Onderwijs- en examenregeling 2014 – 2015 Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 19 mei 2014 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 3 juli 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur, d.d. 8 juli 2014 NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Dit OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassing zijn. In het geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven. 1 Inhoudsopgave 1 Algemeen Art. 1 Begripsbepalingen Art. 2 Reikwijdte van de regeling Art. 3 Vaststelling en looptijd van de regeling 2 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Toelating tot de opleiding 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 5 WHW 4 Aanvullende eisen 5 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) 8 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 12 Toelating tot de post-propedeutische fase 13 Doorstroom Associate degree 14 Rechtsbescherming 3 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Onderwijsprogramma 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 2 Doelstelling van de opleiding 3 Inrichting en studielast van de opleiding 4 Voertaal in het onderwijs 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 6 Samenstelling van de propedeutische fase 7 Samenstelling van de post-propedeutische fase 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma 9 Minor 10 Studeren in het buitenland 4 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Examens en getuigschriften 1 De examens van de opleiding 2 Toekenning graden 3 Getuigschriften 4 Toekenning van getuigschriften 5 Ondertekening getuigschriften 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften 7 Cum Laude-regeling 8 Verklaringen 9 Grading Table van de opleiding 10 Rechtsbescherming 5 Art. Art. Art. Art. 1 2 3 4 Tentamens, toetsen en beoordelen Vorm van de tentamens en toetsen Volgorde van tentamens en toetsen Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen Gestelde eisen tentamens en toetsen 2 Art. Art. Art. Art. Art. 5 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen 6a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen 6b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen 7 Mondelinge tentamens en toetsen 8 Vaststelling van de beoordelingen Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. 9 Normering van de beoordelingen 10 Het verlenen van vrijstellingen 11 Toekenning van studiepunten 12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 13 Geldigheidsduur van studieresultaten 14 Inzage van tentamens en toetsen 15 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen 16 Fraude en plagiaat 17 Intellectueel eigendom 18 Rechtsbescherming 6. Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies Art. 1 Studieloopbaanbegeleiding Art. 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Art. 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Art. 4 Voorwaarden Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) Art. 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) Art. 6 Doorstroom van propedeutische fase naar postpropedeutische fase Art. 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase Art. 8 Rechtsbescherming 7. Examencommissie Art. 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 8. Art. Art. Art. Art. 1 2 3 4 Slot- en invoeringsbepalingen Hardheidsclausule Onvoorziene omstandigheden Bekendmaking van de regeling Citeertitel, inwerkingtreding Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Competenties van de opleiding Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase Jaartoetsrooster van de opleiding HRM 3 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden dat een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 maart 2013; instelling: Stenden Hogeschool; les-, toets- en tentamentijden: 8.00 uur tot 21.30 uur. centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; minorprogramma: een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan 4 één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van januari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progRESS: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens en of toetsen en of examens. School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25 WHW. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; 5 tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; toets: een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Artikel 2 Reikwijdte van de regeling 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Human Resource Management voltijd, crohonummer 34609, verder te noemen: de opleiding. 2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald. 5. Indien van toepassing, een Associate-degreeprogramma is een onderdeel van de bachelor opleiding. Artikel 3 Vaststelling en looptijd van de regeling 1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR). 3. De regeling geldt voor de duur van een studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head of School; de bepalingen in dit artikel zijn alsdan van overeenkomstige toepassing. 6 2 Toelating tot de opleiding WHW: 7.8, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29. Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mbo-niveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen 1. De volgende diploma's van middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau 4), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) geven rechtstreeks toegang tot de opleiding, waarbij op grond van een ministeriële regeling eisen aan het vakkenpakket kunnen worden gesteld: a. b. c. d. e. f. g. h. i. mbo-diploma niveau 4 [mits….. conform ministeriële regeling]; havo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket; havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, geen eisen aan het vakkenpakket; havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; vwo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket; vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, geen eisen aan het vakkenpakket; vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket. De diploma’s vermeld onder de letters b tot en met i hebben betrekking op profielen havo/vwo die gelden vanaf 1 augustus 2007. Artikel 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW 1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 4 Aanvullende eisen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het onderwijs, specifieke eisen stelt ten aanzien van kennis of vaardigheden die niet of niet in voldoende mate onderdeel zijn 7 van het voortgezet onderwijs of van het beroepsonderwijs, bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs, onderscheidenlijk specifieke eisen stelt ten aanzien van de eigenschappen van de student, kunnen bij ministeriële regeling in verband daarmee eisen worden gesteld in aanvulling op de eisen, bedoeld in artikel 1. Het College van Bestuur stelt een regeling vast voor de selectiecriteria en -procedure. De selectiecriteria kunnen uitsluitend eisen bevatten die direct verband houden met de gronden, bedoeld in de eerste volzin. Dit lid is niet van toepassing op opleidingen op het gebied van de kunst en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst. 2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld ten aanzien van welke opleidingen het eerste lid toepassing kan vinden, alsmede op welke kostensoorten het betrekking heeft en welke bedragen ten hoogste kunnen worden gevorderd. Artikel 5 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor studenten met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a of b dan wel een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als ten minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. Een student die aan de in de eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt. 1. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene, bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject. 2. In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor een versneld traject 180 studiepunten. Artikel 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan selectie worden toegepast. 2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in het eerste lid. Het betreft de volgende regels: [invullen regels waaronder in ieder geval: * cognitieve en non-cognitieve criteria; * relatie selectiecriteria en opleidingsprofiel; * gemotiveerd toelaten of afwijzen.] Artikel 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) 1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een 8 onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Naast deelname aan het Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder, stelt de opleiding geen extra eisen aan dit onderzoek. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. Artikel 8 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden. Artikel 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg 9 van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW 1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 10 3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art. 9. Artikel 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW 1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn 11 behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80; d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE – C. Artikel 12 Toelating tot de post-propedeutische fase Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de postpropedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Artikel 13 Doorstroom Associate degree (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 14 Rechtsbescherming 1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via [email protected] bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 12 3 Onderwijsprogramma WHW: Artikel 1 6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b 7.11, 7,13, 7.14. Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2 Doelstelling van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van Human Resource Management, zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding 1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. De opleiding is voltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Business. 3. De voltijds opleiding kent geen afstudeerrichting(en). De voltijdse opleiding kent geen Associate-degreeprogramma. 4. De afstudeerrichting [Naam afstudeerrichting invullen] is [kies alternatief] voltijds [of] deeltijds ingericht. De afstudeerrichting kent een studielast van [aantal studiepunten invullen] studiepunten. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 5. Het Associate-degreeprogramma kent een studielast van [aantal studiepunten (tenminste 120) invullen] studiepunten]. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie1. 1 Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs 13 7. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in maanden of weken invullen]; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in studiepunten invullen] c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen. (DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING) Artikel 4 Voertaal in het onderwijs 1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands, tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur. Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage in het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene. Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase 1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten). Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase 1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, 14 met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij vermelde studielast. Artikel 9 Minor 1. Het minorprogramma heeft een omvang van in totaal 30 studiepunten en maakt deel uit van de postpropedeutische fase. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website: iStenden. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. 5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste 60 studiepunten zijn behaald. 6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen. 7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar 15 de student ingeschreven is. Artikel 10 Studeren in het buitenland 1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60 studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan. 16 4 Examens en getuigschriften WHW: 7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33 Artikel 1 De examens van de opleiding 1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt ook dat programma afgesloten met een examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. 6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard. Artikel 2 Toekenning graden 1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor Business Administration, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is behaald. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing. 3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Associate Degree [afgesproken aanduiding van de graad invullen], aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Associate-degreeprogramma. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. Artikel 3 Getuigschriften 1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna 17 genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel “De toets nieuwe opleiding” met goed gevolg heeft ondergaan; 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 9 van hoofdstuk 5. 3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft, c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding, en d. de studielast van de opleiding, en e. de Grading Table van de opleiding zoals opgenomen in artikel 9. Artikel 4 Toekenning getuigschriften 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR – Information & Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding. Artikel 5 Ondertekening getuigschriften 18 1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Dit register wordt beheerd door de afdeling ESR-Toetsbureau. Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften 1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel 1. 2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden. Artikel 7 Cum laude-regeling 1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 3. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie. 4. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle individuele studie-onderdelen van de propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan 19 De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; Artikel 8 Verklaringen 1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 9 Grading table van de opleiding LMAD 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 LM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 2% 1% 2% 3% 8% 11% 19% 20% 19% 14% Cumulative 2% 3% 5% 8% 16% 28% 46% 67% 86% 100% IBMS 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 1% 2% 8% 11% 26% 23% 24% 6% Cumulative 0% 0% 1% 3% 11% 22% 48% 70% 94% 100% LE CE 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 1% 3% 8% 13% 24% 19% 18% 13% Cumulative 0% 0% 1% 4% 12% 26% 50% 69% 87% 100% IBL 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 1% 0% 1% 1% 7% 12% 19% 22% 23% 15% Cumulative 1% 1% 1% 3% 10% 22% 41% 63% 85% 100% TM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 2% 1% 4% 8% 14% 17% 19% 12% 12% 9% Cumulative 2% 3% 7% 15% 30% 47% 66% 79% 91% 100% SPH % 0% 0% 2% 3% 8% 14% 21% 18% 20% 14% Cumulative 0% 0% 2% 5% 13% 27% 48% 66% 86% 100% HRM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 1% 4% 7% 15% 15% 20% 14% 15% 9% Cumulative 0% 2% 5% 12% 27% 42% 61% 76% 91% 100% BE % 0% 1% 3% 7% 12% 15% 22% 14% 14% 11% Cumulative 0% 1% 4% 12% 24% 39% 61% 75% 89% 100% RBS 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 1% 2% 8% 7% 23% 16% 26% 17% Cumulative 0% 0% 1% 3% 10% 17% 41% 57% 83% 100% 20 RBS AD OLB 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 % 0% 0% 4% 3% 19% 9% 28% 9% 22% 5% Cumulative 0% 1% 4% 8% 26% 36% 64% 73% 95% 100% LM % 23% 25% 27% 29% 32% Cumulative 100% 111% 123% 134% 146% 5 4,5 4 3,5 3 MEM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 LMAD 5 4,5 4 3,5 3 % 0% 0% 1% 4% 9% 12% 18% 18% 20% 18% Cumulative 0% 0% 2% 6% 15% 27% 45% 62% 82% 100% Inf % 25% 28% 30% 33% 36% Cumulative 97% 108% 120% 132% 143% TM 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 5 4,5 4 3,5 3 % 0% 0% 1% 4% 9% 12% 18% 18% 20% 18% Cumulative 0% 0% 2% 6% 15% 27% 45% 62% 82% 100% Che % 17% 19% 20% 21% 23% Cumulative 112% 124% 136% 148% 161% SPH Grading Table - explanation A grading table provides the statistical distribution of possible grades for a programme. The grading system used at Stenden Hogeschool (University of Applied Sciences) is a number in the range 1.0 to 10.0, 5.5 being the lowest pass grade. The grading table will only consider pass grades and is based on all grades from the past three years. A grading table is created for each program separately and is updated annually. An example of a grading table is shown below. Grade Count Percentile Cumulative 10 20 1% 1% 9.5 68 2% 2% 9 175 5% 7% 8.5 295 8% 14% 8 592 15% 30% 7.5 595 15% 45% 7 710 18% 63% 6.5 515 13% 77% 6 570 15% 91% 5.5 340 9% 100% Total 3880 In words: an 8.5 score is in the top 14% of all students in this programme. The percentile can be used to interpret the grade of a student independently of the grading system used. When a Stenden grade needs to be compared (or even converted) to a grade from another university with another grading system a Grading Table of the programme from the other university is required. Example: Below is a grading table of a university involved in an exchange program. A student has Stenden grade 8, the corresponding cumulative percentile is 30%. The best match in the table below is the 21 28% percentile which translates to ©. Grade percentile Cumulative β 1% 1% ¥ 4% 5% © 23% 28% ‡ 45% 73% § 27% 100% Please note: a separate Grading Table is required for each programme. Artikel 10 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 22 5 Tentamens, toetsen en beoordelen WHW: 7.3, 7.8b, 7.11, 7.12b, 7.12c, 7.13, 7.34, 7.61, 7.10. Artikel 1 Vorm van de tentamens3 en toetsen4 1. De onderwijseenheden 5 van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Een tentamen en of toets die door een groep van studenten gezamenlijk dient te worden uitgevoerd, wordt zodanig ingericht dat deze voor elke betrokken student tot een individuele beoordeling leidt. Daarbij wordt in ieder geval gewaarborgd dat de kwalificatie ‘onvoldoende’ als beoordeling wordt toegekend aan de student die zich onvoldoende heeft ingezet bij de uitvoering van deze toets. In de formulering van de opdracht wordt aangegeven hoe hieraan concreet invulling is gegeven. 3. Van een tentamen en of toets die bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. 4. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht of indien het om organisatorische en/of onderwijskundige redenen niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel zijn voldaan aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 4 van dit hoofdstuk. Behalve ingeval van overmacht dient een situatie zoals beschreven in de vorige volzin aan het begin van het opleidingsjaar te worden bekend gemaakt en betreft de volgende onderwijseenheden: a. [Onderwijseenheid invullen]; b. [Onderwijseenheid invullen]; c. .... (DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING) . 5. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de toetsen op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. 6. Een student die voldoet aan de criteria van de door het College van Bestuur vastgestelde Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de toetsen, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de 3 Tentamen = een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in art. 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid. 4 Toets = een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden. 5 Onderwijseenheid = als bedoeld in art. 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan een tentamen is verbonden. Een onderwijseenheid kan 23 betrekking hebben op een praktische oefening. 24 opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. Artikel 2 Volgorde van tentamens en toetsen 1. De tentamens en toetsen van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd. 2. Aan de tentamens of toetsen van de hierna genoemde onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de toetsen van de daarbij aangegeven onderwijseenheden zijn behaald: a. [Onderwijseenheid invullen] na het behalen van [Onderwijseenheid invullen]; b. [Onderwijseenheid invullen] na het behalen van [Onderwijseenheid invullen]; c. .... (DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING). 3. Aan de tentamens of toetsen van de hierna genoemde onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de student eerst heeft deelgenomen aan de bijbehorende praktische oefeningen: a. [Onderwijseenheid invullen]; b. [Onderwijseenheid invullen]; c. .... DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 4. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3. Artikel 3 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen 1. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamen- en of toetsgelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen of een toets van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is gegeven Tot het maken van het betreffende tentamen en of toets bestaat nog tweemaal de mogelijkheid, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin de bedoelde onderwijseenheid wordt aangeboden. 25 5. De tijdvakken waarin de toetsgelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 6. Een student die verhinderd is van een toetsgelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende toetsgelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel. Artikel 4 Gestelde eisen tentamens en toetsen 1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen en elke toets afzonderlijk tijdig bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen of die toets, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. 2. Van een tentamen of toets die bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen of toets in die onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen de eisen van het lopende opleidingsjaar. Artikel 5 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen 1. Voor mondelinge tentamens en toetsen en voor tentamens of toetsen ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op een nader door de Examencommissie aan te geven wijze. Voor de inschrijving dient de student persoonlijk contact op te nemen met de betreffende examinator. 2. Voor andere toets- en tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor deelname aan schriftelijke tentamens en toetsen: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamen- en of toetskans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. b. Indien een student niet kan intekenen voor een toets en of tentamen dan neemt de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het ESRToetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESR- Toetsservicebureau. c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan de toets en of tentamen én een kans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd. 26 d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESR-Toetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamen- en toetsgelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende toets en of tentamen geblokkeerd. e. Het ESR-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartoetsrooster per opleiding. Het definitieve rooster worden uiterlijk twee schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd. f. Verzoek tot wijziging van intekening voor een toets en of tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tot twee werkdagen voor aanvang van de toetsweek/periode tot 12.00 uur de toegestane wijzigingen door ESR-Toetsservicebureau worden verwerkt. g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie. Artikel 6a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen Bij het afnemen van tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan. 1. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 2. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie aangewezen plaats. 3. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de toegang worden geweigerd. 4. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten. 5. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd. 6. De aangegeven tijd voor een toets en/of tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 7. De student dient bij ontvangst van de toets- en/of tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. 8. Het is niet toegestaan om het tentamen en toets te maken op ander dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 27 9. De student dient -indien van toepassing- op de toets- en of tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. b. c. d. e. f. naam studentnummer / relatienummer toets en/of tentamen aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd datum waarop aan de toets en of tentamen is deelgenomen handtekening van de student 10. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven. 11. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen in een afgesloten tas. 12. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 13. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust worden verstoord. 14. De toets- en of tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 15. De student wordt geacht aan een schriftelijke toets en of tentamen te hebben deelgenomen als de toets- en of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel onvolledig heeft ingevuld. 16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en of toets en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten met een functiebeperking de toetsvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een toets en of tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van de toets en of tentamen. Daarnaast schrijft de student een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie. 18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van de toets en of tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. De benodigde toetsen of tentamensleutel wordt binnen 24 uur na afloop van de toets en of tentamen beschikbaar gesteld. 28 Artikel 6b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen (DIT ARTIKEL IS NOG NIET VAN TOEPASSING) 1. Bij het afnemen van digitale tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: a. ….. b. ….. Artikel 7 Mondelinge tentamens en toetsen 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een toets en of tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen en of toets met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd. Artikel 8 Vaststelling van de beoordelingen 1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel 13 (dertien) werkdagen, nadat het schriftelijke werk is gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld. 2. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 3. De beoordeling van een tentamen en of toets door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk. 4. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen en of toets door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door de voorzitter van de Examencommissie. 5. De datum waarop een student een toets en/of tentamen heeft behaald is de datum waarop de toets en of tentamen is afgelegd en beoordeeld. Antedatering is niet toegestaan. 6. De examinator stelt de beoordeling van een mondelinge toets en of tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van die toets en of tentamen en verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag. 7. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor de toets en/of tentamen heeft voldaan. Artikel 9 Normering van de beoordelingen 29 1. De uitslag van een tentamen en of toets wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend / goed / voldoende / onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5. 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal. b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamen- en of toetsuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen en of toets krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien een tentamen en of toets niet met goed gevolg is afgelegd kan een student een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de betreffende toets en of tentamen. De termijn voor het indienen van het verzoek bedraagt [termijn invullen]. 7. Indien de student een reeds eerder afgelegde toets en of tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Artikel 10 1. Een van van van Het verlenen van vrijstellingen vrijstelling wordt door een Examencommissie altijd individueel verleend op basis haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen dit artikel. Zie ook de extra bijlage met toelichting door de Examencommissie de opleiding. 2. Studenten studerend op één van de site(s) van Stenden Hogeschool volgen op enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die ingeschreven zijn vanaf september 2012. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 3. Studenten met het diploma Soort diploma invullen en zo nodig toevoegen van welke toeleverende school zijn vrijgesteld van het afleggen van de toetsen van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van propedeutische en postpropedeutische fase: 1. [Onderwijseenheid invullen] (... studiepunten); 2. [Onderwijseenheid invullen] (... studiepunten); 3. ... DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 30 4. De student die in aanmerking wil komen voor de in dit artikel genoemde vrijstellingen, dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie. Bij het verzoek moet het diploma worden overgelegd evenals verdere bewijsstukken om aan te tonen dat reeds is voldaan aan de vereisten voor de onderwijseenheden waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op Eerder Verkregen Competenties, (EVC). Degene die op basis van een EVC-procedure meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVC-rapportage. 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen of toets, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving „vrijstelling‟. Een tentamen en of toets waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen en toets is betrokken. Artikel 11 Toekenning van studiepunten 1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen en of toets een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)toetsen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)toetsen en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit de minor is samengesteld. 5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum 31 waarop de toets en of tentamen, c.q. de laatste deeltoets [wel of niet van toepassing] is afgelegd inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk. 6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Artikel 12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk 15 (vijftien) werkdagen na het maken van het tentamen en of toets, opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.www). Op het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. 3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.www. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Indien er een toets en of tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. 6. Bij het ontbreken van een toets- en of tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en toets- en of tentamenopgaven door de afdeling ESRToetsservicebureau gecontroleerd. 7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de toets- en of tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie. Artikel 13 Geldigheidsduur van studieresultaten 1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan 8 (acht) jaar geleden is behaald. 2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de Examencommissie. Artikel 14 Inzage van tentamens en toetsen 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte en 32 beoordeelde schriftelijk tentamen en of toetswerk kan inzien binnen twee maanden na de laatste dag van een tentamen en of toetsperiode of tenminste tien schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid2. 2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld tentamen- en of toetswerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens plaatsvervanger. 3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip. Artikel 15 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamen- en of toetswerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen en of toets wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het (post) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende toets- en of tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de “Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen”, 2013. 4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijke toets en/of tentamen de toetsen/of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. In het geval dat tentamen- en of toetswerk als bedoeld in artikel 15.4 desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt, na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent, onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm de toets en/of tentamen opnieuw moet worden afgelegd. 6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde toets- en of tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten. 2 De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd. 33 8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende dertig jaren in het archief bewaard. Artikel 16 Fraude en plagiaat 1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen toetsen, tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. 2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of extraneus definitief beëindigen. 3. Wat in dit artikel wordt aangemerkt als fraude of ernstige fraude als bedoeld in artikel 7.12b WHW is nader uitgewerkt in het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. Artikel 17 Intellectueel eigendom 1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt. Artikel 18 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 34 6 Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies WHW: Artikel 1 art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, 11.15. Studieloopbaanbegeleiding 1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaanbegeleider voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie. Artikel 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen de opleiding. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder dan 51 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met een 35 voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht. 5. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige volzin zijn: a. Studieloopbaanbegeleiding (6 studiepunten). 6. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het minimum van 51 studiepunten is behaald. 7. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 8. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling worden wettelijk beschouwd als ‘studenten tweede jaar van inschrijving’. Dit betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan. Artikel 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het propedeutisch examen niet heeft behaald. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht. 36 Artikel 4 Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zal kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn. 2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de studentendecaan en eventueel de studieloopbaanbegeleider en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en studieloopbaanbegeleider om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de betrokken student. 3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt: a. b. c. d. e. ziekte; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt. 5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. 6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te brengen aan de betrokken student. 7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen. 8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord. 37 Artikel 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij een hernieuwde inschrijving ten genoege van de Examencommissie van de opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen volgen. 2. Indien de student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 3. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken van een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) mochten voordoen. Artikel 6 Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase 1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar: a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald; b. studenten die ten minste 51 studiepunten hebben behaald in de propedeutische fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) hebben gekregen. 2. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaanbegeleider een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in de propedeuse. In dit studie-plan wordt vastgelegd tot welke onderwijseenheden van de postpropedeutische fase de student toegang heeft. 3. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient eerst te overleggen met de studieloopbaanbegeleider maar heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 4. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd. 5. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten gelijktijdig gegeven worden. 38 Artikel 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING 1. Alternatief 1. Indien dit alternatief van toepassing is, de tekst van lid 2 en 3 vervangen door Niet van toepassing] Studenten van de opleiding hebben toegang tot alle afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. 2. [Alternatief 2] De Examencommissie kan beslissen dat een student in de postpropedeutische fase slechts toegang heeft tot één of enkele van de afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. 3. De Examencommissie baseert haar beslissing op: a. de studieresultaten van de student:Nadere eisen invullen b. en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting: Nadere eisen invullen]. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student. Artikel 8 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 4. De consequentie van een bezwaar- en beroepsprocedure betreffende een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) is dat zolang de student nog geen onherroepelijk uitspraak heeft ontvangen vóór de start van het onderwijs op 1 september, zich niet kan herinschrijven. 39 7 Examencommissie WHW: 7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61 Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van de OER. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool. 40 8 Slot- en invoeringsbepalingen WHW: 10.20 Artikel 1 Hardheidsclausule 1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER mochten voordoen. Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden 1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid. Artikel 3 Bekendmaking van de regeling 1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze onderwijs- en examenregeling. Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding 1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Human Resource Management voltij, crohonummer 34609 en treedt in werking op 1 september 2014. 41 Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Bijlage G Competenties van de opleiding Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase Nadere toelichting op het “Verkorte studieprogramma” HRM Jaartoetsrooster van de opleiding HRM Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business Literatuurlijst 42 Bijlage A Competenties van de opleiding Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau: Nieuwe kerntaken HRM uit het Format 2012+: 1. De hr-professional initieert en ontwikkelt activiteiten op de te onderscheiden en samenhangende hr-werkterreinen in relatie tot institutionele en maatschappelijke ontwikkelingen, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij, zowel binnen de nationale als internationale context. 2. De hr-professional is verantwoordelijk voor de informatievoorzieing op het gebied van hr; geeft gevraagd en ongevraagd informatie aan de diverse stakeholders binnen en buiten de organisatie op het terrein van hr, richt daarvoor hr-informatiesystemen in en beheert deze. 3. De hr-professional adviseert het management over de inhoud en aanpak van de hrwerkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken. 4. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van interne- en externearbeidsmarkttransities, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. 5. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding en (andere) professionele ‘één-op-één situaties’, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. 6. De hr-professional adviseert het management over hr-activiteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd worden; daarbij formuleert hij meetbare hr-doelstellingen, assisteert het management bij de uitvoering van de activiteiten, evalueert deze en relateert de uitkomsten aan de organisatie-uitkomsten/resultaten. 7. De hr-professional maakt financiële verkenningen, berekeningen en kosten-baten-analyses op de hr-werkterreinen, maakt hierbij gebruik van ken- en stuurgetallen en rapporteert daarover aan het management. 8. De hr-professional anticipeert op de gewenste organisatiestrategie en organisatiecultuur, en vertaalt strategie- en cultuurveranderingen naar hr-werkterreinen en hruitvoeringspraktijken. 9. De hr-professional is in staat om de rol van effectief hr-leiderschap ten opzichte van het management vorm te geven en gebruikt de implicaties daarvan in zijn uitvoeringspraktijken. 10. De hr-professional levert door middel van het (zelfstandig) uitvoeren dan wel het beoordelen of begeleiden van praktijkgericht onderzoek een bijdrage aan de verbetering en innovatie van zijn organisatie en beroepspraktijk. 11. De hr-professional is een ‘reflective practioner’ met oog voor het belang van corporate governance en ethiek. Hij heeft een kritische en onderzoekende houding ten opzichte van de eigen beroepspraktijk en hij is in staat om sturing te geven aan zijn eigen ontwikkeling en die van zijn omgeving en om het transitieproces naar concrete actie in gang te zetten. 12. Ondernemerschap: In staat zijn om zich te richten op zijn of haar managementvaardigheden en ondernemerschap, bekeken door zijn of haar eigen ogen, op basis van waarden die bijdragen aan de zorg voor mensen en zorg voor de wereld. 43 Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding Human Resource Management voor de propedeutische fase. Overzicht onderwijsprogramma HRM Voltijd 2014-2015 Jaar 1 cohort 2014-2015 Periode 1 Vak SLB 1.1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Vak Vak Vak HRM 1 Loopbaan 1 Marketing 1 Onderzoek 1 Bedrijfsadm. Finance Arbeidsmarkt SLB 1.2 Recht Business English 2 Operationeel Man. Vergaderen/presenteren Management Management acc. Business English 1 Basiscommunicatie Schrift.comm. Onderzoek 2 Ontslag Schematisch overzicht Propedeuse programma HRM 2014-2015 Overzicht contacturen propedeutische fase Jaar 1 cohort 2014 - 2015 Periode 1 12 uur per week 16 lesuren Periode 2 12 uur per week 16 lesuren Periode 3 12 uur per week 16 lesuren Periode 4 12 uur per week 16 lesuren Toegepast onderzoek binnen de School of Business – EcoMLab Toegepast onderzoek in het HBO wordt gezien als een cruciale aanjager voor innovatie. In het Sectorplan HBO Noord Nederland, ‘Scholen voor Ambities’i (Croon, 2010) wordt o.a. de versterking van transitie van de regio naar duurzame economie als speerpunt genoemd voor de komende jaren, zoals met een biobased economy (een economie die draait op biomassa als grondstof). Dat vergt op alle fronten meer aandacht en ruimte voor innovativiteit en ondernemerschap van medewerkers en organisaties, gevoed vanuit onderzoek en praktijk. In een Kennisakkoord Logtiek (2011) is afgesproken om zes regionale kennisdistributiecentra (KDC’s) te ontwikkelen, die moeten zorgen voor een continue wisselwerking tussen werkveld en onderwijs. Hieraan zijn verbonden: HvA te Amsterdam, HRO te Rotterdam, NHTV te Breda, Fontys te Venlo, HAN te Arnhem/Nijmegen en Windesheim te Zwolle. Daarbij lijken de noordelijke provincies niet of onvoldoende te worden aangesloten. Mede hierom is binnen Stenden bij de School of Business een onderzoekseenheid ingericht om op een professionele wijze onderzoek te kunnen verrichten in het drieluik: onderzoek, onderwijs en werkveld (Mannen, 2013). Het onderzoek richt zich vooral op bedrijfsspecifieke toepassingen en innovatie, waarbij het bedrijfsleven middels kennisvalorisatie gebruik kan maken van de kennis en expertise die binnen de School of Business aanwezig is, zodat zij hun bedrijfsvoering kunnen verbeteren. Kennisvalorisatie wordt opgevat als het proces van waardecreatie uit kennis afkomstig uit alle disciplines, door kennis geschikt en/of beschikbaar te maken voor economische en/of maatschappelijke benutting en te vertalen in producten, diensten, processen en nieuwe bedrijvigheid. Binnen de School of Business sluit onderzoek en onderwijs nauw op elkaar aan door praktijk(onderzoeks)vraagstukken te integreren in het onderwijs. De School of Business heeft een achttal onderzoekthema’s gekozen, die ook op natuurlijke wijze bij de opleidingen ondergebracht kunnen worden. 44 Alle thema’s zijn ondergebracht in de nieuwe onderzoekseenheid genoemd: EcoMLab. Binnen dit EcoMLab doen studenten onderzoeksvaardigheden op in de praktijk die onontbeerlijk zijn voor de professional van de 21e eeuw, waarbij de inhoud van deze thema's direct relevant zijn voor deze professional. Aan de toekomstige professionals worden door voortschrijdende globalisering en informatisering steeds hogere eisen gesteld en studenten moeten zich nu inhoudelijk goed voorbereiden op de aan hen gestelde eisen.Studenten worden vanuit Ondernemen NU! actief betrokken bij de uitvoering van praktijkonderzoek, gericht op de acht thema’s die centraal staan binnen het EcoMLab. Daar waar mogelijk vindt de onderzoekscomponent binnen een onderwijsmoduul plaats in de praktijk. Het werkveld brengt in deze opzet actuele en relevante onderwerpen aan die aansluiten op de thema’s van het EcoMLab en biedt een netwerk voor zowel studenten als Stenden. De onderzoeksgroep Ondernemen NU! valoriseert kennis en vertaalt de vraagstukken uit de praktijk naar onderzoeksopdrachten die een plaats krijgen in de curricula, waarbij vanuit het onderwijs nieuwsgierige en geïnteresseerde studenten aansluiten. Hiermee kunnen zij zich ontwikkelen tot competente professionals die voldoen aan de eisen van het werkveld. Een goed voorbeeld van de integratie is te zien bij de onderzoeksmodulen van ABA en de opleiding HRM waarbij studenten actief gezocht hebben naar de drivers van vitaliteit van verschillende regio’s. Het thema, de Digitale Maatschappij, onderzoekt met name de gevolgen van E-commerce voor bedrijven en logistieke processen. Maarten Raangs Literatuur. Bruin, F. d. (2013). Hobeon, Lectoraat Logistiek Noord Nederland bij Stenden, haalbaarheidsonderzoek. Den Haag. Croon, B. &. (2010). Scholen voor Ambities, Sectorplan HBO Noord-Nederland 2010-2015,. Mannen, A. (2013). Strategisch beleidsplan School of Business 2013-2017. Wereldwijs. (2013). Wereldwijs Onderwijs en Onderzoek, de koers van Stenden 2013-2017. Leeuwarden. 45 Propedeuse Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: SLB 1.1 Studieloopbaan-begeleiding 1.1 3 EC 1.1.1 1 semester Toelating bachelor Nederlands Danny Beetsma Korte beschrijving van de inhoud Het aanleren van de grondprincipes van systematische, geplande ontwikkeling van competenties krijgt in het eerste jaar veel aandacht. Daarnaast is het eerste jaar een jaar van oriëntatie ,zowel een oriëntatie op de opleiding HRM zelf, als op het werkveld van HR. Belangrijk is dat je na het eerste jaar zeker weet of je de goede opleiding hebt gekozen of niet. Al deze onderwerpen komen aan de orde in tien bijeenkomsten en individuele gesprekken, die verspreid over het studiejaar worden verzorgd door je studiecoach. Gedurende het jaar werk je planmatig aan leerdoelen die je gedurende het jaar vaststelt en eventueel bijstelt. Elke keer als je aan je leerdoelen hebt gewerkt, leg je schriftelijk vast op welke manier je gewerkt hebt aan de eigen ontwikkeling en welke vorderingen je gemaakt hebt. Je studiecoach beoordeelt dit document (portfolio) halverwege en aan het eind van het eerste studiejaar. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De opleiding en het HR werkveld te beschrijven Bijeenko msten studielo opbaancoaching Werkvorm(en) Werkcolleges Hulpmiddelen Participatie Portfolio Je eigen visie op studeren, het werkveld en de opleiding te benoemen M.b.v. de feedback die je krijgt, je sterke punten en ontwikkelpunten te herkennen Je eigen sterke punten en ontwikkelpunten waar te nemen Een reflectie te geven op je eigen ontwikkeling Aan te geven waarom de opleiding HRM al of niet een goede keuze is SMART leerdoelen op te stellen Te oefenen met nieuw gedrag 46 Bouwsteendoelstellingen: Cesuur Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 55% op portfolio 80% op participatie Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: Leervaardigheden Toepassing van kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Bloemen, P en Dekkers, J. (2013). Greep krijgen op je studieloopbaan,tweede volledig herziene druk, OAB Dekkers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 47 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1MA6 Management 1 en Management Accounting 6 EC 1.1.2 en 1.1.3 9 weken Geen Management 1 en Management Accounting wordt als één programmaonderdeel aangeboden. Nederlands Jan Peter Peterson en Maarten Raangs Korte beschrijving van de inhoud Management is te definiëren als het proces van coördinatie van werkzaamheden, met als doel dat deze werkzaamheden efficiënt en effectief met en door anderen kunnen worden afgerond. Management is een verzamelnaam voor veel specifieke kennis, gericht op een doel: het optimaal continueren van een organisatie, project, bedrijf of instelling. Binnen deze verzameling spelen verdeling van werk, aansturing van mensen en beslissingen over uitgaven een rol. In het onderdeel Management maak je kennis met de beginselen van organisatiekunde en management. Daarnaast worden de kenmerken behandeld van organisaties waar je later in gaat werken. Management Accounting houdt zich voornamelijk bezig met het geven en toepassen van informatie over de financiële situatie ten behoeve van managers in een organisatie. Met behulp van die gegevens komen managers tot gefundeerde zakelijke besluitvorming en zijn zij beter toegerust voor hun leidinggevende en bestuurlijke taken. Werkvormen Hoorcolleges, PGO, opdracht en consultatie Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Na deze bouwsteen kan de student: een beschrijving geven van de kenmerken van een organisatie (wat is een organisatie/wat is het doel van een organisatie/hoe en waarom interacteert een organisatie met de omgeving). Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Participatie en Opdrachten Hoorcolleges, PGO en consultatie in eigen woorden uitleggen wat management is inclusief uiteenzetten wat het onderscheid is tussen leiderschap en ondernemerschap. Participatie en Opdrachten Hoorcolleges, PGO en consultatie verschillende organisatiestructuren en –stelsels (incl. netwerkorganisaties) beschrijven en typeren. verschillende organisatieculturen beschrijven en verklaren hoe de organisatiedoelstelling, organisatiestructuur en organisatiecultuur onderling samenhangt. uitleggen waarom begrip van Management Accounting belangrijk is voor de dagelijkse praktijk van elke manager. onderscheiden welke verschillende soorten kosten er zijn en wat het onderlinge verband is. Participatie en Opdrachten Hoorcolleges, PGO en consultatie Hoorcolleges, PGO en consultatie diverse soorten kosten berekenen en typeren. Participatie en Opdrachten een schatting maken van de kosten per Participatie en Participatie en Opdrachten Participatie en Opdrachten Participatie en Opdrachten Hulpmiddelen Hoorcolleges, PGO en consultatie Hoorcolleges, PGO en consultatie Hoorcolleges, PGO en consultatie Hoorcolleges, 48 Bouwsteendoelstellingen: eenheidsfactor voor elk type product in zowel singleproduct- als multiple productomgevingen. een omschrijving geven van de verschillende soorten budgetten. Toetsvorm(en) Opdrachten beoordelen welke factoren de afwijkingen tussen geplande en werkelijke resultaten veroorzaken. Participatie en Opdrachten beoordelen wat de gevolgen zijn van de directe kostenmethode bij het vaststellen van de bedrijfswinst. berekenen wat het omslagpunt is van elke standaard bedrijfsactiviteit. Participatie en Opdrachten Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 3, 6 en 7 Participatie en Opdrachten Participatie en Opdrachten Werkvorm(en) PGO en consultatie Hoorcolleges, PGO en consultatie Hoorcolleges, PGO en consultatie Hoorcolleges, PGO en consultatie Hoorcolleges, PGO en consultatie Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Toepassing van kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Marcus, J. en Dam van N., (2012). Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management. Groningen: Noordhoff Uitgevers Boer de P., Brouwers, M.P. en Koetzier W. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Groningen: Noordhoff Uitgevers Aanbevolen literatuur ISBN 9001809677 9001797881 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 49 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1ENG1 Business English 1 3 EC (84 hours) 1.1.4 9 weeks Admission HRM programme English Drs. Tatiana Naaijer Ciff Korte beschrijving van de inhoud The course will cover the following functions at this level: greetings and introductions, meetings and negotiations, business letter, email, memo and report writing. On completion of this course, students will have a sound grasp of the rudiments of the English language and will be able to communicate effectively in the business environment. There is also a focus on English grammar and vocabulary, which directly relates to the before mentioned skills After completing this course, students will be knowledgeable about the most important aspects of Business English. They will also be able to understand basic business terminology, writing and listening passages. You will be able to produce basic business English writing and speaking texts and passages at a B1 (CEF) level. Work forms The activities mentioned below will be practiced in order to improve the 4 skills at a B1 level. Receptive Listening - Dialogue - Presentation - Videos Productive Reading - Articles - Websites Spoken Interaction Written - Summaries - Descriptions - Business writings - Face to Face situations/ interactions (memo, email, etc.) - Telephone conversation - Presentations - Debates Test methods: Part Maximum Weight Norm Pts Written Test (multiple choice and open questions) 10 0.5 5.5 Spoken Section 10 EC 3 0.5 5.5 50 Pass 5.5 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition by Cotton, Falvey & Kent ISBN 9781408237090 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 51 52 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1BC Basiscommunicatie 3 EC 1.1.5 9 weken Toelating Bachelor Nederlands Jan Peter Peterson Korte beschrijving van de inhoud Als hbo’er zul je later een leidinggevende of in ieder geval een leidende rol gaan vervullen. Het is dan belangrijk dat je weet hoe communicatie werkt, hoe je ervoor kunt zorgen dat je boodschap overkomt en dat de ander er ook iets mee gaat doen. Of je nu wordt opgeleid tot leraar, manager, ingenieur, beleidsmedewerker, consultant of hulpverlener, als hbo’er moet je effectief mondeling kunnen communiceren en moet je begrijpen hoe communicatie werkt en wat de communicatie kan verstoren. Je leer je in verschillende situaties (tweegesprek, vergadering of interview) gemakkelijk te redden, oor en oog te hebben voor wat de ander wil zeggen en op een passende en effectieve manier voor je eigen mening uit te komen. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na afronding van dit onderdeel kan de student: Werkvorm(en) adequaat feedback geven en ontvangen Productenmap Werkcolleges een gesprek voeren waarin de student oplossingsgericht kan omgaan met weerstanden en emoties bij zichzelf of de gesprekspartner Productenmap werkcolleges een interview voorbereiden, afnemen en synthetiseren teneinde evidente informatie te verkrijgen over een opdracht of een probleem Productenmap werkcolleges een adviesgesprek voorbereiden en voeren. Productenmap werkcolleges Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 3, 6 en 9 Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Toepassing van kennis en inzicht 53 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Gramsbergen-Hoogland, Y.H. & Van der Molen, H.T. (2013). Gesprekken in organisaties (5e gew. dr.). Groningen: Wolters-Noordhoff. Aanbevolen literatuur Adler, R.B. (2008). Communication at work: Principles and practices for business and the professions (9th ed.). Boston, MA: McGraw-Hill. Baney, J. (2004). Guide to Interpersonal Communication. Upper Saddle River: Prentice Hall 2004. ISBN 978-90-01-81542-4 9780073511 887 9780130352 170 Blundel, R. & Ippolito, K. ( 2008). Effective business communication: Principles and practice for the information age (3rd Rev. ed.). London: Financial Times Prentice Hall. Bouman, F. & Koopmans, M. (2008). Teamleiderschap (Tweede druk). Zaltbommel: Thema. 9780273713 753 Dankers-van der Spek, M. (2007). Study path development. Building vocational skills. Benelux: Pearson Education. 9043012971 Hunsaker, P.L. (2010). Managementvaardigheden(3e ed.). Amsterdam: Pierson Education. 9789043018 531 James, J. (2001). Body Talk at Work: How to use effective body language to boost your career. London: Judi Piatkus Ltd. 0749922583 Janssen, D. (2007). Zakelijke communicatie 2: een leergang communicatieve vaardigheden voor het HBO (5e geh. herz. dr.). Groningen: Wolters-Noordhoff. Kranenburg, B. & ’t Hart, F. (2004). Een Goede Vergadering, Utrecht/Zutphen: Thiememeulenhoff. 9789001432 522 Quinn, R.E. (2007). Becoming a master manager: A competing values approach (4th ed.). Hoboken, N.J.: Wiley. Schulz von Thun, F. (1981). Miteinander reden 1 – Störungen und Klärungen. Allgemeine Psychologie der Kommunikation. Reinbek: Rowohlt. 9780470050 774 Van Dam, N. (2007). Organisation and management. An international approach. Groningen: Noordhoff Uitgevers. 9789001577 049 Weaver, W. & Shannon, C.E. (1963). The Mathematical Theory of Communication. Champaing, IL: University of Illinois Press. 9780252725 487 9789058710 673 90-06950173 9783499174 896 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 54 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1HRM1 HRM 1 3 EC 1.2.1 9 weken gedurende module 2 van jaar 1 Management 1 gevolgd Nederlands Frederiek Dekens Korte beschrijving van de inhoud HRM 1 is de eerste kennismaking met HRM binnen een organisatie, de toegevoegde waarde van HRM en de rol en positie van de HRM afdeling en/of HR-adviseur. Daarnaast wordt aandacht besteed aan HRM-instrumenten die gerelateerd zijn aan de instroom in een organisatie, te weten werving, selectie, arbeidsovereenkomst en introductie van nieuwe medewerkers. Gedurende 8 weken passeren alle bovengenoemde onderwerpen tijdens PGO de revue in de vorm van taken en opdrachten en worden de PGO-sessies ondersteund met hoorcolleges. In de moduulopdracht wordt kennisgemaakt met de praktijk. Studenten interviewen twee HRadviseurs van verschillende organisaties en schrijven een verslag waarin ze beide organisaties vergelijken met name op het gebied van HRM. Werkvormen PGO Hoorcolleges en gastcolleges (HC) Moduulopdracht (MO) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Na afronding van HRM 1: Weten Kent de student de positie, doelstelling en taken van HRM binnen een organisatie. Participatie Opdracht HC, PGO MO Kent de student de theorie op het gebied van werving, selectie en introductie. Participatie PGO Kent de student theorie op het gebied van HR-planning. Participatie HC +MO Kent de student de theorie op het gebied van arbeidsovereenkomsten. Participatie PGO Inzien Kan de student onderscheid maken tussen operationeel, tactisch en strategisch niveau op HRM gebied. Kan de student de toegevoegde waarde van HRM binnen een organisatie beschrijven. Opdracht + Participatie MO + PGO Opdracht + Participatie MO + PGO Participatie PGO 55 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Toepassen Kan de student een vacaturetekst opstellen. Participatie PGO Kan de student een selectie-interview voeren. Participatie PGO Kan de student een arbeidsovereenkomst opstellen. Participatie PGO Cesuur 55% voor opdracht 75-80% voor participatie Hulpmiddelen Kan de student de elementen van een introductieprogramma beschrijven. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 3, 4 Niveau van toetsing: Kennis en Inzicht Toepassing Kennis en Inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Marcus, J., Van Dam, N. (2012). Organisatie en Management. Zevende druk, Noordhoff Uitgevers Van der Roest, O.A.P e.a. Basisboek Recht, twaalfde druk, Noordhoff Uitgevers. Wetteksten Hoger Onderwijs, 2013-2014, Noordhoff Uitgevers. Enkele hoofdstukken uit: Leerboek personeelsmanagement van Kluijtmans van 2005 (5de druk). Noordhoff Uitgevers. Gepubliceerd op Blackboard. Aanbevolen literatuur Kluijtmans, F (2008). Bedrijfskundige aspecten van HRM, eerste druk. Noordhoff Uitgevers Baarda, P.R, Kouwenhoven, C.P.M (2007). Ken- en Stuurgetallen voor Personeelsmanagement: cijfers voor diagnose en besturing, tweede druk. Kluwer. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://www.wervingenselectiegids.nl http://www.nvp-plaza.nl/ http://www.hrbase.nl http://www.penoactueel.nl 56 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Onderzoek 1 3 EC 1.2.2 9 weken gedurende module 2 van jaar 1 Toelating Bachelor Schriftelijke communicatie (bronnen) Nederlands Jacqueline Rietveld Korte beschrijving van de inhoud Onderzoek 1 is de kennismaking met het op een methodische wijze onderzoek verrichten naar complexe vragen, waarbij onderbouwing en aantonen dat je grondig te werk bent gegaan belangrijk zijn. Gedurende negen weken wordt de student door de stappen en fasen van het onderzoeksproces geleid, werkt aan een eigen kwalitatieve onderzoeksopdracht en zich voorbereid op een toets. Naast zelfstudie zijn colleges en consultatie-uren behulpzaam om de basisprincipes van dit vak eigen te maken. In Onderzoek 2 wordt de gehele cyclus nog een keer doorlopen en ligt het accent op kwantitative data-analyse en rapportering. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Na afronding van Onderzoek 1: Kennis Kan de student de belangrijkste onderzoeksopvattingen onder woorden brengen Weet de student hoe je onderzoek moet worden voorbereid en opgezet Kan de student een probleemstelling formuleren Kan de student een toetsbare onderzoeksvraag formuleren Kent de student de betekenis van validiteit van een onderzoeksresultaat Kent de student de belangrijkste onderzoeksinstrumenten Weet de student wat de betrouwbaarheid van een instrument inhoudt Kent de student de relatie tussen populatie en steekproef Weet de student welke eisen je moet stellen aan een steekproef Opdracht HC Opdracht Opdracht Opdracht Toets Toets Opdracht Opdracht 57 Bouwsteendoelstellingen: Weet de student wat univariate analyse bivariate analyse is Kent de student het onderscheid tussen correlatie en causaliteit Begrijpt de student de basis van de inferentiële statistiek Kent de student de betekenis van SPSS Kan de student een topiclijst voor een diepte interviews maken Weet de student hoe een diepteinterview moet worden afgenomen zodat deze zo informatief mogelijk verlopen Weet de student hoe je een transcript maakt Kent de student de methode van analyse van transcripts Weet de student waar een onderzoeksverslag uit bestaat Toetsvorm(en) Toets Werkvorm(en) Hulpmiddelen Opdracht Toets Toets Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Inzien Begrijpt de student de verschillen en overeenkomsten tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek Begrijpt de student de relatie tussen literatuuronderzoek en validiteit Opdracht Opdracht Begrijpt de student de relatie tussen de onderzoeksvraag en de conclusie Opdracht Begrijpt de student de relatie tussen de doelstelling en de aanbeveling Opdracht Toepassen Kan de student structuur van een kwalitatieve onderzoeksopzet aangeven Opdracht Kan de student de gangbare onderzoekstermen uitleggen Opdracht Kan de student een klein kwalitatief onderzoek uitvoeren Kan de student een onderzoeksrapport opstellen HC + Consultatie HC + Consultatie Opdracht Opdracht 58 Bouwsteendoelstellingen: Kan de student de basis van de inferentiële statistiek toepassen op een casus Toetsvorm(en) Toets Werkvorm(en) Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2 Niveau van toetsing: Toepassing van kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Hulpmiddelen ISBN Saunders, M. Lewis, P, and Thornhill, A., Research Methods for Business Students (2012). Pearson. 0273750755 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 59 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1BE Bedrijfsadministratie 3 EC 1.2.3 9 weken Nederlands Maarten Raangs Korte beschrijving van de inhoud Het onderdeel Bedrijfsadministratie is opgezet rond systemen waarmee ondernemingen hun bedrijfsvoering soepel kunnen laten verlopen. Het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn om een gezond bedrijf te creëren en een succesvolle manager te worden, in combinatie met kennis van het presenteren en interpreteren van financiële informatie, zijn kernelementen in dit programmaonderdeel en bereiden je voor op je toekomstige carrière. Werkvormen Werkcolleges, opdracht en consultatie Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na afronding van de bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) een balans samenstellen. Opdracht Werkcollege en consultatie een journaal maken. Opdracht Werkcollege en consultatie een grootboek maken. Opdracht Werkcollege en consultatie een kolommenbalans maken. Opdracht Werkcollege en consultatie omzetbelasting boeken. Opdracht Werkcollege en consultatie omgaan met enkele veel voorkomende financiële feiten binnen de bedrijfsadministratie. Opdracht Werkcollege en consultatie Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2 en 7 Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Toepassing van kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Klerks-Van de Nouland, C.A.M. (2009) Introductie Bedrijfsadministratie. Groningen: Noordhoff Uitgevers Aanbevolen literatuur ISBN 9001709982 60 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 61 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Schriftelijke Communicatie 3 EC 1.2.4. 9 weken gedurende module 2 van jaar 1 Toelating Bachelor Onderzoek 1 en 2 (bronnen) Nederlands Jacqueline Rietveld Korte beschrijving van de inhoud De studenten moeten tijdens hun opleiding, maar ook in het werkende leven, regelmatig schriftelijk communiceren. In dit onderdeel schrijven studenten een literatuurverslag, wat een weergave is van wetenschappelijke kennis en onderzoek op een bepaald terrein. Verslagen, moduulopdrachten en scriptie bevatten alle een gedeelte van literatuuronderzoek. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na afloop van de bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) Hulpmiddelen Kennis Een passende structuur gebruiken bij doel en doelgroep Literatuurverslag Participatie Hoorcolleges Een passende stijl gebruiken bij doel en doelgroep Volgens de methode van Toulmin een argumentatie opbouwen In de volgende fases schrijven: bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven op de APA manier bronnen vermelden in de tekst en in de bronnenlijst Een introductie schrijven op een probleem, idee of praktijkvoorbeeld uit het werkveld en kan de lezer motiveren verder te lezen. Argumenten op een gebalanceerde wijze weergeven ter ondersteuning van een ingenomen standpunt, met behulp van concrete, onderbouwde en gedifferentieerde bewijzen. Conclusies trekken en communiceren die logisch, duidelijk en constant zijn met het voorgaande in het document Informatie correct samenvatten Zonder spel- en stijlfouten een tekst schrijven Minimaal drie betrouwbare bronnen gebruiken, waaronder een onderzoeksartikel uit een veelal Engelse digitale databank van Gastcollege bibliothecaris Studielandschap 62 Bouwsteendoelstellingen: Stenden Inzien Na afloop van dit onderdeel is de student zich bewust dat er meerdere versie nodig zijn om tot het definitieve document te komen De student kan de betrouwbaarheid van bronnen beter inschatten Toepassen De student schrijft een eigen literatuurverslag volgens de aangeboden richtlijnen Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Literatuurverslag Participatie Werkcolleges Literatuurverslag Participatie Werkcolleges De student demonstreert kritisch denkvermogen in het analyseren, interpreteren en evalueren van het schriftelijke werk van derden Participatie Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Communication Hulpmiddelen Stenden Studielandschap Stenden Werkcolleges Niveau van toetsing: Toepassing van kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) geen Aanbevolen literatuur Haag, E., Dirven. (2005). Schrijven stappen, handboek voor verslaglegging van literatuur onderzoek. Internet bronnen (aanbevolen) ISBN 63 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1FI Financiering (BE 3) 3 EC 1.2.5 9 weken Bedrijfsadministratie gevolgd Nederlands Maarten Raangs Korte beschrijving van de inhoud Na ordening van financiële mutaties (Bedrijfsadministratie), komt de interpretatie van de uitkomsten aan bod. In dit programmaonderdeel ga je aan de slag met het interpreteren van financiële gegevens. Werkvormen Hoor-/ werkcolleges, opdracht en consultatie Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na afronding van dit onderdeel ben je in staat Moduulopdracht om: Werkvorm(en) Hoorcolleges werkcolleges aan te geven welke soorten activa zich op de debetzijde van de balans bevinden. Opdracht Hoor/werkcolleges uit te leggen met welke soorten vermogen deze activa zijn gefinancierd en het beste gefinancierd kunnen worden. Opdracht Hoor/werkcolleges uit omzet- en kostengegevens een winst- en verliesrekening op te stellen. Opdracht Hoor/werkcolleges uit informatie over geldstromen een kasstroomoverzicht op te stellen. Opdracht Hoor/werkcolleges de drie hiervoor genoemde financiële overzichten te analyseren om tot een oordeel over de financiële situatie van een onderneming te komen. activa zoals voorraden, debiteuren en liquide middelen op een financieel verantwoorde wijze te beheren. Opdracht Hoor/werkcolleges Opdracht Hoor/werkcolleges de kengetallen die voor analyse nodig zijn te berekenen en te interpreteren. Opdracht Hoor/werkcolleges verbanden te leggen tussen de financiële overzichten onderling en in samenhang met de kengetallen. de diverse vermogensvormen met hun kenmerkende eigenschappen te benoemen en hieruit in een gegeven situatie een Opdracht Hoor/werkcolleges Opdracht Hoor/werkcolleges Hulpmiddelen 64 Bouwsteendoelstellingen: verantwoorde keuze te maken. op basaal niveau aan te geven of en waarom een voorgenomen investering op financiële gronden levensvatbaar zal zijn of niet. Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Opdracht Hoor/werkcolleges Cesuur 55% Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boer de P., Brouwers, M.P. en Koetzier W. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Groningen: Noordhoff Uitgevers Hulpmiddelen ISBN 9001797881 65 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Recht 1 3 EC (84 uur studiebelasting) 1.3.1. 9 weken Nederlands Marjolein Hensen-Broeders Korte beschrijving van de inhoud Kennis van wet- en regelgeving behoort tot de basis van een HR-adviseur. Binnen dit onderdeel maakt de student kennis met recht. Studenten verdiepen zich in het Nederlands rechtssysteem, kunnen het onderscheid privaat- en publiekrecht maken en maken zich het privaatrecht en arbeidsrecht eigen. Ook leren studenten juridische vaardigheden waaronder het toepassen van weten regelgeving en gebruiken van een wettenbundel. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na afloop van deze bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) Hoorcollege Concrete situaties herkennen waarin rechtsregels een belangrijke rol spelen. In concrete situaties relevante informatie correct interpreteren. Situaties waarin rechtsregels een belangrijke rol spelen herkennen en een plan van aanpak opstellen. Veelgebruikt juridisch jargon begrijpen, zodat hij/zij zowel mondeling als schriftelijk adequaat kan communiceren met juridische en andere professionals. Juridische vaardigheden gebruiken waaronder het toepassen van wet- en regelgeving en het hanteren van een wettenbundel. MC Toets Werkcollege MC Toets Werkcollege MC Toets Werkcollege MC Toets Werkcollege MC Toets Werkcollege Cesuur 65% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 3, 6, 9 Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Roest, O.A.P. (2013) Basisboek Recht, dertiende druk, Noordhoff Uitgevers. Hulpmiddelen ISBN 9789001815509 Wetteksten Hoger Onderwijs 2014/2015, Noordhoff Uitgevers. ISBN: 66 9789001834074 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1LB1 Loopbaan 1 3 EC 1.3.2 9 weken Toelating Bachelor Nederlands Jan Peter Peterson Korte beschrijving van de inhoud Voor dit studieonderdeel gaan we er van uit dat je sinds kort stage loopt bij het loopbaanadviesbureau "Werkwaarde". Je hebt je al verdiept in de organisatie, je weet welke diensten ze leveren en wie er zoal werken. Nu is de tijd aangebroken om met het echte werk te beginnen; het begeleiden van cliënten met een loopbaanvraagstuk. Met je stagebegeleider heb je afgesproken dat je volgende week begint met je eerste cliënt. Dat betekent dat je gelukkig nog voldoende tijd hebt om je hier goed op voor te bereiden. Je hebt boeken en aantekeningen van je studietijd tot je beschikking en er is nog ruimte om eerst een gesprek van een andere collega te zien. Om te beginnen kijk je in de map met aanmeldingen. Met welke cliënt ga jij een intakegesprek voeren? Wat is de loopbaanvraag van de cliënt en hoe ga je dat begeleiden? Van alle informatie die je vooraf, tijdens en na de begeleiding van de cliënt verzamelt, leg je een dossier aan. Je stagebegeleider heeft bovendien aangegeven dat je niet alleen het kennismakinggesprek voert, maar ook een begeleidingsprogramma voor de cliënt zal opzetten. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) Beschrijven waarom theoretische modellen voor loopbaanadvisering van belang zijn. Leerverslag Hoorcollege De theorie van Holland ( RIASOC, congruentie, differentiatie, consistentie) beschrijven HollandZelfOnderzoek (HZO) maken. Leerverslag Hoorcollege Leerverslag Consultatie De Fasen in de ontwikkeling beschrijven Leerverslag Hoorcollege Het ontstaan van de zone acceptabele beroepen (L.Gorrfredson) beschrijven Leerverslag Hoorcollege Besluitvormen opnoemen. Individuele opdracht / Hoorcollege Hulpmiddelen 67 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Eindgesprek Leerverslag Werkvorm(en) Loopbaancompetenties op de arbeidsmarkt opnoemen. OP een actieve en effectieve manier communiceren met groepsgenoten door actief te luisteren, door door te vragen en door zijn/haar mening te delen met teamleden. Opnoemen welke fasen in een intakegesprek zijn Eindgesprek Werkcollege Groepsopdracht Consultatie Individuele opdracht Werkcollege / Rollenspel Beschrijven welke basisgesprekvaardigheden je vooral gebruikt in een intakegesprek Opnoemen welke gespreksonderwerpen af te leiden zijn uit de 5 besproken invalshoeken Individuele opdracht Consultatie Individuele opdracht Werkcollege Na het werkcollege een intakegesrek op film opnemen. Het begrip loopbaanbegeleiding uitleggen. Uitleggen hoe het intakegesprek zich verhoudt tot de daarop volgende begeleiding. Goede begeleidingstechnieken en –instrumenten vinden. Uitleggen hoe een verbatim er uit moet zien. Het nut ervan uitleggen en interventies benoemen. Opnoemen welke typen loopbaanvragen bestaan. Individuele opdracht Rollenspel Individuele opdracht Consultatie Individuele opdracht Consultatie Individuele opdracht / Eindgesprek Individuele opdracht Consultatie Consultatie Aangegeven wat een passend aantal gespreksmomenten zijn. Individuele opdracht / Eindgesprek Individuele opdracht Cesuur 55% Sociale stratificatie en herkomst beschrijven Een reflectie over het gevoerde intakegesprek schrijven. Beoordelen welk begeleidingsprogramma passend is voor welk type loopbaanvraag en aangeven waarom. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5 en 12 Hulpmiddelen Hoorcollege Consultatie Consultatie Niveau van toetsing: Kennis en Inzicht Toepassing van kennis en inzicht Analyseren, synthetiseren 68 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Understanding Careers, Inkson (2007) DVD met voorbeeld intakegesprek (wordt uitgereikt door docent) ISBN 9780761929505 Aanbevolen literatuur Spijkerman, R. en Admiraal, D. (2000). Loopbaancompetentie, management van mogelijkheden. Samson Baalbergen J., Nap J., e.a. (2002). Het palet van loopbaanland. Een verkenning van de achtergronden en de praktijk van loopbaanbegeleiding in de domeinen onderwijs, arbeid en sociale zekerheid. Den Haag: uitgeverij LEMMA. Bienemann, M. en Spijkerman, R. (2002). RAAK, sleutels voor loopbaanplanning. Leeuwarden: LDC. Bienemann, M, en Spijkerman, R. (2004). Vang je eigen schaduw, werkboek voor leven en loopbaan. Zaltbommel: Thema. Bienemann, M., Spijkerman, R., Reekers, M.(2005). De seniorcode, Je loopbaan na je 45ste. Zaltbommel: Thema. Bienemann, M., Spijkerman, R., Reekers, M.(2009).Door de wol geverfd, Je loopbaan na je 40ste.Zaltbommel: Thema. Bienemann, M., Mijland, E. , Reekers, M.,Spijkerman, R. (2007) Ik ga voor werk dat me raakt. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor creativiteit. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor de top. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor vrijheid. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor de ultieme uitdaging. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor een betere wereld. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ham, M. van der (2008). Duurzaam coachen, arbeidsgerelateerde coaching met een blijvend effect. Nelissen Luken, T. (2000). Innovatie in beroepskeuze en loopbaanbegeleiding 69 Martens, A.,Spijkerman, R. (2006). Zelfkennis. Martens, A.,Spijkerman, R. (2000). Arbeid kiezen en delen. Alphen aan de Rijn: Samsom. Reynaert, W. en Spijkerman, R. (volledig herziene druk 2009). Loopbaandilemma’s.Leeuwarden/ ’s Hertogenbosch:Malmberg/LDC Spijkerman, R.,Vloet, K. redactie. ( 2001). Spiegel voor begeleiders. Apeldoorn/Leuven: Garant. Spijkerman, R.(2005). Loopbaangesprekken. Zaltbommel: Thema. Spijkerman, R., Admiraal, D.(2000).Loopbaancompetentie.Alphen a/d Rijn: Samsom. Spijkerman, R. & Bienemann, M.(2009). Het werkvormenboek, 40 loopbaanoefeningen die werken. Zaltbommel: Thema. Tijdschriften Loopbaan of Dekanoloog Vinke, R. (2004). Zoeken naar Intrinsieke motivatie. Reed Business BV Websites LDC, NVS-NVL, Kennisnet.nl, beroepskeuze.nl , loopbaanadvies.net , boaborea.nl. 70 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1AM1 Arbeidsmarkt 3 EC 1.3.3 9 weken Nederlands Maarten Raangs Korte beschrijving van de inhoud Binnen veel organisaties is een strakke personeelsplanning. Op het moment van uitval wordt de betreffende ondernemer geconfronteerd met onderbezetting. Een uitzendbureau, gespecialiseerd in deze branche, kan deze uitval opvangen door geschikt personeel uit te zenden op momenten dat daar behoefte aan is. Tijdens dit onderdeel geeft een uitzendbureau de opdracht om te onderzoeken of het haalbaar is om onder een apart label een specialisatie op te zetten. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de Opdracht student: het aanbod op de arbeidsmarkt in een bepaald gebied onderzoeken. de vraag op de arbeidsmarkt in een bepaald gebied onderzoeken. trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt bepalen. een concurrentieanalyse uitvoeren. een presentatie geven over het uitgevoerde onderzoek. Opdracht en leerverslag Opdracht en leerverslag Opdracht en leerverslag Opdracht en leerverslag eindpresentatie Werkvorm(en) Project Hulpmiddelen PGO PGO PGO PGO PGO Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2 en 4 Niveau van toetsing: Kennis en Inzicht Toepassing Kennis en Inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Desk en Fieldresearch Aanbevolen literatuur Kotler, P. et al. (2006). Principes van marketing. Amsterdam: Pearson Prentice Hall Verhoeven, N. (2009). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Onderwijs Zwegers, J.M.M. (2010). Organisatie en arbeidsmarkt. Kluwer ISBN 9043016225 9059316711 9013021735 71 Berghuis, E. (2008). Arbeidsmarktdynamiek: ontwikkelingen in (inter)nationaal perspectief. Boom onderwijs. 9047300491 Werf van der S., (2007). De verdeling van arbeid: een verkenning van vraag en aanbod, beleid en sociale zekerheid. Coutinho. 9046900320 Bekker, S. (2005). Jong en oud op de arbeidsmarkt: generaties, transities en levensloop. Reed Business Information 9059016815 Soest, E. van (2003). Arbeidsvoorziening. LEMMA 9059317378 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.werk.nl, www.rabobank.nl en www.cbs.nl 72 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: SLB 1.2 Studieloopbaan-begeleiding 1.2 3 EC 1.3.4 1 semester Toelating bachelor Nederlands Danny Beetsma Korte beschrijving van de inhoud Het aanleren van de grondprincipes van systematische, geplande ontwikkeling van competenties krijgt in het eerste jaar veel aandacht. Daarnaast is het eerste jaar een jaar van oriëntatie ,zowel een oriëntatie op de opleiding HRM zelf, als op het werkveld van HR. Belangrijk is dat je na het eerste jaar zeker weet of je de goede opleiding hebt gekozen of niet. Al deze onderwerpen komen aan de orde in tien bijeenkomsten en individuele gesprekken, die verspreid over het studiejaar worden verzorgd door je studiecoach. Gedurende het jaar werk je planmatig aan leerdoelen die je gedurende het jaar vaststelt en eventueel bijstelt. Elke keer als je aan je leerdoelen hebt gewerkt, leg je schriftelijk vast op welke manier je gewerkt hebt aan de eigen ontwikkeling en welke vorderingen je gemaakt hebt. Je studiecoach beoordeelt dit document (portfolio) halverwege en aan het eind van het eerste studiejaar. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De opleiding en het HR werkveld te beschrijven Bijeenko msten studielo opbaancoaching Werkvorm(en) Werkcolleges Hulpmiddelen Participatie Portfolio Je eigen visie op studeren, het werkveld en de opleiding te benoemen M.b.v. de feedback die je krijgt, je sterke punten en ontwikkelpunten te herkennen Je eigen sterke punten en ontwikkelpunten waar te nemen Een reflectie te geven op je eigen ontwikkeling Aan te geven waarom de opleiding HRM al of niet een goede keuze is SMART leerdoelen op te stellen Te oefenen met nieuw gedrag 73 Bouwsteendoelstellingen: Cesuur Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 55% op portfolio 80% op participatie Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: Leervaardigheden Toepassing van kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Bloemen, P en Dekkers, J. (2013). Greep krijgen op je studieloopbaan,tweede volledig herziene druk, OAB Dekkers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 74 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Onderzoek 2 3 EC 1.3.5. 9 weken gedurende module 2 van jaar 1 Toelating Bachelor Schriftelijke communicatie (bronnen) Nederlands Jacqueline Rietveld Korte beschrijving van de inhoud In Onderzoek 1 zijn de basisprincipes van onderzoek doen aan de orde geweest en heeft de student geoefend met het doen van kwalitatief onderzoek en het coderen van transcripten. In het onderdeel Onderzoek 2 leert de student op een methodische wijze een kleinschalig kwantitatief onderzoek te verrichten en daar verslag van te doen. Opnieuw worden alle stappen en fasen van het onderzoeksproces doorlopen. De cursus wordt afgesloten met een onderzoeksverslag van een (zelf gekozen) onderzoeksvraag. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Weten: Een onderzoeksplan maken participatie Werkvorm(en) Hulpmiddelen Colleges Opdracht Consultaties Een tijdspad opstellen Beschrijven waaruit een onderzoeksplan is opgebouwd Op basis van een beperkt literatuuronderzoek een conceptueel model opzetten en de begrippen definiëren Begrippen omzetten in meetbare instrumenten voor een survey interview Keuzes maken voor de wijze waarop enquêtes uitgevoerd moeten worden keuzes maken voor de wijze waarop bij enquêtes respondenten en deelnemers benaderd dienen te worden een codeboek opstellen een aantal eenvoudige, beschrijvende analyses van telkens één of twee variabelen beschrijven, herkennen, uitvoeren en interpreteren gegevens overzichtelijk weergeven in een grafiek of tabel 75 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Participatie Colleges, consultaties en opdracht Participatie Colleges, consultaties en opdracht Hulpmiddelen een aantal samenvattende eigenschappen van variabelen beschrijven (centrum maten, modus, mediaan, gemiddelde, gewogen gemiddelde, standaard deviatie, kruistabel) deze samenvattende eigenschappen herleiden (berekenen) enkele basistechnieken met behulp van SPSS of Exell uitvoeren een stuk tekst samenvatten en begripsmatig zodanig beschrijven dat het antwoord geeft op voorafgestelde onderzoeksvragen de aspecten van kwantitatief onderzoek ten aanzien van betrouwbaarheid en validiteit benoemen Inzien De student ontdekt het belang van literatuuronderzoek voor het ontwikkelen van een conceptueel model en het operationaliseren van de enquete De student ziet het belang van de steekproeftrekking Toepassen De student kan een kleinschalig kwantitaief onderzoek opzetten, uitvoeren en rapporteren Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2 55% Niveau van toetsing: Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Saunders, M. Lewis, P, and Thornhill, A., Research Methods for Business Students (2012). Pearson. 0273750755 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 76 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1VP Vergaderen/ Presenteren 3 EC 1.4.1 9 weken Toelating Bachelor Nederlands Jan Peter Peterson Korte beschrijving van de inhoud Bij het onderdeel presenteren word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt. Je leert welke hulpmiddelen je op welke manier kunt inzetten. Je leert vooral om boeiend en overtuigend te zijn. Tenslotte leer je ook hoe je een presentatie van iemand kunt beoordelen en op welke manier je opbouwende kritiek kunt leveren. Ook bij het onderdeel vergaderen word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert de spelregels van een vergadering, maar je leert ook welke processen in een vergadering binnen een groep kunnen spelen. Je leert hoe je een vergadering voorbereidt, hoe je als voorzitter een vergadering leidt en hoe je als deelnemer een effectieve bijdrage aan een vergadering levert. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) Productenmap en Participatie Werkcolleges 2. kun je een presentatie houden: - je laat zien hoe je een presentatie voorbereidt; - je laat zien hoe je een presentatie opbouwt; - je laat zien hoe je een presentatie ondersteunt (bijvoorbeeld met Powerpoint); - je laat zien dat je je publiek kunt boeien - je laat zien dat je constructieve feedback op een presentatie kunt geven. Individuele presentaties en groepspresentatie en Productenmap Werkcolleges 3. weet je hoe je moet vergaderen: Productenmap en participatie Rollenspelen tijdens werkcollege 1. weet je hoe communicatie werkt en wat de rol is van non-verbale communicatie je weet en laat zien hoe je een vergadering voorbereidt; Hulpmiddelen Prezi/PowerPoint je laat zien hoe je een vergadering als voorzitter leidt; je laat zien hoe je als deelnemer actief een goede bijdrage aan de vergadering levert. 77 Bouwsteendoelstellingen: Cesuur productenmap Participatie Toetsvorm(en) 55% 85% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 9 en 12 Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Weten Inzien Toepassen Analysereen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) e Gramsbergen-Hoogland, Y.H. & Van der Molen, H.T. (2013). Gesprekken in organisaties (5 gew. dr.). Groningen: Wolters-Noordhoff. ISBN 978-90-01-81542-4 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen) Nuttige websites over vergaderen: http://www.leren.nl/cursus/professionele-vaardigheden/vergaderen/ Prachtig! Compleet, duidelijk, met mooie hyperlinks. http://www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/overtuigenbeinvloeden/basisbegrippen.html Via de zelfde site. Vertaling van een Amerikaanse cursus. Very American, but useful all the same. http://www.carrieretijger.nl/functioneren/samenwerken Rijk gevulde site, ook met goede informatie over vergaderen, dat hier gezien wordt als een vorm van samenwerken. http://www.youtube.com/watch?v=YPrAC2gjU8I “Youtube’je” over vergaderen: hilarisch ! http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/verg aderen http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/disc ussieren Een discussie leiden (rol voorzitter). http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/argu menteren Een beetje technisch, maar direct van toepassing op de week waarin structureren en argumenteren wordt behandeld. Van managementsite.nl, ook rijk gevuld; bovendien toepasbaar in andere 78 domeinen, zoals Techniek of Social Work: http://www.managementsite.nl/2421/persoonlijke-effectiviteit/vergaderenhoe-moet-dat-al-weer.html http://www.managementsite.nl/2167/performance-management/5-tipsefficint-vergaderen.html http://www.managementsite.nl/2757/persoonlijke-effectiviteit/9-tips-omeffectief-vergaderen.html http://www.managementsite.nl/4519/persoonlijke-effectiviteit/12-tipssnelle-vergadering.html http://www.managementsite.nl/2018/persoonlijke-effectiviteit/vergaderingtips.html Vergadertips. http://www.managementsite.nl/2467/self-assessments/checklist-leidenvergadering.html Checklist voor het leiden van een vergadering. http://www.managementsite.nl/175/self-assessments/hoe-vergaderenlastige-mensen.html Vergaderen met lastige mensen. Nuttige websites over presenteren: Universiteit Twente Een korte online cursus presenteren, gericht op je ontwikkeling, met een handige voor- en nameting. http://iwp.cs.utwente.nl/Vaardigheden/6-Presenteren/Voormeting/voormeting.html Learnit Een heldere online cursus presenteren met mooie oefeningen. http://www.learnit.nl/gratiscursus/cursus_presenteren/ Carrièretijger http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/modellen/presentati e Rijksuniversiteit Groningen http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/pres enteren/index http://www.rug.nl/education/other-study-opportunities/hcv/mondelingevaardigheden/voor-studenten/poster-presentatie Over posterpresentaties: Over Powerpoint, in het Engels, but so instructive: 79 http://www.presentation-skills.biz/presentation-delivery/how-not-topresent-with-powerpoint.htm En verder…. Over Lichaamstaal Een schat aan informatie over non verbale communicatie en lichaamstaal, ook bij presenteren en vergaderen. http://www.lichaamstaal.nl/lichaamstaal.html?presentatie.html Over argumenteren http://www.argumentenfabriek.nl/ Een aantal journalisten en wetenschappers heeft er zijn werk van gemaakt om de argumenten van complexe problemen helder in kaart te brengen: de argumentenfabriek. 80 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR1OM Operationeel Management 3 EC 1.4.2 9 weken in module 4 jaar 1 Nederlands Frederiek Dekens Korte beschrijving van de inhoud Binnen operationeel management maken de studenten kennis met de operationele processen binnen organisaties, hoe middelen ingezet kunnen worden, hoe processen gestuurd en gepland kunnen worden en wat de relatie is tot HRM. Gedurende 8 weken worden hoorcolleges verzorgd en wordt in week 9 een toets afgenomen met kennis-, inzicht en toepassingsvragen. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: de stappen van het ontwerpproces voor een Kortedienst of productieproces uitleggen antwoordentoets de inzet van middelen (mensen, faciliteiten, Kortemachines, verbruiksgoederen) verklaren antwoordentoets aangeven welke criteria te gebruiken zijn voor Korteplanning en sturing van de operationele antwoordenprocessen toets de planning van operationele processen Korteverklaren antwoordentoets uitleggen onder welke omstandigheden een Kortemajeure wijziging van de operationele antwoordenprocessen geboden is (o.a. BPR); toets uitleggen hoe een dergelijke wijziging kan worden doorgevoerd Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 6 Werkvorm(en) Hulpmiddelen Hoorcollege Hoorcollege Hoorcollege Hoorcollege Hoorcollege 55% Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Schulp, Jan A. , Walstra, J. & Janssen, E.M.G. (2010). Operationeel management in de dienstverlening, 2e Editie. Amsterdam, Pearson Education Benelux Aanbevolen literatuur Lovelock, Christopher H., & Jochen Wirtz (2006). Dienstenmarketing –5e editie. Amsterdam, Pearson Education Benelux Lovelock, Christopher H., & Jochen Wirtz (2004). Services Marketing – 81 People, Technology, Strategy. 5th edition. Upper Saddle River, N.J. Pearson Prentice Hall Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 82 83 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: HRMAR1 Marketing 1 3 EC 1.4.1 1 periode Geen Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe organiseer je dit, welke vormen zijn er etc. Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening houden (op macro- en microniveau). Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten. Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen. Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep gemaakt. Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in vergelijking met de concurren. De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 84 1. De student kan de marketingmanagement concepten onderscheiden. 2. De student kent de termen maatschappelijk verantwoordelijkheid en marketingethiek. 3. De student kent het verloop van de beslissingsprocessen bij klanten en de beïnvloedende factoren. 4. De student kent het perceptieproces van de klant. 5. De student kent de verschillen tussen goederen en diensten. 6. De student heeft inzicht in het strategisch marketingmanagementproc Schriftelijk tentamen De verdeling over de stof is evenredig. Met de open vragen wordt vooral toepassing getoetst. HC en WC Rekenmachine, Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 85 7. 8. 9. 10. 11. es, de onderdelen daarvan en mogelijke hulpmiddelen daarbij. De student kent de verschillen tussen consumenten en zakelijke klanten en heeft inzicht in de marketingimplicaties hiervan. De student kan op basis van relevante criteria de markt segmenteren en segmenten beschrijven. De student kan op basis van marktsegmentatie een aantrekkelijke doelgroep kiezen. De student kan positioneringstrategieën formuleren. De student kent het belang van klantrelaties en concurrentievoordeel Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Niveau van toetsing: N2: Inzien Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Kotter, Marketing ISBN Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) 86 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: 1.4 Business English 2 3 EC 1.4.5. 9 weeks B1 English Drs. Ms. Tatiana Naaijer-Ciff Korte beschrijving van de inhoud Students will cover the following functions at this level: greetings and introductions, meetings and negotiations, business letter, email, memo and report writing. On completion of this course, they will have a sound grasp of the rudiments of the English language and will be able to communicate effectively in the business environment. There is also a focus on English grammar and vocabulary, which directly relates to the before mentioned skills. Doelstellingen The competences developed in this course include: Knowledge and understanding of business terminology Knowledge of methods and techniques useful in basic business life The capacity to study, understand and evaluate relevant business publications and writings The capacity to report (orally and in writing) in English on different aspects of business and using different methods Critical evaluation of your peers’ work After completing this course, you are knowledgeable about the most important aspects of business English. You will also be able to understand basic business terminology, writings and listening passages. You will be able to produce basic business English writing and speaking texts and passages at a B2-C1 level (Common European Framework CEF). Work forms The course is based on exercices that combine different skills and utilise both receptive and productive factors of language in context learning. These exercises focus on realistic situations that may arise in any professional business lifestyle. The skills are: reading (newspaper and magazine articles, reports, graphs) writing (memos, emails, reports, business letters, minute taking, press releases, guidelines) listening (general conversations, interviews, presentations, meetings) speaking (meetings, brainstorming, negotiations, press conferences, debates) presenting (plans, press conferences, individual business plans) The following tools will be utilized in the autonomous learning aspect of the course: Portfolio Practice file (can be purchased and studied independently) Test methods: Part Weight Norm grade A) Written Test B) Oral Test 50%** 50%** 5.5 5.5 87 Average** 5.5 of A + B ** Components cannot compensate for each other, both parts need to reach at least 5.5 to be averaged. If one component scores below the norm, your maximum mark will be a 5. Final Grade Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Market Leader Upper Intermediate by Cotton, Falvey & Kent, 3rd edition Aanbevolen literatuur ISBN 9781408237090 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 88 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Ontslag 3 EC (84 uur studiebelasting) 1.4.5. 9 weken geen Nederlands Marjolein Hensen-Broeders Korte beschrijving van de inhoud Een werkgever wordt verwacht op de hoogte te zijn van alle geldende wet- en regelgeving. Nog belangrijker is, dat een werkgever, wet- en regelgeving op een correcte manier weet toe te passen. Als wet- en regelgeving verkeerd wordt toegepast kan dit grote (financiële) consequenties hebben. De kans op een financiële claim wordt steeds groter bij het juridiseren van de samenleving. Conflicten worden niet meer uit de weg gegaan en de gang naar de rechter niet geschuwd. Ook in arbeidsrelaties is dit een tendens. En daarbij laten niet alleen werkgevers laten zich bijstaan door deskundigen, maar ook werknemers. In het licht van bovenstaande is kennis van -de in de praktijk bestaande- ontslagprocedures onmisbaar. Dit is uiteraard helemaal van belang voor iedereen die zich binnen een onderneming bezig houdt met Human Resource Management (HRM)/ Personeel en Organisatie (P&O) zoals bijvoorbeeld een personeelsfunctionaris of Officemanager. Werkvormen PGO Moduulopdracht (MO) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de Opdracht student: Werkvorm(en) Project Weten: Alle in de in de praktijk- bestaande ontslagprocedures te benoemen. Opdracht + participatie PGO + MO Een praktisch, uitvoerbare, oplossing rondom een specifieke ontslagsituatie te geven. Opdracht + participatie PGO + MO Een schriftelijk beleidsvoorstel met betrekking tot ontslag te schrijven Opdracht + participatie PGO + MO Cesuur 55% voor Opdracht 80% voor participatie Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 3,6,9 Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Kennis en Inzicht Toepassen Kennis en Inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Roest, O.A.P, Basisboek recht, dertiende druk, Noordhoff Uitgevers. 89 Leerboek HRM, Kluytmans, eerste druk, 2010. Wetteksten Hoger Onderwijs 2014/2015 Aanbevolen literatuur Schets van het Nederlandse Arbeidsrecht Bakels,P. MR, I.P.(meest recente druk). Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, Bakels, Prof. Mr. I.P. Asscher-Vonk en Prof. Mr. W.H.A.C.M. Bouwens (meest recente druk). Wetteksten Hoger Economisch Onderwijs 2012-2013. (…druk) Arbeidsrecht, Marion Treep, meest recente druk , Boom Lemma uitgevers, Den Haag Juridische Vaardigheden, Vaardig met arbeidsrecht- de ontbindingsprocedure bij de kantonrechter. Boom Juridische Uitgevers, laatste druk. Juridische Vaardigheden, Vaardig met arbeidsrecht- de UWVontslagprocedure. Boom Juridische Uitgevers, laatste druk. Juridische Vaardigheden, Vaardig met arbeidsrecht- het collectief ontslag. Boom Juridische Uitgevers, laatste druk. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 90 Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de post-propedeutische fase: Overzicht onderwijsprogramma HRM Voltijd 2014-2015 Jaar 2 cohort 2013-2014 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Vak HRM 2 Bedrijfscommunicatie Marketing 2 Conceptueel denken Vak Prestatie beoord. HRM 3 CM/MD Mond. comm. 3 Vak Loopbaan 2 HRD 1 Mediation Psych./Diagnostiek Vak Strategisch 1 Strategisch 2 Change management SLB VAS RAG Coaching Adviesvaardigheden Jaar 3 cohort 2012-2013 Periode 1 Periode 2 Vak Strategisch HRM: jaarplan Vak Ziekteverzuimbeleid Stratisch HRM: reorganisatie Externe opdrachten Externe opdr. SLB 3 Strategisch HRD Periode 3 en 4 Minor Change and Innovation module 3 International HRM module 4 Healthy Careers module 4 Arbeidsmarkt 2 Teambuilding Arbeids/org. Psychologie Jaar 4 Vak Stage Scriptie Schematisch overzicht Post- Propedeuse programma HRM 2014-2015 In aanvulling op de Moduultentamenregeling de doorstroomeisen in de Post-Propedeutische fase van de opleiding HRM. Toelaatbaarheid tot de stage HRM. De student is in de Post-Propedeutische fase toelaatbaar tot de stage wanneer hij/ zij: a) in het bezit is van 150 EC uit de P- en hoofdfase, b) de onderwijseenheden onderzoek 1 & 2 succesvol heeft afgerond en c) de onderwijseenheden SHRM en SHRD gevolgd heeft. Toegepast onderzoek binnen de School of Business - EcoMLab Toegepast onderzoek in het HBO wordt gezien als een cruciale aanjager voor innovatie. In het Sectorplan HBO Noord Nederland, ‘Scholen voor Ambities’ii (Croon, 2010) wordt o.a. de versterking van transitie van de regio naar duurzame economie als speerpunt genoemd voor de komende jaren, zoals met een biobased economy (een economie die draait op biomassa als grondstof). Dat vergt op alle fronten meer aandacht en ruimte voor innovativiteit en ondernemerschap van medewerkers en organisaties, gevoed vanuit onderzoek en praktijk. In een Kennisakkoord Logtiek (2011) is afgesproken om zes regionale kennisdistributiecentra (KDC’s) te 91 ontwikkelen, die moeten zorgen voor een continue wisselwerking tussen werkveld en onderwijs. Hieraan zijn verbonden: HvA te Amsterdam, HRO te Rotterdam, NHTV te Breda, Fontys te Venlo, HAN te Arnhem/Nijmegen en Windesheim te Zwolle. Daarbij lijken de noordelijke provincies niet of onvoldoende te worden aangesloten. Mede hierom is binnen Stenden bij de School of Business een onderzoekseenheid ingericht om op een professionele wijze onderzoek te kunnen verrichten in het drieluik: onderzoek, onderwijs en werkveld (Mannen, 2013). Het onderzoek richt zich vooral op bedrijfsspecifieke toepassingen en innovatie, waarbij het bedrijfsleven middels kennisvalorisatie gebruik kan maken van de kennis en expertise die binnen de School of Business aanwezig is, zodat zij hun bedrijfsvoering kunnen verbeteren. Kennisvalorisatie wordt opgevat als het proces van waardecreatie uit kennis afkomstig uit alle disciplines, door kennis geschikt en/of beschikbaar te maken voor economische en/of maatschappelijke benutting en te vertalen in producten, diensten, processen en nieuwe bedrijvigheid. Binnen de School of Business sluit onderzoek en onderwijs nauw op elkaar aan door praktijk(onderzoeks)vraagstukken te integreren in het onderwijs. De School of Business heeft een achttal onderzoekthema’s gekozen, die ook op natuurlijke wijze bij de opleidingen ondergebracht kunnen worden. Alle thema’s zijn ondergebracht in de nieuwe onderzoekseenheid genoemd: EcoMLab. Binnen dit EcoMLab doen studenten onderzoeksvaardigheden op in de praktijk die onontbeerlijk zijn voor de professional van de 21e eeuw, waarbij de inhoud van deze thema's direct relevant zijn voor deze professional. Aan de toekomstige professionals worden door voortschrijdende globalisering en informatisering steeds hogere eisen gesteld en studenten moeten zich nu inhoudelijk goed voorbereiden op de aan hen gestelde eisen.Studenten worden vanuit Ondernemen NU! actief betrokken bij de uitvoering van praktijkonderzoek, gericht op de acht thema’s die centraal staan binnen het EcoMLab. Daar waar mogelijk vindt de onderzoekscomponent binnen een onderwijsmoduul plaats in de praktijk. Het werkveld brengt in deze opzet actuele en relevante onderwerpen aan die aansluiten op de thema’s van het EcoMLab en biedt een netwerk voor zowel studenten als Stenden. De onderzoeksgroep Ondernemen NU! valoriseert kennis en vertaalt de vraagstukken uit de praktijk naar onderzoeksopdrachten die een plaats krijgen in de curricula, waarbij vanuit het onderwijs nieuwsgierige en geïnteresseerde studenten aansluiten. Hiermee kunnen zij zich ontwikkelen tot competente professionals die voldoen aan de eisen van het werkveld. Een goed voorbeeld van de integratie is te zien bij de onderzoeksmodulen van ABA en de opleiding HRM waarbij studenten actief gezocht hebben naar de drivers van vitaliteit van verschillende regio’s. Het thema, de Digitale Maatschappij, onderzoekt met name de gevolgen van E-commerce voor bedrijven en logistieke processen. Maarten Raangs Bruin, F. d. (2013). Hobeon, Lectoraat Logistiek Noord Nederland bij Stenden, haalbaarheidsonderzoek. Den Haag. Croon, B. &. (2010). Scholen voor Ambities, Sectorplan HBO Noord-Nederland 2010-2015,. Mannen, A. (2013). Strategisch beleidsplan School of Business 2013-2017. Wereldwijs. (2013). Wereldwijs Onderwijs en Onderzoek, de koers van Stenden 2013-2017. Leeuwarden. 92 Jaar 2 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2BC Bedrijfscommunicatie 3 EC 2.1.1 9 weken Basiscommunicatie, management n.v.t. Nederlands Jane Klaarwater Korte beschrijving van de inhoud In dit onderdeel leert de student aan de hand van een communicatiestrategie en een bedrijfscommunicatieplan op te stellen waarbij de interne en externe communicatie goed op elkaar zijn afgestemd. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Niveau Bloom: weten Werkvorm(en) MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege MC toets PGO MC toets PGO MC toets Hoorcollege Hulpmiddelen Kan de student verschillende massa communicatie theorieën noemen. Niveau Bloom: weten Kan de student verschillende communicatiestrategieën noemen. Niveau Bloom: weten Kan de student de verschillende communicatiestromen in een organisatie noemen. Niveau Bloom: inzien Kan de student de relatie uitleggen tussen bedrijfsidentiteit, bedrijfsimago en bedrijfsreputatie. Niveau Bloom: inzien Kan de student uitleggen wat onder employer branding wordt verstaan; Niveau Bloom: inzien Kan de student aangeven waar een 93 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) BedrijfsCommunicatieplan PGO Bedrijfscommunicatieplan PGO Bedrijfscommunicatieplan PGO Bedrijfscommunicatieplan PGO Bedrijfscommunicatieplan PGO Hulpmiddelen effectieve tekst aan moet voldoen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student de belanghebbenden in kaart brengen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student de communicatiedoelen formuleren op een doeltreffende wijze (met betrekking tot kennis, houding, gedrag van de doelgroepen). Niveau Bloom: toepassen Kan de student effectieve teksten ten behoeve van media uitingen schrijven. Niveau Bloom: toepassen Kan de student de boodschap in verschillende media overbrengen, zowel intern als extern. Niveau Bloom: analyseren, synthetiseren Kan de student aan de hand van een situatie-analyse een geïntegreerd communicatieplan opstellen, waarbij interne en externe communicatie goed op elkaar zijn afgestemd. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 11 55% van 100 punten voor bedrijfscommunicatieplan en 55% van 100 punten voor MC toets Niveau van toetsing: communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Herlé, M. en Rustema, C. (2012). Corporate Communication Worldwide. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. Aanbevolen literatuur ISBN 9001802443 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 94 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie: Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2HRM 2 Functiewaardering 3 EC 2.1.2 9 weken gedurende module 1 jaar 2 Jaar 1 Nederlands Wolter van der Berg Korte beschrijving van de inhoud Bij HRM2 wordt de focus gelegd op het HR-instrument Functiewaardering. Studenten verdiepen zich in de theorie van functiewaardering, weten welk effect functiewaardering heeft binnen een organisatie en leren functies beschrijven. Ook wordt de relatie met belonen gelegd. Tevens worden de rollen van HR-adviseur en leidinggevende in relatie tot functiewaardering uitgediept. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Werkvormen Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteenoelstellingen: Toetsvorm(en) Na afronding van HRM2 Weten kent de student de theorie van Opdracht functiewaardering Eindgesprek Inzien begrijpt de student de rol van hr adviseur in het functiewaarderingsproces. Toepassen stelt de student een functiebeschrijving op. waardeert de student een functie volgens een functiewaarderingssysteem. doet de student een voorstel aangaande onderhavig beloningsvraagstuk voert de student een gesprek met de manager , verschaft overzicht en legt rol uit. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 6, 7. Werkvorm(en) Hulpmiddelen Opdracht Consultatie Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek 55% Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Toepassing Kennis en Inzicht, Oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. ISBN 95 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 96 Building block code: Building block name: Marketing 2 Study load: Period: Duration: Entry level: Building block language: Module Coordinator: 420, 15 EC 2.1 9 weeks Marketing Management Nederlands Rinke Bolster Concise description of the contents: Consumer behaviour has changed radically over the years and the communication channels are also changing at a rapid rate. Services have become as important as products, if not more important in certain situations. The Internet and ecommerce and other developments have brought about major changes in marketing. Despite all those changes, a number of aspects have remained unchanged. Consumers still look for brands that do what they promise to do; brands that fulfil the promises they make in terms of price-quality ratios, availability and experience. Marketing remains the business function that determines the needs and wishes of the customer, then determines which submarkets can be serviced the best, and then develops the best products, services and programs to service those markets. The purpose of marketing is to satisfy the customer in a profitable way by building valuable relationships with the customer. Marketers cannot do that on their own: they need to collaborate closely with other people in the company and with other organisations in the value chain to be able to offer the customer superior value. Many people view marketing as advertising and sales. This is however not the case. Real marketing is not so much about sales, as it is about knowing what the customer is asking for! Organisations become market leaders by better understanding the customer’s needs and by offering solutions that win over the customer with their excellent value, quality and service. All the advertising in the world could not ever make up for the absence of customer satisfaction. Marketing is all about making the same process that must lead to the fulfilment of the end user’s needs applicable to the interaction with other groups. Paying customers only form one of the interest groups in our society; it is important to also reach others that form part of our society. Marketing is not the exclusive domain of production companies, wholesalers and retails, but also of all sorts of other individuals and organisations. Lawyers, accountants, doctors, theme parks, tour operators and TV stations all make use of marketing to regulate the demand for their services. The same applies to hospitals, museums and artists. No politician will ever get the votes and no holiday resort the tourists without producing and developing a proper marketing plan. In this module, we will delve deeply into the basic principles of the subject, Marketing. It is not only important to know how the consumer makes the purchasing decision, but especially how you can influence and anticipate that process with your marketing policy. The marketing management process forms the foundation of the subject of Marketing. The marketing management process is the process whereby the marketer analyses the opportunities in the market, selects the target group, composes the marketing mix and leads the marketing activities (Kotler, 2006: 26). Knowledge and skills 97 Work forms PBL, lectures, workshops, guest lectures, consultation hours, project group Most important objectives and test methods: Objective: Gain insight into marketing strategy and operationalization Applied market research Test method: Written assignment Part of the written assignment PBL 98 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: VAS Verplichte Algemene Studiepunt (VAS) 3 EC 2.1.4. jaar Nederlands Jane Klaarwater Korte beschrijving van de inhoud Verplichte algemene studiepunten zijn bedoeld om je de verantwoordelijkheid te geven over het invullen van een aantal studiepunten, waardoor je de mogelijkheid krijgt om je naar behoefte breed of verdiepend te ontwikkelen. Je kunt de activiteiten in hele studiepunten verrichten. Je kunt bijvoorbeeld een aantal dagen meelopen bij een uitzendbureau, een opdracht uitvoeren voor een docent van HRM, meehelpen op een open dag en een boek lezen. Je kunt natuurlijk ook lid zijn van de schoolkrant en meelopen in het werkveld. Zo zijn er dus verschillende mogelijkheden om invulling te geven aan je verplichte algemene studiepunten. Houd zelf een gedetailleerde administratie bij van de uren die je aan de verschillende activiteiten hebt besteed. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de In aanvraag te fomuleren student: producten Werkvorm(en) opdracht Hulpmiddelen Competenties ontwikkelen die in het HR beroepenveld van belang zijn Laten zien dat hij kennis heeft opgedaan van het beroepen- en opleidingenveld zelf activiteiten plannen en organiseren en hiervoor verantwoordelijkheid dragen Verwoorden in zijn portfolio het beeld van de werkzaamheden in het beroepenveld. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 1. Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Geen Niveau van toetsing: Toepassing kennis en inzicht ISBN 99 geen Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 100 101 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Conceptueel denken (ontwerpen /creëren) 3 EC 2.1.5 9 weken 1e jaar HRM Nederlands Danny Beetsma Korte beschrijving van de inhoud De kern van deze onderwijseenheid is het bevorderen van het creatief en concept-denken. Je maakt daarbij gebruik van diverse technieken, theorieën en oefeningen voor je bewustwording en verbeelding om te kunnen innoveren. Frappa is opgebouwd rondom het concept koffie. Zo worden theoretische modellen weergegeven in de vorm van koffiefilters. Figuurlijk omdat je na het creëren van zoveel mogelijk ideeën (divergeren), de informatie moet filteren (convergeren). Daarnaast ook letterlijk omdat de meeste creatieve en conceptuele modellen in de vorm van een lemniscaat, ijsberg of in de vorm van een filter kunnen worden weergegeven. Daarnaast is deze Frappa drank ook erg luchtig. Met humor en door afstand te houden en te proeven, creëer je lucht in jouw innovatieve proces en in je hoofd en lichaam. Misschien klinkt deze beschrijving nog aardig frappant en abstract…maar daar leer je zelf helderheid in te scheppen. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Verschillende theoretische modellen ten aanzien vancreatieve/conceptuele processen en bijbehorende denkwijzen begrijpen. werkcolleges Werkvorm(en) Opdracht leerverslag presentatie Hulpmiddelen Byttebier Kan door het opdoen van filosofische kennis, los komen van bestaande structuren en processen (lateraal leren denken). Kan verschillende theoretische modellen ten aanzien van creatieve/conceptuele processen en bijbehorende denkwijzen hanteren. Kan door het uitvoeren van bewustwordingsoefeningen, los komen van bestaande structuren en processen (lateraal leren denken) Kan bijdragen aan een creativiteitsstimulerend klimaat. Kan denken en werken in termen van concepten en nieuwe concepten ontwikkelen Wordt zich bewust van de eigen leerstijl, aannames en paradigma’s en creëert een open houding 102 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Kan middels reflectie de eigen rol en positie in de groep bepalen Kan middels een pitch een vernieuwd concept / visie / ideeën / of andere uitkomst presenteren en onderbouwen, en de werkwijze waarop deze ideeën tot stand gekomen zijn uiteenzetten. Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 3, 6, 8 Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) geen Aanbevolen literatuur Byttebier, I. (2002). Creativiteit Hoe? Zo! Tielt: Lannoo. ISBN Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 103 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2PP Prestatiebeoordeling en prestatiemanagement 3 EC 2.2.1 9 weken gedurende module 2 jaar 2 Vakken jaar 1 en HRM2 Nederlands Wolter van der Berg Korte beschrijving van de inhoud Kennis van beoordelings- en beloningssystemen behoort tot de basisgereedschappen van een HR-adviseur. Studenten maken niet alleen kennis met deze instrumenten, maar diepen deze instrumenten ook uit en adviseren directie over het gebruik hiervan en de gevolgen voor de organisatie. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Werkvormen Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het onderdeel Prestatiebeoordeling en Werkvorm(en) Hulpmiddelen prestatiemanagement Weten Kent de student de theorie rondom belonen en beoordelen Inzien Kan de student beoordelingssystemen en beloningssystemen verklaren Toepassen Kan de student beoordelingssystemen en beoordelingssystemen toepassen op een concrete vraagstelling. Kan de student een adviesrapport schrijven inzake beoordelen en belonen en de uitkomsten van dit rapport presenteren. Analyseren analyse van de situatie een vraagstelling formuleren. Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht leerverslag eindgesprek Opdracht leerverslag eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht leerverslag eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht leerverslag eindgesprek 104 Bouwsteendoelstellingen: Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 3, 7 Toetsvorm(en) 55% Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 105 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2HRM 3 HRM3 Flexibilisering 3 EC 2.2.2 9 weken in module 2 van jaar 2 HRM1, HRM2, Loopbaan 1 gevolgd Nederlands Frederiek Dekens Korte beschrijving van de inhoud HRM 3 legt de focus op mobiliteit van medewerkers binnen en buiten de organisatie. Studenten adviseren de directie van een grote schoolorganisatie hoe ze de medewerkers in beweging krijgen, waardoor de (strategische) doelen van de organisatie behaald kunnen worden en de organisatie een grote verandering kan ondergaan. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Werkvormen Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Na afronding van HRM3 Weten Kent de student de theorie rondom mobiliteit. Inzien Kan de student het belang van mobiliteit voor organisaties en werknemers benoemen; Kan de student vormen van mobiliteit onderscheiden. Toepassen Kan de student kennis van mobiliteit toepassen op beleidsuitgangspunten die worden aangereikt. Kan de student relevante HR-instrumenten inzetten bij mobiliteitsvraagstukken. Analyseren, synthetiseren Kan de studenten de effecten van voorgesteld organisatiebeleid op de mobiliteit binnen de organisatie analyseren. Kan de student oplossingsrichtingen voorstellen ten aanzien van de discrepantie Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek Hulpmiddelen Leerboek Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek Opdracht Opdracht Consultatie Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek 106 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen tussen de huidige en gewenste situatie inzake mobiliteit binnen de organisatie. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 1, 6, 8, 9 55% Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://www.hrpraktijk.nl http://www.intermediair.nl http://www.duurzameinzetbaarheid.nl 107 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2CM Competentiemanagement / Management Development 3 EC 2.2.3 9 weken gedurende module 2 jaar 2 Vakken jaar 1 Nederlands Wolter van der Berg Korte beschrijving van de inhoud Tijdens het onder competentiemanagement-ManagementDevelopment maken studenten niet alleen kennis met deze HR-instrumenten, maar worden deze ook diepgaand uitgewerkt. Hoe kunnen de instrumenten in een organisatie worden ingezet, wat vraagt dit van de HR-adviseur, wat is de rol van de leidinggevende, hoe wordt een competentieprofiel samengesteld en hoe staan de instrumenten in verhouding tot de strategische doelen van een organisatie. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Werkvormen Opdracht Consultatie Eindgesprek Leerverslag waarin wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het individueel leerproces en het groepsproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van CM/MD: Kent de student de theorie rondom Competentie Opdracht Management Eindgesprek Werkvorm(en) Opdracht Eindgesprek Kent de student de theorie rondom Management Development Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Kent de student de relatie met andere personeelsinstrumenten en de waarde van koppeling Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Adviseert de student hoe CM en MD ingezet kunnen worden om organisatiedoelen te helpen bereiken cq problemen helpen op te lossen binnen de organisatie Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2,3 Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Kennis en inzicht Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Literatuur 108 Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 109 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2RAG Reïntegratie / Arbeid / Gezondheid 3 EC 2.2.4 9 weken n.v.t. n.v.t. Nederlands Jane Klaarwater Korte beschrijving van de inhoud In dit onderdeel leert de student casemanagement binnen een organisatie toe te passen aan de hand van de Wet Verbetering Poortwachter, de Arbowet en de Ziektewet. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Niveau Bloom: weten Werkvorm(en) MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege Hulpmiddelen Kent de student wet- en regelgeving omtrent Arbeid en Gezondheid waaronder de Wet Verbetering Poortwachter, de Arbowet en de Ziektewet. Niveau Bloom: weten Verschillende soorten ziekteverzuim noemen. Niveau Bloom: weten Noemen uit welke onderdelen een reïntegratiedossier bestaat. Niveau Bloom: weten Weet de student wat reïntegratie in het 1e spoor en reïntegratie in het 2e spoor is. Niveau Bloom: inzien Kan de student verschillende psychologische theorieën met betrekking tot Arbeid en Gezondheid uitleggen. Niveau Bloom: inzien Kan de student de onderdelen van 110 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege MC toets Hoorcollege Assessment Sociaal Medisch Overleg Assessment Sociaal Medisch Overleg Assessment Sociaal Medisch Overleg Opdracht Sociaal Medisch Overleg Assessment Sociaal Medisch Overleg Hulpmiddelen casemanagement bij reïntegratie uitleggen. Niveau Bloom: inzien Kan de student het Sociaal Zekerheidsstelsel in Nederland uitleggen. Niveau Bloom: inzien Kan de student uitleggen welke zorgsystemen (Kwaliteit, Arbo en Milieu) er zijn. Niveau Bloom: inzien Kan de student uitleggen wat de effecten van „Occupational Health and Safety‟ Law zijn (USA). Niveau Bloom: inzien Kan de student specifieke groepen en hun problemen met betrekking tot Arbeid en Gezondheid schetsen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student wetgeving op het gebied van Arbeid en Gezondheid toepassen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student een Sociaal Medisch Overleg voeren met een bedrijfsarts en leidinggevende. Kan de student procesmanagement van reïntegratie voeren. Niveau Bloom: toepassen Kan de student de belangen en mogelijkheden van interne en externe partijen onderkennen en benutten. Niveau Bloom: toepassen Kan de student een reïntegratiedossier opstellen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student interventies initiëren, (laten) implementeren en evalueren. 111 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Cesuur 55% van de 100 punten voor MC toets en 55% van de 100 punten voor het Sociaal Medisch Overleg Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 3, 4, 9 Toepassen, kennis en inzicht Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Hulpmiddelen ISBN 978 90 5871 576 0 Weijts, W. en Van Duinhoven, C. (2011). Casemanagement bij verzuim en re-integratie. Zaltbommel: Thema. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.uwv.nl 112 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2MC3 Mondelinge Communicatie 3 (HR gespreks- technieken) 3 EC 2.2.5 9 weken Mondelinge Communicatie 1 en 2 Nederlands Jan Peter Peterson Korte beschrijving van de inhoud De onderwijseenheid Mondelinge Communicatievaardigheden 3 bestaat uit de onderdelen interculturele gespreksvoering, instroom-, doorstroom- en uitstroomgesprekken binnen organisaties. Aangezien in het werkveld sprake is van een toenemende mate van internationalisering en medewerkers verschillende culturele achtergronden kunnen hebben, moet je in staat zijn om te communiceren met leidinggevenden, medewerkers en cliënten ongeacht hun etnische en maatschappelijke achtergrond. Binnen de opleiding HRM wordt derhalve aandacht besteed aan interculturele gespreksvoering. Daarnaast wordt van een professional in het HRM werkveld verwacht begeleiding en uitvoering te kunnen geven aan instroom-, doorstroom- en uitstroomgesprekken binnen een organisatie. Onder instroomgesprek wordt dan het selectiegesprek verstaan. Voorbeelden van doorstroomgesprekken zijn: disciplinegesprek, slecht-nieuwsgesprek, gesprek ten aanzien van persoonlijke ontwikkeling (POP), functioneringsgesprekken en beoordeling. Gesprekken ten aanzien van ontslag en exitgesprekken zijn uitstroomgesprekken. Instroomgesprekken vinden ook plaats bij organisaties die zich bezig houden met arbeidsmarkttoeleiding. Te denken valt aan het voeren van een intakegesprek met uitzendkrachten/gedetacheerden, een intakegesprek voor loopbaanadvisering en een intakegesprek reïntegratie. Het intakegesprek voor uitzendkrachten/gedetacheerden komt tijdens deze onderwijseenheid ook aan bod. De intakegesprekken voor loopbaanadvisering en voor reïntegratie worden behandeld in respectievelijk onderwijseenheid loopbaan 1 (periode 1.3) en de minor Individu. 113 Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) De begrippen ‘interculturele gespreksvoering’ en ‘systeemtheoretische visie’ uitleggen. Productenmap Werkcollege Aangeven op welke wijze culturele verschillen van invloed kunnen zijn op de gespreksvoering. Productenmap Werkcollege De begrippen ‘cultuur’, ‘normen’, ‘waarden’ en ‘circulaire beïnvloeding’ uitleggen. Productenmap Werkcollege Benoemen wat het TOPOI-model van Edwin Hoffman inhoudt. Benoemen wat het onderzoek van Geert Hofstede inhoudt en op welke wijze de uitkomsten van dit onderzoek toe te passen zijn. Productenmap Werkcollege Productenmap Werkcollege Het verschil uitleggen tussen F-, M- en Gculturen. Productenmap Werkcollege / rollenspel De interactiepatronen en de pyramide van David Pinto benoemen. Productenmap Werkcollege De drie stappen methode van David Pinto uitleggen. Verschillende gespreksvaardigheden zoals actief luisteren, parafraseren, doorvragen, concretiseren, reflecteren van gevoel, open vragen stellen, aandachtgevend gedrag, samenvatten etc. ten toon spreiden spreiden in de context van interculturele gespreksvoering. Productenmap Werkcollege Verschillende instroomgesprekken benoemen. Productenmap Werkcollege Verschillen tussen instroomgesprekken aangeven ten aanzien van de inhoud en rol van de gespreksleider. Productenmap Werkcollege Een intakegesprek uitvoeren en hierbij relevante gespreksvaardigheden en regulerende vaardigheden tonen. Productenmap Rollenspel De doelstellingen van en verschillen tussen een functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek en disciplinegesprek benoemen. Productenmap Werkcollege De doelstellingen en opzet van een POP uitleggen. Eerder genoemde gesprekken uit te voeren en hierbij relevante gespreksvaardigheden inzetten en regulerende vaardigheden tonen. De doelstellingen van een exit-gesprek benoemen en deze uitvoeren. Productenmap Werkcollege Productenmap Rollenspel Hulpmiddelen en Assessment 114 Bouwsteendoelstellingen: Een slecht-nieuwgesprek uitvoeren. Toetsvorm(en) Assessment Werkvorm(en) Rollenspel Om verschillende gespreksvaardigheden zoals actief luisteren, parafraseren, doorvragen, concretiseren, reflecteren van gevoel, open vragen stellen, aandachtgevend gedrag, samenvatten etc. ten toon spreiden spreiden in de context van een slecht-nieuws gesprek. Assessment Rollenspel Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 4, 6 en 12 Stenden-competentie: Internationalisering: Je positief indentificeren en omgaan met culturele verschillen in een internationaal team. Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Weten Inzien Toepassen Analysereen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Gramsbergen; Hofstede; Hoffman Aanbevolen literatuur Chaney, L.H. & Martin, J.S. (2007). Intercultural Business Communication. New Jersey: Pearson Prentice Hall (ISBN 0-13*186009-7) Gramsbergen-Hoogland, Y. & Molen van der, H. (2008). Gesprekken in organisaties. Groningen/Houten: WoltersNoordhoff bv (ISBN 978 90-01-70625-8) Hofstede G. (1991). Allemaal andersdenkenden. Omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam: Contact (ISBN 90-254-6913-2) Hoffman, E. & Arts, W. (1994). Interculturele gespreksvoering. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum (ISBN 90 313 1532 x) Hoffman, E. (2009) Interculturele gespreksvoering. Theorie en praktijk van het topoi-model. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (ISBN 978 90 313 6182 3) Janssen, D. e.a. (2002). Zakelijke communicatie. Deel 2. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv (ISBN 90 01 43299 9) Neuliep, J.W. (2009). Intercultural Communication. Los Angeles: Sage Publications Inc. (ISBN 978-1-41296770-9 pbk) Nunez, C., Nunez Mahdi, R. & Popma, L. ( 2007). 115 Interculturele Communicatie. Van ontkenning tot wederzijdse integratie. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV (ISBN 978 90 232 4363 2) Pinto, D. (2007). Interculturele communicatie een stap verder. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (ISBN 97890 313 5132 9) Schermer, K. (2008). Interculturele samenwerking en communicatie. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv (ISBN 978 90 01 50097 8) Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://www.geert-hofstede.com 116 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Loopbaan 2 3 EC 2.3.1 9 weken Loopbaan 1 Nederlands Jacqueline Rietveld Korte beschrijving van de inhoud Loopbaanmanagement wordt in dit onderdeel zowel vanuit het perspectief van de organisatie, van de loopbaanadvisuer als het inidvidu behandeld. De organisatie streeft naar het verbinden van individuele capaciteiten en ambities met de personele behoeften en mogelijkheden van een organisatie. Maar je kunt loopbaanmanagement ook omschrijven als het managen van je eigen of andermans loopbaan. Met negen metaforen van Inkson wordt een gemeenschappelijke taal voor professionals in het werkveld geschapen, een taal om met cliënten en medewerkers te praten èn een hulpmiddel waarmee zij zelf creatief naar hun loopbaan kunnen kijken. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Kennis De stakeholders in een loopbaan te benoemen. Participatie opdracht Werkvorm(en) Hulpmiddelen Hoorcollege Werkcollege Opdracht Inkson, K Understanding Careers 2014 De modellen van loopbaanmanagement uit te leggen. Te benoemen waarom kennis van beroepen en zelfkennis van belang zijn voor loopbaanmanagement. Uit te leggen wat jobhunting is. Sociologische begrippen als ‘field’ en ‘habitus’ een deel van de verschillen en ongelijkheid in loopbanen te verklaren. De invloed van sociale klasse, etnische afkomst, opleiding en geslacht op loopbanen te onderkennen. Loopbanen als resultaat van eigen acties in kaart te brengen. Uit te leggen hoe mensen hun identiteit en talenten willen uitdrukken in hun werk. 117 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Uit te leggen wat Career Construction Theory betekent. De begrippen ‘destination’, ‘topography’ en ‘career maps’ in loopbaanreizen uit te leggen. Het verschil uit te leggen tussen grenzen aan loopbanen en grenzeloze loopbanen. Theoretische begrippen op de loopbaan van een zelfgekozen individu toe te passen. De economische waarde van loopbanen te benoemen. Uit te leggen hoe bedrijven hun human recourses beschermen. Te benoemen waarom flexibiliteit in bedrijven een voorwaarde is voor loopbaanpaden. Uit te zoeken wat bedrijven hun personeel voor hun loopbaan aanbieden. Te benoemen welke veranderingen in houdingen en aspiraties t.a.v. loopbanen kunnen ontstaan. Patronen van psychologische ontwikkeling in ieders leven te benoemen. De Five-stage theory van Super uit te leggen. De Lifespan theory van Levinson uit te leggen. Verschillen tussen loopbanen van vrouwen en mannen te benoemen. De theorie over ‘Taken in early, mid en late career’ uit te leggen. De faciliterende werking van sociale netwerken in loopbanen uit te leggen. Effectieve netwerken te benoemen. Het begrip Social capital uit te leggen. De techniek van ‘impression management” toe te passen. Het begrip mentorship uit te leggen. Een interview met een MRM-er voor te bereiden. De congruentie tussen persoon en werk uit te leggen De Work Adjustment theory uit te leggen Het psychometrische assessment uit te leggen 118 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Participatie opdracht Hoorcollege Werkcollege Opdracht opdracht Werkcollege Opdracht Hulpmiddelen De theorie van Holland uit te leggen De methoden om werkmogelijkheden in te schatten Het process van career decision making uit te leggen De theorie over ‘rollen in het theater van het (werk)leven’ uit te leggen De formele en informele verwachtingen van werkrollen toe te lichten. Role transitions te herkennen Role innovations te herkennen Balans tussen werk en privé te benoemen. Storytelling in loopbanen in loopbaanveranderingen te gebruiken. Inzien De student ziet in dat verschillende perspectieven nodig zijn om loopbanen te begrijpen en te sturen Toepassen De student kan loopbaanmanagement vanuit het perspectief van de organisatie, de loopbaanadvisuer en het individu schetsen De student kan de negen metaforen op een casus toepassen De student geeft een mening over het belang van de verschiilende perspecieven voor de eigen loopbaan Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5 55% Niveau van toetsing: Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Inkson, K. (2014). Understanding Careers: The Metaphors of Working Lives. Pages Sage, Thousand Oaks ISBN: 0-761929-50-9 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 119 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HRD 1 (training en ontwikkeling, het ontwerp, uitvoering en evaluatie) 3 EC 2.3.2 9 weken 1e anderhalf jaar Nederlands Danny Beetsma Korte beschrijving van de inhoud De opdracht voor dit onderdeel bestaat uit het doorlopen van de ontwerpcyclus voor het ontwerpen van een HRD-interventie. In dit geval is gekozen voor opleiden als interventie, maar andere interventies doorlopen hetzelfde ontwerpproces. Bij deze opdracht kun je ervan uitgaan dat op enig moment is besloten dat opleiden/trainen noodzakelijk is gebleken. Vervolgens wordt dan altijd bekeken of dat wordt ingekocht of dat het intern wordt opgepakt. In dit geval wordt besloten dat er zelf iets ontworpen moet worden; een training. Context waarbinnen de training ontwikkeld moet worden is het opleidingsproces van (school)loopbaanbegeleiders en/of Decanen. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Na afronding van dit onderdeel is de student in staat om: Het belang van HRD binnen een organisatie te duiden Opdracht werkcolleges Een ontwerp te maken voor een leersituatie Opdracht werkcolleges Het belang van het vaststellen van de leernoodzaak te verwoorden Opdracht werkcolleges Werkvorm(en) Hulpmiddelen Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Gewenst gedrag te analyseren Opdracht werkcolleges Leerdoelen op te stellen Opdracht werkcolleges Leerstof te bepalen en te ordenen Didactisch vorm te geven Opdracht werkcolleges Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek Te evalueren Opdracht werkcolleges Verbeteringen voor te stellen op basis van een evaluatie Opdracht werkcolleges Opdracht Eindgesprek Opdracht 120 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Eindgesprek De elementaire aspecten van schoolloopbaanbegeleiding (SLB) te benoemen Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5 en 6 55% Niveau van toetsing: Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Hoobroeckx, Froukje (2002). Onderwijskundig ontwerpen : het ontwerp als basis voor leermiddelenontwikkeling Bohn Stafleu Van Loghum Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 121 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Mediation en conflicthantering 3 EC (84 uur studiebelasting 2.3.3 9 weken Nederlands Marjolein Hensen-Broeders Korte beschrijving van de inhoud Er is een toenemende aandacht voor mediation. Daardoor krijgen steeds meer professionals er direct of indirect mee te maken. Dit geldt ook voor studenten die in de toekomst functies vervullen waarin ze kunnen verwijzen naar mediation. In dit onderdeel leert de student hoe een HR-functionaris een rol kan spelen bij conflictpreventie én indien er toch sprake is van arbeidsgerelateerde conflictsituaties hoe een HR-functionaris hierin een bemiddelende rol kan vervullen. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: De student heeft elementaire kennis met betrekking tot soorten van conflicten. Vormen van conflictbehandeling te benoemen. Een conflictanalyse uit te voeren Conflictstrategieën te benoemen. Uitleggen wat mediation inhoudt. Voor- en nadelen van mediation benoemen en aangeven wanneer mediation een geschikte vorm is voor conflictbehandeling. De student kan de rol van een mediator benoemen. De student heeft kennis van de juridische aspecten van mediation. De student weet wat de Harvardmethode bij het onderhandelen inhoudt. De student weet wat mediation vaardigheden zijn en kan deze herkennen en toepassen. De student weet wat verwijsmogelijkheden zijn en kan deze toepassen. De student kan als bemiddelaar optreden in een gesprek tussen twee partijen. Cesuur: Werkvorm(en) Toets Werkcollege/Training Toets Werkcollege/Training Toets Werkcollege/Training Toets Werkcollege/Training Toets en Assessment/leerverslag Werkcollege/Training Toets en assessmen/leerverslag Toets Werkcollege/Training Toets Werkcollege/Training Assessment en leerverslag Werkcollege/Training Assessment en leerverslag Werkcollege/Training Assessment en leerverslag Werkcollege/Training Hulpmiddelen Werkcollege/Training 55 van de 100 punten voor het assessment en leerverslag én 55 122 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) van de 100 punten voor het tentamen. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5 Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Toepassen Kennis en Inzicht, Communictaie en Leervaardigheden. Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Apol, G., Kalff, S., Reijerkerk, L. & Uitslag, M. (2006). Conflicthantering en mediation. Bussum: Uitgeverij Coutinho b.v. Aanbevolen literatuur Mediation op het werk, Dr. A.F.M. Brenninkmeijer e.a., 2007, SDU Uitgevers bv. Juridische aspecten van mediation, mr. Eva Schutte en mr. Jacqueline Spierdijk, 2011, SDU Uitgevers bv. Mediation in de praktijk, M.D. Vreugdenhil, eerste druk, Boomdoc. e Excellent onderhandelen, Roger Fisher e.a., 38 druk, Buisness Contact e Onderhandelen met lastige mensen, William Ury, 18 druk, Buisness Contact. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 123 124 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Psychologie / Diagnostiek 3 EC 2.3.4 9 weken Nederlands Jacqueline Rietveld Korte beschrijving van de inhoud Psychologie is een belangrijk fundament voor de aankomend HR professional. Deze zal immers organisatieprocessen en gedrag van individuen en groepen willen begrijpen, voorspellen en beïnvloeden. Ook om goed te kunnen functioneren in jaar 3 van de opleiding, waarin een start gemaakt wordt met het uitvoeren van externe opdrachten, is het belangrijk om essentiële kenmerken van en verschillen tussen de belangrijkste psychologische mensvisies en hun manifestaties binnen het HR werkveld te kunnen benoemen. Daarnaast wordt in dit onderdeel ingegaan op gevolgen van perceptie en attributie en groepsgedrag. Psychodiagnostiek is een specifiek onderdeel van de psychologie dat zich richt op het meten van gedrag en persoonlijkheidskenmerken voor het kunnen adviseren over iemands geschiktheid voor een bepaalde functie of opleiding of als input voor een loopbaanadvies of een gesprek over iemands loopbaan. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) Na afloop van deze opdracht is de student in staat om: Kennis Hulpmiddelen Wijsman, Psycholo en sociol Participatie Colleges Opdracht Essentiele kenmerken van en verschillen tussen de belangrijkste psychologische mensvisies en hun manifestaties binnen het HR werkveld te benoemen De implicaties van resultaten van internationaal onderzoek op het gebied van interactie psychologie en verhouding persoon-taak- organisatie voor het HR vakgebied te onderkennen Uit te leggen welke gevolgen menselijke perceptie mogelijkheden en attributie hebben voor de HR praktijk Te benoemen hoe groepen ontstaan en onder welke condities processen van conformatie en 125 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Participatie opdracht Colleges Opdracht Eindgesprek opdracht Opdracht Eindgesprek Hulpmiddelen gehoorzaamheid optreden. Een definitie te geven van psychodiagnostiek Te omschrijven wat de waarde is van standaardisatie Kenmerken van selecteren te schetsen (ethisch, juridisch, wenselijke antwoorden) Verschillen weer te even tussen een ongewapend oordeel en psychodiagnostiek Het matchingsprincipe te omschrijven De meetpretentie en de voorspellende waarde van verschillende instrumenten te benoemen Factoren te onderkennen die de betrouwbaarheid en validiteit van een meetinstrument beïnvloeden De onderzoeksgegevens te vergelijken met het functieprofiel Vast te stellen waar de geschiktheidsdrempel ligt Mondeling en schriftelijk systematisch te rapporteren over de resultaten van het selectieonderzoek. De COTAN-kwaliteitseisen toe te passen op de meetinstrumenten van het selectieonderzoek Inzien De student beseft dat mensbeelden bepalend zijn voor de manier waarop HRM wordt vormgegeven De student wordt meer bewust van perceptie en beoordelingstendensen De student evalueert de waarde van psychodiagnostiek in selectie van personeel Toepassen De student kan een praktijkcasus analyseren vanuit verschillende mensvisies, perceptie en attributie mechanismen, en vanuit groepsprocessen en de opdrachtgever adviseren over de te volgen jobcoaching De student kan een selectiecasus uitwerken en in een rapport weergeven wat de selectieresultaten zijn en een onderbouwd advies geven over de meest geschikte kandidaat 126 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 3, 5, 8 Werkvorm(en) Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Aanbevolen literatuur Wijsman, E, Psychologie en Sociologie, Wolters Noordhoff, Groningen. Hoofdstukken Gedrag en Invloeden op gedrag (1), Persoonlijkheid (2), Attitude (5), Perceptie (6), Groepsprocessen (9), Sociale beïnvloeding (11). Kooreman, A.(2006) Het psychologisch rapport: van sluitpost tot visitekaartje. Amsterdam: Harcourt. Laak, J.J.F. ter & Goede, M.P.M. de (2005). Psychologische diagnostiek; inhoudelijke en methodologische grondslagen. Amsterdam: Harcourt Book Publishers. Hoofdstukken 5, 6 en 8. Spijkerman, R. & Admiraal, D. (2000). Loopbaancompetentie, management van mogelijkheden. Alphen aan den Rijn: Samsom. Drenth, P.J.D. & Sijtsma, K. (2006). Testtheorie: Inleiding in de Theorie van de Psychologische Test en zijn Toepassingen. Bohn Stafleu van Loghum. Handleidingen tests in te zien bij docent Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 127 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2COA Coaching 3 EC 2.3 9 weken Basiscommunicatie N.v.t. Nederlands Jane Klaarwater Korte beschrijving van de inhoud In dit onderdeel leert de student een coachingstraject te ontwerpen en methodisch een coachingsgesprek te voeren. Hierbij laat de student zien over verschillende coachingstechnieken te beschikken. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Niveau Bloom: weten Werkvorm(en) Leerverslag Training Leerverslag Training Leerverslag Training Leerverslag Training Leerverslag Leerverslag Training Training Leerverslag Training Hulpmiddelen De eigenschappen en vaardigheden noemen waar een coach over dient te beschikken. Niveau Bloom: weten De rol van een coach te benoemen. Niveau Bloom: weten Valkuilen bij coaching te benoemen. Niveau Bloom: inzien Uitleggen uit welke verschillende fasen een veranderingsproces kan bestaan. Niveau Bloom: inzien Uitleggen wat verstaan wordt onder coaching en het verschil met adviseren en therapie aan te geven. Niveau Bloom: inzien Verschillende vormen van coaching te onderscheiden en aan te geven in welke situaties deze verschillende vormen juist wel of juist niet goed inzetbaar zijn. 128 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Niveau Bloom: toepassen Leerverslag Training Assessment Training en daarnaast zelf gesprekken HRvoeren Assessment Training en coachingsgesprekken Leerverslag Zelfstudie Hulpmiddelen Een coachingstraject te ontwerpen. Niveau Bloom: toepassen Een coachingsgeprek in te richten en uit te voeren. Niveau Bloom: toepassen Verschillende coachingstechnieken toe te passen. Niveau Bloom: analyseren en synthetiseren Op eigen coachtechnieken en vaardigheden te reflecteren. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5 55% van de 100 punten voor het assessment en 55% van de 100 punten voor het leerverslag Niveau van toetsing: Toepassen, Kennis en Inzicht Communicatie Leervaardigheden Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN 9024418097 Ham, M. van den. (2008). Duurzaam coachen. Arbeidsgerelateerde coaching met een blijvend effect. Amsterdam: Boom. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 129 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2SM Strategic Management 1 6 EC 2.4.1 9 weken Nederlands/English within the School of Business Erik Jan Rodenhuis Korte beschrijving van de inhoud Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: After having completed this course, the student: Is capable of using strategic management terms, concepts, research, theories, and techniques and makes contextual applications to a given case; Identifies the central strategic issues and problems in complex, comprehensive cases; analyzes forces in an organization’s internal environment and draws strategically significant conclusions based on the analysis; analyzes the forces in an organization’s external strategic environment and draws strategically significant conclusions based on the analysis; makes an accurate profile of strengths, weaknesses, opportunities, and threats as a basis for further strategic decision making; develops, and evaluates, a range of appropriate strategic options based on an understanding of the organization’s strategic position; CBL Test with MC questions. Werkvorm(en) Hulpmiddelen CBL Lecturers Fundamentals of Strategy (2009), Johnson G. en Scholes K. 130 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen is able to consider appropriate ways to express the strategic purpose of an organisation; can identify the influence of different stakeholder group in terms and can set priorities in stakeholder management understands the various processes of strategy development, strategic planning and implementation; Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 3,8 10, 11 55% Niveau van toetsing: Toepassing Kennis , inzicht en oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Johnson, G., Whittington, R. & Scholes, K. (2012). Fundamentals of Strategy. Harlow: Pearson Education Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 131 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR2AV Consultancy (Strategic Management 2) 3 EC 2.4.2 9 weken Modulen Communicatie 1, 2 en 3 Nederlands Jan Peter Peterson Korte beschrijving van de inhoud Binnen alle functies binnen het HR-werkveld (personeelsadviseur, re-integratieadviseur, loopbaanadviseur, assessment-adviseur, coach) vervult de afgestudeerde HRM-er een adviserende rol. Vaak binnen een constellatie van complexe relaties en belangen. Daarom is het voor de beginnend beroepsbeoefenaar belangrijk om verschillende rolopvattingen en adviesoriëntaties te kunnen onderscheiden en de invloed van de eigen paradigma’s en die van de gesprekspartner te onderkennen. Wanneer een adviesvraag zich aandient moet de afgestudeerde HRM-er het adviesvraagstuk kunnen typeren en het adviesproces ontwerpen. Om duidelijkheid te verschaffen richting de cliënt en om de concurrentie met collega-adviseurs aan te kunnen gaan is het van belang dat de adviseur een realistische offerte op kan stellen en het offerteproces op heldere wijze vorm kan geven. Wanneer de offerte wordt geaccepteerd komt het adviesproces in een volgende fase, tijdens dit proces is het van belang dat de adviseur zich bewust is van uiteenlopende opvattingen met betrekking tot het kernproces van adviseren en in staat is enkele van deze zienswijzen op het eigen proces toe te passen. In dit onderdeel maakt de student daartoe kennis met de gestructureerde denkbeelden van Hannah Nathans m.b.t. adviseren en met de adviesconcepten van Adriaan Bekman. Studenten verkennen de mogelijkheden om een horizontaal adviesproces in te richten. Om een adviesproces niet alleen procesmatig maar ook inhoudelijk goed te verzorgen, is het van belang dat er onderzoek wordt gedaan om zowel de vorm als de inhoud van het advies te optimaliseren. Daarnaast wordt de communicatieve component niet verwaarloosd; adviseren kan niet plaatsvinden zonder communicatie. Studenten leren weerstanden en tegenstellingen te duiden en onderkennen, en passende acties te ondernemen, zij schrijven een adviesrapportage en brengen middels een presentatie het organisatieadvies over. Hierbij houden zij rekening met factoren die van invloed zijn op de acceptatie en ontwikkelen passende strategieën. De studenten werken in groepen van drie personen aan een P&O vraagstuk, waarbij zij zich bekwamen in de vijf vaardigheden die een adviseur moet bezitten: zelfmanagement, communicatieve vaardigheden, creatieve vaardigheden, organisatorische vaardigheden en strategische vaardigheden. Binnen de cursus doorlopen de studenten aan de hand van een realistische casus alle voornoemde adviesstappen, waarbij de bijeenkomsten input vormen voor de activiteiten, gesprekken en reflecties in de periode tussen de bijeenkomsten. 132 Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) Hulpmiddelen Verschillende rolopvattingen en adviesoriëntaties onderscheiden. De invloed van de eigen paradigma’s en die van de gesprekspartner onderkennen. Adviesvraagstukken typeren en een adviesproces te ontwerpen. Een realistische offerte opstellen en het offerteproces Vormgeven. Kernprocessen van adviseren toepassen Adviesconcepten onderscheiden en een horizontaal adviesproces inrichten. Onderzoek doen om de vorm en inhoud van het advies optimaliseren. Weerstanden en tegenstellingen onderkennen en passende acties ondernemen. Factoren herkennen die van invloed zijn op de acceptatie en passende strategieën ontwikkelen. Het adviesproces afronden. Middels een presentatie het adviesproces en het organisatieadvies overbrengen. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 3, 6 en 12 55% Niveau van toetsing: Weten Inzien Toepassen Analysereen, synthetiseren Integreren 133 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Nathans, H. (2005), derde druk, Adviseren als tweede beroep. Deventer: Kluwer De Mythe doorbroken, Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek TNO, A. Nauta, M.R. de Bruin, R. Cremer ISBN 9013028802 Aanbevolen literatuur Grit, R & Gerritsma, M. (2011) Competent adviseren. Groningen: Wolters-Noordhoff Nederhoed, P. (2000) Helder rapporteren. Houten: Bohn Stafleu / Lochem Heerink, M. (2007) Rapporteren. Amsterdam: Pearson Bekman, A. (2005) Adviseren in verandering, een horizontale manier van adviseren. Assen: Koninklijke van Gorcum BV Bekman, A. (1997) Adviseren, het geheim van de smid. Assen: Van Gorcum In de hand-out genoemde suggesties m.b.t. de inhoudelijke kant van het advies Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 134 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HRM2CM Change Management 3 EC 2.4.3 Nederlands / Engels Dhr, E. Rodenhuis Korte beschrijving van de inhoud Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: After completion of this competent , the student 1. Is able to describe the tools, processes , skills and principles involved in change management Opdracht Short answer test 2. Is able to relate change to required objectives Presentation Werkvorm(en) Hulpmiddelen Project Tutorials Hoorcolleges Kotter Jo P. Leadin Chang 3. nieuw: Is able to judge the effectiveness and appropriateness of choices in a change processes 4. Is able to design a plan for implementation of change Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 3, 8, 10 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Kotter, Leading Change, Harvard Business Review Aanbevolen literatuur 55% Niveau van toetsing: Toepassing Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming ISBN Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 135 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: SLB 2 Studieloopbaan begeleiding 2 3 EC 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 9 weken verdeeld over het gehele studiejaar Nederlands Danny Beetsma Korte beschrijving van de inhoud Tijdens de groepsbijeenkomsten heeft de studiecoach een structurerende rol en is facilitator bij het groepsproces tijdens de bijeenkomst. De bijeenkomsten worden voorbereid door twee studenten, met hulp van de studiecoach. Deze denkt mee en geeft aanwijzingen voor de invulling van het programma. De voorbereidende studenten bepalen in overleg met de studiecoach hoe het betreffende thema zo goed mogelijk uit de verf kan komen. De thema’s die in ieder geval aan de orde komen zijn: ethische dilemma’s; de NVP gedrags- en beroepscode; netwerken en personal branding; en ‘ik als professional’. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de Portfolio student: participatie Werkvorm(en) Slb bijeenkomsten individuele gesprekken Hulpmiddelen WVO bespreekbaar maken van werk en studie gerelateerde situaties, met het oog op de ontwikkeling van de HBO kerncompetenties, kortom de eigen effectiviteit als aankomend HR professional; bespreekbaar maken van leerpunten in je functioneren als student; uitwisselen van feedback op je functioneren als student; oefenen met het evalueren van je leerproces, het formuleren van inzichten en opstellen van leerdoelen en je ontwikkelingsplan; oefenen in het effectief samenwerken; kennismaken met methodieken ten behoeve van persoonlijke ontwikkeling en loopbaanbegeleiding; 136 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen zicht krijgen op trends en ontwikkelingen in het HRM werkveld Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Leervaardigheden Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) 55% Niveau van toetsing: Leervaardigheid ISBN Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 137 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR3HREO Strategisch HRM (Reorganisatie) 3 EC 3.1.1 9 weken gedurende module 1 jaar 3 Jaren 1 en 2 Nederlands Wolter van der Berg Korte beschrijving van de inhoud Studenten schrijven voor de directie een reorganisatieplan. De organisatie moet krimpen en de directie wil weten wat de gevolgen zijn voor de organisatie. Studenten maken gebruik van een personeelsinformatiesysteem en analyseren de data, waarna een notitie wordt geschreven. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Werkvormen Opdracht Consultatie Eindgesprek Leerverslag waarin wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het individueel leerproces en het groepsproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van Strategisch HRMReorganisatie Inzien De student kan met eigen woorden vertellen wat een reorganisatie, sociaal plan en outplacement inhoudt. De student typeert de rollen van de diverse belanghebbenden. Analyseren, synthetiseren De student weegt belangen af en motiveert keuzes in organiseren van de reorganisatie. De student stelt aan de hand van een analyse van de situatie een sociaal plan op met outplacement als onderdeel. (In het 3e jaar wordt een hoger beheersingsniveau dan “toepassen” verwacht. Vandaar dat ik het leerdoel anders geformuleerd heb en onder het beheersingsniveau “synthetiseren” heb gezet. Kun je je hierin vinden?). Integreren Werkvorm(en) Opdracht+ Eindgesprek Reorganisatieplan + Consultatie + Eindgesprek Opdracht+ Eindgesprek Reorganisatieplan + Consultatie + Eindgesprek Opdracht+ Reorganisatieplan Hulpmiddelen 138 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) De student kan over een bezuinigingsdoelstelling adviseren. De student treedt zelfstandig op jegens de opdrachtgever. Eindgesprek + Consultatie + Eindgesprek Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 3, 8 Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Toepassing Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming Communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 139 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR3ZVB Strategisch HRM-Ziekteverzuimbeleid 3 EC 3.1.2 9 weken in module 1 jaar 3 RAG Nederlands Frederiek Dekens Korte beschrijving van de inhoud In opdracht van de directie schrijven studenten in een kleine groep een beleid en advies betreffende ziekteverzuim. In de organisatie bestaat de behoefte aan een goed onderbouwd en geactualiseerd ziekteverzuimbeleid met daarin onder andere aandacht voor de rol van leidinggevenden, HRM, Arbodienst, bedrijfsarts, ondernemingsraad en natuurlijk de medewerkers zelf. Studenten maken gebruik van een personeelsinformatiesysteem en analyseren de data, waarna een beleidsnotitie wordt geschreven. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Ter ondersteuning wordt een hoorcollege verzorgd over het schrijven van beleidsnotities. Werkvormen Hoorcollege Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Inzien Kan de student de effecten van wet- en regelgeving op de organisatie aangeven. Opdracht+ Eindgesprek Beleidsnotitie Eindgesprek Toepassen Kan de student wet- en regelgeving toepassen op de organisatie. Opdracht Eindgesprek Beleidsnotitie Opdracht Eindgesprek Beleidsnotitie Opdracht Beleidsnotitie Hulpmiddelen Na afronding van het onderdeel ziekteverzuimbeleid: Analyseren, synthetiseren Kan de student ziekteverzuim binnen een (middelgrote) organisatie analyseren en kwantificeren. Kan de student op basis van een analyse Eindgesprek Eindgesprek 140 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Eindgesprek Werkvorm(en) Eindgesprek Opdracht Beleidsnotitie De student beoordeelt de voorgestelde maatregelen op effectiviteit en kosten. Opdracht + eindgesprek Beleidsnotitie + eindgesprek Cesuur 55% aangeven welke verzuimoorzaken aanwezig zijn. Integreren Een beleidsnotitie schrijven op het gebied van gezondheid en verzuim waarin een advies wordt uitgebracht aan de directie van een (middelgrote) organisatie. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 6, 7 Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Kluijtmans, F., en Blankemeijer, R. (2014). Leerboek human resource management. Tweede druk, Noordhoff. Weijts, W., en van Duinhoven, C. (2011) Casemanagement bij verzuim en reintegratie. Tweede druk, Thema. Berkenbosch R.J, en Koetsenruijter A.W.M. (2013). Schrijven van beleidsnotities. Vierde druk. Noordhoff 9789001730055 Aanbevolen literatuur Potting, K. (2010). Personeelsmanagement nader becijferd. 3e druk, Couthinho. Baarda, P.R., en Kouwenhoven, C.P.M. (2007). Ken- en stuurgetallen voor personeelsmanagement. Tweede druk, Kluwer. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://www.grafimediacao.nl http://www.arboportaal.nl/ http://cbs.nl http://www.arbografimedia.nl http://duurzameinzetbaarheid.nl/ 141 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR3HPL Strategisch HRM: jaarplan 3 EC 3.1.3 9 weken gedurende module 1 jaar 3 Jaren 1 en 2 Nederlands Wolter van der Berg Korte beschrijving van de inhoud In opdracht van de directie ontwikkelen studenten een strategisch HR jaarplan. Met relevante kenen stuurgetallen en met raadpleging van interne en externe bronnen. Studenten voeren analyses hierop uit, die uitmonden in een plan van aanpak waarbinnen de lange termijn belangen van de organisatie worden vertaald naar de eigen HRM verantwoordelijkheid. Studenten maken gebruik van een personeelsinformatiesysteem en analyseren de data, waarna een plan wordt geschreven. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Werkvormen Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van Strategisch HRM-Jaarplan: Werkvorm(en) Weten De student kent de belangrijkste ontwikkelingen in het HRM vakgebied. Opdracht Eindgesprek Eindgesprek Toepassen De student maakt gebruik van HRM ken- en stuurgetallen. Opdracht Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek Analyseren, synthetiseren De student analyseert de sterken en zwakten, kansen en bedreigingen op HRM gebied voor een middelgrote organisatie. De student kan prioriteiten stellen inzake meerdere problematieken door het afwegen van belangen. De student stelt een Strategisch Personeelsplan op voor een middelgrote organisatie. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Hulpmiddelen Opdracht Opdracht Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek 55% Niveau van toetsing: 142 1, 2, 3, 6 Kennis en inzicht Toepassing Kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur ISBN Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 143 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR3EXOP1 en HR3EXOP2 Externe Opdrachten 6 EC 3.1.4; 3.2 18 weken Onderzoek 1 en 2, Adviesvaardigheden n.v.t. Nederlands Jane Klaarwater Korte beschrijving van de inhoud Het onderdeel Externe Opdrachten geeft gelegenheid om in moduul 1 en 2 van het 3e studiejaar circa één dag per week ervaring op te doen in de praktijk op het gebied van HRM, HRD of toegepast onderzoek. De opgedane kennis en vaardigheden in voorgaande studiejaren zullen dus worden toegepast in een concrete werk- of onderzoekssituatie. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Niveau Bloom: toepassen Werkvorm(en) Scoring rubric opdracht Uit te voeren opdracht Scoring rubric opdracht Uit te voeren opdracht Scoring rubric opdracht Uit te voeren opdracht Scoring rubric opdracht Uit te voeren opdracht Scoring rubric opdracht Uit te voeren opdracht Scoring rubric opdracht Uit te voeren Hulpmiddelen Verwachtingsmanagement hanteren bij een externe opdrachtgever. Niveau Bloom: toepassen Een bijdrage leveren op het gebied van toegepast onderzoek, HRM of HRD binnen een organisatie. Niveau Bloom: toepassen Laten zien te beschikken over een professionele houding (gemotiveerd, flexibel, respectvol, goed voorbereid, passende kleding, accuraat, punctueel). Niveau Bloom: toepassen Afgesproken deadlines behalen en gemaakte afspraken nakomen. Indien er wijzigingen optreden in afspraken informeert de student betrokkenen tijdig en adequaat. Niveau Bloom: toepassen Goed samenwerken (collegiaal en hulpvaardig). Niveau Bloom: toepassen 144 Bouwsteendoelstellingen: Met eigen ideeën en initiatieven komen en vanuit andere invalshoeken werken. Niveau Bloom: toepassen Aantoonbaar en actief de bestaande kennis toepassen. Niveau Bloom: toepassen Een (externe) opdracht in een groep en conform de eisen uitvoeren. Niveau Bloom: toepassen Een professionele presentatie geven die aansluit bij het publiek. Niveau Bloom: analyseren, synthetiseren Methodisch (7S model) een organisatie in kaart te brengen en te analyseren of de inrichting van de organisatie samenhang heeft en in evenwicht is en daar de eigen mening over geven. Niveau Bloom: analyseren, synthetiseren Nieuwe inzichten verkrijgen middels vragen aan de organisatie, literatuur en andere bronnen. Niveau Bloom: analyseren, synthetiseren Kritisch te zijn ten opzichte van het eigen functioneren en aandacht te besteden aan de eigen ontwikkeling. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Afhankelijk van de opdracht wordt gewerkt aan: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12. Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen opdracht Scoring rubric opdracht Uit te voeren opdracht Scoring rubric opdracht Uit te voeren opdracht Scoring rubric opdracht Presentatie Leerverslag (ook opgenomen in scoring rubric opdracht) Uit te voeren opdracht Leerverslag (ook opgenomen in scoring rubric opdracht) Uit te voeren opdracht Leerverslag (ook opgenomen in scoring rubric opdracht) Uit te voeren opdracht 55% van de 100 punten Niveau van toetsing: Toepassen, Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming, Communicatie, Leervaardigheden Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Schermer, K. (2013). De effectieve projectgroep. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv ISBN 978-90-01-91050-1 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 145 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: SLB 3 Studieloopbaanbegeleiding 3 3 EC 3.1.5 1 semester 1e twee jaar HRM Nederlands Danny Beetsma Korte beschrijving van de inhoud Bij intervisie wordt op een systematische manier aandacht geschonken aan werk- en ontwikkelingsvraagstukken. Door de stappen te volgen van de intervisiemethode die je hebt gekozen worden ervaringen omgezet in nieuwe inzichten, die kunnen leiden tot uitbreiding van je gedragsrepertoire. In de begeleide intervisie bijeenkomsten voer je met een groep derdejaars studenten gestructureerd overleg om werk- en studiesituaties te verhelderen en te bewerken. Een vorm van collegiale consultatie met als doel het op peil houden of verbeteren van je functioneren. Intervisie en begeleide intervisie Een belangrijk verschil tussen begeleide intervisie in het eerste semester van het derde studiejaar en intervisie tijdens de stage is –het woord zegt het al- de begeleiding. Gebleken is dat een docent vaak nét even een andere invalshoek neemt, of doorvraagt waar studenten tevreden zijn met het antwoord. De vorm intervisie is echter in beide gevallen hetzelfde. De studiecoach heeft in het 3e studiejaar de functie van ‘facilitator op afstand’. Eén of meer studenten begeleiden de bijeenkomst, de studiecoach komt pas in beeld als de studenten aanvulling en/of hulp nodig hebben bij hun leerproces, en vertoont voorbeeldgedrag als het gaat om vragen stellen en reflecteren. Als het goed is ben je dan in het stagejaar klaar om intervisie zelfstandig vorm te geven. Kenmerken (begeleide) intervisie Het gaat bij begeleide intervisie om situaties waar de probleeminbrenger invloed op heeft. Dit betekent dat een intervisievraag/ probleem altijd een zakelijke en een persoonlijke kant heeft. De zakelijke kant wordt gevormd door het werk als insteek te nemen. De persoonlijke kant komt naar voren doordat het gaat om de persoonlijke manier van handelen omtrent het probleem. In begeleide intervisie gaat het vaak om een dilemma waar je op meerdere manieren tegenaan kunt kijken en wat op meerdere manieren aangepakt kan worden. Deze keuzevrijheid en het bieden van alternatieven voor het oplossen van een probleem vormen één van de belangrijkste aspecten van intervisie. Andere aspecten van intervisie komen naar voren in de volgende definitie: Er is sprake van: collegiale ondersteuning; onderlinge advisering bij werkproblemen; een leergroep bestaande uit gelijken; een gezamenlijke vastgestelde structuur; een poging om tot oplossingen en inzichten te komen; een zelfsturend en op reflectie gericht leerproces. 146 Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de Portfolio student: participatie Werkvorm(en) Slb bijeenkomsten Hulpmiddelen VAS VAS bespreekbaar maken van werk- en studiegerelateerde situaties, met het oog op persoonlijke ontwikkeling; uitwisselen van feedback op je functioneren; oefenen met het formuleren van je professionele ontwikkeling (mede aan de hand van het portfolio); verwerven van intervisievaardigheden en inzicht krijgen in het omgaan met intervisie met betrekking tot het toekomstige werkveld. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Leervaardigheden Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Geen Aanbevolen literatuur 55% Niveau van toetsing: Leervaardigheden ISBN Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 147 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Strategic HRD 3 EC 3.2.1 Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: 1. Het verschil te onderkennen tussen strategisch HRD en HRD strategieën Project Consultatie Werkvorm(en) Hulpmiddelen Opdracht Leerverslag Eindgesprek 2. Verschillende internationale HRD strategieën te kunnen toepassen 3. De ontwikkeling te schetsen van training en Ontwikkeling naar Strategisch HRD 4. De relatie te kenschetsen tussen HRM en HRD 5. De rol van management in SHRD te beschrijven 6. Beslissingen te kunnen nemen mbt outsourcing van HRD 7. Gestructureerde HRD initiatieven te nemen binnen kleine en middelgrote organisaties 8. Het fenomeen van „De lerende organisatie‟ te beschrijven en het ontwikkelingsperspectief ten Kenschetsen 9. Transformationele veranderingen te sturen vanuit een HRD perspectief 10. HRD beslissingen te kunnen nemen in een internationale omgeving 148 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 11. Te onderkennen op welke manier HRD kan bijdrage aan de waarden van de organisatie, integriteit, diversiteit, milieu. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5, 6, 10 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) 55% Niveau van toetsing: Toepassing Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming ISBN Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 149 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Arbeidsmarkt 2 3 EC 3.2.2 9 weken Eerste 2 jaren HRM en onderzoekseenheden Nederlands Danny Beetsma Korte beschrijving van de inhoud Het succes van de organisatie (en HRM) wordt voor een groot deel bepaald door aantrekken van het juiste personeel. Naast het inzetten van de juist werving en selectie instrumenten, is het belangrijk om kennis te hebben van de arbeidsmarkt, en werkgelegenheidsbeleid in het bijzonder. In groepjes van twee studenten een onderzoek uitvoeren met daarbij de volgende uitgangspunten: Doelstelling onderzoek Een eenduidig beeld bieden van (de ontwikkeling van) de arbeidsmarkt op Europees, Nederlands en Regionaal niveau binnen de sector.................., dat kan dienen als uitgangspunt en basis voor beleidsontwikkeling door de ‘de drie O’s’ (overheid, onderwijs en ondernemers). Probleemstelling onderzoek Wat kan, anno nu, een jongere in Friesland merken van de inspanningen om de doelstelling uit de EU 2020-strategie, om meer werkgelegenheid te creëren, te halen? Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: 1. Kent de student het Europese, Nationale en Regionale (Friesland) werkgelegenheidsbeleid Project Consultatie Werkvorm(en) Hulpmiddelen onderzoeksrapport 2. Kan de student aangeven welke invloed het geformuleerde beleid heeft voor een specifieke doelgroep. 3. Kan de student de verschillende beleiden met elkaar in verband brengen en een eigen oordeel vormen hierover Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 55% Niveau van toetsing: 150 4, 10, 11 Toepassing Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Aanbevolen literatuur Verhoeven, N. Wat is onderzoek? Den Haag: Boom onderwijs. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.overheid.nl http://www.europanu.nl/id/vg9pl67j6rzj/werkgelegenheids_en_sociaal_beleid www.uwv.nl www.werk.nl 151 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Teambuilding 3 EC 3.2.3 9 weken Basiscommunicatie n.v.t. Nederlands Marjolein Hensen-Broeders Korte beschrijving van de inhoud Teams kunnen –zoals gezegd- geweldige resultaten bereiken. Een goed team is in staat zeer complexe problemen op te lossen of enorme successen te behalen. Maar waarom is teamwork zo populair? Wat zijn de succesfactoren? Valkuilen? Waarom kunnen we niet zonder teams en vinden we het tegelijkertijd soms ook vervelend. In deze training gaan studenten op zoek naar de geheimen en raadselen rondom het werken in teams. Hierbij laat de student zien een goede teamanalyse te kunnen uitvoeren en daarbij management en teamleden van advies te kunnen voorzien waardoor de effectiviteit van een team/organisatie wordt verbeterd. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: .Uitleggen wat groepsdynamica is en hoe het werkt. Uitleggen wat de verschillende stadia zijn van het groepsvormingsproces. Uitleggen wat teamrollen zijn en hoe deze van invloed zijn op de teameffectiviteit. Kunnen benoemen van jouw voorkeurstemrollen en de bijdrage die daarmee aan het team wordt geleverd. Kunnen benoemen van de belangrijkste thema’s die de effectiviteit van teams beïnvloeden. Kunnen benoemen en toelichten van de principes van teamcoaching. Kunnen toepassen van verschillende interventies Productmap Werkvorm(en) Hulpmiddelen Training Productmap Training Productmap Training Productmap Training Productmap Training Productmap Training Productmao Training om teameffectiviteit te verbeteren. Cesuur: Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5, 6, 8 55 van de 100 punten voor de procuctmap Niveau van toetsing: Toepassen kennis en inzicht, Communicatie, Leervaardigheden. 152 Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Aanbevolen literatuur Remmerswaal, J., Handboek Groepsdynamica, Nelissen, Soest, 2004 Remmerswaal, J., Begeleiden van groepen, Groepsdynamica in praktijk, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2001 Belbin, M., Management teams, Academic Service, Den Haag, 2006 Belbin, M., Teamrollen op het werk, Academic Service, Den Haag, 2009 Schouten, J., Verbeteren van teams, Thema, 2007 Lingsma, M., Aan de slag met teamcoaching, Nelissen, Soest, 2005 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 153 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR3EXOP1 en HR3EXOP2 Externe opdrachten 3 EC 3.2 9 weken Nederlands Jane KLaarwater Korte beschrijving van de inhoud Zie beschrijving Externe opdrachten 3.1 154 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: AOP Arbeids- & Organisatiepsychologie 3 EC 3.2.5 9 weken Nederlands Danny Beetsma Korte beschrijving van de inhoud Zaken uit dat vak die tijdens dit onderdeel aan de orde komen zijn: wederzijdse beïnvloeding van individu en organisatie; motiveren van mensen; functioneren van mensen in groepen; communicatie en informatieoverdracht; macht en leiding geven; overleg en besluitvorming; structuur van organisaties; cultuur en organisatieverandering; stress en conflicthantering. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen Werkvorm(en) Hulpmiddelen Weten Kan de student benoemen welke fundamenten liggen onder gedrag in organisaties. Inzien Kan de student een inschatting maken van welke persoonlijkheid het beste bij welk type baan of organisatie past. Toepassen Kan de student de verschillende motivatie theorieën onderscheiden en toepassen op een casus. Kan de student bepalen welke rol emoties spelen in een bepaalde casus over gedrag in organisaties. Analyseren en Integreren 155 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Kan de student op basis van een analyse een advies geven om een effectief team te creëren. Kan de student een analyse maken van leiderschap binnen een organisatie en bepalen of aanpassingen wenselijk zijn en welke dat dan zijn. Kan de student een analyse maken van politiek gedrag binnen een organisatie en daar een standpunt in bepalen. Kan de student op basis van een analyse een onderbouwd advies geven ten aanzien van het oplossen van een conflictsituatie. Kan de student op basis van een analyse van een case een advies geven over de aanpak van een gewenste organisatie verandering. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5. 8. 9. 10. 55% Niveau van toetsing: Toepassing kennis en vaardigheden Oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Robbins, S. P. (2011). Gedrag in organisaties. Pearson. 10e editie. Aanbevolen literatuur ISBN Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 156 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Minor Healthy Careers 3 EC Moduul 4 9 weken jaar 2 afgerond Nederlands Jacqueline rietveld Korte beschrijving van de inhoud Steeds meer werkgevers erkennen de urgentie om iets te doen aan klachten, verzuim en preventie en vragen om professionals in Arbeid & Gezondheid die werknemers, managers en organisaties begeleid bij het gezond en productief houden van mensen en organisaties. In de minor Healthy Careers staat vitaal werken centraal en wordt aangesloten bij het lectoraat en de muzich agogische modellen van Social Works & Arts en bij de onderzoekslijn ‘vitaliteit’ van de School of Business (Dr. Alexander Grit). Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) Kennis participatie Kennis heeft van Motivatie en Arbeid & Gezondheidtheorieën vanuit psychologie, sociologie/recht, filosofie/ethiek en economie; opdrachten Colleges Trainingen Consultatie Opdrachten Hulpmiddelen Hofstee, Bredt, F. (2011). Gezond Weet hoe werknemers met psychische klachten gemotiveerd aan het werk kunnen (blijven) en deze kennis kan toepassen in arbeidssituaties; gedrag is besmette Muzische interventies kan toepassen bij loopbaanadvisering of loopbaantraining; Luth, J.K. samenst. (2011) Weet hoe psychodiagnostiek gebruikt kan worden als (start van) loopbaanadvisering of loopbaantraining; Muzische theorie Leeftijdsgericht organisatiebeleid kan ontwikkelen op het gebied van gezondheid en ziekte; Onderzoek kan doen naar voorwaarden voor vitaliteit Deze onderzoeksvragen van het werkveld methodisch kan onderzoeken en op basis daarvan een advies voor vervolgstappen kan formuleren; Multidisciplinair kan samenwerken binnen een 157 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) participatie Colleges Trainingen Consultatie Opdrachten Hulpmiddelen projectgroep en reflecteren op eigen inbreng en bijdrage; Inzien Verschillende mens- en arbeidvisies kan onderscheiden, herkennen en gebruiken bij eigen visieontwikkeling in loopbaanvraagstukken en de meerwaarde van muzische interventies bij loopbaanadvisering opdrachten Toepassen De student kan een passende loopbaancoaching ontwikkelen ter bevordering van vitaliteit, deze toepassen en evalueren op effectiviteit participatie De student kan een onderzoeksvraag over voorwaarden van vitaliteit beantwoorden door middel van een kwalitatief onderzoek op organisatie of maatschappelijk niveau presentatie opdrachten Colleges Trainingen Consultatie Opdrachten De student kan een client adviseren over vitaal werken door middel van een psychodiagnostisch onderzoek Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 2, 3 ,5, 6, 10 55% Niveau van toetsing: Toepassen kennis en inzicht, oordeelsvorming communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Aanbevolen literatuur Luth, J.K.W. samenst. (2011) Reader Muzische Theorie. Leeuwarden, Stenden Behrend, D. (2008) Muzisch-agogische methodiek, een handleiding. Coutinho, 5e druk. ISBN 978 90 4690 075 8 Huizinga, J. Homo Ludens, (1938 / 2010) Proeve eener bepaling van het spelelement der cultuur, Amsterdam University Press ISBN 978 90 8964 194 6 De invulling van de vrije ruimte van minoren in 'De Creatieve Professional' blz. 26 www.stenden.com/Documents/Creatieve%20professional%20II.pdf DiSK, Digitale Sociale Kaart, wegwijzer naar werk, wonen, welzijn en zorg in gemeente en regio. http://www.digitale-socialekaart.nl/organisatie/outsiders21/beroepenorientatie-en158 loopbaanplanning.html David Rebergen. Psyche en werk. Yperen, T. van & Bommel, M. van (2009). Erkenning interventies: criteria 2009-2010; Erkenningscommissie (Jeugd)Interventies Bilthoven, NJi / RIVM Spreen, M. , Timmerman, M.E., Horst, P. ter & Schuringa E. (2010) Formalizing Clinical Decisions in Individual Treatments: Some First Steps. Journal of Forensic Psychology Practice, 10:285–299, 2010. Geestelijke GezondheidsZorg Eindhoven en de Kempen, Eindhoven Behrend, D (2000) Muzisch-agogische methodiek, een handleiding. Hoofdstuk 2 en 4, Coutinho, 5e druk. ISBN 9789046900758 Einden, H. van den, Pecht, R.(2004). De Groene Spelen voor jong en oud. Albert Sickler bv, 1e druk. ISBN 90725942312004 Te vinden op BB: Folders in pdf.formaat van uitgeverijen van coachspellen: - Gerrickens - Thema Behrend, D (2000) Muzisch-agogische methodiek, een handleiding. Hoofdstuk 2 en 4, Coutinho, 5e druk. ISBN 9789046900758 Einden, H. van den, Pecht, R.(2004). De Groene Spelen voor jong en oud. Albert Sickler bv, 1e druk. ISBN 90725942312004 Te vinden op BB: Folders in pdf.formaat van uitgeverijen van coachspellen: - Gerrickens - Thema Drenth, P.J.D.& Sijtsma, K. (1990) Testtheorie, inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen. Houten, Van Loghum Slaterus Kooreman, A. (2003) Het psychologisch rapport; van sluitpost tot visitekaartje. 3e druk, Swets en Zeitlinger Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 159 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR3MIN2 International HRM 3 EC Module 4 9 weken module 4 jaar 3 P en jaar 2 Nederlands Frederiek Dekens Korte beschrijving van de inhoud During the minor IHRM students will study the interplay of factors in the international and domestic environment of the organisation (labour market, legislations, unions, culture, political, economical, legal system, etcetera), the internationalisation strategy and goals of the organisation and practises in reaching these and HRM issues and instruments. Several educational methods are part of the minor such as weekly CBL sessions in which cases will be discussed, fieldtrips, a group assignment advising the top management of a hotel chain, an individual assignment, studentled seminars and learner reports. Werkvormen (Guest)Lectures CBL Workshops Group and individual assignments Student-led seminars Fieldtrips: visit to an international company and the Royal Tropical Institute Learner reports in which students describe the preparation of the cases, discuss the outcomes and reflect on their learning process per case. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: Werkvorm(en) Describe and analyze the characteristics, contributions and limitations of prominent models of human resource management (HRM) Explain the differences between contingency and divergence theories of HRM and different institutional and cultural factors Participation CBL (Guest) Lectures Lecture Understand how and why HRM approaches in the Asian context are similar to, or different from, those in the West Participation CBL Evaluate the applicability of HRM approaches and discuss the implications of change for HRM Participation CBL Hulpmiddelen 160 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Understand the origin and validity of three different views on culture: positivist, interpretive and critical. Explain the major points of difference between these views. Present the different management knowledge developed by each view. Analyze a situation using each of the three views Combine each mode of analysis to reach an enriched understanding of a Situation and diversity management Participation CBL Understand the concepts of ethics, corporate social responsibility, equal opportunity and diversity management Differentiate perspectives of corporate social responsibility Explain how ethical employment practices can contribute to sustainable business success and social development Critically evaluate the gaps between the aspirations of corporate social responsibility and diversity management strategies Participation (Guest) lecture CBL Lecture Participation CBL Describe the role of European/international labor Unions Participation CBL Understand the process of strategic management and appreciate its implementation from differing perspectives Know and distinguish between the various modes of entry for international strategy Identify ways that project management and organizational behavior conceptualize the implementation of strategy Participation Advice CBL Group assignment + presentation Explain why IHRM and SHRM are an integral part of all stages of the process of strategic management Participation Advice Analyze the competitive position of an organization, its resources and core competences Participation Advice Formulate IHRM strategies, policies and practices based on the corporate, international and business level strategies of the organization Advice CBL Group assignment + presentation CBL Group assignment + presentation Group assignment + presentation Critically evaluate the success of IHRM from multiples perspectives (e.g. customers, owners, managers and employees) Participation Advice Literature review Hulpmiddelen CBL Group and individual assignment 161 Bouwsteendoelstellingen: Explain the importance of knowledge sharing for the competiveness of the multinational. Distinguish the range of mechanisms that multinationals have at their disposal to enhance knowledge sharing. Discuss the nature of development programs for global leaders with reference To the objectives, content and limitations of these programs Toetsvorm(en) Participation Werkvorm(en) CBL Participation CBL +guest lectures Group assignment + presentation Advice Critically evaluate the main objectives and effectiveness of cross-cultural skills training for expatriates Identify and discuss a range of emerging issues relating to the design, content and delivery of crosscultural skills training for expatriates Participation CBL + guest lecture + fieldtrip Identify the key components of an effective performance management system (PMS) Participation CBL Explain why PMSs developed for domestic employees are not automatically usable at international locations. Explain the role that a nation’s culture plays in the effective execution of PMSs Compare and contrast PMSs in some leading world economies. Design a comprehensive and effective PMS for an MNC. Participation Advice CBL Group assignment + presentation Understand the complexities faced by IHR managers Participation Identify the international total reward objectives for the MNC and the employee Differentiate between the key components of global total rewards Explain the going rate and balance sheet approaches to international compensation and their advantages/disadvantages Explain the current best practices to the tax equalization and tax protection approaches to international taxation Participation Advice Fieldtrip CBL CBL + guest lecture Group assignment + presentation Apply IHRM competences to a comprehensive case study Participation Advice Defend chosen IHRM methods to implement change using the right IHRM terms Participation Literature review CBL + guest lecture Group assignment + presentation CBL Assignments + Presentation Understand the complexity of doing business in an international environment. Identify the different HRM issues in an international Participation Advice Literature CBL, SLS Group and individual Hulpmiddelen 162 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) review Werkvorm(en) assignment Apply the PESTEL method understanding the international business environment of chosen countries. Participation SLS Cesuur Assignments: 55% CBL: 79% Fieldtrips: 100% Lectures: 80% context. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 1, 2, 3, 4, 6, 8, Hulpmiddelen Niveau van toetsing: Knowledge and insight Apply knowledge and insight Judgement of relevant data Communication Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Harzing, A.W.; Pinnington, A. (2011). International Human Resource Management, third edition, Sage Publications. Articles published on Blackboard. Aanbevolen literatuur Sparrow, P. (2009). Handbook International Human Resource Management, integrating People, Process, and Context,Wiley. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 163 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: Minor Change and Innovation 15 EC 3.3/ 3.4 8 weken Engels/ English Mr Erik Jan Rodenhuis Korte beschrijving van de inhoud Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Project Burnes, B. (2009) Managin Change After completion of the module, the student is able to: Distinguish the key differences between the Prescriptive and the Analytical streams of strategy and the consequences for the vision on organisational change Distinguish the key differences between the planned and emergent approaches to organisational change Describe how organizations can manage change effectively Identify the range of choices that organizations have when considering change Understand the interdependencies between strategic choice, the organisations trajectory process and the actual change processes taking place Explain the relationships between management, leadership and organisational change Evaluate the impact of sustainability, workforce diversity and business ethics on the need for organisational change Aassignment Student Led Seminars CBL CBL Lecturers Tutorials Student-led seminars Guest lectures 164 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Understand the trends and considerations of innovation trends; Recognize the drivers and consequences of organisational change on the individual employee level, organisational level and societal level. Evaluate strengths and weaknesses of different approaches to change and the role of change agents Be capable to provide a seminar to fellow students in a student-led seminar and provide them with a learning experience. Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 1, 3, 8, 9, 10, 11, 12 55% Niveau van toetsing: Toepassen Kennis en Inzicht, Oordeelsvorming Communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Burnes, B. (2009). Managing change: a Strategic Approach to Organisational Dynamics. Harlow: FT Prentice Hall Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 165 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: HR4STA Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen: Eigenaar 42 EC Jaar 4 1176 uren 150 EC van de 180 EC (jaar 1, 2 en 3) Nederlands Maarten Raangs Stage Korte beschrijving van de inhoud Het vierde studiejaar staat volledig in het teken van de praktijk, waarbij de implementatie van de theorie binnen het werkterrein van Human Resource Management moet plaatsvinden. In dit afsluitende jaar van de opleiding wordt een harmonieuze overgang naar de arbeidsmarkt beoogd. Dit vormt de verbinding tussen wat binnen de opleiding aan theoretische vorming wordt aangeboden en de praktijk in de stagebiedende instellingen/bedrijven. Werkvormen Praktijk Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Participatie Kerntaken van het beroep 1. De hr-professional initieert en ontwikkelt activiteiten op de te onderscheiden en samenhangende hrwerkterreinen in relatie tot institutionele en maatschappelijke ontwikkelingen, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij, zowel binnen de nationale als internationale context. 2. De hr-professional is verantwoordelijk voor de informatievoorzieing op het gebied van hr; geeft gevraagd en ongevraagd informatie aan de diverse stakeholders binnen en buiten de organisatie op het terrein van hr, richt daarvoor hr-informatiesystemen in en beheert deze. 3. De hr-professional adviseert het management over de inhoud en aanpak van de hrwerkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken. 4. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van interne- en externearbeidsmarkttransities, voert Portfolio (case study, instellingsverslag voortgangsverslagen en stageeindverslag) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Praktijk Stagebegeleider en stagedocent (coach) 166 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. 5. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding en (andere) professionele ‘éénop-één situaties’, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. 6. De hr-professional adviseert het management over hractiviteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd worden; daarbij formuleert hij meetbare hrdoelstellingen, assisteert het management bij de uitvoering van de activiteiten, evalueert deze en relateert de uitkomsten aan de organisatieuitkomsten/resultaten. 7. De hr-professional maakt financiële verkenningen, berekeningen en kostenbaten-analyses op de hrwerkterreinen, maakt hierbij gebruik van ken- en stuurgetallen en rapporteert daarover aan het management. 8. De hr-professional anticipeert op de gewenste organisatiestrategie en organisatiecultuur, en vertaalt strategie- en cultuurveranderingen naar hr-werkterreinen en hruitvoeringspraktijken. 9. De hr-professional is in staat om de rol van effectief hrleiderschap ten opzichte van het management vorm te geven en gebruikt de implicaties daarvan in zijn uitvoeringspraktijken. 10. De hr-professional levert door middel van het (zelfstandig) uitvoeren dan wel het beoordelen of begeleiden van praktijkgericht onderzoek een bijdrage aan de verbetering en innovatie van zijn organisatie en beroepspraktijk. 11. De hr-professional is een ‘reflective practioner’ met oog voor het belang van corporate governance en ethiek. Hij heeft een kritische en onderzoekende houding ten opzichte van de eigen beroepspraktijk en hij 167 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen is in staat om sturing te geven aan zijn eigen ontwikkeling en die van zijn omgeving en om het transitieproces naar concrete actie in gang te zetten. 12. Ondernemerschap: In staat zijn om zich te richten op zijn of haar managementvaardigheden en ondernemerschap, bekeken door zijn of haar eigen ogen, op basis van waarden die bijdragen aan de zorg voor mensen en zorg voor de wereld. Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 1, 6 en 10 Niveau van toetsing: N2: Toepassen van kennis en inzicht 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 11 en 12 N3: Oordeelsvorming 1 tot en met 12 Communicatie en leervaardigheden Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 168 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen: Eigenaar: HR4SCR Scriptie 18 EC 4.4 504 uren Jaar 1, 2 en 3 van de opleiding Nederlands Maarten Raangs Korte beschrijving van de inhoud De afstudeeropdracht is een werkstuk waarin de student aantoont over de nodige vaardigheden en intellectuele bagage te beschikken tot het behalen van het diploma. De student dient te bewijzen op zelfstandige wijze een uitgebreide opdracht die zich over meerdere maanden uitstrekt tot een goed einde te kunnen brengen. De scriptie moet onder andere bestaan uit een theoretische reflectie en bestudering van een praktijksituatie, er dient kritisch te worden geflecteerd ten aanzien van de literatuur. Daarnaast moet de student blijk geven van een eigen visieontwikkeling en dient de scriptie een heldere argumentatielijn te bezitten en voldoende diepgang te bieden. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de Scriptie en eindpresentatie/student: verdediging Werkvorm(en) Praktijk Hulpmiddelen Scriptiebegeleider De hr-professional initieert en ontwikkelt activiteiten op de te onderscheiden en samenhangende hr-werkterreinen in relatie tot institutionele en maatschappelijke ontwikkelingen, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zo nodig bij, zowel binnen de nationale als internationale context. De hr-professional adviseert het management over de inhoud en aanpak van de hr-werkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken De hr-professional adviseert het management over hr-activiteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd 169 Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen worden; daarbij formuleert hij meetbare hr-doelstellingen, assisteert het management bij de uitvoering van de activiteiten, evalueert deze en relateert de uitkomsten aan de organisatieuitkomsten/resultaten. De hr-professional levert door middel van het (zelfstandig) uitvoeren dan wel het beoordelen of begeleiden van praktijkgericht onderzoek een bijdrage aan de verbetering en innovatie van zijn organisatie en de beroepspraktijk. Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 1, 3, 6 en 10 Niveau van toetsing: N3: Oordeelsvorming Communicatie Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Verhoeven, N. (2011). Wat is Onderzoek? Groningen: Boom Lemma ISBN 9059316711 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) 170 Bijlage D Nadere toelichting op de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische en de post-propedeutische fase: Verkorte studieroute HRM. Het verkorte studieprogramma van de opleiding HRM is ontstaan vanuit de situatie dat er meerdere studenten aanwezig waren in het voltijdse programma die beschikten over een groot deel toegekende vrijstellingen. Er wordt geen standaard verkort programma aangeboden en toegekende vrijstellingen zijn individueel. De geldende afspraken binnen HRM verkort. 1. Uitgangspunt is het voltijdse programma van HRM. Vorm, inhoud en grootte zijn leidend voor het verkorte programma. 2. De aanvraagprocedure voor de vrijstellingen is van kracht zoals beschreven in deze OER. 3. Er zijn een groot aantal vakgebieden (bouwstenen) aangewezen en beschreven met een zelfstudieprogramma. Die onderwijsonderdelen kunnen in een begeleide situatie of in een zelfstudie situatie met consultatie gevolgd worden. Bouwstenen met zelfstudieprogramma’s (in alfabetische volgorde)zijn: Basiscommunicatie (1.1 en 1.2), Bedrijfscommunicatie (2.1), Engels 1 (1.1), Engels 2 (1.4), Externe opdrachten en trends HRD (3.1 en 3.2), Finance - BE3 (1.2), Loopbaan 1 (1.3), Management 1(1.1), Marketing 1 (1.4), Ontslag 1(1.3), Operationeel; Management (1.4) en Vergaderen en presenteren (1.4). 4. Alle onderwijseenheden welke niet vrijgesteld zijn en geen aangeboden zelfstudiepakket hebben zijn verplicht te volgen studieonderdelen in de daarvoor bestemde moduulperioden. 5. Deelname aan het verkorte studieprogramma is mogelijk bij bij gemiddelde toekenning van vrijstelllingen tussen de 60 en 80 ec studiebelasting. 6. Door de combinatie van vrijstellingen en de mogelijkheid tot zelfstudiepakketten tekent de student zelf per module in voor de verplichte onderwijseenheden en bespreekt met de loopbaanbegeleider de studieplanning. Zie voor vrijstellingen ook de Bijlage Vrijstellingenbeleid Overzicht onderwijsprogramma HRM Voltijd 2013-2014 (verkorte studieprogramma) Propedeutische fase Jaar 1 cohort 2013-2014 Periode 1 Vak Business English 1 Management Management acc. SLB 1.1 Basiscommunicatie Periode 2 Vak HRM 1 Onderzoek 1 Bedrijfsadm. Finance Schrift.comm. Periode 3 Vak Loopbaan 1 Arbeidsmarkt Ontslag Recht Onderzoek 2 Periode 4 Vak Marketing 1 Business English 2 Operationeel Man. Vergaderen/presenteren SLB 1.2 Schematisch overzicht Propedeuse programma HRM 2013-2014 (Verkorte studieroute) In grijs de aangeboden programma onderdelen met een zelfstudiepakket. 171 Overzicht onderwijsprogramma HRM Voltijd 2014-2015 Verkorte studieprogramma Post-propedeutische fase Jaar 2 cohort 2012-2013 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Vak HRM 2 Bedrijfscommunicatie Marketing 2 Conceptueel denken Vak Prestatie beoord. HRM 3 CM/MD Mond. comm. 3 Vak Loopbaan 2 HRD 1 Mediation Psych./Diagnostiek Vak Strategisch 1 Strategisch 2 Change management SLB VAS RAG Coaching Adviesvaardigheden Jaar 3 cohort 2011-2012 Periode 1 Vak Strategisch HRM: jaarplan Ziekteverzuimbeleid Stratisch HRM: reorganisatie Externe opdrachten SLB 3 Periode 2 Vak Strategisch HRD Externe opdrachten. Arbeidsmarkt 2 Teambuilding Arbeids/org. Psychologie Periode 3 en 4 Minor Change and Innovation module 3 International HRM module 4 Healthy Careers module 4 Jaar 4 Vak Stage Scriptie Schematisch overzicht Post- Propedeuse programma HRM 2013-2014, Verkorte studieprogramma. In grijs de aangeboden programma onderdelen met zelfstudiepakket. In aanvulling op de Moduultentamenregeling de doorstroomeisen in de PostPropedeutische fase van de opleiding HRM. Toelaatbaarheid tot de stage HRM. De student is in de Post-Propedeutische fase toelaatbaar tot de stage wanneer hij/ zij: a) in het bezit is van 150 EC uit de P- en hoofdfase, b) de onderwijseenheden onderzoek 1 & 2 succesvol heeft afgerond en c) de onderwijseenheden SHRM en SHRD gevolgd heeft. d) de student verkorte studieroute kan afwijking van deze afspraken aanvragen bij de examencommissie om daarmee het studieprogramma studeerbaar te houden. 172 Bijlage E Jaartoetsrooster HRM Het jaartoetsrooster 2014 2015 wordt in samenwerking met de Opleidingsexamencommissie opgesteld en gepubliceerd op 1 september 2014. 173 Bijlage F Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business In artikel 10 van hoofdstuk 5 van het OER wordt de regelgeving met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen door de Examencommissie beschreven. Het eerste geeft aan dat vrijstellingen worden verleend op basis van het vrijstellingenbeleid. In dit document worden de uitgangspunten voor het vrijstellingenbeleid beschreven. 1. Vrijstellingen moeten door de student vroegtijdig worden aangevraagd, in principe uiterlijk tot zes weken voor de start van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Onder ‘programmaonderdeel’ wordt verstaan elke notitie in Progress. 2. Studenten moeten vrijstellingsverzoeken indienen op de daartoe bestemde formulieren die op Blackboard zijn geplaatst. 3. Onvolledig en incompleet ingevulde verzoeken worden niet in behandeling genomen en worden geretourneerd. 4. De student moet documenten bij het verzoek toevoegen waaruit blijkt dat aan de kwalificaties/doelen/competenties is voldaan. 5. De examencommissie laat zich adviseren door vakdocenten en/of modulecoördinatoren voor een inhoudelijke weging van het vrijstellingsverzoek. Een onderzoek kan deel uitmaken van de procedure. 6. Zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend, wordt de student geacht aan alle verplichtingen te voldoen die voor het desbetreffende programmaonderdeel zijn geformuleerd. Een student wordt geacht de toetsen te maken zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend; als de student zakt voor de betreffende toets, wordt een vrijstellingsverzoek afgewezen. 7. De examencommissie kan een verzoek afwijzen als de documenten die als grond voor het vrijstellingsverzoek dienen, ouder zijn dan vijf jaar. 8. Vakken en toetsen uit een vooropleiding (voortgezet onderwijs, mbo) geven geen grond/recht op een vrijstelling. 9. De examencommissie heeft het recht om vrijstellingsverzoeken af te wijzen als dat leidt tot een individueel programma dat als niet stimulerend voor de studievoortgang wordt geacht. 10. De examencommissie kan verzoeken tot het vrijstellen van vaardigheden afwijzen als tot de mening van de examencommissie het onderhouden van deze vaardigheden een belangrijk doel is. 11. Studenten kunnen geen vrijstellingen aanvragen voor onderdelen uit de set van eindwerken. Hardheidsclausule: de examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het vrijstellingenbeleid. 174 Bijlage G Literatuurlijst/ Literature List Basiscommunicatie, vergaderen en presenteren. 1. Gesprekken in organisaties, Noordhoff Uitgevers, 5 druk English 1 en 2. 2. Market Leader upper intermediate coursebook & practice file Benelux pack, Pearson Publishers, 3rd Edition HRM 1. 3. Leerboek HRM , Noordhoff Uitgevers, 1 Druk Loopbaan 1. 4. Understanding Careers A Metaphor-Based Approach, Sage Publication, 1st edition Management. 5. Organisation and Management an International Approach, Noordhoff Uitgevers, 2nd Edition Management accounting. 6. Basisboek bedrijfseconomie, Noordhoff Uitgevers, 9 Druk 7. Basisboek bedrijfseconomie opgaven, Noordhoff Uitgevers, 9 Druk Marketing 1. 8. Principes van Marketing met MyLan NL toegangscode, Pearson Education, 6th Edition. Onderzoek 1 en 2. 9. Wat is onderzoek?, Boom Uitgevers, 4 Druk. Operationeel Management. 10. Operationeel Management in de dienstverlening, Pearson Education, 2nd Edition PGO 11. Probleemgestuurd leren een wegwijzer voor studenten, Noordhoff Uitgevers, 6 Druk. Recht 1, ontslag. 12. Basisboek Recht, Noordhoff Uitgevers, 13 e Druk. 13. Wetteksten Hoger Onderwijs 2013 2014, Noordhoff Uitgevers, 29 Druk SLB 14. Greep krijgen op je studieloopbaan hbo, Dekkers onderwijsadviesbureau, 2 Druk. Adviesvaardigheden. 15. Adviseren als tweede beroep, Kluwer, 3 Druk. Bedrijfscommunicatie. 16. Corporate communication worldwide, Noordhoff Uitgevers, 2 Druk Change Management. 175 17. Leiderschap bij verandering, Academic service Uitgeverij, 1 druk. Coaching. 18. Duurzaam coachen arbeidsgerelateerde coaching met een blijvend effect, Uitgeverij Nelissen, 1 druk. HRD. 19. Onderwijskundig ontwerpen 3, Bohn Stafleu van L:ochum, 1 druk. HRM 2 en HRM 3. 20. Leerboek HRM, Noordhoff Uitgevers, 1 druk. Loopbaan 2. 21. Understanding Careers A Metaphor-Based Approach, Sage Publication, 1st edition Marketing 2. 22. Principes van Marketing met MyLan NL toegangscode, Pearson Education, 6th Edition. Mediation. 23. Conflicthantering en mediation, Uitgevrij Coutinho BV, 2e druk. Psychologie en diagnostiek. 24. Psychologie en sociologie, Noordhoff Uitgevers, 6e druk. Re-integratie, Arbeid en Gezondheid. 25. Casemanagement bij verzuim en reintegratie, Uitgeverij Thema, 1e druk. Strategisch management 1 en 2. 26. Fundamentals of strategy, Pearson Education, 2nd Edition. Arbeids- en Organisatiepsychologie. 27. Gedrag in organisaties, Noordhoff Uitgevers, 6e druk. Arbeids- en Organisatiepsychologie. 28. Set; Gedrag in organisaties + samenvatting, Noordhoff Uitgevers, 6e druk. Externe opdrachten(verplichte literatuur extra) 29. Schermer, K. (2013). De effectieve projectgroep. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv Bruin, F. d. (2013). Hobeon, Lectoraat Logistiek Noord Nederland bij Stenden, haalbaarheidsonderzoek. Den Haag. Croon, B. &. (2010). Scholen voor Ambities, Sectorplan HBO Noord-Nederland 2010-2015,. 176 Mannen, A. (2013). Strategisch beleidsplan School of Business 2013-2017. Wereldwijs. (2013). Wereldwijs Onderwijs en Onderzoek, de koers van Stenden 2013-2017. Leeuwarden. 177
© Copyright 2024 ExpyDoc