest zij een cyclische benadering van de
werkelijkheid (gebaseerd op de ritmes van de natuur).
 Traditie, verleden en ouderdom worden gewantrouwd of gedicrimineerd.
 Creativiteit, vernieuwing, hypes, mode, etc. staan in de belangstelling.
 Als men in de context van een verdwijnend historisch bewustzijn de Bijbel exclusief gaat
hanteren als een geschiedenisboek, dan zullen veel mensen de Bijbelse boodschap
automatisch als gedateerd en “zonder toekomst” zien.
↔ Omgekeerd kan men ook zeggen dat de Bijbel vandaag een vormend
tegengewicht kan bieden tegen een ahistorisch wordende cultuur die iets waardevols
aan het verliezen is
3) DE BIJBEL ALS ETHISCH RECEPTENBOEK
-
= Bijbel als ethisch volstrekt helder en uniform boek waarin één duidelijke ethische boodschap opklinkt die
aan alle problemen een oplossing kan bieden.
In de Bijbeldidactiek worden gemakkelijk verhalen gekozen die een moraliserende presentatie van de joodse
en christelijke boodschap mogelijk maken.
 Gevolg van deze selectieve Bijbelomgang:
o Reductie van de joodse en christelijke traditie tot ethiek
o Verhalen die eerder spreken van de ontmoeting met God worden haast niet meer besproken
o Mensen die in een verlichte geest zijn opgevoed, verwachten steeds iets nieuws; voor hen is de
geringste overlapping ‘saai’ en kan er geen waarde gevonden worden in de herhaling
o Niet zelden is de morele verontwaardiging groot wanneer mensen ontdekken dat in de Bijbel
niet alles volgens de aangeleerde morele normen verloopt of dat de Bijbel brutale vormen van
geweld bevat.
 Wanneer men de Bijbel aan mensen voorhoudt als een vlekkeloze morele spiegel, dan moet men niet
verwonderd zijn dat zij op een gegeven moment hun eigen onvolmaaktheid proberen te verbergen door
die ook in de Bijbel aan te tonen
 Dergelijke selectieve en niet-pluralistische omgang met de Bijbelteksten werkt Bijbelmoeheid in de hand
-
Resistant reading vs. Compliant reading
o Gewoonlijk neemt men spontaan de leeshouding ‘compliant reading’ in tegenover de Bijbel
o In sommige gevallen is het beter “tegen de tekst” in te lezen, bijvoorbeeld vanuit het perspectief van
de ‘underdog’
Deze leeshouding is echter maar mogelijk als men de Bijbel van kindsbeen af presenteert als
een complex boek dat naast heiligheid ook de zwakheid van het menselijke leven
weerspiegelt
 Bijbel is een boek over de condition humaine
 Bijbel wordt dan boek waar God door alle dingen heen spreekt, waarin de hele wereld
metafoor wordt, waarin mensen ervaren dat ondanks hun zondigheid God aanwezig kan zijn
in hun leven en waar God zelfs soms op een problematische wijze ter sprake komt.
8
-
Multidirectionale lezing kan een hulp zijn om de condition humaine en het werkzame Godsbeeld op het
spoor te komen.
o Het Bijbelverhaal wordt dan vanuit meerdere cultuurhistorische perspectieven bekeken.
o Slechts mogelijk wanneer men de interne ethische en religieuze pluraliteit van de Bijbelse
boodschap erkent, tot zijn recht laat komen en positief bevestigt.
o Bijbeldidactiek moet beweging maken van het grote verhaal naar de vele, vaak onbekende kleine
verhalen.
o Volgens Dick Würsten moet de Bijbel gepresenteerd worden als een meervoudig boek met vele
tendenzen, richtingen en boodschappen die niet te herleiden zijn tot één méta-vertelling.
o Dat kan precies de post-moderne mens aanspreken, namelijk een God die kiest voor een dergelijk
complex bron-boek. Het is een God die het grootst mogelijk protest laat klinken tegen het
machtsdenken van de “eenheid” dat de diversiteit niet wenst te herkennen.
-
In die context moeten we wijzen op de gevaren van functionalisering van de Bijbel in de geloofsopvoeding:
o Functionalisering legt vaak een dwingende betekenis aan een tekst op
o Bijbeltekst wordt zo tot buikspreker gemaakt van onze op voorhand vastgelegde opvattingen
o Bijvoorbeeld de inpassing van Bijbelteksten in de middelbare scholen:
Er wordt vaak een tekst gekozen omwille van een woord, een parallelle gedachte, een
toevallige link met een bepaald leerplanterrein. Er wordt weinig rekening gehouden met het
groter kader waarbinnen deze passage functioneert en de eigenlijke betekenis van de tekst
komt dikwijls niet tot zijn recht. Op die manier riskeren leerlingen geen zelf ontdekte
interpretaties te kunnen geven aan de Bijbel. Leerplanmakers lijken op die punten al alles in
de pijplijn te hebben gezet, de verwachte antwoorden zijn reeds bekend.
9
Bijbel in een digitaal tijdperk
Vorige drie benaderingen zijn problematisch omdat ze gekenmerkt worden door een statische visie op de betekenis
van en omgang met de Bijbel!
Nu (heden): Media ter beschikking voor het dynamiseren van de omgang met allerhande teksten
- Overgang van het gedrukte woord naar het digitale woord, nadat we eerder al de overgang van de
mondelinge traditie naar het gedrukte woord hadden
- Omgang met Bijbel zal in toenemende mate digitaal worden
-
Bijbel in boekvorm heeft een logische en chronologische samenhang
= sequentiële benadering
-
Bijbel in een elektronische omgeving vervangt een sequentiële benadering, niet door een niet-sequentiële
benadering, maar door een multi-sequentieel gebeuren!
o Lezer kan op zeer vlotte en wendbare wijze vele verschillende leespaden in de teksten trekken
o Verantwoordelijkheid en creativiteit van de lezer worden sterk verhoogd
o Op initiatief van de lezer komen en verdwijnen veel sneller & gemakkelijker dingen dan bij de
gedrukte versie
o Het is niet langer mogelijk om in de lectuur de beslissing welke richting men uit moet op voorhand
op te leggen
o “Vingertoppen van de eindgebruiken zijn bij een elektronische leescontext veel invloedrijker dan bij
de klassieke lezing, waar de vinger slechts diende om het blad om te slaan.”
-
De idee van een groot, onvermijdelijk boek dat iedereen moet lezen behoort tot de wereld van het gedrukte
woord en is nu aan het voorbij gaan!
o In een door elektronisch geschriften gecreëerd klimaat zullen er niet alleen meer teksten zijn, maar
er zullen ook alleen nog teksten zijn die meer of minder mensen verkiezen te lezen met meer of
minder diepgang!
o
“Democratisering van de toegang tot de Bijbel”
o
MAAR! Mensen hebben nog steeds nood aan referentiepunten of centra (meervoud!) van
levensbeschouwelijke oriëntatie!
 Hyperteksten geven de mogelijkheid van een veranderend en dynamisch concept van
centrum, van een multi-gecentreerd en zelfs zichzelf oneindig hercentrerend
tekstuniversum, waarbij centra worden vastegesteld door complexe interacties tussen
miljoenen individuele lezers.

o
Centra zullen komen en gaan, maar het dynamische proces van het voortdurend vastleggen
van wisselende centra blijft noodzakelijk!
MAAR! Ook de historisch kritische en ethische benaderingen van de Bijbel zijn op internet terug te
vinden. Het digitale medium is op zich nog geen garantie voor een dynamische benadering, maar
slechts een instrument waarvan men positief of negatief gebruik kan maken.
Het internet is zelf het strijdtoneel geworden van verschillende Bijbelbenaderingen!
10
Remedies voor Bijbelmoeheid
Het Bijbels fundamentalisme, het wetenschappelijk fundamentalisme en de benadering van de Bijbel als ethisch
receptenboek hebben 1 kenmerk met elkaar gemeenschappelijk:
Ze willen elk op hun eigen wijze binnen de Bijbel een vast en betrouwbaar …
… punt aanduiden dat locus van openbaring zou zijn
-
Bijbels fundamentalisme vindt zekerheid in de letterlijke betekenis van de tekst
-
Wetenschappelijk fundamentalisme vindt zekerheid in de poging tot reconstructie van de historische kern van
de Bijbelse boodschap
-
Ethische benadering vindt zekerheid in het destilleren van solide, universele morele beginselen en
humanistische boodschappen uit de Bijbel
 Locus van openbaring wordt in klassieke benaderingen steeds gezien als voorgegeven in de tekst zelf
 In zichzelf ontwikkelende digitale omgang met de Schrift lijkt elke focus verloren te zijn en is de tekst
overgeleverd aan de vrije markt van steeds wisselende interpretaties van individuele gebruikers
Bijbelmoeheid wordt veroorzaakt door de poging van de 3 klassieke benaderingen om de Bijbel de herleiden tot een
hanteerbare vaste kern van leerstellige fundamenten, historische gebeurtenissen of morele waarden!
- Bijbel krijgt iets voorspelbaar en voorgeprogrammeerd
-
Bijbel is geen gebeuren meer waaraan men actief mag participeren, maar een reeds volledig uitgeschreven
draaiboek waarvan bij de eerste scène al geweten is hoe het verhaal zal eindigen
-
Mensen van vandaag voelen heel scherp aan wanneer hun een waarheid wordt opgelegd, die ze zelf niet
meer te ontdekken hebben, maar die hun als een opgewarmde, kant-en-klare maaltijd wordt ingelepeld
-
Weerstand tegen de Bijbel wordt begrijpelijk!
-
MAAR! Bijbel wordt niet automatisch irrelevant doordat onze voortschrijdende cultuur zich steeds meer
verwijdert van de oorspronkelijke nomadische of agrarische cultuur van de Bijbel!
o Het is helemaal niet zo dat de Bijbel helemaal moet aansluiten bij onze cultuur om relevant te zijn
Bijvoorbeeld: Het is niet omdat we geen herders en schapen meer zien in de eigen leefwereld, dat
men de Bijbel niet meer kan begrijpen
o
Classic tekst = tekst die zo fundamenteel is, dat hij ondanks het verschil van context toch telkens
opnieuw kan gelezen en begrepen worden; elke lezer maakt met met een classic tekst een fictional
contract
o
Het is vandaag de dag niet zo makkelijk om met alle boeken uit de Bijbel zo’n fictional contract aan
te gaan! Toch blijkt uit het feit dat de Bijbel een onmiskenbare plaats blijft hebben in de
wereldliteratuur en tot de meest gelezen boeken behoort, dat ontelbare mensen nog altijd in staat
zijn om met een aanzienlijk deel van de Bijbel een fictional contract aan te gaan!
11
o
Gevaar bij het benaderen van de Bijbel als een classic: Reductie van de Bijbel tot drager van
humanistische archetypen waarbij niet enkel het vervreemdingsaspect van de Bijbel een te
gemakkelijke weg neemt, maar ook de Bijbel genivelleerd wordt tot een stuk wereldliteratuur. Voor
gelovigen is de Bijbel echter meer: de Bijbel heeft een openbarende en transformatieve betekenis.
 Bijbelse openbaring = een dynamisch dialogaal gebeuren en niet een statistische
overdracht van een geloofsinhoud via de Schrift

Openbaring gebeurt niet alleen via de geschreven of gelezen tekst, maar in het gehele
proces van lezen, luisteren, interpreteren, bidden en zingen

Openbaring verstrekt zich niet tussen de tekst en de lezer, maar tussen God en de lezer,
waarbij de tekst een geprivilegieerd medium is en taal, context en verwachtingshorizon
biedt

Gevaar: Aannemen dat met het schrijven van het laatste boek van de Bijbel, het
dialogale proces tot een einde is gekomen en nu nog slechts herhaald moet worden om
effectief te zijn
o Als openbaring echt een dialoog met God is, weliswaar bemiddeld door de
Schrift, dan is het evident dat het door de geschiedenis heen blijft duren
o Bijbel is niet alles, zoals het sola scriptura (alleen de Schrift) beginsel lijkt te
suggereren
o Ook de Bijbel kan mensen niet ontslaan van de uitdaging om zelf een relatie met
God aan te gaan in dialoog met de Bijbelse teksten
o Als wij de Bijbel lezen, worden wij niet alleen getuige van het voortschrijven van
de overlevering, maar worden wijzelf ook uitgenodigd om in gesprek met de
Bijbel en de Bijbelse God nieuwe interpretaties te ontdekken en te maken
 Dialogische structuur is een invitatie om zelf ook aan deze dialoog te participeren
-
Op het ogenblik dat de Bijbel in onze democratische maatschappij (opnieuw) mag gelezen worden als
verhaal van gewone mensen in hun gesprek met God en met elkaar, met hun blijdschap en verdriet, met hun
hoop en kwetsuren, met hun dromen en oppervlakkigheid, zal zij opnieuw aanknopingspunten bieden voor
integratie in het eigen leven en in het leven van de gemeenschap
 Op die manier kunnen Bijbelteksten mensen een dienst bewijzen in hun zoektocht naar een
levensbeschouwelijke identiteit
 Tegenwoordig wordt godsdienstonderwijs trouwens meer gezien als het leveren van een bijdrage tot de
ontwikkeling van een eigen narratieve identiteit, begrepen als interpretatieve identiteit, dit wil zeggen
als bemiddelende zelfkennis
-
Vervreemdingshermeneutiek is ons inziens eigen aan de Bijbelse teksten!
o Ook al herkennen we onszelf in eerste instantie in een Bijbels verhaal, in tweede instantie zullen we
steeds op weerwerk botsen, zullen we ons altijd door de Bijbel uitgedaagd weten, waardoor we ons
niet gemakkelijk kunnen blijven wentelen in onze eigen aangename interpretaties, maar ook steeds
voort geroepen zullen worden, zowel in individuele als in sociale context.
12
-
OPGELET! Door de autoriteit van een bepaalde Bijbelvers in vraag te stellen kan men in totale subjectiviteit
terecht komen! Als de Bijbel nooit gereduceerd kan worden tot één betekenis, die voor eens en voor altijd
vastligt, maar steeds open is voor en zelf vraagt naar nieuwe interpretaties, welke autoriteit kan men dan
inroepen om te beslechten welke Bijbelinterpretaties aanvaardbaar zijn of niet!
o Vraag is veeleer welke interpretaties niet aanvaardbaar zijn, i.p.v. welke wel!
o
Antwoord: Het criterium moet niet in de eerste plaats in het verleden gezocht worden (bv. in wat
Jezus gezegd heeft), maar in de toekomst die wij in de ‘wereld’ van Bijbelse teksten kunnen
ontdekken
Er is alleen toekomst voor de Bijbel als de interpretatie van de Bijbel alle pogingen om aan mensen toekomst te
ontnemen in vraag stelt en mensen machtigt zich in te zetten voor een toekomst volgens de droom van God voor
alle mensen.
- Die droom van God is alleen op een bemiddelde wijze toegankelijk, ligt niet zomaar voor het grijpen in de
Bijbelse teksten zelf, kan niet door een bepaald individu of een bepaalde groep worden vastgelegd, staat
niet voor eens en voor altijd vast en zal ook niet onaangetast blijven door menselijke beperktheden en
zonden!
-
Als we van de toekomst van de Bijbel spreken, dan gaat het niet alleen over de vraag of de Bijbel in de
komende jaren nog gelezen zal worden en of mensen er nog gezag aan zullen toekennen, maar vooral ook
over de toekomst die de Bijbel als droom of toekomstvisioen aan de mensen voorhoudt!
13
H3: De normativiteit van de toekomst.
De relevantie en de autoriteit van de Bijbel vandaag.
Inleiding
Op welke manier kan de Bijbel, een tekst uit het verleden, betekenisvol, relevant, misschien zelfs normatief en
gezaghebbend zijn voor mensen die vandaag en in de toekomst leven?
We gaan in 4 stappen te werk:
- Overzicht van de meest frequent gebruikte terminologie die gebruikt wordt in theologische discussies
- Benaderingen die het gezag van de Bijbel / locus van inspiratie in het verleden situeren
- Benaderingen die het gezag van de Bijbel / locus van inspiratie in het heden en toekomst situeren
- Eigen positie met betrekking tot de normativiteit van de Bijbel
Terminologie
-
Bijbelse openbaring = het geloof dat God in de Bijbel met mensen in contact treedt en hen iets meedeelt of
hen uitnodigt tot een wederzijdse relatie.
-
Inspiratie = inspiratie beschrijft Gods invloed op de oorspronkelijke gebeurtenissen of op het proces van
mondelinge overlevering, de schrijver, de tekst, de lezer, het gehele proces van het lezen en interpreteren of
de werkzame geschiedenis van de tekst. Ofwel op een combinatie van dit alles.
Teksten (bv. Bijbel) worden aanzien als gezaghebbend en normatief …
… precies omdat ze als openbarend en geïnspireerd aanvaard zijn.
Unieke karakter van de Bijbel is het resultaat van een speciale band …
… met God, Jezus Christus en de Heilige Geest.
-
Infallibility = infallibility beweert dat de menselijke auteurs bij het schrijven van de schriftteksten niet in
staat waren tot dwaling of niet konden falen bij de adequate uitdrukking van ware en juiste oordelen.
-
Inerrancy (onfeilbaarheid) = overtuiging dat de tekst (en niet de auteur) vrij is van eender welke dwaling.
-
Autoriteit = autoriteit betekent dat de inhoud van de Bijbel bepaalde eisen stelt aan de lezer.
-
Normativiteit = uitdrukking voor de status van de Schrift als criterium of regel voor het geloof en het leven
van de lezer.
-
Canoniciteit = canoniciteit betekent dat in een lang en complex proces geloofsgemeenschappen
aangenomen hebben dat bepaalde boeken die men geïnspireerd en normatief achtte een uniek, gewijd
karakter bezaten.
 Elk van deze begrippen krijgt een andere betekenis naargelang het theologische systeem waarbinnen het
wordt aangewend
14
Basis van het gezag van de Bijbel in het verleden
Normativiteit van de Bijbel wordt door deze groep theologen beschouwd als iets dat het resultaat is van een
gebeuren in het verleden
Theorieën die inspiratie verbinden met een of ander moment in het verleden
KLASSIEKE DOCTRINAIRE BENADERING
-
Beschouwt teksten als statische vaten van hun inhoud
De waarheid van de Schrift werd gezien als gebaseerd op stellingen en als drager van een dwingend,
absoluut gezag
Elk aspect van de Bijbel werd gezien als vrij van dwaling
Teksten en woorden werden uit hun schriftelijke context gelicht en gebruikt als doctrinele uitspraken ter
ondersteuning van theologische standpunten en ter zelfverdediging t.o.v. tegenstanders van buitenaf
Door de bijdrage van de mens aan het proces van schrijven te minimaliseren, wordt de tekst op exclusieve
wijze Gods woord, en dus niet het woord van mensen
De compositie van de tekst wordt gezien als locus van inspiratie
HISTORISCH-KRITISCHE BENADERING
-
-
Teksten moeten geïnterpreteerd worden binnen hun oorspronkelijke historische context
Bedoeling van God kan enkel gevonden worden in en door de bedoeling van de auteur
Letterelijke betekenis van een tekst word gezocht in de intentie van de auteur
Sensus plenior = meer-dan-letterlijke betekenis die door God in de tekst gelegd is en voor de oorspronkelijke
auteur verborgen bleef, maar die door de Kerk in een later stadium van haar geschiedenis ontdekt zou
worden
Locus van inspiratie blijft in het verleden gesitueerd
SOCIALE THEORIEËN
-
Proberen onder invloed van vormkritiek het concept van individuele auteurs te overschrijden
Complexe processen in de gemeenschap staan aan de oorsprong van de Bijbelse teksten
Deze processen worden beschouwd als de locus van inspiratie
HISTORISCHE RECONSTRUCTIE
-
Legde zich onder invloed van bronnenkritiek toe op de identificatie van die lagen in de tekst die het dichts
stonden bij de eigenlijke gebeurtenissen
Locus van inspiratie situeert men in de bronnen die ons in staat stellen om bij de feiten te komen en de
eigenlijke gebeurtenissen te reconstrueren
HEILSHISTORISCHE BENADERING
-
Alleen de eigenlijke gebeurtenissen zelf, die niet meer volledig te reconstrueren zijn, zijn geïnspireerd
Teksten waarover we beschikken, bevatten bepaalde hiaten
15
BIJBELS-THEOLOGISCHE BENADERING
-
Doet een poging om de theologische eenheid van de Bijbel als geheel, en van specifieke concepten in het
bijzonder, te vatten
De neiging bestond om inspiratie te koppelen aan bepaalde Hebreeuwse concepten die niet vertaald konden
worden in een andere taal of naar een ander filosofisch systeem
De Bijbelse teksten, en in het bijzonder de hun theologische concepten, zijn locus van inspiratie
Claimt dat bepaalde concepten normatief zijn voor het geloof en niet openstaan voor herinterpretatie
Een halve eeuw later kwam deze benadering terug onder de gedaante van narratieve theologie (= aandacht
op de narratieve structuur van de tekst die als normatief beschouwd wordt voor theologie)
CANONISCHE BENADERINGEN
-
Rekenen ook het proces van canonisering tot loci van inspiratie
Canonisering = de laatste fases van het vastleggen van grenzen aan de omvang van gewijde geschriften
Maar! Men spreekt hier over canonisering in ruime zin van het woord en dus niet alleen de laatste fases!
Ook het proces waardoor gezaghebbende traditie verzameld, gerangschikt en doorgegeven werd op
een manier die maakte dat deze traditie als Heilig Geschrift kon functioneren voor een gelovige en
praktiserende gemeenschap valt onder canonisering in ruime zin!
BESLUIT
De menselijke auteur of de tekst zelf is veruit de meest aanvaarde locus van inspiratie
Basis van het gezag van de Bijbel in het heden
Normativiteit van de Bijbel wordt door deze groep theologen beschouwd als iets dat het resultaat is van iets dat in
het heden plaatsvindt
Theorieën die inspiratie verbinden met een of ander moment in het heden
Theorieën die het noodzakelijk vinden om de werkzaamheid van de Geest ook te postuleren op het moment dat
de lezer met de tekst in contact treedt
WOORD-THEOLOGIE (KARL BARTH)
-
Woord van God is niet louter de tekst, maar “het gebeuren waarin de lezer vandaag God ontmoet”, een
gebeuren waarin de tekst een niet onbelangrijke rol vervult
Heilige Geest inspireert op een actieve manier niet alleen de auteurs van de Bijbel, maar ook de gelovigen
die vandaag de Bijbel lezen
SPIRITUELE EXEGESE
-
Vertrekt vanuit de gelovige overtuiging dat het woord van God tot elk van ons persoonlijk gericht is en dat
wie de Bijbel leest, geleid wordt door de Geest van God
16
VERKONDIGINGSTHEOLOGIE (RUDOLF BULTMANN)
-
-
De waarde van de Schrift ligt niet in de nauwkeurige weergave van historische feiten, maar in het
geloofsgetuigenis van de vroege christelijke verkondiging, die zich richt tot personen als historische,
verantwoordelijke toekomstgerichte wezens
Ware bedoeling van de Bijbel bestond erin om een authentiek zelfverstaan te bieden aan al wie authentiek
mens-zijn nastreeft
De Bijbel heeft gezag en is normatief in zoverre hij een hulp biedt bij het bereiken van het authentiek
menszijn
WIRKUNGSGESCHICHTE (ERNST FUCHS EN GERHARD EBELING)
-
Legt de nadruk op de Wirkungsgeschichte van de Schrift, op zijn geschiedenis van transmissie en
interpretatie die een licht werpen op het oorspronkelijke woord
Richten zich op het ganse woordgebeuren en beschouwen het woord van God als een “levend subject”
ERVARINGSGERICHTE BENADERING
-
Locus van autoriteit is niet de tekst, maar een ervaring die in de tekst uitgedrukt is
BESLUIT
-
In al deze benaderingen vinden we de poging terug om het belang van lezen en interpreteren in het proces
van openbaring te onderstrepen
Interpretatie kan niet beperkt worden tot een ogenblik in het verleden
Ongeveer alle momenten van het gehele communicatieproces zijn geïdentificeerd geweest als locus van
inspiratie
Collectieve wijsheid van al deze posities kan ons er aan herinneren dat het niet een kwestie is van “of-of”
maar van “zowel-als”
Basis van het gezag van de Bijbel in de toekomst
Normativiteit van de Bijbel wordt door deze groep theologen beschouwd als iets dat het resultaat is van iets dat in
de toekomst verwacht mag worden
Theorieën die inspiratie verbinden met een of ander moment in de toekomst
Linell E. Cady formuleert de vraag waarmee de theologie sinds de Verlichting mee geconfronteerd wordt als volgt:
“Bezitten traditie en Schrift een normatieve status tegenover hedendaags theologisch denken, …
… of is theologie vrij van de door het verleden opgelegde dwang?”
Kan een oude tekst op normatieve wijze spreken tot een generatie die de ideologie van de tekst bekritiseerd
heeft en die deze moraal gebrekkig bevonden heeft? Antisemitisme, slavernij, oorlog en apartheid en
seksisme hebben een beroep gedaan op de Bijbel voor legitimatie. Met andere woorden, verdrukking is niet
een accidenteel element in de tekst, maar is er intrinsiek in aanwezig.
17
Norma normans sed non normata = normerende, maar niet genormeerde norm
- Zo werd de Bijbel voordien genoemd
- Wordt beschuldigd tekort te schieten op vlak van morele integriteit
2 eenvoudige manieren om dit probleem te omzeilen:
o Aantijgingen ontkennen en claimen dat de Bijbel niet verdrukkend is om zo normativiteit van de
Bijbel veilig te stellen
o Schuldig pleiten, element van verdrukking in de Bijbelse tekst erkennen en de normativiteit ervan
ontkennen
MAAR! Manier vinden die toelaat om de normativiteit van de “intrinsiek verdrukkende tekst” te
aanvaarden zonder het verdrukkende aspect ervan als normatief te aanvaarden is de betere
oplossing! Of met andere worden aantonen dat de Bijbelse tekst zijn intrinsiek verdrukkende
aspecten overstijgt!
Openbaring als dialoog
Wij beschouwen openbaring in de betekenis van zelfmededeling die resulteert in de uitnodiging tot gedeeld leven
 Openbaring is dialogaal
 Ware dialoog veronderstelt wederkerigheid
o Autoriteit die openbaring voorwendt, kan dus nooit unilateraal, dwingend en absoluut zijn
o Openbaring mag dus niet herleid worden tot het meedelen van inhoud
Openbaring bevat nog 3 anderen dimensies:
- Al degenen die in deze communicatie betrokken zijn, stellen zich voor elkaar open, nodigen elkaar uit om
elkaars leven te delen en verdiepen hun relatie.
-
Openbaring mag niet herleid worden tot een anonieme of plaatsvervangende handeling in het verleden die
nu afgesloten is omdat al de mogelijk inhoud meegedeeld is.
-
Openbaring is veeleer een aan de gang zijnd, steeds nieuw proces dat elke deelnemer persoonlijk betrekt in
de communicatie.
18
De tekst als dynamisch medium
Als we schrift op de een of andere manier openbaring noemen, dan is dit niet om openbaring te beperken tot
geschreven teksten, maar veeleer om de herinnering levendig te houden dat alle menselijke leven in alle tijden locus
van goddelijke openbaring is geweest, d.w.z. locus van Gods voortdurende uitnodiging om binnen te treden in een
liefdescommunicatie en om te delen in Zijn goddelijk leven. Geschreven teksten kunnen binnen dit zeer persoonlijk
uitwisselingsproces enkel functioneren indien ze in staat zijn om persoonlijke ontmoeting tot stand te brengen.
 Teksten moeten functioneren als symbolen, als dynamische media
o Een tekst is een tastbare uitdrukking van iets dat fundamenteel niet waarneembaar is.
o
Bijbeltekst is bijvoorbeeld een getuige van, of een symbolisch medium voor, een persoonlijke
ontmoeting die ooit in het verleden plaatsvond tussen aan de ene kant God, en aan de andere kant
een gemeenschap of bepaalde leden van de gemeenschap.
o
Tekst is niet identiek aan zijn inhoud, aangezien teksten afgelijnde en begrensde entiteiten zijn
binnen de waarneembare wereld.
 De inhoud is de complexe en transcendente werkelijkheid van menselijk leven, die enkel
door middel van symbolische bemiddeling uitgedrukt kan worden.
 In het symbool, de tekst, kunnen we de authentieke realiteit raken van het
gesymboliseerde.
 Symbolen zijn dynamische, interactieve werkelijkheden.
 Teksten onthullen en verhullen, ze zijn zowel een brug naar het mysterie als een muur die
het verbergt.
 We verwerpen elke poging om geschreven teksten te herleiden tot statische vaten met 1 welomlijnde
inhoud die daar door de oorspronkelijke auteur met een bepaalde bedoeling is gelegd
o Ricoeur stelt dat geschreven teksten een surplus aan betekenis bevatten in vergelijking met
gesproken
o
Geschreven teksten beschikken over relatieve semantische autonomie
 De schepping van een auteur kan zozeer een ingewikkeld netwerk van betekenis zijn of
worden, dat dit de oorspronkelijke bedoeling van de auteur overstijgt
 Teksten hebben wel degelijk legitieme betekenissen die door hun auteurs niet bedoeld
waren.
 Niet enkel de incompetentie van de auteurs, maar ook de polysemie en transcendente aard
van de menselijke taal is hier de oorzaak van
Vanuit de vooronderstelling dat niemand een neutraal standpunt kan innemen omdat iedereen onontkoombaar
historisch gesitueerd is, moeten we ofwel stellen dat niemand teksten kan begrijpen die geschreven zijn in een
andere historische situatie dan de zijne, ofwel aannemen dat zowel de tekst als de lezer minstens op minimale wijze
de historische condities overstijgen, zodat een ‘versmelting van de horizonten’ mogelijk wordt.
19
Lezen als versmelting van horizonten
Indien teksten statische semantische vaten waren, dan zou interpretatie gelijk te stellen zijn met de inspanning van
een neutrale waarnemer om de betekenisinhoud die in de tekst vervat zit te identificeren door de oorspronkelijke
intentie van de auteur te achterhalen
 MAAR! Hans-Georg Gadamer heeft aantgetoond dat interpreten onmogelijk buiten hun eigen horizon
kunnen treden
 Neutrale, objectieve observatieposten bestaan niet
 Het lees- en interpretatieproces brengt noodzakelijkerwijs een versmelting van de horizon van de lezer met
de horizon van de tekst met zich mee
 De Wirkungsgeschichte van de tekst, die vorm krijgt in het wirkungsgesichtliche bewustsein van de lezer, is
een dynamische link met het verleden die de kloof tussen de tekst en de lezer helpt te overbruggen en op
die manier effectief de voorwaarden schept voor een versmelting van horizonten.
Maar hoe kunnen we Gadamers positieve waardering voor de rol van traditie behouden zonder de intrinsiek
verdrukkende dimensies van de traditie te ontkennen?
De alternatieve wereld geprojecteerd in de tekst
Oplossing voor dit probleem vinden we in Ricoeur’s concept “de wereld van de tekst”
- De wereld van de “literaire” tekst is een geprojecteerde wereld, een wereld die op poëtische wijze los staat
van de alledaagse werkelijkheid.
-
Ook al drukt de Bijbel de ervaring van de eerste christenen uit, waar de tekst nu eigenlijk over gaat is de
wereld die door de tekst geprojecteerd wordt.
-
Deze wereld wordt door Sandra Schneiders omschreven als “de ervaring die door de tekst mogelijk gemaakt
wordt voor de lezer”  Elke lezer komt op een persoonlijke manier binnen in de wereld van de tekst
MAAR! Doordat dit proces geleid wordt door haar of zijn door de traditie gevormd “Vorverständnis”,
is de gemeenschapsdimensie onder geen beding afwezig.
-
In een concrete tekst komt de geprojecteerde toekomstige wereld tot uitdrukking binnen de beperkingen
van een historische situatie.
-
In deze geprojecteerd wereld bevat de tekst een waarheidsaanspraak, een criterium (een norm?), in naam
waarvan de historische beperkingen en zondige dimensies van de tekst gecorrigeerd moeten worden.
-
We worden veeleer uitgedaagd om op kritische wijze de waarheidsaanspraak van de tekst te onderscheiden
en om onszelf te laten transformeren overeenkomstig de coördinaten van de wereld van de tekst.
20
Besluit
Hoe kan een intrinsiek verdrukkende tekst toch normatief zijn?
- Achterwaarts gerichte hermeutiek die de locus van inspiratie in het verleden ziet ondervindt problemen om
een sluitend antwoord op deze vraag te bieden.
-
Het concept van de wereld van de tekst als locus van inspiratie lijkt in staat te zijn om de vele elementen
van het openbaringsproces die verantwoordelijk zijn voor de normatieve dimensie van de tekst, in een
creatieve spanning samen te houden. De fundamenten van de wereld van de tekst liggen in de historische
gebeurtenissen, hun verkondiging en de overlevering van het materiaal, de auteurs en de wereld waarin ze
leefden, de eerste gemeenschappen en de generaties van christelijke lezers die op steeds nieuwe manieren
met de tekst bezig waren. Maar ‘de wereld van de tekst’ overstijgt al deze realiteiten door altijd opnieuw en
in dialoog met de lezer een alternatieve wereld naar voren te schuiven die meer dan welke reële wereld ook
correspondeert met de droom van God voor ons. In het Bijbelse openbaringsproces schrijft God recht op de
kromme lijnen van de zondige aspecten van de schriftteksten.
-
Het is belangrijk voor onze wereld dat geloven joden en christenen hun gewijde teksten niet letterlijk op
hedendaagse situaties mogen worden toegepast. Veeleer is in de omgang met alle, ook met gewijde teksten
interpretatie onmisbaar. De betekenis van teksten ligt niet van tevoren voor eens en voor altijd vast, maar
moet door mensen zelf in dialoog met de tekst en met andere lezers telkens opnieuw gegeven worden. In dit
opzicht verschillen gewijde teksten nauwelijks van het menselijk leven. Ook ons leven heeft geen a priori
voor eens en voor altijd vastgelegde zin, maar moet door mensen telkens opnieuw in dialoog met het leven
en de medemensen gegeven worden.
21
H4: De zoektocht naar de ‘historische Jezus’.
De naam Jezus en de titel Christus
De naam Jezus en de titel Christus
JHWH: voornaamste naam van God in de Bijbel
- Welke klinkers erbij horen, is niet meer met zekerheid te achterhalen
- Representeert de medeklinkers van een werkwoord in het Hebreeuwse “hawah”(‘zijn’)
- Naam werd aan Mozes tijdens de theofanie (godsverschijning) op vraag van Mozes geopenbaard
o God antwoord: “eheje asjer ehejeh” (ik ben hij die is)
o
3 duidingen voor deze uitspraak:
1) Het is een weigering om een naam te geven, dus JHWH is geen naam
2) De God van Israël “is”, “bestaat” in tegenstelling tot de andere goden: “ik ben hij die is”
3) Het houdt de belofte in van de hulp van God: “ik ben hij die bij jullie zal zijn / die jullie zal
bijstaan”
 Duiding 3 is met meest waarschijnlijk, gezien de opdracht van God aan Mozes om zijn volk uit
de slavernij in Egypte te bevrijden
Jezus, JHWH redt
Jozua = ingekorte vorm van Jehosjoea
Jehosjoea = JHWH redt
Engel zegt aan Jozef: “Maria zal een zoon krijgen en u moet Hem de naam Jezus geven, want Hij is diegene die zijn
volk zal redden uit hun zonden.”
Christus, de gezalfde
De Messias = de gezalfde koning van de Davidische dynastie die de definitieve heerschappij van God in de wereld zou
tot stand brengen door de nationaal-politieke bevrijding van Israël van de bezetters
als messiaans = als gezalfden
Christenen zagen in Jezus de vervulling van de Joodse messiasverwachting
De bevrijding en redding die Jezus aan Israël en de wereld heeft gegeven, werd echter niet als politieke bevrijding
gezien, maar als vergeving van de zonden
Tegen Joodse messiasverwachting in wordt Jezus gezien als de zoon van God die zijn zending door lijden en dood
heeft vervuld
Christos = Griekse vertaling van het Hebreeuwse “mesjicha”
22
De historische Jezus
Twee centrale vragen:
- Wat zeggen christelijke en niet-christelijke bronnen over het historische bestaan van Jezus?
- Wat zeggen de christelijke bronnen over de boodschap van Jezus?
Niet-christelijke bronnen
FLAVIUS JOSEPHUS
-
= Joodse geschiedschrijver
Spreekt uitvoerig over Jezus in het zogenaamde “Testimonium Flavianum”
“In die tijd leefde Jezus, een wijs man, voor zover het geoorloofd is hem een man te noemen. Hij
verrichtte namelijk daden die onmogelijk geacht werden, en hij was leermeester van mensen die met
vreugde de waarheid tot zich namen. En veel joden alsook vele Grieken bracht hij tot zich. Hij was de
Christus. Ook nadat Pilatus hem op aanwijzingen van de eerste mannen bij ons de straf van het kruis
has opgelegd, gaven zij die het eerst in liefde waren gaan leven niet op. Hij was namelijk aan hen
verschenen op de derde dag, opnieuw levend. De goddelijke profeten hadden die dingen en ontelbare
andere wonderbaarlijke dingen over hem gezegd. Tot op de dag van heden is de naar hem genoemde
groep van christenen niet verdwenen.”
-
Enkele elementen in deze tekst zijn later door christenen toegevoegd:
o “voor zover het geoorloofd is hem een man te noemen” i.p.v. “een wijze man”
o “Hij was Christus”
o “Hij was namelijk aan hen verschenen op de derde dag, opnieuw levend” = verwijzing naar de
verrijzenisverschijningen als vervulling van de woorden van de profeten
-
Wat zegt Josephus zelf over Jezus?
o “een wijze man”
o “een wonderdoener”
o “een leraar”
o “hij trok vele joden en heidenen naar zich toe”
o Pilatus veroordeelde hem ter dood op voorstel van de joodse leiders
o Zij die hem beminden lieten hem niet in de steek, tot in de tijd van Josephus zijn er christenen
 Wat Josephus zelf over Jezus zegt is voldoende getuigenis van het historisch bestaan van Jezus
PUBLIUS CORNELIUS TACITUS
-
= Romeinse geschiedschrijver
Spreekt over Christus in Annales
-
Wat wordt er in deze tekst over Christus gezegd?
o De christenen hebben hun naam van Christus
o Christus werd ter dood veroordeeld door Pontius Pilatus
o Het christendom als een bijgeloof dat zich overal, zelfs in Rome, verspreidt
23
SUETONIUS
“Hij bande alle joden uit Rome omdat ze rellen veroorzaakten …
… onder de leiding van een zekere Chrestus.”
-
Geeft blijk van een zeker onkennis met betrekking tot Christus, want hij gebruikt de in de toenmalige wereld
verspreide naam “Chrestus” in plaats van “Christus”
PLINIUS MINOR
-
= Romeinse gouverneur in Pontus
Vraagt in een brief advies aan de keizer hoe hij de christenen moet aanpakken
BESLUIT

Niet-christelijke bronnen veronderstellen zonder aarzeling dat Jezus een historische persoon was
Jezus had een broer die Jakobus noemde
Jezus was een leraar en een wonderdoener
Jezus werd Christus (Messias) genoemd
Pontius Pilatus en de joodse leiders hadden een rol in Jezus’ kruisiging
Al deze elementen komen overeen met wat er in het NT staat!
Christelijke bronnen
-
Vroegste en meest uitvoerige bronnen over Jezus werden door christenen geschreven
-
Nieuwe Testament bevat 27 boeken:
o 4 evangelies vertellen over leven, dood en verrijzenis van Jezus
o Brieven van Paulus:
 Bevatten bijna geen verwijzingen naar het aardse leven van Jezus
 De kruisdood en verrijzenis van Jezus staan centraal
 Brieven van Paulus en evangelies zijn de voornaamste schriftelijke bronnen van het leven, de dood en de
verrijzenis van Jezus
 MAAR! 4 evangelies zijn geen biografieën en beweren niet geschiedschrijving te zijn in de hedendaagse
betekenis van het woord
 4 evangelies schetsen hun beeld van Jezus volgens theologische doelstellingen in dialoog met de gemeenten
aan wie zij geadresseerd zijn
Christelijke traditie ging er eeuwenlang van uit dat het Matteüsevangelie en het Johannesevangelie geschreven zijn
door ooggetuigen
- MAAR! Voorbije 200 jaar heeft de historische kritiek deze veronderstellingen onder kritiek geplaatst
- Consensus: Auteurs van de evangelies waren christenen van de tweede generatie die zelf steunden op
mondelinge tradities en schriftelijke bronnen
24
Marcusevangelie = oudste evangelie van de vier
- Matteüsevangelie en Lucasevangelie steunen vooral op het Marcusevangelie als bron
- Q = Quelle, Logienquelle
o = tweede bron van bovenstaande evangelies
o = puur hypothetische bron
o = ontstaan omdat in Mattheüs- en Lucasevangelie veel materiaal is dat niet in Marcusevangelie
voorkomt, waarin beiden overeenstemmen
Johannesevangelie
- = in veel opzichten een buitenbeentje in vergelijking met de andere drie evangelies
- Vaak beweert men dat het op mondelinge tradities steunt die grondig verschillen van de mondelinge
tradities die Marcus ter beschikking had
- Anderen beweren dat Johannes de drie synoptische evangelies als bronnen gebruikt en schrijven het anders
zijn van dit evangelie toe aan de creativiteit van zijn auteur
Overzicht van de bronnen (bronnen van bronnen):
BRONNEN
MONDELINGE TRADITIES
Marcus
Collecties van mondelinge tradities
Matteüs
Lucas
Johannes
Paulus
Omstreden
Omstreden
Onafhankelijke mondelinge tradities
Onafhankelijke mondelinge tradities van de
voorpaulinische gemeenten
CHRISTELIJKE SCHRIFTELIJKE BRONNEN
Collecties van schriftelijke tradities, misschien
Q
Marcus, Q
Marcus, Q
Matteüs, Marcus, Lucas
Geen
-
Q, Paulus en Marcus zijn gebaseerd op onafhankelijk mondelinge bronnen
Matteüs, Lucas en Johannes niet gebaseerd op onafhankelijke mondelinge bronnen
-
Auteurs van de 4 evangelies waren geen ooggetuigen, maar eerder geloofsgetuigen: hun getuigenis steunt
op apostolische overlevering en geeft deze overlevering getrouw weer
-
Historisch meest betrouwbare informatie over Jezus:
o Marcusevangelie
o Delen waarin Matteüs en Lucas overeenstemmen maar die niet in Marcus staan (= delen die
afkomstig zijn van Q)
25
Criteria voor de reconstructie van de historische Jezus
Leben Jesu Forschung
- = een kind van de Verlichting
- Men stelde zich tot doel het Jezusbeeld van de geloofsleer te vervangen door een op historisch kritiek
gebaseerde volledig betrouwbare reconstructie van de “historische Jezus”
- Hiervoor hanteert men de onderstaande criteria
Het criterium van de verlegenheid of contradictie
Belangrijk criterium voor de reconstructie van historisch betrouwbare informatie over Jezus is de vraag of een
bepaalde uitspraak over Jezus moeilijkheden zou hebben veroorzaakt voor de vroege Kerk!
- Dergelijk materiaal werd in de loop van de overlevering afgezwakt of verwijderd
-
Bijvoorbeeld: Jezus werd gedoopt door Johannes de Doper. Vanuit het geloof in de zondeloosheid van Jezus
is het onbegrijpelijk waarom hij het doopsel van boetedoening tot vergiffenis van de zonden zou ondergaan.
o Als het niet echt gebeurd zou zijn, zou niemand erop komen om het uit te vinden.
o Het is dus waarschijnlijk dat Jezus door Johannes de Doper gedoopt werd
o Vergelijking van de vier evangelies laat zien dat alleen Marcus rechtuit en zonder aarzeling zegt dat
Johannes Jezus heeft gedoopt
o Tekstuele verschillen tussen de 4 evangelies wijzen op een verlegenheid onder de vroegere
christenen wat betreft het doopsel van Jezus door Johannes en suggereren dat het een historisch
feit is
Het criterium van de discontinuïteit of dissimilariteit
Criterium van de discontinuïteit of dissimilariteit is een ander belangrijk criterium!
- “De oudste vorm van een logion die we kunnen bereiken kan als authentiek beschouwd worden wanneer
kan worden aangetoond dat die verschillend is van karakteristieke eigenschappen zowel van het oude
judaïsme als van de vroege Kerk.”
-
Bijvoorbeeld: John Meier verdedigt de positie dat Jezus’ boodschap was gericht op een toekomstig kennen
van God als heersende koning, een tijd waarin hij zichzelf zal manifesteren in al zijn transcendente glorie en
macht om het zondige maar berouwvolle volk van Israël te verzamelen en te redden. Volgens Meier zijn er 3
teksten overgeleverd die van Jezus zelf afkomstig zijn en waarin duidelijk wordt dat Jezus het Rijk Gods in de
toekomst verwachtte. Een ervan is d Onze Vader bede “uw rijk kome”
MAAR! Heeft dit gebed zijn oorsprong bij Jezus? Meier gebruikt het criterium van dissimilariteit!
o Beide evangelisten schrijven een gebed, het onze vader, toe aan Jezus. Dit gaat in tegen de
gewoonten van het Nieuwe Testament. Het was niet gebruikelijk om gebeden aan Jezus toe te
schrijven en daarom vormt het Onze Vader een eenzame uitzondering die de authenticiteit
bevestigt.
o Bovendien is de verbinding van ‘rijk’ met ‘komen’ ongewoon (dissimilariteit) en wordt gezien als een
vernieuwend element dat zijn oorsprong heeft in Jezus.
26
Het criterium van meervoudige onafhankelijke attestatie
Derde criterium is geconcentreerd op de vraag of een handeling of woord van Jezus in één of in meerdere bronnen
onafhankelijk is overgeleverd.
- Informatie die slechts door een onafhankelijke bron wordt overgeleverd is over het algemeen minder
betrouwbaar
- Als achter 4 verhalen twee onafhankelijke tradities staan, dan maakt dat verhaal volgens het criterium van
de meervoudige onafhankelijke attestatie de kans hun oorsprong te hebben bij de Aardse Jezus
Het coherentiecriterium
Coherentiecriterium veronderstelt dat een handeling of woord van Jezus dat past binnen de handelingen en
woorden van Jezus die men op basis van de eerste drie criteria als historisch heeft aanvaard, goede kans maakt
ook historisch te zijn!
- Criterium dat steunt op de 3 voorafgaande criteria
- “Een Jezus wiens woorden en daden mensen (vooral de machtigen) niet voor het hoofd stoten, is niet de
historische Jezus”
Het criterium van de verwerping en de terechtstelling
Criterium dat als uitgangspunt het historische feit (zie ‘niet christelijke teksten over Jeuzs’) dat Jezus werd
veroordeelt en terechtgesteld neemt
- Handelingen en woorden van Jezus die hiermee samenhangen of die zijn terechtstelling helpen verklaren,
maken ook kans om historisch te zijn
27
Wat zeggen onderzoekers over de historische Jezus
Chronologie van het leven van Jezus volgens John P. Meier
Via bovenstaande criteria hebben tientallen geleerden geprobeerd de historisch zekere informatie over Jezus te
reconstrueren
Volgens John P. Meier zijn de volgende data het absolute minimum dat men als zeker kan veronderstellen:
- Geboorte: 7 of 6 v.Chr. in Nazareth
- Jeugd in Galilea, in een vroom joods boerengezin
- Werkt als tekton (= timmerman)
- Jezus werd aangetrokken door de beweging van Johannes de Doper en door hem gedoopt in de Jordaan
- Jezus’ openbaar optreden in Galilea en Jeruzalem: 28-30 n.Chr
- Jezus’ afscheidsmaal, arrestatie en verhoor (door Pilatus ter dood veroordeeld) op donderdag 6 april 30
- Jezus’ kruising op vrijdag 7 april 30 buiten Jeruzalem
Een beschrijving van het leven Jezus
Gerd Theissen & Annette Merz beschrijven het leven van Jezus als volgt:
- Elementaire joodse opvoeding
-
Kende de grote religieuze tradities van zijn volk
-
Onderwees in de synagogen en werd tijdens zijn publiek optreden ‘rabbi’ genoemd
-
Sloot zich aan bij de beweging van Johannes de Doper en liet zich dopen
-
Na Johannes de Doper een tijdlang gevolgd te hebben, trad Jezus zelfstandig op
-
Zijn boodschap overlapte tot in zekere mate met de boodschap van Johannes de Doper
Belangrijkste verschil: Jezus legde de nadruk op de genade van God die aan iedereen een kans geeft
en meer tijd voor de bekering toelaat
-
Fundamentele overtuiging van Jezus bestond erin dat er een onomkeerbare verschuiving was gebeurd in de
richting van het goede; Satan en het kwaad waren in essentie overwonnen
-
Tijdens zijn openbaar optreden was Jezus een dakloze leraar die al predikend in Galilea en Judea
rondwandelde
-
Koos onder zijn leerlingen twaalf met wie hij Israël trachtte te regeren nadat het van zijn bezetters zou
bevrijd zijn geworden
-
Andere mensen volgden hem op zijn tochten, waaronder ook vrouwen  Ongewoon voor een joodse leraar
-
Jezus verkeerde in het gezelschap van tollenaars en zondaars  Hij vertrouwde erop dat hij in staat was
mensen tot bekering te bewegen en gaf aan iedereen een nieuwe kans, vooral aan hen die volgens de
maatstaven van de vrome mensen gefaald hadden of niet deugden
28
-
Voor Jezus was God vader én koning  Jezus verbond twee traditionele beelden, vader en koning, op een
nieuwe manier  Hij vertrouwde erop dat de goedheid van de Vader in zijn koninklijke heerschappij
gestalte zou krijgen en dat dit proces tijdens zijn aards leven zou beginnen
-
Zijn meest indrukwekkende woorden waren parabels, korte poëtische verhalen die iedereen kon begrijpen
-
Jezus’ ethische leer veronderstelde mensen die zich helemaal lieten leiden door de wil van God  Hij
versterkte de universalistische aspecten van de joodse Torah (de wet) en gaf een liberale interpretatie aan
de rituele aspecten van de wet die onderscheid maakten tussen joden en niet-joden. Maar zijn leer bleef
helemaal gegrond in de Torah
-
Hij radicaliseerde het gebod God en de naaste te beminnen tot een verplichting om vijanden, vreemdelingen
en hen die om religieuze redenen verstoten waren te beminnen
-
Leven en de leer van Jezus trokken de aandacht van velen en provoceerde ook de oppositie
-
Jezus was ervan overtuigd dat God het lot van Israël en de wereld zou doen keren  Velen onder het volk
en zijn volgelingen hadden verwacht dat hij een koninklijke Messias zou worden die Israëls leider tot nieuwe
macht zou worden  Voor Pilatus werd hij beschuldigd van een politieke misdaad, met name dat hij de
macht zocht van een koninklijke pretendent
-
Hij werd ter dood veroordeelt als politieke onruststoker en met twee bandieten gekruisigd.
-
Na zijn dood verscheen Jezus eerst aan Petrus of aan Maria Magdalena, dan aan meerdere leerlingen tegelijk
-
Hun verwachting dat God op een beslissende manier zou ingrijpen om de redding tot stand te brengen werd
op een andere manier ingevuld dat zij hadden gehoopt  Jezus was inderdaad de Messias, maar een
lijdende Messias
-
Het christelijke geloof was als variant van het Jodendom ontstaan.
29
H6: Het lijden van mens en God.
Jezusfilms en hun interpretatie van Jezus’ lijden.
Het succes van Jezus als filmster
-
Meer dan 60 filmtitels met Jezus
o Reel Jesus = filmische Jezus
o Real Jesus = reële Jezus
-
Enerzijds proberen ze Jezus op een manier in beeld te brengen die realistisch is en aanvaardbaar vanuit
historisch standpunt, maar anderzijds zijn zij impliciet of expliciet meestal ook begaan met het vinden van
een antwoord op de vraag wie Jezus nu eigenlijk was
-
Jezusfilms evolueren samen met de veranderingen en de tendensen in de samenleving en de daarin
overheersende sociale, politieke, wetenschappelijke en religieuze opvattingen
-
De intentie van de meeste Jezusfilms = het maken van een geloofwaardige getuigenis van het leven van
Jezus  Aantrekkelijk instrument voor geloofsopvoeding
Types van Jezusfilms
We onderscheiden 4 types van Jezusfilms:
- Films waarin het optreden van Jezus allegorisch wordt voorgesteld
o Verfilmingen die indirect of impliciet verwijzen naar de figuur van Jezus, en waarbij de hoofdfiguur
een aantal “Jezus-achtige” eigenschappen vertoont
o Zo’n type films hebben vaak een heel hoog interpretatief karakter
o Bijvoorbeeld: De intrude
-
Films waarin het optreden van Jezus symbolisch van aard is
o Films waarin op symbolische wijze naar Jezus’ aanwezigheid verwezen wordt (bv. het verschijnen van
een hand)
o De aanwezigheid wordt hier gesuggereerd of opgeroepen, maar Jezus verschijnt niet op scène
o Ook hier heel wat interpretatieve elementen duidelijk aanwezig
o Bijvoorbeeld: Ben Hur
-
Films die de aanwezigheid van Jezus beperken tot een gastrol
o Jezus speelt zelf niet echt de hoofdrol, maar verschijnt eerder als gast in de film
o Bijvoorbeeld: Jesus Christ Superstar – Verhaal wordt vooral vanuit het standpunt van Judas verhaald,
Jezus is als het ware de ‘gastster’ die in de film optreedt
30
-
Films waarin Jezus optreedt als leidersfiguur
o Jezus speelt in de hoofdrol en neemt het voortouw
o Gebruik van een (allesoverziend) helicopterperspectief of gebeurtenissen worden gefilmd vanuit het
oogpunt van Jezus zelf
o Deze type films verstoppen (bewust of onbest) het meest het feit dat zij interpretatieve elementen
in de voorstelling van Jezus binnenbrengen
o Gemakkelijkst om te volgen en het meest populair, maar vanuit geloofscommunicatief perspectief
ook het meest problematisch
o Probleem zit niet zozeer in de verfilming van het Jezusgebeuren, maar wel in de manier waarop de
film zichzelf presenteert en waarop de film door de toeschouwer bekeken wordt
De relatie tussen film en religie maakt zich het best waar in de vorm van een dialogale verhouding die uitgaat van
het model van de voorzichtigheid ten aanzien van het medium, en gecentreerd is rond een kritische bevraging van
wat er in de film gebeurt, en hoe er in de film betekenis wordt gecreëerd.
De film wordt ‘gelezen’ zoals een tekst wordt gelezen.
De betekenis van religie kan begrepen en beleefd worden als een proces van voortdurende creatieve her-toeeigening van en existentiële re-initiatie in de christelijke traditie. De dialoog met de Jezusfilm kan aan dit proces
bijdragen en het religieuze leven aldus verdiepen.
Het lijden van Jezus in vijf recente Jezusfilms
Jesus Christ Superstar
De apostelen zijn hippies en Jezus een soort rockster
The last temptation of Christ
Brengt Jezus in filmische beelden expliciet in verband met
seksualiteit
Jésus de Montréal
Brengt een groep acteurs in beeld die door een actualisering
van het passiespel de betekenis van het leven Jezus
herontdekken
Typisch post-christelijke, hedendaagse lezing van de
Jezusfiguur
De intrede
The Passion of the Christ
Toenemende geweld in het Amerikaanse filmgenre wordt nu
ook in de afbeelding van het passieverhaal binnengebracht
31
Rockster Jezus in “Jezus Christ Superstar” – lijden zonder antwoorden
-
Oorspronkelijk een rockopera van Tim Rice en Andrew Lloyd Webber voor het eerst vertoond in 1969
Verfilming in 1973
Gefilmd vanuit het standpunt van Judas
-
De film behandelt de laatste 7 dagen van het leven van Jezus, te beginnen bij de intrede van Jezus in
Jeruzalem en eindigend met de kruisiging, zonder vermelding van de verrijzenis
-
Vraag naar de betekenis van het leven en de dood van Jezus staat centraal
-
Film laat een zeer menselijke Jezus zien, met menselijke gedachten en gevoelens
-
Bedoeling van de film is het stellen van actuele vragen door Jezus en aan Jezus vanuit de cultuur van de jaren
zeventig
-
Duidelijke elementen van de jaren ‘70 aanwezig  Film beoogt dus geenszins een historische juistheid en
verbergt evenmin haar interpretatief karakter / Integendeel, de dialoog met de cultuur van de jaren 70 is
onmiskenbaar aanwezig
-
Opvallend! Kruisweg en het daarmee verbonden geweld wordt niet rechtstreeks getoond
Opvallend! Jezus wordt voorgesteld als vlot, speels, opgewekt, ontroerend en vaak zelfs opzwepend
 >< The Passion of the Christ
 Risico: Het kwaad en het lijden worden onvoldoende ernstig genomen!
-
Reden waarom Jezus moet sterven is niet duidelijk, ook niet voor Jezus zelf, behalve dat hij verplettert wordt
door maatschappelijke krachten
-
Vraag naar de metafysische betekenis van het lijden blijft open  Vraag naar de zin en betekenis van Jezus’
lijden blijft open  Elk theologisch antwoord wordt geweigerd
-
Film eindigt open met het kruis en de ondergaande zon, niet de verrijzenis
32
Jezus van de late jaren ’80 in “The Last Temptation of Christ” – lijden als zoenoffer
-
Controversiële film van de katholieke regisseur Martin Scorsese uit 1988
Veel controverse veroorzaakt door de erotisch getinte scènes tussen Jezus en Maria Magdalena
-
Film vangt aan met de mededeling dat de film niet pretendeert om een correcte, Bijbels-historische
weergave te zijn van het leven van Jezus
-
Op de achtergrond speelt de centrale theologische vraag naar de verhouding tussen de menselijkheid en de
goddelijkheid van Jezus Christus, alsook de vraag waarom Hij aan het kruis dient te sterven
-
Jezus wordt voor de keuze gesteld om al dan niet een normaal menselijk leven te leiden met Maria
Magdalena
-
Typisch aan deze film is dat de toeschouwer in het perspectief van Jezus zelf geplaatst wordt
-
Het lijden wordt in deze film veel scherper en duidelijker in beeld gebracht
-
Boodschap van de film:
o Jezus laat zich uiteindelijk niet bekoren door de menselijke overweging om niet te sterven aan het
kruis en een normaal menselijk leven te lijden en zegt daarom, haast triomfantelijk, aan het kruis:
“Het is volbracht”
o
De theologie die in de film vanzelfsprekend wordt voorondersteld is dat het zoenoffer van Christus
rechtstreeks door God gewild is en dat Jezus alleen door de zoenofferdood op het kruis de Messias
kan zijn
o
Het is door te verzaken aan de menselijke verlangens en het opnemen van het kruis dat het
goddelijke kan overwinnen en de wereld gered kan worden (~ Abraham en Isaac)
o
Jezus moest sterven  Zoenoffertheologie
o
Gepopulariseerde versie van de satisfactietheorie van Anselmus
“De dood van Jezus is zonder meer de wil van God,
en geen executie ten gevolge van menselijk kwaad.”
o
Jezus wordt in deze voorstelling een soort van marionet in het plan van God
33
Jésus de Montréal – lijden als verzet tegen sociaal onrecht
-
Uitgebracht in 1989 onder regie van Denys Arcand
-
Plot van de film:
o Een groep acteurs uit Montréal worden ingehuurd om in een bedevaartsoord het traditionele
passiespel op een hedendaagse wijze te vertolken
o
Acteurs kiezen ervoor om het lijdensverhaal van Jezus op een onconventionele manier te
interpreteren door het te spelen tegen de achtergrond van het moderne stadsleven
o
Hoe meer de acteurs zich inleven in de rollen van het passiespel, hoe meer het leven van de acteurs
zelf het lijden van Christus begint te weerspiegelen
o
De acteurs, en de Jezusfiguur (Daniël) in het bijzonder, worden gegrepen door de logica van Jezus’
leven, lijden en sterven  Dit gaat hun dagelijks leven diepgaand beïnvloeden: ze komen in conflict
met de wereld van de filmindustrie en met de plaatselijke pastoor die het passiespel wil verbieden
 Maar de acteurs zetten toch door met het toneelstuk
o
Bij kruisigingscene grijpen de ordehandhavers in en de Jezusfiguur komt ongelukkig ten val en sterft
o
Via orgaandonatie worden nieuwe levenskansen aan andere patiënten geboden
o
Andere acteurs verzetten zich tegen pogingen om hun theatergroep te commercialiseren en
verweren zich zo om de waarden van de stichter te verraden.
-
Verklaring waarom de priester van opdrachtgever tot tegenstander van het toneelstuk evolueert?
o Auteur van het herschreven passiespel in Montréal laat zich leiden door eeuwenoude legende dat de
Romeinse soldaat Pantera Maria verkracht zou hebben en daardoor de biologische vader van Jezus
zou geweest zijn
o Door de maagdelijke geboorte van Jezus te ontkennen, wordt impliciet de goddelijkheid van Jezus
onderuit gehaald
-
In vergelijkig met Jesus Christ Superstar, wordt hier de omgekeerde beweging gemaakt om actualiteit en
Jezusgebeuren op elkaar te betrekken
o Er wordt niet vertrokken van het Bijbelse verhaal waarin vervolgens hedendaagse elementen
worden binnengebracht
o Er wordt wel vertrokken van de actuele context waarbij het verhaal van Jezus stap voor stap
opnieuw tot leven gebracht wordt door zich in te leven in de Bijbelse teksten
-
Er wordt een zeer menselijke Jezus getoond, net zoals in Jesus Christ Superstar
-
Film heeft aandacht voor het lijden (kruisigen), in tegenstelling tot Jesus Christ Superstar
o MAAR! Aan het lijden als dusdanig wordt geen betekenis gegeven: Jezus stierf niet aan het kruis,
maar door het kruis  Kruis wordt niet als middel van heil voorgesteld, maar als het instrument
waardoor de Jezusfiguur dodelijk wordt gekwetsts  Jezus (Daniël) sterft aan zijn boodschap 
Lijden heeft in deze film geen verlossende kracht, maar wel het doneren van de organen
34
Impliciete, postmoderne Jezusfiguur in “De intrede” – lijden als zelfvernedering
-
Uitgebracht in 2003 door Pieter De Buysser
-
Kortfilm over prinselijk gedrag, cadeaus en genereuze gebaren op de markt  Geen expliciete verwijzing
naar de figuur van Jezus, maar wel een allegorische verwijzing
-
Wel heel veel verwijzingen naar de religieuze traditie
-
Hele film wordt gekenmerkt door de spanning tussen de erkenning en de niet-erkenning van de verlossende
betekenis van de hoofdpersoon
-
Verhaal loopt uit op verschrikkelijk geweld: de jonge man wordt in elkaar getimmerd door een groep brutale
straatcriminelen op aangeven van een aantal yuppies in maatpak  Verklaring van het lijden heeft hier dus
een sociaal-ethische dimensie, net zoals in Jesus Christ Superstar
-
De film stelt de prangende vraag naar de grenzen van naastenliefde: “Hoe ver ga ik in mijn inzet en mijn
liefde voor anderen?”
-
Probleem van “De intrede” is dat de betekenissen zelf losgeslagen zijn van het Bijbelse verhaal en de Bijbelse
context  Opgeroepen interpretaties staan zelf niet meer in gesprek met de Bijbelse boodschap, maar
functioneren op zichzelf
-
In feite zou men in de film de anti-christelijke, Niezscheaanse interpretatie van het christendom kunnen
lezen en ontmaskeren, met name dat het christendom van haar aanhangers een soort van slavenmoraal zou
vragen, waarbij de sterke zichzelf vernedert omwille van de zwakke en de zwakke macht verwerft over de
sterke  Langs deze via negativa kan duidelijk gemaakt worden waarvoor het christendom niet staat en
waar naastenliefde stopt en vernedering van zichzelf en de andere begint
-
Film laat op zijn minst dubbelzinnigheid bestaan over de motieven waarom het paard wordt weggeschonken
o Het lijkt erop dat de jongeman zijn paard wegschenkt om zijn eigen grootsheid en goedheid te
kunnen beleven
o Ook dit gaat in tegen het christelijke verstaan waar niet het eigen ik, maar wel de zorg voor de
andere begin en eindpunt vormt en waar het kruis geen middel tot zelfverheerlijking is, maar de
verschrikkelijke consequentie van een leven in liefde
35
Meest realistische verfilming van het lijden van Jezus in “The passion of the Christ” – sadomasochistisch lijden
-
Gefilmd in 2004
-
Mel Gibson brengt de laatste twaalf uren van het leven van Jezus op een realistische wijze
-
De dialogen worden hier in het Armeens, Hebreeuws en Latijn gevoerd
o Na veel discussie uiteindelijk toch ondertiteld
o Met uitzondering van de roep die vaak anti-joods begrepen is geworden
“Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!”
-
Veel belang aan historische details
-
Verschillende scènes niet gebaseerd op het Nieuwe Testament, maar op het werk van Anna Katharina
Emmerich  Haar werk was zeer controversieel omwille van het gewelddadige en anti-joods karakter ervan
-
Centrale vraag van de film = betekenis van het lijden van Jezus in relatie tot de redding van de mens
o Het enige element in het leven van Jezus dat echt van tel is voor de redding van de mensheid is diens
lijden en sterven
o Jezus’ publieke optreden en zijn verrijzenis worden naar de tweede plaats verwezen
o Gibson suggereert een rechtstreekse band tussen de hoeveelheid en intensiteit van het lijden en de
redding van de wereld: Hoe meer lijden, hoe meer redding van de wereld
o Geen maatschappelijke analyse om de weg van Jezus naar zijn kruis te begrijpen: Jezus’ lijden en
sterven is meer een soort van kosmische gebeurtenis tussen God en de duivel, dan het dramatische
en catastrofale gevolg van menselijk kwaad in de wereld
36
Vijf Jezusfilms, vijf visies op lijden en dood van Jezus
THE PASSION OF THE CHRIST:
-
-
Jezus afgebeeld ten koste van zijn menselijkheid
↔ Jesus Christ Superstar
Menselijkheid staat centraal
↔ The Last Temptation of Christ (Jezus lijkt verscheurd te worden tussen zijn goddelijkheid en
menselijkheid en de goddelijkheid het uiteindelijk haalt)
Typisch aan The Passion is dat de menselijkheid zelfs geen verleiding meer is
De problematiek van “The Passion” is de omgekeerde van “De intrede”
o “De intrede” speelt met betekenissen
o “The Passion” pretendeert de betekenis van het Jezusgebeuren vast te leggen in één bepaalde
presentatie. Maar wel een hele reeks theologische vooronderstellingen zijn in de film geschoven
 Wellicht meest problematische film voor hedendaagse geloofscommunicatie
JÉSUS DE MONTRÉAL
-
Menselijkheid van Jezus
= Jesus Christ Superstar
Maar er bestaat een duidelijk verschil!
Jésus de Montréal laat meer openheid om in het leven van de Jezusfiguur Jezus’ goddelijkheid te
ontdekken door zijn radicale zelfgave voor de andere en door de verwijzingen naar de verrijzenis in
het passiespel
37
Het lijden van Jezus en de wil van God
Traditionele kruistheologie gaat ervan uit dat volgens het plan van God voor de verlossing van de zondige mensheid
de dood van iemand vereist was
MAAR! Was de dood werkelijk nodig en zo ja, waarom? Verschillende strekkingen formuleren verschillende
antwoorden!
- Door de kruisdood van Jezus werd het losgeld aan de duivel etaald om de mens te vevrijden die door de
zonde een slaaf van de zonde was geworden
-
De belediging van God die door de zonde werd bewerkstelligd vereiste de doodstraf / Jezus heeft als
plaatsvervanger voor de mensen de doodstraf hebben ondergaan zodat zij vrijuit konden gaan
-
Jezus moest sterven om aan de mensen te tonen hoe sterk Gods liefde is / Indien mensen zouden begrijpen
hoeveel God van hen houdt, zou die liefde wederliefde voortbrengen
-
MAAR! Was de dood van Jezus wel volgens de wil of plan van God?
o Christelijke God is een God van leven en liefde, goedheid en vreugde
o Plan van God was de wereld te redden door Jezus’ leven en niet door zijn dood
o Kruisdood van Jezus was een misdaad die door de mensen werd uitgevoerd tegen de wil van God
o Verrijzenis toont aan dat God zijn plan van redding niet liet teniet doen
o Door de kruisdood aan de wil van God toe te schrijven, schuift men de verantwoordelijkheid van de
mensen voor de dood van Jezus van zich af
o Altijd opnieuw zijn mensen geneigd deze verantwoordelijkheid te ontlopen en een zondebok te
zoeken; deze zondebok vond men in (de jood) Judas en dan in het (gehele) joodse volk
o Jezus’ leven eindigde op een kruis omdat hij door zijn manier van spreken en handelen, door zijn
inzet voor de uitgestotenen, door het in vraag stellen van gevestigde praktijken rondom hem de
privilegies van de bevoorrechte mensen in machtsposities ondermijnde
o Indien Jezus vandaag opnieuw op dezelfde manier zou leven in ons midden, zou ook onze
maatschappij (andere) manieren vinden om hem op een of andere manier te elimineren
o Maar als de dood van Jezus in deze manier van denken niet volgens Gods plan was, wat is dan de
plaats van het kruis in het christelijk geloof en in de theologie? Het heil dat van het kruis uitgaat is
niet het gevolg van de executie of het lijden als dusdanig, maar heeft zijn oorsprong in Jezus’ liefde
en trouw, tot het uiterste toe
38
H7: Rechtvaardigheid als participatie.
Naar een theologie van rechtvaardigheid.
Alle maatschappelijke problemen hebben te maken met rechtvaardigheid!
Rerum Novarum
- = encycliek
- = geschreven door Paus Leo XIII
- = katholiek antwoord op de nieuwe maatschappelijk omstandigheden die het gevolg waren van de
industrialisering van Europa en Noord-Amerika
A Theory of Justice
- = geschreven door John Rawls
- = werk dat zich situeert in de sociale psychologie en ethiek
- Rawls bracht nieuwe inzichten aan binnen de liberale traditie van denken over rechtvaardigheid
- Rawls wist de focus van rechtvaardigheid als deugd te verschuiven van het individu naar de sociale
instellingen
- Rawls benadrukte ook erg de distributieve dimensie van rechtvaardigheid in de discussie
Katholieke Sociale Leer
- Rechtvaardigheid als een plicht tegenover de eisen die de noodbehoevende ons stellen
- Rechtvaardigheid als participatie
- Theo-logie wordt door ons vooronderstelt in onze benadering van rechtvaardigheid als participatie
- Wordt hieronder besproken
Vijf vooronderstellingen
Vooronderstellingen = onderstellingen die elk een begrip van het concept rechtvaardigheid grondvesten
Vooronderstellingen = essentiële ingrediënten voor ons begrip van rechtvaardigheid als participatie
Het begrip God (theologie)
-
-
Rechtvaardigheidstheorieën worden gekenmerkt door hun impliciete of expliciete opvattingen over God of
een absolute werkelijkheid
Theo-logie ziet God als relationeel en als aanwezig in de wereld
De drievuldige God is een gemeenschap van “personen”, de relatie tussen
o De Schepper
o De Bevrijder (Jezus Christus)
o De Parakleet (Heilige Geest)
God hoort de noodkreet van de armen, ondersteunt hen in hun verbintenis, veroordeelt hen die anderen
onderdrukken en sticht een nieuwe stad van rechtvaardigheid
39
De opvatting over de menselijke persoon (antropologie)
-
Voor onze antropologie baseren we ons op het personalisme van Louis Janssens
We herleiden zijn 8 dimensies van de menselijke persoon tot 5:
o Belichaming
o Relationaliteit
o Sociale context
o Verschil of differentie
o Verantwoordelijk handelen
Het idee van de wereld als een sacrament
-
We beschouwen de realiteit als een plaats waarin men God kan ontmoeten
Theologische grondslag voor deze veronderstelling kan gesitueerd worden in onze theologie van schepping
en incarnatie
o Schepping wordt bekeken als het lichaam van God
o Incarnatie wordt bekeken als de plaats waar mensen God kunnen ontmoeren, niet als God, maar in
menselijke gestalte
Toekomst van de wereld begrijpen in het licht van het visioen van de Stad van God
-
Wij begrijpen de toekomst van de wereld in het licht van het visioen van de Stad van God
Over rechtvaardigheid spreken vereist en impliceert een toekomstvisie
Bouwen aan rechtvaardigheid betekent altijd dat men aan een betere wereld bouwt
Deze toekomstvisie is een belofte die God gemaakt heeft, waarop wij onze hoop kunnen vestigen
Meer uitgebreide beschrijving van deze toekomstvisie is te vinden in Trito-Jesaja, meer bepaald in het
visioen van de Stad van God:
Rechtvaardigheid wordt niet enkel gezien als het resultaat van menselijke acties, maar ook als een
deel van de toekomst dat in het heden reeds binnenbreekt, een gave van God, die een opdracht
wordt waaraan de mens moet participeren.
De estatologische implicaties voor de ethiek
-
Deze estatologische kijk op rechtvaardigheid heeft belangrijke implicaties voor de ethiek die ons vandaag
waarden en principes voor het handelen aanreikt
De neerdalende Stad van God zorgt voor criteria waaraan onze daden in dienst van rechtvaardigheid moeten
voldoen. Onze betrokkenheid in de strijd voor rechtvaardigheid mag het aanbreken van de stad van God niet
belemmeren, maar moet dit binnenbreken juist vergemakkelijken en moet er constant door
getransformeerd worden.
40
Tien constitutieve karakteristieken van rechtvaardigheid als participatie
10 punten die we als constitutief beschouwen voor onze notie van rechtvaardigheid als participatie!
De plaats van de gemeenschap
Onze visie van rechtvaardigheid heeft betrekking op een brede kijk op de participatie in de menselijke gemeenschap
 Rechtvaardigheid als participatie is een gemeenschapsgerichte en door de gemeenschap gestuurde
benadering van rechtvaardigheid
Doel van rechtvaardigheid als participatie binnen een gemeenschap:
- Vorming van rechtvaardige individuen
- Vorming van rechtvaardige gemeenschappen
We benaderen rechtvaardigheid vanuit:
1) Soort rechtvaardige gemeenschap waar we deel van zouden willen uitmaken
2) Inspanningen om inzichten te verwerven, die ons in onze diversiteit naar rechtvaardig handelen zullen leiden
3) Vaardigheden die nodig zijn voor de opbouw van een gemeenschap waarin rechtvaardigheid een realiteit
kan worden
Soort gemeenschap waar we deel van zouden willen uitmaken is een inclusieve gemeenschap waarin iedereen
meetelt en iedereen kan participeren aan de opbouw van die rechtvaardige gemeenschap die in toenemende mate
op de Stad van God lijkt
 Dit is enkel mogelijk als een grote diversiteit aan mensen aan wederzijds eerlijke en geëngageerde relaties
bijdragen, die zowel onderling verbonden gemeenschappen opbouwen als effectief manieren aanbieden,
waardoor mensen die aan de kant geschoven zijn in de gemeenschap, opgenomen worden.
Rechtvaardigheid door participatie = gezamenlijke zoektocht naar inzichten die diverse mensen richting kunnen
geven in het handelen voor rechtvaardigheid, maar evenzeer het lokaliseren van een gezamenlijke grond waaruit dit
wederzijds verrijkende handelen gevoed kan worden.
- Dit wordt vergemakkelijkt wanneer individuen en gemeenschappen voortdurend samenkomen om te
reflecteren over hun noden en verlangens, de praktijk af te toetsen aan het rechtvaardigheidideaal en zich
openstellen voor de oproep tot onafgebroken verandering en verbetering.
-
Het is noodzakelijk dat mensen en gemeenschappen actoren zijn, die verantwoordelijk handelen en ter
verantwoording kunnen worden geroepen voor de opbouw van een rechtvaardige en inclusieve
gemeenschap
-
Inclusieve gemeenschap wordt uitgedaagd wanneer haar leden gekwetst worden of in gevaar komen:
o Het is belangrijk dat de gemeenschap de slachtoffers redt en verzorgd, en dat ze de nodige juridische
en therapeutische zorgen krijgen
o
-
Het is belangrijk dat diegene die de ooraak zijn van lijden op een veilige afstand worden gehouden,
en door de gemeenschap ook de nodige ondersteuning krijgen, die eventueel bekering, verzoening,
vergeving en herintegratie vergemakkelijkt
Rechtvaardige maatschappen worden opgeroepen onrechtvaardigheid niet te tolereren, de eigen processen
en structuren te evalueren, en wanneer nodig, te herzien.
41
Onze visie van de rechtvaardige gemeenschap vloeit voort uit een geloof in een Trintaire God die Schepper, Bevrijder
en Transformerende Geest is:
- Ons geloof in een Schepper God herinnert ons aan de overvloedige levensbron die zich manifesteert in de
rijkelijke wereld waarin we leven en waarin leven-gevende relaties hun bron en voeding vinden
-
Ons geloof in een Bevrijder God bevrijdt ons van de zondigheid die verhindert dat we herkennen dat andere
volken ook mensen zijn zoals wij. Het geloof stelt ons in staat dagelijks inclusiever te worden. In Jezus
Christus vinden we de Bevrijdende vleesgeworden God die ons voordeed hoe we onze eigen vooroordelen
kunnen overwinnen.
-
Ons geloof in de Transformerende Geest zorgt ervoor dat we niet alleen staan in onze toewijding voor een
rechtvaardige gemeenschap. De Geest is aanwezig in de verlangens van de mensheid, vooral in de
gesmoorde stemmen en tranen van de gemarginaliseerde volken. De Geest inspireert en ondersteunt de
creatieve inspanningen om rechtvaardigheid tot stand te brengen.
Nadruk op concreetheid
We zijn voorstanders van een benadering van rechtvaardigheid die een exclusief theoretische aanpak overstijgt
We houden rekening met de particulariteit van elk individueel geval waarin rechtvaardigheid afwezig is
“Elke situatie is anders!”
Concreet moet men respecteren …
- Lichamelijkheid (belichaming) – Menselijke voorspoed, geen discriminatie (geslacht, ras en etniciteit),
basisnoden
-
Relationaliteit – Gelijkheid, wederzijdsheid, onderlinge afhankelijkheid wederkerigheid en samenwerking,
gezamenlijk beslissingen te nemen en alle leden van de gemeenschap insluiten
-
Sociale context – Historische en culturele gegevenheden, mensen van verschillende achtergronden moeten
gerespecteerd worden
-
Verschil (differentie) – Individualiteit van elke persoon, zelfwaarde, waardigheid en gelijkheid, verschillen
zijn verrijkend
-
Verantwoordelijk handelen – Zelfreflectie, verantwoordelijkheid zijn voor verbintenissen en beslissingen die
personen & gemeenschappen maken voor de eigen gemeenschap, verbondenheid met andere
gemeenschappen en gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de wereld
De manier waarop iemand participeert aan het tot stand brengen van rechtvaardigheid moet rekening houden
met de specifieke context van de mensen die zich inzetten voor rechtvaardigheid.
42
Rechtvaardigheid als een dynamisch handelen
Rechtvaardigheid als participatie benadrukt het dynamische karakter van rechtvaardigheid. Dit betekent dat
rechtvaardigheid nooit volledig gerealiseerd kan worden, maar eerder een horizon is waarnaar we op weg zijn.
Rechtvaardigheid is een doel waarnaar de mens met aarzelende stappen evolueert.
Sinds 19e eeuw:
- Evolutie van een benadering van rechtvaardigheid als plicht en verplichting naar rechtvaardigheid als
participatie
- Hedendaagse theorieën over rechtvaardigheid – Rechtvaardigheid als …
o Recht
(Internationaal Strafhof)
o Het bedwingen van eigenbelang
(Reinhold Niebuhr)
o Billijkheid, “fairness”
(John Rawls)
o “fair process”
(Robert Nozick)
o Deugd
(Alasdair MacIntyre)
o Sociale constructive
(Michael Walzer)
o Bevrijding
(Feministische auteurs en bevrijdingstheologen)
De nadruk die gelegd wordt op het dynamische karakter van rechtvaardigheid als participatie, komt ook voort uit de
openheid van de gemeenschap met betrekking tot de tekenen des tijds
Bijvoorbeeld: Millennium Ontwikkelingsdoelen voor 2015 van de Verenigde Naties:
1. Het uitroeien van extreme armoede en hongersnood
2. Het verwezenlijken van wereldwijd basisonderwijs
3. Het promoten van gelijkheid tussen man en vrouw en emancipatie
4. Het verlagen van kindersterfte
5. Het opkrikken van het percentage gezonde moeders
6. Het bestrijden van HIV/aids, malaria en andere ziektes
7. Het tot stand brengen van duurzame milieuzorg
8. Het ontwikkelen van een globale samenwerking voor ontwikkeling
De nadruk gelegd op het dynamisch karakter van rechtvaardigheid als participatie komt ook voort uit de
openheid van een gemeenschap met betrekking tot de tekenen des tijds. We kunnen twee zaken afleiden:
o De toekomstvisie van een gemeenschap waarin mensen in rechtvaardigheid leven ligt in het
verlegde van de mogelijkheden van het leven.
o We zijn ons bewust geworden van de belofte van een leven in volheid die we ofwel als een
aankondiging dat er meer is ofwel als iets wat (nog) los staat van het heden zien
43
Contributieve rechtvaardigheid
Distributieve rechtvaardigheid = rechtvaardigheid die verwijst naar een herverdeling van de goederen
overeenkomstig de eisen van het algemeen welzijn (‘ieder het zijne’)
Contributieve rechtvaardigheid = rechtvaardigheid die verwijst naar de plicht van eenieder om bij te dragen
tot het algemeen welzijn
Voor veel mensen lijkt de distributieve dimensie van rechtvaardigheid vanzelfsprekend, …
… terwijl de contributieve dimensie van rechtvaardigheid vaak buiten hun verwachtingen ligt.
Participatie legt de nadruk op de contributieve dimensie van rechtvaardigheid, waarbij alle betrokken partijen
niet enkel ontvangers, maar evenzeer actieve deelnemers aan rechtvaardigheid zijn.
- Iedereen wordt erkend en aangespoord om hun deel bij te dragen
-
Niemand is enkel ontvanger, iedereen levert een bijdrage
-
We worden op deze manier bewust van het feit dat we wel degelijk kunnen helpen om rechtvaardigheid tot
stand te brengen
-
Duidelijkste uiting hiervan is te vinden in de toepassing van het recht: wanneer er onrecht gedaan is, kan de
gemeenschap dit oplossen op een rechtvaardige manier door middel van weloverwogen procedures en
beslissingen
Solidariteitsprincipe zou er voor moeten zorgen dat er voldoende is voor iedereen (‘minderbedeelden worden
ondersteund door de rijkeren’). In deze context is het belangrijk om 3 visies op armoede te onderscheiden:
- Armoede als lotsbestemming of de wil van God
o Armoede waarvoor geen oplossing is
o Enkel het verzachten van de pijn door het geven van een aalmoes, het verzorgen van enkele wonden
en het wegvegen van tranen
-
Armoede als gevolg van ontwikkelingsachterstand
o Aangepakt door Westers moderniseringsstreven ondersteund door een “trickle down” ideologie met
een sociale piramide van enkele rijken en de grote meerderheid van armen
-
Armoede als een onrechtvaardigheid
o Armoede die op gepaste wijze verholpen moet worden door de samenleving radicaal te veranderen,
uitbuitingsstructuren af te breken, het denken van mensen te dekoloniseren en levenswijzen en
levensdoelen te herdefiniëren
Het concept van rechtvaardigheid als participatie roept instituten op hun rol in de gemeenschap ernstig te nemen,
gezamenlijke bijdragen te leveren en de continuïteit van het moeilijke, maar niet onmogelijke zelfkritische proces van
gemeenschappelijk handelen in dienst van rechtvaardigheid te garanderen.
Als mensen rechtvaardigheid vanuit een participatief standpunt bekijken, zouden ze niet enkel bereid moeten zijn om
ontvangers, maar ook om gevers van rechtvaardigheid te zijn. Individuen en gemeenschappen hebben de
verantwoordelijkheid waakzaam te zijn voor onrecht.
44
Rechtvaardigheid en de privésfeer
Private levens van individuen en gemeenschappen moeten evenzeer betrokken worden in de zoektocht naar
rechtvaardigheid. Dit kan op verschillende manieren:
- Observeren van de persoonlijke omstandigheden van mensen
o Een essentieel deel van de eigen verantwoordelijkheid in de belichaming van en het geloof in een
Schepper God is de zorg, het respect en verantwoordelijkheid die men draagt voor zichzelf
-
o
Men moet steeds zelf voldoende gezond zijn om anderen te helpen
o
Beslissingen die de eigen gezondheid, het eigen welzijn, de eigen waardigheid of zelfs het eigen
leven in gevaar kunnen brengen, moeten met de nodige voorzichtigheid en contemplatie worden
genomen, zelfs wanneer er weinig tijd voorhanden is
o
Extreme zelfopoffering en het verliezen van de eigen waardigheid liggen soms zeer nauw bij elkaar
Observeren van de manier waarop mensen omgaan met hun interpersoonlijke relaties
o Rechtvaardigheid als participatie heeft ook te maken met de manier waarop mensen omgaan met
hun interpersoonlijke relaties, in het huwelijk, gezinsleven, vriendschappen en partnerschappen.
Partnerschappen zijn erg privaat, maar hebben evenzeer een sterk sociaal belang en zijn op die
manier sterk verbonden met sociale rechtvaardigheid (sterk reageren op huiselijk geweld of
onrechtvaardige relaties etc…)
o
Wie rechtvaardig wenst te handelen binnen deze relaties moet respect hebben voor de autonomie
en de relationaliteit die mensen kenmerken als doel op zich, en moeten mensen respecteren als
seksuele wezens in een persoonlijke en maatschappelijke context.
“Vragen die verband houden met seksualiteit mogen niet worden geïsoleerd van het breder
project van maatschappelijke recreatie en rechtvaardigheid”
“To enter the body’s grace”: Leren zien welke rol seksualiteit speelt in ons leren menselijk om
te gaan met elkaar. Ik kan de genade van het lichaam alleen ontdekken door tijd vrij te
maken, de tijd die nodig is voor de twee partners om in te zien dat ze niet zomaar passieve
werktuigen voor elkaar zijn.
Partnerrelaties zijn erg privaat, maar hebben evenzeer een sterk sociaal belang! Partnerrelaties zijn op die manier sterk verbonden met sociale rechtvaardigheid. Personen en
gemeenschappen moeten dan ook alert reageren op huiselijk geweld of onrechtvaardige
relaties die zich uit in fysiek, psychologisch, emotioneel en seksueel misbruik.
o
Rechtvaardigheid in het privéleven impliceert ook dat men omzichtig moet omgaan met
economische keuzes, zowel als consument als producent
 Naast de prijs van een product, moet ook de bruikbaarheid of het nut ervan in acht worden
genomen
 Wanneer we iets kopen, moeten we rekening houden met zaken als bijvoorbeeld
afvalverwerking
45


Wanneer we iets kopen moeten we ons bewust zijn in welke werkomstandigheden de
productie ervan heeft plaatsgevonden
Consumenten moeten de stopzetting van oneerlijke productieactiviteiten en
onrechtvaardige handelspraktijken eisen en druk uitoefenen op producenten zodat deze het
milieu respecteren en duurzame productiemethoden ontwikkelen
o
Rechtvaardigheid vereist ook een kritische houding tegenover hiërarchische en misogyne
(vrouwonvriendelijke) praktijken en structureren
 Door culturele factoren en door het gebrek aan duidelijke alternatieve methoden, is het
vaak zo dat de vrouw de volledige verantwoordelijkheid draagt voor het (al dan niet) ruimte
maken voor kinderen
 Koppels en families worden geconfronteerd met ingrijpende keuzes, met de nodige
religieuze, economische en culturele consequenties
 O.a. structurele ondersteuning vanwege de regering is vereist
o
Rechtvaardigheid in de toegang tot informatie en data zoals academische of intellectuele resultaten
of ontwikkelingen
o
MAAR! Een rechtvaardige gemeenschap moet er ook voor zorgen dat ook degenen die zich inzetten
voor rechtvaardigheid, een gerechtvaardigd loon krijgen waarmee ze zichzelf en hun gezin kunnen
onderhouden
 Rechtvaardige gemeenschap moet ervoor zorgen dat ook diegenen die zich inzetten voor
rechtvaardigheid op een eerlijke manier behandeld worden (bv. loon?)
 Hiermee wordt op geen enkele manier bedoeld de inzet van vrijwilligerswerk te
ondermijnen!
 Al deze aspecten moeten aan rechtvaardigheid worden afgetoetst
 We moeten ons eigen privéleven als een rechtvaardigheidkwestie beschouwen in al haar aspecten
46
Structuren en procedures
Dom Helder Camara:
“Als ik een mens te eten geef, noemen ze mijn een heilige.
Als ik vraag waarom hij honger heeft, noemt men mij een communist.”
Het is noodzakelijk om niet enkel de onmiddellijke noden van de mens te verhelpen, maar ook om de vraag naar de
structuren achter armoede bloot te leggen en proberen te beantwoorden.
- Er moeten instellingen bestaan om een soort eerste hulp voor noodbehoevenden te voorzien
-
MAAR! Tezelfdertijd moeten er ook instellingen zijn die het probleem op een meer fundamentele manier
aanpakken
-
“Als je iemand een vis geeft, heeft hij die dag te eten; als je iemand leert vissen, heeft hij de rest van zijn leven
te eten.”
-
Onrechtvaardigheid zit geworteld in de structuren!
o Niet zelden gebeurt het dat initiatieven met het oog op rechtvaardigheid op een bepaald ogenblik
veranderen in structureren en procedures die onrechtvaardigheid in de hand werken, omdat de
structuren niet veranderen als de situatie/context verandert
o
Bijvoorbeeld: Notionele intrestaftrek
o
Bijvoorbeeld: Wetten worden vaak opgesteld met het oog op meer rechtvaardigheid, maar wanneer
na enige tijd de sociale context verandert, moeten wetten aangepast worden om te verhinderen dat
diezelfde wetten onrechtvaardigheid teweegbrengen
o
Wetten zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het algemeen welzijn (bonum commune) niet
misbruikt wordt door mensen die enkele geïnteresseerd zijn in hun eigen belangen ten koste van
anderen
MAAR! Soms werken wetten al vanaf het begin onrechtvaardigheid in de hand, als ze
bijvoorbeeld ontstaan zijn na lobbywerk!
Instellingen zijn belangrijke structuren die rechtvaardigheid voeden ofwel verhinderen!
47
Zelfkritische mechanismen
Niet zelden hebben theorieën over rechtvaardigheid onrechtvaardigheid in de hand gewerkt  Noodzakelijk om
zelfkritische mechanismen in te bouwen
Zelfkritische mechanismen kunnen garanderen dat de theorie niet misbruikt wordt ten voordele van
onrechtvaardigheid. Dergelijke mechanismen bestaan uit een open communicatie, vrij van overheersing, het
aanvaarden van kritiek en het adopteren van het principe dat iedereen constant nood heeft aan ernstige bevraging
en kritiek.
Rechtvaardigheidstheorieën worden al te gemakkelijk ideologieën die enkel de machtsagenda van belangrijke
individuen ondersteunen!
 Een geloof in God die altijd groter is en die niet geïnstrumentaliseerd kan worden door één enkele partij, is
een sleutelelement om te verhinderen dat een rechtvaardigheidstheorie tot een ideologie verwordt
 Een God die onophoudelijk de kant kiest van de armen en onderdrukten, zal gesofisticeerde theorieën over
rechtvaardigheid die uiteindelijk enkel het legitimeren van onrecht als doel hebben, ontmaskeren
Een rechtvaardigheidstheorie kan enkel rechtvaardigheid bevorderen wanneer er een ingebouwd mechanisme
aanwezig is dat ons onophoudelijk vragen doet stellen als “Wie heeft hier baat bij?” en “Wie lijdt onder dit verstaan
van rechtvaardigheid?”. Op die manier vermijden we dat een rechtvaardigheidstheorie een structuur kan worden die
meedoet aan het uitsluiten van mensen uit de menselijke gemeenschap.
48
Bemiddelende principes
We zijn ons vaak pas bewust van de nood aan rechtvaardigheid wanneer we onrecht ervaren
- Bijvoorbeeld: Als we op straat bedelaars ontmoeten die bedelen om voedsel, beseffen we dat deze mensen
onmiddellijke hulp nodig hebben. We moeten ons daarbij echter ook bewust zijn van het feit dat deze
eerstelijnshulp hun probleem niet oplost en dat ze de dag nadien opnieuw honger zullen hebben.
-
Bijvoorbeeld: Ervaring van sociaal en politiek onrecht geeft mensen vaak een gevoel van machteloosheid.
Ten gevolge daarvan verliezen velen hun interesse in het politieke gebeuren en verzaken ze aan het recht
om hun leiders zelf te kiezen. Soms worden de geesten van de mensen op al dan niet subtiele manieren door
gekleurde mediacampagnes bespeeld, waardoor een algemene perceptie wordt gecreëerd over welke
kandidaat verkiezingen kan, mag en/of zal winnen. Met het excuus van hun stem niet te willen verspillen,
stemmen mensen vaak niet voor wie zij als de beste kandidaat beschouwen, maar voor de kandidaat die
volgens de media het meest kans heeft om te winnen. Daardoor wordt de cyclus van de zelf-vervullende
profetie in stand gehouden.
We moeten erkennen dat er tussen de extreme tegenstellingen van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid
bemiddelende principes nodig en mogelijk zijn
- Bemiddelende principes = tussenstappen tussen bipolaire tegenstellingen die mogelijkheidsvoorwaarden
creëren voor de overgang van onrechtvaardigheid naar rechtvaardigheid
-
Bemiddelde principes omvatten ook het erkennen van de bijdrage van een geloof dat zich inzet voor
rechtvaardigheid. Dit betekent dat men geïnspireerd, geleid en ondersteund wordt door het geloof in een
God van overvloed. Deze God zorgt voor voedsel door de manier waarop de aardse Jezus met mensen
maaltijden heeft gehouden.
-
Voorbeelden van bemiddelde principes – honger:
o Eerstelijnsvoedselhulp
o Tweedelijnshulp, soepkeukens, …
o Voedselonderzoek
o Onderzoek naar hongersnoden en de oorzaken ervan
o Overheidsinstanties
o …
-
Voorbeelden van bemiddelde principes – politieke verkiezingen:
o Voorlichting van stemgerechtigden gedurende campagnes
o Alertheid met betrekking tot het hele proces van verkiezingen, die niet ophoudt wanneer de
winnende kandidaten hun functie uitvoeren
o Met het oog op de verantwoordelijkheid om de bemiddelende principes te handhaven, moet men
gebruik maken van het heilige recht om te stemmen
49
Geen definitie
Benaderingen die een definitie van rechtvaardigheid noodzakelijk vinden, beschouwen het domein van
rechtvaardigheid als iets waar duidelijk afgelijnde concepten mogelijk zijn
Definities geven de indruk van een permanente geldigheid die los staat van tijd en plaats, onafhankelijk van de
inbedding in bepaalde situaties
MAAR! Rechtvaardigheid behoort tot het domein van de realiteit dat niet in duidelijk afgelijnde concepten gevat kan
worden
- Vertrekpunt: Wat rechtvaardigheid betekent is constant in beweging en kan niet voor eens en voor altijd
vastgelegd worden!
-
Omschrijving in plaats van definitie; omschrijvingen zijn bescheidener, voorlopig en moeten altijd aangevuld
worden
-
Definities zijn duidelijk afgelijnde concepten, maken abstractie van de concrete werkelijkheid en hebben een
permanente geldigheid los van tijd en plaats  Het concept van rechtvaardigheid zou in waarde en
bruikbaarheid afnemen wanneer het gedefinieerd zou worden
Naar een theologie van rechtvaardigheid
Binnen het Westerse christendom wordt er een onderscheid gemaakt tussen:
- Rechtvaardigheid:
o Toegewezen aan geëngageerde gelovigen ad extra
-
Liefdadigheid:
o Beperkt tot goede werken
o Liefdadigheid en het geven van aalmoezen worden door sommigen aanzien als het eigenlijke
actiegebied van de Kerk ad intra
 Vele mensen gaan ervan uit dat rechtvaardigheid niets te maken heeft met het domein van theologie en
het leven van de gelovigen
 Rechtvaardigheid wordt niet door één woord verwoord in de Bijbel, maar aangeduid door 4 termen die
een semantisch veld:
o Goede, evenwichtige relaties
o Wettelijke, procedurele dimensie
o Dimensies van liefhebbende medemenselijkheid
o Trouw (binnen een verbond)
 Rechtvaardigheid speelt wel degelijk een centrale rol in de Bijbel
50
 Rechtvaardigheid mag niet uitgesloten worden uit het geloofsleven en de opdracht van de
Kerkgemeenschap! Anders komen we terecht in een situatie waarbij het handelen van de Kerk zelf niet
onderworpen mag worden aan de eis voor rechtvaardigheid.
We verwijzen hier naar gevallen waarbij de Kerk haar eigen werknemers en hun rechten niet
voldoende respecteert.
We herkennen dit probleem ook in de weigering rechtvaardig te reageren op beschuldigingen van
seksueel misbruik door kerkelijke gezagsdragers!
Hoewel de bijdragen van de filosofie en ethiek zeer belangrijk zijn, is er ook nood aan de ontwikkeling van een
theologie van rechtvaardigheid. Bijdrage van theologie aan rechtvaardigheid?
Dimensie van het transcendente = rechtvaardigheid van God zoals die omschreven wordt …
… in de Bijbel, als startpunt nemen voor elk spreken over rechtvaardigheid
-
Door het perspectief van deze transcendente werkelijkheid, is rechtvaardigheid nooit enkel onze eigen zaak
-
Nadruk op Gods rechtvaardigheid doet ons inzien dat ons eigen handelen in dienst van rechtvaardigheid en
ons streven om rechtvaardige personen en gemeenschappen te worden niet enkel uit onszelf komt, maar
een gave van God is
-
Soms wordt Gods transcendentie gebruikt om het gezag van wereldlijke of geestelijke leiders te legitimeren!
De transcendentie van God kan dan dienen om de absolute machtsaanspraken van werelxlijke autoroteiten
te ontmaskeren door te verwijderen naar de grenzen van het menselijke gezag. De transcendentie van Gods
gezag garandeert dat de authentieke God niet kan worden afgekocht of geïnstrumentaliseerd voor de
egoïstische doeleinden van de machtigen.
-
Geloof in God is meer dan een louter op deze wereld gerichte focus van rechtvaardigheid door het toelaten
van een realiteit die alles overstijgt en buiten onze controle ligt
-
Rechtvaardigheid is een gave en een opgave
51
H8: Verkoop wat u hebt en geef aan armen.
De houding tegenover bezit in de synoptische evangelies.
De vraag om zijn bezittingen te verkopen is bevel noch gebod. Het kan alleen gebeuren als het gemotiveerd is door
liefde. De liefde die Jezus aan de persoon betuigt, hoopt op wederliefde als basismotivatie voor het verkopen van de
bezittingen.
Binnen de synoptische evangelies zijn al nuanceringen en accentueringen te vinden voor de radicale uitnodiging van
Jezus wat men heeft te verkopen en aan de armen te geven. Niettemin zijn in alle drie de evangelies de leerlingen
die alles hebben achtergelaten om Jezus te volgen, het voorbeeld voor de rijken.
Tegen uitbuiting (Marcus)
Persoon vraagt aan Jezus wat hij moet doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven (‘koninkrijk van God’)
 Jezus antwoordt dat wie deel wenst te krijgen aan het eeuwig leven het koninkrijk van God moet
aanvaarden zoals een kind
Later komt iemand anders (rijk, ouder persoon) naar Jezus toe en vraagt wat hij moet doen om deel te krijgen aan
het eeuwige leven
 Jezus geeft deze persoon echter een ander advies: hij verwijst naar een selectie van de tien geboden
 Nadat de persoon beweert sinds zijn jeugd volgens de geboden te hebben geleefd, roept Jezus hem in zijn
navolging, maar de voorwaarde hiervoor is dat hij verkoopt wat hij heeft en het geld aan de armen geeft
Vier dingen springen hier in het oog:
o De persoon valt voor Jezus op de knieën
o
De manier waarop de geboden worden geciteerd
 De Marciaanse Jezus vermeldt slecht 5 van de 10 geboden
 Jezus voegt een extra gebod toe dat in de Bijbelse lijst niet bekend is: “bedrieg niemand” (of
“buit niemand uit”)
 Hiermee lijkt da Marciaanse Jezus te suggereren dat rijkdom gebaseerd is op uitbuiting van
de armen en zwakken
o
Het feit dat Jezus hem aankijkt en hem lief krijgt. Wordt hier benadrukt dat Jezus zijn uitnodiging
“verkoop wat u hebt en geef het aan de armen” niet gemotiveerd is vanuit jaloersheid, maar vanuit
liefde? Het is niet dat Jezus hem zijn bezittingen niet gunt, maar veeleer dat Jezus het welzijn van de
persoon op oog heeft. Het is geen bevel of gebod, het kan alleen gebeuren als het gemotiveerd is
door liefde.
52
o
Marcus beschrijft de reactie van de persoon in twee termen: “somber” en “teneergeslagen”
 “Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan!”
 Hij schermt zich dus af tegen de persoonlijke uitnodiging, hij laat zich niet raken door de
liefde van Jezus
 De radicalisering van de toegangseisen tot het eeuwige leven lijkt voor de rijke persoon niet
haalbaar  Mensen zijn uit eigen krachten en goede wil niet in staat alles te verkopen en
Jezus te volgen, maar met de genade Gods wel
 Jezus’ leerlingen zijn hiervan een voorbeeld, dat het bij God wel mogelijk is de voorwaarde
te vervullen om het koninkrijk van God binnen te gaan
Het feit dat Matteüs en Lucas in hun bewerking van deze tekst elk van deze vier elementen hebben
weggelaten doet vermoeden dat ze bijzonder zijn voor Marcus!
Het gaat hier niet zozeer over het verkopen van de bezittingen! Verkopen van de bezittingen is geen doel op
zich, maar veeleer de noodzakelijke voorwaarde voor de navolging!
53
Streven naar volmaaktheid (Matteüs)
Volgens de tweebronnenhypothese veronderstellen we dat Marcus de bron is van Matteüs
Matteüs herinterpreteert de rijke persoon als een jongeman
Matteüs schrapt ook het niet-Bijbelse gebod “bedrieg niemand”
Matteüs voegt aan het einde van het lijstje van geboden toe:
“Heb uw naaste lief als uzelf”
Als inleiding van de uitnodiging “verkoop wat je bezit” brengt Matteüs de volmaaktheid binnen. Hij laat de verwijzing
naar het aankijken en de liefde van Jezus weg.
Volgens Matteüs zullen zij die alles achtergelaten hebben en Jezus gevolgd zijn niet alleen deel krijgen van het
eeuwige leven, maar ook het honderdvoudige van zij achtergelaten hebben.
Matteüs structureert het verhaal met behulp van 3 vragen die de jongeman aan Jezus richt:
- “Wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?”
- “Welke?”
- “Wat ontbreekt nog?”
De pogingen van de jongeman om Jezus te vleien ontbreken, zo is er geen knieval en hij spreekt Jezus ook niet als
goede meester aan
Aan het einde is de reactie van de jongeman ook iets minder emotioneel geladen door het weglaten van:
“Hij werd somber”
Belangrijke verschuiving in vergelijking met Marcus:
- De jongeman beweert niet alleen de Bijbelse geboden te onderhouden, maar ook het liefdesgebod.
- Volmaaktheid heeft bij Matteüs 3 dimensies:
o De radicalisering van de naastenliefde naar de vijandliefde
o De volkomen gehoorzaamheid
o De navolging van Jezus
De uitnodiging tot het verkopen van het bezit is bij Mattheüs (én bij Marcus), een vrijblijvend consilium (‘advies’),
maar een gebod!
MAAR! De toevoeging van het liefdesgebod zou het misverstand kunnen bevorderen dat men door het
onderhouden van de geboden en specifiek vanuit het liefdesgebod het eeuwige leven zou kunnen
binnengaan en dat het verkopen van bezit bijkomstig is!
MAAR! Matteüs heeft aanleiding gegeven tot een afzwakking van het radicale gebod van Jezus!
54
Alle rijkdom is problematisch (Lucas)
Al bij al heeft Lucas minder sterk in zijn brontekst (Marcus) ingegrepen dan Matteüs!
Volgens Lucas is de persoon een hooggeplaatste persoon die zeer rijk was
- Waarschijnlijk een leider van de Sadduceeën of de Farizeeën
- Op deze manier is de persoon bij Lucas van begin tot einde negatief gekwalificeerd
Lucas heeft de knieval weggelaten, maar de aanspreking “goede meester” en het antwoord van Jezus heeft hij
letterlijk overgenomen
Laat het niet-Bijbelse gebod “Bedrieg niemand” weg, maar voegt er niets aan toe
De meest belangrijke veranderingen door Lucas gebeuren aan het einde van het verhaal:
- Lucaanse Jezus zegt: “Verkoop alles wat u hebt”, een radicalisering in vergelijking met Marcus
-
In plaats van “geven” in Marcus en Matteüs, gebruikt Lucas “verdeel”
-
Het imperatief “vertrek” wordt weggelaten
-
Lucaanse Jezus richt zijn boodschap “Wat is het moeilijk voor rijken om het konkrijk van God binnen te gaan”
niet aan de leerlingen, maar aan de christelijke gemeenschap, in het bijzonder aan de rijken onder hen
-
Zoals Matteüs laat Lucas ook de veralgemenende herhaling “Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk
van God binnen te gaan” weg  Lucas zag hierin waarschijnlijk het gevaar dat de veralgemening een
relativering zou kunnen teweegbrengen
-
De vraag “Wie kan er nog gered worden?” is dezelfde als in Marcus, maar lijkt in het bijzonder door de rijken
te worden gesteld i.p.v. door de leerlingen
-
Jezus verzekert zoals in Marcus dat de leerlingen het veelvoudige zullen terugkrijgen en in de toekomst het
eeuwige leven.
Lucaanse versie is zonder twijfel de meest radicale omdat …
- Hij beklemtoont dat de persoon alles moet verkopen
- Lucas sluit alle wegen af die aanleiding zouden kunnen geven tot verzachting van de boodschap
Voor Lucas is elke rijkdom problematisch en i het verkopen van alles wat men heeft, niet optioneel, maar een
voorwaarde om het eeuwige leven binnen te gaan!
55
Besluit
Binnen de evangelies zijn al nuanceringen te vinden voor de radicale uitnodiging van Jezus wat men heeft te
verkopen en aan de armen te geven.
In alle 3 de evangelies zijn de leerlingen die alles hebben achtergelaten, het voorbeeld voor de rijken.
De boodschap is tot alle gelovigen gericht en heeft betrekking op alles waaraan mensen zich kunnen hechten.
Er zijn ook vragen in verband met de vraag waarom Jezus uitnodigt tot het verkopen van het bezit en het geven aan
de armen. Het appel van Jezus is wel te begrijpen. Bezit kan mensen onvrij maken en verslaven en de armen hebben
ondersteuning van de rijken nodig.
Het huidige systeem van de groeiende afstand tussen rijk en arm stevent af op een catastrofe. Hier wordt duidelijk
hoe ver we in de hedendaagse westerse en kapitalistische maatschappijen verwijderd zijn van de wereld en de
waarden van Jezus.
56