Milieuvoorschriften opslag schroot en autowrakken. Tot voor kort had een deel van de schrootbedrijven nog een vergunning nodig voor de opslag van schoon schroot en afgetapte autowrakken. Sinds 1 januari 2013 is het activiteitenbesluit voor alle bedrijven van toepassing. Hierdoor geldt ook hun vergunning niet meer voor de opslag van deze materialen. Er moet nu worden voldaan aan de eisen uit het Activiteitenbesluit. Jan de Lange De overheid wil minder regels. Daarnaast wil zij meer eenduidigheid van regels waardoor bedrijven eerlijk met elkaar kunnen concurreren. Waar vroeger voor vele werkzaamheden een vergunning nodig was gelden nu algemeen regels. De eisen ten aanzien van het milieu staan in het Activiteitenbesluit. Vanaf 1 januari 2013 gelden de eisen uit dit besluit voor alle bedrijven in Nederland. Dit betekent dat ook de grotere (IPPC)bedrijven te maken krijgen met deze rechtstreekswerkende regels. Op onderdelen waar het Activiteitenbesluit niet op van toepassing is gelden nog steeds de voorschriften uit de milieuvergunning. De milieuvergunning geldt niet meer voor de activiteiten die in het Activiteitenbesluit worden geregeld. Dit geldt onder anderen voor de opslag van schoon schroot en afgetapte autowrakken. Voor de opslag van schoon schroot is het daarom ook niet meer nodig om een milieuvergunning aan te vragen. De eisen waaraan bij de opslag van schroot moet worden voldaan zijn in het Activiteitenbesluit beschreven. Het woord schoot is in dit besluit niet terug te vinden. Het Activiteitenbesluit ziet het als (schone) metalen. Behalve de algemene zorg voor het milieu heeft het Activiteitenbesluit geen eisen aan de opslag. De algemene voorschriften gelden voor alle bedrijven. Of er 1.000 ton of 1.000.000 ton schoon schroot ligt, het maakt voor de eisen niet meer uit. Ook doet het er niet meer toe dat de activiteit bij een provinciale of een gemeentelijke inrichting plaatsvinden. De eisen die voor schone metalen gelden zijn ook van toepassing op autowrakken waaruit alle vloeistoffen zijn afgetapt. De voorschriften beperken zich tot algemene zorg voor het milieu. Dit betekend onder anderen dat bij op- en overslag van metalen moet worden voorkomen dat de materialen buiten de opslagen komen. Daarnaast moet worden voorkomen dat bij werkzaamheden niet te veel geluid wordt geproduceerd. Voor overslag boven oppervlaktewater gelden enkele aanvullende voorschriften. Deze komen er op neer dat de metalen niet in het water terecht mogen komen. De opslag van verontreinigd schroot tot 50.000 ton is ook vergunningvrij. Voor deze opslagen gelden de voorschriften uit het Activiteitenbesluit. Op- en overslag van verontreinigd schroot moet voldoen aan de algemene eisen voor “niet inerte materialen”. Van “niet inerte materialen” is het denkbaar dat er, vaak onder invloed van regen, stoffen uit of vanaf komen. De opslag van verontreinigd schroot en metalen moeten plaatsvinden boven een vloeistofdichte vloer. Een vloeistofdichte container voldoet ook. Het regenwater van deze locaties wordt als verontreinigd afvalwater gezien. Om aan de lozingseisen te voldoen moet dit water vaak via een olie-, water- en slibafscheider worden geloosd. In plaats van een vergunningaanvraag moet er bij veranderingen een melding worden ingediend. Dit gaat vrij eenvoudig op www.aim.nl. Houdt u bij het indienen van een melding er wel rekening mee dat u een geluidrapport moet mee sturen. Gelijk met het indienen van de melding moet u ook een extra toestemming vragen voor het mogen starten, de milieutoets of OBM. In een volgende aflevering wordt hier nader op ingegaan. Informatie: www.delange-milieuadvies.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc