AGENDA

NR.5
Deze informatiekrant over passend onderwijs wordt meegestuurd
met het Onderwijsblad 11 van 7 juni 2014.
Infokrant
passend onderwijs
Scholen
weigeren
zorgleerlingen
foto: Joost Grol
Scholen weigeren zorgleerlingen
Scholen zijn nu al verplicht om ieder kind vanaf
augustus een passende plek te bieden, maar in
de praktijk blijft de deur voor veel zorgleerlingen gesloten.
De mailbox van onderwijsjurist
Katinka Slump stroomt over van
berichten over kinderen die op dit
moment door de school afgewezen
zijn. Er zullen er zeker nog meer
zijn, denkt ze, want een verzoek om
rechtshulp is voor ouders vaak de
laatste strohalm. Op dit moment
zitten er 16.000 kinderen thuis. Het
merendeel bestaat uit leerlingen die
zijn vrijgesteld van onderwijs en leerlingen die nergens staan ingeschreven. Deze groep groeit bovendien
sterk. Het leidt volgens Slump tot
veel ellende. “Ouders moeten dan
zelf in onderwijs voorzien en het ook
zelf bekostigen. En ook al doen ze
nog zo hun best, als hun kind niet
naar school gaat, krijgen zij Bureau
Leerplicht op hun dak of er wordt
melding gedaan bij het Advies en
Meldpunt Kindermishandeling. Soms
met uithuisplaatsing tot gevolg.”
Overvol
Met de wet Passend onderwijs
krijgen scholen vanaf augustus een
zorgplicht waardoor niet de ouders,
maar de scholen op zoek moeten
naar een passende plek voor een
kind. Die plek kan op de eigen
school zijn, maar ook op een andere.
Volgens Slump is het systeem niet
waterdicht, omdat de klassen overvol
zitten en scholen zeggen geen
personeel of goede aanpak in huis
te hebben. Slump: “En als eenmaal
de ene school een kind afwijst, doen
andere scholen dat ook. Zeker in
het voortgezet onderwijs verschillen
scholen maar weinig van elkaar.”
Dat er een motie in de Tweede
Kamer is aangenomen die scholen
verplicht nu al zelf een alternatief te
bieden, maakt volgens de onderwijsjurist niets uit. Veel scholen en
ouders zijn hiervan niet op de hoogte. “Daarnaast heeft een verplichting
geen zin als er geen handhaving
is. Mijn verzoek om de inspectie
de afwijzingen te laten beoordelen,
heeft de staatssecretaris van tafel
geveegd. Dat schiet dus niet op,
want dat betekent dat iedereen door
rood kan rijden zonder dat iemand
ingrijpt.”
Onlangs deed de inspectie wel
onderzoek toen in oktober duidelijk
werd dat maar liefst 138 autistische jongeren waren afgewezen op
het mbo en hbo. De inspectie vond
geen aanwijzingen dat de scholen de
leerlingen weigerden vanwege hun
stoornis. Ze werden niet toegelaten
vanwege het gebrek aan arbeidsperspectief. “Dat is bizar”, zegt Slump.
“Juist in de techniek of ict zijn grote
tekorten, en dit zijn vaak de banen
waarin deze leerlingen zich thuis
voelen. Bovendien is in dit onderzoek de ouders niets gevraagd.”
‘Bij twijfel
durven scholen
het niet aan’
De AOb maakt zich zorgen over
deze selectie aan de poort. “In het
primair onderwijs maken scholen
goede stappen bij het bieden van
maatwerk”, zegt AOb-bestuurder
Eugenie Stolk. “Maar in het voortgezet onderwijs en het mbo bekijken
scholen nog te vaak of leerlingen wel
passen bij wat ze in huis hebben. In
veel gevallen heeft passend onderwijs de werkvloer nog niet bereikt
en zijn docenten nauwelijks op de
hoogte. Daar moet echt nog een slag
gemaakt worden. Bij twijfel durven
scholen het niet aan, maar waarom
zou je niet elk kind een kans geven?”
1
Speciaal traject
op vmbo Zwolle
MR buitenspel
gezet
‘Goed dat we starten’
Na de zomer is het zover: passend
onderwijs gaat van start. De AOb ziet
het met een positief kritische blik
tegemoet. Dagelijks bestuurder Liesbeth Verheggen: “Ook al voeren veel
samenwerkingsverbanden de wet
‘beleidsarm’ in en is dus nog niet alles tot in de puntjes uitgewerkt, het
is goed dat we eraan beginnen. We
onderschrijven van harte de ideologie om elk kind een passende plek te
bieden, waar mogelijk op een reguliere school. Uitstel van de wet had
de weg daar naartoe alleen maar nog
langer gemaakt. Door de actiebijeenkomsten in maart staat het onderwerp op veel scholen nadrukkelijk op
de agenda. Er zijn al veel positieve
voorbeelden te noemen, maar er
moet ook nog veel gebeuren. Dat nog
niet alles tot in detail is ingevuld,
betekent dat het gesprek erover nog
gevoerd kan worden. Betrokkenheid
van de leerkracht is daarbij iets
anders dan hen informeren. Passend onderwijs kan alleen slagen als
scholen de inbreng van leerkrachten
serieus nemen. Daarnaast hoop ik
dat de overheid niet denkt dat haar
rol is uitgespeeld. Dat ze, ook als de
wet is ingevoerd, blijft bijsturen als
dat nodig is. Passend onderwijs is
niet klaar, het begint pas!”
Scholen zijn bang om op resultaten afgerekend te worden, geeft ze
zelf al als antwoord. “De inspectie
zegt wel dat ze in haar beoordeling
rekening houdt met de populatie,
maar scholen blijven ongerust over
een negatief imago of het etiket
‘zorgschool’.”
Een andere reden om leerlingen af te
wijzen, is geld. Roc Midden Nederland wil bijvoorbeeld zijn traject voor
(gemiddeld) 130 moeilijk lerenden stopzetten, hoewel de aanpak
succesvol is gebleken en velen een
baan vinden. “De opleiding is niet
rendabel”, zegt afdelingsdirecteur
Robert Koch. “Van de 24 maanden
krijgen we er 18 vergoed. Natuurlijk
moet er een goed aanbod voor deze
leerlingen blijven, maar ik vind dat
niet alleen de verantwoordelijkheid
van een roc.”
“Natuurlijk moet je de tent wel
draaiende houden”, reageert Eugenie Stolk. “Maar het is maar net
waar je de prioriteiten legt. In plaats
van geld uit te geven aan nieuwbouw
en management, zou je ook je nek
kunnen uitsteken en gaan staan voor
je idealen om iedereen een kans
te geven. Wat je bovendien nu niet
investeert in zorgleerlingen, betaal
je later als maatschappij dubbel
en dwars als ze niet aan het werk
komen.”
op een goede start van het volgende
schooljaar. Onderwijsjurist Slump
is betrokken bij Ouderkracht voor
‘t kind, een coöperatie voor ouders.
“Zij hebben weinig middelen om het
recht op onderwijs af te dwingen.
Een beroepsprocedure kost veel tijd
en geld. De meeste ouders zijn aan
het koorddansen. Uit angst om als
lastige ouders te worden gezien en
daarmee de kansen voor hun kinderen verder te verkleinen, houden
ze hun mond. Het zou mooi zijn als
ouders samen met leerkrachten gaan
optrekken en van besturen eisen
dat ze passend onderwijs mogelijk
maken. Bijvoorbeeld door kleinere
klassen of meer handen in de klas.
Ze hebben een gezamenlijk belang.
Iedere leerkracht wil een kind verder
helpen. Een zorgleerling succesvol
begeleiden maakt het vak alleen
maar leuker.”
Koorddansen
Intussen zitten ouders met hun
handen in het haar. Met de zomervakantie voor de deur vervliegt de kans
Dit is de laatste infokrant
Passend Onderwijs. Natuurlijk houden we u op de hoogte
van de ontwikkelingen, via de
website www.aob.nl en het
Onderwijsblad.
AGENDA
12 juni
AOb Collegetour
Biopsycholoog Martine Delfos
over passend onderwijs.
Meer op www.aobevents.nl
‘We versterken elkaars expertise’
“Straks moet ik je lippenstift opdoen”, zegt Tanysha die het gezicht
van Mariëlle net grondig heeft gereinigd. “Wat voor kleur is het?”, vraagt
Mariëlle. “Ah nee, dat overleef ik
echt niet.” De twee vmbo-leerlingen
doen de richting zorg&welzijn op de
Thorbecke-scholengemeenschap in
Zwolle. Beiden hebben een taalontwikkelingsstoornis (TOS), waardoor
ze moeite hebben met het begrijpen
of uiten van taal. Zij krijgen daarom
ondersteuning vanuit Kentalis, een
landelijke organisatie die gespecialiseerd is in cluster 2-onderwijs.
Sinds dit schooljaar volgen vijftien
‘Kentalis-leerlingen’ er onderwijs.
Fantastisch
De juniorklas is een soort schakelklas voor leerlingen die om uiteenlopende redenen nog niet klaar zijn
voor het voortgezet onderwijs. Van
de zestien leerlingen zijn er zeven
TOS’ers. Daarnaast is er een aparte
vso-klas voor TOS-leerlingen gecreëerd, geheel bekostigd door Kentalis.
Aan deze klas zijn een docent en
logopedisten of gedragskundigen
van Kentalis verbonden. De leerlingen doen waar mogelijk activiteiten
samen met reguliere groepen en de
bedoeling is dat ze ook zo snel mogelijk de overstap maken. “Samen
waar het kan, apart waar dat moet, is
ons motto”, vertelt locatiedirecteur
Ankie van der Werf. “We bundelen onze krachten en versterken
daardoor elkaars expertise. Dat het
zo snel lukt, komt doordat iedereen
er hier een succes van wil maken,
elkaars expertise respecteert en om
elkaars hulp vraagt.”
De juniorklas, waarin ook Mariëlle
en Tanysha zitten, volgt hetzelfde
vmbo-programma, maar er is extra
aandacht voor taal en rekenen en
minder wisseling van docenten.
Mentor Janny Ellen komt uit het primair onderwijs en verzorgt het merendeel van de lessen. “Ik vind het
fantastisch om dit onderwijs mede
vorm te geven. In deze klas ben je
geen uitzondering, iedereen heeft
wel iets. De overeenkomst is dat het
bij allemaal wat langer duurt voordat
het kwartje valt. Het ene kind heeft
daarvoor meer uitleg nodig, terwijl
een ander baat heeft bij visualisatie.
Ik kan hier mijn onderwijshart helemaal in kwijt.”
En de aanpak heeft succes. De
meeste leerlingen stromen volgend
schooljaar door naar de grotere
groepen. Ook de ‘Kentalis-klas’ is
succesvol. Van de tien TOS-leerlingen zijn er twee al overgestapt naar
de juniorklas en de verwachting is
dat vijf anderen dat na de zomer
doen. “Daar zijn we trots op”, vertelt
projectleider Betsy Gerritsen van
Kentalis. “Dat zoveel leerlingen de
overstap maken van speciaal naar
regulier onderwijs is echt de kracht
van deze setting. Ze zitten er immers
al dagelijks.”
“Ze zijn ook zeer gemotiveerd”,
vult Kentalis-docent Mark Kerkdijk
van de vso-klas aan. “Het bevalt
supergoed, maar het is best pittig.
Er ligt geen draaiboek klaar hoe je
de methodes kunt vertalen voor deze
leerlingen. Die puzzel maakt het
juist ook leuk, zeker als je het effect
ziet.”
“Jongens, wie weet waardoor deeg
krimpt?”, vraagt docent Ferdinand
Plantinga, terwijl hij de meetlat
naast een rolletje deeg houdt. “Nee,
niet door de gist, maar door de gluten die erin zitten.” Hij praat in een
microfoon, het geluid wordt versterkt
MR buitenspel gezet
Steeds meer schoolbesturen maken afspraken over het
overnemen van personeel uit het speciaal onderwijs.
Dat gebeurt echter zonder instemming van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad.
Vanaf het schooljaar 2015-2016
worden de middelen voor voortgezet
speciaal onderwijs verrekend met
het ondersteuningsbudget van het
samenwerkingsverband. Het gevolg
hiervan is dat het speciaal onderwijs
in veel regio’s zal moeten krimpen
en dat de banen van ambulante begeleiders en ander personeel op de
tocht komen te staan. De AOb pro-
beert met schoolbesturen afspraken
te maken over overname. Samenwerkingsverbanden kunnen daarnaast
kiezen voor opting out, waarbij ze al
het personeel zelf in dienst nemen.
“Het is een schizofrene beweging”,
vindt AOb-bestuurder Albert Krist.
“Natuurlijk zijn we blij als we personeel de zekerheid van werk kunnen
bieden en hiervoor een sociaal plan
foto: Joost Grol
Voor het eerst kunnen leerlingen rond Zwolle die een ernstige taalontwikkelingsstoornis
hebben, naar een reguliere school in de buurt.
Vmbo-school Thorbecke biedt hun samen met
Kentalis een specifiek programma.
TOS-leerlingen Tanysha en Mariëlle: “Het is fijn dat we zoveel hulp krijgen.”
zodat hij overal in het kookklas even
goed hoorbaar is. De apparatuur
is bedoeld voor de Kentalis-leerling, maar volgens Plantinga heeft
eigenlijk iedereen er baat bij. “Het
bevalt prima, al vind ik lesgeven een
uitdaging met zoveel verschillende
niveaus. Van de TOS-leerlingen vind
ik het moeilijk om te bepalen of ze
het begrepen hebben. Zij zijn ook
gewend om altijd alle aandacht te
krijgen, dat kan hier niet. Vandaar
dat Mark ook in deze les aanwezig
is om de stof eventueel extra uit te
leggen.”
Veel plezier
“Een TOS-leerling valt niet op, want
hij laat zich niet horen”, legt Betsy
Gerritsen uit. “Daarin schuilt het
gevaar dat een docent denkt dat het
wel goed gaat, maar dat de leerlingen uiteindelijk allemaal onvoldoendes scoren. Een achterstand
kun je inhalen, maar een stoornis is
blijvend. Daar zul je als docent dus
altijd rekening mee moeten houden.”
kunnen maken. Maar aan de andere
kant, het is van de gekke dat dat
gebeurt zonder instemming van de
(G)MR van de ontvangende scholen.”
Nieuwe functie
Over het formatieplan waarin een
school de verdeling van de functies
en schalen vastlegt, heeft de MR wel
instemmingsrecht. Deze plannen zijn
echter al voor 1 mei vastgesteld. Het
overnemen van personeel gebeurt
dus zonder dat dit is opgenomen in
het formatieplan van de ontvangende
school. “Medewerkers zoals ambulante begeleiders zullen een nieuwe
functie krijgen, misschien gaan ze
lesgeven of als ondersteuner aan het
werk”, legt Krist uit. “Ook al komt
2
“We hebben er veel plezier in om uit
te zoeken hoe we maatwerk voor elke
leerling kunnen bieden”, zegt Van
der Werf. “Er liggen veel kansen,
maar niet alles gaat over rozen.” Aan
aparte klassen en intensieve begeleiding hangt bijvoorbeeld een prijskaartje. Kentalis betaalt het traject
op het Thorbecke grotendeels. Maar
hoe de geldstromen vanuit het samenwerkingsverband passend onderwijs gaan lopen, is nog onduidelijk.
Van der Werf: “De vraag hoe we het
gaan betalen en of we wel voldoen
aan de inspectie-eisen, kan me wel
eens aanvliegen. Maar tobben heeft
geen enkele zin en we gaan dus ook
niet zitten afwachten.”
Mariëlle en Tanysha zijn blij dat het
traject voor TOS-leerlingen nu al
bestaat. De speciale vervolgscholen
zijn allemaal ver weg en dat betekent
anders vroeg opstaan en in de taxi.
“Deze school is veel groter”, vertelt
Mariëlle. “Dat is wennen, maar het
is ook wel veel leuker met zoveel
leerlingen. Het is fijn dat we zoveel
hulp krijgen. Ik ben begonnen in
intensief en nu zit ik bij Tanysha in
de juniorklas. Dat is heel leuk, want
wij zijn elkaars beste vriendinnen.”
“O, gelukkig”, verzucht ze als blijkt
dat alle make-up nog voor het einde
van de les eraf moet.
Cluster 1 en 2
Onderwijs aan blinde of slechtziende kinderen (cluster 1) of kinderen
met een beperking in horen of communiceren (cluster 2) blijft
landelijk georganiseerd. De middelen gaan rechtstreeks naar organisaties zoals Kentalis. Zij proberen waar mogelijk met reguliere
scholen samen te werken om ook deze kinderen goed onderwijs in de
buurt te kunnen bieden.
er geld met de overname mee, het
is nog volstrekt onduidelijk welke
functie iemand krijgt en in welke
schaal hij of zij komt. Met alle partijen moet in een overeenkomst deze
overgang en ook de voorwaarden
waaronder dit gebeurt, worden vastgelegd. Dat de MR hier niets over te
zeggen heeft, kan tot rare situaties
en nare verhoudingen leiden. Een
school heeft bijvoorbeeld vanwege
een krimpend leerlingenaantal al
vastgelegd dat een aantal personeelsleden eruit moet, en opeens
neemt ze zomaar mensen aan. Ik
kan me voorstellen dat er nieuwkomers zijn die zich niet erg welkom
zullen voelen.”
Volgens Krist kan een school het alsnog fatsoenlijk in het formatieplan
gaan regelen zodra duidelijk is wie
er binnenkomt. Krist: “Het formatieplan geeft een richting aan voor
het komende schooljaar, dat kun je
natuurlijk altijd bijsturen. Regel in
samenspraak met de MR wat mogelijk is, zodat de nieuwkomer zich ook
echt gewenst voelt.”
Colofon
Uitgave AOb
Redactie Daniëlla van ’t Erve
Ontwerp Typetank
Layout Willem Dijkman
Meer informatie
www.aob.nl