Conceptnota Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een

Conceptnota
Duurzaam Activerend Werkvloertraject
met een Leerwerkbedrijf
16 juli 2014
Vlaams Steunpunt Lokale Netwerken vzw
Vlaams Steunpunt Lokale Netwerken Opleiding en Tewerkstelling vzw
Reigerstraat 10, 9000 Gent
tel: 09 220 84 31 - fax: 09 220 81 73
e-mail: [email protected] - website: www.sln.be
Inhoudstafel
1.
Inleiding ...................................................................................................................................... 3
2.
De zes krachtlijnen van het nieuw conceptmodel Werkvloertraject .................................... 4
3. De doelgroep voor het nieuwe conceptmodel Werkvloertraject .......................................... 5
3.1.
Profiel ....................................................................................................................................... 5
3.2.
Kwantitatieve en kwalitatieve drempels ................................................................................... 6
3.3.
Nood aan ondersteuning en omkadering ................................................................................ 6
4.
Casussen .................................................................................................................................... 7
5. Het Leerwerkbedrijf als expert en brug naar duurzaam werk ............................................... 7
5.1.
Afstand tot de arbeidsmarkt echt getoetst ............................................................................... 7
5.2.
Afgestemd op noden van de arbeidsmarkt.............................................................................. 7
5.3.
Een voortrekkersrol op de arbeidsmarkt ................................................................................. 8
5.4.
Essentieel voor de doelgroep .................................................................................................. 9
6. Nieuw conceptmodel Werkvloertraject toegelicht ............................................................... 10
6.1.
Toeleiding – Fase vooraf ....................................................................................................... 12
6.2.
Oriëntatie op de werkvloer (Fase 1) ...................................................................................... 12
6.3.
Activerend Werkvloerleren met een Leerwerkbedrijf (Fase 2) .............................................. 12
6.4.
Tewerkstelling in het NEC: IBO of/en een contract (Fase 3) ................................................ 13
7.
De modules en rollen in het Werkvloertraject ...................................................................... 13
Bijlage: Casussen omschreven ......................................................................................................... 17
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
2/25
1. Inleiding
In 2013 werkte SLN, in nauw overleg met de Leerwerkbedrijven en de werkervaringspromotoren, een
sectoradvies Werkervaring uit. Met dit advies deelt de sector de ambitie van het beleid om de
positionering van de maatregel Werkervaring te verfijnen, de uitstroom naar werk in het normaal
economisch circuit te maximaliseren en te komen tot een toekomstgericht juridisch kader. Deze
ambitie kreeg vorm in een vernieuwend Werkervaringstraject dat een antwoord biedt op de vragen die
Vlaams Minister van Werk Philippe Muyters stelde aan de sociale partners in de SERV. De Minister
schoof drie cruciale vragen naar voor: de positionering van de maatregel Werkervaring, het verhogen
van de uitstroom naar werk in het normaal economisch circuit en het juridisch kader voor de
maatregel.
Het vernieuwend Werkervaringstraject in het sectoradvies werd voorgesteld en afgetoetst bij
stakeholders waaronder de sociale partners, VVSG, Verso, kabinetten van ministers. Begin 2014
onderzocht SLN samen met VDAB hoe dit vernieuwend traject er concreet uit kan zien.
In voorliggende conceptnota geven wij onze visie weer op hoe Leerwerkbedrijven kwetsbare en
curatieve werkzoekenden duurzaam kunnen activeren naar een job. We richten ons daarbij ook naar
bedrijven en hun werkvloeren.
Deze benadering komt tot uiting in een vernieuwend conceptmodel Werkvloertraject. Het wil een
grotere en meer diverse doelgroep van werkzoekenden duurzaam activeren naar een tewerkstelling in
het Normaal Economisch Circuit (NEC) via een traject op maat. Dit houdt in dat het traject zich richt
naar zowel de kwetsbare als de curatieve doelgroep van werkzoekenden.
Tijdens het traject zullen de Leerwerkbedrijven nog meer vacaturegericht werken en een zo goed
mogelijke matching te maken tussen de gezochte profielen bij werkgevers en de profielen van de
werkzoekenden. De Leerwerkbedrijven zetten werkvloerbegeleiding en coaching van de werkgever in
zodat de doelgroep aan de slag kan en een job kan behouden.
Met een versterkte focus op uitstroom bouwen we verder op de sterktes en de troeven van het huidig
instrument Werkervaring: een reële werkvloersetting met een professionele omkadering die gericht
werkt aan competentieversterking en arbeidsattitudes als voorbereiding op een maximaal functioneren
op een werkvloer in het NEC. De aanpak binnen dit instrument heeft zijn meerwaarde bewezen. Uit
1
onderzoek blijkt dat werkervaring voor de ruime meerderheid van de deelnemers een springplank is
naar duurzame arbeidsmarktintegratie en een zeer hoog maatschappelijk rendement kent.
De Leerwerkbedrijven hebben vanuit hun jarenlange expertise en know-how dus een unieke positie
als dienstverlener op de arbeidsmarkt. De Leerwerkbedrijven zijn de partner bij uitstek voor:
 Begeleiding op de werkvloer van kwetsbare en curatieve doelgroep van werkzoekenden in het
NEC
 Coaching en werkvloerondersteuning bij werkgevers
 Een werkvloertraject op maat als voorbereiding op tewerkstelling in het NEC
 Doorstroom en werkvloerbegeleiding vanuit Sociale Economie Circuit (SEC) naar NEC
Deze nota geeft de zes krachtlijnen weer die het conceptmodel hebben geïnspireerd en de rode draad
vormen. Gezien het belang van een degelijke doelgroepomschrijving wordt uitvoerig ingegaan op het
voorziene doelgroepenbereik. Waarom het Leerwerkbedrijf een brug vormt naar duurzaam werk op de
arbeidsmarkt komt ook aan bod. Daarna krijgt u het nieuwe model Werkvloertraject, dat deze brug
vormt, toegelicht. Tenslotte bieden we een overzicht van de inhoudelijke modules en rollen van het
Leerwerkbedrijf in het Werkvloertraject.
We hopen met deze nota inzicht te kunnen geven in het belang van een duurzaam en activerend
werkvloertraject voor werkzoekenden en voor werkgevers. Het is een aanzet om in dialoog te gaan
met een breed netwerk van stakeholders in het werkveld van tewerkstelling en opleiding zoals de
sociale partners, VDAB, beleidsmakers en onderzoekers.
1
Rubbrecht, e.a., Sociale tewerkstelling in Vlaanderen: effecten en maatschappelijk rendement op lange termijn. HIVA, 2005,
pp. 168-169. Raadpleegbaar via https://hiva.kuleuven.be/resources/pdf/publicaties/R948.pdf
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
3/25
2. De zes krachtlijnen van het nieuw conceptmodel Werkvloertraject
Het nieuwe conceptmodel vertrekt vanuit onderstaande krachtlijnen:
1. Een sluitende begeleidingsaanpak voor curatieve en kwetsbare doelgroep van
werkzoekenden
o
Een fijnmazige oriëntatie gebaseerd op een observatie van het functioneren op een
reële en omkaderde werkvloersetting
o
Trajecten op maat voor een diversiteit aan curatieve en kwetsbare werkzoekenden
o
Maximaal benutten van het aanwezige groeipotentieel
o
Voorzien van extra onderbouwde ondersteuning
2. Een sluitende begeleidingsaanpak voor werkgevers
o
Vacaturegericht matchen met profielen van curatieve en kwetsbare werkzoekenden
o
Bijzondere aandacht voor moeilijk invulbare vacatures
o
Op maat bedrijven ondersteunen en coachen
o
Optimaliseren van de integratie van de doelgroep op de werkvloer
3. Een brug van werkloosheid naar duurzame tewerkstelling
o
Een competentieversterkende omkadering en begeleiding op een werkvloersetting
o
Een integrale en duurzame aanpak van de afstand tot de arbeidsmarkt
o
Een maximale en efficiënte doorstroom naar werk
4. Competent aan het werk
o
Een oriëntatie en een duidelijk jobperspectief
o
Een integraal voorbereidend traject op maat op een omkaderde werkvloer
o

Sleutel- en basistechnische competenties versterken

Functioneren op de werkvloer optimaliseren

Een Persoonlijk Ontwikkelingsplan voor elke werkzoekende
Actief ondersteunen bij het zoeken en behouden van duurzaam werk
5. Efficiënte inzet en stroomlijnen van bestaande maatregelen
o
Een optimale inzet en kwalitatieve schakels tussen verschillende maatregelen zoals
stages, IBO, terbeschikkingstelling (TBS), job-en taalcoaching, …
o
Een efficiënt gebruik van expertise en know-how van de sector
6. Het Leerwerkbedrijf als unieke expert in omkadering en trajecten op de werkvloer voor
curatieve en kwetsbare werkzoekenden
o
Een geëngageerde en loyale partner voor kwaliteitsvolle begeleiding en inschakeling
o
Lokaal verankerd en sterke samenwerkingsverbanden met VDAB, sectoren, lokale
besturen, lokale werkgevers, …
o
Flexibel en innovatief inspelen op regionale arbeidsmarktnoden
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
4/25
3. De doelgroep voor het nieuwe conceptmodel Werkvloertraject
Het nieuw conceptmodel voorziet een ‘werkvloertraject’ voor werkzoekenden die na (intensieve)
begeleiding en ondersteuning door de Leerwerkbedrijven kunnen doorstromen naar een tewerkstelling
in het NEC.
Een efficiënte toeleiding is cruciaal om werkzoekenden zo snel mogelijk een gepast traject naar werk
aan te bieden. Een duidelijke doelgroepomschrijving is daarom noodzakelijk, net als een set van
indicatoren die toelaat om de juiste persoon naar deze of een andere maatregel toe te leiden.
3.1. Profiel
De doelgroep kan als volgt omschreven worden:




Niet onmiddellijk inzetbaar op de arbeidsmarkt
Een aanwezig potentieel voor loonvormende arbeid
Met een nood/behoefte aan ondersteuning naar tewerkstelling
Kwetsbare werkzoekenden (vanaf 6 maand werkzoekend) en curatieve doelgroep van
werkzoekenden (langer dan 2 jaar werkzoekend) met
o een onrealistisch of onduidelijk jobperspectief
en/of
o een hoge score op een aantal problematieken vermeld in de VDAB-inschattingslijst
De onderstaande oplijsting geeft enkele doelgroepen weer die in aanmerking komen om een
werkvloertraject te volgen:



Werkzoekenden met voldoende groeipotentieel die:
o vroegtijdig gestopt zijn in een begeleidingstraject van VDAB
o gescreend zijn door VDAB en geen succesvol traject naar werk hebben
o achterliggende problematieken hebben waar aan gewerkt dient te worden (gezondheid,
psychologisch, lichamelijk, huisvesting, …) en die mits ondersteuning op maat
inschakelbaar zijn na gemiddeld 1 jaar
o actief zoeken naar werk maar telkens terecht komen in zeer korte tijdelijke interimopdrachten
o vroegtijdig hun traject stopzetten: IBO, tendertrajecten, PWA, art.60, invoeg, …
o 50+ die zich willen of moeten heroriënteren en die geen succesvol heroriënteringstraject
hebben doorlopen (zoals outplacement, 50+-club)
o tewerkgesteld zijn binnen art.60 en begeleiding op de werkvloer nodig hebben
o in aanmerking komen voor IBO
o …
Jongeren uit deeltijds leren en werken - brugprojecten
Ook werknemers binnen het SEC kunnen gebruik maken van de begeleiding door het
Leerwerkbedrijf voor een duurzame uitstroom naar het NEC
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
5/25
3.2. Kwantitatieve en kwalitatieve drempels
De doelgroep heeft een aantal kwantitatieve kenmerken die een duurzame tewerkstelling in het NEC
bemoeilijken. Het gaat o.a. om werkloosheidsduur, scholingsgraad, behoren tot een kansengroep,
taalvaardigheid, … Deze kwantitatieve kenmerken geven een eerste indicatie van de mate van
ondersteuning die nodig zal zijn.
Daarnaast zijn er ook andere factoren die vaak pas echt zichtbaar worden in een werkvloersetting en
die de afstand tot de arbeidsmarkt sterk kunnen vergroten. We definiëren deze drempels als
kwalitatieve ondersteuningsnoden:
 Arbeidsattitudes, arbeidsmarktgerichte competenties en taalvaardigheid zijn vaak te zwak of
te weinig aanwezig.
 Randvoorwaarden zoals organisatie en planning, huisvesting, mobiliteit, … kunnen een
duurzame tewerkstelling in het NEC bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken.
3.3. Nood aan ondersteuning en omkadering
De casussen, omschreven in bijlage, tonen aan dat de werkzoekenden geconfronteerd worden met
diverse problemen. De combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve kenmerken maakt het de
werkzoekenden bijzonder moeilijk om een duurzame tewerkstelling in het NEC te realiseren.
De casussen werden gescreend op de aanwezigheid van de drempels vermeld in de inschattingslijst
van VDAB. Deze drempels geven een eerste indicatie van een grotere afstand tot de arbeidsmarkt
weer. Hieronder volgt een oplijsting van de drempels die we terugvinden in de casussen.
Zoektocht naar werk verloopt moeizaam
 Zwakke aanpak om werk te vinden:
levert de persoon inspanningen om werk te vinden, komt de persoon overtuigend over,…
 (On)duidelijk of (on)realistisch jobdoelwit:
heeft de persoon een realistisch jobdoelwit, goed inzicht in kwaliteiten en vaardigheden en
interesses
Meerdere drempels tot de arbeidsmarkt zijn aanwezig
 Mobiliteitsproblemen:
geen eigen vervoer, geen kennis van de omgeving of van het openbaar vervoer
 Ondersteuning en relatie met naaste familie en vrienden:
Persoon ervaart vanuit zijn omgeving weerstand om te gaan werken bv. kleine kinderen,
huisvestingsproblematiek, …
 Laaggeletterdheid: analfabeet, anderstalig
 Aangaan van relaties:
tekort aan sociale vaardigheden in dagelijkse omgang en tijdens vorige tewerkstellingen
Volgende drempels, die niet opgenomen zijn in de inschattingslijst, blijken in de praktijk eveneens de
afstand tot de arbeidsmarkt mee te beïnvloeden:
 Gebrek aan zelfvertrouwen: veerkracht, sociale vaardigheden, ambitie, levensdoel
 Mentale gezondheid: mmpp-problematiek
 Gevangenisverleden: ex-gedetineerden
 Zelfstandigheid: niet in staat zijn om zelfstandig te werken
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
6/25
4. Casussen
De casussen omschreven in bijlage geven een gedifferentieerd beeld weer van de doelgroepen die
passen in een werkvloertraject bij een Leerwerkbedrijf. Het gaat om casussen van kwetsbare
werkzoekenden en werkzoekenden die behoren tot de curatieve doelgroep.
Het zijn werkzoekenden die één of meer van onderstaande kenmerken hebben:
 Werkzoekenden met competentieachterstand (sleutel- en basistechnische competenties)
waarbij een competentieversterkend traject op de werkvloer noodzakelijk is om integratie te
bewerkstelligen
 Arbeidsmarktrijpe werkzoekenden met een ondersteuningsnood
 Nog niet arbeidsmarktrijpe werkzoekenden met begeleidingsnood bij het zoeken en behouden
van werk (verkeerd zelfbeeld, motivatie, actieve hulp bij het zoeken naar werk,
attitudeproblemen, …)
 Werkzoekenden met een problematiek niet direct eigen aan de arbeidsmarkt (verslaving,
psychische problemen, …)
 Specifieke curatieve doelgroep voor wie een tewerkstelling geen extra meerwaarde levert
t.g.v. werkloosheidsval, loonbeslag, percentage arbeidsongeschiktheid, …
Per casus wordt telkens een profielschets weergegeven. De ondersteuningsnoden, de ondernomen
acties en het resultaat van de geleverde inspanningen komen eveneens aan bod.
5. Het Leerwerkbedrijf als expert en brug naar duurzaam werk
5.1. Afstand tot de arbeidsmarkt echt getoetst
Kwantitatieve en kwalitatieve drempels kunnen een rechtstreekse instroom in het NEC bemoeilijken.
Deze factoren worden vaak pas zichtbaar tijdens het functioneren op een werkvloer. In de praktijk
zullen kwetsbare en curatieve werkzoekenden omwille van deze drempels een groter risico lopen om
structureel of langer in de werkloosheid te blijven. Deze drempels dienen daarom eerst in kaart
worden gebracht, om ze vervolgens gericht aan te pakken. Dit kan op een omkaderde
werkvloersetting die zich daarop toespitst. Het resultaat van deze observatie is een duidelijk actieplan
en traject naar werk.
5.2. Afgestemd op noden van de arbeidsmarkt
De Leerwerkbedrijven dragen bij tot het invullen van vacatures van werkgevers op de lokale en
regionale arbeidsmarkt. Het gaat om vacatures in verschillende sectoren zoals groenonderhoud,
schoonmaak, verhuis, huishoudhulp, chauffeur, grootkeuken, houtbewerking, administratie,… Vele
van deze beroepen zijn knelpuntberoepen.
De verschillende functieprofielen bij de Leerwerkbedrijven maken het mogelijk om werkzoekenden
met verschillende interesses en competenties aan te spreken en de kans te bieden een realistisch
beeld van verschillende beroepen te ontwikkelen. Het bereidt de werkzoekenden voor op een
tewerkstelling binnen deze sectoren.
Recente ervaringen uit diverse projecten, zoals werkateliers, IBO, instapstages voor jongeren en
diverse opleidingen, tonen aan dat het niet evident is om voldoende kwaliteitsvolle werk- en
stageplaatsen te vinden voor alle deelnemers. Werkgevers worden steeds vaker gevraagd intensere
en moeilijkere engagementen op te nemen. Werkgevers die zich engageren geven aan dat ze vaak te
weinig kennis, tijd, omkadering en expertise hebben om de doelgroep van curatieve en kwetsbare
werkzoekenden te omkaderen en te begeleiden. Leerwerkbedrijven zetten hun expertise in om
tegemoet te komen aan deze ondersteuningsnood en faciliteren de integratie van werkzoekenden op
de werkvloer. Door een vacaturegerichte aanpak en het gebruik van verschillende instrumenten zoals
stages, terbeschikkingstelling, IBO, werkvloerbegeleiding,… krijgt een werkgever de nodige
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
7/25
ondersteuning om moeilijk invulbare vacatures ingevuld te krijgen. Op die manier worden werkgevers
gestimuleerd om hun werkvloeren te blijven openstellen voor deze doelgroep.
5.3. Een voortrekkersrol op de arbeidsmarkt
De Leerwerkbedrijven hebben een infrastructuur met realistische werkvloeren en een gedegen
omkadering voor de curatieve doelgroep en kwetsbare werkzoekenden uitgebouwd. Deze
opgebouwde expertise, die uniek is op de arbeidsmarkt, biedt werkzoekenden de ideale context om
hun functioneren op een werkvloer aan te pakken en te versterken. Het is een onmisbare schakel om
het traject naar werk succesvol te kunnen doorlopen.
Doorstroom naar een duurzame tewerkstelling is de rode draad doorheen de aanpak binnen het
Leerwerkbedrijf en dit wordt ook duidelijk aangekaart tijdens een eerste kennismakings- of
intakegesprek met werkzoekenden.
Het vinden van werkgevers die openstaan voor de doelgroep is een uitdaging en arbeidsintensief voor
de Leerwerkbedrijven. Op de arbeidsmarkt leven nog heel wat vooroordelen rond het rendement en
inzet van werkzoekenden. Het overtuigen van werkgevers om de competenties van werkzoekenden te
leren zien, vraagt een procesmatige aanpak. Leerwerkbedrijven hebben doorheen de jaren een
netwerk van werkgevers kunnen opbouwen door de sterke inzet op begeleiding op de werkvloer en
coaching van werkzoekenden en werkgevers: werkvloerbegeleiding, afstemmen van HR-processen in
functie van het optimaliseren van de werkvloer. Ook jobcraving staat centraal waardoor vacatures op
een creatieve en innoverende manier ingevuld raken. Een win-win voor beide partijen.
Structurele samenwerking met VDAB en een engagement van sectoren is noodzakelijk om deze
brugfunctie tussen werkgevers en werkzoekenden effectief te kunnen blijven waarmaken, zodat beide
partijen dichter bij elkaar komen.
De Leerwerkbedrijven zetten verschillende maatregelen en instrumenten in om werkzoekenden
duurzaam te activeren en werkgevers te coachen. Dit kan gebeuren via profielverduidelijking – en
matching, stages, IBO, Terbeschikkingstelling , Beroepsverkennende stage, job- en taalcoaching,…
5.3.1. Professioneel, flexibel en innovatief
De Leerwerkbedrijven zijn de voorbije jaren sterk geëvolueerd door hun blijvende inzet en focus op
professionalisering, kwaliteitsbevordering, synergie en samenwerking. Ze zijn lokaal sterk verankerd
en spelen flexibel in op regionale kenmerken op vlak van tewerkstelling, opleidingen,… De
Leerwerkbedrijven zetten ook sterk in op samenwerkingsverbanden met lokale actoren zoals VDAB,
lokale besturen, sectoren,… De Leerwerkbedrijven hebben zich bewezen als loyale en geëngageerde
partner.
5.3.2. Inzetten op duurzame activering
De werkvloeren in samenwerking met Leerwerkbedrijven zijn de uitvalsbasis om werkzoekenden voor
te bereiden en gericht te versterken naar een duurzame tewerkstelling op de arbeidsmarkt. Via
verschillende instrumenten kunnen werkgevers het potentieel van deze werkzoekenden ontdekken en
hun vacatures ingevuld zien. Een werkzoekende die niet slaagt in zijn traject, heeft het terugkeerrecht
naar de werkvloer van een Leerwerkbedrijf. Op die manier blijft de werkzoekende geactiveerd.
5.3.3. Competent via een integrale aanpak op maat
Veel doelgroepmedewerkers missen een aantal essentiële algemene en basistechnische
competenties om meteen aan de slag te kunnen in het NEC. Leerwerkbedrijven maken gebruik van
een integrale aanpak op maat, binnen een werkvloersetting, om elke werkzoekende maximaal te
versterken.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
8/25
Op de werkvloer van het Leerwerkbedrijf is er leer- en werkruimte om generieke en basistechnische
competenties op maat te versterken en te verankeren. Belemmerende randfactoren worden
stapsgewijs en procesmatig aangepakt en weggewerkt. De werkvloersetting in het Leerwerkbedrijf
maakt het mogelijk om deze drempels zichtbaar te maken en in kaart te brengen. Het arbeidsritme
wordt ook opgedreven zodat het niveau van een werkvloer in het NEC kan gehaald worden. Hiervoor
passen ze verschillende instrumenten toe, ook op maat van elke werkzoekende, om de doorstroom
naar een duurzame tewerkstelling in het NEC te optimaliseren. Er is in de sector heel wat expertise
opgebouwd op het vlak van gerichte oriëntatie van werkzoekenden, individuele coaching,
sollicitatiebegeleiding en -training en job- en taalcoaching. Leerwerkbedrijven beschikken over een
eigen vormingsaanbod of werken nauw samen met een aantal opleidingsverstrekkers.
5.3.4. Een verduidelijkt jobperspectief
Heel wat werkzoekenden hebben een onduidelijk of onrealistisch jobperspectief. De ervaring binnen
de Leerwerkbedrijven leert dat een duurzame en succesvolle tewerkstelling op de arbeidsmarkt begint
bij een duidelijk en realistisch jobdoelwit.
5.4. Essentieel voor de doelgroep
De doelgroep die in aanmerking komt voor het nieuw model Werkvloertraject wordt gekenmerkt door
een
potentieel
voor
loonvormende
arbeid.
Zowel
kwantitatieve
als
kwalitatieve
achterstandskenmerken vergroten echter de afstand tot de arbeidsmarkt en bemoeilijken of
verhinderen een duurzame tewerkstelling.
Bij een minderheid van de beoogde doelgroep wegen de drempels op vlak van competenties
arbeidsattitudes en randvoorwaarden minder zwaar door. Deze profielen kunnen via een kwalitatieve
IBO of een rechtstreekse tewerkstelling in het NEC gecombineerd met een intensieve
werkvloerbegeleiding duurzaam geïntegreerd worden op de arbeidsmarkt.
Bij een meerderheid van de beoogde doelgroep staan factoren zoals een gebrek aan algemene en
basistechnische competenties, arbeidsattitudes en randvoorwaarden een vlotte doorstroom naar een
IBO of het NEC in de weg. Vaak is hun jobdoelwit onduidelijk of onrealistisch. Deze groep heeft nood
aan intensieve en individuele begeleiding (op maat) in een realistische en omkaderde werkomgeving.
Dit is essentieel om hun kansen op een duurzame uitstroom te vergroten.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
9/25
6. Nieuw conceptmodel Werkvloertraject toegelicht
Het nieuw conceptmodel legt nog meer de nadruk op doorstroom door middel van een activerend
werkvloertraject. Het beoogt een bredere en meer diverse doelgroep van werkzoekenden te
begeleiden naar een duurzame doorstroom en activering: kwetsbare werkzoekenden en een curatieve
doelgroep werkzoekenden.
Het speelt ook kort op de bal door de mate van afstand tot de arbeidsmarkt, in een omkaderde
werkvloersetting, grondig te toetsen en te bepalen. Deze sterke focus en de ruimte voor een grondige
oriëntering is een nieuwe toegevoegde stap in het model. Dit laat toe om elke werkzoekende een juist
en gepast traject naar werk te bieden, afgestemd op zijn noden.
Een werkzoekende kan doorstromen naar een Leerwerkbedrijf omdat hij nood heeft aan een
omkaderde werkvloer en arbeidsmarktgerichte ondersteuning.
Een werkzoekende kan ook, al dan niet rechtstreeks, doorstromen naar het NEC via verschillende
instrumenten zoals IBO, jobbemiddeling of sollicitatie. Ook hier werkt het model vernieuwend: een
Leerwerkbedrijf neemt de coaching en werkvloerbegeleiding in het NEC op zich.
Wanneer uit de oriëntatie op de werkvloer van een Leerwerkbedrijf blijkt dat een tewerkstelling in het
NEC te hoog gegrepen is, dan wordt voor de werkzoekende een gepast vervolgtraject naar het SEC
geadviseerd. Werkzoekenden kunnen, indien dit nodig blijkt, ook doorverwezen worden naar een
volwaardige beroepsopleiding.
Tijdens het werkvloertraject pleiten wij voor een specifiek statuut voor deze kwetsbare en curatieve
doelgroep van werkzoekenden dat minstens een degelijk inkomen mogelijk maakt.
Dit nieuw model ‘werkvloertraject” situeert zich tussen Maatwerk en een tewerkstelling in het NEC. Dit
werkvloertraject kan gelinkt worden aan trede 5 (betaald werk met ondersteuning) en trede 6 (betaald
werk) van de Participatieladder.
De operationalisering van dit model vergt weliswaar nog verdere technische en juridische uitwerking in
nauw overleg met de betrokken actoren.
Hieronder wordt het Werkvloertraject schematisch voorgesteld om vervolgens elke fase in dit schema
toe te lichten.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
10/25
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
11/25
6.1. Toeleiding – Fase vooraf
De toeleiding van werkzoekenden wordt verzorgd door VDAB. Werkzoekenden kunnen ook via een
toeleidersnetwerk van het Leerwerkbedrijf instromen.
Een eerste screening van potentiële kandidaten-werkzoekenden gebeurt door de toepassing van de
inschattingslijst binnen VDAB. Deze lijst dient als knipperlichtsysteem voor het Werkvloertraject.
Werkzoekenden die onvoldoende scoren op ICF voor een traject in Maatwerk kunnen ook bij het
Leerwerkbedrijf terecht.
6.2. Oriëntatie op de werkvloer (Fase 1)
Een tweede screening van de doelgroep gebeurt op de werkvloer van een Leerwerkbedrijf. Deze fase
“Oriëntatie op de werkvloer” toetst de mate van arbeidsrijpheid en inschakelbaarheid van de
toegeleide werkzoekenden.
Na een grondige intake wordt elke werkzoekende ingeschakeld op de werkvloeren. Dit laat toe de
competenties, vaardigheden, attitudes en randvoorwaarden gericht te observeren. Vaak worden
drempels naar een duurzame tewerkstelling pas zichtbaar tijdens het functioneren op een werkvloer
waardoor deze fase van cruciaal belang is om werkzoekenden een juist traject op maat naar werk aan
te bieden.
Op basis van deze analyse formuleert het Leerwerkbedrijf een onderbouwd advies. Het
Leerwerkbedrijf stelt een POP op en bepaalt het doorstroomtraject op maat naar:
 “Activerend werkvloerleren met LWB”
 “Tewerkstelling via instrumenten zoals IBO of een gewoon contract met ondersteuning van
LWB“
 Een kwalificerende beroepsopleiding, een tewerkstelling in het sociaal economisch circuit
(SEC) of een ander vervolgtraject
Wanneer uit het functioneren op de werkvloer blijkt dat er een sterk vermoeden is van een te grote
afstand tot de arbeidsmarkt, is een snelle doorverwijzing en prioritaire afname van een ICF cruciaal
voor een correcte invulling van het vervolgtraject. Dit vermijdt het verlies van kostbare tijd en lange
wachttijden.
Om de rol van “oriëntatie op de werkvloer” optimaal te kunnen vervullen is een vlotte attestering van
het advies van het Leerwerkbedrijf door VDAB noodzakelijk. Dit vergroot de efficiëntie van de
onderbouwde doorverwijzing naar een passend traject en begeleiding op maat. Dit laat toe om kort op
de bal te spelen.
6.3. Activerend Werkvloerleren met een Leerwerkbedrijf (Fase 2)
Na de oriëntatie op de werkvloer staat werkervaring en inschakeling centraal op een reële
werkvloersetting die een coachende en competentieversterkende omkadering voorziet.
Een werkzoekende kan aan de slag binnen “Activerend Werkvloerleren met LWB”. Hiervoor zet een
LWB een gevarieerd aanbod aan werkvloeren in waar zowel korte en langere tewerkstelling of stages
mogelijk zijn. Op die manier ontdekken werkgevers het potentieel van de doelgroep.
Tijdens deze fase werkt de werkzoekende aan het opbouwen en verankeren van algemene en
basistechnische competenties. Ook de juiste werkattitude is van essentieel belang om te kunnen
functioneren op een werkvloer in het NEC. De werkzoekende werkt de drempels voor de
randvoorwaarden stapsgewijs en procesmatig weg. Het Leerwerkbedrijf voorziet tevens doorheen het
volledige werkvloertraject inschakelingsmodules op maat: persoonsgerichte en beroepsgerichte
vorming en opleiding, sollicitatietraining, ...
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
12/25
Van zodra de werkzoekende voldoende versterkt is in zijn functioneren, worden stappen ondernomen
om via verschillende instrumenten een tewerkstelling te realiseren in het NEC.
6.4. Tewerkstelling in het NEC: IBO of/en een contract (Fase 3)
Een werkzoekende kan tijdens een ‘Activerend Werkvloerleren met een LWB’ (fase 2) doorstromen
naar een kwalitatieve Individuele Beroepsopleiding (IBO) of/en naar een gewoon contract. Een andere
mogelijkheid is dat een werkzoekende na een “oriëntatie op de werkvloer” (fase 1) rechtstreeks
doorstroomt naar een IBO of een contract.
De Leerwerkbedrijven zetten sterk in op jobhunting en jobbemiddeling. Het functieprofiel in vacatures
wordt grondig besproken en gematched met kandidaten. De expertise van de Leerwerkbedrijven leent
er zich toe om de match te maken tussen de doelgroep en de vraag naar bepaalde profielen.
Het Leerwerkbedrijf begeleidt en faciliteert mee de integratie van de kandidaten op de werkvloer van
de onderneming. Ze biedt met andere woorden een job-en taalcoaching aan. Daarnaast kunnen de
werkgevers gebruiken maken van de kennis en ervaring om nieuwe werknemers duurzaam te
integreren op de werkvloer. Deze ondersteuning op maat is een belangrijke succesfactor voor een
duurzame arbeidsmarktintegratie. .
Ook voor werknemers uit SEC met een doorstroomperspectief naar het NEC is deze coaching en
begeleiding op de werkvloer van een werkgever essentieel.
Een werkzoekende kan gebruik maken van het terugkeerrecht wanneer een tewerkstelling in het NEC
vroegtijdig wordt beëindigd. Een Leerwerkbedrijf vangt deze persoon op en versterkt verder het
functioneren op hun werkvloer. Er wordt gewerkt met het rugzakprincipe: de begeleidingsuren in het
werkvloertraject die nog niet zijn opgenomen, kunnen hiervoor worden ingezet. De werkzoekende die
geen begeleidingsuren meer heeft, kan mits een gemotiveerde aanvraag gebruik maken van extra
begeleidingsuren met een maximum van de helft van het totale urenpakket binnen een
werkvloertraject.
7. De modules en rollen in het Werkvloertraject
Het eerste onderstaande schema licht de verschillende modules toe per fase die cruciaal zijn om een
kwetsbare werkzoekende of een werkzoekende die behoort tot de curatieve doelgroep een sluitende
en activerende begeleidingsaanpak te kunnen aanbieden naar een duurzame tewerkstelling.
Daarnaast zijn er ook inschakelingsmodules die op verschillende tijdstippen tijdens het
werkvloertraject kunnen worden ingezet, afhankelijk van de noden van de werkzoekende.
Het tweede schema geeft de rollen weer dat een Leerwerkbedrijf opneemt gedurende het
werkvloertraject.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
13/25
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
14/25
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
15/25
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
16/25
Bijlage: Casussen omschreven
Casus 1: Langdurige werkzoekende versterkt in arbeidsattitudes,
werkhouding en zelfredzaamheid
Profielschets
 Vrouw van 48 jaar is afkomstig uit Ghana en woont al 13 jaar in België
 Een alleenstaande moeder met drie kinderen tussen 16 en 21 jaar oud die net uit Afrika
overgekomen zijn
 Ze heeft in Afrika gewerkt als poetsvrouw in een bank
 Een aanwezig potentieel voor loonvormende arbeid:
o Gemotiveerd
o In België heeft ze een artikel 60 gedaan gedurende één jaar
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Jobdoelwit: is gekend, ze wil werken als poetsmedewerker
 Mobiliteit: kan enkel het openbaar vervoer gebruiken.
 Zeel lage taalvaardigheid: een zeer beperkte kennis van lezen en schrijven leidt ertoe dat ze
geen bus- of huisnummers en/of straatnamen kan lezen. Verplaatsingen maken met het
openbaar vervoer is moeilijk. Werkroosters lezen en de eigen administratie opvolgen is
onmogelijk.
 Anderstalig: zeer beperkte kennis van het Nederlands
 Geen computervaardigheid: kan geen vacatures zoeken of online solliciteren
 Arbeidsattitudes: ze heeft geen idee van wat gepaste kledij en een gepast voorkomen op het
werk inhoudt. Ze heeft ook een sterke lichaamsgeur.
 Huisvesting: is problematisch
 Ze is opvliegend en ongeduldig van karakter
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject van 1 jaar
 Nederlandse les: leren van werkvloergerelateerde woordenschat, leren tellen en de betekenis
van cijfers.
 Lessen mobiliteit: het openbaar vervoer in Antwerpen uitleggen door er gebruik van te laten
maken en haar trajecten te begeleiden.
 Lessenreeks rond arbeidsattitudes en persoonlijke coachingsgesprekken over opvliegendheid
en ongeduld.
 Lessenreeks over persoonlijke verzorging + persoonlijke gesprekken over ongepaste kledij op
het werk.
 Randvoorwaarden aanpakken:
o Huisvestingsprobleem met een huurachterstand en een te kleine sociale woning voor
het gezin. Zoektocht naar afbetalingsplan en een alternatieve woning.
o Studietoelage aanvragen voor twee van de drie kinderen.
o Probleem omtrent schorsing kindergeld aanpakken en oplossen.
Resultaat – einde van het traject
 Mevrouw werkt halftijds bij een poetsbedrijf.
 Sterke arbeidsattitudes en voert haar taken uitstekend uit. Ze weet wat van haar verwacht
wordt en wat ze zelf kan verwachten als werknemer. Haar woede-uitbarstingen komen niet
meer voor.
 Haar zelfredzaamheid is versterkt: ze neemt zelfstandig het openbaar vervoer , de
knelpunten op vlak van huisvesting en kinderbijslag zijn in orde. Ze heeft een persoonlijk
aanspreekpunt bij het OCMW voor een opvolging en bijsturing van haar persoonlijke
administratie.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
17/25
Casus 2: Hooggeschoolde werkzoekende voorbereiden op een job in de
financiële administratie
Profielschets
 Vrouw van 32 jaar
 Allochtoon
 Hoog opgeleid: bachelor economie en boekhouding
 Heeft geen werkervaring in België. In het buitenland was ze lesgeefster in boekhouding en
administratie. Ze werkte ook als vertaalster.
 Een potentieel voor loonvormende arbeid: een sterk profiel naar competenties en ze is
gemotiveerd.
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Geen werkervaring in België
 Anderstalig: Nederlandse schrijf- en luistervaardigheid is te zwak voor een administratieve job
in het NEC
 Ze heeft geen rijbewijs
 Ze kan onvoldoende de scheiding maken tussen privé en werk: het omgaan met persoonlijke
problemen is een uitdaging. De precaire situatie in het thuisland zorgt voor
concentratieproblemen tijdens het werk en een gespannen, emotionele houding.
 Geen kennis van het Belgisch boekhoudingspakket
 Arbeidsattitudes:
o Ze voelt zich uitgesloten omdat ze niet alles begrijpt en voelt zich onzeker
o Ze werkt onnauwkeurig. Details zijn belangrijk en dat ziet ze niet in.
o Feedback ontvangen en aanvaarden is moeilijk: ze is gevoelig voor directe feedback
over haar werk (een cultureel verschil).
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject van 1 jaar
 Opvolgingsgesprekken: op regelmatige basis korte gesprekken over haar functioneren
 Lessen Nederlands: Linguapolis niveau 4
 Lessen Engels: CVO niveau 2.2
 Cursus Excel en Outlook 2010
 Oefenen van telefonische contacten op het secretariaat
 Rijbewijs B : theorie en praktijk: voorlopig rijbewijs
 Ervaring en opleiding in boekhouding met Citrix en Winbooks
 Het werkervaringstraject van 1 jaar wordt verlengd met 6 maanden om de
kritiekbestendigheid, nauwkeurig werken en Nederlandse kennis te versterken.
Resultaat einde van het traject
 Start IBO als hulpboekhouder, met daarna kans op vast contract
 Algemene en basistechnische competenties: ze aanvaardt de werkpunten omtrent
nauwkeurigheid en kan beter omgaan met feedback. Ze heeft nu meer zelfkennis en maakt
vlotter de scheiding tussen privé en werk.
 Minder drempelvrees voor telefonische contacten.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
18/25
Casus 3: Langdurig werkzoekende met grote motivatie en lage taalvaardigheid
arbeidsmarktrijp maken
Profielschets
 Man
 Langdurig werkzoekende > 2 jaar
 Allochtoon
 Kortgeschoold (lager onderwijs in Marokko)
 Gehuwd
 Een aanwezig potentieel voor loonvormende arbeid:
o Gemotiveerd
o Wil om te werken
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Jobdoelwit: gekend, jobdoelwit in de schoonmaak
 Mobiliteit: beschikt over auto en rijbewijs
 Gebrek aan zelfvertrouwen
 Anderstalig: gebrekkige kennis van het Nederlands
 Kan zich niet bewijzen in een sollicitatiegesprek
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject gedurende 1 jaar
 Competentieontwikkeling: Werken aan materiaal- en productkennis. Schoonmaakmachines
leren gebruiken. Werkschema’s/checklists hanteren en de voorraad beheren. Ervaring
opdoen in het beroep (schoonmaak).

Arbeidsattitudes: Werken aan zelfvertrouwen tijdens het uitoefenen van de job (te onzeker).
Werken aan nauwkeurigheid en tempo. Initiatief leren nemen.

Taalondersteuning: Taalondersteuning op de werkvloer. Instructies in het Nederlands leren
begrijpen. Leren aangeven wanneer iets niet duidelijk is.
Resultaat – einde van het traject
 Uitstroom naar Werk dankzij een positieve werkervaring in een omkaderde omgeving.
 Basistechnische Competenties: hij werkt vlot met checklist en werkschema’s. Hij kan goed
overweg met schoonmaakmachines en heeft een goede materiaal en productkennis.
 Arbeidsattitudes: Flexibel. Kan omgaan met feedback en wil bijleren. Neemt de
veiligheidsvoorschriften in acht. Hij is stipt, heeft een goed tempo en werkt nauwkeurig. De
samenwerking met collega’s is goed en hij neemt meer initiatief.
 Taalvaardigheid: spreekt Nederlands en kan zich uitdrukken. De communicatie met collega’s,
klanten en leidinggevenden verloopt beter.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
19/25
Casus 4: Ex-gedetineerde werkzoekende terug integreren in de maatschappij
en op de arbeidsmarkt
Profielschets
 Gedetineerde: werktraject ter voorbereiding van einde straf
 9 jaar gevangenis
 Langdurig werkloos
 Een aanwezig potentieel voor loonvormende arbeid:
o Secundair onderwijs: schrijnwerker-meubelmaker
o Relevante werkervaring als schrijnwerker (ongeveer 1,5 jaar)
o Hij is gemotiveerd, arbeidsklaar en zelfredzaam
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Jobdoelwit: is gekend, hij wil werken als schrijnwerker
 Het verleden van de kandidaat werkt afstandsvergrotend tot de arbeidsmarkt. Hij ervaart
problemen met sociaal contact. Hij heeft ook aanpassingsproblemen.
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject van 1 jaar
 Integratie in de maatschappij en op de arbeidsmarkt: werken aan sociale contacten. Leren
omgaan met de toegenomen vrijheid.
 Competenties: competenties en vaardigheden als schrijnwerker op punt stellen.
 VCA-attest behalen.
Resultaat – einde van het traject
 Het werkervaringstraject is lopende en verloopt goed: hij heeft geen onwettige
afwezigheid en heeft nu ruimschoots voldoende capaciteiten om als schrijnwerker aan de slag
te gaan.
 Arbeidsattitudes: respectvol, betrouwbaar en heeft leiderschapskwaliteiten.
 Sollicitatietraining: hij solliciteert volop. Het vertrouwen winnen van een toekomstige
werkgever blijft een drempel naar werk.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
20/25
Casus 5: Laagtaalvaardige werkzoekende ondersteunen bij het bepalen van
een realistisch jobdoelwit
Profielschets
 Man
 33 jaar
 Lopende echtscheiding, heeft 2 kinderen
 Allochtoon
 Kortgeschoold
 Mobiliteit: in het bezit van een rijbewijs
 Een aanwezig potentieel voor loonvormende arbeid:
o Sterke motivatie
o Professionele houding
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Jobdoelwit: heeft een niet realistisch jobdoelwit ‘verhuizer’ omwille van de taalvereiste
 Zeer lage taalvaardigheid: kan niet zelfstandig vacatures opzoeken
 Anderstalig: gebrekkige kennis van het Nederlands
 Kan niet met een computer werken: vormt een probleem bij het solliciteren
 Probleem van huisvesting en nood aan opbouw nieuw netwerk
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject van 1 jaar
Competenties: hij heeft stage gevolgd als verhuizer. Hij ziet in dat de taal een te grote drempel
is om nu al aan de slag te kunnen als verhuizer. Competenties zoals poetstechnieken, kennis
producten en benaming, zelfstandig werken en in team werken worden ontwikkeld en
versterkt.
 Taalondersteuning: hij volgt een cursus Nederlands bij Leerpunt
 Sollicitatietraining: hij werkt aan zijn sollicitatievaardigheden, leert een CV opmaken en bereidt
zich voor op sollicitatiegesprekken. Hij oefent sollicitatiegesprekken zodat ze vlotter kunnen
verlopen.
Resultaat – einde van het traject
 Traject is beëindigd in juni 2014. Hij wordt opgevolgd via nazorg en zoekt momenteel naar
een gepaste job.
 Sterke arbeidsattitudes: hij kan zelfstandig werken, is respectvol en loyaal naar de
werkgever toe. Hij is collegiaal, flexibel, stipt en een doorzetter. Hij is leergierig.
 Jobdoelwit is bepaald: verhuizer, professionele schoonmaak, productiearbeider
 Hij houdt privé en werk gescheiden ook al zijn er problemen (bv huisvesting en echtscheiding)
 In september zal deze persoon een vervolgtraject Nederlands volgen. De Nederlandse taal
leren en beheersen gaat traag maar de motivatie is zeer groot.
 Zijn zelfredzaamheid is versterkt: hij kan zelfstandig telefonisch contact opnemen en
solliciteren.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
21/25
Casus 6: 50+ werkzoekende ondersteunen bij het versterken van de
arbeidsattitudes en het verduidelijken van een jobperspectief
Profielschets
 Vrouw
 51 jaar
 Ze heeft een vriend en heeft geen kinderen ten laste
 Ze is langdurig werkzoekend sinds 2010
 Begeleiding door VDAB: outplacement en sollicitatietraining
 Een aanwezig potentieel voor loonvormende arbeid
o 27 jaar gewerkt als baliemedewerker
o Kan de taken van basisadministratie uitvoeren
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Jobdoelwit: is gekend. Ze wil werken als administratief medewerker, in lijn met vroegere
tewerkstelling. Ze twijfelt of dit jobdoelwit nog past bij haar.
 Mobiliteit: ze heeft een rijbewijs maar verkiest de fiets te gebruiken.
 Terug aan de slag gaan in een nieuwe werkomgeving, na 27 jaar bij één werkgever, is een
uitdaging en vormt de basis voor haar faalangst. Het verlies van haar vorige job speelt nog
een grote rol.
 Nood aan positieve werkervaring: zelfvertrouwen opbouwen.
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject van 1 jaar:
 Competentieversterking: competenties inzake administratie (basis) verder ontwikkelen;
computervaardigheden opbouwen.
 Arbeidsattitudes: werken aan zelfvertrouwen door positieve werkervaring en eigenwaarde
opbouwen.
 Nieuw evenwicht uitbouwen tussen werk en privé; wensen en realiteit op elkaar afstemmen.
 Ondersteuning bij sollicitatie: sollicitatietraining en mogelijkheden tewerkstelling in kaart
brengen.
Resultaat – einde van het traject
 Werkervaringstraject loopt nog 6 maanden en ze werkt verder aan het verder versterken van
de competenties en de arbeidsattitudes. Ze is stipt. Het werkervaringstraject verloopt
moeizaam. De dame is heel introvert en onzeker. De competenties voor administratie zijn
aanwezig.
 Keuze van jobdoelwit is duidelijker geworden doorheen het traject.
 Sollicitatietraining: ze volgt de groepslessen om sollicitatievaardigheden aan te leren.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
22/25
Casus 7: Het functioneren, de mogelijkheden en capaciteiten van een langdurig
werkzoekende worden getoetst op een werkvloer.
Profielschets
 Vrouw
 50 jaar
 Kortgeschoold
 Langdurig werkzoekende > 4 jaar
 Komt niet in aanmerking voor sociale economie
 Een aanwezig potentieel voor loonvormende arbeid
o Ervaring als poetsvrouw
o Opleidingen gevolgd voor strijken en schoonmaken
o Sterke motivatie om te werken en te solliciteren
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Jobdoelwit: gekend, jobdoelwit in de schoonmaak
 Mobiliteit: fiets en openbaar vervoer
 Gebrek aan sollicitatievaardigheden: ze heeft hulp nodig tijdens een sollicitatiegesprek. Ze
kan moeilijk uitleggen waarom ze stopte bij ex-werkgevers
 Zelfstandig werken: zeer zwak
 Traag tempo
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject van 1 jaar
 Competenties: tewerkstelling met aangepaste taken
 Arbeidsattitudes: Werken aan zelfstandigheid; Werken aan complexiteit en tempo
 Sollicitatietraining
Resultaat – einde van het traject
 Positieve werkervaring voor de werkzoekende: ze ziet het belang in van hebben van
contacten met mensen (bewoners), versterkte arbeidsattitudes naar stiptheid, loyaliteit en
motivatie
 Geen uitstroom naar Werk: NEC is niet haalbaar: Ze kan geen complexe opdrachten aan.
Ze heeft nood aan een vaste structuur en planning. Het tempo is zeer laag. Ze heeft een lage
psychische draagkracht waardoor ze snel emotioneel is.
 Een screening mmpp – BW is aangevraagd
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
23/25
Casus 8: Structureel aanpakken van de randvoorwaarden bij een alleenstaande
jonge moeder tijdens een omkaderde tewerkstelling
Profielschets
 Jonge alleenstaande moeder
 Twee kinderen: 1,5 jaar en 3,5 jaar
 Een aanwezig potentieel voor loonvormende arbeid
o Ze wil werken
o Ze is gemotiveerd en wil haar situatie verbeteren
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Jobdoelwit: niet specifiek, een job vinden was voor haar het allerbelangrijkste. Zij had
voordien al kort gewerkt in de schoonmaaksector en vond dit een positieve ervaring
 Mobiliteit: geen vervoersmogelijkheden en geen fiets
 Geen kinderopvang. Een sociaal vangnet ontbreekt.
 Nood aan betere huisvesting (studio in slechte staat)
 Nood aan werkervaring. Sollicitatievaardigheden ontbreken.
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject van 1 jaar
 Competentieversterking: technische opleiding professioneel schoonmaker en werkervaring
gedurende één jaar
 Randvoorwaarden in orde brengen: de tijd en de ruimte om kinderopvang regelen, fiets en
kinderstoeltjes aankopen, overleg met huisvestingsmaatschappij en OCMW voor een betere
woning.
 Ondersteuning bij sollicitatie: CV en brief leren opstellen. Samen poetsbureaus bezoeken en
solliciteren.
Resultaat – einde van het traject
 Uitstroom naar werk: werkt deeltijds met een vast contract.
 Randvoorwaarden, die zwaar doorgewogen hebben, werden aangepakt
tewerkstelling nu wel mogelijk is.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
waardoor
24/25
Casus 9: Terug aan
werkonbekwaamheid
het
werk
in
het
NEC
na
een
periode
van
Profielschets
 64 jaar, afkomstig uit Ghana
 Drie volwassen zonen, net overgekomen uit Afrika, tussen 24 en 28 jaar oud.
 Haar zonen zijn werkloos en hun moeder wordt geschorst door RVA.
 Wegens ‘een werkongeval’ heeft ze 8 jaar niet meer kunnen werken.
 Ze werkte meer dan 10 jaar als poetsmedewerker in een grootwarenhuis. Tijdens een overval
op het warenhuis, heeft ze twee schotwonden aan de knieën opgelopen. Ze heeft 8 jaar
revalidatie gehad met een beperkte mobiliteit tot gevolg.
 Ze is medisch ‘gezond en geschikt om te werken’ verklaard. Hierdoor ontvangt ze geen
ziektuitkering en verzekeringsuitkering meer.
 De angst om opnieuw aan de slag te gaan als poetsmedewerker is groot omwille van het
voorval bij haar voormalige werkgever.
Kwalitatieve ondersteuningsnoden
 Jobdoelwit: wil werken als poetsmedewerker
 De angst van de kandidaat om terug aan het werk te gaan (veiligheid) en haar leeftijd werken
afstandsvergrotend tot de arbeidsmarkt.
 Door de beperkte mobiliteit is voltijds werk niet mogelijk.
 Het verwachtingspatroon van haar kinderen, hun moeder moet hen onderhouden, weegt
zwaar door.
 Ze heeft financiële problemen door schorsing en stopzetting uitkeringen.
Acties ondernomen gedurende werkervaringstraject van 1 jaar
 Een halftijds contract in werkervaring zodat het haalbaar en realistisch is om terug aan het
werk te gaan. Ze versterkt het vertrouwen om te werken als poetsmedewerker, ook op
openbare plaatsen.
 Ze versterkt haar technische en algemene vaardigheden tijdens de tewerkstelling.
 Randvoorwaarden:
o Een open gesprek met de kinderen om de situatie voor hen uit te leggen en hen te
wijzen op hun verplichtingen en mogelijkheden.
o Ze heeft een schuldbemiddelingstraject voor een periode van 3 jaar opgestart.
Resultaat – einde van het traject
 Mevrouw werkt deeltijds op een job waarbij ze haar uren mag spreiden over een hele week.
Ze kan zelf, afhankelijk van haar lichamelijke toestand, haar uren verdelen. Ze is heel
toegewijd op haar job en haar werkgever is zeer tevreden.
 Randvoorwaarden zijn aangepakt: de kinderen van de dame werken of volgen een
opleiding die leidt naar werk. Ze dragen bij voor de financiën van het gezin. Ze heeft een
traject opgestart voor schuldbemiddeling.
 Werkongeval is geen obstakel meer: de vrouw heeft terug vertrouwen in zichzelf als
poetsmedewerker en haar angst overwonnen (overval op het werk). Ze weet dat ze het kan en
ze beseft ten volle dat de situatie uit haar verleden geen veelvoorkomende zaak is.
Duurzaam Activerend Werkvloertraject met een Leerwerkbedrijf
25/25