3.A.1 Voortgangsrapportage Milieuzorg 2013

VOORTGANGSRAPPORT MILIEUZORG 2013
SPIE NEDERLAND BV
DOCUMENT INFORMATIE
VERSIE:
OPGESTELD DOOR:
01
H.K.G. van Walree
VRIJGAVE DOOR:
DATUM:
WIJZIGINGEN:
5-05-2014
Eerste uitgave
02
03
04
REVISIE 01
05 MEI 2014
© SPIE NEDERLAND B.V.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. DE DISTRIBUTIE EN VERMENIGVULDIGING VAN DIT DOCUMENT OF DELEN HIERVAN IS
ALLEEN MET SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN SPIE TOEGESTAAN.
AFGEDRUKTE VERSIES VAN DIT DOCUMENT ZIJN ONBEWAAKTE EXEMPLAREN. VOORDE MEEST ACTUELE VERSIE DIENT
ALTIJD SPIE INTRANET GERAADPLEEGD TE WORDEN.
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 2 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
INHOUDSOPGAVE
1. Status van dit document ............................................................................... 4
1.1
1.2
1.3
Doel van dit document ................................................................................................... 4
Rapportageperiode ........................................................................................................ 4
Uitgangspunten .............................................................................................................. 4
2. Beschrijving van de organisatie .................................................................... 5
2.1
2.2
2.3
2.4
SPIE Nederland B.V. ...................................................................................................... 5
Organisatorische grenzen .............................................................................................. 5
Organisatorische wijzigingen ......................................................................................... 6
Verantwoordelijkheden................................................................................................... 7
3. Basisgegevens CO2 Footprint ...................................................................... 8
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
Basisjaar ........................................................................................................................ 8
Verificatie ....................................................................................................................... 8
Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren ................................................... 8
Wijzigingen berekeningsmethodiek ............................................................................... 8
Uitsluitingen .................................................................................................................... 8
Opname van CO2 ........................................................................................................... 8
Biogene massa .............................................................................................................. 8
4. Directe en indirecte emissies ....................................................................... 8
4.1
4.2
4.3
4.4
Basisjaar ........................................................................................................................ 8
Directe en indirecte emissies 1 januari t/m 31 december 2013 ..................................... 9
Onzekerheden in de CO2 emissie ................................................................................ 10
Trends .......................................................................................................................... 11
4.4.1 Emissies ............................................................................................................... 11
4.4.2 Doelstellingen ....................................................................................................... 12
4.5 Voortgang doelstellingen.............................................................................................. 12
4.6 Maatregelen komende periode .................................................................................... 12
4.7 Medewerker bijdrage.................................................................................................... 13
Bijlage 1 CO2 reductie per mln. € omzet ........................................................... 14
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 3 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
1. Status van dit document
1.1
Doel van dit document
Dit document is een periodieke rapportage van de CO2 Footprint van SPIE Nederland B.V. Daarnaast
worden in dit document de reductiedoelstellingen en de voortgang met betrekking tot het behalen van
deze doelstellingen verwoord. Deze periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus op het
gebied van duurzaam ondernemen. Deze stuurcyclus is ingericht conform de CO₂-prestatieladder
(SKAO) en is beschreven in het managementsysteem van SPIE (SKID).
1.2
Rapportageperiode
Deze periodieke rapportage beschrijft de CO2-emissies in de periode 1 januari t/m 31 december 2013.
1.3
Uitgangspunten
Deze periodieke rapportage is opgesteld onder toezicht van de coördinator duurzaamheid en beschrijft
alle zaken zoals beschreven in§ 7.3 uit de ISO 14064. Aan de hand van onderstand koppeltabel wordt
de relatie aangegeven tussen die ISO 14064 en dit document.
Naam
Inleiding
Rapportageperiode
Beschrijving organisatie
Beschrijving van de organisatie
Organisatorische grenzen
Wijzigingen organisatie
Verantwoordelijkheden
Basisgegevens
Basisjaar
Verificatie
Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren
Wijzigingen berekeningsmethodiek
Uitsluitingen
Opname van CO2
Biomassa
Directe en indirecte emissies
Herberekening basisjaar en historische gegevens
Directe en indirecte emissies
Onzekerheden
Trends
Voortgang reductiedoelstellingen
Maatregelen komende periode
Medewerker bijdrage
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 4 /14
§ 7.3 ISO 14064-1 Periodieke rapportage
p
§1
c
§ 1.2
a
d
b
§ 2.1
§ 2.2
§ 2.3
§ 2.4
j
q
l,n
m
h
g
f
§ 3.1
§ 3.2
§ 3.3
§ 3.4
§ 3.5
§ 3.6
§ 3.7
j,k
e, i
o
§ 4.1
§ 4.2
§ 4.3
§ 4.4
§ 4.5
§ 4.6
§ 4.7
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
2. Beschrijving van de organisatie
2.1
SPIE Nederland B.V.
SPIE Nederland B.V. is onderdeel van het Franse SPIE S.A. welke dochterondernemingen heeft in o.a.
Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. SPIE is Europees leider wat betreft
diensten op het gebied van elektriciteit, mechanica, HVAC, energie en communicatiesystemen. SPIE
verbetert de kwaliteit van onze leefwereld en draagt bij aan de verdere ontwikkeling daarvan door
overheden en ondernemingen te begeleiden bij het ontwerp, de realisatie, het gebruik en onderhoud van
installaties die minder energie verbruiken.
De gezamenlijke ambitie van SPIE is het ontwikkelen van een betere toekomst door het aanbieden van
innoverende en duurzame oplossingen. Als leider op het gebied van Multi-technische dienstverlening
willen wij doorgaan met onze Europese ontwikkeling op de markten van energie-efficiënte producten en
diensten die steeds sneller zullen groeien om te kunnen voldoen aan de milieuproblematiek van
vandaag en morgen.
SPIE Nederland B.V. is actief op het gebied van:
 Gebouwinstallaties
 Engineering
 ICT infrastructuren
 Industrie
 Weg-, water- en elektriciteitsinfrastructuren
SPIE Nederland B.V. heeft ongeveer 2600 Full Time Employees in dienst in 5 verschillende divisies op
20 verschillende locaties in Nederland en heeft een omzet in 2013 van ongeveer €420mln.
2.2
Organisatorische grenzen
De uiteindelijke boundary waarvan de CO2-uitstoot over 2013 bestaat uit de volgende
werkmaatschappijen:












SPIE Nederland B.V.
SPIE Controlec Engineering B.V.
SPIE Czech s.r.o. (internationaal)
Gebr. Van der Donk B.V.
Gebr. Van der Donk Civiel B.V.
Klotz B.V.
KIN Sprinklertechniek B.V.
DSC Maintenance V.O.F.
SPIE-Cegelec Maintenance V.O.F.
Ventus Zeewolde V.O.F.
Combinatie Croon-Spie-Wolter & Dros V.O.F.
Combinatie Croon-SPIE V.O.F.
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 5 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
Deze werkmaatschappijen hebben de volgende (gedeelde) vestigingen:
















2.3
Hoogezand
Terneuzen
Schiedam
Breda
Elsloo
Roermond
Heerenveen
Arnhem
Badhoevedorp
Velsen noord
Delfzijl
Oss
Sprundel
Sliedrecht
Hoogvliet
Tilburg
Organisatorische wijzigingen
Wijziging organisatie
Acquisitie Klotz B.V.
Acquisitie Gebr. van der
Donk
Verkoop SPIE
Construction Services
Acquisitie SPIE
Infrastructure Services &
Projects
Beschrijving
Op 21 juni 2012 heeft SPIE Nederland B.V. bekend gemaakt dat Klotz B.V.
overgenomen wordt. Dit bedrijfsonderdeel wordt per 1 januari 2013
meegenomen in de CO2 footprint.
SPIE Nederland B.V. heeft op 17-09-2012 de overname van Gebr. van der
Donk B.V. bekend gemaakt. Dit bedrijfsonderdeel maakt per 1 januari 2013
onderdeel uit van de CO2 footprint.
Met ingang van 1 januari 2013 is SPIE Construction Services verkocht. Met
terugwerkende kracht is dit organisatieonderdeel verwijderd uit de CO2
footprint.
SPIE Nederland B.V. heeft op 19 maart 2013 bekend gemaakt de divisie,
die nu bekend staat als, SPIE ICS over te nemen. Deze divisie zal per 1
januari 2014 meegenomen worden in de CO2 footprint.
Omdat de CO2 reductieresultaten worden uitgedrukt in ton CO2 per FTE, is het niet noodzakelijk om
de totale absolute CO2 uitstoot van 2011 te corrigeren.
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 6 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
2.4
Verantwoordelijkheden
Omdat SPIE Nederland B.V. een divisiestructuur kent zijn panden gedeeld met andere divisies. Daarom
is per vestiging i.c.m. de divisie wie de contactpersoon is. De volgende afkortingen zijn gebruik.
BS: Building Systems
CE: Controlec Engineering
IF: Infra
IN: Industry
Organisatie
Eindverantwoordelijke
Verantwoordelijke Contactpersoon
stuurcyclus
emissie inventaris
Arnhem IN
Badhoevedorp BS
Breda IF
Breda IN
Delfzijl IN
Elsloo BS
Elsloo CE
Elsloo IN
Heerenveen IF
Hoogezand BS
Hoogezand IN
Hoogvliet IN
Oss IF
Roermond BS
Schiedam CE
Schiedam IN
Sliedrecht IF
SPIE Building Systems
SPIE Controlec Engineering
B.V.
SPIE Industry
SPIE Infra
SPIE Nederland B.V.
Sprundel IN
Terneuzen BS
Terneuzen CE
Terneuzen IN
Tilburg BS
Robert Schoolkate
Marcel Hijlkema
Jan Arends
Hendrik Huisman
Robert Schoolkate
Edwin van der Knijf
Ben Hartman
Ben Hartman
Harry Blauw
Nico Lockhom
Robert Schoolkate
Patrick van der Hoeven
Ben Klaasman
Andy Vintcent
Norbert Joghems
Patrick van der Hoeven
Jan Wim van Genderen
Marco Feijen
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Robert Schoolkate
Marcel Hijlkema
Auke de Leeuw
Menno van Dijck
Herman van Walree
Eugene de Roodt
Jan Arends
Lei Ummels
Evert Ooijens
René van Luijn
Bram van Houcke
Misja van Oostenbrugge
Niels van Meggelen
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Menno van Dijck
Velsen-Noord IN
Robert Bok
Menno van Dijck
Herman van Walree
Herman van Walree
Herman van Walree
Evert Ooijens
Bram van Houcke
Bram van Houcke
Bram van Houcke
Anja Hermes
Cees Hoek; Conny
van Stroe-Koot
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 7 /14
Robert Schoolkate
Chris Ekermans
Chris Ekermans
Chris Ekermans
Harry Blauw
Rogier Paanakker
Robert Schoolkate
Peter Stevens
Johan Kasbergen
Andy Vintcent
Peter Tempelman
Peter Tempelman
Wim de Graaf
Herman van Walree
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
3. Basisgegevens CO2 Footprint
3.1
Basisjaar
Het basisjaar is 2011.
3.2
Verificatie
De verificatie van de CO2 Footprint over 2011 heeft plaatsgevonden in 2013. Het hierbij uitgeven
verificatiecertificaat is gedateerd op 27-03-2013
3.3
Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren
Omdat deze Periodieke rapportage onderdeel is van een CO2-prestatieladder certificaat wordt de
methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek 2.2, geldig m.i.v. 4 april 2014, zoals
uitgegeven door de SKAO.
Deze methode schrijft voor om ‘business air travel’ en ‘personal cars for business travel’ tot Scope 2 te
rekenen. De gebruikte conversiefactoren zijn afkomstig uit het SKAO Handboek 2.2 bijlage C
Conversiefactoren, geldig m.i.v. 4 april 2014.
3.4
Wijzigingen berekeningsmethodiek
Niet van toepassing.
3.5
Uitsluitingen
Koudemiddelen bedoelt voor airconditioning installaties worden, conform CO2 prestatieladder handboek
versie 2.2, niet meegenomen in de CO2 footprint.
3.6
Opname van CO2
Vind niet plaats.
3.7
Biogene massa
Niet anders dan datgene wat is bijgemengd in commerciële brandstoffen.
4. Directe en indirecte emissies
4.1
Basisjaar
In de CO2 footprint van het basisjaar zijn de CO2 emissies van de volgende activiteiten meegenomen:


SPIE Nederland B.V. ; (top van organisatie hiërarchie)
SPIE Controlec Engineering B.V.;
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 8 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013


KIN Sprinklertechniek B.V.;
SPIE Construction Services B.V.
De totale CO2 uitstoot in het basisjaar 2011 bedroeg 8764 ton CO2.
4.2
Directe en indirecte emissies 1 januari t/m 31 december 2013
In de footprint van het jaar 2013 zijn de CO2 emissies meegenomen van de werkmaatschappijen
beschreven in de boundary (zie paragraaf 2.2).
De totale CO2 uitstoot in het jaar 2013 bedroeg 9400 ton CO2. De onderstaande tabel geeft de verdeling
weer tussen projecten en kantoorlocaties.
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 9 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
Emissiestroom
Kantoren (in ton CO2)
Projecten (in ton CO2)
Scope 1- Leaseauto’s
1154.1
5314.4
Scope 1- Verwarming
102.4
590.1
0.6
4.1
278.4
1370.9
Scope 2- Vliegreizen
Scope 2- Zakelijke km’s
met privéauto’s
118.56
29.64
79.4
357.4
Totaal
1733.6
7666.6
Scope 2- Stadsverwarming
Scope 2- Elektriciteit
4.3
Onzekerheden in de CO2 emissie
De CO2 emissie bevat de volgende onzekerheden:

Eind 2013 is de tussenpersoon voor de aankoop van gas en elektra failliet gegaan. De gegevens
betreffende gas hebben wij achterhaald bij de leverancier. De gegevens van elektra zijn op basis
van opgaven van de leverancier. Er ontstaat een minimale onzekerheid doordat de standen in
sommige gevallen medio januari doorgegeven zijn aan de leverancier.

Van de locatie Delfzijl zijn geen gegevens beschikbaar, omdat de gas en elektra inclusief de
huurprijs is en de verhuurder de gegevens niet beschikbaar stelt. Het verbruikte gas en elektra is
berekend op basis van kentallen van SenterNovum.

Van de locatie Terneuzen zijn geen gegevens beschikbaar, omdat de gas en elektra inclusief de
huurprijs is, het pand gedeeld wordt met een ander bedrijf en de verhuurder de gegevens niet
beschikbaar stelt. Het verbruikte gas en elektra is berekend op basis van kentallen van
SenterNovum.

Gassen benodigd voor laswerkzaamheden zijn niet meegenomen in CO2 footprint. De CO2
uitstoot ten gevolge van het gebruik van gassen voor laswerkzaamheden is in 2011 slechts 0.3%
van de totale CO2 uitstoot terwijl er onevenredig veel werkzaamheden verricht moeten worden
om inzicht te krijgen in deze CO2 uitstoot.

SPIE Nederland B.V. en alle onderliggende entiteiten hebben één tankpasleverancier op basis
waarvan de CO2 uitstoot wordt bepaald. In het geval dat er om één of andere reden een tijdelijke
tankpas wordt toegekend aan een medewerker, kan het daarom voorkomen dat deze niet
meegenomen is in de rapportage. Het verwachte effect is klein.

Ten behoeve van tractoren die gebruikt worden bij het leggen van hoogspanningslijnen wordt op
locatie een tank neergezet. Het gaat om een onzekerheid van ongeveer 0.4%. Het inventariseren
van het dieselverbruik is een arbeidsintensief proces waardoor deze momenteel aan de
onzekerheden wordt toegekend. Voor komende rapportages wil SPIE Nederland B.V. dit proces
optimaliseren, zodat ook deze emissiestroom meegenomen kan worden.
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 10 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
4.4
Trends
4.4.1
Emissies
De onderstaande grafiek geeft de trend weer van de totale CO2 emissies van SPIE Nederland B.V. niet
gecorrigeerd voor de afstoot en acquisitie van bedrijfsonderdelen.
Scope 2
Scope 1
Absolute uitstoot in ton CO2
Jaar
Aardgas
Leaseauto's
CO2 uitstoot per FTE
2011
713.5
5861
2012
712.7
4435.9
2013
692.7
6468.5
2011
0.40
3.26
2012
0.39
2.45
2013
0.35
3.30
Subtotaal
Elektriciteit
Stadsverwarming
Vliegreizen
Zakelijke Km's
Subtotaal
6574.5
1584.7
0
134.6
470.4
2189.7
5148.6
1577.8
4.7
261.2
462.2
2305.9
7161.2
1649.2
4.7
148.2
436.8
2238.9
3.65
0.88
0.00
0.07
0.26
1.22
2.84
0.87
0.00
0.14
0.26
1.27
3.66
0.84
0.00
0.08
0.22
1.14
Totale CO2 uitstoot
8764.2
7454.5
9400.1
4.87
4.11
4.80
Het trendoverzicht laat zien dat er in 2012 een significante reductie is behaald en dat de reductie in 2013
ten opzicht van 2011 weer is behaald. Het is echter erg lastig om een directe oorzaak aan te wijzen
waarom de CO2 reductie is gedaald.
Wat we weten is dat de reductie voor ongeveer 90% zit in de CO2 uitstoot van het wagenpark. De
mogelijkheid is dat SPIE in 2013 een bedrijf geacquireerd heeft die veel met wagens rondrijd hetgeen de
eerder behaald reductie weer teniet doet. In de toekomst zijn wij op basis van een sterk verbeterde
methode van verzameling van gegevens beter in staat de trends in de CO2 emissie te verklaren.
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 11 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
Het grote verschil kan echter ook te wijten zijn aan het feit dat dat de CO2 reductie per FTE niet in alle
gevallen een betrouwbare indicator is. Bijvoorbeeld omdat deze te weinig rekening houdt met de
gemaakte productie. Zo wordt een toename van werk in eerste instantie opgevangen door tijdelijk
personeel (niet meegenomen in de cijfers) waardoor een stijging van de CO2 uitstoot per FTE (de
huidige indicator) zichtbaar zal zijn. Aan de andere kant is het niet verstandig om tijdelijk personeel in de
cijfers mee te nemen, omdat je KPI dan enorm gaat fluctueren vanwege de continue in- en uitstroom van
deze werkkrachten. Beleid vormen op een sterk fluctuerende KPI is niet mogelijk.
Om deze reden is ervoor gekozen om ook de CO2 uitstoot per miljoen € omzet te registeren. Het
voordeel is dat er met deze KPI wel meer rekening gehouden wordt met productieomvang. Het nadeel
van deze KPI (en ook het voordeel van de KPI CO2 per FTE) is dat de CO2 uitstoot niet even hard hoeft
te dalen als de productie. Het bijhouden van deze 2e KPI in combinatie met de KPI CO2 uitstoot per FTE
(excl. Inhuur) geeft ons beter inzicht in de prestaties op het gebied van duurzaamheid van SPIE
Nederland B.V. Grafische weergave van de KPI CO2 uitstoot per mln. € is te vinden in bijlage 1.
4.4.2
Doelstellingen
De doelstelling van SPIE Nederland B.V. is om eind 2015 10% CO2 reductie per FTE te behalen op de
totale CO2 uitstoot van SPIE Nederland B.V ten opzicht van basisjaar 2011.
4.5
Voortgang doelstellingen
De onderstaande tabel geeft de voortgang van de CO2 reductie weer ten opzicht van het basisjaar 2011
per FTE.
Scope
Reductie per FTE
t.o.v. 2011
Scope 1
Scope 2
Totaal
-0,1%
6,1%
1,5%
4.6
Maatregelen komende periode
De komende periode (half 2014-eind 2015) worden de volgende maatregelen getroffen:
Emissiestroom Maatregel
Scope 1 Leaseauto’s
Scope 2Elektriciteit
Scope 2Elektriciteit
Totale CO2
reductie
1
2
E-driver: Implementatie van een veiligheids- en
duurzaamheidsprogramma voor het gebruik van leaseauto’s
Groene stroom: Aanschaf van Nederlandse windstroom
certificaten in 2014
Groene stroom: Aanschaf van Nederlandse windstroom
certificaten in 2015
Door de bovenstaande maatregelen wordt eind 2015 de
volgende CO2 reductie behaald.2
CO2 reductiedoelstelling
(t.o.v. 2011)
8.5% per FTE1
10% per FTE
20% per FTE
10.2% per FTE
Inschatting op basis van eerdere ervaring met dit programma
Inclusief de al eerder behaalde reductie
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 12 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
4.7
Medewerker bijdrage
Genomen maatregelen in de afgelopen periode (2013):
Om het bewustzijn en de betrokkenheid van de medewerkers te vergroten is er in 2013 een nieuwsbrief
uitgebracht met besparingstips en nadere informatie over de CO2 prestatieladder en ambities van SPIE.
Te nemen maatregelen in de komende periode (2014)
Medewerkers zullen op de volgende wijze worden geïnformeerd over de ambities van SPIE op het
gebied van duurzaamheid, de CO2 prestatieladder en de reductiedoelstellingen:

Presentatie op het Management overleg (MOVE) aan alle bedrijfsleiders en directie

Road Show waarbij afdelingsmanagers op alle vestigingslocaties wordt geïnformeerd over de
invoer van de CO2 prestatieladder en de doelstellingen.

Artikel in de nieuwsbrief waarmee alle medewerkers worden geïnformeerd over de CO2
prestatieladder en de doelstellingen.

Bedrukte koffiebekers waarop boodschappen staan over o.a. duurzaamheid.
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 13 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2013
Bijlage 1 CO2 reductie per mln. € omzet
CO2 reductie berekend in ton CO2 per mln. € omzet.
DATUM: 19-05-2014
PAGINA 14 /14
3.A.1.3 Voortgangsrapport Milieuzorg 2013_Final