Bedrijfsplan Vivenz 2012

1
Bedrijfsplan
2012-2014
“Als specialist in maatschappelijke dienstverlening gaan wij
met visie en daadkracht zelfstandig ondernemen door
naast onze cliënten te staan en door strategische allianties
met onze ketenpartners”
Inhoud
Voorwoord
1
Missie en visie
1.1
Missie
1.2
Visie
2
Relevante maatschappelijke ontwikkelingen
2.1
Meer verbinding in de uitvoering
2.2
Welzijn Nieuwe Stijl
2.3
Werken met wijkteams
2.4
De Kanteling
2.5
Effectieve samenwerking
3
Strategische koers 2012-2015
3.1
Kwaliteit, betrouwbaarheid en innovatie: ons handelsmerk
3.2
Strategische uitgangspunten
4
Hulp- en dienstverlening
4.1
Cliëntgerichte hulp- en dienstverlening
4.2
Zakelijke hulp- en dienstverlening
5
Organisatie en medewerkers
5.1
Resultaatverantwoordelijkheid
5.2
Organisatiestructuur
5.3
Human Resource Management
5.4
Bedrijfsvoering
2
Voorwoord
Vivenz biedt vanaf juli 2012 haar diensten aan in het werkgebied als een zelfstandige stichting voor
maatschappelijke dienstverlening. Vivenz is een voortzetting van Maatschappelijk Welzijn De Stromen Opmaat
1
Groep, onderdeel van Aafje. Dit bedrijfsplan, waarin enkele praktijkvoorbeelden zijn opgenomen, geeft een beeld
van onze strategische koers voor de komende jaren.
De wens tot verzelfstandiging heeft in de afgelopen jaren steeds vastere vormen aangenomen. Daarbij spelen ook
verschillende lokale en landelijke ontwikkelingen een rol.
Zo houden we er rekening mee dat de gemeenten, zelf ook geconfronteerd met bezuinigingen, met forse
budgetkortingen zullen komen. Tegelijkertijd wordt de decentralisatie verder doorgevoerd. Diezelfde gemeenten
krijgen steeds meer de regierol toebedeeld op het gebied van zorg en welzijn. Deze trend is enkele jaren geleden
ingezet met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De daarmee gepaard gaande budgetoverheveling
loopt echter niet synchroon met de dagelijkse praktijk, wat ook weer tot bezuinigingen leidt. Bezuinigingen, die wij
zoveel mogelijk willen beperken door de gemeenten te overtuigen van de meerwaarde van onze producten,
diensten en kosteneffectieve samenwerkingspartner.
Het leveren van een substantiële bijdrage aan het welzijn van de bevolking is immers onze corebusiness!
Het maatschappelijk werk – in al zijn verscheidenheid – bestaat ruim honderd jaar en heeft nut en noodzaak
ruimschoots bewezen. Anno 2012 is in Nederland 80% van de bevolking zelfredzaam, 15% van bevolking matig
zelfredzaam en met 5% van de bevolking gaat het niet goed. De verwachting is dat deze groep kwetsbare burgers
zal toenemen. Vaak spelen er meer problemen bij verschillende leden van het gezin tegelijkertijd, de zogenoemde
multiproblem gezinnen.
Mensen staan bloot aan andere gezondheids- en welzijnsbedreigingen dan een eeuw geleden. Naast uiteenlopende
vormen van relationele, psychosociale en sociaaleconomische problematiek hebben we ook te maken met de
gevolgen van zaken als overgewicht, alcohol en drugs. Bovendien is er een groeiende kloof tussen de mensen die
wel en de mensen die niet kunnen meekomen in onze op informatie- en communicatietechnologie gestoelde
samenleving. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de samenleving vraagt de maatschappij dus om andere
aandachtspunten en interventies op het gebied van Vivenz.
Aanbieders van welzijn en zorg zullen zich moeten aanpassen aan de veranderde omgeving en vraag. Ze zullen zich
innovatiever moeten organiseren om een steeds grotere diversiteit van cliënten te bedienen met een
gedifferentieerd en vooral ook: kosteneffectief aanbod. Samenwerking, binnen een alliantie of een netwerk, kan
een strategische rol spelen in deze ontwikkelingen. De bundeling van kennis, competenties en vaardigheden maakt
het mogelijk sneller en goedkoper het gewenste aanbod te ontwikkelen.
Vivenz is actief in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Barendrecht, Albrandswaard en
Ridderkerk. In dit werkgebied – ons werkgebied – zijn wij dé deskundige samenwerkings- en ketenpartner.
Zwijndrecht, augustus 2012
Marian Dozy, bestuurder
1
In het belang van de privacy is van gefingeerde namen gebruikgemaakt.
3
1
Missie en visie
Als specialist in maatschappelijke dienstverlening wil Vivenz niet uitsluitend een speler in het veld zijn, maar ook
meebeslissen over alle facetten van dat spel. Met belanghebbenden en stakeholders en (lokale) overheid delen wij
onze ideeën over eigentijdse welzijnszorg.
1.1
Missie
De missie van Vivenz, het algemene doel van onze organisatie, is het op deskundige wijze ondersteunen van
kwetsbare burgers bij het volwaardig en zoveel mogelijk op eigen kracht deelnemen aan de samenleving.
1.2
Visie
Vivenz is een professionele eerstelijnsvoorziening voor (kortdurende) hulp- en dienstverlening bij problemen op het
gebied van het persoonlijk en/of maatschappelijk functioneren. Deze hulp- en dienstverlening is laagdrempelig,
2
cliëntgericht, vraaggestuurd, outreachend , onafhankelijk, lokaal georganiseerd en is er voor iedereen, van jong tot
oud.
Vivenz:
 gaat uit van de eigen kracht én de eigen verantwoordelijkheid van cliënt en cliëntsysteem;
 is een ambitieuze en betrokken werkgever en stimuleert, waar mogelijk en verantwoord, de inzet van
vrijwilligers;
 is een betrouwbare samenwerkings- en ketenpartner.
Wij richten ons op:
 verbetering van het persoonlijk en sociaal functioneren van de cliënt;
 verbetering van de relaties van de cliënt;
 toeleiding naar passende voorzieningen;
 verwijzing (zo nodig) naar andere hulpverlenende personen of instanties.
Onze bedrijfsonderdelen zijn:
 Algemeen Maatschappelijk Werk.
 School Maatschappelijk Werk.
 Bureau Sociaal Raadslieden.
 Thuisbegeleiding.
 Gezinscoaching.
 Video-hometraining.
 Crisisdienst (7 x 24 uur).
 Individuele cliëntondersteuning.
 Cursussen en trainingen.
 Bedrijfsmaatschappelijk Werk
 Mediation.
2
Outreachend werken betekent maximaal aansluiten bij de vraag van de cliënt en/of het cliëntsysteem, waarbij zijn
belevingswereld centraal staat. In 2010 hebben alle medewerkers de training Outreachend werken gevolgd.
4
2
Relevante maatschappelijke ontwikkelingen
Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), en zeker ook onder druk van bezuinigingen in
gemeentelijke uitgaven op het terrein van welzijn en zorg en in de AWBZ, is er meer dan ooit behoefte aan
vernieuwing en versterking van het plaatselijke brede welzijnsterrein. Allianties, vernieuwende
samenwerkingsvormen en afgestemde arrangementen van producten en diensten kunnen hieraan bijdragen.
Uiteindelijke doel: bescherming, zelfredzaamheid, participatie, zorg voor elkaar en sociale samenhang.
2.1
Meer verbinding in de uitvoering
Terreinen als welzijn, zorg, wonen, veiligheid, burgerparticipatie, onderwijs en opvoeding zijn op tal van manieren
met elkaar verweven. Door hierin nieuwe verbindingen te leggen ontstaan nieuwe arrangementen van welzijn en
zorg. Arrangementen, die een antwoord geven op hedendaagse vragen vanuit de bevolking. Die nieuwe
arrangementen kunnen betrekking hebben op onder meer sturingsconcepten in welzijn en zorg, op een leven lang
wonen, op vitale wijken en omgevingsveiligheid. Vivenz wil een bindende rol vervullen en het voortouw nemen bij
deze ontwikkelingen. In onze jaarverslagen zal dit tot uitdrukking komen.
3
Movisie zegt in dit kader over maatschappelijk werk: “Doordat de maatschappelijk werker een breed opgeleide
generalist is, zonder specifieke deskundigheid op één van de domeinen, is dat een prima uitgangspositie om als een
spin in het web, dicht bij de cliënt en vanuit diens perspectief een verbindende rol te hebben naar de andere, meer
gespecialiseerde, professionals en naar de maatschappij.”
2.2
Welzijn Nieuwe Stijl
Onder meer ter verbetering van de (sturings)relatie tussen gemeenten en welzijnsorganisaties, hebben het
ministerie van VWS, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en werkgeversorganisatie MOgroep Welzijn &
Maatschappelijke Dienstverlening het programma Welzijn Nieuwe Stijl geïntroduceerd. Hiermee kan de Wmo in de
volle breedte worden uitgevoerd.
Wij zien Welzijn Nieuwe Stijl als belangrijke ondersteuning én stimulans bij onze verbeterinitiatieven en die van de
gemeenten waarbinnen wij werkzaam zijn.
Werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl is gebaseerd op de volgende acht bakens:
1. gericht op de vraag achter de vraag;
2. gebaseerd op de eigen kracht van de burger;
3. direct er op af;
4. formeel en informeel in optimale balans;
5. doordachte balans van collectief en individueel;
6. integraal werken;
7. niet vrijblijvend, maar resultaatgericht;
8. gebaseerd op ruimte voor de professional.
Vivenz was de weg van vraaggestuurde hulp- en dienstverlening (1) en een waar nodig outreachende aanpak (3) al
ingeslagen. Daarop gaan we voortvarend verder.
Wij vinden het van groot belang om problemen terug te brengen tot proporties van het gewone leven (4) en daarbij
uit te gaan van de eigen kracht van mensen en hun omgeving (2). Dat gebeurt onder meer door het werken met
wijkteams (5, 6). Vrijblijvend is ons werk nooit geweest, op resultaatgerichtheid sturen we meer dan ooit (7).
Daarbij hebben onze professionals ruimte voor eigen inbreng en ontwikkelingsmogelijkheden.
3
Movisie is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. Bij het
implementeren van Welzijn Nieuwe Stijl vervult Movisie een belangrijke rol.
5
2.3
Present zijn in de buurt
Een aantal gemeenten in ons werkgebied formeert wijkteams in de zogenoemde achterstandswijken met partijen
op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Daaraan willen wij actief meewerken. De missie van deze wijkteams is
primair het faciliteren van burgers bij het oplossen van problemen, het wegnemen van belemmeringen en het
omgaan met beperkingen zoals burgers deze ervaren op alle voorkomende leefgebieden of domeinen.
Belangrijkste doelen in dit kader zijn:





gericht zijn op vragen van gemeente en burgers;
versterken van het systeem van vroegsignalering;
versterken van individuele cliëntsystemen;
vergroten van de onderlinge betrokkenheid en creëren van een vitale buurt;
efficiënt en effectief werken.
Onze werkwijze sluit naadloos aan op de gewenste eigenschappen van de sociale wijkteams: vraaggericht, volgens
het principe ‘één cliënt, één casemanager’ en waar nodig toeleiden naar specialistische backofficevoorzieningen in
de eerste en tweede lijn.
Vivenz werkt volgens de voor sociale wijkteams vereiste methodieken. De samenwerking met onze ketenpartners
vergroot het bereik wat betreft signalering, activering en participatie. In de methodiek wordt uitgegaan van de
eigen kracht en mogelijkheden van de cliënt.
2.4
De Kanteling
4
Het VNG-project De Kanteling gaat over de omslag van het ‘afhandelen van een aanvraag’ naar het ‘luisteren naar
de vraag’ van de burger. Hierbij wordt niet gedacht in beperkingen en beschikbare voorzieningen, maar in termen
van het samen met mensen oplossingen bedenken. Het is een omslag van ‘aanspraak maken op’ naar ‘oplossen
van’.
De Kanteling leidt tot nieuwe oplossingsarrangementen, nieuwe vormen van hulp en ondersteuning. Voor Welzijn
Nieuwe Stijl is het van belang om te investeren in de ‘eigen- krachtbenadering’.
We nemen als uitgangspunt het traject dat een burger gemiddeld genomen doorloopt: vanaf het moment dat hij
een beperking ervaart in zijn deelname aan de samenleving tot het moment dat hij passend ondersteund wordt ter
compensatie van die beperking. De Kanteling heeft betrekking op dit hele traject. We onderscheiden vijf functies
(zie schema). Gemeenten staan voor inhoudelijke keuzes bij elk van deze functies. In de meest simpele vorm ziet
een traject van eerste contact tot ondersteuningsarrangement er als volgt uit.
Het gesprek verwijst naar het hele proces van het in gezamenlijkheid bepalen van de werkelijke
ondersteuningsbehoefte van de burger en het maken van afspraken over passende oplossingen. Dat kunnen en
zullen in de praktijk vaak meerdere contacten zijn.
Binnen het gesprek maken we een duidelijk onderscheid tussen twee onderdelen:
1. de vraagverheldering en vaststellen van het te behalen resultaat;
4
De Kanteling is een project van de VNG dat erop gericht is gemeenten te ondersteunen bij het invullen van de
compensatieplicht: het stimuleren van de zelfredzaamheid en maatschappelijke deelname van de burger.
6
2.
het bepalen van oplossingsrichtingen (eigen kracht, sociale omgeving, algemene voorzieningen en/of
individuele voorzieningen).
De nadruk ligt op zelfredzaamheid en betrokkenheid bij de samenleving. Bij het zoeken naar oplossingen voor de
ondersteuningsbehoefte van de burger denken en handelen we dan ook vanuit de eigen kracht van de burger en
zijn sociale omgeving.
Sluitstuk van het proces dat een burger met een ondersteuningsbehoefte doorloopt is een samenhangend en op
zijn vraag afgestemd arrangement van oplossingen. Dit arrangement bestaat doorgaans uit meerdere vormen van
ondersteuning. Hierbij is de eigen kracht van de burger het startpunt, en worden waar nodig individuele
voorzieningen – zoals onderdelen van onze producten en diensten – toegewezen.
Om tot maatwerkoplossingen te komen, is een gevarieerd pakket van voorzieningen nodig én moeten organisaties
in staat gesteld worden om maatwerk te leveren.
Onze laagdrempelige en algemeen toegankelijke producten en diensten en die van onze ketenpartners bieden veel
perspectief om op een betaalbare manier invulling te geven aan de compensatieplicht van de gemeenten.
Vanzelfsprekend stelt Vivenz zich actief op bij de ontwikkeling en innovatie van het in ons werkgebied beschikbare
aanbod.
2.5
Effectieve samenwerking
Vivenz staat voor de opgave om nieuwe arrangementen en samenwerkingsvormen te ontwikkelen om een
adequaat antwoord te vinden op de toenemende vraag. Wij zijn ons er terdege van bewust dat de gemeenten naar
mogelijkheden zoeken om de kosten van deze producten en diensten binnen de perken te houden. Evenals voor
andere ketenpartners in ons werkgebied is de marketing van producten en diensten betrekkelijk nieuw.
Vivenz participeert onder meer actief in de Centra voor Jeugd en Gezin in het hele werkgebied. Via het
signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’ en SISA (SIgnaleren en SAmenwerken) kunnen hulpverleners signalen
afgeven of het systeem raadplegen als er sprake is of vermoedens zijn van zorgelijke gezinssituaties rondom
kinderen. Vivenz is op beide systemen aangesloten. Dit moet ertoe leiden dat de preventie wordt versterkt, risico’s
en problemen bij kinderen eerder en beter worden gesignaleerd en tijdig de juiste interventies en zorg worden
geboden.
De bekostiging van extramurale zorg zal de komende jaren sterk veranderen. Vanaf 2013 wordt de begeleiding, die
nu nog onderdeel is van de AWBZ, ondergebracht in de Wmo en daarmee de directe verantwoordelijkheid van de
5
6
gemeenten. Dat geldt ook voor de Transitie Jeugdzorg en voor de invoering van de Wet werken naar vermogen .
Dit alles vraagt om de samenwerking van meerdere partijen uit verschillende sectoren en het combineren van
elkaars kennis en vaardigheden. Partijen moeten de inkomsten dekkend zien te krijgen uit een mix van eigen
bijdragen en van financieringsmiddelen die in de sectoren wonen, welzijn en zorg beschikbaar zijn.
Marlies, Kirsten en Mohammed
Marlies en haar vriend vormen een samengesteld gezin met drie kinderen, van wie er twee thuis wonen: de 11jarige Kirsten, die net als haar uitwonende broer een andere vader heeft, en de 4-jarige Mohammed. Marlies vindt
de opvoeding van de kinderen soms erg moeilijk. Daar komt bij dat Kirsten op haar vorige basisschool werd
gepest.
5
De stelselwijziging Zorg voor Jeugd, ofwel de transitie Jeugdzorg, is een belangrijk onderwerp voor de komende
jaren. In deze transitie is sprake van het overdragen van de verantwoordelijkheid voor en financiering van alle
jeugdzorg van provincie naar gemeenten. Daarnaast vindt een transformatie plaats om de zorg voor de jeugd en
hun opvoeders te veranderen en te verbeteren.
6
Om te stimuleren dat zo veel mogelijk mensen door werk in hun eigen onderhoud voorzien, is een nieuwe wet
ontworpen: de Wet werken naar vermogen (WWNV). Deze wet vervangt straks de Wet werk en bijstand (WWB) en
heeft gevolgen voor de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en de Wet Wajong. De voorgenomen invoeringsdatum
van deze wet is 1 januari 2013.
7
Op de nieuwe school heeft het zorgteam, waarvan ook één van onze schoolmaatschappelijk werkers deel
uitmaakt, ervoor gezorgd dat zij passende behandeling en begeleiding krijgt. Daardoor gaat het nu een stuk beter
met Kirsten. Ze heeft nieuwe vriendinnen en gaat – aangemoedigd door de schoolmaatschappelijk werker – naar
de sportschool, waardoor ze weerbaarder wordt en meer zelfvertrouwen krijgt.
Tegelijkertijd krijgt Marlies van de schoolmaatschappelijk werker begeleiding bij de opvoeding van haar kinderen.
Deze case wordt geregeld besproken in het CJG-team, dat ook de ontwikkeling van Mohammed in de gaten houdt.
Er vindt terugkoppeling plaats naar het zorgteam op school, zodat er adequaat kan worden gereageerd op
eventuele signalen. Zo nodig kan de zorg voor de kinderen ‘warm’ worden overgedragen aan een medewerker van
het CJG, die ook aanwezig is bij het casusoverleg.
8
3
Strategische koers 2012-2015
In het Welzijnsdebat in 2009 werd onze sector ‘expert van het gewone leven’ genoemd. En dat is precies wat wij zijn.
Medewerkers van Vivenz zijn goede luisteraars, praktisch ingesteld en met oog voor de bredere context.
Tegelijkertijd hebben wij ons tot taak gesteld ons nadrukkelijker te profileren: ‘er op af en present zijn waar de klant
is’.
3.1
Kwaliteit, betrouwbaarheid en innovatie: ons handelsmerk
Vivenz brengt zowel de efficiëntie van de organisatie als de effectiviteit van de dienstverlening naar een hoog
niveau. Kwaliteit, betrouwbaarheid en innovatie zijn het handelsmerk van onze nieuwe organisatie. Daarbij zetten
wij de focus op kwaliteit in de dienstverlening, betrouwbaarheid in samenwerking en uitvoering en innovatiekracht
ten aanzien van methode en aanbod.
Concreet betekent dat:
 Kwaliteit voor de cliënt
De vraag van de cliënt staat centraal en waar relevant voor de cliënt wordt met andere disciplines en ketenpartners
samengewerkt. Systematisch wordt de tevredenheid van cliënten gemeten en worden de resultaten getoetst aan
de doelstellingen per gemeente.
De uitkomsten van de metingen worden benut om de hulp- en dienstverlening te verbeteren.
 Goede positionering en profilering
Vivenz levert een bijdrage aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van de gemeenten in het werkgebied.
Bovendien hechten wij veel waarde aan uitstekende samenwerking met onze ketenpartners, zowel op het niveau
van hulpverlening aan de cliënt (overleg, afstemming, terugkoppeling) als op structureel niveau (regulier overleg,
convenanten, samenwerkingsafspraken).
 Proactieve invulling van de opdrachtnemersrol
We streven de tevredenheid van onze opdrachtgevers na. Dat wil zeggen dat opdrachten niet alleen goed en
volgens afspraak worden uitgevoerd, maar dat er daarnaast actief wordt gesignaleerd. Onze kennis van
doelgroepen en trends bespreken wij tijdig, voorzien van adequate beleidsadviezen, met onze opdrachtgevers.
Daarnaast spelen wij snel en flexibel in op specifieke wensen en ontwikkelingen in het betreffende gebied.
 Innovatief vermogen
De maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op. Dit vraagt slagvaardigheid, flexibiliteit,
creativiteit en innovatiekracht. Er is structureel aandacht voor beleidsontwikkeling, voor innovatie, voor het
inspelen op de vraag in nauwe samenwerking met externe netwerkpartners.
 Efficiënte bedrijfsvoering
Vivenz zet de ondersteunende diensten professioneel op, waarbij de verschillende taakgebieden (Financiën,
Personeel, Facilitair, ICT) geïntegreerd worden uitgevoerd.
9
3.2
Strategische uitgangspunten
Vivenz heeft de volgende vijf belangrijke strategische uitgangspunten geformuleerd, die in de loop van 2012 nader
zullen worden uitgewerkt.
 Samenwerking met ketenpartners voor integrale dienstverlening in de wijk
Onze lokale inbedding maakt het mogelijk om dichtbij, en in samenhang met ketenpartners, een uitstekend aanbod
te ontwikkelen. Wij zijn actief op vrijwel alle Wmo-prestatievelden. Problemen van burgers beperken zich zelden
tot één leefgebied. Veiligheid, jeugdbeleid, armoedebestrijding en sociale participatie vormen kernthema’s van
maatschappelijke dienstverlening. Vivenz vindt het van belang een rol te spelen bij het geven van vorm en inhoud
aan deze kernthema’s. Daarbij gaat het doorgaans om meervoudige problemen, die een integrale aanpak vanuit
een visie op de problematiek vereisen binnen de sociale context van de cliënt of het cliëntsysteem. Bij complexe
problematiek is structurele samenwerking nodig met lokale en regionale ketenpartners. Gezien onze
organisatiekenmerken (middelgroot, korte lijnen, innovatief, efficiënt en resultaatgericht) zijn wij een
aantrekkelijke partner voor een adequate uitvoering. De strategische allianties per gemeente worden nader
omschreven in onze werkplannen.
Onze belangrijkste ketenpartners zijn, in willekeurige volgorde:
 Huisartsen.
 Centra voor Jeugd en Gezin.
 Politie
 Bureau Jeugdzorg.
 Jeugdgezondheidszorg.
 GGD.
 Sociaal Cultureel Werk.
 Thuiszorg/wijkverpleging.
 Stichting Welzijn Ouderen.
 Sociale Dienst.
 Bureaus Schuldhulpverlening.
 GGZ.
 Eerstelijns psychologen.
 MEE.
 Scholen.
 Juridisch Loket.
 Woningcorporaties.
 Vrijwilligersorganisaties.
In verschillende gemeenten is een Veiligheidshuis in ontwikkeling, een samenwerkingsverband van organisaties die
samen een gebied veiliger willen maken. Die organisaties hebben hun eigen doelstellingen, maar in de
samenwerking is het gemeenschappelijke doel: het voorkomen van delicten en het verlenen van de beste hulp aan
het slachtoffer. Veiligheidshuizen moeten criminaliteit en overlast met 25% terugdringen en recidive tegengaan.
Behalve een duidelijke afstemming in de strafrechtketen, komt er een betere koppeling met bestuurlijke trajecten
(preventie en nazorg) en zorgtrajecten.
De samenwerkingsrelaties met ketenpartners worden, in het kader van het kwaliteitsmanagementsysteem,
regelmatig getoetst op doelstelling en resultaten. Zo ontstaat, in samenspraak met de omgeving, een
gestructureerd proces van ontwikkelen, uitvoeren, toetsen en bijstellen met een groeiende sensitiviteit voor
belangen van klanten.
Vivenz maakt gebruik van registratiesoftware die is ingericht volgens een landelijk informatiemodel, wat
vergelijking en uitwisseling van gegevens mogelijk maakt.
Er is veel informatie over trends en ontwikkelingen ten aanzien van doelgroepen, hun problemen en de geboden
hulp- en dienstverlening. Hiermee leveren wij een essentiële bijdrage aan beleidsontwikkeling en bijvoorbeeld
effectmetingen van verschillende interventies.
10
 Partnership bij het inspelen op lokale maatschappelijke ontwikkelingen
Enerzijds ontwikkelt Vivenz een eigentijds dienstverleningsconcept voor burgers in het werkgebied. Anderzijds is
het onze ambitie om voor de gemeenten een excellente en daardoor vanzelfsprekende partner te zijn. Wij lichten
deze ambities op verschillende niveaus nader toe.
Daarbij gaat het om het:
1. niveau van de burgers;
2. niveau van de opdrachtgevers;
3. niveau van de samenleving als geheel.
Op het niveau van de burgers (1) gaan wij met een systeem werken, waarin steeds kritisch naar de (resultaten van)
diensten van de organisatie wordt gekeken. Vivenz wil transparant zijn voor cliënten, ketenpartners en
opdrachtgevers. Voor de burger betekent dit dat de vraag actief wordt opgehaald, en dat deze vraag tot
(ver)nieuw(d) aanbod kan leiden. Problemen worden gesignaleerd, bestaand beleid wordt aan evaluatie
onderworpen en zo nodig bijgesteld en Vivenz werkt in ketens nauw samen met andere organisaties. Vivenz
organiseert innovatieve kracht om het aanbod voortdurend te optimaliseren.
Op het niveau van de opdrachtgevers (2) zet Vivenz ervaring én vernieuwing in om het aanbod actueel te houden.
Wij zetten ons in voor een passend aanbod voor de problemen die leven in de verschillende gemeenten. Het is
onze kracht – onze medewerkers staan midden in de gemeenschap – om de ogen en oren van de opdrachtgevers te
zijn. Wij observeren, signaleren en formuleren oplossingsrichtingen.
Met veel ervaring en daadkracht werken wij mee aan het oplossen van de gesignaleerde problemen op het terrein
van de Wmo, armoede en participatie. Vivenz biedt op deze manier bovendien analytische kennis en noodzakelijke
achtergrondinformatie voor beleids- en besluitvorming in de gemeenten.
Op het niveau van de samenleving als geheel (3) benutten wij de kracht van het ingebed zijn in de wijken voor de
leefbaarheid en de maatschappelijke en sociale participatie in het werkgebied. In de samenleving komt de vraag
naar resultaten steeds sterker naar voren. Waartoe hebben alle investeringen geleid en met welk maatschappelijk
resultaat of effect? Vivenz richt zich in samenspraak met de opdrachtgevers op het vaststellen van prestatieindicatoren voor alle processen en het meten, analyseren en sturen op grond van deze indicatoren.
 Kwaliteit en klanttevredenheid
7
Als HKZ -gecertificeerde organisatie biedt Vivenz een uitstekende basis voor kwalitatief goede hulp- en
dienstverlening. Wij staan borg voor een op de behoeften en tevredenheid van alle betrokkenen (cliënten,
medewerkers, stakeholders en ketenpartners) aansluitende vernieuwing, ontwikkeling en verbetering van onze
producten en diensten. Het kwaliteitsmodel ondersteunt – en sluit aan bij – onze strategische uitgangspunten.
Met het werken aan de HKZ-kwaliteitsnormen zijn alle procedures binnen het primair proces (opnieuw) beschreven
en geïmplementeerd. Elk bedrijfsonderdeel van Vivenz plaatst de procedures, protocollen en werkinstructies op
intranet. Hierdoor zijn alle actuele documenten voor medewerkers altijd beschikbaar, waardoor hierover
uniformiteit en eenduidigheid bestaat.
Binnen de organisatie betekent kwaliteit dat iedere medewerker werkt volgens de Cirkel van Deming (Plan-DoCheck-Act). Het op deze wijze evalueren van beschreven procedures is voor Vivenz ook in 2012 een garantie dat
werkprocessen zijn geïmplementeerd en opvolging is geborgd.
Klanttevredenheid is binnen Vivenz een continu item. Conform de afspraak met de gemeenten hierover verrichten
wij jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek. De vragen voor de klanten zijn gekoppeld aan een
7
Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. In het certificatieschema Maatschappelijk Hulp- en
Dienstverlening staat de PDCA-cyclus centraal. De nadruk wordt hiermee gelegd op het
voortdurend verbeteren.
11
registratieprogramma. Dit betekent dat elke klant bij afsluiting van een hulpverleningstraject deze vragen krijgt
voorgelegd.
 Maatschappelijk ondernemen
De sector Zorg en Welzijn is volop in beweging. Dit brengt uitdagende en nieuwe mogelijkheden met zich mee.
Voor Vivenz betekent het dat wij ons
vanuit een brede bekendheid en een goed imago bij relevante doelgroepen in de samenleving positioneren en
profileren:
 met aansprekend, uitstekend en onderscheidend aanbod;
 als een sterke en vanzelfsprekende partner in de relevante (keten)netwerken.
Vivenz pakt signalen uit de samenleving actief en waar nodig in samenwerking met ketenpartners op.
Ondernemerschap kan niet alleen aan de top worden ontwikkeld, ondernemerschap vraagt snel beschikbare en upto-date bedrijfsinformatie en een adequate inzet van de uitvoerende medewerkers. Om die reden zijn onze
medewerkers gericht op nieuwe kansen. Zij bekwamen zich in nieuwe vaardigheden, zoals projectmatig werken en
een grotere flexibiliteit. Ook vraagt deze ambitie dat medewerkers verantwoordelijkheid nemen, niet alleen voor
hun directe werk, maar ook voor de ontwikkelingen in hun werkgebied.
 Structurele inzet van vrijwilligers
Bij het werken in de wijken komen onze professionals in contact met hulpvragers, maar ook met zelfredzame
burgers. Samen met onze ketenpartners gaan wij ons nadrukkelijker richten op deze mensen met als doel hen te
enthousiasmeren voor een bij hen passende vorm van vrijwilligerswerk, hetzij in individuele cliëntsituaties hetzij in
de wijk. Dit gebeurt in aanvulling of in vervolg op onze professionele inzet. Daartoe brengen wij in kaart welk type
vrijwilligers nodig is voor welk type ondersteuning.
Dit gebeurt op basis van het volgende onderscheid:
1. lichte tot middelzware ondersteuning;
2. ervaringsdeskundigheid.
Voor lichte tot middelzware ondersteuning (1) gaan wij geselecteerde en getrainde vrijwilligers of
ervaringsdeskundigen inzetten naast de professional of als vervolg op professionele hulp. Het kenmerk van deze
inzet is gelijkwaardigheid en het in balans zijn van geven en nemen. Trefwoorden: vriendschappelijk, sociaal,
nabuurschap. Deze vrijwilligers zijn actief op praktisch, materieel, administratief en sociaal terrein.
Ervaringsdeskundigheid (2) speelt met name een rol bij de ondersteuning van cliënten vanuit de GGZ. De
vrijwilligers hebben dikwijls zelf GGZ-ervaring. Door middel van training en begeleiding leren zij hoe ze iets kunnen
betekenen voor anderen. Er zijn ervaringsdeskundigen die als co-begeleider in een training voor GGZ-klanten
functioneren.
Geesje en Hans
Mevrouw Geesje Duineveld (79) loopt moeilijk en is op straat gebonden aan haar scootmobiel. Haar
dochter woont in Overijssel en met haar zoon heeft ze geen contact. Ze kampte met gevoelens van
eenzaamheid en voelde zich vaak verdrietig. Door de begeleidingsgesprekken met een algemeen
maatschappelijk werker heeft ze een positievere kijk gekregen op haar situatie. Ze krijgt ook regelmatig
bezoek van een vrijwilliger, de 56-jarige Hans, die haar helpt met financieel-administratieve zaken en met
haar gaat wandelen. Mevrouw trekt er weer wat vaker op uit, waardoor ze contact kan leggen met mensen
in haar woonomgeving.
12
4
Hulp- en dienstverlening
Als ervaren kwaliteitsaanbieder van maatschappelijke dienstverlening leveren wij hulp- en dienstverlening aan
individuele cliënten en aan cliëntsystemen, zoals (samengestelde) gezinnen. Daarnaast zetten wij onze ervaring en
expertise in bij de vorming van strategische allianties met instanties, verwijzers en zakelijke partners op het terrein
van welzijn, zorg, wonen, veiligheid, burgerparticipatie, onderwijs en opvoeding.
Vivenz heeft op basis van de kerndisciplines de cliëntgerichte en zakelijke hulp- en dienstverlening in grote lijnen
gedefinieerd. In modules (nog in ontwikkeling) wordt een expliciete omschrijving geformuleerd.
4.1
Cliëntgerichte hulp- en dienstverlening
Hieronder volgt een opsomming van ons totale pakket cliëntgerichte hulp- en dienstverlening.
 Psychosociale hulpverlening
Begeleiding van de cliënt bij persoonlijke problemen ter stimulering van de sociale vaardigheden en het al dan niet
in stand houden, herstellen of verbeteren van de eigen situatie in relatie tot zijn sociale en maatschappelijke
omgeving.
 Vangnetfunctie en leun-/steuncontacten
Contacten met als doel blijvende deelname aan het maatschappelijk verkeer en stabilisatie van de situatie. Deze
manier van hulpverlenen vindt vooral plaats bij (zeer) kwetsbare cliënten, multiproblem gezinnen en de
zogenoemde ‘draaideurklanten’ (cliënten die met grote regelmaat terugkeren).
 Sociaal Juridische Dienstverlening
Onze sociaal raadslieden staan individuele cliënten bij, in het bijzonder op het terrein van sociale zekerheid, arbeid,
belastingen, vreemdelingenrecht, personen- en familierecht, onderwijs en consumentenzaken. Door het gebruik
van inloopspreekuren en een telefonisch spreekuur is voor het eerste contact geen afspraak nodig. Ook kunnen
cliënten per e-mail vragen stellen.
Samira
Samira komt op het spreekuur van het Bureau Sociaal Raadslieden met de mededeling, dat er voor haar
geen huurtoeslag meer wordt overgemaakt naar de woningbouwvereniging. Ze snapt er niks van, hoe kan
dat? Ik bel de woningbouwvereniging en verneem dat er wel degelijk huurtoeslag voor Samira wordt
ontvangen. Uit de ‘voorschotbeschikking huurtoeslag 2011’ blijkt dat een veel te laag bedrag aan rekenhuur
was opgegeven. De woningbouwvereniging verstrekte mij de juiste gegevens, waarna ik samen met Samira
deze wijziging heb doorgegeven aan de Belastingdienst. Het gevolg hiervan was dat Samira een bedrag van
€ 1300,- nabetaald kreeg. We hebben afgesproken dat dit bedrag wordt overgemaakt naar de
woningbouwvereniging. Voor een periode van twee maanden hoeft Samira dan geen huur te betalen, het
restant wordt op haar bankrekening gestort.
 Psychosociale Begeleiding en Ondersteuning op scholen
De belangrijkste doelstelling van het schoolmaatschappelijk werk is het optimaliseren van het psychosociaal en
sociaal-emotioneel functioneren van het kind binnen en buiten de school. Schoolmaatschappelijk werk is
laagdrempelig: ouders, intern begeleiders en leerkrachten kunnen met hun vragen direct bij de
schoolmaatschappelijk werker terecht.
13
 Korte (eenmalige) contacten
Het verstrekken van informatie en advies aan (potentiële) cliënten en het eventueel verwijzen naar
samenwerkingspartners vindt plaats tijdens eenmalige contacten. Hiermee vervullen wij een spin-in-hetwebfunctie bij de eerstelijnsvoorzieningen en een poortwachterfunctie voor de overige voorzieningen (inclusief de
GGZ).
 Casusregie
In een toenemend aantal gevallen zijn meerdere samenwerkingspartners uit de regio betrokken bij een
hulpverleningssituatie. Dit betekent dat de dienstverlening onderling moet worden afgestemd. Eén partij heeft de
verantwoordelijkheid en neemt het voortouw. Vivenz heeft veel ervaring met casusregie. Voorbeelden zijn cases
vanuit een CJG, een zorgnetwerk en een veiligheidshuis.
Froukje
Tijdens één van mijn spreekuren bij het Algemeen Maatschappelijk werk maakte ik kennis met Froukje.
Froukje komt oorspronkelijk uit Groningen. Wegens huurschulden werd ze daar uit haar huis gezet. Vorig
jaar kwam ze met haar kinderen (8 en 5 jaar) in deze omgeving wonen. Ze vertelde dat ze geen idee had
waar ze zou moeten aankloppen voor al haar problemen. “Ik heb geen kennissen hier, die mij kunnen
helpen. Ondertussen worden mijn problemen steeds groter, ook op financieel gebied.” Enigszins
beschaamd vertelde Froukje, dat ze schulden had van ongeveer € 25.000,- in totaal. Ze leefde van een
bijstandsuitkering, waardoor ze de betalingsregelingen niet kan nakomen. “De druk wordt steeds hoger”,
zei ze. “Omdat ik het niet meer overzie, durf ik mijn post niet meer open te maken.”
Verder had ze moeite met de opvoeding van haar kinderen. “Ik kan geen structuur bieden, dat is iets waar ik
zelf al veel moeite mee heb. Vooral mijn zoon, die ADHD heeft, heeft juist structuur nodig. Hier komt nog
eens bovenop dat mijn huis een rotzooi is. Ik heb nog veel verhuisdozen ongeopend staan. Ik weet gewoon
niet waar ik moet beginnen”, stamelde ze.
Voor haar schulden heb ik haar verwezen naar het Bureau Schuldhulpverlening, waarmee we een goede
samenwerking hebben. Verder heb ik met Froukje gekeken naar de voorzieningen waarvan zij gebruik kan
maken zoals de langdurigheidstoeslag, die trouwens binnenkort opgaat in het Persoonlijk Minima Budget.
Om haar te ondersteunen bij de opvoeding van de kinderen en om met structuur te leren werken, heb ik
met haar afgesproken, dat ik Thuisbegeleiding zou aanvragen. Daarna hebben we afspraken gemaakt over
de vervolggesprekken, die onder meer zijn gegaan over het aangeven van grenzen. Ik voer de casusregie,
wat onder meer betekent, dat ik de contacten met de schuldhulpverlener en de thuisbegeleider onderhoud.
Froukje heeft nu een aflossingsregeling voor de schulden en daaraan houdt zij zich prima. Mijn collega van
de Thuisbegeleiding is redelijk tevreden over hoe het gaat en ik? Ik zie een sterkere Froukje, die zich
realiseert dat ze er nog niet is, maar dat ze wel goed op weg is.
 Thuisbegeleiding
Thuisbegeleiding (voorheen: gespecialiseerde gezinsverzorging) is hulp bij problemen in de thuissituatie, waarbij
het accent ligt op begeleiding van cliënten bij het praktisch oplossen van hun problemen. Thuisbegeleiding heeft als
doel de bevordering, het behoud of het compenseren van de zelfredzaamheid van de cliënt. Het gaat hierbij om
mensen die zonder deze begeleiding een grote kans hebben op bijvoorbeeld een onnodige opname of
verwaarlozing.
 Gezinscoaching
De gezinscoach helpt bij moeilijkheden in het gezin zoals opvoedproblemen, financiële problemen en problemen
met instanties. Samen met de gezinscoach stellen de ouders/verzorgers vast aan welke (opvoedings)taken zij zullen
werken. De gezinscoach zal, voor zover mogelijk, ondersteunen en advies geven in de thuissituatie, zodat de
14
ouders/verzorgers na afloop van de begeleiding verder kunnen en weer grip hebben op hun leven en de opvoeding
van de kinderen. Als dat nodig is, verwijst de gezinscoach ouders/verzorgers naar gespecialiseerde hulpverlening.
 Video-hometraining
Bij video-hometraining worden de ouders/verzorgers aan de hand van beelden van alledaagse situaties
ondersteund bij het op een positieve wijze contact leggen en onderhouden met hun kind(eren). Daarbij richten wij
ons vooral op wat goed gaat, zodat het aantal goede communicatiemomenten kan worden uitgebreid en de
opvoedingssituatie en sfeer in huis kunnen worden hersteld.
 Crisisinterventie 7 x 24 uur
Door in acute situaties in relatief korte tijd te komen tot een positieve verandering bij de cliënt en/of het
cliëntsysteem, kan de crisis worden afgewend. Na beëindiging van de interventie kan de cliënt en/of het
cliëntsysteem (weer) zelfstandig functioneren en/of is er verwezen naar reguliere hulpverlening (intern en/of
extern).
 Cursusaanbod: trainingen, workshops, cursussen en themabijeenkomsten
Met ons cursusaanbod realiseren wij een of meer bijeenkomsten met een groep cliënten (10-12) rondom een
bepaalde problematiek in stand houden, herstellen of verbeteren van de eigen situatie. Een groep kan inzicht
geven in de eigen situatie, zodat men beter in staat is om keuzes te maken. Vivenz levert maatwerk. Wij
organiseren een cursusaanbod op het gebied van onder meer opvoeding, financiën, rouwverwerking en
weerbaarheid.
Onze trainingen gericht op ‘Herstel en empowerment’ zijn met name bedoeld voor cliënten uit de OGGZ-doelgroep,
die daardoor hun persoonlijke situatie verbeteren. Een deel van deze groep stroomt door naar het traject ‘Het
werken met je ervaring’ (leren om eigen ervaringen in te zetten in het ondersteunen van anderen).
 Individuele cliëntondersteuning
Het geven van informatie en advies en het bieden van een luisterend oor door ervaringsdeskundigen en/of
professionals. Het betreft vragen op het terrein van een ziekte of aandoening, mogelijkheden van behandeling,
ondersteuningsmogelijkheden en eventuele communicatie met derden (zoals zorgaanbieders en
woningbouwverenigingen). Cliënten ervaren dat zij serieus worden genomen; hun vragen worden beantwoord of
zij worden begeleid naar de juiste (professionele) organisatie.
 Eigen-Krachtconferenties en sociale netwerkstrategieën
In gesprekken met cliënten hanteren onze medewerkers sinds 2012 het uitgangspunt: wat en hoe kunnen cliënten
meer zelf doen en wat zouden zij voor hun omgeving kunnen betekenen. Passende oplossingen worden gezocht in
de eigen kracht en het sociale netwerk van de cliënt. Soms kunnen mensen het even niet alleen. Sommige
gebeurtenissen in het dagelijks leven zijn zo overweldigend, ingewikkeld of onoverzichtelijk dat hulp wenselijk is.
Hoe regel je die? En hoe kun je zeggenschap en regie houden over de aanpak? De Eigen Kracht-conferentie biedt
uitkomst. Tijdens een Eigen Kracht-conferentie, onder leiding van een onafhankelijke Eigen Kracht-coördinator (een
rol die onze medewerkers gaan vervullen) maakt de cliënt samen met familie en bekenden een plan voor de
toekomst.
Door de individualisering van de samenleving komt het ook steeds vaker voor, dat cliënten niet beschikken over
een sociaal netwerk. Wij ondersteunen onze cliënten hierbij.
De cliënt weet zich gesteund door het persoonlijk netwerk om zich heen. De hulpverlener helpt bij het maken van
een netwerkanalyse, activeert het netwerk en onderzoekt met de cliënt en diens netwerk, wie wat voor hem kan
betekenen. De hulpverlener coacht het netwerk zolang dit nodig is.
15
In 2012 worden de medewerkers van Vivenz geschoold om deze wijze van ondersteunen en coachen te kunnen
toepassen.
 Bedrijfsmaatschappelijk Werk
Het Bedrijfsmaatschappelijk Werk zet zich in om de goede bedrijfsvoering van organisaties te ondersteunen op het
gebied van gezonde arbeidsverhoudingen, productiviteit, motivatie en verzuimpreventie. De
bedrijfsmaatschappelijk werker wordt ook ingezet in het kader van re-integratie en werkhervatting.
 Mediation
Vivenz heeft enkele maatschappelijk werkers in dienst die tevens gecertificeerd mediator zijn. Wij zetten hen onder
meer in bij buurtbemiddeling en bij arbeidsconflicten. In samenwerking met de Rivas Zorggroep bieden wij
bemiddeling aan ouders die er samen niet uitkomen en ondersteuning wensen bij het maken van afspraken, met
name over het ouderlijk gezag en het opstellen van een ouderschapsplan.
 Aanpak huiselijk geweld
Alle medewerkers hebben de basistraining Huiselijk geweld en de training Pleger hulpverlening gevolgd. Vivenz
heeft een toenemende expertise binnen de hulpverlening aan plegers en partners van plegers. In de praktijk blijkt
dat het gaat om complexe, intensieve en langlopende begeleidingstrajecten. Casuïstiek met deze problematiek
blijft aandacht en deskundigheidsbevordering vragen. Daarom is besloten de maatschappelijk werkers
werkbegeleiding te bieden door een externe deskundige.
De Wet tijdelijk huisverbod maakt het mogelijk een huisverbod op te leggen aan degene van wie een (ernstige)
dreiging van huiselijk geweld uitgaat. Binnen tien dagen moet er hulp geboden zijn aan de achterblijvers en
uithuisgeplaatsten. Ons Algemeen Maatschappelijk Werk participeert in het interventieteam.
 Internethulpverlening
Eind 2009 heeft Vivenz de dienst Hulp Online ingevoerd voor het Algemeen Maatschappelijk Werk. Bureau Sociaal
Raadslieden had al langer goede ervaringen met de mogelijkheid van online vragen stellen.
Cliënten kunnen via e-mail vragen stellen over hun problemen. Het voordeel is dat cliënten 24 uur per dag hun
vragen kwijt kunnen en dat ze de tijd kunnen nemen voor het formuleren van hun vraag, dit werkt
drempelverlagend. Vivenz garandeert elke cliënt dat zijn of haar internethulpverlening binnen drie werkdagen van
start gaat.
Vanaf 2012 wordt deze dienstverlening binnen Vivenz doorontwikkeld en verder geprofessionaliseerd door de
aanschaf van de nieuwe applicatie Online Dossier Systeem. Hiermee wordt het dossier van een cliënt online door
maatschappelijk werker en cliënt beheerd. Het biedt een berichtensysteem met meerdere online
communicatievormen, zoals chatspreekuur, e-mailbegeleiding, chatbegeleiding en online training.
4.2
Zakelijke hulp- en dienstverlening
Zakelijke dienstverlening betreft ondersteuning van professionele en niet-professionele derden in hun werk. Het is
een samengestelde activiteit aan derden, gebaseerd op onze kennis en expertise. Zakelijke dienstverlening omvat:
 Consultatiefunctie.
 Preventieve functie.
 Signalering en trendrapportage.
 Participatie in lokale netwerken.
 Begeleiding van niet-professionele derden (zoals vrijwilligers).
 Innovatie, productontwikkeling (bijvoorbeeld cursussen) en projectcoördinatie.
16
5
Organisatie en medewerkers
Met de hiervoor beschreven missie, visie en strategische doelen hebben wij een beeld gegeven van het wezen van
onze organisatie. In de volgende hoofdstukken gaan wij nader in op de manier waarop de samenwerking en
processen zijn georganiseerd om deze doelen te bereiken.
5.1
Resultaatverantwoordelijkheid
Gemeenten stellen – terecht – hoge eisen aan effecten en resultaten van de hulp- en dienstverlening van Vivenz.
Onze focus ligt dan ook sterk op resultaten en het transparant verantwoorden daarvan. Onze partners kunnen dan
ook vertrouwen op:
 Sturing op resultaat als leidend principe door de gehele organisatie heen. Teams en individuele
medewerkers hebben een helder beeld van de resultaten die van hen worden verwacht. Daartoe zijn van
alle processen de prestatie-indicatoren vastgesteld.
 Heldere afspraken met opdrachtgevers over de invulling van afrekenbare producten of te verantwoorden
resultaten.
 Heldere afspraken over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden om er voor te zorgen dat op alle
niveaus van de organisatie medewerkers het juiste ’regelvermogen’ hebben, passend bij hun taken en
resultaatverwachtingen.
 Een cultuur waarin aanspreken normaal is, kennisdelen het middel en resultaat het doel.
Kennisontwikkeling en competentiemanagement vormen derhalve de centrale thema’s.
5.2
Organisatiestructuur
 Raad van Toezicht en bestuurder
De Raad van Toezicht houdt toezicht op alle beleidsvelden en richt zich op interne beheersing en externe
ontwikkelingen. Daartoe beschikt de bestuurder over een goed managementinformatiesysteem. Conform de regels
8
voor Corporate Governance zal de RvT in de eerste periode meer betrokken zijn bij de ontwikkelingen binnen de
nieuwe organisatie, en gaandeweg meer afstand nemen. Deze ontwikkeling, en de verhouding daarbinnen met de
bestuurder, wordt beschreven in twee reglementen (bestuursreglement, reglement Raad van Toezicht). De regels
voor Corporate Governance worden gevolgd.
Dat betekent:
 integriteit;
 eenduidig stelsel van omgangsregels;
 eenduidig omschreven limitatieve bevoegdheden van de bestuurder/bestuurder;
 wederzijdse basis van vertrouwen, openheid, respect en betrokkenheid tussen Raad van Toezicht en
bestuurder.
De opdracht aan de bestuurder heeft een hoog ambitieniveau. Globaal heeft de bestuurder interne en externe
taken. Het zwaartepunt van deze taken verschilt per ontwikkelingsfase van de organisatie.
De bestuurder is eindverantwoordelijk voor het volbrengen van deze opdracht, maar neemt de uitvoering samen
met managers en staf ter hand. Gezamenlijk vormen zij het managementteam.
8
Corporate Governance staat voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording bij ondernemingen en
organisaties. Vivenz conformeert zich aan de landelijk geldende Zorgbrede Governancecode.
17
 Managementstructuur
Het managementteam hanteert de volgende uitgangspunten:
 resultaatverantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie en passend bij het functieniveau.
 integraal management met verantwoordelijkheid voor personeel, prestaties (kwalitatief en kwantitatief)
en financiën;
 regelvermogen per functie(groep) overeenkomstig de resultaatverantwoordelijkheid (taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden, span of control, faciliteiten et cetera);
 herkenbare werkeenheden per gemeente en waar nodig regionale activiteiten.
Hieronder is het organogram van Vivenz opgenomen.
 Werkplan en verantwoording
Jaarlijks maken de managers op basis van het bedrijfsplan een werkplan per gemeente.
Hierin worden de overeengekomen speerpunten opgenomen. Deze speerpunten zijn gebaseerd op de
trendrapportage vanuit Vivenz en signalen vanuit de gemeenten.
18
De jaarrekening en het jaarverslag vormen de primaire beleidsinstrumenten voor de financial control. In de
jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de financiële realisatie in het voorafgaande jaar. De basis voor de
jaarrekening vormt de begroting. Het jaarverslag zal inzichtelijk maken in hoeverre de beoogde doelstellingen ook
daadwerkelijk gerealiseerd zijn. De jaarstukken worden besproken met de Ondernemingsraad en goedgekeurd
door de Raad van Toezicht.
Daarnaast maakt Vivenz per gemeente een jaarverslag, dat bestaat uit een inhoudelijke verantwoording (inclusief
toelichting) van de prestaties via een print van de registratiegegevens en een evaluatie van de gestelde doelen in
de werkplannen.
5.3
Human Resource Management
Om een hoog presterende, betrouwbare en innovatieve organisatie te kunnen zijn, is human resource management
van groot belang. Alles draait om de medewerkers, want maatschappelijke ondersteuning is in alle opzichten
mensenwerk, met hersens en hart, met betrokkenheid en distantie.
Medewerkers en hun potenties zijn de bepalende succesfactor. De medewerkers zijn de kern en het kapitaal van
onze organisatie; zij zijn het belangrijkste instrument in het kader van onze dienstverlening. Investeren in en
aandacht hebben voor medewerkers is een continu proces. De volgende instrumenten zijn daarbij onmisbaar.
 Opleidingsplan
Ook voor 2012 heeft Vivenz een opleidingsplan opgesteld; dit gebeurt jaarlijks. Om te bewaken dat dit
opleidingsplan overeenstemt met het strategisch beleid en voortkomt uit de behoefte van medewerkers, hebben
we een denktank gevormd van medewerkers vanuit de verschillende bedrijfsonderdelen, aangestuurd door één
van de managers. Het opleidingsplan wordt geëvalueerd waarbij met name doelmatigheid en kosteneffectiviteit
van het plan geregeld worden beoordeeld
 Functioneringsgesprekken en POP
In de jaarlijkse functioneringsgesprekken bespreken we de huidige werkpraktijk om knelpunten op te sporen en
aan te pakken. Terugkerende onderwerpen zijn de aard en het niveau van het werk, de beleving van het werk
(zoals samenwerking met collega’s), factoren die goed functioneren verhinderen en toekomstplannen. Daarnaast is
er het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). Met de individuele medewerkers maken we afspraken over
loopbaanontwikkeling en wat daarvoor nodig is (bijvoorbeeld een opleiding).
 (Ziekte)verzuimpreventie
Het voeren van een proactief beleid met betrekking tot (ziekte)verzuim is een structureel aandachtspunt. De
laatste twee jaar lag het verzuimpercentage rond de 4%, wat tot tevredenheid stemt. Vivenz wil dit cijfer zo
houden.
 Medewerkertevredenheid
De wijze waarop medewerkers de organisatie waarderen is van grote invloed op de prestaties. Vivenz bevraagt de
medewerkers periodiek over hun tevredenheid, het werkklimaat en de werkomstandigheden.
Eventuele klachten van medewerkers worden volgens een vastgestelde klachtenprocedure geregistreerd en
afgehandeld. In 2008 en 2010 heeft Aafje een waarderingsonderzoek verricht onder de medewerkers. De
medewerkers van Vivenz scoren daarin relatief hoog.
19
5.4
Bedrijfsvoering




De personele inzet dient conform de subsidie van gemeenten te zijn, jaarlijks wordt een
personeelsbezettingsplan per team gemaakt. Het personeelsbezettingsplan is een werkdocument in Excel,
waarin mutaties (indien aan de orde) worden verwerkt. Dit bezettingsplan is een belangrijk sturingsmiddel
voor de managers.
Om de slagvaardigheid te vergroten dienen werkers meer flexibel ingezet te worden. In de
arbeidscontracten voor nieuwe medewerkers zijn twee nieuwe items toegevoegd: ‘inzetbaar in het gehele
werkgebied’ en ‘inzetbaar voor de crisisdienst’.
In het kader van de geldende kwaliteitseisen zijn de producten en werkprocessen van alle functiegroepen
beschreven.
Op grond van relevante benchmarkgegevens worden de kostprijzen bepaald voor de diverse
functiegroepen.