Vergunningplicht opslag schroot en autowrakken. Voor de opslag van schroot heeft u geen milieuvergunning meer nodig. Hier is een nieuwe toestemming voor in de plaats gekomen: de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). Deze milieutoets is bedoeld om te toetsen of een bedrijf op een locatie past. Aan deze omgevingsvergunning mogen geen voorschriften worden verbonden. De voorschriften waaraan voldaan moet worden zijn terug te vinden in het Activiteitenbesluit. De formele procedure om een dergelijke toestemming te krijgen neemt 8 tot 14 weken in beslag. Jan de Lange Voor de opslag van (schoon)schroot is geen milieuvergunning meer nodig. In de drang om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven terug te dringen heeft de overheid de vergunningplicht vervangen door algemene regels. Op zich goed nieuws. Er is echter nog wel een toestemming nodig om met de activiteiten te mogen starten. Deze toestemming om te mogen starten is een relatief nieuw fenomeen. Deze toestemming heet formeel de “Omgevingsvergunning beperkte milieutoets” (oftewel OBM). Deze toets is bedoeld om de gemeente (of een ander bevoegd gezag zoals de provincie) te laten toetsen of de activiteiten wel op de locatie passen. Voor schroot wordt deze toets gebruikt om te kijken of voor de opslag ook een milieueffectrapportage moet worden opgesteld. Een dergelijke toetsing is een verplichting uit de Europese richtlijn milieubeoordeling (2011/92/EU). Deze toetsing is alleen noodzakelijk als de milieugevolgen van uw activiteiten toenemen. Er zijn twee verschillende toetsingen. Toetsing voordat een aanvraag kan worden ingedient en een toetsing op basis van de aanvraag. Voor opslagen groter dan 10.000 ton schroot (of meer dan 10.000 autowrakken) moet eerst een formele m.e.r. beoordeling worden doorlopen. Voor deze m.e.r. beoordeling moet u een mededeling doen bij het bevoegd gezag (gemeente of provincie) dat u van plan bent uw bedrijfsvoering te wijzigen. Deze mededeling is vormvrij. Het is wel goed om bij de gemeente te informeren wat ze terug willen zien in de mededeling. Een gemeente weet heel goed hoe een terrein is gesitueerd en kan wellicht op basis van beperkte voorinformatie besluit dat geen MER hoeft worden opgesteld. Op basis van de mededeling van het bedrijf moet de gemeente besluiten of er een MER zou moeten worden opgesteld. Voor de beoordeling en publiceren van de beoordeling heeft de gemeente 6 weken de tijd. De beoordeling van de gemeente moet onderdeel uitmaken van de aanvraag om OBM. De OBM kan dan ook pas worden aangevraagd nadat de m.e.r. beoordeling bekend is. Is uw opslag kleiner dan 10.000 ton schroot dan is deze (m.e.r.)mededeling niet noodzakelijk. U kunt gelijk een OBM aanvragen. In de aanvraag moet dan wel voldoende informatie worden opgenomen waarmee de gemeente kan beslissen of een milieueffectrapportage moet worden opgesteld. Het meldingsformulier in het kader van het Activiteitenbesluit bevat de meeste informatie. Soms is aanvullende informatie nodig. Een OBM moet via de vergunningenmodule op internet (www.omgevingsloket.nl) worden aangevraagd. De gemeente moet binnen 8 weken reageren. De vergunning om OBM wordt geweigerd als het bevoegd gezag van mening is dat er een MER moet worden opgesteld. Daarnaast is ook een BIBOB beoordeling mogelijk. Als wordt vermoed dat de activiteiten worden gebruikt voor criminele activiteiten kan de vergunning ook worden geweigerd. In de praktijk betekend dit dat de verandering met milieugevolgen (bijvoorbeeld uitbreiding van de opslag), waarvoor in het kader van het Activiteitenbesluit alleen een melding nodig zou zijn nu 14 weken voor de tijd moet worden aangemeld. In de praktijk zijn er ook nog verschillende overleggen en concepten noodzakelijk. Hierdoor neemt de hele procedure vaak een half jaar in beslag. Informatie: www.delange-milieuadvies.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc