Leven na de dood is geheim Het leven na de dood kost exegeten hoofdbrekens, stelt de Russische theoloog Alexey Somov. De Bijbel spreekt er vooral in beelden over, die elkaar bovendien lijken tegen te spreken. Pas vanaf de tweede eeuw worden de beelden vastgelegd in meer vast omschreven dogmatische uitspraken. Eigenlijk jammer, vindt dr. Somov, want daardoor wordt het mysterie van het leven na de dood te veel ontrafeld. Het zou ook geen verrassing meer zijn wanneer we na de dood bij God zullen zijn , lacht de promovendus, die lid is van de Russisch-Orthodoxe Kerk in Moskou. Want daar gaat het om: de gelovige zal bij God verkeren, maar hoe dat zal zijn, weten we niet precies. En de plaats van de hel is daar waar het slecht is en waar God níét is.Lazarus In zijn dissertatie Representations of the Afterlife in Luke-Acts , waarop hij gisteren aan de Vrije Universiteit promoveerde, gaat dr. Somov vooral in op de aandacht die Lukas in zijn dubbelwerk (Lukas-Handelingen) schenkt aan de gelijkenis van de rijke man en Lazarus. De beelden paradijs en Abrahams schoot komen nergens anders in de Bijbel voor en stellen de lezer voor heel wat vragen. Waarom spreekt Lukas over zowel de wederopstanding van de rechtvaardige én de goddeloze en op een andere plek alleen over de wederopstanding van de rechtvaardige? Waarom wordt de wederopstanding beschreven alsof het om een transformatie tot een engelachtig wezen zou gaan? We kunnen volgens dr. Somov alleen met zekerheid zeggen dat Jezus daadwerkelijk uit de doden is opgestaan, maar hoe dat met de gelovigen zal gebeuren, daarop geven de Bijbelschrijvers volgens hem niet echt duidelijk een antwoord. Is het lichamelijk, individueel of collectief? Het Nieuwe Testament laat op dit punt een diversiteit aan opvattingen zien, die elkaar lijken uit te sluiten. In ieder geval is duidelijk dat de nieuwtestamentische schrijvers geput hebben uit Joodse en Griekse bronnen waar het leven na de dood en een opstanding ingang hebben gevonden. Heeft de christelijke kerk de passages in het Nieuwe Testament over het leven na de dood altijd verkeerd gelezen: een oordeel door God met als gevolg een opgenomen worden in de hemel of als tegenpool een wegzinken in de hel? Niet verkeerd gelezen, maar wel te letterlijk en te expliciet. Deze leeswijze doet mijns inziens geen recht aan het beeldende taalgebruik dat het Nieuwe Testament over het leven na de dood hanteert. De Bijbel laat wel zien dat het opnieuw tot leven komen aangeduid wordt met een richting, het naar boven gaan. Het omhoog gaan staat voor begrippen van leven, onsterfelijkheid en eer, terwijl het beeld omlaag staat voor dood en vernedering. Sinds de tweede eeuw, met de institutionalisering van de kerk en de formulering van de christelijke leer door diverse kerkvaders, is het leven na de dood omschreven als een plaats van eeuwige vreugde of eeuwige pijn. Dr. Somov: Ik denk dat de Bijbel hier niet zo expliciet over spreekt. Het verhaal van Abraham en Lazarus laat zien dat de spits gericht is op het feit dat de mens nooit te laat kan zijn om berouw over zijn leven te hebben en zich te bekeren. Dat is ook de boodschap van Jezus aan het kruis tegenover de misdadiger die direct in het paradijs wordt opgenomen. Hoe ligt het opstandingsgeloof in de Russisch-Orthodoxe Kerk? Minder exact dan in de Rooms-Katholieke Kerk of de protestantse kerken, die zich veelal uitspreken in de dogmatische taal van de christelijke traditie vanaf de Vroege Kerk. Maar vraag je een willekeurige Russisch-orthodoxe gelovige ernaar, dan gelooft hij in het bestaan van een hemel of een hel waar mensen na hun dood naartoe gaan. De hemel is dan voor hen de beloning van goed gedrag, de hel is voor mensen die in een slecht leven volharden. Het aardse leven is de periode waarin men zich op het hiernamaals moet voorbereiden. Het zijn voorstellingen die ook door de geestelijken en voorgangers in de kerken worden, voorstellingen die ook door de geestelijken en voorgangers in de kerken wordenvoorgehouden. Mijn onderzoek laat echter het verschil tussen Bijbelse en dogmatische taal zien. Het vraagstuk van het leven na de dood is een exegetisch probleem dat om een oplossing vraagt. Vertaalwerk Alexey Somov (1971) is werkzaam bij het Institute for Bible Translation in Moskou, een Bijbelgenootschap dat in 1973 in Zweden werd opgericht en in 1990, direct na de Wende, in Rusland actief werd. Het instituut is gelieerd aan de United Bible Societies (UBS) en verzorgt momenteel zestig Bijbelvertaalprojecten onder de niet-Slavische volken. Deze wonen in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (CIS), waaronder de Russische Federatie. Dr. Somov was ook betrokken bij een Koerdisch vertaalproject, dat inmiddels is afgerond. Na zijn promotie gaat dr. Somov weer terug naar Moskou, waar hij als vertaalconsulent deze vertaalprojecten gaat begeleiden. Rusland ondervindt de negatieve gevolgen van onbekendheid met de Bijbel als gevolg van decennia communisme. Toch is er nu een duidelijke kentering. Kerkelijke autoriteiten stimuleren het bestuderen van de Bijbel in hun plaatselijke parochies en gelovigen staan er nu open voor. De tijden van Bijbelsmokkel zijn dank zij de vrijheid van godsdienst verleden tijd. Er zijn nog wel plaatsen waar de Bijbel verboden bezit is, zoals Turkmenistan en Oezbekistan. Daar is de situatie nog onveranderd zorgelijk. De Russisch-Orthodoxe Kerk beleeft een opmerkelijke comeback, maar die is niet onomstreden, aldus dr. Somov. Kritiekpunt is dat de staat de kerk voor zijn eigen doeleinden gebruikt. De regering doet het voorkomen dat het Westen ten prooi is gevallen aan een verval van normen en waarden. De Russische Kerk is echter geen eenheidsblok. Ook daar zijn stromingen, van conservatieven tot progressieven die modern westerse waarden omarmen. Dr. Somov gesteund door Nederlands fonds Dr. Somov verrichtte zijn studie onder supervisie van prof. dr. Bert Jan Lietaert Peerbolte, als hoogleraar Nieuwe Testament verbonden aan de Vrije Universiteit. Mede door de stichtingen Theologia Viatorum en Bram Nautafonds werd hij in staat gesteld dit onderzoek uit te voeren. Theologia Viatorum is een initiatief van het International Reformed Theological Institute (IRTI) en betekent letterlijk: theologie van de pelgrims. De naam van de stichting is een knipoog naar de steun die Nederlandse universiteiten in de zeventiende eeuw ooit aan Hongaarse theologiestudenten verleenden in hun academische pelgrimage (de zogeheten peregrinatio academica: letterlijk academische omzwerving). Prof. dr. H. van den Belt is projectleider van de stichting die studenten uit Oost-Europa de mogelijkheid biedt om kennis te maken met de academische theologiebeoefening in ons land. Doordat de studenten op gastadressen verblijven, zijn zij in de gelegenheid om kennis te maken met het kerkelijke leven in Nederland. Na het steunen van een tweede promovendus uit Boedapest, zal de stichting ontbonden worden, zo meldt secretaris Jan de Romph uit Bunschoten. Het bestuur van de stichting Theologia Viatorum heeft namelijk besloten het project af te bouwen en het werk zo veel mogelijk te integreren in de taken van prof. Van den Belt als bijzonder hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond in Groningen. Bron: refdag.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc