Ik houd niet zo van dat softe, moet af en toe even om me heen kunnen slaan Susan, werkt in een verpleeghuis. Na jarenlang heftig werk in gevangenissen, bij justitie en met agressieve verstandelijk gehandicapte mensen leek haar dat een stuk rustiger. Het past bij haar om moeilijk werk te doen. Als je Susan ziet, dan staat er ook een sterke vrouw waar je je direct bij thuis voelt; die warmte en rust uitstraalt, maar ook een kordaatheid waar niet mee te spotten valt. Met een team van vrijwilligers probeert ze sinds een jaar of vijf de ernstig beperkte patiënten, waarvan sommige zelfs in coma liggen, te activeren. In de ochtend gaat het vaak om creatieve activiteiten in het verpleeghuis. “Ik probeer zoveel mogelijk verschillende en passende activiteiten te bedenken. Dat valt niet mee, want bijvoorbeeld naar buiten gaan, kan niet zomaar. Daar moet een verpleegkundige bij zijn om medische handelingen te verrichten. Ik heb al zo vaak een plan gemaakt hoe het wel zou kunnen, zodat er toch meer mogelijkheden zijn en variatie is voor de patiënten die daar toch vaak heel lang zijn, maar elke keer loopt het vast.” Susan, Nijmegen Susan vertelt dat ze vroeger de gewoonte had om de mensen die niet mobiel waren te masseren. “Dat doe ik nu niet meer, want dat is veel te heftig. Als je patiënten die in coma zijn, bijvoorbeeld, gaat masseren, zie je dat ze helemaal gaan ontspannen of juist niet. Vaak is er dan ook familie bij die dat zien en juist dan, op zo’n rustig en vredig d e k u n st v a n g e z o n d z i j n moment komt de hele spanning en stress er bij de familie uit. Dan stond ik daar met huilende familie op mijn schouder. En daar ben ik niet voor opgeleid. Dat trok ik me ook veel te veel aan. Met masseren neem je sowieso al snel spanning over van degene die je masseert; dat moet je afblokken, maar dat is niet zo makkelijk. En dan die emoties van de familie er ook nog bij, was echt teveel voor me.” Susan vertelt dat ze haar werk ontzettend leuk en dankbaar vindt. Ze wil dan ook elke keer weer proberen om meer te doen voor de patiënten. Maar die vragen meer dan ze voor elkaar kan krijgen, meer dan het verpleeghuis kan bieden. En dat frustreert. Susan voelde zich steeds meer alsof ze werd leeggezogen. Toch weer een zware baan. Thuis heeft ze een leuk gezin. Samen met haar man en een zoon van 16 en dochter van 14. Ook doet ze allerlei vrijwilligerswerk. “Tja, ik was elke avond wel op pad. Maar ik vond het allemaal echt even leuk en het gaf me veel voldoening. Ik wilde ook alles graag zelf doen, want dan wist ik tenminste dat het goed gebeurde. Achteraf ben ik gek geweest; waarom moet ik zo nodig alles zelf doen.” Bovendien had Susan nekklachten en rugklachten. Flink. Ze was dat wel gewend, want zoals veel vrouwen met een grotere bovenmaat zeggen ,“hoort dat erbij”. Dus had ze een logische verklaring voor de pijn en negeerde het. Tot het moment dat ze op haar werk hartkloppingen kreeg en pijn op de borst. Toch nog doorwerken en de taken van die dag afmaken, totdat haar collega haar naar huis stuurde. Straks maar even bij de huisarts langs. Voor ze het wist lag ze in de ambulance: torenhoge bloeddruk, spray onder de tong en plakkers op de borst. Toch bleek het in het ziekenhuis geen hartaanval. Maar op de vraag of ze soms stress had, kon Susan alleen maar verbaasd reageren. Maar de medische zoektocht leverde niet veel op. De klachten verdwenen niet, maar werden erger. Ze werd duizeliger en duizeliger, en Susan ontwikkelde steeds meer angsten. “Ik durfde bijna niks meer. Ik had me ondertussen ziek gemeld, want er werd me geadviseerd wat rust te nemen. Maar daar zat ik dan op de bank en werd daar alleen maar onrustiger van. Ik probeerde mijn angst te verbergen, want eigenlijk vond ik het onzin van mezelf, maar Ik durfde nauwelijks nog naar buiten. Om de hond uit te laten moest ik al heel veel moed verzamelen. Ook boodschappen doen was een crime. Daar stond ik dan in de winkel, bij de kassaband en ging bijna van mijn stokje. Alles trilde, deed pijn en ik wilde alleen maar weg daar. Ik kon het niet meer verbergen. Ik had pijn, een burn out met chronische vermoeidheid en een angststoornis.” Susan hoorde van vrienden over het Ciran traject. En deed een verzoek bij de bedrijfsarts om daar aan te mogen deel nemen. “Ik zag er de eerste weken helemaal niks in. Maar ik had weinig alternatieven, dus ik ben er toch voor gegaan. Na een intensief traject met niet alleen diepgaande gesprekken, maar ook veel sportactiviteiten en ontspanningsoefeningen werd het eerst alleen maar erger.” d e k u n st v a n g e z o n d z i j n Susan ging naar de huisarts en die heeft in overleg met Ciran besloten om met medicatie te starten. “Ik kreeg een stop van een maand en toen begonnen mijn klachten wel duidelijk te verminderen en kon ik verder met het traject. En nam het vertrouwen in mijn lichaam weer toe. Na een paar weken dacht ik zelfs alles weer te kunnen. Ik durfde langzaam weer auto te rijden en deed af en toe een boodschap. Goede vrienden nam ik dan mee, op de achtergrond of soms ook letterlijk aan de arm. In deze tijd heb ik ook geleerd wie je echte vrienden zijn. Ook was het goed om twee dagen van huis te gaan naar dat klooster. Van te voren zag ik daar erg tegenop, omdat ik toen echt dacht dat ik geen twee dagen gemist kon worden. Uiteraard viel dat wel mee. Ook daarover had ik mezelf voor de gek gehouden.” “Ik ben mijn leven anders gaan inrichten, ga niet meer iedere avond weg en zeg dus veel vaker nee. Ook helpt mijn gezin me. Als ik bijvoorbeeld op een drukke rommelmarkt ben en ik voel de angst toch opkomen, pak ik even de hand van mijn man en dan gaat het weer. Ook ga ik weer met mijn dochter de stad in en als ik het even nodig heb, raak ik haar aan. Dat weten ze en zo helpen ze me. Ik hoef het dus niet helemaal alleen te doen.” “Ik herken het als ik het moeilijk ga krijgen. Ik krijg dan bijvoorbeeld geen lucht, hoe diep ik ook adem. Het voelt dan alsof er iemand heel hard duwt op mijn borst en dat ik mijn evenwicht verlies en dan weet ik dat ik iets moet doen. En ik kan dat dan dus grotendeels zelf.” Nu is ze de medicatie zelfs aan het afbouwen. Omdat Susan aan het solliciteren is, wil ze niet met haar echte naam worden genoemd. Susan is dus een pseudoniem. Maar omdat ze zoveel heeft gehad aan het Ciran traject wil ze graag dat haar verhaal wordt verteld. Ze wil het team van Ciran in Nijmegen specifiek bedanken voor het vertrouwen in haarzelf wat ze haar weer hebben gegeven. En verder vooral Gemma en Hugo voor de niet aflatende steun. Susan geeft aan dat het belangrijkste wat ze heeft geleerd, is dat je naar gebeurtenissen op meer manieren kunt kijken. En dat ze heeft geleerd hoe je moeilijke situaties zelf kunt dragen. Maar in het leven van Susan blijft maar ellende langskomen. Na haar traject bij Ciran wat nu zo’n anderhalf jaar geleden is afgerond, besloot ze in overleg met haar huisarts dat ze haar nek en rug verder wilde ontlasten door het verkleinen van haar borsten. Ze had een week of vier vrij gepland voor de operatie. De operatie werd uitgevoerd. Ze ging weer naar huis en het plan was binnen een paar weken weer aan het werk. Maar het ging niet goed. Er ontwikkelde zich een abces. Dus, terug naar het ziekenhuis, openen, spoelen en dus weer pijn. Vier maanden is ze daarmee zoet geweest en uit de running. “Toen ik weer terug aan het werk ging, was het lastig om te kunnen werken. Opnieuw had ik geleden en dat was me aan te zien. Dat maakt het werk en de omgang met collega’s nog lastiger. “Mijn plek in mijn werk was weg” zegt Susan, “dat betekende helemaal opnieuw beginnen en dat kostte me te veel energie.” Daarom heeft ze nu de keuze gemaakt niet meer met deze doelgroep moeilijke patiënten te gaan werken. “Ik ben dan ook aan het zoeken, zowel intern als extern, maar het lukt nog niet zo. Mijn droom is een eigen winkel. Ik had laatst een pand gezien, maar ik kan het gewoon niet betalen. Dus ik solliciteer verder.“ Ik ben benieuwd waar Susan op uitkomt. Met haar capaciteiten, uitstraling en ervaring weet ik zeker dat ze binnenkort iets gaat vinden wat weer bij haar past. Ook dat d e k u n st v a n g e z o n d z i j n zal toch weer iets spannends zijn, want ze is echt een energieke tante die in een niet te softe omgeving moet werken, zoals ze zelf zegt. Af en toe van zich afbijten of afslaan doet ze nu in de sport. Ze is begonnen met zumba en kan daar lekker adrenaline aanmaken en daar haar energie goed in kwijt. Ze weet nu dat ze veel meemaakt en dat ook wil en soms ook zelf opzoekt. Dat hoort bij haar. De vele tegenslagen die langskomen, die ze natuurlijk niet opzoekt, horen kennelijk ook bij haar. “Toch ga ik daar nu veel beter meer om, laat me niet meer zo van mijn sokken blazen als vroeger. Daar ben ik trots op. In het afgelopen twee jaar heb ik dan ook meer gedaan dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.”
© Copyright 2024 ExpyDoc