Verslag tweede bijeenkomst gemeenteambtenaren

Verslag bijeenkomst Groninger Verdienmodel (GVM) met gemeenteambtenaren 7 april 2014.
Aanwezigen:
I. Zuidema (gemeente Bedum)
J. Heuff (gemeente Bellingwedde)
R. Kampyon (gemeente Bellingwedde)
G. Nienhuis (gemeente Delfzijl)
A. Wiersma-Kamminga (gemeente Eemsmond)
B. Moes (gemeente Eemsmond)
H.J. Uilenberg (gemeente Eemsmond)
A. Fennema (gemeente Grootegast)
P. Arkema (gemeente Leek)
T. Wolthuis (gemeente Menterwolde)
H. van der Poel (gemeente Oldambt)
P. Ziel (gemeente Oldambt)
B. Strik (gemeente Pekela-Veendam)
D. van Dijk (gemeente Pekela-Veendam)
B. de Boer (gemeente Slochteren)
R. Eggink (gemeente Slochteren)
J.J. Smit (gemeente Slochteren)
K. Gringhuis (gemeente Vlagtwedde)
T. Sprenger (Vereniging Groninger Gemeenten)
H. Emons (gemeente Winsum)
G. Koops (gemeente Stadskanaal)
Y. Scheringa (gemeente Stadskanaal)
Werkgroep Groninger Verdienmodel:
I. van Dorp (Provincie Groningen, projectleider)
T. Wahle (LTO Noord)
N. de Jong (Provincie Groningen)
F. Debets (NMFG)
M. Top (Provincie Groningen, notuliste)
Opening
Frans Debets heet als voorzitter van deze middag iedereen van harte welkom en legt in het kort uit
wat de stand van zaken van het Verdienmodel is en wat het doel is van deze middag. De vorige
bijeenkomst was op 28 januari 2014 en deze was vooral informatief van aard.
Presentatie
Nynke de Jong, Beleidsmedewerker Landbouw Provincie Groningen, geeft een korte uitleg over wat
de aanleiding voor het Groninger Verdien Model was en een presentatie over hoe het Groninger
Verdien Model er tot nu toe voor staat. De presentatie is bij het verslag gevoegd.
Vragen/opmerkingen n.a.v. de presentatie:
Vraag: worden de vragenlijsten die in de presentatie te zien zijn al gebruikt?
- Ja, deze worden gebruikt voor de praktijktoets bij 20 melkveebedrijven die vrij recent
uitgebreid zijn. Er zijn vragenlijsten die inventariserend van aard zijn en vragenlijsten die
betrekking hebben op de maatlatten. De eerste reacties van deelnemende agrariërs zijn goed.
Vraag: hebben deze vragenlijsten alleen betrekking op bedrijven boven de 2 ha.?
- Nee, om de groep groot genoeg te maken zijn er ook bedrijven geselecteerd onder deze
grens. Ongeveer 10 tot 15% komt waarschijnlijk boven de 2 ha.
Borging & toetsing
Belangrijke vraag en hiermee tevens het doel van vanmiddag is het onderwerp borging en toetsing.
Hoe gaan we de rollen en verantwoordelijkheden binnen dit proces verdelen? Het is belangrijk om
gezamenlijk met de gemeenten een denkproces op gang te brengen.
Vraag: waarom gaan wij ons überhaupt bezig houden met thema's als dierenwelzijn? Hiervoor zijn
toch regels?
- Uitgelegd wordt dat de provincie met het Groninger Verdien Model een bovenwettelijke
"plus" wil realiseren waardoor uitbreiding boven de 2 ha. tot maximaal 4 ha. mogelijk
wordt. De heer Sprenger geeft aan dat de wet leidend is en gaat in op de motie. De motie
is aangenomen, maar als tijdens het proces blijkt dat deze niet uitvoerbaar is, zou je de
motie ook terug kunnen geven aan PS. In het algemeen vragen gemeenten juist om meer
beleidsruimte t.a.v. het ruimtelijk beleid en niet om begrensd te worden.
Opmerkingen:
- Aangegeven wordt dat er veel bij komt kijken wanneer gemeenten een rol krijgen in de
toetsing van het GVM. Binnen de gemeenten is er op de personele bezetting fors
bezuinigd en kennis en kunde over niet ruimtelijke onderwerpen is er nagenoeg niet.
Gemeenten hebben niet de kennis in huis als het gaat om de toetsing van een bedrijf in
het kader van het GVM. Kijk goed wat je als provincie zelf kunt doen;
- Er zijn gemeenten die belang hebben bij deze uitbreiding maar er zijn ook gemeenten die
minder of niet te maken krijgen met bedrijfsuitbreidingen boven de 2 ha. bouwvlak.
Hierdoor wordt er nauwelijks kennis opgebouwd;
- Wordt er ook een (landschaps)kaart gemaakt? Gemeenten onderscheiden in het
bestemmingsplan ook landschapstypen die aangeven wat waar wel en niet kan;
- Waarom komt het proces en de beoordeling niet bij de Omgevingsdienst te liggen?;
- Het GVM komt uit de context van de provinciale politiek. Gemeenten zijn zelf
verantwoordelijk voor het ruimtelijk spoor, voor een provinciaal KT-gesprek benaderen zij
de provincie. Het ontbreekt gemeenten aan kennis m.b.t. de toetsing van de nietruimtelijke aspecten in het GVM. Het GVM bevat maatlatten uit de MDV en eigen
maatlatten. Het GVM is een KT plus/plus proces, wat hoort bij de provincie;
- Wie bepaalt wat goed is? Het GVM bevat rationele onderwerpen met bijbehorende
puntensystematiek maar ook vragen die voor interpretatie vatbaar zijn en kunnen leiden
tot discussie tussen gemeente en provinciale ambtenaren. De gemeente maakt straks
een afweging en moet voor een ontheffing naar de provincie, wordt daarna nogmaals
getoetst?;
- Eén gemeente geeft aan ook boven de 2 ha. de weging zelf te willen maken;
- Sommigen zijn van mening dat de landelijke overheid (Rijksoverheid) er is voor de nietruimtelijk relevante (sectorale) aspecten, die zitten nu ook voornamelijk in het GVM.
Vraag: er is tussen de provincie en overheden veel commotie geweest rond de POV. Moet een en
ander geregeld worden via deze POV?
- Ja, deels wel. Het ruimtelijk spoor is een uitgangspunt dat via de POV moet worden
geregeld. Hoe we de thema's van het GVM moeten toetsen en handhaven is de vraag
waarop we met elkaar een werkbaar antwoord moeten zien te krijgen. We hebben ons
zelf de ruimte gegeven om met versie 1.0 ervaring op te doen en onderdelen, indien
nodig, verder uit te werken.
Opmerking/aanvulling: als we dit traject ingaan moet er goed worden gekeken in hoeverre je dit naar
je toe kunt trekken. Je dient hiervoor de kennis en kunde in huis te hebben. Ook moet er voor worden
behoed dat elke gemeente zijn eigen lijn gaat trekken. De weging en waardering van de verschillende
maatlatten kunnen hierin duidelijkheid verschaffen.
Overige vragen/opmerkingen:
- Iemand die zijn koeien niet weidt, heeft in principe geen land nodig (grondloos bedrijf).
Antwoord is dat er binnen het GVM geen grondloze bedrijven toegestaan worden.
Daarnaast wordt de waardering voor weidegang in meerdere maatlatten gewaardeerd. De
keuze opstallen of weidegang is een managementkeuze;
- Energie-> is er ook windenergie toegestaan in het buitengebied? Antwoord is dat hier een
grens aan is gekoppeld. Molens tot 15 meter zijn toegestaan, voor hogere windmolens
zijn gebieden voor windturbines aangewezen.
Inhoudelijk deel
Frans Debets leidt dit deel van de discussie en stelt een aantal vragen aan de medewerkers van de
gemeenten.
Stelling:
De borging en toetsing is een technisch instrument van de provincie en de beoordeling hiervan wordt
neergelegd bij de gemeenten. Het wordt dan een 'en- en' verhaal. Hoe kijkt men hier tegenaan?
Opgemerkt wordt dat het ruimtelijk spoor gemeentelijk is en alles hier omheen bij de provincie moet
worden neergelegd. Ook kan er voor worden gekozen om gebruik te maken van een extern bureau.
De gemeente zal vervolgens de afweging maken om wel of niet de uitbreiding toe te staan.
Stelling:
Een agrarische ondernemer komt bij de gemeente voor uitbreiding en dan?
Als het gaat om een bouwvlak boven de 2 ha. meldt men dat bij de provincie en wordt een provinciaal
KT-gesprek onder regie van de provincie gestart. Daarnaast wordt getoetst in hoeverre de plannen
passen binnen de kaders van het gemeentelijke bestemmingsplan. Onduidelijk is nog wat de rollen en
verantwoordelijkheden van provincie en gemeente zijn bij het proces van het GVM.
Stelling:
Er komt een moment dat de agrariër tijdens de opleverfase gecheckt moet worden op de zaken die hij
gedaan moet hebben. Hoe wordt hierover gedacht? Je zou dit privaatrechtelijk kunnen regelen?
Gevraagd wordt of er inzake dit onderwerp ook met de omgevingsdienst is gesproken. De gemeenten
pleiten ervoor om de controle bij de provincie neer te leggen.
Het bouwproces (basis-, milieu- en bouwtaken) ligt bij de gemeente. Gemeenten geven aan het
ruimtelijk-, bouw- en milieuspoor verschillend ingericht te hebben. Het milieudeel ligt vaak bij de
Omgevingsdienst, bouw dient de gemeente zelf te doen. Echter er zijn ook gemeenten die beiden bij
de ODG neerleggen. Wie gaat deze extra toetsing betalen? Vaak zijn er afspraken gemaakt tussen
gemeente en Omgevingsdienst over de te leveren diensten. Meerwerk zal vermoedelijk in rekening
gebracht worden. Als het GVM een provinciaal belang is, zal de provincie ook het meerwerk moeten
vergoeden.
Privaatrechtelijke overeenkomsten:
Vragen/opmerkingen:
- Privaatrechtelijke overeenkomsten worden bij voorkeur bij de provincie neergelegd;
- Gemeenten geven aan zelf niet te handhaven. Bovendien is het zo dat, wanneer er
gehandhaafd wordt, een beplantingsplan niet de hoogste prioriteit heeft;
- Met een voorwaardelijke bepaling heb je ook een bestuursrechtelijk middel (dwang), daar
zijn ook al uitspraken van de RvS over. In het bestemmingsplan kun je niet zoveel met
niet-ruimtelijke relevante aspecten zoals dierenwelzijn en diergezondheid. Beplanting is
wel ruimtelijke relevant;
- Hoe regel je een eventueel boetebeding voor het niet naleven van niet ruimtelijke
relevante aspecten?;
- Wie bepaalt straks wat goed is en wat niet? Hier moet een eenduidig antwoord op komen;
- De verordening, artikelen en private overeenkomst zijn nog discussiepunten;
- Dergelijke aanvragen voor uitbreidingen boven de 2 ha. zullen in beperkte mate
voorkomen. Is het noodzakelijk om hiervoor zelf de expertise in huis te hebben?;
- De lijst met deskundigen en de kosten die hieraan hangen, zullen nog vastgesteld moeten
worden. Wie betaalt deze?;
- Als een ondernemer straks niet meer aan één van de eisen voldoet, wat gebeurt er dan?;
- Moeten gemeenten de uitvoering van het GVM als meerwerk gaan rekenen? Is er een
kaart met gebieden die bij voorbaat zijn uitgesloten? Er is voor de regio's noord en oost
een kaart waarop aangeduid is welke gebieden zich lenen voor grootschalige
uitbreidingen. De kaart dient als signaleringskaart bij de bouwblok-op-maat methode. Veel
gemeenten hebben deze kaart doorvertaald in hun bestemmingsplan.
Tot slot:
17 april aanstaande zijn de eerste resultaten van de praktijktoets bekend.
Voordat het uiteindelijke plan op 28 mei aanstaande aan de Staten zal worden gepresenteerd, zal er
nog een bijeenkomst met de gemeenten worden ingepland. Ook wordt er de wens uitgesproken om
een soortgelijke bijeenkomst voor wethouders te organiseren. Deze zal nog worden ingepland.
Op- aanmerkingen verslag vorige bijeenkomst d.d. 28 januari 2014
Op pagina 2 wordt vermeld dat er bij de gemeente Pekela is besloten niet verder te gaan dan 2 ha.
Deze zin kan worden geschrapt.
Rondvraag
Nynke de Jong heeft een aantal mensen van de gemeenten telefonisch gesproken inzake de
praktijktoets en wil een ieder bedanken voor de getoonde inzet.
De heer Heuff heeft een tip voor de werkgroep. Blijf alert als het komt tot een vertaling van het GVM
naar de POV.
Afsluiting
Frans Debets sluit de bijeenkomst om 15.50 uur en bedankt een ieder voor zijn/haar aanwezigheid en
inbreng.