Vertalen van risicobereidheid naar beleggingsbeleid Gosse Alserda MSc & prof. dr. Fieke van der Lecq i.s.m. prof. dr. Benedict Dellaert & dr. Laurens Swinkels en Hay Group NL IIR, 18 september 2014 Opzet presentatie 1. 2. 3. 4. 5. Waarom wil je risicobereidheid weten? Kun je risicobereidheid meten? Hoe dan? Resultaten risicobereidheid Effect op Strategische Assetallocatie (SAA) Conclusie 2 1. Risicobereidheid meten: waarom relevant? “omdat het van DNB en AFM moet” “omdat het van invloed is op beleggingsbeleid” Is dat wel zo? Waar hangt de risicobereidheid dan van af? Als risicobereidheid alleen afhangt van leeftijd, dan hoef je risicobereidheid niet uit te vragen fonds past portefeuille aan naar leeftijdsopbouw van populatie. Als risicobereidheid afhangt van andere zaken dan leeftijd, kunnen dat objectieve en reeds bekende kenmerken zijn sociodemografische informatie is dan voldoende. Voorbeeld: geslacht, opleiding, type loopbaan. 3 1. Risicobereidheid meten: waarom relevant? Als risicobereidheid verschilt tussen populaties met dezelfde sociodemografische kenmerken, kan het zinvol zijn deze uit te vragen. Dan blijft de vraag of mate van risicobereidheid voldoende reden is om af te wijken van ALM verschillend beleggen voor sociodemografisch gelijke populaties? Is dat economisch zinvol (risico – rendement)? Is dat ethisch verantwoord (paternalisme)? Ergo: “(wat) maakt het uit?” Dit is onze onderzoeksvraag. 4 2. Risicobereidheid bepalen Kun je risicobereidheid (objectief) meten? Literatuur (m.b.t. andere domeinen) suggereert dat het kan Verschillende manieren van uitvragen leiden tot verschillende resultaten Uitruil tussen begrijpbaarheid en validiteit van de vragen Framing van de vraag Andere onderzoeken: meestal kwalitatief Vertaling naar SAA moeilijk te maken Ons onderzoek: kwantitatief bepalen (meten) Vertaling naar mate van risico-aversie (RRA) en SAA 5 2. Risicobereidheid bepalen Wat is uw risicobereidheid? Van Rooij et al. (2007) Welke loterij heeft uw voorkeur? Holt & Laury (2002) Hoe wilt u een portefeuille inrichten? Viceira (2001) Combinatie van bovenstaande Kapteyn & Teppa (2011) 6 Holt & Laury in pensioencontext 7 Holt & Laury in pensioencontext Keuze Kans laag Kans hoog “Risico”premie (B-A) Risico aversie A=B 1 90% 10% -16,0% inkomen -4,82 2 70% 30% - 8,0% inkomen -1,82 3 50% 50% 0,0% inkomen 0,00 4 35% 65% 6,0% inkomen 1,29 5 20% 80% 12,0% inkomen 2,85 6 10% 90% 16,0% inkomen 4,46 7 5% 95% 18,0% inkomen 5,91 8 1% 99% 19,6% inkomen 9,03 9 0% 100% 20,0% inkomen N/A 8 Combinatie van methodes risicobereidheid H&L Stated Portfolio Factor (RRA) Combinatie van methodes Verminderd ruis en afwijkingen (biases) 9 2. Relatieve risicoaversie (RRA) Maatstaf voor risicobereidheid Risico in verhouding tot inkomen / kapitaal Positief: Onzekere inkomens worden afgewaardeerd Nul: Neutraal tegenover risico Negatief: Onzekere inkomens worden opgewaardeerd 10 3. Resultaten Vraag: bent u bereid risico te lopen als het om de opbouw van uw pensioen gaat? 11 3. Resultaten Constante relatieve risicoaversie: RRA wordt uitgevraagd in relatie tot inkomen / kapitaal 12 13 14 15 16 17 18 4. Vertaling naar SAA Simulatiemodel voor pensioeninkomens Assetallocatie vereenvoudigd naar: Op basis daarvan simulatie van pensioeninkomens Vaste premie / staffel Nu vaste asset-mix, later ook lifecycles Input voor het model: Zakelijke waarden (aandelen) Vastrentende waarden (staatsobligaties) Leeftijd Inkomen Risicobereidheid Risicopremie Output: Optimale percentage in zakelijke waarden 19 4. Vertaling naar SAA 20 4. Vergelijking met praktijk Fonds Jaar Vastrentende waarden Zakelijke waarden Overig PMT 2012 31,0% 59,0% 10,0% PFZW 2012 32,4% 60,4% 7,2% ABP 2012 39,5% 54,1% 6,4% Shell 2012 47,5% 48,0% 4,5% Ahold 2012 56,0% 36,5% 7,5% ING 2012 61,5% 32,5% 6,0% PME 2012 63,3% 32,4% 4,3% Philips 2012 70,9% 19,7% 9,4% Zoetwaren 2012 80,9% 18,9% 0,2% 21 4. Effect AOW en belasting 22 Inclusief AOW Exclusief AOW 23 Inclusief AOW Exclusief AOW 24 4. Effect risicopremie 25 5. Conclusie & discussie Grote heterogeniteit in risicobereidheid Gedeeltelijk te verklaren door demografische kenmerken De rest is persoonlijk (nurture / nature) Heterogeniteit zowel op inter- als intrafondsniveau Simulaties laten over het algemeen hoge percentages zakelijke waarden zien in optimale portefeuille Perspectief deelnemer ↔ fondsbestuur Effect risicobereidheid op AA afhankelijk van hoogte inkomen (relatieve belang AOW). Tijdsdimensie risicobereidheid Hoe constant is risicobereidheid (vb: effect van een crisis) Vaker uitvragen? 26 VRAGEN & DISCUSSIE Gosse A.G. Alserda MSc [email protected] http://people.few.eur.nl/alserda Prof. dr. S.G. (Fieke) van der Lecq [email protected] http://people.few.eur.nl/vanderlecq 27
© Copyright 2024 ExpyDoc