en stripwereld in Japan

Profielwerkstuk
Daniëlle Suurlant, v6a
St. Willibrordcollege Goes
De animatie- en stripwereld in Japan
Inhoudsopgave
Voorwoord en Inleiding
3
Deelvraag 1 - Hoe en wanneer kwamen de eerste strips in Japan
tot stand?
4
Deelvraag 2 - Hoe ontwikkelde het striptekenen zich daarna tot de
stijl nu typerend voor Japanse strips?
8
Deelvraag 3 - Wat zijn de kenmerken van de Japanse teken- en
animatiestijl?
10
Deelvraag 4 - Hoe vindt de ontwikkeling plaats van strips naar
animatie?
19
Deelvraag 5 - Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich
in de jaren ’80 verder ontwikkeld?
21
Deelvraag 6 - Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich
in de jaren ’90 verder ontwikkeld?
23
Deelvraag 7 - Wat zijn vandaag de dag de verschillende genres
van de animatie- en stripwereld in Japan?
29
Deelvraag 8 - Wat is de invloed van de animatie- en stripwereld op
de huidige maatschappij in Japan?
32
Conclusie
35
Begrippenlijst
37
Bronnenlijst
40
2
Voorwoord en inleiding
In Japan maken manga (strips) en anime (animatiefilms) een belangrijk deel uit van de
cultuur. De afgelopen tien jaar is het langzaam aan steeds populairder geworden in de
landen buiten Japan, en afgelopen drie jaar is de bekendheid ervan in Nederland alleen al
erg toegenomen. Maar manga wordt nog steeds vaak geassocieerd met seks en geweld,
terwijl het een veel groter en rijker medium is met veel meer onderwerpen.
Ikzelf ben al ongeveer vier jaar lang fan van dit aspect van de Japanse cultuur. Door middel
van dit profielwerkstuk wil ik mijn eigen kennis over het onderwerp verbreden en er ook
anderen mee kennis laten maken. Ik wil meer te weten komen over hoe manga en anime zijn
ontstaan en hoe ze zich ontwikkeld hebben. Ook wil ik onderzoeken wat voor invloed anime
en manga hebben op de huidige Japanse maatschappij.
Mijn hoofdvraag is: Hoe heeft de wereld rond animatie en strips in Japan zich
ontwikkeld vanaf zijn begin tot nu ontwikkeld en wat is de invloed daarvan op de
huidige Japanse maatschappij?
Deze vraag heb ik onderverdeeld in de volgende deelvragen:
1. Hoe en wanneer kwamen de eerste strips in Japan tot stand?
2. Hoe ontwikkelde het striptekenen zich daarna tot de stijl nu typerend voor Japanse
strips?
3. Wat zijn de kenmerken van de Japanse teken- en animatiestijl?
4. Hoe vindt de ontwikkeling plaats van strips naar animatie?
5. Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’80 verder ontwikkeld?
6. Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’90 verder ontwikkeld?
7. Wat zijn vandaag de dag de verschillende genres van de animatie- en stripwereld in
Japan?
8. Wat is de invloed van de animatie- en stripwereld op de huidige maatschappij in
Japan?
Ik heb ook een begrippenlijst toegevoegd aan het einde van het werkstuk. In de
hoofdstukken zal je woorden tegenkomen die in het blauw zijn afgedrukt; deze woorden
staan verklaard in de begrippenlijst. Daarna volgt een lijst van alle bronnen die ik heb
gebruikt, zowel schriftelijk (artikelen) als visueel (afbeeldingen). Als laatste is er het logboek
dat weergeeft hoe en wanneer ik aan het werkstuk heb gewerkt.
Ik hoop door middel van dit werkstuk meer mensen bekend te maken met het fenomeen
anime en manga binnen de Japanse cultuur.
~Daniëlle Suurlant
3
Deelvraag 1
Hoe en wanneer kwamen de eerste strips in Japan tot stand?
Strips in Japan worden ‘manga’ genoemd. ‘Man’ betekent zoveel als ‘eigenaardig’, op een
humoristische manier. ‘Ga’ betekent afbeelding. De term ‘manga’ werd voor het eerst
gebruikt in de 17e eeuw. Maar de Japanners maakten al veel eerder illustraties en
afbeeldingen die grappig, maar vooral satirisch bedoeld waren. In de 6e en 7e eeuw was er
een bekende serie illustraties genaamd de “Choujuugiga”, wat ongeveer ‘boekrol over dieren’
betekent. Het waren dan ook afbeeldingen, gemaakt op boekrollen, van dieren die zich als
mensen gedroegen.
Hierop zien we verschillende dieren, zoals een kikker, een geit en een leeuw, die menselijk
gedrag vertonen en dergelijke kleren dragen. Deze rollen waren bedoeld als een satire op de
Boeddhistische monniken. Gek genoeg bespotten ze dus zichzelf.
Begin 13e eeuw werden er steeds meer afbeeldingen op tempelmuren geschilderd, die
dieren en het leven na de dood voorstelden. De afbeeldingen waren vaak grof en erg
overdreven weergegeven. Dit ging honderden jaren lang door, met steeds meer variërende
onderwerpen. Begin 1600 werden de plaatjes voor het eerst gezien als amuserend op zich,
en niet slechts illustratie op een muur. Ze werden nu vaak geschilderd op houten blokken en
stonden bekend als de ‘Edo’. De onderwerpen waren minder religieus en meer populair van
aard, vaak zelfs erotisch. Humor en satire maakten er nog steeds een belangrijk deel van uit.
Het is tegen deze tijd dat het woord ‘manga’ voor het eerst opduikt om deze tekenstijl aan te
duiden. De plaatjes waren monochroom en de lijnen waren simpel; er werden kleurvlakken
gebruikt om de schaduw aan te geven. Het weergeven van het onderwerp was belangrijker
dan de manier waarop.
In 1702 bracht de artiest Shumboko Ono een boek uit met illustraties in de manga-stijl, elke
afbeelding met commentaar voorzien. Er was nog geen sprake van een verhaallijn. Deze
methode ontwikkelde zichzelf verder gedurende de honderd jaar daarna. Verhalen werden
steeds vaker van de illustraties voorzien dan andersom. Er bevonden zich tekstvlakken in de
afbeelding die het verhaal vertelden terwijl de plaatjes het weergaven. Deze eerste echte
vorm van stripboeken werd Toba-e genoemd. De Toba-e groeide in populariteit en
4
ontwikkelde zich, zodat een enige tijd later het de geaccepteerde vorm van Japanse
literatuur was. Zoals je ziet hebben in Japan afbeeldingen dus altijd al een grote rol gespeeld
bij schriftelijke verhalen. De populairste Toba-e werden Ukiyo-e genoemd, portretten van de
‘zwevende wereld’. Dit waren vaak afbeeldingen van de rosse buurten: gevechten en
prostituees. Ook werden populaire dingen zoals mode erin weergegeven.
Een gevecht in de ‘rosse buurt’. Links zie je prostituees die door een man met een paard
overrompeld worden. Rechts staan twee samurai op het punt te vechten met een derde man,
terwijl twee vrouwen in kimono’s toekijken.
5
Een vrouw, waarschijnlijk een prostituee of van lichte zeden, wast zichzelf. Op het
rechterblad kijkt een andere vrouw toe.
In 1815 werd de term ‘manga’ gebruikt door de artiest Hokusai om delen van zijn werk aan te
geven. Hokusai leefde van 1760 tot 1849 en heeft meer dan 30,000 toba-e gemaakt. Zijn
bekendste en populairste werk op hout was ‘De Grote Golf’ (zie afbeelding hieronder).
Toen Japan half 19e eeuw open werd
gesteld voor het buitenland, kreeg de zich
ontwikkelende manga-stijl invloed van
Europese artiesten. De Japanse
tekenaars leerden over schaduwwerking,
perspectief en woord-ballonnetjes.
Nieuwe druktechnieken werden
geïntroduceerd die veel efficiënter waren
dan de houtafdrukken. Ook door de
invloed van Europa kwamen in Japan de
eerste humoristische tijdschriften uit.
Toen in 1868 de media zoals kranten en tijdschriften zich ontwikkelden in het moderne
Japan kwamen er ook steeds meer illustraties in voor. Na de Tweede Wereldoorlog
ontwikkelde de manga zich van hoofdzakelijk satirische en humoristische illustraties tot de
vorm van beeldverhalen met een kenmerkende stijl. Eenzelfde ontwikkeling deed zich voor in
het Westen, maar er zijn tot vandaag de dag nog steeds grote verschillen tussen de twee op
zowel commercieel en artistiek gebied.
6
De grondlegger van de moderne basisvorm van manga, afgezien van alle vertakkingen, is
Osamu Tezuka. In 1947 publiceerde hij een manga in boekvorm, New Treasure Island,
gebaseerd op het boek ‘Treasure Island’ van Robert Louis Stevenson. Ondanks de barre
omstandigheden in Japan na de oorlog werd het boek een bestseller en verkocht meer dan
400.000 exemplaren. Osamu Tezuka heeft tot zijn dood in 1989 manga gemaakt, waaronder
de populaire Astro Boy.
Na de Tweede Wereldoorlog nam het aantal manga en mangaka (=manga tekenaars) enorm
toe. Toch werd manga nog steeds gezien als een medium voor kinderen. Maar juist de
kinderen die in die tijd opgroeiden bleven op latere leeftijd manga leuk vinden, zodat er een
markt ontstond voor manga gericht op een ouder publiek. In de jaren ‘60 waren de meeste
van de kinderen die opgegroeid waren met manga, nu studenten. Er ontstond vraag naar
manga gericht op serieuzere onderwerpen zoals politiek en kunst, maar ook andere dingen
die de studenten bezighielden, zoals entertainment en relaties.
7
Deelvraag 2
Hoe ontwikkelde het striptekenen zich daarna tot de stijl nu typerend
voor Japanse strips?
Onder invloed van de veranderende markt in de jaren ’60 en ’70 ontwikkelden zich
verschillende teken- en verhaalstijlen in manga. Deze stijlen ontwikkelden zich daarna
steeds verder en vertakten zich weer, zodat er vandaag de dag een grote diversiteit is aan
manga. In de jaren 80 verschenen er steeds meer verschillende soorten manga over talloze
onderwerpen. De teken-, druk- en inkt-technieken die komen kijken bij het maken van manga
verfijnden en manga-tijdschriften zorgden ervoor dat de verschillende manga bij het juiste
publiek terecht kwam.
Osamu Tezuka’s ‘New Treasure Island’ heeft nog steeds veel invloed op de manier waarop
manga vandaag de dag getekend wordt. Zijn boek begon met een scène van iemand die zijn
auto in het havengebied parkeert en zijn boot probeert te halen. Deze scène beslaat acht
pagina’s en elk detail is op een filmische manier uitgewerkt. Tezuka maakt gebruik van
close-ups en zoom-in technieken zodat de plaatjes na elkaar verlopen als een film en
vloeiend in elkaar over gaan.
In de jaren zestig ontstond er een nieuw genre in manga, genoemd geki-ga. Dit genre
ontstond toen men manga ging produceren eind jaren vijftig voor de toen populaire leenbibliotheken. De geki-ga namen Osamu Tezuka’s werk als uitgangspunt, maar ontwikkelden
zich verder naar een eigen stijl.
De geki-ga artiesten gingen zich richten op de realiteit van hun leeftijdsgenoten, de
adolescenten van de eerste, na-oorlogse manga-generatie. De onderwerpen hadden vaak
betrekking op de wreedheid van de maatschappij en het leven. De auteurs maakten
schokkende beelden om de realiteit duidelijk naar voren te brengen. Soms werd daarom de
publicatie van de manga geweigerd. Zo kwam het dat ze in leen-bibliotheken terecht
kwamen. Eind jaren vijftig waren er ongeveer 300,000 leen-bibliotheken actief in Japan. De
grote meerderheid van de boeken waren manga. Er werd in de bibliotheken vaak goedkoop
snoep gekocht en daarom vond men het geen geschikte plaats voor rijke kinderen. De
nieuwe auteurs zagen de leen-bibliotheken als een nieuwe manier om hun creativiteit tot
uitdrukking te brengen. Ze noemden hun werk ‘geki-ga’ om zich af te zetten tegen de
vroegere soort manga zoals het werk van Tezuka. Zoals ‘man-ga’ ongeveer ‘komische
afbeelding’ betekent, duidde ‘geki-ga’ op ‘dramatische/actievolle afbeelding’.
Begin jaren ’60 begon de eerste mangageneratie zich richting universiteiten en hogescholen
te bewegen, en hun interesses veranderden. De geki-ga-artiesten speelden hier op in door
de onderwerpen van hun werk meer te laten aansluiten op de nieuwe interesses. Ook
werden ze wel gedwongen om nieuwe wegen te zoeken doordat de leen-bibliotheken
verdwenen als gevolg van de opkomst van de televisie. Ze begonnen onderwerpen te
behandelen zoals liefde, actualiteiten, werk, en sociale problemen. Het werk van de geki-ga
artiesten was vaak dramatisch en sensationalistisch, om de studenten te prikkelen. Vandaag
de dag is de grens tussen manga en geki-ga nauwelijks aanwezig, al zijn er nog steeds
merkbare verschillen in techniek en detail die een geoefend oog wel opvallen.
Daarnaast vond ook de ontwikkeling van de historische manga plaats. Voor de oorlog waren
historische verhalen al populair in Japan. Ze vonden meestal plaats rond de 16e eeuw in
Japan, aan het einde van de “Edo” periode. Sommige verhalen waren fictief, andere
gebaseerd op waargebeurde verhalen. Tijdens en enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog
kwamen er geen verhalen of manga uit over historische verhalen en oorlogsverhalen uit de
geschiedenis van Japan, omdat dit door de Amerikaanse autoriteiten daar verboden was. Dit
8
verbod moest ervoor zorgen dat er geen nieuwe nationalistische gevoelens ontstonden die
tot opstand konden leiden. Het vredesakkoord in 1952 hief het verbod op.
Begin jaren ’50 was ook de tijd van de eerste ‘boom’ in moderne manga. Historische
verhalen over bijvoorbeeld legendarische zwaardmeesters waren in mangavorm erg populair
onder de kinderen. Omdat de doelgroep van een jonge leeftijd was bevatten de historische
manga vooral veel humor en een moraal. Dit veranderde in de jaren ‘60 toen de doelgroep
inmiddels ouder was. Onder de historische manga bevonden zich ook manga over ninja’s,
die toen razend populair werden. In de jaren ’70 werden manga over grote mechanische
robots populair, en in de jaren ’80 het ruimtereizen. Het grote aantal verschillende
mangastijlen en genres ontstond door de verscheidene doelgroepen van kinderen tot
volwassenen en bepalen nu nog steeds het beeld van moderne manga.
9
Deelvraag 3
Wat zijn de kenmerken van Japanse teken- en animatiestijl?
Als je puur naar de tekenstijl kijkt, valt veel mensen die onbekend met manga zijn dat de
characters grote ogen hebben in verhouding tot het hoofd, en een kleine neus en mond.
Verder is het hoofd meestal ook groter dan gewoonlijk en zijn de lichamelijke proporties sterk
geïdealiseerd of overdreven. Dit is het standaardbeeld dat de meeste mensen van manga
hebben wanneer ze net kennismaken met het fenomeen. Dit beeld is misschien waar voor
een groot deel van alle manga en anime, maar soms gaat het ook niet op. De tekenstijl
verschilt per genre per artiest, net zoals bij Westerse strips, films en kunst in het algemeen.
Dit is Kamui uit X, een
manga/anime van CLAMP.
Inderdaad grote ogen, een
scherpe neus en een kleine
mond. Hier zien we nog een
ander kenmerk: de puntige
kin. Daarnaast valt in dit
plaatje bijvoorbeeld op dat als
materiaal inkt en aquarelverf
zijn gebruikt. Aquarel, oftewel
waterverf, wordt heel vaak
gebruikt bij manga-illustraties.
Het is pas sinds een aantal
jaren dat
computerprogramma’s zoals
Photoshop worden gebruikt
om te illustreren. Illustraties
zoals deze zijn afkomstig uit
een ‘artbook’; een boek met
grote, gedetailleerde speciale
afbeeldingen van characters
en meer uit een bepaalde
manga- of anime-serie.
Haarstijl in manga en anime
De term ‘anime’ wordt gebruikt om de animatiefilms aan te duiden. Buiten Japan wordt met
‘anime’ specifiek de Japanse animatiefilms bedoeld; in Japan is het een term om alle
animatiefilms aan te duiden in zowel Japan als erbuiten.
Wat verder nog opvalt, is de blauwe haarkleur. Tegenwoordig verven natuurlijk veel mensen
hun haar maar in anime en manga komen vaak alle kleuren van de regenboog in het haar
terug. Groen, roze, oranje, blauw, paars, enzovoort. Dit is natuurlijk niet zo voor alle manga
en anime.
10
Omdat in Japan bijna iedereen zwart of donker haar heeft zou dat betekenen dat in het
tekenen van manga veel inkt ging zitten. Het haar van de characters moest tenslotte
helemaal zwart gemaakt worden. Daarom lieten de mangaka’s de haarkleur wit zodat de
lezers het zelf konden invullen. Het werd natuurlijk aangenomen dat alle personages Japans
waren, tenzij het specifiek werd aangegeven. Zelfs als het haar krullend werd getekend, ging
men ervan uit dat het Japanse personen waren. Door de populariteit van de westerse cultuur
in Japan werden en worden talloze characters die Japans zijn van naam en familie gewoon
met blond krullend haar en blauwe ogen getekend, of lang rood haar en groene ogen, et
cetera. Dit geldt voor de manga. Haarkleuren in anime hebben een heel andere rol.
Rechts is een afbeelding van
Excel uit Excel Saga. Haar
haar is oranje/rood. Dit
reflecteert haar energieke,
‘vurige’ persoonlijkheid.
Links: Nene uit Bubblegum
Crisis 2040. Haar blonde haar
sluit aan bij haar vrolijke,
luchthartige aard.
De stereotypen voor haarkleur zijn als volgt:
Zwart: een neutrale kleur. De meeste mensen in Japan hebben zwart haar.
Blond: deze kleur kan twee verschillende karaktertypen voorstellen. Het ene type is
intelligent, berekenend en gericht op macht en persoonlijke winst. Het andere type is het
compleet tegenovergestelde; vrolijk, luchthartig en optimistisch, een tikkeltje onvolwassen.
Bruin: Normaal, soms saai of gewoontjes. Bruin is net zoals zwart nog een normale
haarkleur in Japan.
Rood: Bij vrouwen een driftige en vurige persoonlijkheid, en zelfvertrouwen; het kan ook een
demon aanduiden. Bij mannen duidt het rode haar op stil en kalm gedrag, maar goede
vechtkunst. Het kan ook betekenen dat de character speciale krachten heeft.
Roze: speels, lief, meisjesachtig.
Blauw: mysterieus, intelligent, soms verlegen, of naar binnen toe gekeerd.
Paars: Onvoorspelbaar, wild of vreemd.
Groen: vreemd, weinig sociale vaardigheden, onhandig
Zilver/Wit: Bij oudere characters natuurlijk gewoon ouderdom, maar bij jonge characters
staat het voor status, intelligentie, macht, en vaak ‘evil’ (een slechterik).
Deze stereotypen gaan soms nog wel op, maar vaak ook niet. Touga uit Revolutionary Girl
Utena heeft rood haar, maar is juist kil en berekenend. Lum uit Urusei Yatsura heeft groen
haar maar is niet onhandig. Tegenwoordig geven de mangaka’s hun characters de haarkleur
die ze bij hen vinden passen.
11
Naast de haarkleur is ook de haarstijl in manga verschillend. Soms valt het natuurlijk, maar
sommige kapsels hebben totaal geen weet van de wet van zwaartekracht, zoals het haar van
Junta Momonari uit DNA^2 die linksonder is afgebeeld. Een ander duidelijk voorbeeld van de
anti-zwaartekracht haarstijl zijn een aantal personages uit Dragonball Z (zie de afbeelding
rechtsonder).
Over het algemeen is de haardracht in anime en manga creatief en kleurig; hierbij vormen
serieuze en informatieve manga een uitzondering.
Junta Momonari uit DNA^2: meer dan sterke
hairgel… Junta’s ontwerp is trouwens
geïnspireerd op dat van Goku uit Dragonball Z!
Van boven naar onderen: Goku,
Trunks en Vegeta uit Dragonball Z.
12
13
Hiervoor is een pagina uit de manga GUNNM: Last Order van Yukito Kishiro. Dit voorbeeld
laat duidelijk nog een belangrijk kenmerk van manga zien: de dynamiek. Er wordt een
vechtscène afgebeeld. Merk op: bij sommige manga, zoals deze, moet je van linksboven
naar rechtsonder lezen. In het eerste ‘frame’ is te zien hoe er een schop met twee voeten
wordt gemaakt. De vele lijnen suggereren beweging en je kunt zien hoe de aangevallene
wegduikt doordat haar hoofd drie keer is afgebeeld met verschillende lijnrichtingen die
beweging suggereren. Wat op dit voorbeeld ook duidelijk is, is de cinematische opbouw van
een mangapagina; frames met verschillende grootte geven steeds stukjes actie weer. Zo zie
je eerst een schop, dan een zwaai met een zwaard van dichtbij, vervolgens een schuin
perspectief op het zwaard dat op haar afsnelt en in het laatste frame een close-up van de
hand die het zwaard blokkeert. De frames zijn veel dynamischer opgebouwd zodat ze de
juiste dynamiek opwekken.
Op deze pagina is daarnaast nog een aspect van manga te
zien: de ‘soundeffects’, ook wel onomatopoeia genoemd. Dit
woord lijkt Japans maar is in feite afgeleid van het Griekse
‘onomatopoios’. Het betekent ‘het gebruik van woorden
zoals ‘bzzz’ en ‘sssshh’ om geluid aan te geven’. Hiernaast
zie je een voorbeeld onomatopoeia.
Enkele voorbeelden van onomatopoeia in manga:
“bata bata” – het flapperen van iets in de wind
“pika pika” – het glinsteren en schitteren van iets
“bisho bisho” – iemand die doorweekt is (bijv. door regen)
“niko niko” – vrolijk lachen
“go ro ro ro ro” – onweer of sterke wind
“do do do do” – het watergeruis van een waterval
“guu guu guu” – snurken, slapen
“chin chin” – het ‘ping ping’ van tegen een glas tikken
Onomatopoeia voor ‘iiii
chiii’: een hoog en schril
geluid
Voor iemand die geen Japans kan lezen zijn de
onomatopoeia nauwelijks te volgen. De
onomatopoeia zijn vergelijkbaar met de ‘WHAM’ en
‘CRASH’ uit westerse strips, alleen door het Japanse
schrift passen de tekens veel beter in de achtergrond.
Het gevolg hiervan is dat het ‘filmische’ effect van
manga versterkt wordt.
Puchiko van Digi Charat: grote ogen =
superschattig
Gezichtsuitdrukkingen
Een ander kenmerk van manga is de
gezichtsuitdrukkingen. Niet alle manga hebben
personages met grote ogen, maar over het algemeen
zijn de ogen wel groter dan normaal. Omdat in scènes
met veel actie en beweging de gezichtsuitdrukkingen
moeilijker te lezen waren, tekenden de vroege
mangaka’s hun characters met grotere hoofden en
vooral grotere ogen. Zo kon beter gezien worden
welke emoties er door het personage heen gingen.
Tegenwoordig geeft de grootte van de ogen ook de
aard van een manga aan; kleinere ogen worden vaak
gebruikt bij serieuzere en realistischere manga. Grote
ogen worden gebruikt bij komische en niet-serieuze
manga. Vaak worden grote ogen ook aan
characters gegeven die ‘schattig’ of ‘lief’ over
moeten komen.
14
Op het onderste plaatje van de vorige pagina zie je een pagina uit de Digi Charat manga:
Puchiko, een van de characters, met enorm grote ogen, geen neus te zien, en een stipje als
mond. Puchiko is duidelijk ‘kawaii’: superschattig.
Er is nog iets bijzonders aan de hand wat betreft manga en
gezichtsuitdrukkingen. Er zijn bepaalde, typische situaties of
emoties die een vaste, grappige uitdrukking hebben.
De enorme zweetdruppel op het voorhoofd drukt verrassing of
verbazing uit. Soms ook vernedering of ongemak. Wanneer er
iets gebeurt dat bijvoorbeeld wel grappig is, maar eerder een
beetje beschamend of waarvan je niet weet wat je er van moet
denken – dat is het moment waarop de zweetdruppel in anime
en manga verschijnt.
Dan zijn er de neusbloedingen. Deze komen voornamelijk voor
bij mannelijke personen en meestal als ze plotselinge perverse
gedachten over het andere geslacht hebben.
Het blozen is een vrij normale uitdrukking en wordt
aangegeven met een rode vlek of rode streepjes onder de
ogen, op de wangen, meestal boven of door de neus. Op de
tweede van de bovenstaande afbeeldingen is een blos te zien.
Het tegengestelde van de blos is een blauwe vlek of
blauwe/zwarte streepjes. Blozen geeft verlegenheid aan of
een licht gevoel van schaamte, maar een blauwe ‘blos’ geeft
duidelijk diepe schaamte of vernedering aan. Vaak worden
deze lijntjes ook verticaal langs het voorhoofd getekend.
Dan is er nog het huilen. Sommige characters huilen zo dat er
alleen tranen in hun ogen verschijnen die vervolgens uit hun
wimpers vliegen; anderen huilen met een enorme stroom aan
water die uit hun ogen vloeit en vervolgens bij hun wang stopt.
Op sentimentele momenten wanneer een character nog net
niet huilt, worden de ogen meestal groter weergegeven met
meer lichtvlekjes erin. Deze worden ook wel ‘tareme-eyes’
genoemd; de character moet er dan vooral onschuldig en lief
uitzien.
Uitpuilende bloedvaten zijn een uitdrukking van woede.
Meestal worden de ogen groter en de pupillen kleiner. De
mond kan ook veel groter worden wanneer er geschreeuwd
wordt. Dan zijn er de draaiende ogen: deze verschijnen als de
character knock-out wordt geslagen, helemaal door de war is
of duizelig.
Als laatste zijn er de lach-ogen: de ogen zijn dicht en alleen de
wimpers zijn zichtbaar, en zijn gebogen in een ‘n’-vorm. Deze
uitdrukking drukt vrolijkheid uit, glimlachen, of vriendelijkheid.
15
Naast de gezichtsuitdrukkingen zijn de
anatomische verhoudingen in anime en
manga anders. De benen zijn over het
algemeen lang en nemen meer dan de
helft van de lengte van het lichaam op.
Natuurlijk verschilt dit gegeven ook weer
per genre. Over het algemeen zijn de
characters idealistisch en esthetisch
afgebeeld vanuit de Japanse opvatting
hierover. Mannen worden bijvoorbeeld
mooier gevonden wanneer ze lang, slank
en enigszins vrouwelijk overkomen; de
vrouwen worden heel dunne tailles en
lange benen gegeven, en soms grotere
borsten. In sommige gevallen tartten de
borsten, net als het haar, de wet van
zwaartekracht. Hiernaast is een
afbeelding van Asuka Sohryu Langley, uit
Neon Genesis Evangelion. Haar dunne
taille is niet bepaald natuurlijk en haar
benen nemen meer dan de helft van haar
lengte op. De meeste vrouwelijke
characters zijn niet zo extreem dun;
Asuka moet 14 jaar voorstellen, vandaar
dat ze nog geen ‘vol’ figuur heeft.
Algemene vrouwelijke characters lijken
nog het meest weg te hebben van een
barbiepop. Maar per genre en per artiest
verschillen de stijlen veel; vooral het werk
van Studio Ghibli is natuurlijker, zowel in
anatomie als haarkleur en
gezichtsuitdrukkingen.
Daarnaast is er nog ‘SD’, een afkorting
van super-deformed; ook wel ‘chibi’
genoemd. Hierbij is de anatomie van een
character zodanig vervormd dat er
meestal geen vingers of tenen te zien
zijn, en het hoofd is ongeveer half zo
groot als de rest van het lichaam. Meestal
wordt SD gebruikt in komische of
speciale situaties en doet de character
schattig en kinderlijk lijken.
Asuka Sohryu Langley; lange benen en erg slank
Op de volgende pagina staan nog enkele afbeeldingen om dit te illustreren.
16
Faye Valentine uit Cowboy Bebop:
een dunne taille en een antizwaartekracht boezem.
Een chibi (‘mini’) Misato uit Neon
Genesis Evangelion
Kira Sakuya uit Angel Sanctuary
(links): een lange bishounen met
lange slanke armen en benen.
17
Een ander, belangrijk onderdeel van de Japanse manga-industrie zijn de doujinshi. Dit zijn
manga gemaakt door fans, gedrukt door fans en door fans op de markt gebracht. De grote
bijeenkomst Comiket in Japan is een beurs waar duizenden fans hun doujinshi laten zien en
verkopen. Doujinshi zijn manga met characters van andere, bekende manga of anime, met
een ander verhaal. Dat kunnen allerlei soorten verhalen zijn; vaak geven ze een andere of
originele draai aan het verhaal van de originele manga of anime.
Als men hier een boek zou schrijven met een ander verhaal maar met bijvoorbeeld geen
originele personages – bijvoorbeeld Harry Potter, dan wordt dat beschouwd als een breuk
van auteursrechten. In Japan is dit totaal niet het geval. Manga- en animetekenaars hebben
natuurlijk wel wat te zeggen over de reproductie van hun werk, maar over het algemeen
wordt dit goedgekeurd.
De doujinshi geven de fans een manier om hun fantasieën te uiten. Soms zijn dit normale,
alternatieve verhalen, omdat men geen genoeg kan krijgen van de personages uit een
bepaalde serie. Maar er is ook een groot aantal hentai-doujinshi, oftewel erotisch werk. Dit
varieert van romantisch tot porno. Ik wil wel benadrukken dat een groot deel van de doujinshi
goed en fatsoenlijk werk is en dat het niet louter bestaat uit de perverse gedachten van fans.
De doujinshi-artiesten organiseren zichzelf vaak in groepjes, ‘circles’, die zich samen wijden
aan een doujinshi. Ze slagen er soms in om de stijl van de originele mangaka perfect over te
nemen. Het is ook vrij normaal om doujinshi aan te treffen waarbij characters ineens van
seksuele geaardheid veranderd zijn. Homoseksualiteit is in Japan al erg lang geaccepteerd,
en sommige fans zien hun favoriete mannelijke of vrouwelijke characters liever met elkaar
dan met een character van het andere geslacht. Natuurlijk is buiten de doujinshi
homoseksualiteit in manga en anime niet vreemd. Hier kom ik in een later hoofdstuk op
terug.
18
Deelvraag 4
Hoe vindt de ontwikkeling plaats van manga naar animatie?
Rond 1914 begonnen in Japan de eerste experimenten met animatie. De eerste echte
animaties ontstonden in 1917 door een groepje hobbyisten en bestond uit niet meer dan
kleine stukjes van minder dan vijf minuten. Sommige van deze filmpjes waren geïnspireerd
op Amerikaanse tekenfilms van die tijd, maar hoofdzakelijk waren het filmpjes over Japanse
volksverhalen. De eerste enigszins succesvolle anime was Peach Boy van Kitayamo Seitaro
uit 1918. In de jaren ’30 groeide de belangstelling voor anime met een militaristische inslag.
Eind jaren ’30 werden de animaties vooral aangewend voor propagandistische doeleinden.
Onder druk van de regering kwam in 1945 de eerste lange animatiefilm uit: Momotaro, Divine
Sea Warrior. Deze liet zien hoe de Japanse marine heldhaftig Indonesië en Maleisië
bevrijdde van de slechte, met horentjes afgebeelde westerse onderdrukker. Te laat, want in
1945 was de oorlog afgelopen.
Na de Tweede Wereldoorlog is het slecht gesteld met de economie van Japan. De
animatieproductie komt half jaren ’50 pas weer op gang, en leider van deze ontwikkeling is
Toei. In 1958 komt Toei met de eerste animatiefilm in kleur: Hakujaden (Legend of the White
Snake). Deze film geeft werkelijk het startschot voor de animatieindustrie in Japan. Hayao
Miyazaki, nu de ‘Walt Disney’ van Japan, was toen 17 jaar. Deze film werd opgevolgd door
The Mischievous Prince Slays the Giant Serpent (1963), The Adventure of Horus, Prince of
the Sun (1966), en Puss in Boots (1967). Puss in Boots bevat het eerste werk van de
toekomstige grootheden in anime, Isao Takahata en Hayao Miyazaki.
De andere grote naam die al de standaard had gezet voor de huidige vorm
van manga, ging zich ook bezighouden met animatie: Osamu Tezuka. In
1961 zette hij zijn productiestudio Mushi op. Zijn tv-debuut, Tetsuwan
Atom (Astro Boy), verscheen op nieuwjaarsdag 1963 op de Japanse
televisie – net enkele maanden te laat om de eerste anime op Japanse
televisie te zijn. Deze titel werd drie maanden eerder behaald door Otogi met
Manga Calendar’, een historisch-informatieve animeserie. Astro Boy
was wel de eerste met een vaste cast van characters. Astro Boy was
gebaseerd op Tezuka’s eerdere manga. Na Astro Boy ontwikkelde
Osamu Tezuka
Tezuka nog een anime gebaseerd op zijn manga: Jungle Taitei
(Kimba the Lion) en daarna het vervolg, Jungle Taitei Susume Leo!
(Leo the Lion). In 1969 produceerde Tezuka ‘Ribon no Kishi’, die de basis vormde voor
shoujo-anime: anime speciaal gericht op meisjes. Kort daarna ging Mushi failliet. Tezuka
ging als vanouds door met het maken van manga en liet de productie van animatie
gebaseerd op zijn werk aan anderen over.
Ribon no Kishi
In 1963 werd ook Tetsujin 28-go (Iron Man 28, Gigantor)
geproduceerd. Deze bestond uit 83 afleveringen en zorgde
voor de populariteit van het robot-genre. In 1966 kwam
Mahoutsukai Sally op de televisie, en was daarmee de
eerste ‘magical girl’ (mahou shoujo) anime. Deze was
geïnspireerd op de bij Japanse meisjes populaire
Amerikaanse serie ‘Bewitched’. De eerste afleveringen
waren zwart-wit. Het was pas bij Ribon no Kishi dat dit
genre werkelijk doorbrak.
Net zoals bij manga was in de jaren ’60 de anime vooral gericht op kinderen. Maar in de
jaren ’70 was de manga- en anime-generatie ouder geworden, en complexere verhalen en
thema’s werden populairder. Tot de jaren ’70 bestonden de anime en manga vooral uit
klassieke ‘goed versus slecht’-verhalen.
19
De komst van Lupin Sansei door Monkey Punch veranderde dit. De hoofdpersoon Lupin was
een dief en verzekerde de kijkers van veel slapstick humor en volwassen grapjes. De jaren
’70 werden ook gekenmerkt door de enorme populariteit van ‘Giant Robot’ anime, oftewel
anime waar vooral gigantische robots in voorkwamen. De belangstelling voor science-fiction
en ruimtevaart nam toe. De anime Mazinger bracht een nieuwe impuls in het Giant Robot
genre omdat voor het eerst de robots uit losse onderdelen bestonden die in elkaar konden
worden gezet, en dat de robot een voertuig was in
plaats van een persoon. Mazinger kwam in 1972 uit en
werd geproduceerd door Toei. Andere belangrijke
science-fiction anime waren Kagaku Ninja-Tai
Gatchaman (Battle of the Planets/G-Force), Great
Mazinger (het vervolg op Mazinger), Uchu no Kishi
Tekkaman, en Uchu Senkan Yamato (Space Battleship
Yamato). In de laatste vocht het ruimteschip Yamato
tegen aliens om de aarde te beschermen. De serie is
geproduceerd door Leji Matsumoto – een andere grote
Space Battleship Yamato
naam in de geschiedenis van anime en manga.
Leji Matsumoto produceerde later Space Pirate Captain Harlock, Galaxy Express 999 en The
Queen of 1,000 Years. Twee belangrijke anime die in deze tijd gemaakt zijn, zijn Mobile Suit
Gundam en Chojiju Yasai Macross. Beide series hebben tot vandaag de dag nog steeds
vervolgen. Na Mobile Suit Gundam kwam jaren later Mobile Suit Gundam Wing (die nu op de
Nederlandse televisie te zien is), Gundam Wing Endless Waltz, Universal Century en GSaviour. Na Chojiju Yasai Macross (in Amerika
bekend als Robotech) volgen Macross: Do You
Remember Love?, Macross II, Macross II: The
Movie, Macross 7 en Macross Plus. De nieuwste
productie in the Macross serie is Macross Plus:
The Movie. De laatste stamt uit 1997, en er zijn
geruchten dat er weer een nieuwe Macross serie
komt. Macross wordt geproduceerd door
Gainax, nu een van de grootste producenten in
de anime- en mangaindustrie in Japan.
De Macross serie combineert met succes de
elementen van science-fiction en
liefdesverhalen.
20
Deelvraag 5
Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’80
verder ontwikkeld?
Tot en met de jaren ’80 was anime vooral op de televisie te zien. Dit veranderde half de jaren
’80 doordat films van Hayao Miyazaki en Isao Takahata weer in bioscopen werden gedraaid,
waardoor lange films weer populair werden. De vraag naar vernieuwende anime werd ook
groter. Een van de eerste mangatekenaars die hier op inspeelde was Akira Toriyama die met
de komische serie Dr. Slump een hit scoorde. Zijn grote succes kwam in 1986 met de serie
Dragonball Z, gebaseerd op een oude Chinese legende. Binnen enkele maanden was
Dragonball Z de populairste televisieshow in Japan.
Rumiko Takahashi had enorm veel succes met
haar comedy-series Urusei Yatsura, Ranma 1/2
en Maison Ikkoku. Deze series zijn vandaag de
dag nog steeds populair. Het verhaal van
Ranma 1/2 zorgt voor veel hilariteit – Ranma
Saotome verandert in een meisje wanneer hij
water over zich heen krijgt.
Door de opkomst van home video half jaren ’80
ontstond er een nieuwe markt voor anime voor
volwassenen. Erotische anime kon vaak niet
worden uitgezonden op de televisie, maar met
video konden liefhebbers ze zelf thuis kijken.
De artiest Go Nagai was bekend om zijn anime
en manga voor volwassenen.
De groenharige alien Lum uit Urusei Yatsura is
nog steeds populair
De home video zorgde ook voor een nieuwe vorm van anime. Tot die tijd verscheen anime
voornamelijk als televisieseries met vele afleveringen, of als lange film in de bioscoop. De
video was een nieuw medium voor de animestudio’s. Het duurde niet lang of de eerste
Original Animated Video (OAV) werd uitgebracht. OAVs zijn anime die vaak langer duren
dan de televisieseries en de bioscoopfilms, en zijn bovendien beter van grafische kwaliteit.
De kwaliteit was niet zo goed als die van de bioscoopfilms, maar was daardoor juist
makkelijker aan te schaffen voor het thuispubliek. Het komt vaak voor dat er een OAV van
een serie op tv wordt gemaakt. Het gebeurt ook wel eens andersom; een OAV wordt door
zijn populariteit omgezet naar een tv-serie.
De studio die het meeste succes boekte in de jaren ’80 was Studio Ghibli, die onder andere
Hayao Miyazaki en Keiji Nakazawa onder zijn hoede had. Hayao Miyazaki werd beroemd
door Nausicaä of the Valley of the Wind, die hij in samenwerking met Studio Ghibli in 1984
produceerde. Het was een enorme hit in Japan en brak alle records. Daarop volgden Laputa:
the Castle in the Sky (1986), My Neighbor Totoro (1988), Kiki's Delivery Service (1989) en
The Crimson Pig (1992) – stuk voor stuk klassiekers. Kiki’s Delivery Service wordt de eerste
anime die door Disney in Amerika gereleased wordt. Keiji Nakazawa’s Hotaru no Haka
(Grave of the Fireflies) (1988) die vertelt over het tragische lot van twee kinderen in Japan in
de Tweede Wereldoorlog is een van de grote anime-klassiekers. Nakazawa produceerde
ook Only Yesterday (1991) en Pom Poko (1994). Pom Poko was Japan’s inzending voor de
Oscar-nominatie voor Beste Buitenlandse Film.
21
Naast Studio Ghibli was Gainax erg succesvol. Hun meest succesvolle releases in de jaren
’80 zijn Otaku Graffiti (1985), Wings of Honneamise (1987) en net in 1990, Nadia: The Secret
of Blue Water.
De film Blade Runner van Ridley Scott in 1982 creëerde een
nieuw genre in anime: cyberpunk. Het draaide vaak om de
postapocalyptische jeugd die probeerde te overleven in een
futuristische, maar vervallen grote stad. Katsuhiro Otomo’s Akira
uit 1988 is tot vandaag de dag dé cyberpunk-klassieker. Vaak
wordt Akira genoemd als ‘de moeder van alle anime’; dit is
feitelijk niet waar, maar het geeft het effect dat de film op het
Japanse publiek goed weer. Onder de invloed van deze
vernieuwende anime en een groeiende markt, zowel binnen als
buiten Japan, was de anime-gekte niet meer te stoppen.
De filmposter van Akira
22
Deelvraag 6
Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’90
verder ontwikkeld?
De populariteit van de video was natuurlijk al belangrijk
voor de explosieve groei van de anime- en
mangaindustrie in Japan in de jaren ’80, maar een ander
onderdeel was de ‘westernisering’. De anime- en
mangawereld in Japan nam een voorbeeld aan de popcultuur van het Westen. Merchandising werd een grote
bron van inkomsten voor de animeproducenten. Van een
populaire anime was zowat alles te krijgen: onder andere
lunchtrommels, dekbedovertrekken, posters, poppen,
kleren, tassen, pennen, sleutelhangers, en
miniatuurmodellen. De laatste werd meer dan alleen
maar merchandise, en er ontstond een grote groep
hobbyisten die niets liever deden dan de
miniatuurmodellen van hun favoriete characters of robots
in elkaar zetten en verven. Sommige modellen zijn meer
in de geest van Barbiepoppen, inclusief verschillende
kleren; anderen zijn dure beeldjes die in elkaar gelijmd
moeten worden en geverfd.
Close-up van een beeldje; Ruri
Hoshino uit Martian Successor
Nadesico
Studio Ghibli en Gainax bleven in de jaren ’90 marktleiders. Kleinere producenten zoals Toei
bleven wel bestaan. In de tijd tussen 1990 en 1992 waren de series Nadia (1990, Gainax),
Sailor Moon en Tekkaman Blade de grootste successen. Andere series in die tijd waren
Yawara, Shurato, Chibi Maruko-chan, Laughing Salesman, Cyber Formula, New Minky
Momo, New Getta Robo G, en Tetsujin 28 FX. De belangrijkste OAV’s waren Record of
Lodoss War, Otaku No Video, Giant Robo: The Animation, Macross II, Video Girl Ai en
Tenchi Muyo. Andere bekende OAVs die in die tijd zijn uitgebracht zijn Dirty Pair, Devilman
2, Angel Cop, Cybercity OEDO 808, Ako the Vs, Gundam F91, Gundam 0083, Roujin Z,
Omoide Poro Poro, Urusei Yatsura 6, Bubblegum Crash, Sukeban Deka, en Porto Rosso.
De belangrijkste titel uit de tijd tussen 1993 en 1995 is wel Shin Seiki Evangelion (Neon
Genesis Evangelion) uit 1995, door Gainax. Zelfs nu, jaren later, wordt het nog steeds
genoemd als de beste anime uit het vorige decennium – alhoewel daarover de meningen
verdeeld zijn. Evangelion vertelt het verhaal van de 14-jarige Shinji Ikari, die onder druk van
zijn vader in een van de grote Evangelion-robots moet vechten om de stad en waarschijnlijk
de wereld te verdedigen tegen de Angels. Naast de enorme druk die er op de eigenlijk timide
en onzekere Shinji rust, is er veel meer gaande dan op het eerste gezicht lijkt. Gendo Ikari,
Shinji’s vader, is leider van de organisatie NERV die de Evangelions heeft gemaakt en het
gevecht tegen de Angels leidt, maar de relatie tussen hem en Shinji is niet al te best. De
andere Evangelion-piloten, Asuka en Rei, vechten samen met Shinji tegen de Angels.
Gaandeweg blijkt dat de Angels geen normale vijanden zijn, en dat de Evangelions ook geen
gewone robots zijn.
23
Shinji’s Evangelion (rechts) in gevecht met een Angel (links).
De verhaallijn van Evangelion wordt naarmate de serie vordert steeds complexer en
moeilijker te begrijpen. Tot vandaag de dag zijn er nog steeds discussies gaande over het
verhaal en de bedoeling ervan. Naast de complexe verhaallijn is de kwaliteit van de animatie
enorm goed. NGE wordt ongekend populair in Japan en enkele tijd later, wanneer de serie
ook in Amerika uitkomt, onstaat ook daar de Evangelion-gekte, die nog jaren voort zal duren.
Een andere serie die in die tijd binnen en buiten Japan enorm populair wordt is Mobile Suit
Gundam Wing. Deze is weer een vervolg op de Mobile Suit Gundam serie, en vertelt hoe
een groep van vijf jonge piloten weerstand biedt aan de geheimzinnige organisatie OZ. Op
dit moment is de serie op weekdagen van 16:35 to 17:10 te zien op Yorin.
De Tenchi Muyo tv-serie, DNA^2, Macross 7, Rayearth en Irresponsible Captain Tylor zijn
andere bekende series uit de periode 1993 – 1995. De belangrijkste OAV die in 1995
verschijnt is Masamune Shirow’s Ghost in the Shell. Zou er een top 3 van de meest bekende
anime uit de afgelopen 20 jaar zijn, dan stond Ghost in the Shell in de top 3, samen met
Neon Genesis Evangelion en Akira. GitS vertelt het verhaal van de android (een menselijke
robot) Motoko Kusanagi en haar zoektocht naar de cyber-crimineel die de Puppet Master
genoemd wordt. De Puppet Master blijkt een type van AI (Artificial Intelligence = Kunstmatige
Intelligentie) te zijn, die blijkbaar voor zichzelf kan denken. De anime stelt de kijker
belangrijke vragen: tot hoeverre is kunstmatige intelligentie een ziel? En wat definieert een
ziel? De animatie in GitS is van hoge kwaliteit, en de muziek van Kenji Kawaii geeft de juiste
sfeer aan het geheel.
Andere belangrijke OAVs in de periode 1993 – 1995 zijn Ninja Scroll, Ah! Megami-sama The
Movie, Macross Plus, New Dominion Tank Police en Iria.
24
In 1996 gooit de anime Vision of Escaflowne hoge ogen. Het combineert zowel moderne als
fantasy-elementen in een geheel. Het schoolmeisje Hitomi Kanzaki is aan het rennen op de
atletiekbaan wanneer een jonge prins en een draak verschijnen. Voor ze het weet zit ze in
een andere fantasiewereld waar ze betrokken raakt in een strijd tussen verschillende rijken
waarbij de grote Escaflowne-robots worden ingezet. Ondertussen krijgt Hitomi aandacht van
enkele mannelijke characters van verschillende partijen.
Ondertussen nemen manga natuurlijk nog steeds een
belangrijke plek in in de Japanse samenleving. Manga
worden overal gelezen, en door allerlei mensen van
verschillende leeftijden: in de metro, in de tram, op
kantoor, thuis, door kinderen, vrouwen, zakenmensen en
bejaarden. Vaak worden de manga na het lezen
weggegooid, waarna ze worden opgeraapt door
zwervers en op straatwinkeltjes opnieuw verkocht
worden. Van de vele manga die gepubliceerd worden, of
het nu door thuisbedrijfjes zijn of grote namen zoals
Kodansha en Shueisha, zijn er van het totaal maar
weinig die het tot anime schoppen.
Een dakloze verkoopt manga op straat
Het totaal aan verschillende manga is echter zo groot dat
dit nog een groot aantal is. Het overgrote deel van alle anime zijn gebaseerd op manga. Net
zoals bij de verfilming van boeken verschillen de anime soms wel en soms niet van de
manga. In sommige gevallen wordt er van een anime een manga gemaakt. Een belangrijk
fenomeen in de mangaindustrie zijn de doujinshi (zie hoofdstuk 3).
Een van de grootste namen in
manga is CLAMP, een groep
vrouwelijke tekenaars en storywriters die samen zo’n 22
verschillende manga-series
uitbrengen waarvan een aantal ook
verfilmd is. De serie die het meeste
succes heeft is Card Captor Sakura.
CCS gaat over de jonge Sakura die
de taak op zich heeft om alle Clow
cards terug te vinden nadat ze ze
per ongeluk heeft losgelaten. In vele
kleurige kostuums en samen met
haar vrienden Tomoyo en Li beleeft
ze veel avonturen. CLAMP heeft
door haar unieke stijl van zowel
tekenen en verhalen grote aantallen
fans aangetrokken. Naast CLAMP
zijn Akira Toriyama (Dragonball Z,
Sandland, Kajika, Cowa!) en
Masakazu Katsura (DNA^2, Video
Girl Ai, I’’s) bekende mangaka.
Tomoyo (links) en Sakura (rechts) uit Card Captor Sakura.
De doujinshi-markt is waarschijnlijk nu groter dan ooit, omdat het aantal fans buiten Japan
nog steeds groeit.
25
De anime Mononoke Hime (Princess Mononoke) van Hayao Miyazaki was in 1997 ook een
groot succes in Japan. De film is ook in Amerikaanse bioscopen gedraaid, maar de
reclamecampagne was zo mager dat hij erg weinig aandacht kreeg. Dit is jammer, want voor
de verandering werkten er echte goede Amerikaanse voice-actors aan mee, waaronder Billy
Bob Thornton, Claire Danes, Gillian Anderson en Minnie Driver. Het geldt nog steeds als een
van de beste engelse dubs in de geschiedenis van anime. Mononoke Hime vertelt hoe San,
een meisje dat is opgevoed door wolven, en Ashitaka, een langzaam stervende prins van
een verloren volk, samen vechten om de geest van het bos te behouden. De mensen in de
buurt willen het bos vernietigen om er ijzer uit de grond te kunnen halen, en iemand heeft
een beloning uitgeloofd voor de dood van de bosgeest die het bos beschermt. De anime
confronteert kijkers met de industrie en wat het onze natuur aandoet.
De populairste serie van de afgelopen zeven jaar is waarschijnlijk Cowboy Bebop (1998).
Het speelt zich af in ons zonnestelsel in de toekomst, waar zich een nieuw Wild Westen
heeft ontwikkeld in de ruimte tussen Mars, Aarde en enkele ruimtestationnen waar
premiejagers criminelen achtervolgen voor geld. De premiejager Spike Spiegel en zijn gevolg
bestaande uit Jet Black, Faye Valentine, Edward en de hond Ein beleven tijdens het jagen
op criminelen allerlei avonturen… en komt Spike steeds dichterbij zijn verleden dat hij achter
zich wou laten. De hele serie gaat gepaard met muziek gebaseerd op de jazzstroming Bebop
uit de jaren ’40. De kwaliteit van de animatie is ontzettend goed en kan zelfs vandaag de dag
concurreren met nieuwere anime. Veel fans beschouwen Cowboy Bebop als de beste uit de
reeks nieuwe anime van de laatste jaren.
Uit hetzelfde jaar komt Trigun, een
anime die bijna net zo populair wordt
als Cowboy Bebop. Jaren geleden
werd een stad met de naam July
verwoest door iemand die bekend
staat als Vash the Stampede.
Vandaag de dag staat er een prijs
op zijn hoofd van $$60,000,000,000
– alhoewel er vreemd genoeg
niemand is gestorven bij de
verwoesting van de stad. De
verzekeringsagenten Meryl Stryfe en
Milly Thompson krijgen de opdracht
om deze Vash te volgen. Dan blijkt
dat hij eerder vredelievend is,
alhoewel hij een fantastische
schutter is, en ze besluiten hem te
Vash the Stampede uit Trigun: $$60,000,000,000 waard.
helpen.
Alleen heeft Vash ook een rekening te vereffenen met iemand.
Verdere bekende titels van goede kwaliteit uit de laatste jaren zijn onder andere het vreemde
FLCL (Furi Kuri) van Gainax waarbij robots uit de televisie komen en een vermoedelijke alien
met roze haar de wereld van de jonge Naota op z’n kop zet. De serie Love Hina is een
romantische comedy waarbij de hoofdpersoon verzeild raakt in een herberg vol meisjes,
terwijl hij juist z’n best moet doen om te worden toegelaten tot Tokyo University.
26
Ook is Serial Experiments Lain een spraakmakende titel, vooral in deze tijd van internet, het
globale communicatienetwerk. Het meisje Lain raakt verstrikt in de virtuele wereld van the
Wired wanneer blijkt dat een van de meisjes bij haar op school zelfmoord heeft gepleegd..
maar op the Wired nog blijkt te bestaan. Lain gaat op zoek naar antwoorden en dan is niets
meer wat het lijkt. Zijn haar ouders wel haar ouders, of bestaat ze zelf wel echt?
De serie Noir draait om de huurmoordenares Mireille Bouquet die een opdracht ontvangt van
het mysterieuze meisje Kirika Yuumura om diens verleden te ontrafelen en er achter te
komen wat ze heeft te maken met de naam Noir. Kirika is eveneens gespecialiseerd in het
ombrengen van mensen, al kan ze zich niet herinneren waarom. Haar enige
aanknopingspunt is de naam Noir, en het klokje van Mireille’s vader wat Mireille overhaalt
om Kirika te helpen.
Op dit moment heeft
de anime Sen To
Chihiro No
Kamikakushi (Spirited
Away), van Studio
Ghibli en Hayao
Miyazaki, wereldwijd
een enorm succes. De
film brak in Japan alle
bioscooprecords en
heeft in zowel Japan
als buiten Japan al
een aantal prijzen
gewonnen, waaronder
een eerste plaats in
het filmfestival van
Berlijn vorig jaar.
Chihiro en Haku, die in een witte draak kan veranderen.
Kort geleden is bekend gemaakt dat Spirited Away is genomineerd voor een Oscar in de
categorie Best Animated Feature Film. Het verhaal is als volgt:
Chihiro en haar ouders zijn op weg naar hun nieuwe huis, wanneer haar ouders een
verkeerde afslag nemen en in een bos terecht komen. Ze gaan op onderzoek uit en komen
door een tunnel in een verlaten pretpark uit. Terwijl Chihiro rondkijkt, gaan haar ouders in
een restaurant zitten en eten daar alles op wat er staat. Wanneer Chihiro weer terug naar
haar ouders gaat, blijken ze in varkens veranderd te zijn. Het blijkt dat ze in een vreemde
wereld van geesten beland is, en ze moet een manier vinden om haar ouders terug te
veranderen en weg te kunnen. De jongen Haku helpt haar, en vertelt Chihiro dat ze niet haar
echte naam moet vergeten – wanneer ze de naam Sen aanneemt die een heks haar
gegeven heeft, zal ze nooit meer terug kunnen naar huis.
Spirited Away heeft alle ingrediënten voor een sprookje, maar is wel heel anders dan de
Disney-tekenfilms.
De populairste anime-serie van dit moment is .hack//sign (spreek uit: dot-hack-slash-slashsign) die draait om een groep jongeren die gevangen zit in een online avonturenspel. Deze
avonturenspellen (MMORPG, Mass Multiplayer Online Role Playing Game) zijn vandaag de
dag enorm populair en de serie speelt daar snel op in. De animatie is kwalitatief goed en het
verhaal combineert het ‘cyber’-genre met de fantasy-wereld binnen het spel. Er worden op
dit moment ook computerspellen gebaseerd op de serie ontwikkeld. De kritiek op de serie is
dat het verhaal niet echt bijzonder is, en dat het alleen maar populair is vanwege de
populariteit van MMORPG’s in Japan.
27
Een ander verschijnsel van de pop-cultuur die zich in Japan heeft opgebouwd rondom anime
en manga, zijn de ‘seiyuu’. Seiyuu is de term die nu gebruikt wordt om de voice-actors van
anime aan te duiden. Origineel betekent het ‘radio acteur’. Bij anime horen immers stemmen
te worden ingesproken, en de (stem)acteurs die dit doen, zijn de seiyuu. Seiyuu kunnen
soms enorm populair worden onder de fans. Een van de meest populaire seiyuu is Megumi
Hayashibara die onder andere de stem heeft gedaan van Rei Ayanami uit Neon Genesis
Evangelion, Faye Valentine uit Cowboy Bebop en Ranma Saotome uit Ranma 1/2. Wanneer
een bekende seiyuu een character vertolkt in een anime, kan dat een groot effect hebben op
de verkoop van die anime. Andere bekende seiyuu zijn Yuri Amano, Atsuko Enomoto en
Yuko Miyamura. De seiyuu hebben in Japan net zo’n hoge sterstatus als Hollywoodsterren in
Amerika.
Dan is er nog de cosplay. Cosplay is een afkorting voor
‘costume play’ en is de term die wordt gebruikt voor
mensen die zich verkleden als hun favoriete manga of
anime character. Bij zowel mannelijke als vrouwelijke
fans is dit een erg populair fenomeen dat je vooral
terugziet op cons. ‘Cons’ is een afkorting voor
‘conventions’ waarmee de manga- en animeconventies worden aangeduid. Deze conventies
bestaan uit grote aantallen fans die samenkomen om
anime te kijken, te cosplayen, te handelen, te kopen of
te lezen. De Comiket (‘Comic Market’) is een con
waarbij fans, doujinshi-tekenaars en manga-circles
samenkomen om geld, doujinshi en artbooks uit te
wisselen. Maar om terug te komen op cosplay – het is
niet geheel ongebruikelijk om ook aan ‘crossplay’ te
doen; hierbij verkleedt een fan zich simpelweg in een
character van een ander geslacht. Vooral de
mannelijke fans die zich als vrouwelijke characters
verkleden, wekken veel hilariteit op. Op talloze cons in
bijvoorbeeld Amerika en Europa worden er
crossplayers gespot die in feite mollige mannen
zijn met harige benen, die zich vervolgens in een
Sailor Moon outfit hebben gestoken.
‘Sailor Bubba’, bekend van internet: een
mannelijke crossplayer in een Sailor
Moon kostuum…
Als laatst was er nog de grote Pokémon-rage die jaren geleden in Japan woedde en zich
daarna uitspreidde naar het buitenland. Het verzamelen van 150 verschillende monstertjes
was niet eens een origineel idee maar wel erg aanstekelijk. Binnen Japan ontstaan er vaak
van zulke rages, net zoals de Tamagochi, die meestal niet in het buitenland bekend worden.
Sindsdien zijn er een groot aantal anime en manga gemaakt op hetzelfde thema: “kinderen
verzamelen monsters/kaarten/robots/enzovoort’. De meeste wat oudere animefans vinden
deze shows vervelend.
Vandaag de dag zijn er nog maar weinig originele ideeën voor anime beschikbaar, omdat er
al zoveel zijn gemaakt. Maar het aantal fans in het buitenland is de afgelopen drie jaar enorm
gegroeid en de markt voor anime zal voorlopig nog niet instorten. Het gaan alleen erg slecht
met de economie van Japan, en daar kunnen zelfs hordes animefans weinig aan doen.
28
Deelvraag 7
Wat zijn vandaag de dag de verschillende genres van de animatie- en
stripwereld in Japan?
De anime- en manga-industrie in Japan kent duizenden verschillende manga en anime in
een grote verscheidenheid, maar meestal vallen deze wel in een of meerdere van de
volgende genres op te delen.
Actie: een vrij algemeen genre. Actie-manga zijn meestal gericht op jongens en gaan vaak
samen met een ander genre. De characters zijn vooral mannelijk en soms gespierder dan de
gemiddelde characters. Er komt geweld in voor en er is weinig sprake van romantiek. Een
voorbeeld van een actie-anime is Akira. Akira valt ook in het genre ‘cyberpunk’.
Avontuur: meestal gaan de avontuur-manga en –
anime gepaard met het fantasy genre, maar niet altijd.
Het komt er op neer dat een groepje avonturiers
eropuit trekt om verschillende redenen en daarbij van
alles meemaakt. Voorbeelden van anime in het
avontuur-genre zijn Laputa: The Castle in the Sky,
Record of Lodoss War en Magic Knight Rayearth.
Een Gundam uit Gundam Wing
Mech/Mecha: dit genre draait om grote robots,
varierend van de grootte van een mens (Bubblegum
Crisis) tot de lengte van wolkenkrabbers. Dit genre
kwam in de jaren ’70 in Japan op en is sindsdien altijd
populair gebleven. Meestal worden de robots bestuurd
door menselijke piloten, in sommige gevallen ook niet.
Voorbeelden van mecha-anime zijn Mobile Suit
Gundam, Neon Genesis Evangelion, en Giant Robo.
Hentai: de verzamelnaam voor alle pornografische anime en manga. Hentai is weer
onderverdeeld in verschillende genres die te maken hebben met de inhoud ervan. Naast de
‘straight’ hentai tussen mannen en vrouwen bestaan er ook nog yaoi en yuri.
‘Yaoi’ is een term die oorspronkelijk is afgeleid van ‘Yami nashi, Ochi nashi, Imi nashi’, wat
betekent: Geen top, geen punt, geen bedoeling. Het was een denigrerende term bedoeld
voor deze soort homoseksuele manga en anime die volgens de meeste non-fans nergens op
sloegen. Yaoi is dus pornografische, homoseksuele anime en manga. De meer romantische
vorm van yaoi die minder expliciet is, wordt ‘shounen-ai’ genoemd (‘jongens-liefde’) en valt
niet echt onder yaoi. Typerend is dat de mannen in yaoi en shounen-ai er in sommige
gevallen erg vrouwelijk uitzien. Yaoi is vooral populair bij normale, heteroseksuele vrouwen.
Bekende yaoi-anime zijn Ai no Kusabi en Boku no Sexual Harassment.
‘Yuri’ is homoseksuele anime en manga tussen vrouwen. De minder expliciete en
romantischere yuri wordt ‘shoujo-ai’ genoemd; ‘meisjes-liefde’ dus.
Science Fiction: dit genre draait natuurlijk om de toekomst en technologie. Meestal heeft
het mecha genre te maken met het sf-genre. Een opmerkelijk type van science-fiction anime
en manga zijn de zogenaamde ‘space opera’. Hierbij wordt de science-fiction gecombineerd
met een liefdesverhaal. De Macross-serie is hier een duidelijk voorbeeld van. Ander
voorbeelden van gewone sf-anime en manga zijn Ghost in the Shell, Neon Genesis
Evangelion, Cowboy Bebop, Battle Angel Alita en DNA^2.
29
Shoujo: shoujo is Japans voor ‘meisje’. Deze anime en manga zijn gemaakt voor en meestal
door vrouwen en hebben een hoog soap-gehalte; relaties en romantische liefde staat
centraal. Shoujo wordt voornamelijk gelezen door vrouwen, maar de laatste paar jaren
beginnen steeds meer mannen het ook te lezen – voornamelijk buitenlandse fans. In Japan
wordt het nog steeds erg vreemd gevonden wanneer een jongen een shoujo-manga leest.
Shoujo heeft meestal een vrouwelijke hoofdrolspeler. Shoujo is inderdaad erg populair in
manga-vorm omdat er minder actie in zit, veel dialoog, en een langzaam tempo. Van
sommige populaire shoujo-manga worden er anime gemaakt, zoals Hana Yori Dango,
Marmalade Boy, Revolutionary Girl Utena en Whisper of the Heart.
Een belangrijk onderdeel van shoujo is het Magical Girl (‘Mahou Shoujo’) genre. Hier staan
meisjes met magische krachten centraal, zoals Sakura uit Card Captor Sakura, Jeanne uit
Kamikaze Kaito Jeanne en de Sailor meisjes uit Sailor Moon. Vreemd genoeg zijn veel
jongens fan van het Magical Girl genre.
Horror: anime en manga over horror, monsters, demonen, enzovoort. Er zijn niet echt veel
titels in dit genre hoewel het thema vampiers wel populair is. Voorbeelden van horror-anime
en manga zijn Vampire Hunter D, Blood: The Last Vampire, Demon City Shinjuku en
Devilman.
Martial Arts: Deze anime en manga gaan over de vechtkunst, waarbij vaak de
hoofdpersoon in een bepaalde vechtsport uitblinkt. Dit kan zowel met als zonder wapens zijn.
Voorbeelden uit het martial-arts-genre zijn Fists of the North Star, Street Fighter, Rurouni
Kenshin en Dragonball Z.
Comedy: humor is vaak belangrijk in anime
en manga, en het comedy-genre neemt een
belangrijke plek in. Het Japanse gevoel
voor humor is wat vreemd en moeilijk uit te
leggen. Een typische situatie in een manga
is wanneer een jongen per ongeluk een
schuine opmerking richting een meisje
maakt en zij hem vervolgens al dan niet met
een hamer/vuist door het dak slaat.
Voorbeelden van comedy-anime en manga
zijn Ranma 1/2, Tenchi en Love Hina.
Keitaro uit Love Hina heeft per ongeluk Naru
halfnaakt gezien… waarvoor hij moet boeten.
Fantasy: anime en manga die betrekking hebben tot fantasy, dus bijvoorbeeld elven,
zwaarden, en goden, worden tot dit genre gerekend. Vaak gaat het fantasy-genre samen
met het avontuur-genre. Record of Lodoss War en RG Veda zijn hier voorbeelden van.
Series zoals Mahou Tsukai Tai die zich wel in de moderne tijd afspelen maar waar ook
sprake is van magie, worden meestal tot ‘modern fantasy’ gerekend.
Romance: de romantiek is meestal van toepassing op het shoujo-genre, maar soms ook met
het comedy-genre. Love Hina en Urusei Yatsura zijn beide een goed voorbeeld van een
romantische comedy. Series zoals Blue Seed en Fushigi Yuugi zijn meer shoujo-romantisch;
dus wat dramatischer. Fushigi Yuugi valt trouwens ook in het fantasy-genre omdat het zich in
een fantasiewereld afspeelt. Veel anime behoren tot meerdere genres.
30
Drama: De anime en manga die tot het drama-genre behoren vertellen meestal een mooi
maar droevig verhaal, en heeft niet altijd een vrolijk einde. Key: the metal Idol vertelt over
een robotmeisje dat probeert een echt meisje te zijn. Een treffend voorbeeld van een
dramatische anime is Grave of the Fireflies. Aan het begin van de anime zie je de
hoofdpersoon sterven. Dan vervolgt de anime met het aandoenlijke verhaal over hoe de
jongen Seita en zijn zusje Setsuko samen proberen te overleven nadat hun ouders in de
oorlog gestorven zijn en iedereen zelf te arm is om ze te helpen. Maar vanaf het begin af aan
weet je dat het niet goed zal aflopen. Grave of the Fireflies is een echte tranentrekker, en dat
geldt voor veel anime en manga binnen het drama-genre.
Cyberpunk: Cyberpunk is eigenlijk een genre afgeleid van science-fiction, alleen kan het
ook in het heden spelen. Het verhaal van cyberpunk-anime gaat meestal over grote
metropolische steden waar jongeren proberen te overleven tussen bendes, drugs en geweld.
Akira en Cyber City OEOO 808 zijn voorbeelden van cyberpunk.
Kinder: dit zijn voornamelijk shows die door kinderen worden gekeken en op kinderen
gericht zijn, al worden ze ook door oudere mensen bekeken. Voorbeelden zijn Hello Kitty en
Doraemon. Shows die wel voor een jonger publiek bedoeld zijn maar ook vaak door
volwassenen worden gekeken zijn bijvoorbeeld Pokémon en Metabots.
Sport: van dit genre zijn er niet zo gek veel anime. Centraal staat meestal een sport en de
characters die het beoefenen. Voorbeelden van anime in het sport-genre zijn Slam Dunk en
Battle Athletes.
Shounen: dit is de tegenhanger van shoujo. In shounen staat meestal een mannelijke
hoofdrolspeler centraal die de held is. Dit is het geval bij meer dan de helft van alle manga,
vandaar dat het geen apart genre is maar meer een verzamelnaam voor alle manga die op
een mannelijk publiek zijn gericht. Over het algemeen wordt shoujo door vrouwen getekend
en door vrouwen gelezen, en shounen door mannen getekend en door mannen gelezen.
31
Deelvraag 8
Wat is de invloed van de Japanse animatie- en stripwereld op de huidige
maatschappij in Japan?
Anime en manga zijn binnen Japan twee belangrijke vormen van media en populaire cultuur.
In 1995 werden er ongeveer 2 miljard manga en manga-tijdschriften verkocht. De mangaindustrie draaide een winst van 6 miljard dollar in jaarlijkse inkomsten. Er worden gemiddeld
250 animeshows per week op televisie uitgezonden en per jaar worden er 1700
animatiefilms en 2200 animatieseries geproduceerd. Anime en manga maken dus een
belangrijk deel uit van de Japanse samenleving.
De na-oorlogse generatie die in de jaren ’50 en ’60 opgroeiden zorgden voor de eerste
explosieve groei in de populariteit en productie van manga en later, anime. Dit werd echter
door de oudere generatie niet als een positieve ontwikkeling gezien. De anime en manga
zouden aanzetten tot individualiteit en vervreemding van de nieuwe generatie van de
Japanse maatschappij. De algemene opvatting was dat wanneer men volwassen werd, je
een goede baan kreeg, hard werkte en je gezin ondersteunde en de samenleving draaiende
hield. Er heerste een groepsmentaliteit. De Japanse samenleving steunde op de overtuiging
dat iedereen zijn plaats in de groep moest kennen en zijn steentje moest bijdragen aan de
maatschappij. Er was weinig ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en individualisme werd
onderdrukt.
Manga speelde een grote rol in de jaren ’60 toen de jongste generatie zich tegen de
gevestigde orde keerde. Radicale politieke jongerenbeweging waren aan de orde van de dag
en ze gebruikten manga om hun standpunten duidelijk te maken aan een groot publiek. De
geki-ga was het middel dat gebruikt werd om tegen de maatschappelijke waarden en normen
in te gaan. In de geki-ga manga werd kritiek gegeven op de toenmalige Japanse
samenleving en door de grote populariteit van de leenbibliotheken werden ze door velen van
de jongere generatie gelezen. Omdat er voor de geki-ga weinig manga voor volwassenen
bestonden, lazen de jonge studenten bij wijze van protest manga voor kinderen. Hun
protesten en kritiek werden door de oudere generatie gezien als destructief en kinderachtig;
men moest zich houden aan de maatschappelijke regels. De oudere generatie geloofde dat
door de ontwikkeling van individualisme hun samenleving in zou storten. Manga waren het
medium bij uitstek voor de rebellerende jongeren om hun mening naar voren te brengen. In
thuisbedrijfjes was het drukken van de manga goedkoop en door groepen en
leenbibliotheken werden ze verspreid.
In de jaren ’70 en ’80 was de rebellerende na-oorlogse generatie ouder geworden en werden
manga steeds meer een vorm van entertainment. Hun kinderen, nu de jongste generatie,
kwamen opnieuw in opstand tegen de berustende oudere generatie die vroeger net zo actief
waren. De jongste generatie was van kind af aan opgegroeid met manga en waren al een
stuk individualistischer en vrijer van geest dan hun ouders. Ze streefden juist naar een eigen
identiteit in plaats van ergens bij te horen. De oudste generatie ging zich steeds meer zorgen
maken over de maatschappij en vreesden het ergste. Ze noemden de jongste generatie
‘shinjinrui’, wat betekende ‘nieuwe generatie’ of ‘nieuw soort mens’. Dit was vooral een
fictieve benaming die nu nog steeds gebruikt wordt om de jongste generatie mee aan te
duiden. Werden ze in de jaren ’80 nog verondersteld tussen de 20 en 30 jaar oud te zijn, in
de jaren ’90 zouden ze in hun tienerjaren tot en met 22 jaar zijn.
De oudere generaties beschuldigen voornamelijk manga en anime ervan de jongere
generaties weg te drijven van de maatschappij en elkaar. Osamu Nakano omschreef deze
jongeren als volgt: “Door hun voorliefde voor plezier en vermaak kiezen ze plezier boven
pijn, recreatie boven werk, consumptie boven productie en bewondering boven creatie.” De
32
jongeren en de eerste na-oorlogse generatie kreeg de schuld van de economische en
maatschappelijke problemen.
Vanuit het standpunt van jongeren in Japan maken anime en manga een belangrijk deel uit
van de populaire cultuur. Zoals MTV in de jaren ’80 zorgde voor een explosieve ontwikkeling
van de muziekindustrie in het Westen, zo waren anime en manga de media die de Japanse
jongerencultuur ondersteunden en tegelijkertijd zichzelf populair maakten. De popcultuur in
Japan wat betreft anime en manga is niet alleen bijzonder omdat het zichzelf promoot, maar
ook omdat het zichzelf onderhoudt.
Wanneer een manga populair wordt stijgen de verkoopaantallen en dus de omzet. Van een
populaire manga wordt dan een animeserie gemaakt die ook populair wordt en geld oplevert.
Meestal wordt er van de animeserie of manga dan een or meerdere OAV’s gemaakt.
Ondertussen ontstaat er door de populariteit van de manga en de anime een grote vraag
naar merchandising waar de producenten natuurlijk aan beantwoorden. Speelgoed, kleren,
computerspellen en gebruiksvoorwerpen van die ene anime worden massaal gemaakt en
verkocht. Door de aanhoudende populariteit besluiten de manga-uitgeverij en de animeproducent soms om de manga en de anime een vervolg te geven. De serie Dragonball Z die
eind jaren ’80 in Japan een hit was is hier een voorbeeld van. Het verhaal van de manga
eindigde op een bepaald punt, maar onder druk van uitgevers en producenten ging Akira
Toriyama verder met de serie. Dit kwam niet bepaald ten goede aan de kwaliteit van de
nieuwe vervolgen van de serie, maar toch duurde de periode waarin Dragonball Z populair
was nu veel langer voort.
De jongeren zien anime en manga wel als media, maar beseffen meestal niet wat voor
massaconsumptie erachter zit. Ze volgen hun hart en hun leeftijdsgenoten wanneer ze fan
worden van een serie en daar alles van aanschaffen, terwijl de industrie zich richt op
verkoopcijfers.
Begin jaren ’80 wordt het begrip ‘otaku’ een populaire benaming voor manga- en animefans.
‘Otaku’ betekent oorspronkelijk ‘jouw huis’ en doelt op het feit dat de fans zichzelf afsluiten
voor de buitenwereld en binnen de vier muren van hun woning anime kijken, manga lezen
een grote hoeveelheden aan merchandise verzamelen. Vandaag de dag wordt ‘otaku’
vertaald als ‘nerd’ en dit klopt ook wel. De otaku zouden, net zoals nerds in onze
samenleving, de buitenbeentjes zijn van de maatschappij die zichzelf afsluiten en obsessief
bezig zijn met hun hobby. ‘Otaku’ is een negatieve benaming in Japan; maar de fans buiten
Japan noemen zichzelf ‘otaku’ waarmee ze eerder proberen te zeggen dat ze grote fans zijn,
maar niet obsessief of wereldvreemd.
De otaku kregen vooral veel negatieve publiciteit na een incident in 1988 waarbij stapels
anime, manga en gerelateerd merchandise werd gevonden in het appartment van de
seriemoordenaar Tsutomu Miyazaki. Nu werden de otaku niet alleen gezien als obsessief,
maar werden ook nog verondersteld psychisch gestoorde individuen te zijn.
Dus terwijl anime- en manga-fans aan de ene kant door de oudere generaties in de Japanse
samenleving worden gezien als losgeslagen, antisociale mensen, maakt de pop-cultuur
eromheen een overgroot deel uit van het dagelijks leven van de jongeren.
Manga en anime hebben een grote invloed op de waarden en normen van de jongeren. En
ondanks dat de oudere generatie vindt dat de manga de jongeren aansporen tot het verzet
tegen de gevestigde orde, komen er uit de meeste anime en manga toch klassieke Japanse
maatschappelijke waarden naar voren. Zo blijkt uit de anime Spirited Away dat Chihiro door
moed en hard werken haar doel kan bereiken. Een sterke werkethiek is nog steeds een
belangrijke waarde. Hard en goed kunnen werken wordt als een deugd gezien. De werkloze
animefan is typisch iemand die laag op de maatschappelijke ladder staat. Maar door de
33
slechte staat van de huidige economie in Japan is het aantal werklozen zo hoog dat een
goede werkethiek niet veel helpt.
Daarnaast is er nog de stereotypering van de seksen. In de klassieke Japanse opvattingen is
de vrouw ondergeschikt aan de man. Ze dient een goede huisvrouw te zijn, kinderen te
baren, haar man nooit tegen te spreken en voor hem te koken. Zelfs al brachten manga en
anime een scala aan vrouwelijke helden, sterke, zelfstandige vrouwen, deze opvatting bleef.
De populaire cultuur heeft wel enigszins bijgedragen aan de emancipatie, maar juist doordat
de oude opvattingen over vrouwen nog steeds algemeen geaccepteerd zijn, reflecteert de
populaire cultuur juist deze stereotypen, in plaats van ze te doorbreken. In vele shoujomanga maakt een meisje een lunch voor de jongen waarop ze verliefd is, om haar gevoelens
te tonen. Dit is een redelijk normaal gebruik in Japan. Anime en manga zoals Ranma 1/2
spelen met deze opvattingen wat betreft de rol van mannen en vrouwen, maar kunnen op
verschillende manieren worden geïnterpreteerd.
Het ministerie van Onderwijs in Japan noemde in zijn rapport van 2000 anime en manga
‘een van de meest belangrijke vormen van artistieke expressie in de moderne Japanse
culturele omgeving.’ Manga en anime zouden niet op die manier erkend worden als ze
werkelijk nog zo tegenstrijdig en rebels waren. De Japanse regering steunt manga en anime,
maar met die steun komen ook de restricties. Het wordt geacht om de algemene
maatschappelijke ideologie te volgen. Maar er is een verschil tussen de bedoeling van een
manga en de interpretatie ervan, waardoor afwijkende standpunten nog wel naar voren
kunnen komen.
Ondanks dat manga en anime zijn begonnen als media die tegen de gevestigde orde in
gaan, zijn ze nu een belangrijk deel van de Japanse cultuur. Zowel jongeren als ouderen
lezen manga en kijken anime. De populaire cultuur onder de jongeren is voor het grootste
deel gebaseerd op en wordt gedreven door manga en anime. Je kan zowel klassieke
opvattingen als moderne opvattingen terugvinden in de twee vormen van media die vandaag
de dag een uniek en belangrijk deel vormen van de Japanse samenleving: anime en manga.
34
Conclusie
Mijn hoofdvraag was: Hoe heeft de wereld rond animatie en strips in Japan zich
ontwikkeld vanaf zijn begin tot nu ontwikkeld en wat is de invloed daarvan op
de huidige Japanse maatschappij?
De eerste tekeningen werden in Japan in de 6e en 7e eeuw gemaakt door monniken voor
zowel illustratie als vermaak. Als medium werden boekrollen en hout gebruikt. In de 19e
eeuw werd door de Europeanen in Japan het gebruikt van perspectief en lichtwerking
geïntroduceerd. De illustraties werden vooral voor satirische en komische doeleinden
gebruikt en werden manga genoemd, wat zoiets betekent als ‘komische afbeelding’. Door de
boekdrukkunst werden de manga-afbeeldingen in steeds grotere aantallen verspreid en hun
populariteit groeide.
Osamu Tezuka legde in 1947 de basis voor moderne manga met ‘New Treasure Island’. In
1917 werden de eerste pogingen gedaan naar animatie in Japan, maar het was pas na de
Tweede Wereldoorlog dat de animatie-sector op gang kwam. In de tijd voor en tijdens de
Tweede Wereldoorlog was er sprake van censuur en manga werden gebruikt voor
propagandistische doeleinden. Na de Tweede Wereldoorlog was er een explosieve groei in
de populariteit van manga en er werden grote aantallen geproduceerd. De na-oorlogse
jongste generatie in Japan zette zich af tegen de gevestigde orde en gebruikte de ‘geki-ga’
manga als een medium daarvoor. De geki-ga zorgden dat leenbibliotheken enige tijd populair
werden voor het verspreiden van deze manga.
Vanaf dat punt ontwikkelden manga zich tot een veelzijdig medium met veel verschillende
onderwerpen. Ondertussen komt de animatieindustrie ook op gang. De animatiefilms worden
‘anime’ genoemd: een afkorting van ‘animation’. Vooraf gegaan door enkele anime geeft
Osamu Tezuka met de serie Tetsuwan Atom het ware startsschot voor de tweede boom in
de manga- en animewereld: animeseries worden ontzettend populair. De anime Tetsujin 28go is het begin van het ‘Giant Robot’-genre dat in de jaren ’70 enorm populair wordt. In de
jaren ’80 wordt het comedy-genre nieuw leven ingeblazen met de series van Rumiko
Takahashi: Urusei Yatsura, Ranma 1/2 en Maison Ikkoku. Akira Toriyama scoort in 1986 een
enorme hit waarvan de populariteit nog jaren zal aanhouden: Dragonball Z.
Studio Ghibli en Gainax worden langzaam aan de marktleiders van de anime-industrie.
Hayao Miyazaki brengt in samenwerking met Studio Ghibli een aantal anime uit die stuk voor
stuk een succes zijn. Nausicaä of the Valley of the Wind is het eerste succes, waarna
Laputa: The Castle in the Sky, My Neighbor Totoro en Kiki’s Delivery Service volgen. Gainax
scoort met de Macross serie, Wings of Honneamise en Nadia: The Secret of Blue Water.
De opkomst van de home video doet een nieuwe vorm van anime ontstaan, de Original
Animated Video (OAV). Ze zijn doorgaans beter van kwaliteit en langer dan de tv-series. Ze
geven ook de mogelijkheid tot meer erotische anime die op tv niet mochten worden
uitgezonden. De anime Akira uit 1988 zet de toon voor toekomstige cyberpunk-anime. De
serie Nadia van Gainax is begin jaren ’90 een hit. Ghost in the Shell van Masamune Shirow
is een succes, en de serie Shin Seiki Evangelion wordt ongekend populair in Japan. De
populairste series uit de jaren ’90 zijn verder Cowboy Bebop, Card Captor Sakura, Gundam
Wing, Trigun, Serial Experiments Lain en Vision of Escaflowne. De anime Princess
Mononoke van Studio Ghibli en Hayao Miyazaki breekt alle bioscooprecords. In 2002 breekt
Sen To Chihiro No Kamikakushi dat record opnieuw en wordt in Amerika genomineerd voor
een Oscar.
35
Hoewel de originele ideeën voor anime en manga in Japan langzamerhand op raken, wordt
de fanbasis in het buitenland nog steeds groter. De vraag naar anime en manga groeit dus
en het is zeker geen tijdelijke rage.
De manga-tekenstijl wordt meestal gekenmerkt door de op het eerste gezicht vreemde
lichaamsverhoudingen. Het hoofd is meestal wat groter, de ogen zijn groter en de mond en
neus kleiner. De haarstijlen zijn verschillend en creatief en verschillende haarkleuren
benadrukken soms de persoonlijkheid van een character. De lichaamsverhoudingen zijn
gebaseerd op Japanse opvattingen over esthetiek. Vrouwen in manga hebben meestal een
dunne taille en slanke benen. Enkele onderdelen van de anatomie stellen het niet zo nauw
met de zwaartekracht, waaronder het haar of de borsten van sommige characters.
De opbouw van een manga kenmerkt zich door het cinematische effect en de dynamiek. Bij
het begin van een scene wordt bijvoorbeeld niet meteen de hele persoon getoond, maar de
stukken waar er actie plaatsvindt. Ondanks dat de plaatjes niet bewegen wordt er beweging
gesuggereerd. Onomatopoeia maken ook een belangrijk onderdeel uit van de manga. Ze
vervullen de rol van geluidseffecten die door hun visuele vorm integreren in het geheel en
bijdragen aan het cinematische effect. Manga en anime kennen een aantal unieke
gezichtsuitdrukkingen voor verschillende emoties, die een grappig effect moeten opwekken.
Dit zijn bijvoorbeeld de zweetdruppel, de neusbloeding, de ‘tareme-eyes’ en de opbollende
bloedvaten.
Doujinshi zijn manga over al bestaande anime of manga, gemaakt door fans. Seiyuu zijn de
voice-actors van een anime. Zij spreken de stemmen van de characters in en kunnen erg
populair worden. Cosplay, je verkleden als een animecharacter, is een populair fenomeen op
animeconventies.
Anime en manga kunnen worden onderverdeeld in de volgende genres: actie, avontuur,
mecha, hentai, science-fiction, shoujo, horror, fantasy, drama, sports, romance, shonen,
comedy, martial arts, cyberpunk, en kinder.
Manga was na de Tweede Wereldoorlog hét medium voor jongeren om tegen de oudere
generaties in opstand te komen. De geki-ga manga gaven kritiek op de maatschappij en
confronteerden mensen met geweld en wreedheid binnen de Japanse samenleving. Volgens
de gevestigde orde wakkerden manga de individualiteit aan die niet paste binnen de
groepsmentaliteit. De volgende, jongste generatie groeide op met manga en anime. Er
ontstonden obsessieve fans die in de jaren ’80 de benaming otaku kregen. Otaku is een
meer beledigend woord dat duidt op een obsessieve, antisociale animefan die waarschijnlijk
psychisch ook niet gezond is. De jongeren worden door de oudere generatie ‘shinjinrui’
genoemd wat aangeeft dat ze een soort ‘nieuw mens’ zijn dat niet binnen de klassieke
opvattingen past of wil passen. Ze worden ervan beschuldigd de maatschappij van Japan te
verstoren en een neergang van de economie te veroorzaken.
Door de enorme omvang van de anime- en mangaindustrie oefenen beide media veel
invloed uit op de jongerencultuur in Japan. De populaire cultuur is deels gemaakt en
gesteund door de anime- en mangaindustrie. Terwijl veel grote bedrijven alleen maar winst
willen maken op de grote aantallen fans zien de fans het als een mogelijkheid tot expressie.
Toch worden vaak nog klassieke opvattingen wat betreft rolverdeling in de Japanse
samenleving in manga verwerkt. Maar er bestaat een verschil tussen bedoeling en
interpretatie, en zo kunnen manga en anime toch andere opvattingen naar voren brengen
dan hun makers bedoeld hadden.
De groei van de anime- en mangaindustrie houdt voorlopig nog niet op nu anime en manga
ook in het buitenland in populariteit groeien. En nu laat het ook zijn invloed gelden op de
populaire cultuur buiten Japan. Ik denk dat we in de toekomst nog veel meer zullen horen
over de anime- en mangacultuur.
36
Begrippenlijst
Op alfabetische volgorde.
AI : Artificial Intelligence, oftewel Kunstmatige Intelligentie. AI wordt toegepast in
computerspellen, programma’s en robots zodat ze tot enige mate zelf na kunnen denken.
android : in science-fiction is dit een robot die gebouwd is gelijkend op de mens met
dezelfde, of hogere, intelligentie.
anime : Japanse animatie. In Japan wordt met ‘anime’ alle animatie binnen en buiten Japan
bedoeld. ‘Anime’ is afgeleid van ‘animation’, en je spreekt het uit als ‘ennie-mee’
of ‘annie-mee’.
artbook : een boek van een mangaserie waarin unieke afbeeldingen van hoge kwaliteit
staan. Vaak staat er in artbooks ook meer informatie over characters en de anime/manga
zelf.
boom : een explosieve groei van iets. Na de Tweede Wereldoorlog vond de eerste ‘boom’ in
manga plaats.
character: personage in een manga of anime. Wordt af en toe afgekort tot ‘chara’.
chibi/super-deformed : grappig bedoelde afbeeldingen van een character met enorm
vervormde anatomische verhoudingen. Het hoofd en de ogen zijn groot en het lichaam is
klein. Meestal zijn de ledematen ook mollig.
Comiket : afkorting van Comic Market. Een grote bijeenkomst van doujinshi-artiesten en
fans in Japan.
con : afkorting van conventie. Een bijeenkomst van anime/manga fans om te handelen,
ruilen, anime te kijken, manga te lezen, te cosplayen, andere fans te leren kennen, te
showen en te kopen.
cosplay : afkorting van costume play. Het verkleden als een anime/manga character. Dit
wordt meestal gedaan op cons
crossplay : het verkleden als een anime/manga character van de andere sekse. Dit kan
vooral grappig zijn wanneer mannen zich verkleden als vrouwelijke characters.
cyberpunk : het genre in anime waarin jongeren in grote steden, modern of futuristisch, veel
meemaken tussen de bendes, het geweld, en de drugs.
doujinshi : manga over al bestaande anime of manga, gemaakt door fans.
evil : letterlijk slecht, maar in anime/manga zijn lang niet alle ‘evil’ characters puur slecht. Ze
hebben hun eigen motivaties. ‘Evil’ kan zowel grappig als stereotyperend zijn.
frame : een van de vakken waarin een manga-pagina is verdeeld. De frames zijn niet vast
van vorm en overlappen elkaar soms.
geki-ga : letterlijk ‘dramatisch/actievolle afbeelding’. Dit soort manga werd na de Tweede
Wereldoorlog door de jongeren gemaakt om zich af te zetten tegen de gevestigde orde.
hentai : pornografische anime en manga. Onderverdeeld in normaal, yaoi, en yuri.
37
hentai-doujinshi : pornografische doujinshi.
kawaii : Japans voor ‘schattig’ of ‘lief’.
kimono : traditionele Japanse kleding voor zowel mannen als vrouwen. Ze worden
tegenwoordig in Japan nog gedragen op officiële gelegenheden of festivals.
mahou shoujo : Japans voor ‘magisch meisje’. Hiermee wordt het anime/manga genre
aangeduid waarin meisjes met magische krachten de hoofdrol spelen.
manga : de term die gebruikt word om Japanse strips aan te duiden. Het betekent ongeveer
‘grappige/komische plaatjes’.
mangaka : een professionele manga-tekenaar.
(manga) circle : een groep van artiesten, verhaalschrijvers en andere mensen die aan een
manga meewerken. CLAMP is een voorbeeld van een manga circle die bestaat uit vrouwen.
Doujinshi worden meestal gemaakt door een manga circle van fans.
mech/mecha : deze term wordt gebruikt om alle mechanische dingen in anime/manga te
beschrijven, maar ook om het genre aan te duiden waarin grote robots voorkomen.
merchandising/merchandise : letterlijk, handelswaar en verkoopactivering. Deze term
wordt gebruikt om de producten aan te geven die rondom anime/manga ontstaan, zoals
posters en speelgoed.
MMORPG : Mass Multiplayer Online Role Playing Game. Een bepaald soort computerspel
waarbij de speler op internet gaat en met grote aantallen anderen binnen het spel avonturen
beleeft.
NGE : De afkorting voor de anime Neon Genesis Evangelion. De naam wordt ook wel
afgekort tot ‘eva’.
OAV : Original Animated Video. Dit zijn de anime die apart op video worden uitgebracht en
meestal beter van kwaliteit zijn dan de animeserie op tv.
onomatopoeia : woorden in manga die geluidseffecten voorstellen.
Photoshop : een computerprogramma dat gebruikt wordt voor grafische toepassingen.
postapocalyptisch : met de term wordt gedoeld op iets dat na de ‘apocalypse’ bestaat,
meestal in een half vernietigde wereld of een omgeving in verval. In de Hollywood-films Mad
Max en Waterworld is er sprake van een postapocalyptische wereld.
release : de uitgave van een nieuwe film.
samurai : traditionele Japanse zwaardvechters. Ze maakten deel uit van de elite militaire
klasse in Japan. Ze verdwenen in de tweede helft van de negentiende eeuw.
seiyuu : de acteurs die de stemmen van characters in anime inspreken.
shounen : Japans voor ‘jongen’. Hiermee worden de manga aangeduid die voor en door
mannen zijn gemaakt.
38
shoujo : Japans voor ‘meisje’. Hiermee worden de manga aangeduid die voor en door
vrouwen zijn gemaakt. Shoujo-manga gaan meestal over de liefde en relaties tussen de
characters. Zowel de mannen als de vrouwen zijn meestal esthetisch lang en slank
getekend.
shoujo-ai : Japans voor ‘meisjes-liefde’. Deze term wordt gebruikt om manga aan te duiden
die gaan over romantische liefde tussen meisjes. Meestal is er wel fysiek contact maar geen
expliciete afbeeldingen.
shounen-ai : Japans voor ‘jongens-liefde’. Deze term wordt gebruikt om manga aan te
duiden die gaan over romantische liefde tussen jongens. Meestal is er wel fysiek contact
maar geen expliciete afbeeldingen.
story-writer : degene die bij het maken van een manga verantwoordelijk zijn voor de
verhaallijn. Dit kan dezelfde persoon zijn als de tekenaar, maar het hoeft niet.
tareme-eyes : grote ogen met veel lichtvlekjes erin zodat het lijkt alsof de ogen vochtig zijn.
Deze ogen worden bij iemand getekend op een emotioneel moment.
voice-actor : acteurs die stemmen inspreken bij animatiefilms.
westernisering : het proces waarbij een cultuur steeds meer aspecten van de Westerse
cultuur uit Europa en Amerika overneemt.
yaoi : expliciete pornografische homoseksuele manga en anime.
yuri : expliciete pornografische lesbische manga en anime.
39
Bronnenlijst
Per deelvraag worden de bronnen aangegeven.
Deelvraag 1
• http://www.dnp.co.jp/museum/nmp/nmp_i/articles/manga/manga1.html, “A History of
Manga”, NMP International, Dai Nippon Printing Co., Ltd. 1998
• http://www.tapanime.com/info/historym.html, “History of Manga”, Liane Sharer, Eri
Izawa, PageWise Inc., 2002.
• Afbeeldingen afkomstig van http://www.tapanime.com/info/historym.html
Deelvraag 2
• http://www.dnp.co.jp/museum/nmp/nmp_i/articles/manga/manga1.html, “A History of
Manga”, NMP International, Dai Nippon Printing Co., Ltd. 1998
• http://www.tapanime.com/info/historym.html, “History of Manga”, Liane Sharer, Eri
Izawa, PageWise Inc., 2002.
Deelvraag 3
• http://www.umich.edu/~anime/info_haircolor.html, “Hair Color”, Liane Sharer, 2001.
• http://www.umich.edu/~anime/info_emotions.html, “Emotional Iconography”, Liane
Sharer, 2001.
• http://www.tapanime.com/info/features.html, “Features”, TAP Productions, 2002
Deelvraag 4
• http://www.awn.com/mag/issue1.5/articles/patten1.5.html, “A Capsule History of
Anime”, Fred Patten, Animation World Network,1996
• http://www.serc.rmit.edu.au/~ashelton/anime/html/page_history.html, “AMR: Anime
History”, Andrew Shelton, 2003
• http://www.uncc.edu/~medomoto/3209/anime/anime_history.html, “Japanese Manga
and Animation; A Brief History of Animation”, Michael O’Connell, 2000
• http://www.rightstuf.com/resource/timeline.shtml, “Anime Timeline”, Anime Web
Resource, The Right Stuf International, Inc. 2003.
Deelvraag 5
• http://www.awn.com/mag/issue1.5/articles/patten1.5.html, “A Capsule History of
Anime”, Fred Patten, Animation World Network,1996
• http://www.serc.rmit.edu.au/~ashelton/anime/html/page_history.html, “AMR: Anime
History”, Andrew Shelton, 2003
• http://www.uncc.edu/~medomoto/3209/anime/anime_history.html, “Japanese Manga
and Animation; A Brief History of Animation”, Michael O’Connell, 2000
• http://www.rightstuf.com/resource/timeline.shtml, “Anime Timeline”, Anime Web
Resource, The Right Stuf International, Inc. 2003.
Deelvraag 6
• http://www.awn.com/mag/issue1.5/articles/patten1.5.html, “A Capsule History of
Anime”, Fred Patten, Animation World Network,1996
• http://www.serc.rmit.edu.au/~ashelton/anime/html/page_history.html, “AMR: Anime
History”, Andrew Shelton, 2003
• http://www.uncc.edu/~medomoto/3209/anime/anime_history.html, “Japanese Manga
and Animation; A Brief History of Animation”, Michael O’Connell, 2000
• http://www.rightstuf.com/resource/timeline.shtml, “Anime Timeline”, Anime Web
Resource, The Right Stuf International, Inc. 2003.
40
Deelvraag 7
• http://www.tcp.com/~doi/alan/webguide/genre.html, “Anime Web Guide: Genre
Index”, Anime Web Guide, 1998
• http://www.tapanime.com/info/thegenres.html, “The Genres”, TAP Productions, 2002
Deelvraag 8
• http://www.kinsellaresearch.com/nerd.html, “Amateur Manga Subculture and the
Otaku Panic”, Sharon Kinsella, 1998
• http://www.latrobe.edu.au/screeningthepast/firstrelease/fr1100/jlfr11c.htm, “Animation
in Asia: appropriation, reinterpretation, and adoption or adaptation”, John A. Lent,
2000
• http://www.awn.com/mag/issue2.4/awm2.4pages/2.4furnissmanga.html, “Dreamland
Japan: Manga’s Paradise”, Maureen Furniss, Animation World Network, 1997
• http://www.udel.edu/History/figal/Hist372/Materials/massgenderpop.pdf, “Mass Media,
Gender Roles, and Popular Culture in Japan and the United States”, Brian Ruh, 2000
• http://www.umanitoba.ca/faculties/arts/english/media/workshop/papers/ahn/ahn_pape
r.pdf, “Animated Subjects: On the Circulation of Japanese Animation as Global
Cultural Products”, Jiwon Ahn, 2000
• http://www.depauw.edu/sfs/review_essays/mescallado80.htm, “Otaku Nation”, Ray
Mescallado, 2000
• http://www.animeresearch.com/Articles/WomenInManga/index.htm, “The Function of
Woman-Authored Manga in Japanese Society”, Brain Ruh, 2001
Overig
• http://www.tapanime.com – The Anime Powerhouse
• http://www.animeresearch.com – AnimeResearch.com
• http://www.umich.edu/~anime/ - That Anime Project
• http://www.mit.edu/people/rei/Anime.html - Rei’s Anime and Manga Page
41