schoolgids 2014-2015 - Bernadette Mariaschool

Bernadette Maria school
Schoolgids 2014-2015
Aan ’t Verlaat 30
2612 XZ Delft
015-2134617
2
R.K. Bernadette Mariaschool
Schoolgids 2014-2015
Voorwoord
Aan het begin van ieder schooljaar geven wij een schoolgids uit. Dit keer versturen wij u de schoolgids via Digiduif. De
schoolgids is bedoeld als verantwoording voor het onderwijs dat wij op onze school geven. Daarnaast ontvangt u een
jaarkalender waar alle informatie die voor u van belang is, in vermeld staat. Het is de bedoeling dat u de schoolgids en
de jaarkalender goed doorleest. De schoolgids kunt u tevens op de website vinden. De jaarkalender kunt u gedurende
het schooljaar gebruiken.
In deze schoolgids spreken wij over ouders, echter waar ouders gelezen wordt bedoelen wij uiteraard ook verzorgers.
In de schoolgids laten we aan u weten hoe we werken en wat we als school te bieden hebben. Hierin hebben we
opgenomen welke methoden we gebruiken, hoe we omgaan met leerlingen die ondersteuning nodig hebben en hoe de
kinderen doorstromen naar het voortgezet onderwijs.
Deze schoolgids wil ook de ouders die bezig zijn om een basisschool voor hun kind(eren) te kiezen, een eerste beeld
geven waar wij als school voor staan. Als u nader kennis wilt maken met onze school, dan kunt u het beste bellen of
mailen voor een afspraak. U krijgt dan een rondleiding door de school en antwoord op al uw vragen.
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken om nieuwe ouders van harte welkom te heten op onze school.
De ouders die in het afgelopen schooljaar weer zo geweldig hebben geholpen bij allerlei activiteiten, willen wij hartelijk
bedanken en wij hopen ook dit schooljaar weer een beroep op hen te mogen doen.
Wij spreken de verwachting uit dat de samenwerking in het komend schooljaar, mag verlopen in een sfeer van
wederzijds vertrouwen en respect en dat in voorkomende gevallen de ouders de weg naar ons weten te vinden.
Met vriendelijke groeten namens het team van de B.M.S.,
Dhr. J.H.J. Zuydgeest
Directeur
3
R.K. Bernadette Mariaschool
Inhoudsopgave
Kennismaking met de school
1.1 Algemene gegevens
1.2 Ons logo
1.3 De Laurentius Stichting
1.4 Onze schoolomgeving
1.5 Ons leerlingbestand
1.6 Nieuwe leerlingen op de BMS
1.7 Peuterochtend en oefenochtend
Ouders en de school
6
6
6
7
7
7
7
Waar de school voor staat
2.1 Identiteit
2.2 Onderwijs
2.3 Evaluatie schooljaar 2013-2014
8
9
10
6.1 Stichting BOOST BMS
6.2 Visie
6.3 Wat betekent dit in de praktijk?
6.4 Voorschoolse opvang (VSO)
6.5 Tussenschoolse opvang (TSO)
30
30
30
30
30
12
12
12
13
6.6 Naschoolse opvang (NSO)
6.7 Normen en waarden
6.8 Aanmelden
6.9 Ouderraad
6.10 Samenwerkingspartners
6.11 Jaarverslag
31
31
31
31
31
31
Ondersteuning voor kinderen
4.1 Ondersteuning
4.2 Differentiatie
4.3 Het leerlingvolgsysteem (LOVS)
4.4 Werkhoudings- en
concentratieproblemen
4.5 Doubleren
4.6 Vertrouwenspersoon
4.7 Passend onderwijs
4.8 Verwijsindex
4.9 Hoog- en meerbegaafdheid
4.10 De begeleiding van leerlingen naar
het voortgezet onderwijs
25
25
26
27
27
28
29
Stichting BOOST BMS
Organisatie van het onderwijs
3.1 Interne organisatie
3.2 Schooltijden
3.3 Vakanties en Verlof
3.3 Verschillende vakken en werkwijzen
5.1 Relatie ouders en de school
5.2 Ouderparticipatie
5.3 Oudercontact
5.4 Medezeggenschapsraad
5.5 Ouderraad
5.6 Ouderbijdrage
5.7 Schoolkostenregeling
17
18
19
20
20
20
20
22
22
23
4
R.K. Bernadette Mariaschool
Kennismaking met de school
1.1
Algemene gegevens
Rooms Katholieke basisschool Bernadette Maria: Aan ’t Verlaat 30, 2612 XZ Delft
Telefoon (015) 2134617
Email [email protected]
Website: www.bernadettemariaschool.nl
Directie: Dhr. J.H.J. Zuydgeest (directeur), Mevr. D.M. van der Helm-Wilmer (adjunct-directeur)
Bankgegevens: banknummer ouderraad: NL96 INGB 0003 7129 07
1.2
Ons logo
Met het 75 jarig jubileum hebben wij als school een nieuw logo laten ontwerpen. Het logo is geïnspireerd op de Gaudì
bank die op ons schoolplein staat. De bank is door en met leerlingen, leerkrachten en ouders gemaakt. Het mozaïek
staat symbool voor de bouwstenen in de ontwikkeling van de kinderen, waar wij als school onze bijdrage aan leveren.
De krulling en de dubbele lijn in het logo, kunnen gezien worden als twee ontwikkelingslijnen die evenredig aan elkaar
lopen: de ontwikkeling van het kind en de ontwikkeling van de school. Daarnaast symboliseren deze twee krullen de
samenwerking tussen ouders en school, waarbij de opvoeding op school en de opvoeding in het gezin parallel aan
elkaar verlopen.
De naam van de school komt voort uit de Maria school, de lagere scholen de Bernadette kleuterschool. Na het
afbranden van het houten gebouw van de Mariaschool aan ‘t Verlaat in 1983, kreeg de school een fraai nieuw
schoolgebouw, dat royaal door groen is omgeven. In het schooljaar 2009-2010 is de school aangepast aan de eisen van
deze tijd.
1.3
De Laurentius Stichting
De stichting waar onze school toe behoort is de Laurentius Stichting voor Katholiek Primair Onderwijs. De heilige
Laurentius van Rome was een diaken, die in het jaar 258 de marteldood is gestorven. Hij is de patroon van het bisdom
Rotterdam. Als diaken had hij de taak de heilige boeken in bewaring te houden. Daardoor is hij onder andere patroon
geworden van mensen met een beroep dat met boeken te maken heeft: bibliothecarissen, archivarissen,
rechtsgeleerden, boekhouders, maar ook leraren, scholieren en studenten.
Gezien vanuit haar maatschappelijke betrokkenheid stelt de Laurentius Stichting zich ten doel, vanuit de katholieke
grondslag in haar scholen aan in haar werkgebied woonachtige leerplichtige leerlingen, kwalitatief goed onderwijs aan
te bieden en te geven.
De Laurentius Stichting acht het van groot belang dat verweven met haar maatschappelijke taak een blijvende
oriëntatie plaatsvindt op de waarden, die gevonden worden in de katholieke traditie en in de gemeenschap van de
katholieke kerk. Op de scholen zelf zijn in dit opzicht het vak godsdienst/levensbeschouwing alsmede de plaatsing van
een aantal religieuze rituelen op de week- en jaarprogramma’s belangrijke elementen.
De Laurentius Stichting streeft er naar om bij de beleidskeuzes de aspecten van gemeenschapsvorming en onderlinge
solidariteit bewust te betrekken. Door middel van dit streven wil de Laurentius Stichting een bijdrage leveren aan een
aangename, onderling veilige en opbouwende leef- en werkomgeving voor zowel haar doelgroep als haar medewerkers.
Vanuit de vijf kernwaarden vrijheid/verantwoordelijkheid, groei, samen, openheid en eigenheid wordt gewerkt aan de
pedagogische opdracht de leerlingen een uitdagende leeromgeving te bieden, waarin ze zelfstandig kritisch leren denken
en keuzes maken. Zo draagt ons onderwijs bij aan de menselijke ontwikkeling van leerlingen, medewerkers en ouders
in de lokale en brede maatschappelijke context waar de scholen zich in bevinden.
Onder het bevoegd gezag van de Laurentius Stichting ressorteren 22 scholen voor primair onderwijs, één school voor
speciaal basisonderwijs en één school voor praktijkonderwijs. Het aantal leerlingen van de bij de stichting aangesloten
scholen is ruim 7500 en er werken zo’n 650 medewerkers. Er zijn zes peuterspeelzalen bij de stichting aangesloten. De
stichting Boost BMS, die de buitenschoolse opvang op onze school organiseert, valt ook onder dit bevoegd gezag.
5
R.K. Bernadette Mariaschool
De dagelijkse bestuursverantwoordelijkheid is in handen van het College van Bestuur, bestaande uit twee leden
waarvan de voorzitter, mw. drs. J.M. Reijman eindverantwoordelijk is. Ondersteuning vindt plaats door
stafmedewerkers op het gebied van identiteit, personeel, huisvesting, ICT, facilitair en onderwijs. De Raad van Toezicht,
bestaande uit vijf leden, oefent het toezicht uit op de organisatie.
1.4
Onze schoolomgeving
De school ligt in de wijk Vrijenban. Vrijenban is een diverse wijk. De sociaal-economische positie van de bewoners in
Vrijenban verschilt sterk op buurtniveau. Er is veel variatie in inkomen, de waarde van de huizen en de schoolopleiding
van de ouders en de kinderen. Vrijenban is geen achterstands- of aandachtswijk.
De wijk is qua bebouwing relatief oud en telt veel huurwoningen. Er wonen veel ouderen en door ontgroening neemt
dit aantal toe. De Bomenwijk is voor een groot deel gerenoveerd en bestaat nu uit nieuwe koop-en huurwoningen.
Hierdoor trekt deze wijk momenteel nieuwe jonge gezinnen aan. De school ziet zich als verlengstuk van de wijken.
Omdat we te maken hebben met verschillende wijken is dit niet altijd even eenvoudig. De school maakt melding van
activiteiten die in de wijken plaatsvinden. De school is lid van de ondernemersvereniging “Ondernemend Vrijenban”.
Waar mogelijk worden gezamenlijk initiatieven genomen die de leefbaarheid, de uitstraling en de wijkvoorzieningen
verbeteren. Voorbeelden daarvan zijn het plaatsen van plantenbakken, de feestverlichting in de bomen en de actie van
gratis kaarten voor de ijsbaan. Meer informatie over deze vereniging en activiteiten in de wijk kunt u vinden op hun
website www.ondernemendvrijenban.nl
Rondom het gebouw hebben we een grote speelplaats die door de speelplaatscommissie verfraaid wordt.
In de omgeving van de school is voldoende speelruimte voor de kinderen. Ook in de wijken waar het merendeel van de
kinderen vandaan komt, is speelruimte. In de nabijheid ligt een groot recreatiegebied: “De Delftse Hout”.
Onze school heeft de beschikking over 10 leslokalen, een speelzaal en een multifunctionele ruimte voor onze BSO
BOOST BMS en de peuterspeelzaal. Daarnaast kunnen we gebruik maken van een aantal ruimtes voor het
documentatiecentrum, de handvaardigheid en het computergebruik. De algemene hal, het Vlinderplein, wordt tevens
gebruikt voor periodesluitingen. Voor de orthotheek, het team en de directie zijn speciale ruimtes.
1.5
Ons leerlingenbestand
Onze school biedt onderdak aan alle 4 tot 12 jarigen waarvan de ouders zich in de beginselen van de school kunnen
vinden. Wij maken daarbij geen onderscheid tussen geloof, stand en ras, maar verlangen van de ouders dat zij de
doelstellingen en levensbeschouwelijke grondslag van onze school onderschrijven dan wel respecteren.
Het leerlingenbestand van onze school komt uit de wijde omgeving. De wijken rondom de school hebben in sociaaleconomisch opzicht ieder hun eigen karakter.
Op onze school zaten per 1 oktober 2014, 248 leerlingen. 20% van deze leerlingen kwam uit achterstandssituaties (dit
zijn gezinnen waarbij sociale problemen spelen),20% van de leerlingen had geen Nederlandse nationaliteit.
Het verspreidingsgebied draagt zorg voor een heterogene samenstelling van onze schoolbevolking. Wij denken dat juist
deze samenstelling voor de bijzondere sfeer zorgt die zo karakteristiek is voor onze school. Voor in de toekomst
verwachten wij niet dat in de samenstelling van ons leerlingenbestand veel verandering zal komen. De grootscheepse
renovatie van de Bomenwijk zorgt inmiddels voor voldoende aanwas.
1.6
Nieuwe leerlingen op de Bernadette Mariaschool
Als ouder(s)/verzorger(s) informatie over de school wensen ligt er een informatiepakket bij de directie klaar. Wij bieden
ook een vrijblijvend kennismakingsgesprek aan, waarin wij wat vertellen over de school en u uiteraard de school laten
zien. Tevens verwijzen wij naar onze website voor informatie.
Om voor toelating in aanmerking te komen dienen ouders een aanmeldingsformulier volledig in te vullen. Het inleveren
ervan betekent niet dat het kind automatisch is geplaatst. Soms zijn er meer aanmeldingen dan plaatsen. Soms kan er
sprake zijn van een voorwaardelijke toelating. Dit kan te maken hebben met het opvragen van het onderwijskundig
rapport van de voorgaande school of de gegevens van de peuterspeelzaal. Toelating van leerlingen mag niet afhankelijk
gesteld worden van een geldelijke bijdrage.
6
R.K. Bernadette Mariaschool
Over toelating van een leerling met leerling-gebonden financiering wordt binnen 10 weken na aanmelding besloten. In
bijzondere gevallen kunnen leerlingen tijdelijk op de school als gastleerling verblijven.
Als ouders met hun kind voor toelating bij de school komen als gevolg van onvrede met hun huidige school, wordt er in
alle gevallen contact gelegd met die school en navraag gedaan over de situatie.
De school zal de ontvangst van het aanmeldingsformulier bevestigen onder vermelding van de ontvangstdatum. Als dit
niet gebeurt, neemt u dan even contact met ons op. Als u het aanmeldingsformulier hebt ingevuld voor uw kind, gaan
wij er vanuit dat uw kind bij ons op school komt. Het is wettelijk niet toegestaan om uw kind op meerdere scholen in te
schrijven.
Zo’n 8 weken voordat uw kind 4 jaar wordt krijgt u van ons een uitnodiging voor een intakegesprek.
In dit gesprek kan wederzijds belangrijke informatie worden uitgewisseld. Bij dit schoolbezoek stellen wij de
aanwezigheid van onze toekomstige leerling(en) ook zeer op prijs. Tijdens dit bezoek worden ook afspraken gemaakt
voor de wendagen. Uw zoon/dochter heeft recht op 5 wenochtenden, voordat hij/zij 4 jaar is geworden. Zo kan het kind
kennismaken met de leerkracht en met de andere kinderen. Kinderen die vlak voor of in de kerst- of zomervakantie 4
jaar worden, komen pas na de desbetreffende vakantie op school, zonder wendagen. Daarbij hanteren wij de afspraak
dat kinderen die na de zomervakantie op school komen –in overleg- de eerste dinsdag of woensdag na de vakantie
starten. Dit om de kinderen de aandacht te geven die zij nodig hebben voor hun eerste schooldag.
1.7
Peuterochtend en oefenochtend
De peuterochtend is inmiddels een begrip geworden en zeer succesvol. Tijdens deze ochtend laten we de kinderen
kennismaken met de basisschool door middel van een taalactiviteit. Deze wordt gegeven door een leerkracht van de
kleuters. Ouders blijven bij de activiteit zodat u ook wat inspiratie opdoet om zelf iets op het gebied van taal met uw
kinderen te doen. Daarnaast is er altijd een directielid aanwezig en een lid van de ouderraad om u het één en ander
over de school te vertellen en een rondleiding door de school te geven.
Dit is natuurlijk extra interessant omdat de peuterochtenden onder schooltijd plaatsvinden
en dus alle kinderen gewoon in de klas zitten.
De peuterochtenden zijn geschikt voor alle kinderen
vanaf 2,5 jaar.
Daarnaast is elke peuterochtend anders dus u bent
op alle data van harte welkom.
De peuterochtenden worden gehouden op
woensdag van 10.00 - 11.00 uur.
Doordat de peuterochtend zo succesvol is gebleken
en veel ouders zich niet meer konden inschrijven
hebben we een nieuwe variant bedacht.
Ouders waarvan de kinderen dit schooljaar 4 jaar
worden zijn van harte uitgenodigd op de
oefenochtend.
Tijdens de oefenochtend mogen de kinderen een
uurtje in een kleuterklas spelen. Hier blijven de
ouders bij. Er is een leerkracht aanwezig om het
proces te begeleiden. Dit is voor hen in plaats van de
peuterochtend. Ouders ontvangen hier ook een
persoonlijk bericht voor.
Peuterochtend
Woensdag 24 september 2014
Woensdag 12 november 2014
Woensdag 21 januari 2015
Woensdag 18 maart 2015
Woensdag 3 juni 2015
Oefenochtend
Woensdag 8 oktober
Woensdag 19 november
Woensdag 4 februari
Woensdag 10 juni
7
R.K. Bernadette Mariaschool
Waar de school voor staat
2.1
Identiteit
Onze school is een katholieke school. Uitgangspunt van onze identiteit is om kinderen, uitgaande van een christelijke
levensbeschouwing, meer bewust in het dagelijks leven te leren staan. Met een open houding naar elkaar en met
respect voor al wat leeft. Met verantwoordelijkheidsbesef ten opzichte van zichzelf, ten opzichte van anderen en ten
opzichte van de wereld om hen heen.
We streven naar de "menswording" van de kinderen. We willen ze opvoeden tot goede mensen die een open oog
hebben voor anderen, die vertrouwen hebben in het leven. We proberen in ons midden de strekking van het verhaal
van Jezus, zoals dat beschreven staat in de bijbel, waar te maken en de kinderen te laten ervaren dat het leven zin
heeft. Dat het de moeite waard is om mens te zijn. Dat het goed is om je voor een betere wereld in te zetten en te
werken aan gerechtigheid en vrede.
We besteden hierbij aandacht aan de zelfstandigheid en mondigheid van kinderen, aan hun vrijheid en
verantwoordelijkheid, hun menselijke en maatschappelijke inzet en aan hun geloof in de veranderbaarheid van mens en
wereld.
Kernbegrippen die wij als team van de Bernadette Mariaschool daarbij vooral van belang vinden zijn:
Veiligheid: Een kind moet zich bij ons op school veilig voelen. De school moet een veilige basis bieden, waar de
kinderen zich thuis voelen. De kinderen moeten weten dat zij bij iemand terecht kunnen.
Gelijkwaardigheid in verscheidenheid: Kinderen moeten en mogen durven zijn wie ze zijn en wie ze worden
willen met al hun positieve en minder positieve kanten. We willen ons juist ook inzetten voor de kinderen die
“anders” zijn. We willen ieder kind in zijn/haar waarde laten en het kind zich laten ontwikkelen op het niveau
dat bij dat kind past.
Een positieve kijk op het leven: In ieder mens zit iets goeds. Wij willen de positieve dingen in de kinderen
benoemen, versterken en uitbouwen. We willen kinderen positief waarderen, hun zelfvertrouwen vergroten
en vertrouwen geven in de ander. Elke dag biedt nieuwe kansen.
Verantwoordelijkheid en zorg: We willen de zelfstandigheid van kinderen bevorderen. Ze stimuleren zelf na te
denken, kritisch te oordelen en overwogen besluiten te nemen. We wijzen op het nemen van eigen
verantwoordelijkheid, maar geven aan dat dit niet ten koste mag gaan van anderen. Dat zij ook zorg hebben
voor elkaar en de wereld om hen heen
In de praktijk van alle dag houdt dit in:
 We tonen aandacht voor wat de kinderen bezig houdt.
 We letten er op hoe de kinderen elkaar benaderen en aanspreken.
 We tonen respect voor elkaars gedachten en meningen.
 In conflictsituaties passen we hoor en wederhoor toe.
 Tegen pesten wordt opgetreden waarbij er aandacht is voor alle partijen, maar in het bijzonder voor de
gepeste. Zie ons pestprotocol op de website.
 Onfatsoenlijk taalgebruik wordt gecorrigeerd.
 We stimuleren de kinderen waar mogelijk om samen te werken.
 We besteden aandacht aan kinderen met leer- en gedragsproblemen door extra hulp en individuele aandacht
en aan kinderen die meer- en/of hoogbegaafd zijn.
 In de loop van het jaar wordt er samen gevierd, bijv. periodesluitingen, verjaardagen van de leerlingen,
gezamenlijke verjaardag leerkrachten, carnaval.
 Door het jaar heen wordt er aandacht besteed aan de christelijke feestdagen.
 Elke dag wordt begonnen met een dagopening.
 Expliciet staat het vakgebied catechese op het programma, waarbinnen we ook aandacht schenken aan andere
godsdiensten en de feesten die bij deze godsdiensten horen. Hiervoor gebruiken we de digitale
kalendermethode Trefwoord.
8
R.K. Bernadette Mariaschool
2.2
Onderwijs
Gezien vanuit haar maatschappelijke betrokkenheid stelt de Laurentius Stichting zich ten doel vanuit de katholieke
grondslag in haar scholen aan in haar werkgebied woonachtige leerplichtige leerlingen, kwalitatief goed onderwijs aan
te bieden en bijdragen te geven aan hun menselijke ontwikkeling.
Vanuit de vijf kernwaarden vrijheid/verantwoordelijkheid, groei, samen, openheid en eigenheid wordt gewerkt aan de
pedagogische opdracht de leerlingen een uitdagende leeromgeving te bieden, waarin ze zelfstandig kritisch leren
denken en keuzes maken.
Zo draagt ons onderwijs bij aan de menselijke ontwikkeling van leerlingen, medewerkers en ouders in de lokale en
brede maatschappelijke context waar de scholen zich in bevinden.
De missie van de Laurentius Stichting heeft onze school vertaald in de volgende visie:
Samen groeien
De leerlingen van de BMS ontwikkelen zich op verschillende niveaus, zowel op cognitief als
sociaal-emotioneel gebied. Op de BMS leren wij van en met elkaar. Binnen onze veilige, vertrouwde
leeromgeving ontwikkelen kinderen zich optimaal.
Onze leerkrachten houden rekening met de verschillen tussen leerlingen door kinderen zoveel mogelijk op hun eigen
niveau te instrueren en te begeleiden. Wij werken aan de hand van het directe instructiemodel. De leerkracht begint
met een klassikale introductie en van daaruit geeft de leerkracht in groepjes of individueel instructie en verwerken de
kinderen in groepjes of individueel de lesstof. Voor het omgaan met verschillen tussen kinderen is het noodzakelijk dat
kinderen zowel zelfstandig als samen kunnen werken.
Van de kinderen verwachten wij een actieve rol in hun leerproces en dat zij zelf verantwoordelijkheid en initiatief (leren)
nemen voor wat zij willen en kunnen bereiken. Hiervoor gebruiken wij verschillende werkvormen die kinderen
stimuleren en uitdagen.
Het aanbieden van de lesstof gebeurt voornamelijk in de eigen groep, indien nodig zoeken we ook buiten de eigen
groep naar mogelijkheden om zo dicht mogelijk bij de onderwijsbehoefte van de leerling aan te sluiten. Daarnaast
behoort individuele begeleiding door een remedial teacher tot de mogelijkheden. Leerlingen onderling, leerkrachten en
ouders werken samen aan de groei in de ontwikkeling van ieder kind op onze school.
Persoonlijke aandacht
Wij bieden kinderen, ouders en teamleden een veilige school waar iedereen respectvol met elkaar omgaat.
Binnen een sfeer van veiligheid en vertrouwen creëren we samen een school waar het kind centraal staat. Hierbij
krijgen leerlingen, ouders en leerkrachten veel persoonlijke aandacht. Om het pedagogische klimaat binnen onze school
te bewaken, hebben wij een (sociaal) veiligheidsplan. Wij zijn een school waar de drempel voor ouders om naar binnen
te komen laag is.
Voor onderwijs op maat en persoonlijke aandacht voor alle leerlingen is ons contact met de ouders van groot belang.
Professionele leerkrachten en participerende ouders werken ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid nauw samen
in de opvoeding van de kinderen.
Kunst & Cultuur
In de historische universiteitsstad Delft komen de kinderen op onze school in aanraking met allerlei facetten
van cultuur en wetenschap.
Cultuureducatie is iets dat de kinderen, ouders en leerkrachten beleven. Onze school wil hier inhoud aan geven. Daarbij
maken we gebruik van de mogelijkheden die de stad Delft ons te bieden heeft. Wij nemen met de kinderen actief deel
aan verschillende cultuureducatieprogramma’s en laten we de kinderen zo op ontdekkende manieren leren. Hierbij
maken we gebruik van ouders en vakspecialisten, die binnen en buiten de school hun kennis met de leerlingen en
leerkrachten kunnen delen.
9
R.K. Bernadette Mariaschool
2.3
Evaluatie schooljaar 2013-2014
Voor een uitgebreid verslag verwijzen wij u naar het
jaarverslag 2013-2014 dat binnenkort zal verschijnen. Dit
zal op school verkrijgbaar zijn en u kunt het te zijner tijd
downloaden vanaf onze website
www.bernadettemariaschool.nl.
In het afgelopen schooljaar is aandacht besteed aan
onderstaande beleidsterreinen en zijn de volgende zaken
gerealiseerd.
ICT
In het afgelopen schooljaar is de vernieuwde website als
eerste van de stichting online gegaan. Deze is gevuld
door de ICT-coördinator. Daarnaast heeft zij
ondersteuning verleend bij de introductie van de nieuwe website, Digiduif en Sharepoint en hier een mini handleiding
voor gemaakt.
In de herfstvakantie heeft er een migratie naar Windows 7 plaatsgevonden. Er zijn nieuwe computers, laptops en
tablets geïnstalleerd. In de zomervakantie zijn er 3 Wifipunten aangelegd.
De ICT coördinator heeft dit schooljaar diverse studiedagen bezocht. Eén leerkracht heeft het Samsung FIT traject
afgerond en hier een certificaat voor behaald. Er is een werkgroep ingesteld rondom sociale media die advies heeft
uitgebracht naar de directie omtrent het gebruik van diverse social media.
Er is een oriëntatie geweest op het gebied van digitale rapporten. Een keuze wordt gemaakt begin schooljaar 20142015.
Contacten met ouders
In het afgelopen jaar is een nieuw communicatiemiddel in gebruik genomen. Digiduif. Op dit moment wordt 90% van de
ouders hiermee bereikt. Alle schriftelijke communicatie naar ouders op groeps-en schoolniveau verloopt inmiddels zo
veel mogelijk via Digiduif.
Er zijn 7 peuterochtenden gehouden die elke keer volgeboekt waren. Op deze peuterochtenden maakten peuters en
ouders kennis met onze school. Tijdens deze ochtenden werden taal-leesactivtieten aangeboden.
Op de jaarvergadering is er ouderbijeenkomst gehouden over passend onderwijs die een redelijke opkomst had.
Met de ouders waarvan het de leerlingen betrof zijn door de IB’er gesprekken gevoerd over de aanpak van de meerhoogbegaafdheid. Er is geen extra oudermiddag met informatie over geweest.
Pedagogisch klimaat
Een werkgroep bestaande uit de gedragsspecialist en leerkrachten heeft het veiligheidsplan doorgenomen en
geactualiseerd. Op de gehouden slotvergadering is dit plan opnieuw voor 4 jaar vastgesteld. In het komend schooljaar
zal een keuze gemaakt worden voor één van de goedgekeurd anti-pestprogramma’s.
Integraal personeelsbeleid
In het kader van de gesprekscyclus zijn er met de personeelsleden POP, functionerings- en beoordelingsgesprekken
gevoerd. Het doel van deze gesprekken is de ontwikkeling van de leerkrachten en hun functioneren te volgen. De
directeur heeft een functioneringsgesprek gevoerd met het college ven Bestuur.
Twee leerkrachten hebben een vaste benoeming gekregen als LB-leraar.
Zorg
In de kleutergroepen heeft de verdere invoering van het LOVS KIJK plaatsgevonden. Dit schooljaar zijn alle kinderen
geobserveerd aan de hand van de verschillende ontwikkelingsgebieden. Deze hebben geresulteerd in twee registraties.
Na het eerste registratie moment zijn de leerkrachten aan de slag gegaan met het maken van een groepsplan. De
10
R.K. Bernadette Mariaschool
registraties van KIJK! en de cito scores hebben we hierin opgenomen. Gedurende dit schooljaar is het plan van aanpak
een aantal keer bijgesteld.
De leerkrachten van groep 1/2 en de onderwijs ondersteuners kunnen hierdoor beter elk kind goed begeleiden in zijn
eigen onderwijsbehoeften. We hebben beter inzicht gekregen op welk ontwikkelingsniveau elk kind zich bevindt. De
registraties zijn ook gebruikt bij de oudergesprekken.
Passend Onderwijs
In het afgelopen jaar heeft de directie en de IB-er zich bezig gehouden met de invoering van Passend Onderwijs. Binnen
dit traject werden divese conferenties bezocht en werd het schoolondersteuningsprofiel geschreven. Dit profiel geeft
aan welke zorg aan welke kinderen wij kunnen bieden. Met andere woorden: aan welke kinderen wij passend onderwijs
kunnen bieden. Dit schoolondersteuningsprofiel is in de diverse geledingen besproken en in januari 2014 vastgesteld.
In het najar werd op de jaarvergadering van de ouderraad aandfacht egschonken aan dit thema.
Passend onderwijs is hiermee niet afgerond, maar het proces gaat nu pas beginnen.
Leerling gesprekken
In het afgelopen jaar zijn met de kinderen van jaargroep 4 t/m 8 leerling gesprekken gevoerd. In deze gesprekken kwam
het welbevingen van de kinderen aan de orde. Dit was een aanvulling op onze Scol observaties en het invullen van het
sociogram. De kinderen van jaargroep 5 t/m 8 hebben ook bijna allemaal de leerling vragenlijst van het WMKPO
ingevuld. De resultaten zullen in september nader besproken worden.
Aanbod
In de afgelopen jaren is het team bezig geweest met de keuze van een nieuwe methode voor de wereldoriënterende
vakken(aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek, burgerschap). Onze keuze is uiteindelijk gevallen op Blink. Een
digitale methode met nu nog papieren werkboekjes. Het gebruik van ICT om informatie op te zoeken, is een belangrijk
onderdeel van deze methode. Onze onderwijsspecialist heeft dit traject begeleid.
11
R.K. Bernadette Mariaschool
Organisatie van het onderwijs
3.1
Interne organisatie
De directie van de school zorgt vanuit haar eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken voor een goede
aansturing en coördinatie. Naast een directeur en een adjunct-directeur is er ook een intern begeleider werkzaam.
De school is verdeeld in twee ‘bouwen’. De onderbouw (groep 1 t/m 4) en de bovenbouw (groep 5 t/m 8) deze worden
aangestuurd door de bouwcoördinatoren. Zij vormen de schakel tussen de directie en de groepsleerkrachten. Binnen de
school zijn verschillende overlegvormen, die ervoor zorgen dat iedereen op de hoogte is. Hier wordt het beleid en de
dagelijkse gang van zaken besproken en nieuw beleid gemaakt. Zo zijn er teamvergaderingen, bouwvergaderingen,
zorgoverleg en managementoverleg. De intern begeleider is verantwoordelijk voor de leerlingenondersteuning. Zij zorgt
voor een goede opbouw en aansturing van de leerlingenondersteuning in het algemeen. Zo beheert zij o.a. de leerlingdossiers en voert gesprekken met leerkrachtenen ouder(s)/verzorger(s) over de leerlingen. Ook de externe contacten
met zorgverleners en scholen voor speciaal onderwijs worden door haar onderhouden. Door middel van een groepsplan
en individuele handelingsplannen wordt aan leerlingen (individueel of groepsgewijs) specifieke leerhulp geboden. Sinds
het schooljaar 2010-2011 hebben wij de beschikking over een gediplomeerde gedragsspecialist en onderwijsspecialist.
3.2
Schooltijden
Op onze school hanteren we deze uitgangspunten nog steeds, waarbij de bovenbouw meer lesuren maakt dan de
onderbouw. Voor de onderbouw is dit gemiddeld 880 uur en voor de bovenbouw 1020 uur. Hierbij is er een marge
ingebouwd voor het inplannen van studiedagen en/of extra vrije dagen. Zo moeten de scholen in Delft rekening houden
met een mogelijke begrafenis van een lid van het Koninklijk Huis. De scholen in Delft zijn dan verplicht gesloten. Deze
margedag wordt, als deze niet is verbruikt, over het algemeen opgenomen op de vrijdag vlak voor de zomervakantie. De
kinderen zijn dan al vrij. Het team benut deze dag voor een studiedag. Als er nieuwe schooltijden ingevoerd worden, zal
er door de inspectie van het onderwijs altijd gekeken worden naar het aantal verplichte uren dat een leerling op de
basisschool moet doorbrengen. Daarom zal een aanpassing altijd gefaseerd moeten worden door gevoerd.
De groepen 3 tot en met 8 hebben een 5-daagse schoolweek. Basisscholen mogen maximaal 7 keer per jaar een 4daagse schoolweek inroosteren. Dit is naast de weken die al 4-daags zijn, omdat de school dan al dicht is vanwege een
algemene feestdag. Denk aan de weken van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. Scholen moeten 4-daagse lesweken
vooraf in de schoolgids aangeven en evenwichtig over het schooljaar verdelen. Is dit niet vooraf mogelijk door later
ingeplande studiedagen, dan moet de school dit wel bijtijds aangeven, zodat ouders voor een oplossing voor de opvang
van hun kind(eren) kunnen zorgen.
Op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties/aantal-vakantiedagen-onderwijs kunt u meer over dit
onderwerp lezen.
3.3 Vakanties en verlof
Wij hopen dat iedereen de vakantie binnen dit rooster zal kunnen vaststellen. Ieder jaar opnieuw bereiken ons echter
verzoeken van ouders voor vrije dagen buiten de vakanties om. Alleen bij hoge uitzondering zijn wij gerechtigd om voor
deze vrije dagen toestemming te verlenen. Hierbij valt te denken aan jubilea, huwelijksfeesten en bij overlijden van een
familielid. In geval van extra vakantiedagen kunnen wij dus geen toestemming verlenen. Mocht u toch, buiten de
vastgestelde vakanties om, op vakantie gaan, dan ligt de verantwoording bij uzelf. Bij de directie zijn formulieren
verkrijgbaar, waarmee u bij de leerplichtambtenaar extra verlof aan kunt vragen. Van de ouders verwachten wij dat zij
deze dagen schriftelijk bij de schooldirectie melden, zodat deze die aanvraag kan voegen bij de absentenadministratie.
Voor kinderen die nog niet leerplichtig zijn, gelden andere regels. Ouders van deze kinderen moeten eventuele vrije
dagen ook schriftelijk melden bij de directie. Omtrent afwezige leerlingen heeft de school verantwoording af te leggen
tegenover de schoolinspectie. Bij het niet goed voeren van een juiste administratie, waarvan de absentenadministratie
een onderdeel is, loopt de school het risico een deel van de subsidie mis te lopen.
12
R.K. Bernadette Mariaschool
3.4
Verschillende vakken en werkwijzen
Groepen 1 en 2 (kleuters)
Op de BMS zitten de jongste en de oudste kleuters bij elkaar in de groep. Voor deze heterogene groepen hebben wij
bewust gekozen, omdat kinderen van deze leeftijd veel van elkaar leren. In de groepen 1/2 wordt spelenderwijs geleerd
binnen de belevingswereld van de kinderen. Om het spel te bevorderen is de klas verdeeld in een aantal hoeken en
groepen. Sommige hoeken zijn er altijd: huishoek, bouwhoek, leeshoek en het touchscreen. Andere hoeken worden
gemaakt als een bepaald onderwerp in de behandeld wordt, zoals bijvoorbeeld een winkel, postkantoor of schrijfhoek.
Door te spelen ontwikkelen kinderen zich op allerlei gebieden. Ze leren actief zijn, plannen maken, oplossingen
bedenken, initiatief nemen, ze breiden hun woordenschat uit, leren samenwerken enz. Wij werken met de methode
Schrijfdans, om de kinderen kennis te laten maken met de schrijfbeginselen. Wij werken ook met de methode Schatkist
om de taal-en rekenvaardigheid te ontwikkelen.
Aan een thema wordt soms een excursie gekoppeld. Hierbij is uw hulp vaak onmisbaar. Wij hopen ook in dit schooljaar
weer op uw hulp te kunnen rekenen!
De dag kent een aantal kringmomenten. Er is
dan gelegenheid om met elkaar te praten, te
zingen, voor te lezen, Trefwoord (catechese
methode) te behandelen, muziek te maken, taalof rekenspelletjes te doen enz.
Bewegingsonderwijs vormt een belangrijk
onderdeel van het onderwijs aan jonge
kinderen. Kleuters bewegen en spelen graag. Zij
spelen geregeld buiten. Ook worden er in de
speelzaal lessen bewegingsonderwijs gegeven
met gymtoestellen of met kleine materialen
zoals ballen, hoepels etc. Deze lessen worden
door de leerkracht zelf gegeven. De kleuters
hebben alleen gymschoenen nodig. Deze blijven
op school. Verder maken de kleuters geen
gebruik van gymkleding.
De ontwikkeling van de leerlingen worden bij de groepen 1/2 in de nieuwste versie van het leerlingvolgsysteem Kijk!
bijgehouden. Voor het meten van de cognitieve ontwikkeling wordt Taal voor Kleuters en Rekenen voor Kleuters van
het CITO gebruikt.
Groepen 3 t/m 8
Lezen
In groep 3 wordt een start gemaakt met het aanvankelijk lezen. Wij gebruiken hiervoor de methode Veilig Leren Lezen,
e
2 maanversie. Deze methode is een handreiking voor de leerkracht om het leerproces goed te begeleiden en rekening
te houden met de verschillen in leesvaardigheid. Vanaf groep 4 verandert het aanvankelijk lezen in technisch en
begrijpend lezen. Hiervoor gebruiken wij de methodes Estafette, Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL. Estafette is voor
het technisch lezen en wordt 4 keer per week aangeboden. Nieuwsbegrip is een digitale methode met actuele teksten
en wordt 2 à 3 keer per week aangeboden. Nieuwsbegrip XL is een online methode, die bedoeld is voor kinderen die
meer uitdaging nodig hebben. Daarnaast gebruiken we diverse computerprogramma’s.
Taal en spelling
Vanaf groep 4 maken wij gebruik van de nieuwste versie van de taalmethode Zin in Taal. Hierin worden met aparte
lesboeken taal en spelling aangeboden. Er worden per week 3 taallessen gegeven en 2 à 3 spellinglessen. Dit is
afhankelijk van het leerjaar, want in het ene leerjaar worden meer spellingproblemen aangeleerd dan in het andere
leerjaar. De methode Zin in Taal kenmerkt zich door betekenisvol leren, wat inhoudt dat de lessen niet alleen gaan over
taal leren, maar ook over de boodschap die je met taal kan overbrengen. Daarnaast is het opgesteld om interactief les
te geven, dus veel interactie tussen de leerlingen en is er extra aandacht voor woordenschat ontwikkeling.
13
R.K. Bernadette Mariaschool
Rekenen
In groep 3 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de methode Pluspunt. Deze methode kenmerkt zich door een realistische
aanpak met aandacht voor de ontwikkeling van ieder kind. Voor snelle en/of goede rekenaars maken wij tevens gebruik
van Rekentijgers waar leerlingen gestimuleerd worden met creatieve rekenuitdagingen en breinkrakers.
Schrijfonderwijs
In de groepen 3 t/m 8gebruiken we de methode ‘Pennenstreken’. In deze methode wordt het vloeiende schoolschrift
aangeleerd en geoefend. In groep 3 leren schrijven de kinderen met potlood. In groep 4 krijgen alle kinderen een
rollerpen van school. Als deze pen kapot gaat of zoek raakt, kan op school een nieuwe gekocht worden. Blokschrift
wordt vanaf groep 7 aangeleerd.
Wereldoriëntatie
Onder de wereldoriënterende vakken verstaan wij de volgende vakgebieden: Aardrijkskunde, Geschiedenis,
Natuuronderwijs en gezond gedrag, Bevordering van sociale redzaamheid waaronder gedrag in het verkeer, Actief
Burgerschap en Techniek.
Voor de zogeheten kennisgebieden werken wij vanaf dit schooljaar met de nieuwste methode van de uitgever Blink.
Deze digitale methode is verdeeld in 3 onderdelen:
 Aardrijkskunde is Grenzeloos (met geïntegreerde methode voor topografie “Topomaster”)
 Geschiedenis is Eigentijds
 Natuur en Techniek worden in Binnenstebuiten behandeld.
Dit schooljaar werken wij nog met een werkboekje maar het streven is om vanaf volgend schooljaar alleen nog maar
gebruik te gaan maken van een digitaal portfolio.
Het verkeersonderwijs wordt gegeven met de methode ‘Klaarover’ en staat als apart vakgebied op het rooster. Wij
ondersteunen de theoretische lessen, met een aantal praktische verkeerslessen op het schoolplein. In groep 7 wordt
het praktisch verkeersexamen afgelegd. Het actief burgerschap wordt verweven in alle lessen maar komt expliciet aan
de orde in de wereldoriëntatie en Trefwoord. In de groepen 6 t/m 8 staat ook apart topografie op het rooster. Dit
bieden wij aan met de topografiemethode Geobas en wordt ondersteund door Topomaster. Het natuuronderwijs wordt
ondersteund met excursies en lessen van Natuur-en Milieucentrum de Papaver.
Engels
In de groepen 5, 6, 7 en 8 volgen de kinderen Engelse les. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de nieuwste methode Real
English. De nadruk bij deze lessen ligt op de voorbereidende taalontwikkeling.
Sociaal Emotionele Ontwikkeling
Op onze school wordt gewerkt met een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling: de Soemo-kaarten. Soemo is de
afkorting van Sociaal Emotionele Ontwikkeling.
Iedere leerkracht vindt het belangrijk dat kinderen weten wat bijvoorbeeld schamen is. Dat kinderen weten wat er met
je gebeurt als iemand zich schaamt en dat iedereen zich wel eens schaamt. Bovendien leren kinderen wat je aan
schamen kunt doen.
Immers een dergelijke ondersteuning kan kinderen helpen bij hun sociale weerbaarheid en emotionele ontwikkeling.
Leerkrachten vinden het ook belangrijk dat leerlingen zich ‘weten te gedragen’: welk gedrag past bij welke situatie?
Welk gedrag kan door anderen als hinderlijk en kwetsend worden ervaren? Dit gedrag kan aangeleerd worden met
behulp van deze kaarten.
Er zijn vier mappen met in het totaal 200 kaarten: 25 kaarten per leerjaar. Een kaart behandelt een sociaal-emotioneel
woord zoals alleen, heimwee, zenuwachtig, stoer. Of probeert leerlingen vaardigheden aan te leren, bijvoorbeeld ‘Je
spullen terug vragen’ of ‘Belangstelling tonen voor een ander’. Ook brengen de kaarten vergissingen van kinderen aan
de orde, zoals: ‘Als een vriendje bij mij thuis speelt, ben ik de baas’ of ‘Als iemand mij een klap geeft, mag ik terug
slaan’. Doordat de methode losbladig is, is het steeds mogelijk onderwerpen aan de orde te stellen die op een bepaald
14
R.K. Bernadette Mariaschool
moment actueel zijn bij de kinderen. Een onderwerp is vooral actueel, als er een relatie ligt naar wat net is gebeurd. Op
onze school worden de kaarten ook preventief ingezet.
Catechese
Op school gebruiken wij de online versie van de methode Trefwoord. Trefwoord is een methode voor godsdienstige en
levensbeschouwelijke vorming voor katholieke, protestants-christelijke en interconfessionele scholen voor primair
onderwijs. Doelstelling van de methode is het stimuleren van de levensbeschouwelijke ontwikkeling van het kind. De
ontmoeting tussen de ervaringswereld van het kind en de joods-christelijke traditie in de context van hedendaagse
multiculturele en religieuze samenleving.
De methode werkt vanuit dagopeningen aan de invulling van de thema‘s. Binnen deze thema’s is ook aandacht voor
andere godsdiensten en besteedt men aandacht aan de kerndoelen die passen bij actief burgerschap.
Tijdens teamvergaderingen buigen wij ons over thema's en onderwerpen die passen in het kader van
schoolplanontwikkeling en het zich bezinnen op de eigen levensbeschouwelijke identiteit van onze school.
Bij sommige thema’s zal in de nieuwsbrief een ouderbrief worden opgenomen, zodat u thuis op de hoogte bent van
wat op school besproken wordt. Misschien is dit een goede aanleiding om er thuis nog wat over door te praten.
Bewegingsonderwijs
Voor kinderen die lichamelijk en geestelijk in ontwikkeling zijn is bewegen van enorm belang.
De kleuters maken daarbij gebruik van een eigen speellokaal en gaan, als het weer zich daartoe leent, naar buiten. Het
speellokaal wordt soms ook gebruikt door jaargroep 3 en 4.
Onze school beschikt niet over een eigen gymnastieklokaal. Wij maken gebruik van lokalen bij andere scholen. In het
ABC gedeelte van deze schoolgids kunt u vinden welke groepen op welke tijden van welke accommodatie gebruik
maken. Wij streven ernaar om voor de groepen 3 t/m 8 de bewegingslessen te laten verzorgen door een vakleerkracht.
Het bewegingsonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen:
 kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten;
 enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen kunnen gebruiken;
 een positieve houding ontwikkelen, dan wel behouden, met betrekking tot deelname aan de bewegingscultuur;
 omgaan met elementen als spanning, verlies en winst.
Expressieve vakken
Muziek: Het muziekonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te
beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te kunnen praten en op muziek te bewegen. Hiervoor maken
wij gebruik van de methode Moet je doen. Vanaf het schooljaar 2012-2013 maken wij gebruik van een
combinatiefunctionaris Kunst en Cultuur. Deze combinatiefunctionaris geeft lessen op het gebied van muziek, dans en
bewegen.
Kunst en Cultuur: Het onderwijs in Kunst en Cultuur is er op gericht om de kinderen in de meest brede zin in aanraking
te brengen met aspecten die behoren bij dit vakgebied. Ook hiervoor maken wij gebruik van een onderdeel van de
methode Moet je doen.
Daarnaast maken wij gebruik van het aanbod van het DOK en de Kunstklik van de Vrije Academie.
Tekenen en handvaardigheid(Beeldende Vorming):
Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat de leerlingen:
 kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op
persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken;
 leren reflecteren op beeldende producten en inzicht verwerven in de wereld om ons heen: de gebouwde omgeving,
interieurs, mode en kleding, alledaagse gebruiksvoorwerpen en beeldende kunst;
 kennis en inzicht verwerven, dat uitbeelden en vormgeven, gebonden aan tijden en aan
cultuurgebied.
15
R.K. Bernadette Mariaschool
Huiswerk
In de groepen 6, 7 en 8 krijgen de kinderen huiswerk voor vakken als rekenen, taal en wereldoriëntatie. Regelmatig
krijgen de kinderen in die groepen een of meerdere proefwerken te leren voor Engels, spelling, wereldoriëntatie en
topografie. De kinderen moeten dan ook beschikken over een agenda voor het opschrijven en inplannen van huiswerk.
Op deze wijze worden de kinderen in de hoogste groepen al voorbereid op het huiswerk in het vervolgonderwijs.
Incidenteel kan er in groepen wel eens wat huiswerk worden opgegeven, zoals plaatjes zoeken, extra reken- of taal
werk of het voorbereiden van een spreekbeurt of werkstuk. Kinderen die moeite hebben met bepaalde
onderdelenkunnen extra oefenstof mee naar huis krijgen, dit heet pre teaching.
In groep 6 en 7 krijgen de leerlingen 1 keer in de week huiswerk mee, wisselend rekenen en taal.
In groep 8 krijgen de leerlingen op maandag taalhuiswerk mee en op vrijdag rekenen.
Spreekbeurten/werkstukken/boekbesprekingen
Bij de kleuters starten we al met de vertelkring met behulp van de voorleestas. De kleuter krijgt een boek mee naar huis
en gaat er na een week over vertellen in de klas. Vanaf groep 3 wordt begonnen met spreekbeurten en
boekbesprekingen. Deze nemen toe in aantal en er worden steeds hogere eisen gesteld qua moeilijkheid naarmate de
leerlingen in hogere groepen komen. Vanaf groep 5 maken de kinderen hierbij een Power Point Presentatie. Naar
aanleiding van een aangeboden structuur leren de kinderen hiermee om te gaan. In groep 8 zien we dan wat ze al die
jaren geleerd hebben op dit gebied.
Computers
Binnen onze school werken wij met diverse devices met internetaansluiting. Iedere jaargroep heeft minimaal 3 devices
die zijn aangesloten op ons netwerk. Onze school beschik tover een WiFi netwerk. Binnen dat netwerk gebruiken wij
draagbare devices zoals tablets. Steeds meer methodes worden digitaal en hanteren ook digitale verwerking. Wij
hanteren de computer als hulp bij het normale leerproces. Wij streven ernaar om al deze apparaten op een
verantwoorde wijze binnen onze schoolsituatie te gebruiken. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van
onderwijs-ondersteunende programma's, zoals ontwikkelings-, reken-, taal en aardrijkskundeprogramma's.
In de onderbouw wordt daarbij, indien noodzakelijk, de hulp van ouders ingeroepen. In toenemende mate zal de
computer gebruikt gaan worden bij de uitwerking van projecten en het inwinnen van informatie via internet. In
jaargroep 3 t/m 8 is de computer gekoppeld aan een digitaal schoolbord. Hiermee liggen nieuwe didactische
mogelijkheden binnen handbereik zoals het werken met de Leerkrachtassistent, een software programma die de
lesmethode ondersteund. In de kleutergroepen maken wij gebruik van touchscreens.
Ook bij remedial teaching wordt steeds meer de hulp van de computer ingeschakeld. De groepen 5 t/m 8 leren gebruik
te maken van de computer bij het maken van projecten, spreekbeurten en boekbesprekingen.
Zelfstandig werken en instructiegroepen
In alle groepen zitten kinderen die op verschillende niveaus werk aan kunnen. De grote verschillen die er bestaan tussen
leerlingen stellen hoge eisen aan het klassenmanagement om alle leerlingen datgene te bieden wat ze nodig hebben.
Op de BMS vinden wij het belangrijk dat daar een doorlopende lijn voor te vinden is in alle jaargroepen. Wij werken
daarom middels het directie instructiemodel, wat inhoudt dat wij met 3 instructiegroepen werken. Onze methodes zijn
hier ook op geselecteerd. Leerlingen worden op basis van leerresultaten en bevindingen van de leerkracht ingedeeld in
een instructiegroep (Dit staat beschreven in een groepsplan dat de leerkracht een aantal maal per jaar opstelt). We
onderscheiden 3 categorieën: een zelfstandige groep, een groep die een korte instructie nodig heeft en een groep die
een verlengde instructie nodig heeft. Uiteraard mogen onze leerlingen te allen tijde naar de uitleg luisteren.
Na 8 weken wordt gekeken of de groepssamenstelling aangepast moet worden. Daarnaast ruimen wij ook tijd in voor
zelfstandig werken. Bij de kleuters gaat het om werken met uitgestelde aandacht en dat wordt langzaam uitgebouwd
naar het leren plannen van werk. Tijdens het zelfstandig werken is er ook ruimte voor andere opdrachten dan het
methodisch werk.
16
R.K. Bernadette Mariaschool
Ondersteuning voor kinderen
4.1
Ondersteuning
Soms is het noodzakelijk gedurende een bepaalde tijd speciale aandacht aan een kind te schenken. Daarvoor moet er
het een en ander onderzocht en bijgehouden worden.
Alle gegevens die het volgen van leerlingen met zich meebrengt, worden verzameld in een dossier. De maatregelen die
genomen worden en de activiteiten die ontwikkeld worden, om zowel leerlingen met een achterstand, als hoog-en
meerbegaafde leerlingen (zie 4.7) te helpen, noemen wij ondersteuning.
De leerlingbespreking vormt de basis van de ondersteuning binnen de school. De begeleiding van leerlingen die
ondersteuning nodig hebben verloopt volgens een vast traject (Handelingsgericht werken-HDG).Van de
groepsleerkrachten wordt ten behoeve van de speciale ondersteuning voor kinderen het volgende verwacht:
 het signaleren van extra onderwijsbehoefte
 het contact hebben met ouders
 het opstellen (in overleg met de IB-er) van een groepsplan en individuele handelingsplannen
 het bijhouden van de vorderingen van leerlingen.
De Intern begeleider (IB-er) op onze school is juf Suzanne Borsboom. Zij heeft als taak alle zaken rond de
leerlingbegeleiding te coördineren. Hieronder valt:
 het zorg dragen voor dossiers
 het afnemen van bijzondere toetsen
 het interpreteren van toetsuitslagen en hulp organiseren voor leerlingen die extra aandacht nodig hebben
 het contact hebben met ouders
 het bijhouden van het leerlingvolgsysteem
 het bespreken van handelingsplannen met de leerkrachten
 het organiseren en houden ven leerlingbesprekingen met leerkrachten
 het bijhouden van de orthotheek
 het contact onderhouden met het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en de zorginstanties buiten
school
 de begeleiding van leerkrachten.
Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen -eventueel met extra ondersteuning- in de basisschool kunnen
blijven, werken basisscholen samen in samenwerkingsverbanden: Weer Samen Naar School(WSNS). Voor de school is
hulp vanuit een ZorgAdvies Team beschikbaar. Naast het WSNS kan de school ook het advies inwinnen van Onderwijs
Advies (OA). Zij doen voornamelijk onderzoeken bij leerlingen en geven advies aan leerkrachten. Inschakeling van de
OnderwijsAdvies dienst geschiedt altijd via de intern begeleider.
Het kan ook zo zijn dat onze school voor een kind niet de beste plek is. Een kind kan ondersteuning nodig hebben die we
niet kunnen bieden. In dat geval wordt samen met de ouders, de leerkracht en de IB-er (en eventueel externe
instanties) gekeken naar wat het beste is voor het kind.
Ouders mogen altijd contact opnemen met de IB-er.
Ook tijdens de rapportavonden bestaat de mogelijkheid de IB-er te spreken.
Op school maken wij gebruik van meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Vanaf 1 juli 2013 zijn
beroepskrachten verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld.
Een meldcode beschrijft in 5 stappen wat bijvoorbeeld een huisarts, leerkracht, verpleegkundige, begeleider in de
kinderopvang of hulpverlener moet doen bij vermoedens van geweld. Voor informatie zie verder in de schoolgids bij
het ABC…
17
R.K. Bernadette Mariaschool
4.2
Differentiatie
Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen wijze. Afhankelijk van de eigen mogelijkheden en de eigen interesses zijn er
verschillen qua tempo en manier van leren.
Deze persoonlijke ontwikkeling stelt hoge eisen aan het onderwijs-leerprogramma. Er zal een grote middengroep zijn
die wat betreft ontwikkeling bij elkaar in de buurt blijft, maar er zullen ook kinderen zijn die beter of minder goed
scoren.
Dit heeft als gevolg dat we niet meer kunnen volstaan met voor alle kinderen hetzelfde in dezelfde tijd, maar dat we
zullen moeten aansluiten bij de ontwikkeling en het niveau van de kinderen. Dit betekent dat we keuzes maken. Van het
ene kind verwachten we wat meer en bij een ander kind zijn we tevreden met wat minder. Uitgangspunt bij deze keuzes
is de rode draad die door de leerstof loopt: het basisniveau (de stof die de kinderen minimaal aangeboden moeten
krijgen). Dit gaat uit van de door het ministerie geformuleerde referentiekaders. We zetten ons in om dit eindniveau
door alle leerlingen te laten behalen.
Het proces van individualisering en differentiatie wordt op onze school op verschillende manieren ingevuld. Naast
verschillende aanpassingen van de leerstof, zoals hieronder staat beschreven, maken wij ook gebruik van verschillende
didactische werkvormen die gericht zijn op de individuele mogelijkheden van de kinderen, zoals verkorte instructie,
remedial teaching, ondersteunende hulp, afstemming, orthopedagogische aanpak, etc.
In de onderbouw:
 Opdrachten op verschillende niveaus.
In kleutergroepen bijvoorbeeld opdrachten voor de jonge en voor de oude kleuter. Kinderen die al toe zijn aan
leesonderwijs kunnen terecht in een lees- en schrijfhoek. Daarnaast wordt er op verschillende niveaus
aandacht besteed aan voorbereidend rekenen.
 Materialen op verschillende niveaus.
In de kleutergroepen worden materialen afhankelijk van het kind al dan niet aangeboden.
Binnen het aanvankelijk leesonderwijs zijn de materialen aangepast aan de behoeften van het kind.
 Vrije verwerkingsopdrachten.
Opdrachten die op het niveau van het kind op zijn (of haar) niveau worden uitgewerkt.
In de bovenbouw:
Naast bovengenoemde vormen.
 Het al dan niet zelfstandig laten uitvoeren van opdrachten naar gelang het kind eraan toe is of niet.
 Het beperken van de leerstof voor kinderen die de stof qua tempo niet aan kunnen.
Voor deze kinderen wordt de stof qua hoeveelheid beperkt. Ze mogen een oefening overslaan, of een rijtje
minder maken, etc.
 Het uitbreiden van de leerstof voor de kinderen die meer stof aan kunnen.
Dit punt kan in verschillende subpunten onderverdeeld worden:
- Het uitbreiden voor kinderen die een hoog tempo hebben, maar nog extra oefening nodig hebben.
Deze kinderen krijgen herhalingsstof, zoals spellingskaarten, rekenwerk uit het plusboek,
rekenkaarten.
- Het uitbreiden van de leerstof voor die kinderen die de basisstof qua tempo en/of intelligentie
gemakkelijk aan kunnen. Deze kinderen krijgen extra stof aangeboden (verrijkings- of
uitbreidingsstof). Voorbeelden hiervan zijn rekenwerk uit het plusboek, rekentijgers, taal- en
leeskaarten en (Acadin) projecten maken.
 De leerstof aanpassen voor die kinderen die qua intelligentie en tempo de leerstof niet aan kunnen. In overleg
wordt een heel eigen leerlijn samengesteld (Individueel Handelingsplan). Dit overleg vindt plaats tijdens de
leerling-besprekingen die minimaal tweemaal per jaar gehouden worden.
18
R.K. Bernadette Mariaschool
4.3
Het leerlingvolgsysteem (LOVS)
Elke dag wordt het werk van uw kind bekeken en beoordeeld. Met de toetsen van het leerlingvolgsysteem volgen wij de
vorderingen van de kinderen op systematische wijze. De school krijgt inzicht in de resultaten van het geboden onderwijs
op leerling-, groeps- en schoolniveau. Deze informatie geeft houvast bij het plannen van het onderwijsaanbod en
gebruiken wij voor de analyse.
Wij gebruiken de (methode) onafhankelijke toetsen van het CITO. De resultaten van deze toetsen worden vermeld in
het rapport.
Kleutergroepen
Tijdens de gehele kleuterperiode wordt er per leerling gericht geobserveerd door middel van het leerlingvolgsysteem
Kijk!. Dit leerlingvolgsysteem hanteert 17 ontwikkelingslijnen die kinderen vanaf hun peutertijd tot eind kleutertijd
doorlopen. Elk kind ontwikkelt zich op zijn/haar eigen manier, daarom signaleren en volgen wij kinderen individueel. De
leerkracht observeert leerlingen een half jaar waarna een observatieperiode wordt afgesloten met een
registratiemoment. De leerkracht krijgt zo een compleet beeld van de individuele leerlingen en van de groep.
Aan het eind van groep 1 (juni) wordt er voor de kinderen die vóór januari van dat schooljaar op school zijn gekomen de
CITO toets Rekenen en Taal 1 voor kleuters afgenomen.
Bij de oudste kleuters worden in februari en in juni de toetsen Rekenen en Taal 2 voor kleuters afgenomen.
Jaargroep 3 t/m 8
In oktober en januari worden in jaargroep 3 toetsen voor het signaleren van leesproblemen afgenomen.
Rond januari/februari en in mei/juni nemen we de volgende methode onafhankelijke toetsen af:
Toets
Periode
Rekenen/wiskunde
Spelling
Begrijpend lezen
Leestempo
AVI/DMT
SCOL
Midden en eind
Midden en eind
Midden
Midden en eind
Midden en eind
Midden en eind
Op diverse momenten in het schooljaar worden de DMT/AVI toetsen afgenomen bij leerlingen die uitgevallen zijn bij de
leestempotoets. Dit zijn toetsen om te kijken hoe de stand van zaken met betrekking tot het technisch lezen is.De
leerlingen van jaargroep 8 maken de CITO-eindtoets in verband met de keuze voor het vervolgonderwijs.
SCOL
De SCOL – Sociale Competentie Observatie Lijst – is een scorelijst voor de sociaal emotionele ontwikkeling die door de
leerkracht wordt ingevuld. In de groepen 6 t/m 8 wordt er ook een vragenlijst door de leerlingen zelf ingevuld. De
leerkracht kan zijn eigen observaties dan goed vergelijken met het beeld dat het kind van zichzelf heeft.
Op basis van de scores wordt het kind al dan niet nader besproken met de intern begeleider. Zo nodig wordt het kind
besproken op het zorgoverleg. Dit zorgoverleg wordt maandelijks gevoerd. Hierbij zijn de directie, de intern begeleider
en de jeugdmaatschappelijk werkster aanwezig. In voorkomende gevallen wordt veelvuldig het gesprek gehanteerd als
middel om kinderen in hun gedrag bij te sturen. Ook gedragskaarten spelen een rol hierbij. Eventueel worden er
kinderen na overleg aangemeld voor een cursus sociale vaardigheidstraining. Zo nodig wordt een handelingsplan
opgesteld. De ouders worden hierbij betrokken Hierbij wordt gebruik gemaakt van de deskundigheid van het
samenwerkingsverband, de schoolbegeleidingsdienst, de jeugdgezondheidsdienst en jeugdmaatschappelijk werk.
Naast de SCOL lijsten wordt er ook tweemaal per jaar een sociogram ingevuld. Dit geeft een goed beeld van wie in de
groep graag met wie speelt en welke kinderen er meer buiten de groep vallen. Deze overzichten kunnen de
leerkrachten dan gebruiken om de eerdergenoemde Soemokaarten in te zetten, of om bijvoorbeeld de groepsindeling
in de klas aan te passen.
19
R.K. Bernadette Mariaschool
Wat gebeurt er na de afname van de toetsen?
Op basis van de resultaten van de toetsen wordt in overleg met de intern begeleider door de leerkracht een groepsplan
opgesteld. Hierin worden de leerlingen ingedeeld in groepen die aansluiten bij hun niveau.
4.4 Werkhoudings- en concentratieproblemen
Bij geconstateerde werkhoudingsproblemen worden de kinderen geholpen door middel van de ortho-pedagogische
aanpak (O.P.A.). Deze aanpak houdt in dat kinderen bij hun werk verbaal ondersteund worden. Er worden afspraken
gemaakt over de hoeveelheid werk die binnen een bepaalde tijd af zou kunnen zijn, de kwaliteit van het werk en de
beoogde tijd. Gedurende de werktijd besteedt de leerkracht regelmatig aandacht aan de vorderingen van de leerlingen,
prijst hen als het werk goed vordert, bespreekt problemen die het kind ervaart, geeft aan hoeveel tijd er nog rest.
Hierna wordt het resultaat besproken en wordt er gereflecteerd aan het werkproces.
Doordat het kind ervaart dat de leerkracht belangstelling toont voor het werk, zal het gemotiveerder willen gaan
werken en zich beter kunnen concentreren.
4.5 Doubleren
In principe doorloopt een kind in 8 jaar de basisschool. Het kan echter voorkomen dat een kind onvoldoende kan
meekomen in de huidige groep. Mocht dat het geval zijn, dan bespreekt de leerkracht dit met de intern begeleider en
wordt er een handelingsplan gemaakt. Dit handelingsplan wordt altijd besproken met de ouders. Mocht blijken dat na
het handelingsplan er onvoldoende verbetering is, dan worden er vervolgstappen ondernomen. U wordt hier als ouders
altijd in betrokken. Alleen in geval van onvoldoende kans van slagen in de volgende groep wordt overgegaan tot
doubleren. Er zijn hiervoor protocollen aanwezig op school.
4.6 Vertrouwenspersonen
Het kan voorkomen dat u of uw kind iemand in vertrouwen wil nemen om een probleem of een gevoel te bespreken.
Ook kan op initiatief van de leerkracht een kind daar naar verwezen worden. Op school zijn deze vertrouwenspersonen
juffrouw Suzanne Borsboom en juffrouw Sipkje Boersma. Zij zijn voor alle geledingen beschikbaar en zullen alleen met
goedkeuring van betrokkenen zaken naar buiten brengen.
Binnen de inspectie van het onderwijs is daarnaast een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs.
Deze vertrouwensinspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en
seksuele intimidatie.
Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel
misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor klachten over leraren,
directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of sprake is van
strafbare feiten, dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg.
Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van
ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen in dit geval niet
verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden.
De vertrouwensinspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij of zij zal in alle gevallen
in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden
genomen.
Meldpunt vertrouwensinspecteurs ministerie Onderwijs & Wetenschappen: 0900 -111 3 111 (Op werkdagen van 8.00
tot 17.00 uur).
4.7 Passend onderwijs
Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt
georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast
lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school.
Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet ‘op’ passend onderwijs. Scholen werken met elkaar
samen in samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze
ervoor zorgen dat alle leerlingen het onderwijs krijgen dat bij hen past.
20
R.K. Bernadette Mariaschool
Passend onderwijs vervangt het oude systeem van de leerling-gebonden financiering, beter bekend als het rugzakje. Dat
is nodig omdat het rugzakje een aantal problemen oplevert. Eén van de problemen is dat steeds meer leerlingen, vooral
leerlingen met ernstige gedragsproblemen, een indicatie krijgen voor leerling-gebonden financiering. Hierdoor is het
systeem steeds duurder geworden. Scholen vinden de indicatiestelling vaak een langdurig en ingewikkeld proces. En
vinden het soms lastig om echt ondersteuning op maat te organiseren. Tot slot zijn er in het oude systeem veel kinderen
die thuiszitten. Zij zijn bijvoorbeeld van school verwijderd vanwege de problemen die ze hebben, of omdat er geen
goede begeleiding voor ze is op school. Het doel van passend onderwijs is om deze problemen op te lossen.
Scholen die binnen de kaders van passend onderwijs samenwerken in een samenwerkingsverband krijgen geld om het
onderwijs te regelen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Voor ouders en andere belangstellenden
hebben scholen met elkaar afspraken gemaakt over de basisondersteuning in de basisscholen. Basisondersteuning
betekent hier dat basisscholen afgesproken hebben om een bepaald onderwijsniveau te kunnen leveren. Dit staat
beschreven in het schoolondersteuningsprofiel.
Indien kinderen meer dan deze basisondersteuning nodig hebben, dan zijn er aanvullende arrangementen die onze
school kan aanvragen. Mocht onze school met het aanvullende arrangement nog niet het passende onderwijs kunnen
bieden, dan gaan wij op zoek naar een speciale lesplaats voor dit kind.
Hiervoor wordt het geld gebruikt dat nu in de rugzakjes zit en naar ambulant begeleiders gaat. Maar ook het geld voor
ondersteuning op speciale scholen en het speciaal basis en voortgezet onderwijs gaat bij de inwerkingtreding van
passend onderwijs naar het samenwerkingsverband. De samenwerkende scholen maken een plan om ervoor te zorgen
dat iedere leerling passend onderwijs krijgt.
Passend onderwijs is er voor alle leerlingen in het basis en voortgezet onderwijs, speciaal (voortgezet) onderwijs en het
middelbaar beroepsonderwijs. In de praktijk gaat het vooral over leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking of een chronische ziekte. Maar ook voor
leerlingen met een gedrags- of leerstoornis is passend onderwijs natuurlijk erg belangrijk. Soms is het bij de start op
school al duidelijk dat er extra ondersteuning nodig is, soms blijkt dat pas later.
In het oude systeem waren leerlingen onderverdeeld in 4 clusters: cluster 1 voor leerlingen die blind of slechtziend zijn;
cluster 2 voor leerlingen die doof of slechthorend zijn of ernstige spraaktaalmoeilijkheden hebben; cluster 3 voor
leerlingen met een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking of een chronische ziekte; cluster 4 voor
leerlingen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen of een psychiatrisch probleem. Cluster 1 en 2 blijven het
onderwijs in een landelijk systeem organiseren. Zij doen dus niet mee met de regionale indeling van samenwerkende
scholen in passend onderwijs. Voor alle andere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben geldt wel de
systematiek van regionale samenwerkingsverbanden. Het gaat daarbij om leerlingen uit cluster 3 en 4 en om leerlingen
die nu geen indicatie krijgen, maar wel extra ondersteuning nodig hebben. Dat zijn bijvoorbeeld kinderen met
leerstoornissen zoals dyslexie of dyscalculie.
Wat is een samenwerkingsverband?
Het samenwerkingsverband is de nieuwe vorm waarin scholen gaan samenwerken op het terrein van passend
onderwijs. Er bestaan nu ook al samenwerkingsverbanden van scholen, maar deze worden in het nieuwe systeem deels
samengevoegd en krijgen er nieuwe taken bij. Er komen in totaal 75 samenwerkingsverbanden voor het primair
onderwijs en 76 samenwerkingsverbanden voor het voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband krijgt in de Wet
passend onderwijs veel taken. De belangrijkste taak is het maken en uitvoeren van een plan (het ondersteuningsplan)
waarin staat op welke manier alle leerlingen een passende plek op een school krijgen.
Vanaf 1 augustus 2014 maakt onze school deel uit van het samenwerkingsverband passend primair onderwijs
Delflanden. Dit samenwerkingsverband bestaat uit de basisscholen, die gehuisvest zijn in Delft, Den Hoorn,
Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp en Schipluiden. Tevens de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal
onderwijs, die gehuisvest zijn in deze vier gemeenten. ( www.swv2802.nl )
21
R.K. Bernadette Mariaschool
Wat is de zorgplicht?
Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dat betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere
leerling die bij hen ingeschreven staat of zich aanmeldt een passende onderwijsplek krijgt. De school moet zorgvuldig
onderzoeken wat uw kind nodig heeft en dit eerst proberen zelf te realiseren. Het schoolbestuur moet daarvoor nagaan
wat de ondersteuningsmogelijkheden van de school zijn. Als de school aangeeft dat uw kind het beste naar een andere
school kan gaan, moet de school zorgen dat daar ook een passende plek is. Met de inwerkingtreding van passend
onderwijs heeft de verwijzende school die verantwoordelijkheid. Daarbij overlegt de school goed met de ouders, welke
school passend is voor het kind. Meer informatie over passend onderwijs vindt u op http://www.passendonderwijs.nl
4.8 Verwijsindex
De Verwijsindex is een digitaal hulpmiddel waarin begeleiders, leerkrachten en hulpverleners een signaal kunnen
afgeven voor een kind waar zij zich zorgen over maken. Het gaat om vroegtijdige signalering indien een zorg is
geconstateerd. Bijvoorbeeld als een kind spijbelt, er gezinsproblemen zijn of als de ouders/verzorgers van de kinderen
kampen meteen (licht) psychiatrische stoornis, verslaving of verstandelijke beperking.
Als een signaal in de Verwijsindex wordt afgegeven, worden alleen algemene gegevens zoals naam, geboortedatum en
BSN in de Verwijsindex bekend gemaakt. Bij een tweede signaal over hetzelfde kind door een begeleider van een andere
organisatie, krijgen beide begeleiders een email met daarin de mededeling dat er nog een begeleider is die zich zorgen
maakt. Vanaf dat moment moeten ze contact met elkaar opnemen om te overleggen hoe ze
het kind het beste kunnen helpen. Op deze manier werken de begeleiders van verschillende organisaties samen met het
doel het kind beter te kunnen helpen.
Wat is het doel?
 Vroegtijdige signalering van problemen bij kinderen tot en met 22 jaar zodat tijdige, effectieve en
gecoördineerde hulp geboden kan worden.
 Bijdragen aan een sluitende aanpak voor kinderen door samenwerking te realiseren tussen alle betrokken
organisaties in de jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs en justitiële organisaties.
Toestemming
Om informatie te mogen uitwisselen wordt toestemming gevraagd aan de ouders. Als toestemming is gevraagd voor
uitwisseling van informatie, wordt de Wetbescherming persoonsgegevens goed nageleefd. In enkele gevallen is
geentoestemming vereist, bijvoorbeeld op grond van geldende wetgeving zoals de Leerplicht wet. De ouders moeten
dan wel worden geïnformeerd over het signaal. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt dit niet gedaan, bijvoorbeeld als
sprake is van overmacht of een bedreigende situatie.
Een actuele lijst van aangesloten organisaties is te vinden op de website van Verwijsindex Haaglanden
http://www.verwijsindexhaaglanden.nl
4.9
Hoog- en meerbegaafdheid
Op de Bernadette Maria School hanteren we drie pijlers: Persoonlijke aandacht, Kunst & Cultuur en Samen groeien als
missie voor onze school. Binnen deze drie pijlers geven wij ons onderwijs vorm en willen we dat kinderen zich veilig
voelen en optimaal kunnen ontwikkelen.
Samen met ouders willen wij de aandacht richten op het herkennen, signaleren en ontwikkelen van kinderen met een
cognitief talent. Het gaat om het stimuleren en begeleiden van de (leer) ontwikkeling van (hoog)begaafde kinderen. Wij
willen aansluiten bij de pedagogische en didactische behoeften van deze kinderen om ontwikkeling van hun talent
mogelijk te maken. Het gaat hier om cognitief talent, maar wij willen de sociaal-emotionele kant van de leerling niet uit
het oog verliezen.
Bij kinderen van groep 1-2 zullen wij spreken van een ontwikkelingsvoorsprong. Daarmee voorkomen wij dat kinderen
te vroegtijdig gelabeld worden en de verwachting niet waar kunnen maken.
22
R.K. Bernadette Mariaschool
Er zijn vier doelen te onderscheiden bij onderwijs aan (hoog)begaafden:
 Gelukkige leerling
Een leerling voelt zich goed, veilig en geborgen. Een leerling die zich prettig voelt kan zich optimaal
ontwikkelen.
 Productieve leerling
Een leerling die op de verschillende gebieden op school productief is. Dit dus niet alleen binnen zijn eigen
interesse gebieden. Een leerling heeft een zelfstandige werkhouding van waaruit deze problemen en
uitdagingen oppakt.
 Kerndoelen
De doelen die binnen ons land gesteld zijn waar leerlingen aan moeten voldoen worden behaald. Hieronder
vallen bijvoorbeeld taal, rekenen, spelling, wereldoriëntatie etc.
 Plusdoelen
Alle vormen van verrijkingsmateriaal. Een leerling werkt aan leerstof binnen zijn interessegebied waarbij
specifieke vaardigheden worden ontwikkeld.
Als eerste willen we de leerlingen de gelegenheid geven te 'leren leren'. Normaal gesproken gaat alles hen gemakkelijk
af. Daardoor ontwikkelen deze leerlingen geen effectieve leerstrategie. We zetten zulke momenten 'in scène', zodat ze
gedwongen worden na te denken over deelstappen in het willen bereiken van een hoger doel.
Een tweede vaardigheidsdoel is het samenwerken bevorderen. Hoogbegaafden werken graag alleen. Dat is vrij logisch te
verklaren. Ze denken veel sneller en moeten zich voor een partner eerder inhouden dan dat ze er profijt van hebben.
We willen ze echter laten ervaren dat samenwerken meer te bieden heeft dan taken verdelen. 'Eén en één is meer dan
twee...'
Het derde doel is het bieden van een mogelijkheid gelijkgestemden te ontmoeten. We willen hen de ervaring bieden om
te laten merken dat ze niet alleen staan met hun mogelijkheden én moeilijkheden.
De genoemde doelen kunnen op verschillende manieren gerealiseerd worden. Welk materiaal we ook gebruiken, het is
slechts ‘middel tot’ en niet een ‘doel op zich’.
Met technische opdrachten leren ze bijvoorbeeld samenwerken, een planning maken, taken verdelen etc. Tevens kan er
aandacht besteed worden aan het omzetten van een zelf bedacht ontwerp in een bouwtekening.
Daarnaast zijn er ook activiteiten te organiseren die zich richten op informatieverwerking. Kennis vermeerderen en het
ook leren overbrengen naar een ander; dit zijn twee verschillende uitdagingen. Beide krijgen aandacht op diverse
manieren: informatieverzameling via internet en bibliotheek, informatieoverdracht via spel, (PowerPoint)presentatie,
muurkrant, staafdiagrammen, etc.
Deze activiteiten kunnen plaatsvinden binnen de eigen groep of naargelang het aantal leerlingen in een zogenaamde
‘plusgroep’. Leerkrachten, die leerlingen hebben die voor de plusgroep in aanmerking komen, zullen worden besproken
met de intern begeleider en de ouders.
4.10
De begeleiding van de leerlingen naar het voortgezet onderwijs
De overgang van onze basisschool naar het voortgezet onderwijs wordt in groep 7 en 8 voorbereid. Met name in groep
8 wordt aandacht geschonken aan de verschillende vormen van voortgezet onderwijs. In groep 8 wordt de CITO
eindtoets afgenomen.
Naar aanleiding van het leerlingvolgsysteem en de bevindingen van de school wordt er aan de ouders een advies
uitgebracht omtrent de keuze voor voortgezet onderwijs.
Ons beleid is erop gericht dat het advies van de school in overeenstemming is, met het uiteindelijk behaalde
eindexamenresultaat.
23
R.K. Bernadette Mariaschool
In onderstaande tabel worden de uitstromingsgegevens aangegeven van groep 8 van de afgelopen jaren.
De resultaten van de eindtoets liggen de afgelopen jaren rond het landelijk gemiddelde.
Schooljaar
2009-2010
VWO
Havo/Vwo
Havo
Vmbo T/Havo
Vmbo T
Vmbo T
/kader/basis evt.
met
LWOO/praktijk
onderwijs
Totaal aantal
leerlingen
Schooljaar
2010-2011
Schooljaar
2011-2012
Schooljaar
2012-2013
Schooljaar
2013-2014
5
1
1
12
5
6
5
2
6
6
5
7
5
2
8
2
2
8
2
1
8
8
2
4
5
3
5
9
24
25
29
29
28
Bij het weergeven van deze gegevens plaatsen we een aantal kanttekeningen:
 Elk schooljaar worden de resultaten bepaald door een groep kinderen met hun specifieke aanleg en
karaktereigenschappen. Deze factoren proberen we zo goed mogelijk te beïnvloeden en dat resultaat te
bereiken dat binnen het vermogen van de kinderen ligt.
 Het eindadvies wordt mede bepaald door de gezinsomstandigheden en sociale omgeving.
 De ouders kunnen in overleg met de school en de kinderen kiezen voor een praktisch gerichte vervolgopleiding
24
R.K. Bernadette Mariaschool
Ouders
5.1 Relatie ouders en de school
Op onze school is de rol van de ouders zeer belangrijk. Wij gaan er als school vanuit dat de school een gemeenschap is
van kinderen, leerkrachten en ouders. Wij werken gezamenlijk aan de groei in de ontwikkeling van ieder kind op onze
school. We streven er dan ook naar de ouders zoveel mogelijk bij het schoolleven te betrekken. Ouders mogen van
school verwachten dat wij veiligheid, onderwijs, ondersteuning en ontwikkeling bieden. De school verwacht van de
ouders dat zij:
 bijdragen tot verbetering van het schoolklimaat.
 een gezamenlijke inspanning leveren, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, voor de opvoeding en het
onderwijs van de kinderen.
 praktische hulp bieden.
5.2 Ouderparticipatie
Ouderparticipatie betekent dat de ouders actief betrokkenzijn bij het onderwijs van hun kind. Het is een vorm van
samenwerken tussen ouders en school, zowel thuis als op school.
Het doel is om de onderlinge contacten en verbondenheid te bevorderen. Wij hechten grote waarde aan
ouderparticipatie en onderscheiden hier diverse vormen in.
Het ondersteunen en voorbereiden van schoolse activiteiten, zoals:
 Belangstelling voor wat uw kind op school doet en meemaakt en er met uw kind over praten
 Schoolkrant, mail, brieven van school lezen
 Schoolse activiteiten thuis (laten) doen, zoals tekenen, spelletjes, lezen, tafels oefenen
 Materiaal helpen opzoeken over onderwerpen voorwerkstukken, projecten, of spreekbeurten
 Een sfeer scheppen waarin het kind rustig
kan leren en huiswerk maken
Het bijwonen van ouderavonden:
 Jaarvergadering ouderraad en
medezeggenschapsraad
 Informatieavonden
 Rapportavonden
Het verlenen van hand en spandiensten aan de
school, die niet direct met het onderwijsproces te
maken hebben, zoals:
 Begeleiden bij schoolreisje en excursies
 Hulp bij festiviteiten, sport en speldagen
 Verrichten van klusjes, schoonmaken van
materialen
 Wassen van sportkleding
 Controleren op hoofdluis
Het deelnemen aan het onderwijsleerproces in de groepen:
 Meebeslissen over opzet en organisatie van het onderwijsdoor zitting te nemen in de medezeggenschapsraad
of in de ouderraad
Het nemen van initiatief tot het betrekken van ouders bij het lesprogramma en het organiseren van deze vorm van
ouderparticipatie ligt bij de leerkrachten, die verantwoordelijk blijven voor het reilen en zeilen in hun groep.
De intensieve betrokkenheid van ouders bij de school is om een aantal redenen van belang. Actief meedenken en
meedoen brengt een wederzijds begrip voor elkaars wensen en problemen. Het brengt automatisch een uitwisseling
25
R.K. Bernadette Mariaschool
van informatie met zich mee. Ouders krijgen beter inzicht in de zaken rondom school en leerkrachten worden beter
geïnformeerd over al datgene dat bij ouders leeft.
Participatie binnen het onderwijs betekent ook respect voor de privacy van de leerlingen. Het is geen goede zaak dat
ouders die assisteren met elkaar praten over de resultaten en het gedrag van de kinderen.
Het is duidelijk dat niet alle ouders dezelfde behoeften en mogelijkheden hebben om te participeren in de schoolzaken.
Het is echter wel belangrijk dat die ouders die mee willen helpen daartoe de gelegenheid krijgen.
Aarzel dan ook niet als op u een beroep wordt gedaan om mee te willen helpen. Bedenk dat wij allen staan voor
eenzelfde belang: het belang van uw kind(eren).
Mochten er ondanks al onze goede bedoelingen nog punten van kritiek zijn, stel die dan aan de orde daar waar ze
horen. U kunt zich wenden tot de directieleden en na schooltijd bent u altijd welkom bij de groepsleerkrachten.
Daarnaast kunt u terecht bij de ouder- en medezeggenschapsraad. Adressen staan in deze schoolgids en in iedere
maandbrief staan naam en telefoonnummer van het aanspreekpunt van de ouderraad vermeld.
5.3 Oudercontact
Onze school hecht veel waarde aan een goede relatie tussen u als ouders en de leerkrachten.
Een voorwaarde hiervoor is een goede communicatie. Heeft u iets te vragen of te melden, dan kan men na schooltijd
altijd bij ons terecht. Ouders worden mondeling en schriftelijk op de hoogte gehouden.
Schriftelijk:
 De schoolgids die u nu voor u hebt.
 Op de website van de school kunnen ouders alle informatie vinden die voor hen en het kind van belang is, zoals
vakanties, sportevenementen, vieringen, vergaderingen etc.
 Op iedere eerste vrijdag van de maand een nieuwsbrief met de actuele informatie over activiteiten en nieuws
van die maand. De nieuwsbrief wordt ook op de website gepubliceerd.
 De schoolkrant. Deze verschijnt 5 maal per jaar. Naast enkele pagina's informatie staan hier bijdragen van de
kinderen in. Ook uw bijdrage is van harte welkom.
 Actuele algemene informatie en van de groepen is te vinden op de website www.bernadettemariaschool.nl.
 Via Digiduif worden ouders op de hoogte gesteld van actuele informatie over de groepen.
Mondeling:
 Voor een gesprek kunnen ouders een afspraak maken met de leerkracht en/of de intern begeleider.
 Aan het begin van ieder schooljaar een kennismakingsbijeenkomst voor de groepen 3 t/m 8 om de
leerkracht(en) van uw kind(eren) te ontmoeten. Deze zal dit schooljaar plaatsvinden op dinsdag 9 september
2014. Aanvang: 19.30u.
 De ouders van nieuwe kleuters worden door de leerkrachten van de kleutergroepen verspreid door het jaar
heen uitgenodigd om kennis te nemen van de werkwijze in de kleutergroepen.
 Ook bent u welkom voor schooltijd. De hoofdingang zal om 8.20u opengaan. U kunt dan naar binnen lopen. De
leerkrachten zullen bij hun groep aanwezig zijn om uw vragen te beantwoorden. Om 8.30u. beginnen de
lessen. De mogelijkheid tot inloop is niet bedoeld om uw kind naar binnen te brengen. Met uitzondering van de
kleutergroepen is het de bedoeling dat de kinderen zelfstandig naar binnen komen. Verder bent u na schooltijd
altijd welkom op school.
 Twee keer per jaar is een rapportavond gepland, waarop ouders de vorderingen van hun kind met de
leerkracht kunnen bespreken.
 Algemene ouderavonden over een actueel onderwerp, jaarvergadering MR/OR.
 Ouders kunnen altijd een afspraak met de directie maken om over algemene schoolzaken te spreken.
Voor algemene vragen kunt u ook terecht op de informatie- en advieslijn voor ouders over onderwijs. Op schooldagen is
dit nummer tussen 10.00 en 15.00u kosteloos te bereiken onder nummer 0800-5010. Er is ook een website:
www.50tien.nl.
26
R.K. Bernadette Mariaschool
5.4 Medezeggenschapsraad
Aan onze school is op grond van de Wet Medezeggenschap Scholen een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad
bestaat uit 6 leden, waarvan de helft bestaat uit ouders en de andere helft uit personeel, rechtstreeks gekozen uit de
ouders en het personeel volgens het MR-reglement voor een zittingsduur van drie jaar.
De MR heeft als geheel op een aantal punten instemmingsrecht en adviesrecht als het gaat om schoolorganisatorische
zaken, die gevolgen hebben voor leerlingen en leerkrachten. Ook de beide geledingen hebben soms apart instemming
of advies te verlenen. Het gaat dan o.a. over de schoolbegroting, het schoolplan, het jaarverslag, de schoolgids, het
veiligheidsplan, beleidswijzigingen, aanstelling of ontslag schoolleiding, verbouwingen, schooltijden en de hoogte van
de ouderbijdrage. De directeur, die geen deel uitmaakt van de medezeggenschapsraad, is de door het bestuur
gemandateerde gesprekspartner van de medezeggenschapsraad. MR-leden kunnen daarnaast als luisterend oor
fungeren voor zowel ouders als personeel. In geval van klachten is het raadzaam contact op te nemen met de betrokken
leerkracht, de directie van de school of de vertrouwenscommissie. Zie hiervoor ook het onderdeel “Klachtenregeling” in
deze schoolgids. De samenstelling van de MR is als volgt:
Op dit moment hebben namens de ouders zitting in de MR:
Stefan Papendrecht
Leontien Spohr
Madoerastraat 17
Willem de Zwijgerstraat 26
2612 GL Delft
2628 SP Delft
06-52528116
06-48253705
Julia Koopmans
Pieter Hendrikstraat 1
2611 XS Delft
06-29236988
Namens het personeel hebben zitting in de MR:
 Sipkje Boersma
 Angelique Post
 Femke Akkermans
Naast bovengenoemde personen is de directeur adviserend lid van de MR.
MR-vergaderingen zijn openbaar. De agenda voor een vergadering wordt bekend gemaakt via onze website. Zonder
voorafgaande opgave kunnen zowel ouders als personeelsleden de vergaderingen bijwonen.
De notulen worden ook gepubliceerd op de website. Het secretariaat van de MR is bereikbaar op
[email protected]
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)
Elke school is tevens vertegenwoordigd in de GMR van de Laurentius Stichting, met een lid (oudergeleding of
personeelsgeleding), dat stemgerechtigd is. Een lid heeft zitting voor drie jaar. Dit schooljaar is juffrouw Anja Ris
namens onze school, lid van de GMR. Ook in de GMR bestaat instemmingsrecht en adviesrecht voor de gehele raad en
in sommige gevallen voor de geledingen apart. In de GMR worden zaken besproken die voor alle scholen van de
stichting van belang en dus schooloverstijgend zijn, o.a. meerjarenbestuursformatieplan, begroting en jaarrekening van
de stichting, klachtenregeling, toelating en verwijdering van leerlingen, vakantieregeling. Het College van Bestuur is de
gesprekspartner van de GMR. Het secretariaat van de GMR is bereikbaar op [email protected].
Het medezeggenschapsstatuut
Het medezeggenschapsstatuut, dat voor de gehele stichting geldt voor een periode van steeds twee jaar, regelt de wijze
waarop de medezeggenschap is ingericht, hoe de informatievoorziening van bevoegd gezag naar GMR/MR verloopt,
hoe de communicatie binnen de organisatie verloopt en hoe de GMR en de MR gefaciliteerd worden.
GMR- en MR-reglement en medezeggenschapsstatuut zijn ter inzage op school en te vinden op de website van de
stichting (www.laurentiusstichting.nl).
5.5 Ouderraad
De instelling van de medezeggenschapsraad heeft niet betekend dat de ouderraad daardoor minder belangrijk is
geworden. Tijdens regelmatige bijeenkomsten worden allerlei schoolzaken besproken en allerlei praktische zaken, van
belang voor ouders en kinderen, in samenspraak met medezeggenschapsraad en team geregeld.
27
R.K. Bernadette Mariaschool
Bij de ouderraadvergaderingen zijn dan ook altijd vertegenwoordigers van de medezeggenschapsraad en het team
aanwezig.
De taken van de Ouderraad zijn:
- het onderhouden van het contact tussen (nieuwe) ouders en team.
- het bespreken van de gang van zaken op school.
- het meedenken met de ouders die in de medezeggenschapsraad zitting hebben.
- het meedenken over schoolactiviteiten.
- het mede-organiseren en uitvoeren van deze activiteiten.
Op dit moment hebben zitting in de Ouderraad:
Leila Man(voorzitter)
Van Renswoudestraat 38
2612 HZ Delft
06-14669940
 Ilse van der Kraaij-Quick
(contactouder)
Sabangstraat 3
2612 BJ Delft
06-14367101
Maura Toelen (secretaris)
Koepoortstraat 22
2612 HT Delft
06-24676118
 Ed Jansen (penningmeester)*
Leeuweriklaan 27
2289 EE Rijswijk




Kim den Os
Sandra IJzelenberg
Eugenie Schomaker
Irana Knol-IJzelenberg
 Eliza van den Bergh
 Erlyn Boot
*Deze leden zullen komend schooljaar de ouderraad verlaten.
Ouders die zich kandidaat willen stellen voor de ouderraad kunnen zich aanmelden bij de secretaris.
De data voor de vergaderingen worden via de nieuwsbrief bekendgemaakt. Het secretariaat van de ouderraad is
bereikbaar op [email protected].
5.6 Ouderbijdrage
Wij vragen aan alle ouders een kleine bijdrage voor het realiseren van extra uitgaven voor activiteiten voor uw kinderen
die niet door de gemeente of de overheid worden gesubsidieerd. Denkt u eens aan het Sinterklaasfeest, kerst, carnaval,
de sportdag en wat lekkers op het schoolreisje.
Naast feesten wordt de ouderbijdrage ook aan zaken die het onderwijs aan uw kinderen daadwerkelijk ondersteunen
besteedt: zoals uitgaven voor projecten, educatieve uitstapjes, de
kosten van de CITO eindtoets (een toets ter ondersteuning van de
keuze voor vervolgonderwijs in jaargroep 8) en zo meer.
Ieder jaar legt de ouderraad op de jaarvergadering verantwoording
af over de besteding van de ouderbijdrage. De hoogte van de
ouderbijdrage wordt ook op deze vergadering vastgesteld.
Op dit moment bedraagt de vrijwillige bijdrage:
- € 38,- voor het eerste kind;
- € 76,- als twee kinderen onze school bezoeken;
- € 98,- als drie kinderen onze school bezoeken.
- Voor ieder volgend kind dat onze school bezoekt zal €22,- extra
worden berekend.
Een eventuele extra storting mag altijd!
Na de jaarvergadering zal u van de penningmeester een acceptgirokaart ontvangen met een vriendelijk verzoek om uw
bijdrage te willen voldoen.
Zonder uw medewerking kunnen sommige activiteiten helaas geen doorgang vinden.
Bankgegevens: banknummer ouderraad: NL96 INGB 0003 7129 07
Indien u de bijdrage een te groot bedrag in één keer vindt, kunt u bij dhr. Zuydgeest (directeur) een betalingsregeling
afspreken. Ook wanneer u niet wenst te betalen willen wij toch graag van u de reden hiervoor weten. Ook deze kunt u
aangeven bij dhr. Zuydgeest.
28
R.K. Bernadette Mariaschool
5.7 Schoolkostenregeling
Voor ouders met kinderen van 4 tot en met 17 jaar is er de Schoolkostenregeling. Ouders en verzorgers kunnen
daarmee veel kosten vergoed krijgen.
Over welke kosten gaat het?
De Schoolkostenregeling is een bijdrage in (noodzakelijke) schoolkosten o.a.:
 de vrijwillige ouderbijdrage;
 de kosten van schoolreisjes en schoolkampen;
 de kosten die gemaakt moeten worden voor deelname aan culturele activiteiten op
 school, zoals bezoek theater, museum of concerten;
 noodzakelijke gymkleding;
 kosten voor deelname aan door school georganiseerde evenementen;
 regenkleding;
 papier en inkt voor een printer;
 rekenmachine;
 overblijfkosten;
 schooltas;
 huurkosten van een kluisje;
 internetabonnement;
 fiets;
 reiskosten basisschool met openbaar vervoer;
De gemeente Delft vindt het belangrijk dat kinderen op school aan alle activiteiten deel kunnen nemen. Daar moeten
ouders niet op hoeven te bezuinigen. Daarom kunnen ouders met een laag inkomen een bijdrage krijgen voor deze
kosten. Dit is de Delftse Schoolkostenregeling. Er is tevens een sportregeling en een cultuurregeling. Met de
Sportregeling krijgen alle Delftenaren met een laag inkomen jaarlijks € 145,- per persoon voor contributie
en sportkleding.
Met de Cultuurregeling krijgen kinderen van 0 t/m 17 jaar van ouders met een laag inkomen jaarlijks € 150,- per
persoon voor muziekles, toneel of scouting. Er zijn nog meer regelingen voor Delftenaren met een laag inkomen.
Folders zijn op school verkrijgbaar.
29
R.K. Bernadette Mariaschool
Buitenschoolse Opvang
6.1 Stichting Boost BMS
De stichting BOOST BMS staat voor Buitenschoolse Opvang onder Onderwijs STichting Laurentius.
Onderwijs en buitenschoolse opvang op de Bernadette-Mariaschool vinden plaats onder verantwoordelijkheid van de
Laurentius Stichting. De directeur van de Bernadette-Mariaschool is ook integraal verantwoordelijk voor de stichting
Boost BMS. De stichting Boost BMS verzorgt voor de Bernadette-Mariaschool de buitenschoolse opvang.
De stichting Boost BMS is op 1 januari 2012 van start gegaan met het bieden van een hoogwaardige opvang van
kinderen van 4-12 jaar.
6.2 Visie
Buitenschoolse opvang omvat een dagbesteding van een kind in een pedagogisch eenduidige schoolomgeving, zodanig
dat de ontwikkeling van het kind optimaal gediend wordt. Hierbij wordt het kind geïnspireerd door activiteiten in het
onderwijs en in de vrijetijdsbesteding, die bovendien aansluiten bij de behoeftes van het kind.
In de ontwikkeling van een kind zijn drie zaken te onderscheiden: de cognitieve vorming, het aanleren van vaardigheden
en het aanleren/begrijpen van gedrag (sociale vaardigheden).
Op de BMS wordt een dagarrangement aangeboden van 7:30 tot 18:00 uur, waarin ruimte is voor eten, spelen,
onderwijs en opvang. Deze dagopvang wordt georganiseerd met pedagogisch medewerkers, onderwijsassistenten,
leerkrachtbegeleiders, leerkrachten en vakleerkrachten.
6.3 Wat betekent dit in de praktijk?
BOOST BMS verzorgt de voor- tussen- en naschoolse opvang bij ons op school.
Daarbij geldt het volgende:
 De school blijft vrij om de opvang- en onderwijstijden naar eigen inzicht in te roosteren.
 Er zijn meer handen in de school voor verdergaande differentiatie naar het kind.
 Er zijn meer mogelijkheden voor andere werkverbanden, die zowel de keuzevrijheid van individuele medewerkers
als van de schooldirectie vergroot. Specialismen worden breder ingezet.
 Het personeel, het gebouw en het materiaal van de school worden multifunctioneel gebruikt.
 Er is een zgn. ‘derde geldstroom’ in de school (ouderbijdrage kinderopvang), die ten behoeve van dit
dagarrangement (en het multifunctioneel gebruik hiervan) wordt ingezet.
 De vrije keuze van het kind/ de ouder, zowel qua onderwijs als dagarrangement, blijft gehandhaafd. Om die reden
vinden wij bijvoorbeeld dat ouders/kinderen moeten kunnen blijven kiezen om thuis te lunchen. Wij zijn daarom
geen voorstander van een continue rooster.
6.4 Voorschoolse opvang
De voorschoolse opvang is van 7.30-8.30u. Naast een abonnement kan hier ook incidenteel van gebruik gemaakt
worden. De nadruk ligt op het acclimatiseren. Pedagogisch medewerkers of onderwijsassistenten spelen een
verzorgende rol, waarbij aandacht voor het kind centraal staat. Zo nodig kan een ontbijt aangeboden worden.
6.5 Tussenschoolse opvang (Overblijven)
Het overblijven wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van de school door de stichting Boost BMS. Er wordt
gewerkt met vrijwilligers, stagiaires en gediplomeerde medewerkers.
Het streven is om ook activiteiten aan te bieden. waar de kinderen uit kunnen kiezen. Er wordt daarbij gekeken naar de
behoefte per leeftijdsgroep. Ervaring leert ons, dat veel kinderen zelf willen spelen.
Er wordt gewerkt met de landelijke richtlijn. Dit betekent dat er één begeleider werkt met 15 kinderen. Afhankelijk van
de activiteiten die er ondernomen worden, verschilt dit wel eens maar dit is wel het uitgangspunt, waardoor kwaliteit
en veiligheid voorop staan.
30
R.K. Bernadette Mariaschool
Voordat de activiteiten beginnen is er tijd om te eten. De lunchpauze op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag:
Onderbouw: 11.30 – 12.00 uur
Bovenbouw: 12.00 – 12.15 uur
Dit is voor de jongste kinderen een half uur en voor de oudere kinderen vijftien minuten. Dit verschil is ontstaan omdat
in de praktijk bleek dat de jongste kinderen meer tijd nodig hebben om te eten. Dit gebeurt in het eigen groepslokaal
onder begeleiding van de overblijfmedewerkers.
6.6 Naschoolse opvang
De naschoolse opvang begint om 15.15 en duurt tot 18.00u. Organisatorisch zijn de kinderen wel in leeftijdsgroepen
ingedeeld: de Vlinders, de Dolfijnen en de Zeehonden. In principe zitten de kinderen op hun eigen plekje met hun eigen
begeleid(st)er. Omdat we de eigen autonomie van het kind een belangrijke plaats willen geven, wordt hier niet rigide
mee omgegaan en krijgen de kinderen de ruimte om hun keuze aan te geven voor een andere tafel. De indeling in de
verschillende groepen wordt aan de ouders bekend gemaakt op het publicatiebord.
De kleuters worden door de groepsleiding uit de groepen opgehaald. De kinderen vanaf groep 3 mogen zelf naar het
lokaal toekomen. In het lokaal is altijd iemand om hen te ontvangen en te vragen hoe het met ze gaat en of ze een fijne
dag hebben gehad.
Kinderen spelen graag met elkaar, leren van elkaar en maken deel uit van de groep. Op die manier ontstaan relaties
tussen kinderen, vriendschappen soms en soms ook verbroken relaties(ruzie). Hierdoor wordt het functioneren in de
groep, het sociaal bewustzijn en het sociaal vermogen ontwikkeld. Wij zien de kinderen van de opvang als één totale
groep, waarbij we ruimte bieden aan de eigen keuzes van de kinderen.
De begeleid(st)ers treden op als mentor van de kinderen. De kinderen weten dat zij bij hem of haar terecht kunnen.
Daarnaast blijven alle begeleid(st)ers verantwoordelijk voor het welbevinden van alle kinderen.
6.7 Normen en waarden
Van de kinderen die gebruik maken van de opvang wordt verwacht dat zij zich houden aan de regels die binnen de
school gelden. Daarop zal door de medewerkers worden toegezien. Zij tonen respect voor elkaar en respect voor de
medewerkers. Zij houden zich aan de waarden en normen die binnen de school gelden.
6.8 Aanmelden
Ouders kunnen hun kind aanmelden via onze website. Het aanmeldingsformulier kunt u vinden op de pagina BOOST
BMS. De tarieven van de opvang zijn te vinden op de website. Voor aanmeldingen voor de VSO en de NSO van nieuwe
kinderen geldt een inschrijfgeld van € 15,00.
Wanneer u onregelmatig werkt, kunt u gebruik maken van het flexibele abonnement, waarbij u één of meerdere dagen
afneemt. In de maand voorafgaand geeft u aan op welke dagen er gebruik van de opvang gemaakt zal worden.
6.9 Ouderraad
Namens de ouders die gebruik maken van de naschoolse opvang zitten twee ouders in de ouderraad van de school.
6.10 Samenwerkingspartners
De BMS heeft Kunst en Cultuur in haar visie beschreven. De naschoolse opvang zal hier op aansluiten door het
aanbieden van een cultuureducatie programma in de vorm van expressie activiteiten, museumbezoek, aanbieden van
cursussen. Wij werken hierbij samen met de VAK, afdeling kunsteducatie, NMC De Papaver en DOK Delft.
Op sportgebied sluiten we aan bij het gemeentelijk beleid rondom de combinatiefunctionarissen. De
combinatiefunctionaris die aan onze school verbonden is, heeft als opdracht om te zorgen voor een bewegingsaanbod
gericht op meer en kwalitatief beter bewegen tijdens het dagarrangement.
6.11 Jaarverslag
Op de website kunt u het laatst opgestelde jaarverslag inzien. Dit jaarverslag geeft een beeld van de gang van zaken
tijdens de buitenschoolse opvang.
31
R.K. Bernadette Mariaschool
32
R.K. Bernadette Mariaschool