Kwaliteit van evaluatie bewaken op opleidingsniveau: werken met een toetsdossier Lieve Lootens 23 oktober 2014 1 Casussen ‘Evalueren en frustreren’ http://www.diversiteitactie.be/sites/default/files/0.12.1.%20Bronnenkaart%20%20Casussen%20%27Evalueren%20en%20frustreren%27.pdf Casus 1: Tijdens een groepswerk ‘surft’ één van de groepsleden mee op wat de rest doet. Toch krijgen de groepsleden allen dezelfde score. De “werkers” voelen zich ongemakkelijk want ze willen niet ‘klikken’ maar die ene krijgt eigenlijk punten op een werk dat hij niet deed. Casus 2: Peter en Frank krijgen beiden dezelfde schrijftaak. Voor Peter vormt deze taak geen probleem terwijl ze voor Frank net iets te moeilijk is. Na de evaluatie voelt Frank zich ongemakkelijk omdat de leerkracht onterecht het beeld heeft gekregen dat hij er in het geheel niets van terecht brengt. Casus 3: Karel en Rita hebben beiden op een zeer succesvolle manier materiaal verzameld over de rol van water bij het ontstaan van steden in de Middeleeuwen. Ze zijn echter verplicht om deze informatie mondeling te presenteren aan de rest van de klasgroep. Karel is daar niet goed in en zijn presentatie gaat compleet de mist in. Hij voelt zich ontevreden omdat hij de kwaliteit van zijn gegevensverzameling niet heeft kunnen demonstreren. Casus 4: Komende vrijdag hebben Ann en Petra beiden hun eindexamen voor het vak Omgangskunde. De leerlingen krijgen twee dagen vrijaf om zich voor te bereiden. Ann moet tijdens die twee dagen echter nog stage lopen omdat ze tijdens het schooljaar een paar dagen ziek is geweest. Ze vreest dat haar examenresultaat hieronder zal leiden. Casus 5: Annie heeft het thuis heel zwaar. Ze neemt zowat het hele huishouden op zich en heeft daardoor amper tijd om thuis voor school te werken. Ze tracht zoveel mogelijk op school te werken, spant zich hard in tijdens de lessen, maar doet thuis niets voor school. Tijdens een groepswerk zorgt dit voor spanningen in de groep. De groepsleden voelen dit als een moeilijke situatie aan, en tonen begrip voor de thuissituatie maar vinden het toch vervelend dat er geen input komt van Annie terwijl ze zelf na school meerdere uren spenderen aan het groepswerk. Casus 2, 3 & 4 uit: Van Petegem, P. & Vanhoof J. (2002). Evaluatie op de testbank. Een handboek voor het ontwikkelen van alternatieve evaluatievormen. Mechelen: Wolters Plantyn. Vragen ter overweging: Waarom blijft de leerling gefrustreerd achter na de evaluatie? Hoe zou je deze frustraties kunnen opvangen? Bedenk twee alternatieve evaluatievormen die de frustraties van deze leerling kunnen voorkomen. Hou daarbij rekening met haalbaarheid en een realistische planlast! Interessante websites http://www.utwente.nl/ces/toetsing/examencommissies/toetsbeleid%20ut/checklist%20_toetsbeleid/ http://www.toetskoffer.be/ 2 Toetsdossier Persoonlijk leertraject 3 Lerarenopleiding Brugge 3 SP 2013-2014 3 ECTS-fiche 2014-2015 COMPETENTIES Competenties op bachelorniveau: descriptoren VKS6-niveau: kennis en inzicht, autonomie en initiatief, verantwoordelijkheid 5 De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker 5.3 De leerkracht kan zijn eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen. 7 De leraar als lid van een schoolteam 7.3 Het bespreekbaar maken van eigen pedagogische en didactische opdracht in teamverband 7.4 De leerkracht kan zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen. 7.5 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven. 8 De leraar als partner van externen 8.1 De leerkracht kan in overleg met collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden. 8.2 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven. 9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap 9.2 De leerkracht kan dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving. De ondersteunende kennis betreft referentiekaders om het lerarenberoep maatschappelijk te kunnen situeren, de eigen basiscompetenties en het eigen beroepsprofiel. Beroepsattitudes A1 beslissingsvermogen : durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen. A2 relationele gerichtheid : in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen. A3 kritische ingesteldheid : bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. A4 leergierigheid : actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. DOELEN Na het voltooien van "Persoonlijk leertraject" kan de student: •het eigen leerproces schetsen; •aangeven welk soort leraar je wil/ kan zijn vanuit een zelf omschreven beroepsidentiteit; •een start maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP); •het persoonlijk ontwikkelingsplan presenteren aan derden; •doelgericht met interacties omgaan; •communicatieve vaardigheden inzetten; •in groep en zelfstandig reflecteren over praktijkervaringen; •probleemoplossend en oplossingsgericht denken; •openstaan voor het eigen leerproces en dat van de anderen; •op de hoogte zijn van verschillende vormen van aanvangsbegeleiding; • de eigen behoefte aan begeleiding kunnen aangeven; •een goede sollicitatiebrief schrijven; •een sollicitatiegesprek voorbereiden en voeren; •kennis hebben van de verschillende onderwijsinstanties. 4 INHOUD In dit onderdeel willen we de overgang van het werken en studeren in de opleiding naar een zelfstandig functioneren in het werkveld maken. Dit via drie grote onderdelen: het ontwikkelen van een eigen leertraject, een zevental supervisiesessies en één lesweek instappen in het beroep. We hopen hiermee de praktijkschok deels op te vangen. De start van dit opleidingsonderdeel bestaat erin: vanuit de competenties nadenken over waar je nu staat, welke leerweg je aflegde en wat je aan toekomstige uitdagingen ziet. Daarnaast bouwen we de directe stagebegeleiding af. Met de werkvorm supervisie willen we een aanzet geven tot het zelfstandig reflecteren over en van daaruit het bijsturen van het eigen handelen in de praktijk. Als afsluiter laten we je kennis maken met een aantal onderwijsinstanties en de manier van solliciteren in het basisonderwijs. STUDIEMATERIAAL Syllabus persoonlijk leertraject – toledo WERKVORMEN - College met gastsprekers - Opdrachten - Supervisie EVALUATIE Eerste examenkans tijdens de tweede examenperiode: Permanente evaluatie (zonder examen tijdens de examenperiode) individuele opdracht Tweede examenkans tijdens de derde examenperiode: 100% Individuele opdracht met mondelinge toelichting Bijzondere bepalingen: De evaluatieprocedure en de evaluatiecriteria zijn beschreven in de syllabus persoonlijk leertraject . Het resultaat wordt weergegeven met geslaagd/niet geslaagd. 5 6. Verantwoordelijkheid 5. Autonomie/initiatief 4. Handelen 3. Onderzoeksvaardighed 2. Vaardigheden 1. Kennis en inzicht 9. De leraar als lid van een onderwijsgemeenscha 8. de leraar als partner van externen 8.1 - 8.2 7. De leraar als lid van een schoolteam 7.3 – 5.De leraar als onderzoeker 5.3 Matrix competenties – VKS6-descriptoren – doelen doelgericht met interacties omgaan communicatieve vaardigheden inzetten in groep en zelfstandig reflecteren over praktijkervaringen probleemoplossend en oplossingsgericht denken en dit ook bespreekbaar maken openstaan voor het eigen leerproces en dat van de anderen kennis hebben van de verschillende onderwijsinstanties het eigen leerproces kunnen schetsen aangeven welk soort leraar je wil/ kan zijn vanuit een zelf omschreven beroepsidentiteit een start maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan presenteren van het persoonlijk ontwikkelingsplan aan derden een goede sollicitatiebrief schrijven een sollicitatiegesprek voorbereiden en voeren vanuit een realistisch beeld op eigen competenties op de hoogte zijn van verschillende vormen van aanvangsbegeleiding en anticiperen op de eigen behoefte aan begeleiding Examenopgaven Zie bundel PLT 3 en supervisie Toledo persoonlijk leertraject lager onderwijs 3 Verbetersleutel PLT3 Evaluatieformulier PLT3 6 EVALUATIEFORMULIER persoonlijk leertraject 3 NAAM STUDENT: …………………………… kan zelfstandig reflecteren VKS6 Su baco DOELEN 5 5/ 6 7 5/ 6 7 5/ 6 7 5/ 6 A3 kritische ingesteldheid Su kan in groep reflecteren: A.1 beslissingsvermogen A.2 relationele gerichtheid a. communicatieve vaardigheden b.communicatieve attitudes c. kan doelgericht TOTAAL Niveau 1 Onvoldoende Niveau 2 Voldoende De (schriftelijke en mondelinge) reflectie voldoet niet aan één of meerdere van volgende criteria: - selectie van een relevante praktijkervaring -grondige analyse van de ervaring: eigen denken, willen en voelen expliciteren formuleren van een werkzorg -loskomen van de concrete context (generaliseren) -voorstellen van alternatieven De student - kan niet luisteren naar anderen of heeft moeite om eigen gedachten en gevoelens te verwoorden of - kan zich niet verplaatsen in standpunten van anderen De (schriftelijke en mondelinge) reflectie voldoet aan volgende criteria: - selectie van een relevante praktijkervaring - grondige analyse van de ervaring: eigen denken, willen en voelen expliciteren -formuleren van een werkzorg -loskomen van de concrete context (generaliseren) -voorstellen van alternatieven De student toont in contacten met anderen geen echtheid, aanvaarding, empathie en respect. De student - kan/wil het eigen NIET GESLAAGD /GESLAAGD Niveau 3 Goed Niveau 4 Excellent De (schriftelijke en mondelinge) reflectie beantwoordt aan alle criteria (zie voldoende) en er wordt een link gelegd naar de eigen beoogde professionele identiteit. De (schriftelijke en mondelinge) reflectie beantwoordt aan alle criteria (zie voldoende). Bovendien wordt een link gelegd naar de eigen beoogde professionele identiteit en is er ook aandacht voor maatschappelijke en ethische implicaties van keuzes. De student -kan het eigen leerproces De student -kan het eigen leerproces De student - kan luisteren naar anderen en -kan eigen gedachten en gevoelens helder verwoorden en -kan passend feedback geven en ontvangen en -kan zich in verschillende standpunten verplaatsen (multiperspectiviteit) De student toont in contacten met anderen echtheid, aanvaarding, empathie en respect. De student -kan/wil het eigen Feedback omgaan met interacties van anderen Globale beoordeling supervisie P leerproces niet bespreekbaar maken. voldoende leerproces bespreekbaar maken - leert hierbij van anderen . bespreekbaar maken -leert hierbij van anderen -kan aantonen hoe het eigen handelen concreet kan worden bijgestuurd. bespreekbaar maken -leert hierbij van anderen -kan aantonen hoe het eigen handelen concreet kan worden bijgestuurd -ondersteunt ook anderen in hun leren Het geschetste leerproces beantwoordt aan 3 van onderstaande criteria: - autonoom tot stand gekomen - doordachte selectie van ervaringen - samenhangend selectie van ervaringen - staat in relatie tot de persoonlijke beroepsidentiteit. De student verwijst bij het omschrijven van de eigen beroepsidentiteit naar de basiscompetenties en bovendien naar de VKS 6descriptoren of een andere competentielijst. Het POP vertoont een duidelijke samenhang tussen onderstaande elementen: - een realistisch beeld van de eigen competenties - leerpunten voor de toekomst -informatie rond mogelijke aanvangsbegeleiding . Het geschetste leerproces beantwoordt aan elk van onderstaande criteria: - autonoom tot stand gekomen - doordachte selectie van ervaringen - samenhangend selectie van ervaringen - staat in relatie tot de persoonlijke beroepsidentiteit. De student verwijst bij het omschrijven van de eigen beroepsidentiteit naar -de basiscompetenties -de VKS 6-descriptoren -andere competentielijsten Het POP vertoont een duidelijke samenhang tussen onderstaande elementen: - een realistisch beeld van de eigen competenties - leerpunten voor de toekomst -informatie rond mogelijke aanvangsbegeleiding . onvoldoende kan terugblikken op het eigen leerproces 5 5 Het geschetste leerproces beantwoordt niet aan minstens één van volgende criteria: - autonoom tot stand gekomen - doordachte selectie van ervaringen. Het geschetste leerproces beantwoordt aan volgende criteria: - autonoom tot stand gekomen - doordachte selectie van ervaringen. kan vanuit een zelf omschreven beroepsidentiteit schetsen welk soort leraar hij wil/ kan zijn 9 5 De student verwijst bij het omschrijven van de eigen beroepsidentiteit niet naar de basiscompetenties. De student verwijst bij het omschrijven van de eigen beroepsidentiteit naar de basiscompetenties. kan de grote lijnen uitzetten van een persoonlijk ontwikkelingsplan 5 8 5 Het POP beantwoordt niet aan volgende criteria. De student: -geeft een realistisch beeld van de eigen competenties -formuleert leerpunten voor de toekomst - heeft zich geïnformeerd over mogelijke aanvangsbegeleiding. Het POP beantwoordt aan volgende criteria. De student: -geeft een realistisch beeld van de eigen competenties -formuleert leerpunten voor de toekomst - heeft zich geïnformeerd over mogelijke aanvangsbegeleiding. A.4 leergierigheid De student stelt een actieplan op ter verbreding en verdieping. Globale beoordeling portfolio en POP So kan zich schriftelijk presenteren aan de hand van een sollicitatiebrief 8 Kan een sollicitatiegesprek voorbereiden 8 Globaal oordeel sollicitatie voldoende voldoende onvoldoende De sollicitatiebrief beantwoordt niet aan volgende criteria: -logische indeling en inhoudelijke opbouw -gepast taalgebruik . 5 De voorbereiding beantwoordt niet l aan één van onderstaande criteria: -Informatie verzamelen over de school -het POP als een presenteerbaar geheel aanbieden -gepast taalgebruik hanteren -vlot verwoorden van gedachten onvoldoende De sollicitatiebrief beantwoordt aan volgende criteria: -logische indeling en inhoudelijke opbouw -gepast taalgebruik . De sollicitatiebrief beantwoordt aan vorige criteria en kan eigen professionele identiteit linken aan de onderwijsvisie van de school. De voorbereiding beantwoordt aan volgende criteria: -Informatie verzamelen over de school -het POP als een presenteerbaar geheel aanbieden -gepast taalgebruik hanteren -vlot verwoorden van gedachten Su=supervisieverslagen en eindverslag P=opdracht en POP So= solliciatie CESUUR Globale beoordeling supervisie: onvoldoende op minstens één van de deelrubrieken is globaal onvoldoende Globale beoordeling POP: onvoldoende op minstens één van de deelrubrieken is globaal onvoldoende Sollicitatie: onvoldoende op minstens één van de deelrubrieken is onvoldoende Eindoordeel: Een onvoldoende voor 1 van de globale deelrubrieken vertaalt zich in niet geslaagd. DOELEN Su Indeling volgens Miller kan zelfstandig reflecteren Su A3 kritische ingesteldheid kan in groep reflecteren: Weten (vakkennis en algemene kennis) Weten hoe (toepassen van een theoretisch probleem of praktische vaardigheid) Tonen (laten zien van competent beroepsgedrag in een realistische maar herkenbare situatie) Doen (laten zien van complex gedrag in de beroepspraktijk) x x x x x x x x x x A.1 beslissingsvermogen A.2 relationele gerichtheid a. communicatieve vaardigheden b.communicatieve attitudes P So c. kan doelgericht omgaan met interacties van anderen kan terugblikken op het eigen leerproces kan vanuit een zelf omschreven beroepsidentiteit schetsen welk soort leraar hij wil/ kan zijn x x kan de grote lijnen uitzetten van een persoonlijk ontwikkelingsplan x x A.4 leergierigheid kan zich schriftelijk presenteren aan de hand van een sollicitatiebrief Kan een sollicitatiegesprek voorbereiden x x
© Copyright 2024 ExpyDoc