Het verlaagde tarief van 6% wordt toegepast voor

VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY
DIMENSION
HELPDESK
01 Wij hebben een architectuuropdracht voor
een 70-tal flats. De begeleiding van de kopers en
het interieur van de flats zit niet in onze opdracht.
Onze overeenkomst vermeldt wel: “De ontwerper
verleent bijstand bij de voorlopige oplevering van de
werken”. De bouwheer eist nu dat wij aanwezig zijn
op de oplevering van de privatieve appartementen
samen met de kopers. Hij heeft dit juridisch laten
nakijken en volgens de wet Breyne zijn wij daartoe
verplicht. Wij betwisten dit. Is er een juridische
grond waarop wij ons kunnen beroepen?
Periodiciteit
Driemaandelijks
Redactie
Philip Declercq
Staf Bellens & Colette Demil
FCOmedia - [email protected] - T 056 77 13 10
Reclame - advies
FCOmedia - Katja Wijffels
Boulevard des Canadiens 118, 7711 Dottignies
0473 86 59 70 - F 056 77 13 11
[email protected]
Vormgeving
[email protected]
Verantwoordelijk uitgever
FCOmedia - Filip Cossement
Boulevard des Canadiens 118, 7711 Dottignies
In samenwerking met
Communicatiecoördinator
Pieter De Groote - T 02 212 26 99
De bepaling waarop de bouwheer doelt, is mij niet bekend.
Alleszins vermeldt de Wet Breyne nergens dat de architect
van de promotor aanwezig moet zijn bij de oplevering tussen
de promotor en de kopers.
Zonder de gehele architectenovereenkomst te kennen, lijkt
de clausule waarnaar de architect verwijst betrekking te hebben op de oplevering (aanvaarding) door de bouwheer van
de werken die zijn uitgevoerd door de aannemer. Het is ook
bij deze oplevering (tussen bouwheer en aannemer) dat de
bijstand van de architect aan de bouwheer nut heeft. In de
opleveringen die plaatsvinden tussen de bouwheer en de verschillende kopers, zijn het de kopers die moeten opleveren/
aanvaarden. Zij beslissen of de geleverde appartementen al
dan niet kunnen worden aanvaard. Het zijn dan ook deze
kopers die best worden bijgestaan door een architect wanneer zij tot oplevering/aanvaarding overgaan. Uiteraard kan
dit niet gebeuren door de architect van de bouwheer nu de
belangen van de bouwheer niet steeds gelijklopen met die van
de kopers en de architect van de bouwheer hierdoor in een
onmogelijke situatie zou komen.
Joris Wouters, GSJ Advocaten
de associatie van interieurarchitecten
association des architectes d’intérieur
de associatie van interieurarchitecten
Dimension wordt ook verstuurd
naar interieurarchitecten - AINB
Version française sur simple demande
association des architectes d’intérieur
02 Voor verbouwen van een woning kunnen
aannemers 6% btw aanrekenen, wanneer voldaan
wordt aan de wettelijke voorwaarden. Geldt dit ook
voor verbouwen van bijgebouwen?
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op
welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de uitgever. Voor ondertekende artikels zijn alleen de auteurs
aansprakelijk. Voor de inhoud van de advertenties zijn enkel de
adverteerders aansprakelijk. De uitgever erkent geen enkele verplichting tot opname van aangeboden advertenties.
DIMENSION
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
04
Het verlaagde tarief van 6% wordt toegepast voor renovatiewerkzaamheden aan een onroerend goed dat uitsluitend
of hoofdzakelijk aangewend wordt voor privébewoning,
minstens vijf jaar oud is en het moet gaan om werken in
onroerende staat of werkzaamheden die daarmee gelijkgesteld worden. Met privéwoning bedoelt men alle ruimtes die
noodzakelijk deel uitmaken van de woning. Bijvoorbeeld een
garage die achteraan in de tuin staat, komt eveneens voor
»
HELPDESK
Leslie Rottiers, SBB Accountants & Adviseurs
03 Recent mochten wij betaling ontvangen
van een bouwheer voor geleverde prestaties
na voorontwerp. Als mededeling vermeldde de
bouwheer: “ereloonnota onder voorbehoud en
zonder enige nadelige erkentenis”. Vermoedelijk
zal deze vermelding bij alle volgende ereloonnota’s
worden vermeld. Heeft deze vermelding enige
juridische slagkracht?
De bouwheer lijkt te willen vermijden dat de betaling van de
ereloonnota aanzien wordt als een (definitieve) aanvaarding
van de prestaties van de architect. Evenwel meen ik dat een
bouwheer steeds nog over de mogelijkheid beschikt om de
prestaties van de architect te betwisten en desgevallend terugbetaling van de erelonen of schadevergoeding te vorderen
wanneer komt vast te staan dat bepaalde prestaties gebrekkig
zijn uitgevoerd. Het belang van deze vermelding lijkt dan ook
eerder beperkt.
04 Het Burgerlijk Wetboek stelt dat rechtstreekse
zichten minimaal op 180 cm van de perceelgrens
mogen geplaatst worden. Bij een verbouwing staat
de huidige gevel (met raamopeningen) op 190 cm,
maar door de extra buitenisolatie zal de nieuwe
gevel op 170 cm komen. De ramen blijven qua
inplanting onveranderd. Mag dit?
Artikel 678 van het Burgerlijk Wetboek stipuleert:
‘Men mag op het besloten of niet-besloten erf van zijn nabuur
geen rechtstreekse uitzichten of uitzicht gevende vensters,
noch balkons of andere soortgelijke vooruitspringende werken hebben, tenzij er een afstand van negentien decimeter
(...) is tussen de muur waar men die maakt, en het erf’
Artikel 680 van het Burgerlijk Wetboek stelt:
‘De afstand waarvan sprake in de twee vorige artikelen, wordt
gerekend van het buitenvlak van de muur waarin de opening
gemaakt wordt, en, indien er balkons of andere soortgelijke
vooruitspringende werken zijn, van hun buitenrand tot aan
de scheidslijn van beide eigendommen’.
De afstand tot de muur lijkt beslissend. Mogelijk zou kunnen
geargumenteerd worden dat de afstand tot de ramen moet
gemeten worden omdat de bedoeling van de wetgever was
om voortdurende blikken op het erf van de buur te vermijden
en dat slechts vanuit het raam kan gekeken worden (en niet
van in de muur). Deze argumentatie is niet in overeenstemming met de tekst van het Burgerlijk Wetboek.
Daarbij wordt een stedenbouwkundige vergunning in principe afgeleverd onder voorbehoud van de burgerlijke rechten. Het feit dat een vergunning is afgeleverd, verleent de
bouwheer derhalve geen rechtszekerheid ten aanzien van
zijn buur.
Het is aan te bevelen een schriftelijk akkoord van de buur te
bekomen om rechtszekerheid te hebben over de ingreep.
03 & 04: Joris Wouters, GSJ Advocaten
De NAV helpdesk heeft als doel eerstelijnsvragen van zijn
leden op te lossen binnen een redelijke termijn van enkele
dagen. NAV doet in dit kader een beroep op een netwerk van adviseurs en specialisten: architecten, UNIZO/FVIB, SBB Accountants & Adviseurs en het advocatenkantoor GSJ Advocaten en het
adviesbureau VEKMO. NAV en de beantwoorders zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud en interpretatie van de antwoorden.
DIMENSION
»
het verlaagd tarief in aanmerking, zelfs als het gaat om een
tweede garage.
Om deel uit te maken van de eigenlijke woning, mogen de
bijgebouwen niet onafhankelijk kunnen functioneren van de
woning. Ze moeten er als het ware één coherent en complementair geheel mee vormen en hebben op zich geen eigen
identiteit. Het ombouwen van een garage tot een bureel zou
in aanmerking kunnen komen voor het verlaagde btw-tarief,
maar als de werken enkel betrekking hebben op het professioneel aangewende gedeelte dan zal 21% van toepassing zijn
gezien er geen geheel of hoofdzakelijke privéaanwending is.
Een ander voorbeeld: stel dat er gezinsuitbreiding op komst is
en er geen ruimte meer is in de eigenlijke woning. De bouwheer beslist om zijn garage om te bouwen tot een tienerkamer voor de twee oudste kinderen. Voor deze verbouwing zal
normaal gezien 6% van toepassing zijn, mits de overige voorwaarden voldaan zijn, gezien dit een extra kamer wordt van
het hoofdgebouw (de eigenlijke woning).
De verbouwing van een afzonderlijk beroepsgebouw mee opnemen in een groot geheel van verbouwingen (van een privéwoning) gaat niet veel helpen. Men gaat kijken naar het nut
van het bijgebouw voor de woning.
Een aantal handelingen worden sowieso uitgesloten van het
verlaagd btw-tarief, zoals handelingen m.b.t. een zwembad
of poolhouse en een tuinhuisje.
Bij twijfel is het aan te raden om contact op te nemen met
het bevoegde controlekantoor, zijnde het kantoor in de regio
waar het onroerend goed gelegen is.
05