zaak_id bericht_nummer bericht_id Maatschappelijke Ontwikkeling Collegevoorstel zaak_zaaknummer Reg.nr. B&W d.d. 21-01-2014 Ja, namelijk uitgesteld (één week) Stad van actieve mensen Openbaar Programma DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten d.d. 21-01-2014 Ingekomen van Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Onderwerp Overleg passend onderwijs en jeugdzorg Dictum Voorbesproken met 1. Het bijgevoegde document ‘ Procedure OOGO’ betreffende de ondersteuningsplannen passend onderwijs en Jeugdwet vaststellen; 2. Besluiten tot het aangaan van de bijgevoegde 2 overeenkomsten OOGO betreffende de ondersteuningsplannen passend onderwijs van PO en VO . De overeenkomst Jeugdwet wordt na ontvangst van het daartoe ontwikkelde VNG-model aan u voorgelegd; 3. De burgemeester geeft de portefeuillehouder jeugd mandaat voor de ondertekening van deze overeenkomsten; 4. De portefeuillehouder jeugd wordt aangewezen als vertegenwoordiger van de gemeente ten behoeve van de overlegcommissie als bedoeld in het procedure document; 5. De eventuele bestuurlijke en/of ambtelijke standpunten over de inhoud van de ondersteuningsplannen en over de samenhang met de jeugdzorgplannen in te brengen in het OOGO via de gemeentelijke vertegenwoordiger (portefeuillehouder). Weth. Testroote 13-01-2014 Besluit B&W Team MOPON Steller HWM Geraats Doorkiesnummer +31 77 3596656 Datum 07-01-2014 Paraaf steller Paraaf afdelingshoofd Secretaris W. Meijering Portefeuillehoude R. Testroote r Akkoord Bespreke n Collegevoorstel Collegevoorstel Samenvatting (Verplicht, maximaal een A4) Op 1 augustus 2014 wordt de Wet passend onderwijs ingevoerd. Samenwerkingsverbanden (SWV) passend onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs maken afspraken over de manier waarop alle leerlingen in hun regio zo goed mogelijk ondersteuning krijgen. Deze afspraken leggen ze vast in het ondersteuningsplan. Daarover moet “ op overeenstemming gericht overleg” (OOGO) plaatsvinden tussen de gemeenten en samenwerkende schoolbesturen. Een door partijen af te spreken procedure regelt dat overleg. Dit OOGO betreft onderwerpen die raken aan de gemeentelijke beleidstaken zoals: jeugdzorg, leerplicht/voorkomen voortijdig schoolverlaten, aanpak onderwijsachterstanden, en effecten voor leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. De gemeenten hoeven geen oordeel te vellen over de ondersteuningsplannen (dus geen goedkeuringstaak of instemmingsrecht). De beoordeling/goedkeuring van de plannen is aan de onderwijsinspectie. Op 1 januari 2015 is ook de nieuwe Jeugdwet voorzien. Ook in die wet wordt een OOGO van de gemeenten met de samenwerkingsverbanden onderwijs vereist voor de afstemming van de gemeentelijke jeugdzorgplannen met het onderwijsveld. Dit voorstel heeft tot doel te komen tot regionale procedureafspraken voor het OOGO. Daarvoor is het nodig dat de afzonderlijke gemeenten kennisnemen van de ondersteuningsplannen en voorafgaande aan het eerste OOGO op 23 januari 2014 onderstaande besluiten nemen: • vaststelling Proceduredocument op OOGO passend onderwijs; • besluit tot het aangaan van de overeenkomsten voor het OOGO betreffende het passend onderwijs voor PO en VO; • regelen tekenbevoegdheid OOGO-overeenkomsten en vertegenwoordiging van gemeente in de overlegcommissie. Bijlagen Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Naam Overeenkomst OOGO Passend Onderwijs PO Overeenkomst OOGO Passend Onderwijs VO Voorlegger OOGO procedure Passend Onderwijs-Jeugdwet Procedure OOGO Passend Onderwijs PO, VO en Jeugdwet Passend Onderwijs N-Limburg Ondersteuningsplan PO Passend Onderwijs N-Limburg Ondersteuningsplan VO Reglement Geschillencommissie OOGO Regionaal Beleidskader Jeugd N-Limburg 2015-2018 Uitnodiging voor OOGO Datum Dec. 2013 Dec. 2013 Dec. 2013 Dec. 2013 Dec. 2013 Jan. 2014 Dec. 2013 Dec. 2013 Dec. 2013 Collegevoorstel Voorstel Algemeen inhoudelijk Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs Voor het passend onderwijs zijn landelijk nieuwe samenwerkingsverbandregio’ s (SWV) vastgesteld, circa 76 in het primair en circa 74 in het voortgezet onderwijs. Hierin werken regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 41) samen. Deze SWV dienden voor 1 november 2013 een rechtspersoon ingericht te hebben (in bijna alle gevallen een stichting). De SWV die voorheen ingericht waren, zijn hiermee vervallen. De schoolbesturen in de nieuwe SWV maken afspraken hoe voor elke leerling zo goed mogelijk passend onderwijs kan worden gerealiseerd. De taken van het SWV zijn: • organiseren van lichte en zware ondersteuning: o basisondersteuning o lichte ondersteuning o zware ondersteuning • tenminste eenmaal per 4 jaar een ondersteuningsplan 2 opstellen waarin zij onder meer aangeven: o hoe schoolbesturen in het SWV gezamenlijk een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen gecreëerd hebben, dus hoe een dekkend aanbod van basis- en extra ondersteuning is gerealiseerd; o welk niveau van basisondersteuning de scholen in het samenwerkingsverband ten minste moeten bieden; o de schoolondersteuningsprofielen van de scholen binnen het SWV; o hoe de beschikbare middelen binnen het SWV worden verdeeld; o op welke wijze verwijzing naar het (V)SO plaatsvindt (uitgangspunt van het onderwijs is dat verwijzing een tijdelijke plaatsing betreft. Eigenaarschap blijft zoveel mogelijk bij regulier onderwijs. => van indiceren naar arrangeren). • jaarlijks verantwoording afleggen in een jaarverslag en jaarrekening. Hierin informeert het SWV de overheid en andere belanghebbenden over de gang van zaken binnen het SWV, de behaalde resultaten en de inzet van middelen. Verplicht Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) De Wet passend onderwijs verplicht samenwerkingsverbanden om een onder-steuningsplan op te stellen. Over het concept van het ondersteuningsplan dienen de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs OOGO te voeren met de gemeente(n), omdat elkaars beleid over en weer gevolgen kan hebben. Het eerste ondersteuningsplan dient voor 1 februari 2014 met de gemeenten te zijn besproken. De gemeenten in de regio moeten dus met zowel het samenwerkingsverband PO als VO afspraken maken over de invulling van de afstemming tussen onderwijstaken en jeugdzorgtaken. Omgekeerd hebben de samenwerkingsverbanden in deze regio met meerdere gemeenten te maken. Dat betekent dat gemeenten ook met elkaar moeten samenwerken. Tevens moeten de gemeenten ingevolge de Jeugdwet hun jeugdplannen ter afstemming bespreken in een OOGO met de samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs. 1 Cluster 3 is bedoeld voor leerlingen met verstandelijke (ZML) en/of lichamelijke beperkingen (LG/MG); leerlingen die langdurig ziek zijn (LZ) en leerlingen met epilepsie. LG staat voor Lichamelijk – en MG voor Meervoudig |Gehandicapt. Cluster 4 scholen richten zich op leerlingen met ernstige psychiatrische- en/of gedragsproblemen. 2 Voor de volledigheid: het betreft dus 2 ondersteuningsplanen, één van het Primair en één van het Voortgezet Onderwijs. Collegevoorstel Inhoud OOGO De samenwerkingsverbanden onderwijs moeten over hun concept-ondersteuningsplan OOGO voeren met de regiogemeenten voordat zij het plan voorleggen aan de onderwijs inspectie3. De gemeenten hoeven geen oordeel te vellen over de ondersteuningsplannen (dus geen goedkeuringstaak of instemmingsrecht) maar kunnen wel hun opvattingen/standpunten verwoorden. De beoordeling/goedkeuring van de plannen is aan de onderwijsinspectie. Niet alles kan in de concept-ondersteuningsplannen worden uitgewerkt. Het gaat zeker deze eerste ronde om de afstemming van de kaders over en weer. De eerste ondersteuningsplannen hebben de functie van ontwikkeldocument. Een meer concrete invulling/uitwerking volgt in overleg tussen de samenwerkingsverbanden en de regiogemeenten de komende jaren. Niet alle onderdelen van het ondersteuningsplan zijn voor gemeenten even relevant. Focus ligt op overleg over zaken die raken aan gemeentelijke taken/belangen rondom jeugd zoals: zorgstructuren, leerplicht/voorkomen voortijdig schoolverlaten, aanpak onderwijsachterstanden, alternatieve onderwijsopvang en mogelijke effecten voor leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Onderstaand de belangrijkste bespreekpunten en ontwikkelpunten: • Hoe brengen we samenhang aan in de ondersteuning en hulp voor jeugd en gezinnen, in scholen en gemeenten?; • Hoe kunnen we een doorgaande lijn waarborgen in de overgangen voorschool-po-vombo? • Hoe kunnen we gezamenlijk de aanpak van thuiszitters ter hand nemen? • Hoe krijgen we zicht op de consequenties van passend onderwijs voor het leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting? • Hoe is passend onderwijs van invloed op de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt? • Resulteert de samenwerking tussen onderwijs en gemeenten bij de ondersteuning aan kinderen ook in gezamenlijke financiering van bepaalde regionale voorzieningen?’ In regionaal verband heeft al uitgebreid, ambtelijk en bestuurlijk, vooroverleg plaatsgevonden over: • Doel en inhoud van het OOGO; • Procedureafspraken; • kaders en visie van de ondersteuningsplannen passend onderwijs PO en VO; • Regionaal Beleidskader Jeugd Noord-Limburg 2015 - 2018. De ondersteuningsplannen passend onderwijs moeten v óór 1 mei 2014 ter goedkeuring naar de Onderwijsinspectie. Dit geeft na het OOGO van 23 januari 2014 zo nodig ruimte voor een nader inhoudelijk regionaal overleg. Voorafgaande aan het OOGO kan iedere afzonderlijke gemeente op basis van de concept ondersteuningsplannen de overlegpunten inventariseren en bespreken binnen de eigen organisatie en/of met de lokale onderwijsorganisaties. Procedure voor het OOGO De afzonderlijke colleges van B&W zijn in de Wet passend onderwijs en in de Jeugdwet aangewezen tot het voeren van het OOGO met de samenwerkingsverbanden onderwijs. In onze regio is er in een bestuurlijk overleg tussen onderwijs en gemeenten voor gekozen om het OOGO PO en VO en Jeugdwet te combineren in één gezamenlijke bijeenkomst. Dit doet recht aan de gewenste integraliteit van het te voeren overleg. Samenwerkingsverbanden en gemeenten dienen formeel af te spreken hoe zij het overleg 3 OOGO SWV en gemeenten over ondersteuningsplannen vóór 1 februari 2014. Indienen ondersteuningsplannen bij ondersteuningsplanraad vóór 1 februari 2014. Definitieve plannen indienen bij onderwijsinspectie vóór 1 mei 2014. Collegevoorstel willen vormgeven. De VNG en de sectorraden hebben een modelprocedure voor het OOGO Passend Onderwijs opgesteld. Voor geschillen tussen de overlegpartners OOGO is in de proceduredocumenten voorzien in een geschillenregeling, vormgegeven via aansluiting bij een landelijk ingestelde geschillencommissie. In een voorbereidend bestuurlijk OOGO passend onderwijs- Jeugdwet op 28 oktober is afgesproken om deze modelprocedure over te nemen. De modelovereenkomst Jeugdwet is in januari 2014 beschikbaar. Onderdeel van de voorliggende procedurevoorstellen is het vormen van een overlegcommissie bestaande uit vertegenwoordigers van beide samenwerkingsverbanden en alle gemeenten in de betreffende samenwerkingsregio. Daarbij is gekozen om per gemeente de portefeuillehouder(s) onderwijs en/of jeugd aan te wijzen als lid van deze commissie. Die aanwijzing is onderdeel van het proceduredocument OOGO. Ondertekening van de overeenkomsten Als basis voor het OOGO moeten 2 overeenkomsten worden gesloten tussen de overlegpartners t.w.: • OOGO PO: Samenwerkingsverband PO met 8 gemeenten; • OOGO VO: Samenwerkingsverband VO met 4 gemeenten; De overeenkomst Jeugdwet wordt na ontvangst van het daartoe ontwikkelde VNG-model aan u voorgelegd De formele tekenbevoegdheid ligt bij de burgemeester. Er wordt een volmacht gevraagd voor de portefeuillehouder om de overeenkomsten te tekenen. Tevens wordt gevraagd de portefeuillehouder aan te wijzen als vertegenwoordiger van de gemeente als bedoeld in artikel 1 lid 2 van het document ‘ Procedure OOGO’ (bijlage 4). Voorstel Uitgangspunt is dat alle colleges een identiek procedure besluit nemen als basis voor het te voeren OOGO. Daartoe worden onderstaande besluitpunten uniform voorgelegd aan alle colleges van B&W in de regio: 1. Het bijgevoegde document ‘ Procedure OOGO’ betreffende de ondersteuningsplannen passend onderwijs en Jeugdwet vaststellen; 2. Besluiten tot het aangaan van de bijgevoegde 2 overeenkomsten OOGO betreffende de ondersteuningsplannen passend onderwijs voor PO en VO . De overeenkomst Jeugdwet wordt na ontvangst van het daartoe ontwikkelde VNG-model aan u voorgelegd; 3. De portefeuillehouder Jeugd volmacht verlenen voor de ondertekening van deze overeenkomsten en deze tevens aan te wijzen als vertegenwoordiger van de gemeente ten behoeve van de overlegcommissie als bedoeld in het procedure document; 4. De eventuele bestuurlijke en/of ambtelijke standpunten over de inhoud van de ondersteuningsplannen en over de samenhang met de jeugdzorgplannen in te brengen in het OOGO via de gemeentelijke vertegenwoordiger. Collegevoorstel Bedrijfsvoeringsaspecten (in overleg met Bedrijfsvoering) In te vullen / aan te leveren door de adviseurs van Bedrijfsvoering. . 1 . Wat zijn de financiële gevolgen en de verwerking hiervan? (Kosten, baten en dekking) Zijn er budgettaire consequenties? Ja of Nee (Indien ja, dan bijlage begrotingswijziging bijvoegen) n.v.t. - Kan de adviseur instemmen met het voorstel? Naam adviseur @Ja of Nee .. Alleen bij voorstellen van de afdeling Ontwikkelbedrijf betreffende projecten: n.v.t. - Kan team SMO instemmen met het voorstel? Naam medewerker @Ja of Nee .. 2 . Wat zijn de personele gevolgen? (Denk aan: uitbreiding of afname aantal fte’ s en inhuur) Zijn er formatieve consequenties? Ja of Nee (Indien ja, dan bijlage begrotingswijziging bijvoegen) n.v.t. - Kan de adviseur instemmen met het voorstel? Naam adviseur @Ja of Nee .. 3 . Wat is de relatie met het informatie- en automatiseringsbeleid? n.v.t. Kan de adviseur instemmen met het voorstel? Naam adviseur 4 . @Ja of Nee .. Wat is de relatie met het inkoop- en aanbestedingsbeleid? n.v.t. - Kan de adviseur instemmen met het voorstel? Naam adviseur 5 . Wat zijn de juridische aspecten van het voorstel? @Ja of Nee .. Collegevoorstel De Wet passend onderwijs treedt per 1 augustus 2014 in werking. Deze Wet wijzigt onder andere de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in die zin, dat een samenwerkingsverband van schoolbesturen van passend onderwijs op overeenstemming gericht overleg dienen te voeren met de betrokken gemeenten alvorens de ondersteuningsplannen kunnen worden vastgesteld. De procedure van dit overleg, inclusief geschillenregeling, dient door alle partijen te worden vastgesteld. Middels dit voorstel wordt aan deze eis tegemoetgekomen. Voor wat betreft de Jeugdwet wordt met dit voorstel vooruitgelopen op het aannemen en inwerkingtreden hiervan. De afdeling MO zal toezien op de gevolgen voor het OOGO van eventuele wijzigingen in de totstandkoming van deze wet. De procedure is gelijk aan het model van de VNG. 6 . Kan de adviseur/afdelingsjurist instemmen met het voorstel? Naam adviseur / afdelingsjurist Ja D. Snackey Communicatie intern / extern Alle betrokken partijen worden op de hoogte gebracht van het besluit en worden betrokken bij en op de hoogte gehouden van het inrichten van het overleg. - Naam adviseur / voorlichter Linda Verkuijlen
© Copyright 2024 ExpyDoc