Studiefiche - Studiegids

Studiefiche
Academiejaar 2014-2015 t.e.m. 2015-2016
Kunststoftechnologie (E725005)
Cursusomvang
(nominale waarden; effectieve waarden kunnen verschillen per opleiding)
Studiepunten 3.0
Studietijd 90.0 u
Contacturen
48.0 u
Aanbodsessies en werkvormen in academiejaar 2014-2015
A (semester 2)
practicum
hoorcollege
Lesgevers in academiejaar 2014-2015
Cardon, Ludwig
24.0 u
24.0 u
TW20
Aangeboden in onderstaande opleidingen in 2014-2015
Master of Science in de industriële wetenschappen:
elektromechanica
Master of Science in de industriële wetenschappen: chemie
Verantwoordelijk lesgever
stptn
3
aanbodsessie
A
3
A
Onderwijstalen
Nederlands
Trefwoorden
Kunststoffen, Composieten, Additieven, Karakterisering
Situering
partim "Kunststofmaterialen" (theorie):
De student wordt geleerd een keuze te maken uit het groot aantal kunststofmaterialen
met zijn vele, meestal uiteenlopende eigenschappen. Hij moet zich hierbij laten leiden
door de gebruiksomstandigheden van het eindproduct, door de
fabricatiemogelijkheden, maar ook economische factoren en milieu-impact spelen een
rol. Dit alles wordt met een aantal praktische realisaties geïllustreerd.
partim "Additieven" (theorie):
Zonder het gebruik van toevoegstoffen zijn de meeste kunststoffen slechts beperkt
functioneel. Door een gepaste keuze van een bepaald additief kunnen de
eigenschappen worden bijgestuurd. De student moet weet hebben van de betekenis
van deze additieven bij kunststoffen.
partim "Composietmaterialen" (theorie):
Het doel is een overzicht te geven van de diverse grondstoffen en fabricatietechnieken
die bij deze groep van "Nieuwe Materialen" worden gebruikt. Ook wordt een inleiding
gegeven tot de sterkteberekeningen met het oog op de uitvoering van eenvoudige
ontwerpen.
partim "Karakterisering" (oefeningen):
De student wordt geleerd over het waarom van het testen en hoe ze worden
uitgevoerd. Zowel fysische, mechanische en fysico-chemische testen komen aan bod.
Hij leert de testresultaten gegenereerd volgens internationale normen, te interpreteren.
Inhoud
partim "Kunststofmaterialen" (theorie):
Grondige bespreking v.d. commerciële polymeren... inclusief de polyolefinen en de
overige vinylpolymeren, de condensatie- en de engineering kunststoffen en verder de
rubbers en de thermoharders. Telkens worden de mechanische, fysische en chemische
eigenschappen, verwerking en toepassingen, speciale types en varianten (blends,
(Goedgekeurd)
1
copolymeren) besproken.
partim "Additieven" (theorie):
Toepassing van anti-oxidantia, UV-stabilisatoren, weekmakers en stabilisatoren voor
PVC, glijmiddelen, vulstoffen en versterkingsmiddelen, pigmenten en kleurstoffen,
brandvertragende toevoegstoffen, antistatica, anti-blockingsmiddelen, emulgatoren,
vernetters, kiemvormende producten.
partim "Composietmaterialen" (theorie):
Definitie en situering; toepassingsmogelijkheden van de diverse materialen met hun
eigenschappen; fabricageprocessen; eenvoudige sterkteberekeningen aan
composietstructuren.
partim "Karakterisering" (oefeningen):
Mechanische karakterisering (trek-, buig-, hardheid,...), fysische (Vicat, HDT,
verouderingstesten, optische proeven,...), verwerkingskarakteristieken (reologische
metingen, MFI,...), fysico-chemisch (IR, thermische analyse, viscositeitsmetingen ).
Begincompetenties
De student moet een voldoende basis hebben van kunststoffen en van de algemene
materiaaleigenschappen.
Eindcompetenties
Kerncompetentie 1:
In staat zijn om gevorderde interdisciplinaire technologische kennis te verwerven en
specifieke praktijkvaardigheden te beheersen.
Onder meer:
Vanuit materialen- en grondstoffenkennis, fabricatiemogelijkheden, economische
factoren en milieu-impact voorstellen formuleren voor concrete
toepassingsmogelijkheden van kunststoffen en composieten.
Kerncompetentie 2:
In staat zijn om chemische / fysische / mechanische analyses uit te voeren en toe te
passen op proces- en productcontrole en dit bvb. tijdens de praktische oefeningen.
Kerncompetentie 3:
In staat zijn om verantwoord om te gaan met milieu, veiligheid en gezondheid in
laboratoria en productieprocessen;
Onder meer:
Impact van grondstoffen, additieven en materialen hierop.
Algemene competentie 1:
In staat zijn om blijvend creatief en wetenschappelijk te denken, te oordelen en te
handelen over onderhavige materie.
Onder meer:
Over de al of niet inzetbaarheid van kunststoffen, rubbers en composieten in bepaalde
toepassingen (algemene materialenkennis).
In staat zijn om adequaat te communiceren over de praktische opdrachten (preliminair
onderzoek) en probleemoplossingen zowel met leken als met vakgenoten
Algemene competentie 2:
In staat zijn om onderzoeksmethoden en technologieën adequaat aan te wenden en te
ontwikkelen bvb. bij het aanwenden van opdrachten tijdens de praktische oefeningen.
In staat zijn om samen te werken in een multidisciplinaire omgeving (materialen, fysica,
chemie, elektromechanica).
Algemene competentie 3:
In staat zijn om wetenschappelijk-disciplinaire inzichten toe te passen op complexe
ingenieurstechnische problemen bvb. realisaties in kunststof of composietmaterialen.
In staat zijn om relevante nieuwe technologieën en/of theorieën te leren kennen, te
assimileren, te implementeren en te gebruiken
Creditcontractvoorwaarde
Toelating tot dit opleidingsonderdeel via creditcontract is mogelijk mits gunstige beoordeling
van de competenties
Examencontractvoorwaarde
Dit opleidingsonderdeel kan niet via examencontract gevolgd worden
Didactische werkvormen
(Goedgekeurd)
2
Hoorcollege, practicum
Toelichtingen bij de didactische werkvormen
Gedeelten en/of volledige cursus kunnen in het Engels gegeven worden. Ifv integratie
van onderzoek binnen het onderwijs zullen waar nodig onderzoeksmedewerkers en
gastdocenten actief betrokken worden in het geven van de lessen.
Leermateriaal
Een cursus wordt voor elk onderdeel ter beschikking gesteld en er wordt verwezen
naar naslagwerk. Voor de praktische oefeningen wordt bovendien verwezen naar
procedures in het kader van kwaliteitszorg.
Verduidelijkingen, achtergrondinformatie en demonstraties, die tijdens de les worden
gegeven, dienen door de student (naar eigen inzicht) zelf genoteerd te worden en
vormen mee het studiemateriaal.
Bijkomende (facultatieve) literatuur: zie referentielijst in de cursus en de geciteerde
werken
Referenties
Vakinhoudelijke studiebegeleiding
Studenten kunnen, na afspraak, individueel of in groep, bij de betrokken docent terecht
voor bijkomende uitleg.
Evaluatiemomenten
periodegebonden en niet-periodegebonden evaluatie
Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de eerste examenperiode
Mondeling examen
Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de tweede examenperiode
Mondeling examen
Evaluatievormen bij niet-periodegebonden evaluatie
Participatie, verslag
Tweede examenkans in geval van niet-periodegebonden evaluatie
Examen in de tweede examenperiode is mogelijk
Toelichtingen bij de evaluatievormen
Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding na afloop van de cursus:
open vragen m.b.t. cursus en lesnota's.
Geleide oefeningen/labo's: permanente evaluatie en test.
Eindscoreberekening
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen
gebeurt via het wiskundig gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Verhouding punten theorie/labo: 57/43%.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van
opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van
deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en
kunnen de punten bij consensus worden toegekend
(Goedgekeurd)
3