Sportmedisch spreekuur SMA Haarlem/Heliomare voor sporters met

Er zijn momenteel twee certificeringen, namelijk de
basiscertificering voor SMI en de op voorstel van NOC*NSF
door de SCAS ontwikkelde certificering Topsport Medisch
Samenwerkingsverband (TMS). Het SMA Haarlem-KG heeft
beide certificeringen. Gaandeweg is het Sport Medisch
Advies­centrum van weleer omgevormd tot een sportgenees­
kundig expertisecentrum dat het specialisme sportgenees­
kunde in de volle omvang herbergt met inmiddels tal van
deel- en aandachtsgebieden en een landelijk specialistisch
netwerk. Er wordt aan onderwijs gedaan door begeleiding
van oudste coschappen, semi-artsstages, wetenschaps­
stages en deelstages voor sportfysiotherapeuten in opleiding
te faciliteren. Naast diverse lokale nascholingsactiviteiten
werd in 2008 en in 2009 een minisymposium georganiseerd
met als respectievelijke doelgroepen huisartsen en fysiotherapeuten. Op donderdag 4 oktober wordt wederom een
minisymposium georganiseerd gericht op de huisartsen.
Het Sport Medisch Adviescentrum heeft met haar vakgroep
sportgeneeskunde anno 2012 als ultiem doel een verdere
integratie en ontwikkeling van multidisciplinaire samenwerking in de regio met alle aanpalende specialismen
W. Oosterhof is oud-voorzitter van het stichtingsbestuur
SMA Haarlem. H.J.W. Dijkstra is medisch coördinator/
bestuurslid van de stichting SMA Haarlem.
Contact via e-mail: [email protected].
Referentie
- D it artikel is tot stand gekomen op basis van bewaarde
stukken in het bezit van beide auteurs. Verder is gebruik
gemaakt van de volgende publicatie:
- van Beek P, Kanne C, Kessel M, Eyssen N (samenst.
en red.). Jaarboek sportgeneeskunde 2011. Nieuwegein:
Arko Sports Media BV/Vereniging voor Sportgenees­k unde,
2012. Hierin het hoofdstuk 2.1 ‘Geschiedenis van de
sportgeneeskunde’: 10-2.
Sportmedisch spreekuur
SMA Haarlem/Heliomare
voor sporters met een
beperking
L.J.M. Valent, M.H. de Jong en D. Gobets
Inleiding
In 2009 zijn het SMA Haarlem en het revalidatiecentrum
Heliomare gestart met een gezamenlijk sportgeneeskundig
spreekuur van sportarts en revalidatiearts. De behoefte tot
samenwerking was ontstaan vanuit een groeiend aantal
vragen van gehandicapte (top)sporters om screening en
begeleiding bij Heliomare. Op het SMA Haarlem/Heliomaresportgeneeskundig spreekuur komen mensen met een
lichamelijke beperking. Dit kunnen mensen zijn met blijvend
knieletsel maar ook met bijvoorbeeld een spierziekte,
multitrauma, een dwarslaesie, amputatie, CP (cerebrale
parese), MS (multiple sclerose) of spina bifida. Het sport­
spreekuur is geschikt voor alle beginnende (recreatieve)
sporters tot topsporters. Het kan hierbij gaan om het
hervatten van sporten na een periode van revalideren of het
inventariseren van nieuwe sportmogelijkheden. Het kan ook
gaan om advies over preventie en herstel van (rolstoel)
sport-specifieke blessures en advies over trainingsopbouw
met prestatieverbetering als doel. Verschillende disciplines
en expertiseteams vanuit de revalidatie kunnen eventueel
worden ingeroepen, afhankelijk van de vraagstelling.
Op de afdeling Research & Development van Heliomare heeft
het spreekuur de beschikking over een volledig geoutilleerd
bewegingslaboratorium. De eveneens bij het spreekuur
betrokken onderzoeksmedewerkers hebben een bewegings­
wetenschappelijke achtergrond en uitgebreide kennis over de
afname en interpretatie van inspanningsfysiologische
sport­specifieke testen met armarbeid (met onder andere de
eigen handbike, rolstoel of met een armcrankapparaat) en
met (aangepaste) beenarbeid. In dit artikel bespreken we
enkele kenmerkende casussen die inmiddels gezien zijn door
het SMA Haarlem/Heliomare.
Casus 1: Blessure bij handbiken
Van Links naar rechts
Jan-Willem Dijkstra, sportarts,
medisch coördinator.
Adam Weir, sportarts.
Onder
Manuela de Jong, sportarts en
orthomanueel geneeskundige.
28 | nr 3 | 2012
Een 49-jarige man met een incomplete dwarslaesie T12,
op 24-jarige leeftijd veroorzaakt door een trauma, meldt zich
op het spreekuur met tintelingen in zijn rechterhand en pijn
bij de mediale epicondyl van de rechterelleboog door het
handbiken. Hij traint sinds een jaar of acht met zijn lighandbike en maakt twee keer per week een rit van 40 tot 60 km.
Wat direct opvalt, is de scheve zithouding in de rolstoel.
Uit sportgeneeskundig onderzoek bleek een atrofie van de
rechterhandspieren en drukpijn ter hoogte van de mediale
epicondyl van de rechterelleboog met rek- en weerstands­
pijn van de polsflexoren. Als diagnose werd gesteld: een
golfers­elleboog, waarschijnlijk als gevolg van een te
Casus 2: Trainen met een spierziekte voor de Alpe
d‘Huez-klim
Concluderend
Een vrouw van 53 jaar is op het spreekuur medisch gescreend in verband met deelname aan de Alpe d’Huez in een
driewielige ligfiets. Mevrouw is sinds een paar jaar bekend
met de langzaam progressieve spierziekte HMSN (hereditaire
motorische en sensorische neuropathie). Zij kon vanwege
balansproblemen tijdens inspanning minder optimaal getest
worden op een hometrainer; dat lukte wel op een recumbant
bike (zitfiets). Dit komt bovendien overeen met de zithouding
op haar eigen fiets. Op basis van de testgegevens (met een
afwijkend rust-ECG) acht de sportarts het nog wel van nut
om een echo van het hart te laten maken. Uit dit echo-onderzoek blijkt dat het proximale kamerseptum iets verdikt is;
verder is de functie van het hart normaal. Tijdens het
spreekuur zijn adviezen gegeven over trainingsopbouw en
energieverdeling tijdens de wedstrijd. De vrouw is na een
periode van training weer getest en bleek in fitheid ongeveer
15-20% vooruit te zijn gegaan (op de uitkomstmaten piekvermogen en maximale zuurstofopname). Dit is een opvallende
bevinding gezien de spierziekte. Mevrouw heeft de beklimming van de Alpe d’Huez met succes volbracht.
Uit bovenstaande casuïstiek blijkt de enorme variatie in
problematiek en vraagstellingen waarmee mensen op ons
gezamenlijke spreekuur komen. We merken dat mensen
uiteindelijk vaak veel meer uit het consult halen dan alleen
de beantwoording van hun vragen bij aanmelding. De
multidisciplinaire aanpak waarin sportgeneeskunde en
revalidatiegeneeskunde elkaar vinden, blijkt zijn vruchten
af te werpen. Het SMA Haarlem/Heliomare-spreekuur
draagt bij aan een optimale sportbeoefening door mensen
met beperkingen. Voor meer informatie: zie de website
www.smahaarlem.nl/sportpoli-sma-heliomare
Mw. dr. L.J.M. Valent werkt als onderzoeker (bewegingswetenschapper) op de afdeling Research en Development van
revalidatiecentrum Heliomare in Wijk aan Zee. Mw. M.H. de
Jong is als sportarts verbonden aan het SMA Haarlem.
D. Gobets is revalidatiearts op de dwarslaesie/amputatieafde­
ling van Heliomare. Contact via e-mail: [email protected]
Casus 3: NOC*NSF-sportmedische keuring voor de
Paralympische Spelen
Een top-handboogschutter met een thoracale dwarslaesie
heeft zich geplaatst voor de Olympische Spelen in Londen.
We hebben een sportmedische keuring, volgens NOC*NSFprotocol, verricht waarbij onder andere is gekeken naar de
thema: sportgeneeskunde | 29
magazine
cardiale belastbaarheid middels een inspanningstest met een
armcrankapparaat. Daarnaast onderzochten we de longfunctie en de algehele gezondheid waarbij onder andere verschillende bloedwaarden zijn gescreend. We hebben adviezen over
voeding gegeven, met name over de risico’s van ongecontroleerde voedingssupplementen die kunnen leiden tot
problemen bij dopingcontroles. We hebben een lichamelijk
onderzoek verricht naar de mobiliteit en de kracht van de
schouders en ook naar onder andere rotatie­bewegingen en
flexie van de romp. De musculatuur van de schouders bleek
asymmetrisch ontwikkeld. Dit is een gevolg van de eenzijdige
asymmetrische belasting door het boogschieten. Adviezen
zijn gegeven over krachttraining van beide schouders. Om
meer balans te brengen dienen schouderblessurepreventieve
kracht- en mobiliteitsoefeningen te worden uitgevoerd
waarbij het accent eveneens komt te liggen op bewegingen
die tegengesteld zijn aan de handboogschietbewegingen.
Bij een analyse van de zithouding bleek dat bij het handboogschieten voordeel kan worden behaald door in de rolstoelrugleuning meer lumbale en met name ook meer laterale
ondersteuning te bieden. Meer stabiliteit in de romp tijdens
de schietbeweging met de zware handboog zorgt voor meer
accuraat richten. Aanpassingen (waaronder een pelot aan de
rugbuis) zijn voorgesteld. De paralympische sporter ziet
hiervan de voordelen en gaat er met de leverancier mee aan
de slag.
thema
eenzijdige belasting. Hem is geadviseerd zijn polsflexoren
eccentrisch te trainen en algehele krachttraining te gaan
doen voor armen en schouders. Daarnaast is hem aan­
geraden om zijn handbikeritten meer te doseren. Het lijkt
tevens aannemelijk dat de scheve zithouding mede van
invloed is op het ontstaan en/of in stand houden van de
polsblessure tijdens het handbiken in de lighandbike.
Binnen Heliomare is hij vanuit het SMA-spreekuur door­
verwezen naar het ZitAdviesTeam (bestaande uit een
fysiotherapeut, een ergotherapeut en een technicus) in
verband met zijn scheve zithouding in de rolstoel. Tijdens
het lichamelijk onderzoek bleek een bekkenscheefstand als
gevolg van een McMurray-procedure (operatie van de heup
waarbij het bovenbeen is vastgezet in een andere stand).
De scheve stand in het bekken (links hoger dan rechts) leidt
tot een scoliotische houding in de wervelkolom, die echter
goed corrigeerbaar bleek te zijn. De scheve bekkenstand –
en compensatoire scoliose – konden ter plekke worden
gecorrigeerd door het kussen onder de rechterbil op te
hogen. Bij controle na zes weken bleken de klachten aan
de pols sterk verminderd na het trouw doen van de voorgeschreven oefeningen. Patiënt zit nog steeds prettig (en
stabieler) in de rolstoel en is zelf ook in de lighandbike
aan het experimenteren gegaan met het ophogen van het
kussen ter hoogte van het rechterbekken. Dit lijkt voorals­
nog positief resultaat te hebben bij het fietsen.