.. gemeente Wethouder R.C. König Rheden ONTVANGE3 0 APR 2014 "0 "' l'1l R. Weener :J :::J" l'1l a.. l'1l .... - Vl ,.... l'1l l'1l O'Q l'1l l'1l :J 0 iil datum ons kenmerk 25 april 2014 MZ14uit14154- doorkiesnummer bijlage(n) J.S. Philipsen (mw.) - 0 Het Onderwijshuis, Koningstraat 27, 6811 DG Arnhem behandeld door - "0 iil 0 "' 026 49 76 566 uw brief/kenmerk 2 onderwerp :J Vl 0"?Vl 9. l'1l iil Reactie op Ondersteuningsplannen Passend Onderwijs regio 25.06. Geachte heer Weener, Op 22 januari 2014 heeft u de colleges van de gemeenten in de regio 25.06 Passend Onderwijs (dit zijn de gemeenten Arnhem, Lingewaard, Overbetuwe, Rheden, Renkum en Rozendaal) de ondersteuningsplannen 2014-2018 aangeboden. In deze ondersteuningsplannen hebben het Samenwerkingsverband PassendWijs (primair onderwijs) en het Samenwerkingsverband V(S)O 25.06 (voortgezet onderwijs) geformuleerd hoe zij passend onderwijs vorm en inhoud gaan geven. Volgens de eerder vastgestelde procedure is over deze ondersteuningsplannen op 26 februari 2014 een Op overeenstemming gericht overleg (Oogo) gevoerd door de wethouders onderwijs van deze zes gemeenten met een bestuurlijke vertegenwoordiging van het Samenwerkingsverband PassendWijs gezamenlijk met het Samenwerkingsverband V(S)O. Al eerder, op 16 januari 2014, hebben deze partijen met elkaar een verdiepend overleg gevoerd. De verslagen van beide overleggen zijn als bijlagen bij deze brief gevoegd. Op de eerste plaats is in het gevoerde Oogo waardering uitgesproken voor de inzet van de Samenwerkingsverbanden om de ondersteuningsplannen op een zo korte termijn tot stand te brengen. In de voorbereiding naar het Oogo werd duidelijk dat de ondersteuningsplannen vooralsnog op hoofdlijnen zijn geformuleerd en dat deze de komende tijd nader ingevuld moeten gaan worden. In uw begeleidende brief bij de ondersteuningsplannen heeft u aangegeven op basis van jaarlijkse activiteitenplannen nadere concretisering van deze ondersteuningsplannen vorm te gaan geven. De gevolgen van de invoering van Passend Onderwijs voor andere beleidsterreinen van de gemeenten zijn op dit moment moeilijk aan te geven. O.a. op het terrein van de aansluiting met de transitie jeugdzorg zullen nog nadere afspraken gemaakt moeten worden. Ook de gevolgen voor het leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting is op dit moment nog niet concreet aan te geven. In het Oogo is afgesproken dat de Samenwerkingsverbanden en de gemeenten twee keer per jaar een bestuurlijk overleg voeren. Daarnaast is afgesproken dat gemeenten en SWV-en een gezamenlijke uitvoeringsagenda opstellen waarin in ieder geval de volgende punten worden opgenomen: aansluiting Passend onderwijs en transitie jeugdzorg; overgang AWBZ naar WMO en participatiewet; monitoren van de doorgaande leerlijnen van voorschool naar PO, van PO naar VO en van VO naar MBO; n 3 gemeente Rheden ({_J monitoren en aanpak van thuiszitters en schoolverzuim; monitoren van de gevolgen van passend onderwijs voor leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Ten behoeve van de aansluiting van passend onderwijs en de transitie jeugdzorg is het vooral voor het voortgezet onderwijs relevant om de verbinding tot stand te brengen met het SWV 25.04 (regio de Liemers). Beide regio's vormen met elkaar de samenwerkingsregio van het sociale domein van de gemeenten in de regio Arnhem. In het gevoerde Oogo is uitgesproken dat we, zowel op het terrein van het Passend Onderwijs als op het terrein van de transities in het sociale domein, een spannende periode tegemoet gaan. Hierin zullen ongetwijfeld zaken soms niet goed (genoeg) gaan. De afspraak is gemaakt dat we elkaar dan geen verwijten maken, maar in overleg gaan en gaan zoeken naar een 'passende' oplossing. We hebben er vertrouwen in dat de gemeenten in de regio 25.06 in gezamenlijkheid met de samenwerkingsverbanden in deze regio komen tot goede afstemming en samenwerking ten aanzien van de zorg voor jeugdigen in en rondom het onderwijs. c _ J'l_aro \ e en teRheden, Renkum_ Rozendaal, Lingewaard, Overbetuwe en Arnhem, Wethouder onderwijs, voorzitter OOGO, Ron Konig Gemeente Rheden 2 8 APR 20 Datum van verzending: Bijlage 1: verslag verdiepend overleg 16 januari 2014 Bijlage 2: verslag Op overeenstemming gericht overleg 26 februari 2014 pagina datum ons kenmerk 2 25 april 2014 MZ14uit14154 GEMEENTE ener r he VERSLAG Notulen van Verslagnummer Gehouden op Plaats Voorzitter Genotuleerd door In afschrift aan Verdiepend Op overeenstemming gericht overleg (Oogo) SWV VO en PO 25.06 16 januari 2014 Stadhuis Arnhem de heer R. Konig Verder aanwezig Fractie/Afdeling Afwezig Fractie/Afdeling de heer F. Hoving de heer P. van Lent Gemeente Rozendaal Gemeente Renkum de heer A. de Graaff SWV 25.06 VO de heer K. Telder de heer P. Borgers de heer R. Hilhorst gemeente Lingewaard SWV25.06 PO SWV25.06 PO de heer L. van Geffen mevoruw G. Koopmans de heer W. Ludeke de heer W. Habets de heer T. van den Hoven mevrouw J. Philipsen de heer M. van Doorn gemeente Arnhem gemeente Overbetuwe SWV25.06VO SWV25.06VO gemeente Arnhem gemeente Rheden gemeente Overbetuwe mevrouw J. de Graaff gemeente Renkum de heer F. Koeman mevrouw B. Soetens gemeente Lingewaard gemeente Arnhem Verslag tekst: 1 Opening en vaststelling agenda. Overbetuwe: Frank van Rooijen wordt vervangen door Gera Koopmans-Jacobs. Voor de inhoudelijke bespreking van de ondersteuningsplannen wordt de volgorde van het memo van de ambtelijke werkgroep aangehouden. Het verzoek is de ondertekening van de procedure OOGO zo veel als mogelijk na afloop van deze bijeenkomst te doen. Verdere afhandeling vindt per post plaats. 2. Formele status en looptijd ondersteuningsplannen. Formeel hebben de ondersteuningsplannen een looptijd van 4 jaar. De SWV-en doen het voorstel te werken met jaarplannen en een werkagenda met een jaarlijkse evaluatie. Het voorstel wordt gedaan om twee keer per jaar een OOGO te voeren waarvan een keer per jaar een formeel overleg met jaarrapportage etc. ledereen is akkoord. Afgesproken wordt deze afspraak vast te leggen in de ondersteuningsplannen en te bekrachtigen in het formele OOGO. 1 l!'' Verslag 3. Inhoudelijk bespreking/ aandachtspunten Ondersteuningsplannen. Naam Op verzoek van Renkum wordt toegevoegd: het grensverkeer bij gemeenten die op de grens SWV zitten, in het bijzonder bij speciaal onderwijs Positie van ouders Wat is de rol van ouders bij de individuele trajecten? Toelichting WH: na vaststelling ondersteuningsbehoefte, ontwikkelingsperspectief, moet OOGO gevoerd worden met ouders. Instemming van de ouders nodig. Veel is al wettelijk geregeld, scholen of SWV moeten dit goed regelen in procedures. LvGmist de primaire verantwoordelijkheid van ouders voor de zorg van hun kind, hun rol als opvoeder, eigen kracht. In de Jeugdzorg is het perspectief juist de ouders te zien als eerst verantwoordelijke. Dus meer dan alleen instemming vragen. Zou sterke gemeenschappelijke deler in relatie onderwijs -jeugdzorg moeten zijn. De formele structuur is een tweede. RH geeft aan dat dit in de praktijk al wel zo werkt. Bv. betrokkenheid ouders bij zorgteams en zats. PB Ontwikkelingsperspectief is niet iets van alleen het onderwijs maar ook van ouders. Dit gaat om inspanning die ouders niet alleen kunnen bieden, medewerking van ouders is wel noodzakelijk. Ontwikkelingsperspectief wisseling school Begeleiding kan per school verschillen. Nieuwe school is dan leidend, dossiers moeten worden overgedragen. Er wordt dan nieuw ontwikkelingsperspectief opgesteld waarmee ouders opnieuw moeten instemmen. De geboden ondersteuning is namelijk ook afhankelijk van de mogelijkheden van de school. Dekkend aanbod Sommige leerproblemen zitten in basisondersteuning, zoals bv. dyslexie en dyscalculi. Alle schoolprofielen door scholen gemaakt levert dit nu ook geografisch een dekkend aanbod op? RH: voor PO komt er op basis van de geactualiseerde ondersteuningsprofielen van de scholen een kaart. Dit is opgenomen in de werkagenda voor dit jaar. In dit huidige Ondersteuningsplan dus hierop nog geen antwoord. WL: VO heeft dekkend aanbod, dit is door nieuw SWV niet gewijzigd. Er wordt in VO onderzoek uitgevoerd naar eventuele gaten in het aanbod of overlap. Aansluiting andere SWV-en lastig i.v.m. autonomie en financiering. Maar ouders zijn ook autonoom. Dit is manco van de wetgeving. Verschillen tussen SWV-en kunnen ertoe leiden dat ouders de grens van SWV overgaan. Ook afstand speelt een rol, voornamelijk bij speciaal onderwijs. Leerlingen op scholen van SWV Arnhem die toelaatbaarheidverklaring krijgen hoeven niet per se naar SO te gaan binnen SWV. Woonplaatsprincipe, dus SWV waar de leerling woont, betaalt de extra kosten voor ondersteuning aan ander SWV indien leerling daar naar toe gaat. Dit heeft ook consequenties voor leerling-vervoer. Kun je dan de ouders laten opdraaien voor de consequenties? Ontstaat er dan druk op gebied van huisvesting bij die betreffende scholen in grensgebied. Mag die school leerlingen weigeren? Op basis van denominatie of wanneer geen plaats dan kan dit. KT: In Ondersteuningsplan van VO is opgenomen dat er een dekkend aanbod is gerealiseerd. Gemeente stellen in juni begrotingen vast en willen dit dus tijdig weten i.v.m. kosten leerling-vervoer. SWV verwacht juist op termijn lagere kosten (thuisnabij onderwijs). RH: de afspraak wordt gemaakt dat het SWV in mei/juni het overzicht van dekkend aanbod in kaart heeft gebracht en aan kan geven wat de mogelijke gevolgen hiervan zijn voor het leerlingenvervoeL {t(t Verslag Aanpak thuiszitters Naam Is continuering van huidige aanpak voldoende? WH ligt toe. VO heeft weinig thuiszitters en SWV denkt dat er al goede arrangementen zijn. Er zijn nog geen overzichten wie deze leerlingen zijn. Hier is RBL belangrijke partner. Afstemming met gezondheidszorg is er nu nog te weinig (i.v.m. ziekteverzuim). Ook het faciliteren van zieke kinderen is nog niet goed geregeld. Winst valt te halen door samenwerking met gemeenten op gebied van leerplicht en RBLI Aanvullend hierop zijn de jeugdartsen nodig, leerplicht krijgt geen informatie over gezondheid. Soms weigeren ouders een passende plek, dan zitten kinderen thuis. Wat kan dan de rol van gemeente zijn (doorzettingsmacht)? Relatie jeugdzorg en andere transities, AWBZ en participatiewet WL en RH melden dat Onderwijs ervaart dat het lastig is de aansluiting op de ontwikkelingen jeugdzorg te vinden, bv. bij de proeftuinen. Het gevoel wordt door de aanwezigen gedeeld dat we wel willen samenwerken maar te veel op elkaar zitten te wachten. Onderwijs en gemeenten zijn nog geen natuurlijke partners. Het zijn gescheiden werelden. PO ervaart dat het beter gaat in Arnhem en Rheden. Vanuit gemeenten zijn er erg veel poppetjes. Er is behoefte aan een breed platform van waaruit gewerkt wordt aan een gezamenlijke werkagenda. De afstemming onderwijs en transitie jeugdzorg vraagt een duidelijke samenwerkingsstructuur. Op bestuurlijk niveau is er behoefte aan één aanspreekpunt vanuit gemeenten voor aansluiting passend onderwijs en de jeugdzorgportefeuilles en overige transities sociaal domein. Op uitvoerend niveau is afstemming er al wel. Soms gaat uitvoering van schooldirecteuren en bv. IB-ers dwars door bestuurlijk traject. In de ambtelijke voorbereiding voor de Oogo is tussen SWV-en en gemeenten afspraak gemaakt om te gaan werken met een gezamenlijke uitvoeringsagenda. WH: School is niet alleen vindplaats maar er werken ook professionals die kinderen kennen en kunnen begeleiden. RK: de insteek van wijkgericht werken is voor VO lastiger dan voor PO. Jongeren gaan ook de grens van de wijk over. Dit vraagt van gemeenten en onderwijs een gezamenlijke inspanning. Afgesproken wordt in het Bresdo een voorstel te doen voor een breed afstemming passend onderwijs en jeugdzorg. GK neemt dit mee naar het Bresdo. Pvl: aansluiting arbeidsmarkt en participatiewet Bv. verlengen tijdsduur op VO, dan halen er meer een diploma betere uitstroom op de arbeidsmarkt. Afstemming andere SWV Dit moet nog georganiseerd worden. Wel overleg tussen SWV-directeuren. Is nog niet bestuurlijk belegd. Op inhoudelijk en uitvoerend niveau wel contacten. Heeft nog geen prioriteit. Monitoren is belangrijk mede vanwege financieringsstromen Doorgaande leerlijnen Hier is nog winst te behalen. PO - VO, warme overdracht bij leerlingen met arrangement. VO- MBO, nog nauwelijks verbindingen. MBO valt buiten de wet passend onderwijs. Dit zijn thema's om in LRA te beleggen. Dat is het (bestuurlijke) platform. VSO heeft wel goede contacten met MBO. Afspraken over warme overdracht op het MBO en terugkoppeling. Vaak gaat ambulant begeleider mee. TvdH: Nieuwe wetgeving belemmert dit, o.a. entree-opleidingen. VO (en MBO) zou budget kunnen reserveren 3 eee Verslag Naam om begeleiding door te laten lopen. Knelpunt is vaak de uitval in eerste jaar MBO. Past studie wel bij competenties? Hier ligt ook een verantwoordelijkheid voor VONSO. WL vindt juist dat het MBO dit moet regelen dan wel financieren. Volgens TvdH is dit per 1 augustus 2014 ook de praktijk. KT: de insteek zou vanuit de inhoud moeten gaan en niet vanuit financiën. Het overleg niet uit de weg gaan. Overgang naar werk Er ligt ook hier stevige opdracht, zie ook vorige punt, is OOGO het juiste platform? VSO is tot 20, dan goede overgang naar werk of dagbesteding voor kwetsbare doelgroep. Dit komt bestuurlijk en ambtelijk nog niet bij elkaar, straks misschien bij de participatiewet Dit vraagt bredere insteek dan hier aan tafel zit . En ook breder dan bresdo. Naast sociaal domein ook participatie en onderwijs. Een conferentiesetting zou meer de vorm zijn. Bespreken met bv. Ron van der Linden. GK neemt dit ook mee. Onderwijshuisvesting en Leerling-vervoer RH: mogelijk wijzigingen in leerling-stromen die gevolgen kunnen hebben voor huisvesting en vervoer. Ook al zijn geen grote veranderingen te verwachten. Hoe gaan we om met bv. leegstand en aanpassing aan voorzieningsniveau. Moet aansluiten aan gemeentelijke verordening. Meenemen in de jaarplannen en minimaal een keer per jaar afstemmen met de gemeenten, dan inpassen in integraal huisvestingsplan. De lijn wordt steeds meer om bij nieuwbouw flexibel te bouwen zodat gebouwen ook anders ingezet kunnen worden. VO verwacht op korte termijn geen wijzigingen. Vooralsnog geen extra middelen nodig voor huisvesting en/of leerlingenvervoer. Inhoudelijke rondvraag RK: het woord indicering wordt nog steeds gebruikt. RH haalt dit eruit. Initiatief voor afstemming jaarplannen ligt bij het onderwijs. 4. Procedures Overleg op 19 feb. vervalt. Het formele OOGO wordt verplaatst naar 26 februari 2014. BS maakt nieuwe afspraak (van 9.00 tot 10.00 uur). Er wordt vooralsnog niet veel in de media gecommuniceerd. Het ondersteuningsplan moet eerst nog ter instemming naar de OPR (Ondersteuningsplanraad). Wel wordt ambtelijk gewerkt aan een uniforme communicatie richting de raad. Dinsdag 21-1-2014 wordt ondersteuningsplan van PO aangeboden en eind januari van VO. Dit wordt ambtelijk aangeboden zodat doorgeleiden naar college van B&W kan plaatsvinden. Gemeenten krijgen versie die naar de schoolbesturen gaat. 5. rondvraag en sluiting WL wil aanwezigen meegeven dat hij, ondanks veel negatieve berichtgevingen, per 1 augustus 2014 geen grote verschuivingen ziet door invoering van passend onderwijs. Hij heeft vertrouwen in positieve uitwerking van de wet. r VERSLAG Notulen van GEMEENTE e Op Overeenstemming Gericht Overleg (Oogo) SWV 25.06 PO en V(S)O Verslagnummer Gehouden op Plaats Voorzitter Genotuleerd door In afschrift aan 26 februari 2014 Stadskantoor Arnhem de heer R. Konig ambtelijke ondersteuning Verder aanwezig Fractie/Afdeling Afwezig Fractie/Afdeling Dhr. L. van Geffen Dhr. K. Telder Dhr. F. van Rooijen Dhr. R.Konig Dhr. F. Hoving Dhr. W. Habets Dhr. W. Ludeke Dhr. A. de Graaff Dhr. P. Borgers Dhr. R. Hilhorst Dhr. M. Mittelmeijer Dhr. M. van Doorn Mw. B. Soetens Mw. J. de Graaff Dhr. F. Koeman wethouder wethouder wethouder wethouder wethouder Dhr. P. van Lent wethouder Renkum swvvo swvvo swvvo Arnhem Lingewaard Overbetuwe Rheden Rozendaal SWVPO SWVPO swvvo beleidsmw beleidsmw beleidsmw beleidsmw Overbetuwe Arnhem Renkum Lingewaard Verslag tekst: Naam De heer R.Konig zit voor. Hij heet allen welkom en deelt mee dat de heer P. van Lent afwezig is. Hij stelt voor de agenda voor dit formele Oogo vast te stellen aan de hand van de onderwerpen die laatstelijk tijdens het tweede informele Oogo (16 januari 2014) aan de orde zijn geweest, te weten: - Ouderbetrokkenheid in Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) - Dekkend onderwijsaanbod -Thuiszitters en Voortijdige Schoolverlaters (VSV-ers) -Aansluiting Passend Onderwijs en Jeugdzorg - Doorgaande leerlijnen -Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt - Leerlingen vervoer -Onderwijs huisvesting Ten behoeve hiervan wordt het verslag van het verdiepend Oogo op 16 januari 2014 vastgesteld. Tot slot kan dan de verdere procedure worden beschouwd, volgt een rondvraag en wordt het Oogo gesloten. De aanwezigen stemmen in met dit agendavoorstel. Ouderbetrokkenheid in PO en VO Namens het primair onderwijs wordt opgemerkt dat de opmerkingen uit het vorige overleg zijn verwerkt in het concept ondersteuningsplan. Datzelfde geldt voor de opmerkingen uit de Ondersteuningsplanraad (OPR). Het betreft niet zozeer inhoudelijke dan wel 1 ... l!'fèfJ Verslag verhelderende wijzigingen. Opgemerkt wordt dat uiteindelijk de werkagenda essentieel is voor de voorgenomen halfjaarlijkse Oogo's, daarin komen alle 'open eindjes' aan de orde. De stukken staan allemaal op de website van het samenwerkingsverband. Tussentijds wordt gewerkt aan een 'opgeschoonde versie' die te zijner tijd aan alle gemeenten zal worden gezonden. De stukken liggen ter instemming voor bij de OPR op donderdag 27 februari 2014. Voor wat betreft het voortgezet onderwijs volgen de ontwikkelingen een vrijwel identiek pad. Met de OPR moet nog wel een aantal punten nader worden verhelderd, maar dat is een 'interne'(des schools) aangelegenheid. Algemeen is van belang dat de positie van de ouders qua betrokkenheid bij de schoolloopbaan van hun kind zo goed mogelijk is geborgd. Dat wordt door alle partijen onderschreven en zo goed mogelijk verwoord. Via de OPRen de Medezeggenschapraden (MR-en) zijn ouders eveneens betrokken als het gaat om kaderstelling van het Samenwerkingsverband (SWV) en van de individuele scholen. Ouders worden nu al direct betrokken en uitgenodigd bij de zorgteams in het onderwijs. Dekkend onderwijsaanbod Voor wat betreft het dekkend aanbod zal de toekomst er zo uitzien dat meer zorgleerlingen worden opgevangen binnen het regulier aanbod. Dat betekent voor het onderwijs dat de basiszorg van de individuele scholen een verbeterslag zal moeten doormaken. De zogenaamde rugzak voor leerlingen verdwijnt. Daarvoor in de plaats komen (zorg)arrangementen. In de structuur van zorg verandert voor leerlingen (en hun ouders) niet veel. Indien een leerling wordt aangemeld bij een school, dan wordt die school verantwoordelijk voor de plaatsing van de leerling (zorgplicht). Ouders hoeven dus niet langer met hun kind eindeloos te zoeken. In dit proces is het van belang dat er transparantie is over de eventuele zorg die een leerling nodig heeft. Bij voorkeur wordt hier een lijn gelegd naar de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven via overdrachtsformulier en warme overdracht. Het is essentieel dat ouders hieraan meewerken, hoe eerder gepaste zorg kan worden gegeven, des te beter dat is. Nu schiet het hierin wel eens tekort. Wat hierin een rol speelt is het vertrouwen dat men over en weer moet opbouwen, waar men in principe vanuit moet gaan. Vanuit gemeenten wordt gevraagd om zo snel mogelijk een overzicht te hebben van alle individuele schoolprofielen, zodat het totale palet van aanbod zichtbaar wordt. Diezelfde wens leeft bij de SWV en zij doen er alles aan om dit zo spoedig mogelijk te realiseren. De SWV koersen op mei/juni 2014, voor de zomervakantie, om de presentatie van het totale aanbod gereed te hebben. Het VO geeft aan dat het niet onmogelijk is dat bij het Speciaal Onderwijs scholen zich gaan profileren. Daardoor zou een bepaald aanbod binnen een ander SWV kunnen worden gezocht. Vanuit gemeenten is dan de vraag hoe die beweging zich verhoudt tot de wettelijke opdracht van een dekkend aanbod? Moet dit plaatsvinden binnen de SWV-regio of kan ook samenwerking tussen regio's ontstaan. Wat betekent dit dan voor het leerlingenvervoer? Thuiszitters en VSV-ers Vanuit de gedachte dat elke thuiszitter er één te veel is, ligt hier nog een onderwerp dat specifieke aandacht behoeft. Dat zal zo blijven. Vanuit het VO wordt opgemerkt dat de bestanden die onder de rapportage liggen ook Naam ... ·" Verslag vervuild zijn. Zo worden bijvoorbeeld leerlingen benoemd die wel degelijk een diploma hebben. Daardoor is sprake van een vertekend beeld. In de praktijk is het aantal VSV'ers dus lager dan uit de cijfers naar voren komt. Neemt niet weg dat het onderwerp aandacht blijft houden van zowel het onderwijs alsook de gemeenten. Vanuit het VO wordt ook als risicopunt aangegeven dat het MBO steeds vaker leerlingen weigert als zij de verwachting hebben dat de leerweg niet zal worden voltooid. Daarmee worden deze leerlingen dan het probleem van het VO. De ontwikkeling van passend onderwijs en deze selectie aan de poort van het MBO staan op gespannen voet met elkaar en zijn niet in het belang van de leerling. Dit punt blijft voor betrokken partijen eveneens een punt van zorg en aandacht. Inmiddels zijn goede afspraken over registratie e.d. gemaakt met het RBL (regionaal bureau leerplicht}, ook met de gemeenten die niet zijn aangesloten bij het RBL. Aansluiting Passend Onderwijs en Jeugdzorg De gemeenten zijn aan de slag met het inrichten van gebiedsteams in het kader van de decentralisaties sociaal domein. Onderdeel daarvan is de aansluiting van de jeugdzorg op het onderwijs. Waar stopt de leerlingzorg en is jeugdzorg aan de orde? Wanneer is er sprake van zorg rondom het hele gezin. Voorlopig nemen in deze gebiedsteams in ieder geval de bekende expertise plaats, waar mogelijk ook uit de bekende aanbieders. Vooral wat dat laatste betreft wordt door het onderwijs uitdrukkelijk gevraagd om het bestaande goede te bewaren en te voorkomen dat er dubbelingen et cetera gaan ontstaan. De aansluiting van de onderwijszorg op de jeugdzorg zou bijvoorbeeld goed kunnen verlopen via het schoolmaatschappelijk werk vanuit onder andere het CJG, zodat voor de leerling een continuüm van zorg ontstaat en sprake is van een natuurlijke overgang tussen en samenwerking met het onderwijs. De aansluiting kan echter per gemeente verschillen doordat de lokale zorgstructuur per gemeente anders ingericht kan zijn. Vanuit de gemeente is het verzoek om eerder aandacht te vragen bij sociaalmaatschappelijke problematiek rondom een kind (incl. gezin) zodat het ook voor gemeenten mogelijk wordt om zo spoedig mogelijk passende zorg te regelen. Het onderwerp van de aansluiting zal zich voor een groot deel afspelen op het lokale terrein van gemeenten dus ook daar moet de dialoog tussen gemeenten en onderwijs (op de uitvoering gericht) plaatsvinden. Het VO vraagt extra aandacht voor de groep leerlingen in de leeftijd 11-15 jaar waarbij zich problemen voordoen. Vaak hebben de ouders hierop geen grip meer. Naar waarschijnlijkheid is dit een gedeelde doelgroep voor gemeenten en onderwijs, dus een gedeeld belang. Een ander aandachtspunt waar het SWV VO om vraagt, juist met het oog op 11- tot 15jarigen, is om snel te kunnen doorverwijzen naar vormen van zorg en ondersteuning. Soms is de problematiek zo groot dat snel handelen noodzakelijk is. Er moet daarom een eenvoudige verbinding tot stand gebracht worden in de zorg binnen school en de zorg buiten de school. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden over de vraag wie in welke situatie mag doorverwijzen naar zorg en ondersteuning. Met ingang van 1 januari 2015 worden de gemeenten immers verantwoordelijk voor de inzet en financiering van alle vormen van zorg. Leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting Het is op dit moment nog te vroeg om uitspraken te doen over de consequenties voor Naam ••• ·" Verslag leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Doordat de basisondersteuning wordt versterkt, zal thuisnabij onderwijs steeds belangrijker worden. Voor het overgrote deel van de leerlingen zal het (V)SO straks niet meer een optie zijn. Daarmee is leerlingenvervoer naar het VSO dan ook niet meer van toepassing. Over de gevolgen van passend onderwijs voor vervoer en huisvesting is overleg per gemeente nog wel belangrijk. Het is goed om hier vervolgafspraken over te maken, bijvoorbeeld in de uitwerkingsdocumenten. Verdere procedure De voorzitter sluit de vergadering met het uitspreken van waardering richting onderwijs voor de inzet om de ondersteuningsplannen in korte tijd tot stand te brengen. Tegelijkertijd wordt waardering uitgesproken voor de gemeenten voor de constructieve wijze waarop de gemeenten hun rol hebben vervuld in het tot stand brengen van dit overleg. De afspraken uit het verdiepend overleg om twee keer per jaar het Oogo te voeren en de samenwerking tussen samenwerkingsverbanden en gemeenten in de vorm van een uitvoeringsagenda te gieten, worden bevestigd. Deelnemers spreken af dat er een verslag van dit Oogo komt. Dit verlag zal samen met het verslag van het verdiepend Oogoverstuurd worden, vergezeld van een officiële reactie van de gemeenten in de vorm van een brief. Naam
© Copyright 2024 ExpyDoc