Hooglandse Nieuwe, april 2014

Hooglandse Nieuwe
informatieblad voor alle geïnteresseerden
rondom de Hooglandse Vieringen van de
Leidse Studenten Ekklesia
tiende jaargang, nr. 2
april 2014
€ 2 (gratis voor leden)
!
F
E
I
T
C
A
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
1
10e jaargang, nummer 2, april 2014
Rapenburg 100
2311 GA Leiden
071 - 513 4558
€ 2 (gratis voor leden van de LSE)
[email protected]
www.ekklesialeiden.nl
www.rapenburg100.nl
Hooglandse Nieuwe is het blad voor alle
geïnteresseerden rondom de Hooglandse
Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia.
Het verschijnt zes maal per jaar.
Redactie René Fraters, Bep van Houten, Tine
van Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo
Schraa, Jan Slotboom, Myranda Wilbrink
Zie voor de diensten
in de Goede Week
het overzicht op
pagina 17.
Opmaak Jan Slotboom
Kleurenversie downloaden
www.ekklesialeiden.nl
Abonnement € 20 per jaar
Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat
Kopij voor het nummer van 15 juni met het
thema 'Verbeelding' uiterlijk op zondag
1 juni 2014 sturen naar: [email protected]
PASTORES
Christiane van den Berg­Seiffert
participantenpastor (PKN), 071­5125137
[email protected]
Christiane Berkvens­Stevelinck, academie­
predikante (Rem.), [email protected]
010­2298774, www.moederoverste.nl
Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK),
[email protected]
071­5224801
Henk Schouten, participantenpastor (PKN)
[email protected]
071­5218723
Rob van Waarde, studentenpastor (PKN)
06­41935997, [email protected]
Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman),
06­53583081, [email protected]
VERENIGING LSE
Zie: www.ekklesialeiden.nl
Dagelijks bestuur:
­ Amos Kater, [email protected]
­ Marga Bakker, vice­vz, [email protected]
­ Wim Schouten, [email protected]
­ Diederik van Essel,
[email protected]
REKENINGNUMMERS
NL66 INGB 0004 8198 29 Vereniging LSE
­ voor alle vrijwillige bijdragen
­ voor lidmaatschap: € 25 (studenten € 12,50)
per jaar
NL42 INGB 0003 3133 66 Stichting Diaco­
naal Fonds Hulpverlening LSE voor alle dia­
conale giften.
Beide rechtspersonen zijn erkend
door de fiscus.
Uw giften zijn aftrekbaar.
2 | Hooglandse Nieuwe april 2014
En verder:
17 Overzicht Hooglandse Vieringen
18 Mededelingen van het bestuur
­ Algemene ledenvergadering 20 mei
­ In gesprek met: Tobias Karsten 24 april
­ LSE­borrel 24 april
Uitgangscollecten
Leidse lieddag 17 mei
Goede Vrijdagdienst 18 april: Matthäus Passion
(Heinrich Schütz)
19 Toegewijde kunst
­ opening 17 mei
­ Vieringen
­ Studium Generale
20 Hoogstpersoonlijk
­ Dirk Bakker (1928­2014)
­ Sjef Mank (1959­2014)
21 ­ Vida Rahimi (73)
­ Gedoopt op 16 maart: Fenna Haanstra
22 Ingezonden
Het karakter van Actie en informatie
­ Ad van der Waals
23 Hoop (Stichting COME)
­ Maaike Hoffer
24 Geloven in meer
­ Rob van Waarde, Fokje Wierdsma
25 Kinderpagina
Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus
onder het besturingssysteem UBUNTU
redactioneel
functies, zien dat ze het zich konden
permitteren om het werk aan de
arbeiders over te laten.
Wim Schouten
H
et CBS verdeelt de mensen
tussen de 15 en 65 jaar in
twee categorieën: de actieve
en de passieve beroepsbevolking. Je
bent als beroepsbevolker actief, wan­
neer je 12 uur of meer betaald werk
doet. Werk je 80 uur per week voor een
goed doel maar krijg je daar geen cent
voor, dan ben je passief. Zit je ander­
halve dag per week achter de kassa en
lig je de rest van de tijd aan het strand,
dan ben je actief. Deze indeling komt
wellicht wat vreemd over, maar is zoals
alle indelingen te billijken wanneer je
naar het doel ervan kijkt. En dat doel is,
de markt van betaald werk in beeld te
brengen.
Maar toch wringt er iets. Het lijkt wel
of er sprake is van een hiërarchie van
menselijke activiteiten. Bovenaan staat
betaald werk in een reguliere baan.
Daarop volgt vrijwilligerswerk in or­
ganisatorisch verband. Dan mantelzorg,
huishoudelijk werk en helemaal onder­
aan activiteiten die je alleen voor je zelf
doet zoals een fietstochtje door de
bollenvelden. Het grappige is dat die
volgorde nog niet zo lang geleden om­
gekeerd was. Toen rond 1960 een Rus­
sische delegatie van vrouwenclubs, op
bezoek in Nederland, trots vermeldde
dat in Rusland alle vrouwen een baan
hadden, reageerde de vertegenwoordig­
ster van de Nederlandse vereniging van
huisvrouwen nog trotser, dat in Neder­
land geen enkele vrouw hoefde te
werken. En van de socioloog Thorstein
Veblen kennen we het begrip “conspi­
cuous leisure”. Door opvallend recre­
atief gedrag zoals verre reizen of
tennissen laat je zien dat werk beneden
je stand is. In het calvinistische
noorden van Nederland, waar ledigheid
des duivels oorkussen was, bedacht
men daar een variant op: “conspicuous
volonteering”. Rijke herenboeren lie­
ten, door hun tijd te vullen met tal van
onbetaalde politieke en bestuurlijke
Ook nu zijn tal van mensen op allerlei
terreinen, al dan niet naast een betaalde
baan en/of naast zorg voor huishouden
en huisgenoten belangeloos actief. Niet
om te laten zien dat ze er tijd voor
hebben. Maar waarom dan wel? In deze
HN, door vrijwilligers gemaakt, laten
we een aantal vrijwilligers uit onze
LSE­ gemeenschap daarover aan het
woord. Bep van Houten en Wil Hees­
akkers komen met een heel concreet,
en voor het bestuur van de LSE als
op vrijwilligers drijvende organisatie
ook heel leerzaam lijstje. Ada van Mil,
Jolanda Hus, Annette Albers, Jan Slot­
boom, Henk Schouten. Nely de Wit en
Herman van Bemmel vertellen uitvoe­
rig over wat hen drijft om zich onbe­
zoldigd voor uiteenlopende activiteiten
als de bakkerij, mensen in achter­
standssituaties in voormalig Joegosla­
vië, het verwelkomen en rondleiden
van bezoekers van Leiden, het behoud
van de Hooglandse Kerk, het gods­
dienstonderwijs in Suriname, het se­
cretariaat van de LSE of het bereiken
van wereldvrede in te zetten. Verant­
woordelijkheidsgevoel voor de wereld
dichtbij en veraf lijkt daarbij de be­
langrijkste drijfveer. Of, zoals Herman
van Bemmel het formuleert, om met
een onbezwaard gemoed te kunnen
gaan slapen.
Ad van der Waals kraakt wat kritische
noten over het onderdeel “Actie en in­
formatie” tijdens onze diensten. Met
Hans Feddema bewandelen we het
levenspad van actie uit ambitie en
ijdelheid naar innerlijke vrede. Bette
Westera leert ons, kinderen en volwas­
senen, dat wie zich niet voor het kleine
wil inzetten, het grote niet waard is.
Desirée van Keulen en ondergetekende
leggen uit waarom vrijwillige inzet in
de participatiemaatschappij niet ge­
bruikt mag worden als alternatief voor
betaalde krachten. En René Fraters
kruipt ditmaal in de huid van de Paus,
om ons te vertellen hoe deze via vrij­
willigerswerk uit zijn comfortzone
stapte en inzag dat je de kerk alleen in
de sloppenwijken uit het slop kunt ha­
len.
In dit nummer over
Actief
3 Redactioneel
­ Wim Schouten
4 Twaalf Gulden Regels
voor het vrijwilligerswerk
­ Bep van Houten, Wil
Heesakkers
5 Mijn leven is actie
­ Jorge Mario Bergoglio SJ
6 Werken met vrijwilligers
in de zorg
­ Desirée van Keulen
7 Actief als vrijwilliger
­ Ada van Mil
8 Actief in Paramaribo
­ Henk Schouten
9 Actief op het secretariaat
­ Nely de Wit
10 Wandelend actief
­ Annette Albers
11 Recht en Vrede kussen
elkaar
­ Herman van Bemmel
12 Actief voor zonvol leven
­ Hans Feddema
13 Ik heb een droom
­ Jan Slotboom
14 Doe­democratie
­ Wim Schouten
15 Wij helpen daar
Namens de redactie wens ik u veel
leesplezier met dit activerende nummer.
­ Jolanda Hus
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
3
actief
1. Contacten met andere mensen, vriendschap
2. Samenwerken met anderen, collega’s
3. Leermogelijkheden, ontwikkeling, ervaring
4. Nuttig zijn, iets betekenen voor anderen
5. Sociaal aanzien verhogen
VRIJWILLIGERSWERK
GEWOON DOEN!
6. Waardering krijgen binnen de organisatie
7. Gebruik maken van ervaringen
8. Gebruik maken van talenten
9. Eigen ideeën kunnen ontwikkelen
10. Zelf kunnen kiezen wat en wanneer je je wilt inzetten
11. 'Rechtspositie' binnen de organisatie
12. Naar buiten kunnen optreden namens de organisatie
Twaalf Gulden Regels
voor het vrijwilligerswerk
ontleend aan Liebje Hoekendijk
Wat zoek ik in een organisatie? Wat wordt geboden?
Bep van Houten, Wil Heesakkers
I
n een workshop voor stedenbanden met Nicaragua werd
dit lijstje ingevuld door zowel gemeenten als bijbeho­
rende vrijwilligers. Het werd Bep als vrijwilliger in één
klap duidelijk waarom ze zich in haar vrijwilligersbaantje zo
hogelijk onplezierig voelde – wat ze vroeg en wat de
gemeente bood kwam op geen punt overeen. Ze ging bijna
per direct op zoek naar een plek waar ze beter uit de verf kon
komen. Voor wie op het punt staat zich in het vrijwilligers­
werk te begeven is dit een nuttige lijst, maar ook voor wie
tot zijn nek in het vrijwilligerswerk zit, bevat het nog steeds
niet te versmaden gezichtspunten.
Voor een organisatie als de LSE, die bloeit door vrijwilligers
en die met twee professionals nagenoeg volledig afhankelijk
is van vrijwilligers, kan deze gulden lijst een spiegel zijn:
­Geven wij onze vrijwilligers wel genoeg waardering, bijv.
in de vorm van scholing, indien gewenst? (Men denke hier
onder andere aan het secretariaat) Wie bekijkt of onze vrij­
willigers goed in hun vel zitten op hun plek? En wie verzint
een alternatief als plek en vrijwilliger niet goed matchen?
Veel van onze vrijwilligers hebben hun hart verpand aan de
LSE. En hebben er heel veel voor over. Hoe zorgen we dat
we elkaar niet uitputten en elkaar aandacht en energie
geven?
­ Hoe staat het met de contacten van de vrijwilligers onder­
ling? Of anders gezegd: Hoe kan de communicatie tussen de
groepen vrijwilligers verbeterd worden? We hebben nogal
4 | Hooglandse Nieuwe april 2014
wat gremia in de LSE. Zeven pastores die samen met LSE­
raad wel overzicht hielden op alle clubs en werkgroepen was
ooit een luxe situatie en is een nostalgische herinnering. Een
voorbeeld: De koepel van participantengroepen is al jaren
opgeheven. Is het geen tijd om in elk geval te weten waar
nog plaatsen zijn voor nieuwkomers in dit soort groepen? En
wat er leeft in deze wervelkolom van de LSE?
­ Als je geen “vrijwilligerswerk” binnen de LSE doet, hoe
ben je dan ingebed binnen de organisatie? Is het genoeg om
deel te nemen aan de kerkdiensten om je thuis te voelen? En
gekend te zijn? Momenteel is de taakstelling van de contact­
groep een punt van discussie in het bestuur van de LSE.
­ Maken wij inderdaad al optimaal gebruik van elkaars erva­
ringen? Is er bij voorbeeld genoeg contact tussen de genera­
ties?
Vragen om over na te denken.
We bevelen ze graag in uw aandacht aan.
actief
Mijn leven is actie
Lieve broeders en zusters van de
(studenten) Ekklesia,
Via één van mijn informele contacten is mij het
verzoek ter ore gekomen om een kort woord te
schrijven over mijn vrijwilligersactiviteiten. Je
zult begrijpen dat ik, vanuit mijn huidige
positie, hierover ietswat meewarig moet
glimlachen. Als bisschop van Rome heb ik, als
privé persoon, nauwelijks nog tijd over.
Schokkend maar waar. Vroeger, in Argentinië,
ging ik 's avonds het liefst de straat op, in één
van de sloppenwijken. Ik wandelde dan uren
rond en zocht diegene op die behoefte had aan
een luisterend oor. Hoeren, verslaafden,
eenzamen, noem maar op. Al dat wrakhout dat
door het Trickle­down kapitalisme was
vermalen en uitgespuugd. Ik voelde me
aangetrokken door het contact met deze
kwetsbare mensen. Waarom? It is through the
cracks, that the Light gets in... (Leonard
Cohen). Zo is het.
De laatste decennia is de Catholica erg in
zichzelf opgesloten geraakt. De juiste leer, de
juiste riten, dat was de teneur. En, zoals ik
tijdens het preconclaaf al opmerkte, een
Ekklesia die in zichzelf is opgesloten, wordt
ziek. Erg ziek zelfs.. We hebben de gevolgen
daarvan om ons heen gezien. Voor mij is één
ding heel duidelijk. De blijde boodschap wordt
vaak verkondigd, maar (te) zelden werkelijk in
praktijk gebracht. Het is mijn brandende passie
om hierin verandering te brengen. Mijn ideaal
is een Ekklesia waarin iedereen welkom is, hoe
gekwetst of beschadigd ook. En een Ekklesia
waarvan de leden zozeer gegrepen zijn door de
woorden en daden van Jezus van Nazareth, dat
zij bereid zijn hun comfort zone te verlaten en
deze beschadigde wereld in te trekken.
Ik heb in mijn leven veel fouten gemaakt.
Vooral mijn autoritaire bestuursstijl is mij als
jonge Jezuïet opgebroken. Maar ik heb de
moed gehad om dat later onder ogen te zien.
Jarenlang heb ik op dat lood gehamerd tot het
in goud is veranderd. Dat was mijn moment
van ommekeer.
Ik ben op 13 maart 2013 met een groot
avontuur begonnen. Wat ik vroeger, in mijn
vrije tijd, als vrijwilliger deed, dat doe ik nu
eigenlijk continu. Ik treed uit mezelf, ik verras
mezelf (en mijn omgeving...). Weg uit de
macht, uit de knellende zekerheden. Afdalen,
als levend water, naar die plekken waar nog
geen licht is. Waar het leven verdrukt wordt.
Telkens moet ik zo mijzelf overwinnen. De
veilige kaders verbreken. Enkel zo kan ik de
ander werkelijk ontmoeten.
En ik daag jou, jullie uit om hetzelfde te doen.
Ontsteek dat (innerlijk) vuur opdat de
omstanders mogen uitroepen: "Wat heeft dat te
betekenen?" (Handelingen 2:12).
Aan het einde van zijn leven zei Franciscus van
Assisi tegen zijn naaste vertrouwelingen:
"Kom broeders, laten we opnieuw beginnen!"
Wat een prachtige, inspirerende levenshouding.
Ook ik ben (opnieuw) begonnen. Maar ik kan
het niet alleen... Ik heb jou, ik heb jullie nodig.
Iedereen, alle leden van de (wereldwijde)
Ekklesia. Voor dat prachtige avontuur van God
en zijn geliefde mensen.
Avanti, avanti! (dit zeg ik nu vaak tegen
mensen ter bemoediging)
Ik sluit jullie allemaal in mijn hart.
Franciscus, papa
Auteur: Jorge Mario Bergoglio SJ
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
5
actief
Werken met vrijwilligers in de zorg
en vrijwilligerswerk in de zorg
Desirée van Keulen
(activiteitenbegeleidster)
A
ls activiteitenbegeleidster in
de zorg (voornamelijk voor
dementerende ouderen) had
(en heb ik nog wel) te maken met vrij­
willigers.
De kunst is m.i. een win­win­winsitua­
tie te creëren: een toegevoegde waarde
voor de cliënten, voor de vrijwilliger en
liefst ook nog voor de zorgmedewer­
kers. Dat vraagt de nodige tact, deskun­
6 | Hooglandse Nieuwe april 2014
digheid en flexibiliteit van de kant van
de zorginstelling: een verpleeghuis, een
zorgcentrum of bijvoorbeeld op een
‘OCD’, een ontmoe­
tingscentrum voor ouderen met demen­
tie, waar ik nu werk.
Ik heb de afgelopen tien jaar twee
golven vrijwilligers langs zien komen.
Eerst de vrijwilligers die na hun pensi­
onering nog iets wilden en soms wel
twintig jaar meedraaiden naar ‘vrijwil­
lig verplichte’ re­integreerders die weer
naar een baan toe moesten groeien en
soms na drie maanden al weer verdwe­
nen. En krijgen we dan nu i.h.k.v. de
participatiemaatschappij… vrijwillig
verplichte familieleden? Familieleden
die vaak toch al overbelast zijn, die de
vaak overbelaste zorgmedewerkers
moeten bijstaan? Ik houd mijn hart
vast!
Vrijwilligers in de zorg kunnen veel
betekenen voor de cliënten: ze hebben
meer tijd voor de cliënten, brengen
vaak iets nieuws en ‘fris’ met zich mee:
andere verhalen, andere ideeën, een
open oor…
Helemaal top voor de cliënten.
Helemaal top kan het ook zijn voor de
medewerker die even wat onverdeelde
aandacht kan besteden aan iets wat echt
per se niet uit besteed kan worden en
waarvoor toch ook echt aandacht en tijd
nodig is. Weten dat je cliënten toch wel
aandacht krijgen, met koffie en koek.
Goed ook kan het voor een vrijwilliger
zijn, die zinvolle bezigheid zoekt, ge­
waardeerd wil worden, zijn eigen erva­
ringen in kan brengen, een eigen
deskundigheid mee kan brengen. En
allemaal gratis en voor niks!
Dan is het een win­win­win­situatie.
Vooral als de organisatie oog houdt
voor die vrijwilliger, of ‘ie op zijn of
actief
haar plek zit, of dat hij / zij beter een
andere plek kan krijgen, in goed
overleg.
Minder is het wanneer, door bij­
voorbeeld de werkdruk, de grenzen
van de verantwoordelijkheden begin­
nen te schuiven: zorgkrachten die zich
de benen uit het lijf lopen en opge­
lucht even een hele huiskamer vol
dementerende ouderen onder de hoe­
de van een vrijwilliger (of een fa­
milielid) achterlaten. Dat is niet
minder omdat die vrijwilliger dat niet
zou kunnen of zich onverantwoor­
delijk zou gedragen, maar omdat de
zorg toch echt ook wel een beroep is
en de verantwoordelijkheid hoe dan
ook bij de instelling hoort te liggen.
Minder is het ook als vrijwilligers of
familie zich zozeer ‘thuis’ voelen dat
ze ongevraagd gaan ingrijpen in de
gang van zaken in de zorg. Ik denk
bijvoorbeeld aan iemand die op een
dag besloot een huiskamer anders in
te delen: cliënten een andere plek
geven in de huiskamer, bij andere
medebewoners dan normaal aan ta­
fel…
Soms is het geweldig: zo’n vrijwilli­
ger erbij. Iemand die even de koffie
van je overneemt. Wel kan gaan
wandelen met die meneer die zo dol
graag een blokje om wil. Eindelijk
eens een man voor die heren om mee
te bomen over voetballen en motoren.
Dus heren?
Soms is het ook lastig, als je een vrij­
williger moet ‘bijsturen’ die qua leef­
tijd je moeder kan zijn. Of die jonge
vrouw die je moet coachen omdat ze
niet begrijpt dat ze niet op de avances
van een oude dementerende heer kan
ingaan omdat er geen sprake is van
een gelijkwaardige relatie… Of als de
vrijwilliger iemand is met een beper­
king die wel een plekje nodig heeft
maar eigenlijk extra zorg en werk be­
tekent.
En dan nu? Familieleden die verplicht
moeten komen helpen? Om de gaten
te vullen die vallen als de maatschap­
pij besluit minder geld te stoppen in
de zorg voor zeer kwetsbare ouderen?
Wordt dat de volgende golf ‘vrijwilli­
gers’?
Hoe gaan we daar dan een win­win­
winsituatie van maken??? Daar houd
ik mijn hart voor vast. Of kan ik beter
een schietgebedje doen?
Actief als
vrijwilliger
Ada van Mil
achter de balie. Je wordt gevraagd, je
bent nu toch met pensioen dus je hebt
ctief zijn na het werkzame, al­ de tijd. Ja zeg jezelf, waarom? Er wordt
thans betaalde, deel van je
een beroep op je gedaan, je wordt
leven. We worden er allemaal
gezien, dat geeft een goed gevoel. En
toe opgeroepen met allerlei slogans. Ja,
trouwens het is echt weer een andere
ik doe vrijwilligerswerk, in de ogen van wereld waarin veel en eenvoudig con­
een aantal mensen, veel zelfs. Zelf heb
tact met allerlei mensen zomaar voor
ik die indruk niet. De aktiviteiten die ik handen is.
onderneem, zijn goed verdeeld in de
Van het een komt het ander en voordat
week en het is ook zeer verschillend van je het weet, zit je in een werkgroep of
elkaar. Ik ervaar nog steeds dat ik bin­
rijd je met voedselpakketten door de
nen andere werelden stap. Een wereld
stad. Er was iemand nodig, je hebt een
die niet van mij is of toch wel?
auto en de tijd, dus doen of niet? Het is
Mijn ervaring is dat het vrijwilliger zijn aan jou.
ook in mijn vroegere levensfase al iets
Ik moet zeggen dat ik geniet van al die
vanzelfsprekends was. Je rolde om het
verschillende werelden. Toch is er een
eenvoudig te zeggen er zomaar in. Bij­
overheersend element in al mijn vrij­
voorbeeld binnen mijn werk als maat­
willigerswerk: armoede. Kan ik daar
schappelijk werkster voor ouderen
wat aan doen, ik hoop het wel.
kwam ik veel familieleden van de oude­ Wekelijks ben ik betrokken als be­
re tegen, met al hun zorgen en
stuurslid bij beoordeling van de aanvra­
problemen. Tegenwoordig is het woord
gen voor financiele steun in diverse
'mantelzorg' bekend en erkend maar
situaties van mensen die vaak in moei­
midden jaren negentig was dat zeker
lijke, soms zelfs uitzichtloze narigheid
nog niet. Met een aantal enthousiastelin­ zitten. Kennis van de sociale kaart in
gen hebben we in 1997 de Leidse Ver­
Leiden en contacten met veel instanties
eniging van Mantelzorgers opgericht. Ik spelen hierbij een grote rol. Wekelijks
was een van de vijf bestuursleden. Werk ervaar ik dat heel veel mensen vanuit de
naast het eigenlijke werk maar wel min
diverse organisaties hun uiterste best
of meer erbij passend. Zo kan vrijwilli­
doen om hier te helpen.
gerswerk ontstaan.
In de LSE ben ik betrokken bij het Dia­
Soms kan je vanuit achtergrond van
conale Hulpfonds. In deze werkgroep
werk en/of studie voor iets gevraagd
proberen we met elkaar ook voor men­
worden. Bijvoorbeeld jurylid worden
sen van wat verder weg van de LSE en
voor toekenning van de jaarlijkse vrij­
Leiden iets te doen, met name geld bin­
willigersprijs. Hoe meer contacten van­ nen halen via de maandelijkse collectes.
uit allerlei hoeken en des te bekender
Na dit relaas op papier moet ik goed na­
word je.
denken over de vraag, heb ik er zelf iets
Zo kan je op een achternamiddag naar
aan en wat is dan mijn motivatie? Ik
de Bakkerij gaan om een vergaderzaal te ervaar het als heel gewoon, het hoort bij
reserveren en binnen no­time zit je een
mij om iets concreets te doen, proberen
middag in de week als vrijwilliger
te delen met anderen.
A
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
7
actief
Henk Schouten bij de uitreiking van de certificaten. Zelf kreeg hij een beeldje van een Surinaams vrouwenhoofd uitgereikt.
Actief in Paramaribo
Henk Schouten
I
n december 2010 werd ik (op
advies van Japke van Malde) ge­
polst of ik mee wilde doen met het
project van upgrading van de docenten
aan de christelijke kweekschool (CPI)
in Paramaribo. De bedoeling was, dat
het niveau verhoogd zou worden van
MBO naar HBO. Hiervoor moesten
eerst de docenten worden bijgeschoold,
opdat zij weten wat op HBO­niveau
verwacht mag worden van de studenten.
Naast rekenen en taal en zaakvakken is
godsdienst een belangrijk vak in Suri­
name. Het CPI is opgezet door de
samenwerking van het Bisdom (RK) en
de Evangelische Broedergemeente
(EBG).
Voor elk vak werden twee docenten uit
Nederland aangetrokken, die al met
pensioen zijn. Want deze bijscholing is
kosteloos. Voor alle subsidies die nodig
zijn scheelt dit een belangrijke post. Al­
leen alle onkosten worden vergoed, dus
8 | Hooglandse Nieuwe april 2014
reiskosten en verblijfkosten en benodig­
de boeken. Voor het vak godsdienst was
het nodig, dat er één rk en één protes­
tantse expert zou zijn. Voor de andere
vakken was dit niet van belang. De an­
dere docenten zijn of waren betrokken
bij de Fontys Hogescholen in Brabant,
want het initiatief is oorspronkelijk van­
uit de Fontys Hogescholen ontstaan.
Voor mij was het dus van belang om
goed contact te onderhouden met de
EBG.
Mijn betrokkenheid heeft drie jaren ge­
duurd. In die drie jaren ben ik tien keer
in Paramaribo geweest voor direct con­
tact met de betrokken docenten. Verder
gingen alle opdrachten en overleg per e­
mail.
Het eerste wat we deden was het vak
godsdienst verbreden tot gods­
dienst/levensbeschouwing (G/L). Dit
heeft wel even tot een principiële
discussie geleid. De vier docenten voor
G/L moesten eerst een belangrijk en dik
boek over godsdienstdidactiek bestude­
ren, namelijk het boek “Levensbe­
schouwing ontwikkelen” van Jef de
Schepper. Hiervoor werden allerlei op­
drachten gegeven. Verder hebben we
verschillende thema’s behandeld als
omgaan met Bijbelverhalen, verschil­
lende leeswijzen van de Bijbel en vor­
men van verhalen vertellen, gods­
dienstpedagogische thema’s, omgaan
met dood en verdriet, gebruik van
boeken en lesmethoden, etc.
De docenten waren zeer betrokken. Een
nieuwe manier van bijbel lezen riep
vooral in het begin problemen op, maar
soms ook enthousiasme en nieuwsgie­
righeid.
We hebben meermalen lessen van de
docenten bijgewoond en lessen van de
studenten op de basisscholen en deze
besproken, precies zoals dat ook gebeurt
bij een pabo in Nederland.
Mijn rk collega was vooral betrokken
als theoloog, want hij geeft ook kader­
cursussen bij het bisdom in Paramaribo.
Ik was vooral aangetrokken voor de
actief
didactiek van het vak.
Voor de vakken rekenen en taal kon
men terugvallen op methodes uit
Nederland en Vlaanderen. Maar voor
godsdienst/levensbeschouwing was
geen budget hiervoor. Dit betekende,
dat ik vooral heel veel nieuwe modules
en readers heb geschreven, want wat
men gebruikte was officieel MBO,
maar in mijn ogen vaak nog LBO. Bij
elkaar heb ik 9 modules en readers ge­
schreven, die we uitvoerig met de do­
centen hebben besproken, want zij
moeten er mee kunnen werken. Hoe je
modules en readers moet maken was
voor hen volstrekt onduidelijk. Nu we­
ten ze wat het niveau is, al hebben ze
natuurlijk de vrijheid dit aan te passen
aan de Surinaamse werkelijkheid. Dat
heb ik ook uitdrukkelijk aangeraden bij
de uitreiking van het certificaat in fe­
bruari 2014. Waarschijnlijk houden we
per e­mail nog contact.
Bij de start van het project heb ik niet
geweten hoeveel tijd dit zou vragen.
Maar ik heb met veel vreugde en inzet
voor deze bijscholing gewerkt. Zonder
de ervaring bij de Pabo in Oegstgeest
had ik dit niet gekund. Het kan dus heel
verrassend zijn wat zomaar op je pad
komt. Vorig jaar is Anke, mijn vrouw,
met mij meegegaan en hebben we er
een interessante vakantie aan het be­
zoek vastgeknoopt. Het is een prachtig
land. Naast deze vakantie was er niet
zoveel tijd om wat te bekijken, want het
bezoek was telkens één week, begrijpe­
lijk gezien de kosten voor het project.
Terugkijkend op het project bewaar ik
goede herinneringen. Als het aan de do­
centen G/L van het CPI ligt kom ik nog
een keer. Wie weet…
El de Meijer, Nely de Wit, Loes Hoeflaak, Annette Albers, Sylvia van Hoven en Lies Pijl
Actief op het secretariaat
Nely de Wit
V
anmorgen bij Actie en infor­
matie: "Vandaag is het uw
laatste kans om actief te zijn,
over en in uw vrije tijd". Actie en in­
formatie op de liturgie ­ de liturgie die
we wekelijks krijgen en waarvan we het
heel gewoon vinden dat die er verzorgd
uitziet. Actie in de vrije tijd, hulde aan
Sylvia en Lies, dank aan de stencilaars
Ben, Anneke, Anne­Marie, Jaap en Irm­
traud.
Actief. Diverse associaties roept dat bij
mij op: actief zijn, actieveling, activist,
actief luisteren, actief meedoen, actief
meewerken, allemaal woorden van deze
tijd en zoals je in advertenties ziet, geen
mentaliteit van negen tot vijf. Moet je
uitblinken in iets om het etiket actieve­
ling opgeplakt te krijgen?
Actief zijn, volgens het woordenboek
betekent dat bezig zijn; bezig zijn is je
niet vervelen, of je dat nu doet voor een
baas of in het vrijwilligerswerk.
Voor mij betekent actief zijn ook zorg
hebben voor je medemens, verantwoor­
ding durven nemen voor de samen­
leving waarin wij leven.
Het zit in mijn genen. Tijdens een fa­
miliefeest hadden wij het er nog over,
om gewoon eng van te worden. Velen
zijn kerkelijk en maatschappelijk actief,
de leeftijd kent geen grenzen. Op mijn
beurt betrek ik mijn kinderen weer bij
de genoemde activiteiten, ook om hun
wereld te vergroten en dat zij mede ver­
antwoordelijk zijn voor de plek waar zij
wonen en werken.
De liturgie is een belangrijk onderdeel
van de vele werkzaamheden die op het
secretariaat aan het Rapenburg plaats
vinden. Ik blijf het nog steeds een eer
vinden om daar bezig te zijn en nu alle
mensen die daar actief zijn eens in het
zonnetje te zetten, Annette, Ceciel, Elly,
Kees, El, Loes, de eerder genoemde li­
turgiemakers en stencillaars, naast de
actieve beheerscommissie, onze huis­
houdelijke hulp Yasna , Pieter onze
huismeester en vele anderen.
Met elkaar zijn we "stil actief" voor en
buiten de LSE.
Velen van ons zijn ook nog actief op
andere terreinen, ook ik ben besmet met
dat 'actieve virus', maar dat is voor een
ander artikel.
Nely de Wit is coördinator secretariaat
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
9
actief
Wandelend
actief
Annette Albers­Westerhoff
Omdat ik vroeger oorspronkelijk
o’n 23 jaar was ik qua werk en­ Engelse les gaf in het middelbaar on­
thousiast betrokken bij de op­
derwijs was een groep meenemen en
vang van buitenlandse promo­
hen allemaal een verhaal vertellen ge­
vendi en hoogleraren aan de Leidse
lukkig niets nieuws. Ja, eigenlijk was
Universiteit bij de Stichting Internati­
het een verademing: je vertelt je verhaal
onal Centre op Rapenburg 6 (nu al jaren aan mensen die er voor gekozen hebben
een dichtgetimmerd pand ). Het was
om iets van de stad te weten te komen.
onze taak om te zorgen voor hun huis­
Dat is leuk en een compleet ander ge­
vesting (intern en extern), er waren cur­ hoor dan pubers die tegen hun zin vaak
sussen Nederlands en een grote groep
in de schoolbanken zitten! Mensen gaan
vrouwelijke vrijwilligers organiseerden voor hun plezier met je mee en je wilt
culturele uitjes, ‘potluck’­ etentjes , het ze dus een fijne en leerzame tijd bezor­
Sinterklaasfeest en koffie ochtenden
gen.
voor deze mensen en hun gezinnen. Als
manager van deze Stichting moest ik
Er is natuurlijk een verschil tussen een
dat coördineren maar ik deed ook als
losse groep mensen die samen komt bij
vrijwilliger in ieder geval mee met Sin­ het Visitor Centre (bij station) en een
terklaas, het 3­oktober festijn (soms
dagje op stap gaat of een groep vrien­
met Spaanse wetenschappers!) en ik or­ den of families die zich speciaal aan­
ganiseerde jaarlijks in de zomer een
melden. De eerste heeft geen onderlinge
historische stads­en hofjeswandeling
band en is heel gemotiveerd om je ver­
die door Gilde Leiden speciaal in het
haal te horen, maar een vriendengroep
Engels voor ons werd gehouden.
heeft elkaar vaak lang niet gezien en de
Die stadswandelingen vond ik heel
wandeling is voor hen een aangename
boeiend en ik dacht toen al: ‘als ik later manier om samen iets te doen, naast
stop met werken’ dan is dat iets wat ik
eten en borrelen. Je moet daar dan wel
best zou willen doen. In 2009 hield de
een iets andere insteek bij hebben en als
Stichting op te bestaan en was het in­
ze wat meer onderling praten en bij de
eens door vervroegd pensioen zover. Ik winkels blijven snuffelen is het mooi
had het idee dat ik mijn werkende echt­ als je de hele groep toch nog iets hebt
genoot natuurlijk wel moest laten zien
weten te melden. Lukt dat echter niet
dat ik ook ‘echt bezig’ was en mijn da­
voor de volle 100% dan is dat ook geen
gen nuttig vulde, dus meldde ik mij bij
ramp en heb je het toch leuk gehad met
Gilde Leiden aan. Acht maal moest ik
de geïnteresseerden, die er ook altijd bij
door de stad meelopen met een gids en
zitten.
flink studeren en daarna werd er ge­
Ik heb ook wel eens gewandeld met 2
oordeeld dat ik ‘af’ mocht lopen. Als
echtparen die een dagje op stap waren
gehoor konden er wat vrienden mee en
en elkaar niet kenden, maar allebei uit
onder het toeziend oog van de Commis­ de Achterhoek bleken te komen. Onder­
sie heb ik toen het examen afgelegd.
weg hebben we toen uitgebreid koffie
Z
10 | Hooglandse Nieuwe april 2014
gedronken omdat het gewoon genoeg­
lijk was en we allemaal geen haast
hadden. Dan besef je ineens weer wat
het betekent om zomaar mensen te ont­
moeten en met elkaar ervaringen uit te
wisselen.
Soms kan ik toch nog wel een beetje
stressy zijn voor een bepaalde wande­
ling, omdat ik mijn ‘territorium’ heel
langzaam uitbreid en die kennis toch
weer geoefend en herhaald moet
worden (vooral als je, zoals ik, zo’n
slecht geheugen hebt). Maar ik weet dat
ik mijzelf dit aan doe om steeds maar
weer mijn ‘comfort zone’ iets op te
rekken en dat is kennelijk de aard van
dit beestje. De stad kan ik nu echter
vanaf verschillende plekken doorkrui­
sen en ik geef ook met enkele andere
gidsen rondleidingen in de Academie
(speciaal voor de universiteit) en in de
Pieterskerk.
Toen ik indertijd besloot om gids te
worden, besefte ik niet dat er ook weer
een hele wereld van niet alleen wande­
laars maar ook gidsen, boeken, een
Gilde bestuur met verplichtingen en
ook allerlei uitjes aan vast zaten. Ik ben
dit allemaal vrolijk aangegaan en dat
maakt mijn leven, met nog meer van
zulk soort uiteenlopende kringen (ook
trouwens in de Ekklesia), afwisselend
en dagelijks bewust actief.
actief
Recht en Vrede
kussen elkaar
Herman van Bemmel
H
et leven is ondraaglijk. Al­
thans voor degene die zich
voortdurend bewust is van de
hartverscheurende dilemma’s waarvoor
hij of zij zich onophoudelijk ziet ge­
plaatst. Als ik nieuwe kleren koop, dan
weet ik dat ik mijn geld ook had kunnen
weggeven, opdat er iemand van de hon­
gersnood wordt gered. Mijn leven zou
ondraaglijk zijn als mijn onverschillig­
heid jegens de diepe ellende van ande­
ren mij niet te hulp zou snellen. Maar ik
zou het ook onverdraaglijk vinden als ik
zou moeten toegeven dat ik mezelf wijs
probeer te maken dat al mijn doen en
mijn laten ethisch verantwoord zijn.
Uit deze benarde positie heb ik mij pro­
beren te bevrijden door mij beschikbaar
te stellen voor ‘het goede doel’. Ruim
tien jaar geleden raakte ik, via een goe­
de vriend, betrokken bij de Nederlands­
Vlaamse Vereniging van Economen
voor Vrede. Daarvan was ik enige tijd
bestuurslid­secretaris. Samen met een
andere organisatie werd besloten tot op­
richting van de Stichting VredesWeten­
schappen1 (SVW). Van die stichting was
ik een aantal jaren bestuurslid­secre­
taris, resp. notulist. Over de juistheid
van ons doel bestond en bestaat bij mij
geen spoor van twijfel: een mondiaal
visioen van recht en vrede.2 Want waar
het visioen ontbreekt verwildert het
volk.3 Bestaat er een hoger perspectief
als motief voor het concrete handelen?
ling van ideeën voor de oprichting van
een bijzondere leerstoel, zonder enig
(zichtbaar) resultaat. Je moet wel héél
sterk gemotiveerd zijn om dan tóch door
te zetten. En gelukkig bestaan er zulke
doorzetters.
Terugkijkend op een periode van tien
jaren overheerst, ondanks de teleurstel­
lingen, de voldoening over hetgeen
Maar nu de werkelijkheid. Aan de ene
werd bereikt. Er is een enorme rijkdom
kant ervoer ik het intensieve contact met aan inspirerende ideeën van veel men­
zeer gemotiveerde en deskundige vrede­ sen, waar ook ter wereld, om mensen –
stichters als een weldaad voor de geest.
letterlijk – tot hun recht te laten komen.
Ik vertegenwoordigde SVW een keer op In het bijzonder door eerbiediging van
een grote lustrumviering van onze Duit­ de mensenrechten, waaronder de eco­
se zusterorganisatie in Osnabrück, de
nomische rechten.4 Voldoening ook over
stad van de Vrede. Ik, die vreselijke her­ het feit dat ik ‘iets’ heb kunnen bijdra­
inneringen aan het laatste oorlogsjaar in gen aan het bereiken van vrede, zodat ik
mij draag, vertoefde er te midden van
aan het eind van de dag met een enigs­
vredelievende Duitsers.
zins onbezwaard gemoed kan gaan
slapen.
Aan de andere kant moest SVW bedelen
om geld voor noodzakelijk onderzoek
1 Zie www.stichtingvredeswetenschappen.nl
naar de voorwaarden voor vrede en voor 2 Psalm 85, 11 Recht en vrede kussen elkaar.
bijzondere leerstoelen aan universitei­
3 Spreuken 29,18 (Willibrordvertaling 1995)
ten. Dat bedelen was dikwijls
4 Zie hierover de bijdrage van Rob van den
tevergeefs. Niet zelden werkten we, met Boom in de vorige aflevering van Hoog­
anderen, maandenlang aan de ontwikke­ landse Nieuwe.
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
11
actief
Actief voor
zinvol leven
Hans Feddema
A
ctivisme lijkt een kenmerk
van onze cultuur. Het heeft
ons collectief geen windeieren
gelegd, maar voor het individu is de
keerzijde, dat er ook vervreemding, te­
kort aan bezieling en psychische ver­
warring is te constateren. Wellicht een
gevolg van te krampachtig ons richten
op actie, ambitie en presteren. Ook de
vereenzelviging daarmee, denk ik, dus
dat we zijn wat we (actief) doen of de
attitude van ‘rupsje nooit genoeg’ in dat
alles. Vaak is dit zo (over)actief in het
leven staan een attitude van westerse
mensen in de eerste helft van hun leven,
terwijl pas op latere leeftijd er een om­
slag komt naar meer op zingeving
gericht leven.
Tweede geboorte in de wereld van de
Geest
In de bijbel heet die omslag wederge­
boorte en in de Bhagahavad Gita ‘de
tweede geboorte in de wereld van de
Geest’, daarmee aangevend dat we na
de incarnatie die geest een tijdje zijn
vergeten of hebben weggedrukt. De
bestsellerschrijver Wayne Dyer noemt
dit zijn boek De Verschuiving. Van am­
bitieus naar zinvol leven (2010) en
tevens in de verfilming daarvan: ‘ver­
schuiving’. Een door hem aangehaald
onderzoek in de VS onder 50­plussers
signaleert bij zowel vrouwen als man­
nen daarin een omslag van waarden.
Waren de mannen tot ongeveer hun 50e
12 | Hooglandse Nieuwe april 2014
jaar actief voor het verkrijgen van rijk­
dom, avontuur, succes, eer en genot als
top­vijf waarden, nu was dat voor spiri­
tualiteit, persoonlijke rust, gezin, je ‘ho­
gere’ wil en eerlijkheid. Bij de vrouwen
in het onderzoek was deze top­vijf eerst
actief zijn voor gezin, onafhankelijk­
heid, carrière, ‘zich aanpassen’ en aan­
trekkelijk zijn; na de omslag ging het
vooral om persoonlijke groei, eigen
waarde, spiritualiteit, geluk en vrijge­
vigheid. Bij de Bosjesmannen in Bots­
wana constateerde ik iets analoogs,
althans het onderscheid tussen twee
soorten ‘honger’. De ‘kleine honger’ is
luisteren naar de maag en de ‘grote
honger’ zou volgens hen het verlangen
naar zingeving en betekenis zijn.
in zijn ‘De Held met de 1000 Gezich­
ten’ ­ m.i. een must voor theologen ­ als
‘de roep tot dienen, tot het overgeven
van ons leven aan iets groters dan
wijzelf, de roep die we vanuit onze zie­
lenmissie bedoeld zijn om te worden’.
Ik denk, dat deze roep pas zuiver ge­
stalte kan krijgen na bovengenoemde
omslag van ambitieus naar zinvol leven.
Ik zie dat ook in m’n eigen leven. Er
was voorheen wel bevlogenheid in m’n
vredes­acties, maar ik herinner me ook
dat die tevens niet gespeend was van
ego­kenmerken als ijdelheid. Beter
gezegd dat de innerlijke vrede bij mij
nog niet optimaal was, wat idealiter zou
moeten bij het zich inzetten voor uiter­
lijke vrede, wil je geloofwaardig zijn.
Pas later ben ik beter gaan inzien dat
vrede niet iets is van opkomen voor ‘het
eigen (vredes)gelijk’, maar een ‘strate­
gie van de liefde’, of steeds een on­
derscheid maken tussen de persoon en
iemands gedrag. Toch heb ik geen spijt
van mijn activiteiten op het terrein van
vrede en politiek, omdat het tevens een
leerproces was voor m’n innerlijke
groei.
Actie als (beetje) ijdelheid en/of als
‘strategie van de liefde’?
Als ik naar m’n eigen leven tot nu toe
kijk, dan was ik naast m’n professie als
antropoloog ook vrij actief in het doen
aan vrede en politiek, zij het politiek
meer deelnemend van de zijlijn, dus als
activist en/of journalist, maar ook enige
jaren als Statenlid. Journalistiek ben ik
nog steeds in deze wat actief en onder
meer bestuurslid van Pais en voorzitter
van de 700 leden tellende 'Beweging
voor Geweldloze kracht', die zich laat
inspireren door Gandhi. Achteraf vraag
ik me dan af of dit streven naar vrede
een ego­behoefte was dan wel het
volgen van je ziel of van een calling, de
roep in jezelf. Joseph Campbell, de gro­ Dr. Hans Feddema is antropoloog, oud­
te mythenkenner, omschrijft het laatste
docent VU, publicist en vredesactivist.
actief
Ik heb een droom
Actief voor de Hooglandse kerk
Jan Slotboom
I
k droom van een Hooglandse kerk
die zowel in het voorjaar als in het
najaar, maar ook in de winter com­
fortabel is voor iedereen. Dus niet al­
leen voor de kerkgangers, maar ook
voor de bezoekers van bijeenkomsten,
conferenties en muzikale manifestaties.
Kortom een kerk die het hele jaar door
multifunctioneel te gebruiken is. Dat
multifunctionele gebruik is hard nodig.
Zonder een commerciële exploitatie is
de instandhouding van de kerk als ge­
bouw niet mogelijk.
gramma een bijdrage van 100.000 euro
aan een verwarmingssysteem voor de
zomerkerk. Daarvan is al 50.000 euro
binnen.
Wat beweegt mij om zo actief te zijn
voor de Hooglandse kerk? In de eerste
plaats is er het gevoel van verbonden­
heid met de kerk waar ik al vanaf de
restauratie in de jaren zeventig kom.
Die diensten van de LSE in het hoog­
koor van de kerk kan ik mij nog goed
herinneren. De ruimte was van de rest
van de kerk afgescheiden door een hoge
houten wand met gordijn. Daarachter
lag de kerkvloer open, zodat je over
een houten plankier naar het hoogkoor
moest lopen.
Dat gevoel van verbondenheid strekt
zich ook uit naar het verdere verleden,
de gebruikers van de kerk door de eeu­
wen heen. Wie waren zij en wat dachten
zij over geloof en samenleving?
Dat inzicht heeft mij ertoe gebracht be­
gin 2008 ja te zeggen op het verzoek
bestuurslid te worden van de pas op­
gerichte Stichting Vrienden van de
Hooglandse kerk. Met nu ruim 200
vrienden is in zes jaar tijds rond 65.000
euro opgehaald. Daarvan is in 2010
15.000 euro besteed aan de restauratie
van de doopkamer (waar 's zomers de
Volgend jaar bestaat de Hooglandse
koffie wordt gezet). Nu staat op het pro­ kerk 700 jaar, want in het jaar 1315 be­
gon de bouw van een houten kapel op
het 'Hooge Land'. Tot het jaar 1535
werd aan de kerk gebouwd en hij is nog
steeds niet af. Maar intussen staat er wel
een prachtige gotische kerk. In 2015
zullen er diverse feestelijke manifesta­
ties worden georganiseerd. Ik zit daar­
om ook in het comité 700 jaar HK.
Mooi om dat te te doen allemaal.
Maar waar het om gaat zijn uiteindelijk
de mensen die van de Hooglandse kerk
gebruik maken. Zij moeten een fijne
avond, een goede bijeenkomst of een
mooie kerkdienst kunnen hebben. Daar
zet ik mij voor in. Daarvan droom ik.
Jan Slotboom (gepensioneerd fiscaal­
jurist) was secretaris van de voormalige
LSE­raad. Hij werd in 2007 redacteur/
opmaker van dit blad. Voor het Leids
Kerkblad verzorgt hij de LSE­pagina's.
Daarnaast is hij vanaf 2008 penning­
meester van de Stichting Vrienden van
de Hooglandse kerk.
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
13
actief
Doe­democratie
Wim Schouten
V
an de troonrede uit 2013
hebben de meeste mensen
maar één woord onthouden:
'participatiemaatschappij'. De overheid
wil een samenleving waarin de burgers
zelf de verantwoordelijkheid voor hun
omgeving en voor hun naasten op zich
nemen. De overheid moet daarbij steeds
minder 'zorgen voor' , en meer 'zorgen
dat'. Deze beleidsfilosofie wordt uitge­
breid beschreven in de nota van het
kabinet 'Doe­democratie'. Dat was in
het Nederlands­Russische vriend­
schapsjaar 2013 een gemiste kans om
het Nederlandse parlement ook gelijk
maar “Doema” te noemen! Maar liefst
twaalf professionele adviesorganen
hebben aan deze nota meegewerkt, en
niet in hun vrije tijd.
Maar het resultaat mag er dan ook zijn.
Doelstellingen van de participatiemaat­
schappelijke beleidsinzet en doe­demo­
cratische voornemens zijn: een zelf­
organiserende samenleving, een terug­
tredende overheid en meer sociale bin­
ding. En dan de middelen: een heuse
veldverkenning naar praktijkinterven­
ties en bureaucratische tegenkrachten,
een versnellingsagenda en een hele
reeks agenderende contacten. Wie nu
nog niet naar het dichtstbijzijnde be­
jaardenhuis snelt om een tegenstribbe­
lend oudje per rolstoel de vrijwillig
geschoren natuur in te duwen moet echt
gerangschikt worden onder de categorie
'hopeloze gevallen'!
14 | Hooglandse Nieuwe april 2014
Al deze bobobeleidsblabla lijkt bedoeld
om één ding te verhullen: het gaat enkel
en alleen maar om de centen en de rest
is flauwe kul! De overheid moet
bezuinigen en dus is het goed dat waar
de professionals ontslagen worden, de
zorg en de collectieve voorzieningen op
peil blijven doordat burgers zelf de
luier, de rollator, de verfkwast en de
spade ter hand nemen. We betalen dan
minder belasting, maar worden wel ex­
tra belast.
Dat heeft voor­ en nadelen. Hoe gek het
ook klinkt: de voordelen zitten vooral
bij degenen die vrijwillig zorgen, en de
nadelen bij degenen die onvrijwillig
door een vrijwilliger verzorgd worden.
De eerste ervaart een grotere betrokken­
heid bij zijn omgeving. De laatste
ervaart een grotere afhankelijkheid.
Want tegen een instantie die alleen maar
wetten en regels uitvoert hoef je geen
“dank u wel” te zeggen, maar tegen een
vrijwilliger wel.
Het voordeel van mensen de dingen
weer zelf laten opknappen is meer so­
ciale binding, het nadeel is minder vrij­
heid. Volgens diverse sociologen is een
van de belangrijkste oorzaken van het
leeglopen van de kerken de opkomst
van de verzorgingsstaat. Je hoefde je
niet meer via een actief lidmaatschap
van een levensbeschouwelijke organisa­
tie verzekerd te weten van hulp in tijden
van nood. Het diaconaatsmannetje trekt
nu van Drees, en is dus niet meer af­
hankelijk van de kerk. Wat een bevrij­
ding betekende dat toch! En wat mooi
voor de kerken dat mensen nu alleen
betrokken zijn omdat ze er een bood­
schap aan hebben! De keerzijde van die
vrijheid is het op de loer liggen van
onverschilligheid. Mensen zien zorg en
ondersteuning als een recht, en voelen
geen prikkel om er zo zuinig mogelijk
gebruik van te maken. Gevolg:
exploderende kosten. Zo blijft het
schipperen tussen wat we aan de
samenleving zelf overlaten en wat we
de overheid centraal laten regelen. We
leven nu in een tijd waarin het eerste
weer in belang toeneemt. En gelukkig
zijn er overal enthousiaste mensen die
onderkennen waar iets gedaan moet
worden en die vervolgens de mouwen
opstropen. Van die mensen wordt de
wereld elke dag een stukje mooier en
beter. Van die mensen moet echter nie­
mand volledig afhankelijk zijn. Daarom
is het goed om steeds in de gaten te
houden wat maatschappelijke kerntaken
zijn die door professionals verricht
moeten worden om de kwaliteit ervan te
waarborgen en afhankelijkheid van
goedbedoelende vrijwilligers te voor­
komen. Laat alle activiteiten die men­
sen onbetaald in hun vrije tijd ver­
richten de slagroom zijn op de collectief
gebakken taart. Dan wordt het maat­
schappelijk smullen.
Wim Schouten (gepensioneerd socio­
loog) is secretaris van de Vereniging
LSE en redacteur van dit blad.
actief
Jolanda met Mira
Wij Helpen Daar: De weg naar geluk
Jolanda Hus
voorbereiding vond ik het bijna gek om
daadwerkelijk in de bus naar Kroatië te
orig jaar februari kwam ik
zitten, wetende dat de reis het begin is
voor het eerst in aanraking met van de aankomst. Aankomst op het
het werk van Stichting Wij
project waar je zolang aan hebt gedacht
Helpen Daar. Een vriend vertelde mij
en zoveel tijd aan hebt besteed, zowel
over het vrijwilligerswerk en kort daar­
alleen als met je projectgroep. Voor het
op vertelden ook twee toenmalige be­
plaatsvinden van de eerste projectbij­
stuursleden tijdens één van mijn
eenkomst zijn de andere groepsleden
hoorcolleges over de vrijwilligers­
nog als vreemden voor je, terwijl hier
projecten in de zomervakantie. Sinds­
bij latere bijeenkomsten geen sprake
dien ben ik actief geweest in de
meer van is. Omdat je als projectgroep
activiteitencommissie, heb ik deel ge­
in dezelfde omstandigheden komt, leidt
nomen aan een vrijwilligersproject en
het delen van je eigen momenten en
ben ik terecht gekomen in het bestuur,
ervaringen met personen of situaties
waar ik nu de Public Relations functie
vaak tot herkenning bij de andere vrij­
vervul.
willigers. De projectgroep dient als een
samenwerking met anderen naar een
Doel voor ogen
specifiek doel toe. Toch voelt het niet
Deze betrokkenheid met het vrijwilli­
als werk om vrijwilliger te zijn. Het
gerswerk begon voor mij vorig jaar
voelt als opdoen van ervaring en verbre­
lente bij vorming van de projectgroep.
ding van je wereld en mensbeeld. Want
Iedereen heeft hetzelfde doel voor ogen, ook al is vrijwilligerswerk belangeloos,
namelijk minderbedeelden in voormalig als vrijwilliger krijg je zeker iets voor je
Joegoslavië de aandacht en afwisseling
handelen terug, namelijk maakbare
van routine geven die zij normaal niet
momenten van geluk, die het delen
krijgen. Na een aantal maanden van
waard zijn.
V
Taalbarrière
In tegenstelling tot de vrijwilligers uit je
projectgroep, spreken de Kroaten,
Bosniërs en Serven over het algemeen
geen Nederlands. Toch vond ik het
communiceren zonder gebruik van taal
in Trogir heel erg meevallen. Com­
municatie vind ik heel belangrijk omdat
dit de basis is om iemand te leren ken­
nen. Voor ik naar een land ga waar een
andere taal wordt gesproken, heb ik bij­
na altijd de ambitie om deze taal te
willen leren. Helaas kost het leren van
een taal tijd en volledige aandacht, waar
het in combinatie met dagelijkse bezig­
heden veelal fout gaat. De eerste
maandagmorgen toen we de drempel
van tehuis Dom Staraca betraden heb ik
de mensen goedemorgen kunnen wen­
sen. De twee weken die hierop volgden
is mijn woordenschat met slechts een
handjevol woorden gegroeid. In het be­
gin ging ik vooral met deze taalbarrière
om door de paar geleerde kroatische
woorden te gebruiken. Omdat ik al snel
door mijn woorden heen was, ben ik
maar in het Nederlands terug gaan
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
15
actief
praten. Dit bleek veel beter te
werken omdat intonatie al verra­
dend is voor het verhaal dat je
vertelt. Sommige gesprekstech­
nieken blijven namelijk uni­
verseel. Zoals het onthouden van
namen, wat een persoonlijke band
creëert omdat het deel uitmaakt
van iemands identiteit. En ook
herhalen van enkele woorden die
iemand zegt, waardoor die per­
soon weet dat je luistert en zich
gehoord voelt.
Lichaam en geest
Daarnaast is aanraking vaak een
goed communicatiemiddel. Het
wil meestal zeggen dat je om ie­
mand geeft en niet bang bent om
contact met die persoon te maken.
Een klein, maar heel mooi
moment in Trogir, begon met aan­
raking van een bedlegerige. In
Trogir zijn een aantal personen op
dusdanige manier hulpbehoevend
dat zij grotendeels van de tijd aan
bed gekluisterd zijn en weinig tot
zelden op de binnenplaats komen.
Om ook deze mensen van aan­
dacht te voorzien gingen twee
meiden langs de bedden. Diep­
gaande gesprekken zijn hier niet
mogelijk, daarom brachten zij
bodylotion met zich mee. De
mensen die behoefte hadden aan
contact kregen bodylotion op hun
handen en armen in gemasseerd.
Een manier om hun zintuigen te
stimuleren, in dit geval gevoel op
de huid. Ieder persoon ervaart dit
op zijn of haar eigen manier. Eén
bedlegerige vrouw ervoer deze
handmassage op een dergelijk po­
sitieve manier, dat zij begon te
lachen, en eindigde in de slappe
lach.
Leven met elkaar
Veel van zulke geluksmomenten
zijn nu veranderd in herin­
neringen, waar bijna een jaar later
nog steeds met geluk aan kan
worden gedacht. Denkend aan
zulke momenten denk je te weten
wat geluk is en wat belangrijk is,
een onderwerp waar van jongs af
aan over wordt nagedacht. Als je
een kind vraagt wat het later wil
worden, is er namelijk een grote
kans dat je hoort ‘gelukkig’. Wat
ik daarom jammer vind is de he­
dendaagse hype rondom vrijwilli­
gerswerk. Tegenover de
commerciële wereld van nu, met
geld als voornaam machtsmiddel,
lijkt vrijwilligerswerk te staan als
het doen van iets goeds. Als je het
op deze manier bekijkt lijkt het
uitsteken van een helpende hand
iets speciaals, wat het naar mijn
mening niet hoort te zijn. Of het
nu dichtbij huis is of ver weg, we
leven met en niet zonder elkaar,
en om deze reden hebben we
elkaar nodig.
En nu…
Op dit moment ben ik wederom
actief in een project voor aan­
staande zomer. Dit jaar niet Tro­
gir, maar Stamnica (Servië).
Zowel in Trogir als Stamnica zijn
uiteenlopende handicaps terug te
vinden, zowel psychisch als li­
chamelijk. Verschillen tussen de
projecten zijn de leeftijdsgroep en
de ernst van de handicaps, welk
in Stamnica nog meer gevarieerd
zijn. Waarom ik dit jaar naar
Stamnica wil? Voor de uitdaging.
Afgelopen jaar heb ik veel lieve
mensen leren kennen door het
vrijwilligerswerk. Een aantal van
hen ging naar Stamnica en ver­
telden bij terugkomst zo enthou­
siast over Stamnica, dat ik het
deze zomer zelf wil ervaren.
Naast vrijwilliger ben ik dit jaar
ook projectleider van onze groep,
waardoor ik me nog meer betrok­
ken voel bij het project en zijn
verloop. Gelukkig ga ik deze reis
maken met anderen die hetzelfde
doel voor ogen hebben. Je gaat
immers niet alleen maar met
elkaar, want het is een ervaring
om te delen. Ik ben ervan over­
tuigd dat we ook dit jaar samen
een succes van het project kunnen
en zullen maken, en dat we het
geluk in momenten zullen vinden.
Stichting Wij helpen daar
www.wijhelpendaar.org
NL82ABNA0404587151
Jolanda Hus (20) studeert
psychologie en is pr­lid van het
stichtingsbestuur, dat regelmatig
op Rapenburg 100 vergadert.
16 | Hooglandse Nieuwe april 2014
Contraprestatie
Ik doe niet veel, 'k breng de dagen door
met punten slijpen. 'k Weet van vóór
nauw'lijks dat ik van achteren leef
noch wat voor zin of nut het heeft.
Als 't puntje goed is, zet ik hier
of daar een krul op het papier,
O, 'k schaam mij wel eens: uit mijn hand
kwam nooit iets nuttigs voor dit land!
Soms, onder 't slijpen groeit de wens
actief te zijn, een actiemens.
Maar zie ik dan, op 't Journaal,
dat hol gesjouw, dat leeg kabaal,
dan denk ik weer op de rand van 't bed:
vandaag één krul te veel gezet.
Lévi Weemoedt (1948)
uit: 'Vanaf de dag dat ik mensen zag' (2007)
vieringen
Hooglandse Vieringen
Iedere zondagochtend om 11.45 uur
Hooglandse Kerk Leiden
De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www.kerkomroep.nl
OVERZICHT
13 april
Christiane van den Berg
Palmzondag
Goede Week
17 april, 19.30 uur
18 april, 21.30 uur
19 april, 22.00 uur
Christiane van den Berg
Henk Schouten
Christiane van den Berg
Witte Donderdag (samen met LBG)
Goede Vrijdag: – Matthaüs Passion van Heinrich Schütz
Paaswake (met LBG), met doop van Kari Elisabeth van der Toorn
Paastijd
20 april
27 april
4 mei
11 mei
Henk Schouten
Karin van den Broeke
Jan Delhaas
Ruben van Zwieten
Pasen
Beloken Pasen
(liturg Jac van der Hoeven)
'Toegewijde Kunst ­ wat is nog heilig?'
18 mei
Ben Blonk
25 mei
Marcel Barnard
1 juni
Ton Snepvangers
8 juni:
Henk Schouten
'Adam en Eva'
'De Zondvloed'
'De Leegte' (liturg Henk Schouten)
Pinksteren ­ 'Het geheugen' (jongerendienst)
15 juni
22 juni
Sperwers en adelaars (uit Hemel en Aarde)
Belijdenisdienst
Christiane Berkvens
Rob van Waarde
Cor van Bree
Nadat we Palmzondag hebben gevierd,
volgt in de Goede Week het bekende
drietal diensten, het zogeheten triduüm.
Op Witte Donderdag schuiven we aan
bij de Binnenstadsgemeente, die op
zijn beurt bij de Paaswake onze gast is.
Op Goede Vrijdag verzorgt onze schola
weer na lange tijd een uitvoering van
de Matteüspassion van Heinricht
Schütz. Op Pasen gaat de overweging
over de vraag of het niet idioot is om
iets te gedenken dat tweeduizend jaar
geleden is gebeurd. De drie volgende
diensten zijn themavrij, al zal op 4 mei
de datum zeker niet onopgemerkt
blijven. Ruben van Zwieten, die op 11
mei onze gast is, is predikant­directeur
van de Stichting Zingeving Zuidas in
Amsterdam.
Vanaf half mei is er weer een serie, ge­
wijd aan kunst. Ben Blonk die er sterk
de hand in heeft gehad, deelt ons het
volgende erover mee. In de Hoogland­
se kerk staan deze zomer acht moderne
altaarstukken opgesteld. Het zijn
houten kunstwerken die gemaakt zijn
door de Amsterdamse beeldhouwster
Hanneke de Munck in samenwerking
met andere kunstenaars. (Zie ook het
artikel op pagina 19 in dit blad: Toege­
wijde kunst – wat is er nog heilig?) In
de serie, waar 6 juli bij aansluit, staat
per viering steeds één altaarstuk met
bijpassend thema centraal. In deze vie­
ringen speelt naast de woordtaal (Bij­
belverhaal, liedtekst) nadrukkelijk ook
de beeldtaal een rol. Woord en beeld
vullen elkaar aan in onze zoektocht
naar wat in onze tijd nog heilig is. Gas­
ten zijn oud­pastor Marcel Barnard en
diaconaal werker Ton Snepvangers van
De Bakkerij.
Op 15 juni staan vogels centraal, in
aansluiting bij een methode gods­
dienstonderricht voor schoolkinderen
die ook in onze kindernevendiensten
wordt gebruikt. Zondag 22 juni is gere­
serveerd voor jongeren die belijdenis
willen doen.
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
17
bestuur
Mededelingen van
het bestuur
Algemene ledenvergadering
Op dinsdag 20 mei heeft de Vereniging LSE weer
een algemene ledenvergadering. Aan de orde zal
komen het conceptbeleidsplan voor de LSE dat is
opgesteld door het bestuur. Nadere informatie zal
op tijd beschikbaar zijn.
Lieddag in Leiden
20 april 2014: Stichting Straatpastoraat Leiden
NL21 TRIO 039 049 0814
18 mei 2014: Stichting Exodus
NL27 ABNA 054 310 4044 Exodus Leiden
Op zaterdag 17 mei zal in de
Hooglandse kerk van 10 ­ 16 uur
een lieddag worden gehouden voor
iedereen die van zingen houdt. Het
programma bestaat uit een mix van
eigentijdse, bekende en nieuwe
liederen van o.a. Huib Oosterhuis
die rijmen op de "Moderne altaar­
stukken" van de tentoonstelling die
hiernaast wordt genoemd.
Dirigenten: Wim de Ru (van de
Schola Cantorum) en Jan Hulsber­
gen (van het Jenhkakoor uit Den
Haag). Aanmelden bij
[email protected].
Kosten: € 20, incl. bladmuziek.
Aansluitend zal de tentoonstelling
'Toegewijde Kunst' worden geo­
pend (zie de pagina hiernaast).
Giften ook welkom op NL42 INGB 000 331 3366
Stichting Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE,
o.v.v. de instelling die u wilt ondersteunen.
Uw giften zijn fiscaal aftrekbaar.
Nadere info: Ineke Arnoldi,
06 4843 1548
[email protected]
www.toegewijdekunst.nl
Extra In gesprek met ...
Tobias Karsten
studentenraadsman
donderdag 24 april,
Rapenburg 100, 20.15 uur
Aansluitend: LSE­borrel!
Uitgangscollecten
Goede Vrijdagdienst, 18 april, 21.30 uur
In deze dienst is Henk Schouten de liturg. De Schola Cantorum
zal de Matthäus Passion van Heinrich Schütz ten gehore bren­
gen, met als solisten Uros Petrač (evangelist) en Hans Brons
(Christus). Schütz volgt de tekst van het Mattheusevangelie op
de voet, voorafgegaan door een introïtus. Het werk van rond 50
minuten wordt geheel a capella gezongen, maar heeft door zijn
geraffineerde toonzetting een grote intensiteit.
Heinrich Schütz is geboren in 1585, dus precies honderd jaar
voor Johann Sebastiaan Bach. Als 24­jarige rechtenstudent ont­
ving hij van de Landgraaf van Marburg een beurs om in Venetië
bij Gabrieli muziek te gaan studeren. Hij is daar drie jaar ge­
weest. In 1611 verscheen zijn opus 1. Nadien maakte hij weer
een studiereis naar Venetië om zich te bekwamen in de nieuwe
stijl van Monteverdi. Van hem is voornamelijk geestelijke
muziek bekend, waaronder drie Passies. Zijn Matthäus Passion
dateert uit 1666; hij was toen 81 jaar oud. Hij overleed in 1672
op 87­jarige leeftijd in Dresden. Zijn kleindochter was bij zijn
sterfbed zijn enige nog levende bloedverwant.
18 | Hooglandse Nieuwe april 2014
toegewijde kunst
Serie 'Toegewijde Kunst ­ wat is nog heilig?'
I
n de Hooglandse Kerk staan deze zomer acht
'Moderne Altaarstukken' opgesteld. Monumen­
tale houten kunstwerken, gemaakt door de Amster­
damse beeldhouwster Hanneke de Munck in
samenwerking met andere kunstenaars.
OPENING: zaterdag 17 mei 2014
Hooglandse kerk
Vieringen gewijd
aan deze expositie
18 mei: 'Adam en Eva'
25 mei: 'De Zondvloed'
1 juni: 'De Leegte'
8 juni: 'Het Geheugen'
10.30 ­ 16.00 uur: Lieddag (zie pagina 18 hiernaast)
Onstilbare tonen en sprekende beelden
o.l.v. Wim de Ru en Jan Hulsbergen
17.30 uur: Opening Expositie Toegewijde kunst
(vrij toegankelijk)
m.m.v.
­ Meta Knol, directeur Museum De Lakenhal
­ Ad Alblas, predikant Binnenstadsgemeente
­ Hanneke de Munck, beeldhouwster en initiator van
Toegewijde Kunst
www.toegewijdekunst.nl
29 juni: 'De Verwondering' (kinderdienst)
(de eerste vier besproken stukken staan hierboven afge­
beeld, de laatste hiernaast).
In deze vieringen speelt naast woordtaal (Bijbelverhaal,
liedtekst) nadrukkelijk ook beeldtaal een centrale rol.
Woord en beeld, ze vullen elkaar aan in onze zoektocht
naar wat in onze tijd nog heilig is.
www.toegewijdekunst.nl
STUDIUM
GENERALE
Amsterdam en buitengewoon hoogleraar Praktische
Theologie, Universiteit Stellenbosch (Zuid Afrika).
Universiteit Leiden
woensdag, 30 april 2014
Nieuwe altaren
Prof.dr. Erik Borgman, hoogleraar Publieke Theologie en
bekleder van de Cobbenhagen­leerstoel, Universiteit van
Tilburg
Lezingencyclus
Altaarstukken door de
eeuwen heen
Vier woensdagavonden, 19.30 tot 21.00 uur
Zaal 028, Lipsiusgebouw (1175)
Cleveringaplaats 1, Leiden
Toegang gratis, iedereen welkom!
woensdag, 7 mei 2014
Altaar in het zicht. Het visualiseren van een boodschap door
middel van het altaarstuk
Dr. Wendelien van Welie, docent Kunstgeschiedenis van de
Middeleeuwen, Universiteit van Amsterdam.
woensdag, 23 april 2014
Vloeibare religie: transitie en transformatie van religie
Prof.dr. Marcel Barnard, hoogleraar Praktische Theologie,
Protestantse Theologische Universiteit (Amsterdam),
bijzonder hoogleraar Liturgiewetenschap, Vrije Universiteit
woensdag, 14 mei 2014
God in de woestijn. Derrida en de negatieve theologie
Dr. Rico Sneller, universitair docent Wijsgerige antropologie,
Instituut voor Wijsbegeerte, Universiteit Leiden.
www.toegewijdekunst.nl
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
19
hoogstpersoonlijk
Na de uitvaart van Dirk schreef zijn
jongste dochter Suze ons:
Dirk Bakker
Den Helder, 10 oktober 1928 ­ Voorschoten, 26 februari 2014
Op 26 februari is overleden Dirk
Bakker. Dirk was ziek en al door de
dood getekend, toen hij veertien dagen
tevoren voor het laatst nog bij onze
viering was. Hij was ­ samen met zijn
vrouw Jik die in 2004 overleden was ­
een LSE­ganger van het eerste uur.
Hij heeft als zeeman alle wereldzeeën
bevaren. Later op de wal was hij elek­
tricien en heeft menige klus geklaard
in ons pand Rapenburg 100. Hij was
jarenlang actief in de werkgroep dien­
sten en later in de koffiegroep. Ook op
het secretariaat was hij decennialang
een waardevolle kracht. Hij was ­
compleet met zijn Amsterdamse ac­
cent ­ een echte arbeider, een rasechte
FNV'er.
In de aula van begraafplaats Rosen­
burgh in Voorschoten, hebben wij in
een bijeenkomst o.l.v. Henk van
Breukelen afscheid van hem ge­
nomen. Daarna werd hij begraven
naast zijn vader.
We gedenken hem met genegenheid
en grote dankbaarheid. Dat hij mag
rusten in vrede.
Sjef Mank
Langeraar, 12 januari 1959
Leiderdorp, 8 maart 2014
Op 8 maart is op 55­jarige leeftijd in
Leiderdorp overleden Sjef Mank. Met
zijn vrouw Yolande Schutte en hun
kinderen, Joost en Roos, zijn ze
betrokken geraakt bij de LSE. Vanuit
zijn achtergrond in een groenopleiding
maakte hij een overstap naar het on­
derwijs. Hij was een bevlogen leraar
aan het Wellantcollege in Alphen aan
den Rijn. Zijn hart lag bij het stimule­
ren van jongeren in een praktijkoplei­
ding om te vertrouwen op hun
20 | Hooglandse Nieuwe april 2014
Wij hebben het erg gewaardeerd dat jullie
er waren bij de begrafenis. Het was fijn
dat er echt gezongen werd en ik vond het
zo troostrijk hoe iedereen over mijn vader
sprak. Mijn zus Irene zei vanmiddag nog:
'Ze hebben me mijn vader terug gegeven.'
Ik ben vooral heel dankbaar dat er voor
mijn vader altijd een plek is geweest waar
hij zich thuis voelde, waar hij zich ge­
waardeerd en geliefd mocht weten en waar
mensen hem bleven omringen, ook toen hij
achteruit ging. Pas toen ik mijn verhaal
over pappa schreef, werd het me duidelijk
hoe belangrijk het voor hem was dat hij
zich verdienstelijk kon maken en dat hij
mensen van dienst mocht zijn, dat hij lid
was van een gemeenschap, waarin je jezelf
mag zijn, met een zekere vanzelfsprekend­
heid. Ik vind het zo mooi dat jullie hem dat
gegund hebben, ook toen het al niet meer
zo best ging.
Als jongste ben ik nog heel lang met mijn
ouders mee gegaan naar de ekklesia. Zelfs
heb ik op de Hooglandse Kerkgracht ge­
woond en kuierde dan 's zondags om half
twaalf naar de kerk. Het is een mooie,
warme en genoeglijke kring, waarin ook
nog eens echt nagedacht en gesproken
wordt over de dingen. Dat is een groot
goed geweest voor mijn beide ouders en
dat hebben ze mij ook meegegeven. Ik
hoop dat jullie je dat bewust zijn en die
dankbaarheid met ons kunnen delen.
Hartelijke groeten,
Suze Bakker
Voorzichtig
heb ik de gevangen vogel
uit de strik verlost
ik laat hem vliegen
hij geeft mij vleugels
kunnen. Door zijn creativiteit, humor
en oog voor wat mensen om hem heen
nodig hadden, heeft hij veel betekend.
Grote woorden waren daarbij niet zo
nodig, wel betrokkenheid en durven
kwetsbaar te zijn. Zie daarover ook
het Naschrift in Trouw van 24 maart.
Zijn uitvaart was op 13 maart in de
Dorpskerk te Leiderdorp.
We zullen hem gedenken; bovenal zijn
we dankbaar voor wie hij was.
hoogstpersoonlijk
Overleden, 1 april 2014
Vida Rahimi
Op dinsdag 1 april is Vida Rahimi, de
vrouw van Julius Rakers, bij een hart­
operatie overleden. Haar naam be­
tekent “Leven, genadevolle”. Ze is 73
jaar geworden.
Vida en Julius zijn 50 jaar geleden in
Teheran getrouwd, waar ook hun beide
dochters Persia en Yassamin zijn ge­
boren. Het was een islamitisch huwe­
lijk, want anders had de gereformeer­
de Julius haar niet kunnen trouwen.
Door de islamitische revolutie onder
Khomeiny zijn ze voor haar veiligheid
naar Nederland verhuisd, want als
dochter van een generaal en als lid van
een belangrijke familie onder de Sjah
liep haar leven gevaar. Julius vond
hier werk aan de TU Delft.
Op donderdag 3 april vond de be­
grafenis plaats. Naar islamitisch ge­
bruik moet iemand binnen 24 uur
begraven worden, maar in Nederland
moet daar volgens de wet minimaal 36
uur overheen. Het ritueel hiervoor kan
je echter ook in twee onderdelen knip­
pen. Dan voldoe je aan beide regels.
Julius vertelde me dat Vida begraven
is op de 13e dag van het Perzische
Nieuwjaar. Volgens de traditie moet
dan iedereen een dag zijn huis uit. Hij
ervoer dit als symbolisch.
Vida was een wijze vrouw, die veel
van de Perzische cultuur wist. Ze ver­
tegenwoordigde een milde islam in de
geest van de Soefi­traditie. Zij voelde
zich dan ook thuis bij de LSE­vie­
ringen in de Hooglandse kerk en was
dankbaar dat Persia bij mij haar be­
lijdenis heeft gedaan. Yassamin heb ik
nog getrouwd.
Mogen we de gedachtenis aan haar
wijsheid in ere houden.
Henk Schouten
Kind van de zon
Kind van de zon, zomaar gegeven
daglicht en leven, uit welke bron?
Kind van de maan, uit nacht geboren
hemel verloren, op weg gegaan.
Komen mag jij, met al je dromen
aarde bewonen jij, mens met mij
Bernard Huijbers
Op zondag 16 maart heeft ds. Christiane van den Berg gedoopt:
Fenna Anneke Haanstra, dochter van Auke Haanstra en Vera Veldhuis
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
21
ingezonden
Het karakter van
Actie en informatie
Ad van der Waals
E
en van de vaste onderdelen van
de zondagse vieringen van de
LSE is Actie en Informatie. De
oproep om de mandjes voor de collectie
te vullen en door te geven wordt
gevolgd door een aantal mededelingen
die te maken (moeten) hebben met het
werk van de LSE. Aandacht voor een
diaconale actie, een lezing of activiteit,
een handtekeningenactie, de laatste of
eerstvolgende Hooglandse Nieuwe, een
overlijdensbericht, de komende viering,
de koffie etc. Ondanks het verzoek om
daarin kort te zijn willen veel sprekers
toch een boodschap kwijt die vaak niet
in een halve minuut te vatten is. Niet
zelden wordt door voorlezen en/of
toelichting de mededeling in herin­
nering gebracht die al een plaats heeft
gekregen op de (omvangrijke) liturgie
die elke week door nijvere handen voor
ons wordt gedrukt, ‘geraapt’ en uitge­
deeld. Bovendien zijn de elektronische
media binnen de LSE en bij de meeste
kerkgangers of andere belangstellenden
inmiddels bekend en volop in gebruik,
maar dat is kennelijk nog niet voldoen­
de.
Ik moet bekennen dat het mij meestal
niet mogelijk is de mededelingen al­
22 | Hooglandse Nieuwe april 2014
lemaal in mij op te nemen. Veel ervan
gaan trouwens verloren in het geroe­
zemoes van de kerkgangers en door de
wijze waarop ze gedaan worden. Soms
is de boodschap – of de boodschapper ­
al bekend en dus voorspelbaar en ver­
slapt de aandacht. Als er een keer nie­
mand voor een mededeling naar voren
komt is de verbazing of misschien de
opluchting merkbaar. Sneller naar bui­
ten of naar de koffie!
Iets van de laatste tijd? Nee hoor, maakt
u niet ongerust want het is al zo sinds ik
meer dan dertig jaar geleden voor de
eerste keer in de LSE kwam. Soms hoor
je wat gemopper over de gang van
zaken maar na een korte periode van
meer zelfdiscipline komt de oude situa­
tie gewoon weer terug. Je raakt eraan
gewend maar ook aan je irritatie hier­
over.
Er is voor mij ook een meer actuele
aanleiding om in dit themanummer Ac­
tief Actie en Informatie aan de orde te
stellen. In een aantal opeenvolgende
vieringen is de aandacht gevestigd op
een nieuw verschenen boek. Naar ik
heb begrepen is er in wetenschappelijke
kring enige discussie is ontstaan over de
kwaliteit van een proefschrift. Het be­
treffende boek is in zekere zin een reac­
tie of zelfs onderdeel van die discussie.
Een van de ‘partijen’ geeft nadere uitleg
en verweert zich tegen aantijgingen van
‘arrogante’ anderen. Voor zover ik kan
overzien is het niet direct een publicatie
die het werk van de LSE betreft, hoog­
uit binnen de LSE op belangstellende
lezers kan rekenen. De LSE heeft er in­
middels zelfs een bijeenkomst over ge­
organiseerd.
Nu denk ik dat er in de diensten van de
LSE nogal wat mensen komen die
boeken hebben geschreven of publica­
ties hebben laten verschijnen, die mis­
schien ook wel interessant zijn voor
Ekklesiagangers. Het is mij ook wel
eens overkomen maar ik heb er geen
moment aan gedacht daar in Actie en
Informatie aandacht voor te vragen.
Soms heb ik een boek of artikel in han­
den waarvan ik denk: zou iedereen
moeten lezen! Hoewel ooit bibliotheca­
ris en als zodanig ‘geroepen’ boeken
aan de man te brengen: ik treed ook dan
niet naar voren.
Een zeker activisme is altijd het ken­
merk van de LSE geweest. Het is voor
mij daarom niet de vraag of Actie en
Informatie een plek moet houden bin­
nen de viering op de zondagmorgen.
Het lijkt me echter wel goed om er over
na te denken of het middel, de inhoud
en de vorm wel altijd functioneel zijn.
ingezonden
Hooglandse
Nieuwe
Hoop
Voor Stichting COME organiseer ik
jaarlijks een 11­daags seminar voor 30
Israëli’s en Palestijnen, jongeren van 20
tot 35 jaar die de moed hebben om ‘de
vijand’ te ontmoeten en open staan om
naar het verhaal van de andere kant te
luisteren. Welke impact deelname aan
zo’n seminar heeft op de deelnemers,
kan het beste verwoord worden door een
van de deelnemers van afgelopen jaar,
Samar. Zij is een 23­jarige Palestijnse
die in Israël woont.
“Jezelf de kans geven om het conflict
waarin je leeft te bespreken met de ‘an­
dere kant’ is niet altijd makkelijk. Het
geeft je ook geen directe resultaten of
oplossingen. Het is echter wel een
noodzakelijke stap die je moet nemen als
je wilt dat de hoop die je ooit had voor
een betere toekomst, ontwaakt. Ik kan
eerlijk zeggen dat ik absoluut zonder
verwachtingen naar het seminar ging,
maar dat ik ben teruggekomen als een
ander persoon.
Als Israëlisch burger ontmoet ik op da­
gelijkse basis joodse Israëli's, maar toch
is er, ondanks de fysieke nabijheid, een
onmiskenbare scheiding. De mogelijk­
heid om de situatie waarin we leven te
bespreken, bestaat bijna niet.
Ik ontmoette zowel joodse Israëli's als
Palestijnen uit de Westelijke Jordaan­
oever. Ik had de kans om met hen om ta­
fel te zitten en het conflict zeer serieus te
bespreken. Ik slaagde erin om te luiste­
ren en om mijn eigen mening te laten
horen. Naast diepe en serieuze discussies
­ die soms eindigden in woede of tranen
­ kregen de deelnemers de kans om in de
vrije tijd op natuurlijke wijze te mixen.
De mogelijkheid om op deze manier met
elkaar om te gaan, hielp ons om sommi­
ge obstakels die tijdens discussies ge­
voeld werden, te verbreken.
Vóór het seminar had ik alle hoop op een
mogelijke toekomst in Israël verloren.
Maar nu, na het ontmoeten van deze
fantastische mensen die bereid zijn om
het conflict te bespreken, te luisteren
naar de mening van anderen, die hun
persoonlijke verhalen willen horen en
hun hart willen openen voor de pijn van
elke kant ­ nu is mijn hoop voor een
mogelijke oplossing voor het conflict
nieuw leven ingeblazen. Het seminar
heeft mij laten zien dat er nog hoop is.”
Op 30 maart was de uitgangscollecte ge­
deeltelijk voor Stichting COME. Wilt u
alsnog, of nog eens, bijdragen aan het
werk van de stichting zodat meer jonge
Palestijnen en Israëli’s deze ervaring
kunnen hebben? Doneer dan naar
NL04INGB0003733187 t.n.v. Stichting
COM in Driebergen. De deelnemers zijn
u dankbaar!
Maaike Hoffer
Projectleider Stichting COME
Hebt u onze diensten al eens
beluisterd op kerkomroep.nl?
Op de site intypen:
plaatsnaam: Leiden,
daarna: Hooglandse kerk,
dienst 11.45 uur.
Luidsprekers aanzetten.
Hebt u van dit nummer genoten?
Of hebt u zich geërgerd? Of wilt u
in gesprek met een auteur? Geef
het op bij de redactie:
[email protected]
Bij voldoende belangstelling or­
ganiseren wij dan een korte bij­
eenkomst na een zondagse dienst.
Het volgende nummer van
Hooglandse Nieuwe komt uit
op 15 juni met het thema:
Verbeelding
'De verbeelding aan de macht'. Het
jaar 1968, Parijs, Boedapest, de
Praagse lente, Joop den Uijl, enzo­
voorts. Dat is bijna vijftig jaar ge­
leden. Maar nog steeds verbeelden
wij ons wel wat. Of zijn we daar­
door juist arrogant? "Wat verbeeld
jij je wel!"
Wie zijn we; wat is onze indenti­
teit? Wat verbeelden wij met onze
kunst? Wat is de betekenis van de
beelden die de Bijbel ons aan­
draagt?
Voelt u zich aangesproken? Mail
dan uw bijdrage in maximaal 600
woorden.
Schrijf mee over
Verbeelding
in maximaal 600 woorden
Kopij uiterlijk op 1 juni
aanleveren bij:
[email protected]
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
23
ingezonden
In een gezamenlijke dienst namen
de kerken afgelopen zondag stelling
voor verdraagzaamheid. In mijn
onderzoek naar religieuze initia­
tieven in gemarginaliseerde wijken
blijken pluriforme en kritische
gemeenschappen van Hollanders,
Bulgaren en Marokkanen te ont­
staan. Drijvende kracht is de werk­
wijze die bekend staat als exposure:
een wederkerige houding, open
voor de leefsituatie van de ander.
De stellingname in de kerkdienst
wordt daadkrachtiger als zij
nuchter wijst op de resultaten van
deze benadering.
Geloven in meer ­ De daad bij het woord
Rob van Waarde en Fokje Wierdsma
In zogenaamd ‘kerk en buurtwerk’ en
wijkpastoraat zijn (inter­religieuze)
nder de titel 'Geloven in meer' gemeenschappen van Hollanders, Bul­
namen gezamenlijke kerken
garen en Marokkanen. Wat bindt hen?
dit weekend stelling tegen ra­
In deze wijken drukt de realiteit van la­
cisme en vooral: voor verbinding in de
ge inkomens en lage sociale status op
samenleving. PKN­preses Karin van
bewoners. Aan den lijve merken zij de
den Broeke wist andere kerken en ver­
spanning door de culturele verschillen.
tegenwoordigers van islam, jodendom,
Langdurige stigmatisering doet bewo­
boeddhisme en hindoeïsme met elkaar
ners ernaar verlangen volwaardig te
te verbinden. 'De oplossing voor een
worden benaderd. ‘Met de voeten op
goede samenleving is niet dat iedereen
de grond’ hebben beroepskrachten een
wordt als ik' stelde dominee Tom Mik­
werkbenadering ontwikkeld die verbin­
kers niet zonder inspirerende en ontwa­ ding mogelijk maakt. De zogenaamde
penende zelfspot.
‘exposure­benadering’ traint pastores en
Het verdient waardering dat de kerken
welzijnswerkers om sterke relaties aan
zich mengen in dit maatschappelijk de­
te gaan. ‘Exposure’ wil zeggen open­
bat. De kerken zijn in staat tot een
staan voor de ander, zonder de eigen
zorgvuldiger en diepgaander gesprek
cultuur of geloof op te geven. Dat leidt
dan binnen de huidige partijpolitiek
tot wederkerige relaties. De gemeen­
mogelijk is. De joods­christelijke baga­ schap profiteert dan van ieders kracht
ge die de basis vormt van onze westerse en levensovertuiging in plaats van te
maatschappij staat vol ervaringsverha­
focussen op verschillen.
len over discriminatie èn wijsheid om
De exposure­benadering schept de
die te doorbreken.
ruimte voor het basale menselijke ver­
Op twitter klonk de kritische noot dat
langen als volwaardig te worden bena­
moslims afwezig waren in de dienst.
derd. Daarop komen ook talenten van
Deze kritiek wijst – hoewel geheel juist bewoners naar boven: onderlinge zorg,
– op een teer punt: het merendeel van
medeleven in ziekte en leed, delen van
de aanwezigen leek niet afkomstig uit
schaarse middelen. Vrijwilligers uit zo­
wijken waar ook veel migranten wonen. wel kerken, als moskeeën, hindoe­
De deur staat open voor kritiek dat wij
tempels en agnostische achtergrond
een kerkdienst zagen van mensen die de voelen zich merkbaar aangetrokken tot
werkelijke problemen alleen van horen
deze houding. Via die concrete basis
zeggen hebben.
groeit begrip voor elkaars levenswijze
‘Geloven in meer’ was de titel van de
en geloof. Het gaat niet om een nieuw
kerkdienst. En er is ook meer. In de wij­ godshuis – ook agnosten kunnen mee­
ken waar de integratie volgens velen zo doen. Wel gaat het om plaatsen met een
moeizaam verloopt bestaan deze ge­
ontmoetingsfunctie, die huisvesting bie­
mengde gemeenschappen namelijk al.
den aan belangengroepen en gelovige
O
24 | Hooglandse Nieuwe april 2014
samenkomsten mogelijk maken. De
kracht van levensovertuiging wordt zo
vloeiend verbonden met het geloof het
eigen leven en de buurt vooruit te kun­
nen brengen. Het zijn best practices die
experimenteren met samenleven.
De kerken kunnen deze best practices
aanvoeren in het maatschappelijk debat.
Zij kunnen met enige trots wijzen op
opgedane ervaring. Dat maakt de stel­
lingname krachtiger. Daarmee gaan zij
in op critici die terecht wijzen op dege­
nen die daadwerkelijk voor overlast en
criminaliteit verantwoordelijk zijn.
Daarmee doen zij ook recht aan de Hol­
landers die merken dat zij niet volwaar­
dig meetellen. Daarmee voorkomen ze
ook het verwijt dat het vanuit een hoog­
opgeleide of binnenkerkelijke groep ge­
makkelijk is om goede waarden aan te
hangen: de kerken staan in deze wijken
met beide benen in de harde realiteit.
De best practices via een exposure­
benadering bieden stof waar andere lo­
kale kerken en bovendien de overheid
van kunnen leren.
Rob van Waarde studeerde scheikunde
en theologie in Leiden en is daar nu
predikant en studentenpastor.
Hij is promovendus bij de Protestantse
Theologische Universiteit.
Fokje Wierdsma is predikant bij het
wijkpastoraat Bloemhof in deel­
gemeente Feijenoord, Rotterdam en is
trainer bij Trainingscentrum Kor Schip­
pers.
kinderpagina
Goeie actie!
Zeesterren
Het tij had duizenden zeesterren op het strand laten aanspoelen.
Toen werd het eb. Het zou uren duren voor de voor de vloed hen weer bereikte. Zo lang
kan een zeester op het droge niet overleven.
Er liep een jongen over het strand. Hij pakte zeesterren op en gooide ze terug in het
water.
'Waarom doe je dat?' vroeg een oude man. 'Het strand is kilometers lang. De meeste
zullen sterven. Wat voor verschil maakt het er een paar te redden?'
De jongen antwoordde: ‘Inderdaad meneer, voor de meeste zeesterren maakt het niets
uit wat ik doe.‛ Hij keek naar de spartelende zeester in zijn handen en vervolgde: ‘Maar
voor deze ene zeester is het een wereld van verschil.‛
En hij gooide hem terug in zee.
Geven en nemen
Franciscus en zijn broeders waren bedelmonniken. Ze gingen de boerderijen in de buurt
langs en kreeg er brood eieren en kaas. De enige die altijd met lege handen thuiskwam,
was Juniper. Onderweg ontmoette hij altijd wel aan arme bedelaar of een moeder met
een stel hongerige kinderen. En dan kon hij het niet laten om alles wat hij had gekregen
meteen weer weg te geven.
‘Die kinderen moeten er nog van groeien,‛verontschuldigde hij zich dan.
Eten was niet het enige wat broeder Juniper weggaf. Wie zere voeten had, gaf hij zijn
sandalen en wie het koud had, kreeg zijn pij. Toen hij op een dag voor de derde keer in
zijn hemd en op blote voeten thuiskwam, was voor de gardiaan de maat vol.
‘Broeder Juniper,‛ zei hij ernstig, Dit is nu de derde keer dat broeder kleermaker voor
jou een nieuwe pij moet maken. Als vader van dit klooster verbied ik je ooit nog iets weg
te geven.‛
Een paar dagen later kwam Juniper een landloper tegen zonder jas. Hij had zijn pij al
bijna uit toen hij zich de woorden van de gardiaan herinnerde. Hij mocht zijn pij niet
weggeven. Wat nu? ‘Broeder landloper,‛ riep hij. ‘Ik zie dat je het koud hebt. Ik mag je
mij pij niet geven. Maar als je hem mij afpakt, zal ik niet protesteren.‛ Dat liet de
landloper zich geen twee keer zeggen. Hij rukte Juniper de pij van het lijf, trok hem aan
en ging er vandoor.
Tevreden vervolgde broeder Juniper zijn weg.
Je weet maar nooit
Mosje hoort hoe de rabbi in de synagoge hardop aan het bidden is. ‘Misschien is het
waar, God, dat je bestaat., ‘ zegt de rabbi tot besluit. ‘Misschien...‛
Verbaasd gaat Mosje naar de rabbi toe en vraagt: ‘Wat hoor ik nu, rabbi? Twijfelt u aan
Gods bestaan? U bent toch rabbi? Niemand in de stad is vromer dan u. Hoe kunt u nu
denken dat God niet bestaat?‛
De rabbi kijkt Mosje ernstig aan en antwoordt: ‘Stel je voor, Mosje, dat ik straks iemand tegenkom die in grote nood verkeert. Dan moet ik er voor alle zekerheid rekening
mee houden dat God niet bestaat en dat ik dus de enige ben die hem of haar op dat
moment te hulp kan schieten.‛
Bette
Hooglandse Nieuwe april 2014 |
25