Parkeren in Shared Space – Dick van Veen en Sjoerd Nota (2012)

10
Stedebouw & Architectuur
Parkeren
Parkeren in Shared
Auteurs: Dick van Veen en Sjoerd Nota
Foto’s: Dick van Veen
u De invloed van verkeer is de afgelopen decennia steeds meer zichtbaar geworden in de openbare
ruimte. Dit is een logisch gevolg van de enorme vlucht die de mobiliteit in onze samenleving genomen heeft. Meer autobezit, meer autogebruik en langere reisafstanden trekken een behoorlijke
wissel op de beschikbare ruimte. Tegelijkertijd is de samenleving vele malen complexer geworden.
Met sectorspecialisatie en verregaande juridificering als gevolg is de bandbreedte voor creatieve,
verkeersaanwijzingen – wordt toegepast kan in feite
overal worden geparkeerd. Zolang dat geen hinder
oplevert voor de overige gebruikers is dat prima. Hinder is echter een subjectief begrip. Wanneer geen
parkeervakken aangegeven staan en een looproute
voor slechtzienden, bijvoorbeeld langs een gevelwand die als natuurlijke gidslijn gebruikt kan worden,
geblokkeerd wordt weet de gebruiker maar al te snel
de weg naar de verantwoordelijke wethouder te vinden.
spontane en van richtlijnen afwijkende oplossingen steeds beperkter geworden.
Onder invloed van terminologie als veiligheid en bereikbaarheid lijkt de verkeerssector welhaast een vetorecht the hebben gekregen bij het besluiten hoe de
ruimte in te richten.
Integraal concept
In de afgelopen jaren is hier echter een tegenrichting
in zichtbaar geworden. Met deregulering als codewoord is een streven zichtbaar om de verantwoordelijkheid van de overheid weer terug te leggen in de
samenleving. Binnen de sector verkeer wordt dit vaak
geschaard onder het begrip ‘Shared Space’. Wat begon als kleinschalig concept voor de inrichting van
enkele dorpen in Noord-Nederland is het afgelopen
decennium uitgegroeid tot een mainstream verkeerskundige benadering voor de inrichting van straten en
pleinen. Het concept gaat uit van een integrale benadering van de openbare ruimte, waarbij de verkeersfunctie op gelijke voet staat met alle andere functies.
Verkeersgedrag wordt niet langer gestuurd met sectorale instrumenten zoals verkeersborden, markeringen of verkeerslichten. Er wordt ingezet op een
zoveel mogelijk gedeelde ruimte, eigen verantwoordelijkheid en het gebruik van stedenbouwkundige en
landschappelijke elementen. Het resultaat is vaak een
aantrekkelijke maar ook verkeersveilige ruimte.
Parkeren niet zonder problemen
Bij regulier straatontwerp wordt voor elke functie een
plaats gereserveerd. Parkeren neemt hierbij vaak een
prominente rol in. Daar waar Shared Space gebieden in de meest pure uitwerking – een plein zonder
Verkeersregels
Oplossingen voor het parkeerprobleem lijken eenvoudig. In zekere zin is dit ook zo. Immers; in de wetgeving zijn veel aanknopingspunten aanwezig om parkeerhinder te voorkomen. Zo is het verboden de auto
te parkeren binnen vijf meter van een kruispunt, uitrit
of oversteekplaats. Bovendien mag de auto niet op
een trottoir gestald worden, noch op de rijbaan waarbij de doorstroming belemmerd (wanneer er zelfs niet
meer in één richting langs gereden kan worden) wordt
of er gevaarlijke situaties gaan optreden. Bovendien
mag er, wanneer er vakken aangegeven zijn, slechts
in die vakken geparkeerd worden.
Regels vaak minder goed toepasbaar
Toch is de toepassing van deze regels minder eenvoudig dan het lijkt. Afwezigheid van een trottoir
zorgt ervoor dat er niet bekeurd kan worden voor het
parkeren hierop. De afwezigheid van speciale parkeervakken zorgt ervoor dat er feitelijk overal langs
een wegvak geparkeerd kan worden. De resterende
verkeersregels zijn vaak minder objectief. En hierin
schuilt gevaar. Handhavende instanties zijn steeds
minder bereid om de meer subjectief uitlegbare regelgeving aan te wenden als grond om op te bekeuren.
De reden hiervoor ligt onder andere in het feit dat de
kans op bezwaar en beroep door de bekeurde groter
wordt, met alle bijbehorende administratieve belsommeringen voor de bekeurende handhaver.
Dit wordt versterkt doordat het ontwerp van de openbare ruimte in Shared Space gebieden vaak afwijkt
van de ‘standaard’. Een trottoir is in het beeld van veel
gebruikers een verhoogde randstrook, afgezoomd
met een trottoirband. Vaak passen de 30 bij 30 centi-
Brink te Oosterwolde. Voor blinden en slechtzienden kan de natuurlijke gidslijn, langs de zitrand,
matig gebruikt worden door geparkeerde auto’s.
Stedebouw & Architectuur
Parkeren
11
Space gebieden
meter grijze betontegels ook in dit beeld. Maar wanneer het niet verhoogd is, is het dan nog wel een trottoir? Wanneer er geen trottoirband aanwezig is, maar
bijvoorbeeld een streklijn in klinkerverharding, loopt
de rijbaan dan door tot de gevel? De afwezigheid van
standaard inrichtingsvormen vraagt extra flexibiliteit
van de gebruiker. Uit logisch nadenken blijkt dat de
verharding tussen de gevelwand en een lijn met bomen en straatmeubilair bedoeld is voor het langzame
verkeer. Maar juridisch is dit moeilijk hard te maken.
Dit vergroot de ruimte voor discussie en hiermee ook
de roep om aanvullende heldere maatregelen.
De Marktstraat in Naarden (Vesting): een lijngoot
functioneert ook als blauwe zone.
Fysieke maatregelen
Herontdekking van het erf
Het idee leeft dat een Shared Space gebied geen enkel verkeersbord mag hebben. Er mag immers niet
gestuurd worden met aanwijzingen ‘van bovenaf’.
Toch wordt de soep niet zo heet gegeten. Shared
Space is immers geen doel, geen inrichtingsvorm.
Het is een grondgedachte bij ontwerp. En dat laat
ruimte voor de bekende fysieke maatregelen en reguleringsprincipes die binnen de parkeerwereld bekend zijn. Met paaltjes, bomen of meubilair kan een
zone gevrijwaard worden voor geparkeerde auto’s.
Een gele band in de verharding functioneert prima
als middel om parkeerders te weren. Deze gele band
hoeft natuurlijk niet een verfstreep te zijn; in de wetgeving staat nergens dat het geen streklijn in klinkers
mag zijn, of wellicht een gele lijngoot.
Naast fysieke maatregelen in het ontwerp kan ook
regulering ingezet worden als middel. Parkeerverbodszones of blauwe zones en Shared Space bijten
elkaar niet. De gedachte aan het woonerf uit de jaren
zeventig dringt zich op. In zekere zin is Shared Space
de herontdekking hiervan. Qua vorm komen de twee
overeen; de inrichting en materialisering wordt toegewend om tot het gewenste gebruik te verleiden. Juridische kaders blijken zeer bruikbaar; rustige rijsnelheden en slechts parkeren bij de p-tegel.
lossen. Toch is het belangrijkste het voorkomen van
het optreden van het probleem. Hiervoor is de participatieve planontwikkeling onontbeerlijk. Een Shared
Space ontwerp komt niet achter de tekentafel tot
stand; veel belangrijker is het proces van bewustwording bij bestuurders en bewoners. Wanneer zij zelf
achter het Shared Space concept staan, ontstaat er
een enorm probleemoplossend vermogen binnen de
samenleving. Het feit dat de buurman voor de deur
parkeert is dan ineens niet meer het probleem van
de overheid, maar van de mensen zelf. Er ontstaat
begrip voor het idee dat niet de overheid, maar de
samenleving gezamenlijk problemen kan en moet oplossen, ook binnen Shared Space. t
Dick van Veen is stedenbouwkundig en verkeerskundig adviseur bij Mobycon. Sjoerd Nota is als
verkeerskundige verbonden aan het Kenniscentrum
Shared Space. Bovendien heeft hij een eigen
bureau Ruimte voor Iedereen.
Participatieve planontwikkeling
Zo blijken er volop handvatten aanwezig om het parkeerprobleem binnen Shared Space gebieden op te
De Steenstraat in Arnhem. Er is grote discussie
over het parkeren aan de linkerzijde van de weg.