Primair proces Wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe? Administratieve lastenverlichting in het primair proces Het is een veelgehoorde klacht: ‘De administratieve lasten rijzen de pan uit’. Behandelaren en zorgverleners besteden veel tijd aan administratieve taken. Dit gaat ten koste van de tijd voor de cliënt, zorgt voor frustratie bij medewerkers en verspilling van financiële middelen. Er bestaat een dringende behoefte aan vereenvoudiging van de administratie. Maar hoe pak je dit aan? Q-Consult raadt aan om te beginnen met de vragen: Wie? Wat en Waarom? Waar? Wanneer? en Hoe? O p 16 januari 2014 organiseerde Q-Consult een bijeenkomst over dit thema, waarin diverse medewerkers uit alle sectoren van de zorg hun ervaringen deelden. Aan de hand van feiten, de dagelijkse praktijk en met behulp van het instrument ‘waardestroomanalyse’ uit de Lean methodiek, bespraken we de administratieve lasten in het primair proces. In deze bijdrage leest u de belangrijkste bevindingen uit de bijeenkomst. Er is een onderscheid te maken tussen structurele administratie (DBC/DOT gegevens, de cursus, NAW-gegevens, et cetera) en ad hoc administratie (bijvoorbeeld in het kader van een project of acute vraag). Structurele administratie moet goed zijn ingebed in de werkprocessen. Ad hoc administratie moet vooral praktisch zijn. Voor beide geldt dezelfde aanpak om te komen tot een verlichting van de administratieve lasten. Wat en Waarom? Bepaal allereerst wat er minimaal moet worden vastgelegd. Administratieve lasten creëren (zorg)organisaties dikwijls ook zelf. Stel uzelf continu de vraag: wat levert het vastleggen van deze gegevens op voor de cliënt en de organisatie? Indien er niets met de vastgelegde gegevens wordt gedaan, zijn het onnodige administratieve lasten en kunt u ze elimineren. Leg in het zorg(leef)plan bijvoorbeeld vast dat meneer Janssen sinds 5 januari depressief is, maar noteer niet de dagelijkse medicatieroutine. Hierover kunt u het gesprek aangaan met de cliënt, de mantelzorgers en de zorgverleners. Wat verwachten de cliënt, familie en mantelzorgers aan informatie? En welke informatie hebben de zorgverleners van elkaar nodig om de cliënt goed te kunnen verzorgen en in te spelen op zijn/haar wensen en behoeften? Door hier goed naar door te vragen, 16 komt u tot de essentiële punten die nodig zijn voor een goede overdracht. Maak onderscheid tussen ‘nice to know versus need to know’. Bepaal wie de klant is en handel vanuit de waarde van de administratie voor de klant. Bijvoorbeeld: voor wie schrijf ik het verslag en wat heeft hij/zij nodig? Dilemma: welke externe eisen zijn écht eisen en wanneer hou je de rug recht als zorgorganisatie? Wat levert de ‘last’ daadwerkelijk op en welk risico loopt de organisatie als je afwijkt (zoals in de zorginkoop)? We leggen niet alleen vast voor de interne vraag, maar ook voor externe partijen. Een belangrijke en veeleisende partij is de zorgverzekeraar of het zorgkantoor. Steeds meer verplichtingen, zoals factuurgegevens in de ggz en benodigde cliënt- en patiëntgegevens, leiden tot extra administratieve lasten. Maak onderscheid tussen wat externe partijen eisen en wensen, en wat interne behoeften en wensen zijn. En durf ook kritisch te zijn op de vraag Mailterreur geeft veel frustraties en kan een uiting zijn van het afschuiven van verantwoordelijkheden Wie? Stel vast wie minimaal betrokken moet zijn bij bepaalde communicatie-, administratie- en registratiemomenten. Mensen willen van nature graag op de hoogte gehouden worden van alles wat om hen heen gebeurt. Dit uit zich in ellenlange cc-lijsten, communicatie over vele schijven en onduidelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TVB’s). Stop hiermee! Het is goed om in de eerste plaats te bepalen wie communiceert, registreert en administratieve werkzaamheden verricht. Bedenk of deze taken wel passen bij de functionaris en zijn/haar opleidingsniveau en of deze functionaris kan weten wat er geregistreerd moet worden. Vervolgens stelt u vast wie minimaal waarvan op de hoogte gebracht moet worden. Stel vast wie verantwoordelijk is en voorkom dat veel functionarissen werken aan één document Waar? Niets is zo vervelend als het zoeken naar informatie. Creëer daarom een vaste plaats voor het vastleggen van bepaalde documentatie. Indien mogelijk is het handig om ervoor te zorgen dat informatie digitaal te vinden is en dat de juiste mensen de informatie kunnen raadplegen. Denk hierbij ook aan de privacy van uw cliënt: wie mag er absoluut niet bij de informatie komen? Wanneer? We voelen allemaal wel eens druk van cliënten of collega’s die vragen om een snelle oplevering van gegevens. Maar wanneer doet uw cliënt of collega daadwerkelijk iets met die informatie? Moet de informatie meteen geregistreerd worden in verband met de wisseling van een dienst? Of kan de opleverdatum één of meer dagen worden verschoven? Hiermee blijft het resultaat hetzelfde (=oplevering informatie) en voelt u minder (administratieve) druk. Het is wel belangrijk dat, bij een latere oplevering, de juistheid en volledigheid van het werk goed blijft. Durf de vraag te stellen: ‘Wanneer heeft u de informatie uiterlijk nodig?’ Hoe? Hanteer een eenduidige manier van administreren. Denk bijvoorbeeld aan de DBC-registratie: registreren Processen en systemen zijn vaak ingericht op de 5% uitzonderingen, terwijl ze eigenlijk ingericht moeten worden op de 95% ‘standaard’ we op papier óf registreren we in een registratiesysteem en spreek eenduidige en heldere spelregels af voor het registreren. Of denk aan een verzorgende IG en een specialist ouderengeneeskunde die allebei aan de cliëntenadministratie doorgeven dat de cliënt gearriveerd is. Dubbel werk, zoals dubbele registratie, correctiewerk en onnodige controles zijn zonde. Hanteer daarnaast ook eenduidigheid op het gebied van interne communicatie: gebruiken we interne post óf digitaliseren we stukken en versturen we die vervolgens per mail? Communiceer tot slot beknopt en to-thepoint: dit is effectiever en bespaart de zender én de ontvanger veel tijd. Streef naar ‘first time right’ – investeer in juiste registratie aan de bron en geef feedback op registratiefouten Tot slot Deze vijf W- en H-vragen geven u inzicht in de noodzakelijke, waardetoevoegende en verspillende administratie binnen uw organisatie. Om snel meer inzicht te krijgen in uw administratie kunt u ook gebruik van de waardestroomanalyse. Hiermee maakt u dubbel werk gemakkelijk zichtbaar en kun je met elkaar de administratieve last beperken tot het noodzakelijke. Noortje Peters, consultant, Roos van Veen, consultant, Ruben van Zelm, senior consultant Q-Consult (Q-Consult is onderdeel van CQT Zorg & Gezondheid) ‘Leren zien’ Met een waardestroomanalyse krijg je een goed beeld van noodzakelijke, verspillende en waardetoevoegende administratieve handelingen. Daarnaast krijg je inzicht in de procestijd, doorlooptijden, en herstelwerk van alle type werkzaamheden. Dat geeft nuttige, maar soms ook pijnlijke inzichten. Heb aandacht en respect voor de mensen in het proces! 17
© Copyright 2024 ExpyDoc