Bediening van bruggen en sluizen in Nederland : II. Onderbouwing

a d v i es
• - . . _ . •
Terp
Bediening van bruggen en sluizen in Nederland
II.
Onderbouwing van de visie van beheerders
juli 1999
project uitgevoerd in opdracht van
Ministerie van Veikeei en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
A<lviesdi<-:ir>l Veikwi mi V I H V I M
Bediening van bruggen en sluizen in Nederland
II.
Onderbouwing van de visie van beheerders
juli 1999
Pagina
Inhoud
1.
Achtergrond en aanleiding
1
2.
Werkwijze
2
3.
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
Resultaten uit workshops en landelijke bijeenkomsten
De deelnemers
Veranderingen gewenst en nodig
Knelpunten
Oplossingsrichtingen algemeen
Organisatorische oplossingen
Technische oplossingen
Voorkeuren voor bedieningsregimes
Financiële aspecten
Personele aspecten
Initiatiefnemer
4
4
6
7
9
9
11
12
14
15
16
Bijlagen:
1.
Beheerders van bruggen en sluizen in Nederland
2.
Gehanteerde vragenlijst bij het gebruik van Option Finder®
3.
Data en locaties workshops en landelijke bijeenkomsten
4.
Geconsulteerde sleutelpersonen
5.
Projectteam
©TA/99027
RWS/AW proj.code HUN 98.006
1.
Achtergrond en aanleiding
Voor het basistoervaartnet in Nederland bestaat een grote diversiteit in het
"product" bediening van bruggen en sluizen. Deze verschillen zijn terug te
voeren op de opvattingen en mogelijkheden van de (honderden) beheerders,
hun personele, technische en financiële middelen, de historie, het gebruik door
recreatie- en beroepsvaart, etcetera.
Verschillen -hoe verklaarbaar ook- doen afbreuk aan de kwaliteit. Bedieningstijden verschillen of sluiten niet aan op routes, informatieverstrekking is niet
uniform of onvoldoende, wachttijden kunnen aanzienlijk zijn, brug- en sluisgelden (indien geheven) verschillen van plaats tot plaats.
Verbeteringen en veranderingen voltrekken zich echter niet vanzelf. In de
allereerste plaats is het nodig, dat de betrokkenen (en dat zijn alle beheerders)
zich bewust worden van het totale product dat geleverd wordt, hun bijdrage
daarin en een perspectief op verbetering. Ontwikkeling van een gemeenschappelijke en realistische visie op de toekomst van de bediening in het basistoervaartnet is daarom vereist.
In het kader van de opstelling van een nieuwe Beleidsvisie Recreatietoervaart
in Nederland (BRTN) is door de Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN)
aan Rijkswaterstaat (RWS) gevraagd om een project "bediening bruggen en
sluizen" te realiseren. De resultaten daarvan zijn input voor de nieuwe BRTN.
Als fase 1 van het project is een inventarisatie uitgevoerd onder beheerders.
Dit gedeelte van het project is uitgevoerd in het voorjaar van 1999. De resultaten zijn neergelegd in twee documenten:
-
1. Visie en hoe deze te realiseren (apart uitgegeven)
II. Onderbouwing van de visie van beheerders (dit rapport)
Circa 75 van de in totaal 200 beheerders die betrokken zijn bij het BRTN-vaarwegennet hebben bijgedragen aan dit deel van het project. Dit is bijna 40%.
Uit de opmerkingen in de discussiebijeenkomsten mag worden afgeleid, dat er
geen enkele reden is om aan te nemen dat de niet verschenen beheerders er
fundamenteel anders over zouden denken. Het beeld is dus representatief.
Deel I, "Visie en hoe deze te realiseren", is aangeboden door de uitvoerders
van het onderzoek (Terp Advies en Rijnconsult) aan de directe opdrachtgever,
de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van RWS, die zorgt voor terugkoppeling
naar de BRTN-organisatie. Gelet op het belang van de problematiek, de velen
die in het land bij het project betrokken geweest zijn en de waargenomen belangstelling, is ervoor gekozen dat deel breed te verspreiden. Het is aan alle
beheerders toegezonden.
Het voorliggende rapport, de onderbouwing, bevat in meer detail de resultaten
van de inventarisatie.
Nadere informatie wordt graag verstrekt door RWS/AW, dhr. H.J.P.M.
Zoontjens (tel. 010-282 5861) en dhr. P. de Ridder (tel. 010-282 5873).
©TA/99027
-1-
RWS/AW proj.code HUN 98.006
2.
Werkwijze
De twee doelstellingen van het project zijn:
inventarisatie van situaties, meningen en gevoelens in "het veld"
het creëren van een voedingsbodem voor een gemeenschappelijke visie.
Om deze doelen te bereiken is gekozen voor een aanpak bestaande uit:
een voorbereidingsbijeenkomst met sleutelpersonen uit het veld (op persoonlijke titel)
vijf workshops, verspreid over het land
twee plenaire bijeenkomsten, in Rotterdam en Zwolle.
voorbereiding
5 workshop 5 met beheerders
1
1
12 april
14 april
19 april
22 april
Akersloot
Joure
Dordrecht
Zwolle
J
28 april
Amersfoort
verwerking resultaten
1
l
M
*
9 juni
plenaire
biieenkomst
Zwolle
*
4 juni
plenaire
bi|eenkomsr
Rotterdam
1
eindrapport:
- deel II
©TA/99027
-2-
RWS/AVV proj.code HUN 98.006
De voorbereidingsbijeenkomst is gebruikt om de vraagstelling om te werken
tot bediscussieerbare stellingen die aan de beheerders zijn voorgelegd. Dit
laatste heeft plaatsgevonden op de vijf workshops, waarvoor alle bij RWS bekende beheerders van bruggen en sluizen (op het BRTN-net en aangrenzende
vaarwegen) zijn uitgenodigd. Voor een lijst van beheerders die - hetzij bij de
workshops, hetzij bij de plenaire bijeenkomsten - hebben deelgenomen verwijzen wij naar bijlage 1.
De vragen en stellingen waarover de beheerders hun mening gegeven hebben,
zijn op de workshops voorgelegd met gebruikmaking van OptionFinder®.
Hierbij maken de deelnemers hun mening over stellingen in eerste instantie
kenbaar via een stemkastje dat het best vergeleken kan worden met de
afstandsbediening van een tv. Het resultaat wordt onmiddellijk zichtbaar op
een scherm, zodat de deelnemers naast hun eigen mening ook het groepsresultaat zien. Daarna kan over het resultaat onmiddellijk discussie plaatsvinden. In een enkel geval heeft dit ook geleid tot het toevoegen van vragen.
Het ging in dit project uitdrukkelijk om de mening van beheerders. Bij diverse
van de bijeenkomsten is naar voren gebracht, dat ook de mening van de gebruikers van belang is. Dit belang wordt wel degelijk onderkend; in de vervolgfasen zal de visie van de gebruikers dan ook goed doorklinken. Niettemin
is in deze fase gekozen voor de beheerders, omdat zij de veranderingen zullen
moeten dragen. Wanneer zou blijken, dat nut en noodzaak van verandering
van de bedieningssituatie niet leven in de kring van beheerders zijn veranderingen in elk geval moeilijker te realiseren, ook al zouden gebruikers er radicaal anders over denken.
De resultaten van de workshops zijn vervolgens gepresenteerd op twee landelijke bijeenkomsten. Hiervoor zijn opnieuw alle beheerders uitgenodigd, zowel
formeel op bestuurlijk niveau als individueel bij eerdere deelnemers aan de
workshops. Op deze plenaire bijeenkomsten is vervolgens in regionaal samengestelde groepen gediscussieerd over de verdere concretisering van de visie.
Aan de workshops hebben in totaal 110 personen van 75 verschillende beheerders deelgenomen. Bij de 2 plenaire bijeenkomsten waren tezamen bijna
60 personen van circa 40 verschillende beheerders aanwezig.
Het navolgende hoofdstuk bevat een verslag van de voornaamste resultaten
van de workshops. De resultaten van de plenaire bijeenkomsten zijn met name
verwerkt in deel I van deze rapportage. Een volledig overzicht van de antwoorden per vraag is verkrijgbaar bij RWS/AW 1 .
H.J.P.M. Zoontjens (tel. 010-2825861) of P. de Ridder (tel. 010-2825873)
©TA/99027
-3-
RWS/AW proj.code HUN 98.006
3.
Resultaten uit workshops en landelijke bijeenkomsten
3.1
De deelnemers
Voor de 5 workshops waren 201 organisaties uitgenodigd. Van hen heeft 37%
(75 organisaties) deelgenomen. Doordat ruim gebruik gemaakt is van de
mogelijkheid met meer personen van één organisatie te komen, bedroeg het
totaal aantal deelnemers 114.
Het grootst in aantal waren de gemeentelijke vertegenwoordigers: ruim 50.
Doordat ook de gemeenten verreweg de grootste groep uitgenodigde beheerders vormden, is het opkomstpercentage van gemeenten onder het gemiddelde
(28%). De provincies waren vrijwel voltallig vertegenwoordigd. In illustratie
3.1 is een overzicht gegeven van de deelnemers aan de workshops. Bij vertegenwoordigers van het Rijk gaat het vrijwel uitsluitend om regionale directies van Rijkswaterstaat.
Illustratie 3.1
Deelnemers aan de workshops, naar herkomst: aantallen en
opkomstpercentage
deelnemers workshops naar herkomst
Riik
Provincie
üemeente
Waterschappen
Overige
80
60
r
100
aantal (deelnemers),
resp. % (opkomst)
! • opkomstpercentage ~ vertegenwoordigd aantal |
Binnen de groep beheerders die deelgenomen hebben aan de workshops waren
"grote" en "kleine" vertegenwoordigd, waarbij "groot" en "klein" zowel gemeten kan worden in aantallen beheerde objecten als in scheepspassages per
jaar. In de illustraties 3.2 en 3.3 (volgende pagina) zijn overzichten opgenomen. Geconstateerd mag worden, dat onder de beheerders die in het project
hebben deelgenomen alle typen beheerders vertegenwoordigd waren.
Het aantal deelnemers aan de twee plenaire bijeenkomsten bedroeg 58, afkomstig van 41 verschillende organisaties.
©TA/99027
4-
RWS/AVV proj.code HUN 98.006
Illustratie 3.2
Deelnemers naar grootteklasse, gemeten naar aantallen
passages/jaar
deelnemers naar aantal passages
Minder dan 5.000
5.000 tot 20.000
20.000 tot 50.000
50.000 tot 100.000
Meer dan 100.000
Onbekend
10
15
20
25
30
aantallen
Illustratie 3.3
Deelnemers naar grootteklasse, gemeten naar aantallen beheerde objecten (= beweegbare bruggen en sluizen)
deelnemers naar aantal nbiecten
10 of meei
Onbekend/n.v.t
0
©TA/99027
10
/
60
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
3.2
Veranderingen gewenst en nodig
Nut en noodzaak voor veranderingen in de bedieningssituatie leven in brede
kring (van beheerders). Ongeveer 60% van de deelnemende beheerders2 is van
mening, dat een wezenlijke verbetering van de bediening mogelijk is (zie illustratie 3.4). Daarbij treden slechts kleine verschillen op tussen verbetering
voor de beroepsvaart en de recreatievaart. Circa 12% ziet geen mogelijkheden
tot verbetering.
Illustratie 3.4
Mening van de beheerders over verbeteringsmogelijkheden
in het algemeen
Wezenlijke verbetering van bediening is
mogelijk
Nee
Neutraal
Ja
0
4O
20
60
8O
%
• Recreatievaart • Beroepsvaartj
Ook de noodzaak tot verandering van de bediening wordt aangegeven door
circa 55% van de deelnemende beheerders (zie illustratie 3.5, volgende
pagina).
Bij de discussie over veranderingen is ook een tijdaspect van belang. Zo zijn in
Friesland niet lang geleden meerjarenafspraken gemaakt over uniformering
van de bediening. Gelet op deze afspraken zou verandering op korte termijn
ongewenst zijn (om afspraken niet overhoop te halen), maar op langere termijn
wellicht juist wel aan de orde (heroverweging, bijstelling of aanscherping).
Bij de discussie over nut en noodzaak tot veranderingen doen zich geen opmerkelijke verschillen voor tussen "grote" en "kleine" beheerders of beheerders uit de kring van Rijk, provincies, gemeenten of waterschappen.
1
Waar hier over beheerders of deelnemende beheerders wordt gesproken, is altijd uitgegaan
van het aantal personen bij de workshops. Zoals aangegeven is het aantal deelnemers groter
dan het aantal organisaties. Alle percentages zijn berekend ten opzichte van het aantal
personen.
©TA/99027
•6-
RWS/A VV proj.code HUN 98.006
Illustratie 3.5
Mening van de beheerders over de noodzaak tot verandering
van de bediening van bruggen en sluizen in het algemeen
Verandering in bediening is nodig
Nee
_
Misschien
______3_1
'"• "
Ja
10
3.3
30
20
40
50
60
Knelpunten
Twee knelpunten met betrekking tot de bediening springen eruit bij beheerders: prioritering van verkeersstromen en veiligheid. Het eerste betreft de afweging tussen de prioriteiten van verkeer te water en kruisend wegverkeer.
Voor 80% van de beheerders vormt dit een knelpunt. Suggesties voor oplossingen die gedaan zijn, betreffen bijvoorbeeld een regionale (provinciale)
rangordening van alle wegen en vaarwegen en een daarop gebaseerde prioriteitstelling bij de kruisingen. Op deze wijze kan een min of meer objectief en
regionaal dekkend systeem opgezet worden. Maar ook andere oplossingen zijn
denkbaar. Voorkomen moet in elk geval worden, dat de afwegingsproblematiek telkens weer op de schouders van individuele brugwachters wordt gelegd.
Gezien de aard van de problematiek en het algemene gevoelen, ligt het voor de
hand, dat initiatieven worden ondernomen om systemen, richtlijnen of andere
hulpmiddelen te ontwikkelen waarop beheerders een beroep kunnen doen.
Een overzicht van ervaren knelpunten is weergegeven in illustratie 3.6 (volgende pagina). Opmerkelijk is, dat beheerders van mening zijn, dat voor de
recreatievaart wachttijden geen groot knelpunt vormen.
©TA/99027
-7-
RWS/AW proj.code HI1N 98.006
Illustratie 3.6
Mening van de beheerders over de rol die bepaalde knelpunten spelen bij de bediening van bruggen en sluizen
Mate waarin knelpunten ervaren wordi
Prioritering voor beheerder
Veiligheid voor recreatieen beroepsvaart
Verkeerde openingstijden
voor beroepsvaart
Veiligheid voor kruisend
verkeer
Wachttijden voor
beroepsvaart
Congestiegevoel voor
recreatievaart
Sociale veiligheid voor
beheerder
_
_
_
_
!
Onbemand laten voor
beheerder
Verkeerde openingstijden
voor recreatievaart
Diversiteit in passagegeld
voor recreatievaart
Congestiegevoel voor
beroepsvaart
Wachttijden voor
recreatievaart
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
100
B eens Doneens
©TA/99027
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
3.4
Oplossingsrichtingen algemeen
Een kwart van de beheerders geeft technische oplossingen en samenwerking
een grote kans van slagen bij de oplossing van knelpunten. Meer dan 60%
geeft samenwerking daarnaast een redelijke kans van slagen. Voor techniek
ligt dit wat lager (40%).
Alles bij elkaar genomen, mag geconcludeerd worden, dat samenwerkingsvormen een hoge prioriteit hebben bij het zoeken van oplossingen, en dat
daarnaast ook naar technische oplossingen gekeken zal moeten worden.
Illustratie 3.7
De mening van beheerders over de kansrijkheid van bepaalde
oplossingsrichtingen
kansrijkheid van oplossingsrichtingen
weinig kans van slagen
neutraal
redelijke kans van slagen
grote kans van slagen
onbekend
O
I • samenwerking O techniek
3.5
Organisatorische oplossingen
De belangrijkste organisatorische acties die bijdragen tot oplossing van knelpunten in de bediening zijn periodiek overleg tussen beheerders en aansluiüng
van kleinere beheerders bij grote. Van de beheerders vindt 80% dat periodiek
overleg een aantrekkelijk middel is en 75% acht dit ook redelijk tot goed realiseerbaar. Daarmee is dit van de samenwerkingsopties verreweg de belangrijkste. Overigens vindt in sommige regio's dit overleg reeds plaats.
Een tweede samenwerkingsmaatregel die steun heeft van beheerders en als een
realistische optie gezien wordt, is aansluiting van kleinere beheerders bij grotere waarbij de laatste als trekkers optreden in hun regio. Over de aansluiting
van'kleine bij grote beheerders zijn geen opmerkelijke verschillen te constateren tussen kleine en grote beheerders als hierover hun mening gevraagd wordt.
Regionale samenwerking heeft duidelijk de voorkeur.
©TA/99027
9-
RWS/A VV proj.code HUN 98.006
Bredere vormen van samenwerking, een nationaal opererende beleidsorganisatie bijvoorbeeld worden sterk afgewezen. Het meest uitgesproken zijn de
beheerders op de punten privatisering en landelijke uitvoeringsorganisatie van
de bediening: zowel de aantrekkelijkheid als de realiseerbaarheid ervan worden bijzonder laag ingeschat.
Illustratie 3.8
De best realiseerbare samenwerkingsvormen tussen beheerders
___••i
periodiek
overleg
•|§f§§§§|||l
kleine bij
grote
I zeer aantrekkelijk
___üülüpF
B enigszins
aantrekkelijk
één
organisatie
per gebied
0
50
100
%
Tenslotte zijn in illustratie 3.9 alle voorgestelde samenwerkingsvormen tussen
beheerders weergegeven, waarbij de aantrekkelijkheid is uitgezet tegen de
realiseerbaarheid. De maatregelen zijn daarbij op een 5-puntsschaal uitgezet,
oplopend van 1 (zeer onaantrekkelijk, respectievelijk slecht realiseerbaar) tot 5
(zeer aantrekkelijk, respectievelijk goed realiseerbaar). Het is duidelijk, dat de
meest aantrekkelijke opties ook door de beheerders als de meest realiseerbare
worden aangemerkt.
©TA/99027
•10-
RWS/AVV proj.code HIIN 98.006
Illustratie 3.9
Aantrekkelijkheid en realiseerbaarheid van samenwerkingsopties
4.5
F srio<_ek over e g
4.0
aveling bed entdien
3.5
voorbeeldve on
9
wheerders
bij grote
modelconvenan
ofgfx T gebied —
•_ 3.0
s
gemeensc ï. regelingen
£ 2.5
privatis sring
uitruil bedienen andere t|aken
2.0
Ibxjelijke
uitvoert
lkrdslijke
beleidsor janisatie
1.5
1.5
3.6
2.0
2.5
3.0
3.5
aantrekkelijkheid
4.0
4.5
Technische oplossingen
Verreweg de belangrijkste technische verbetering die op bedieningsgebied
wordt ervaren is concentratie van bediening in kleine centrales. Deze optie is
zowel aantrekkelijk als realiseerbaar. Alleen de optie om bruggen te verhogen
scoort hoger op aantrekkelijkheid, maar de beheerders geven daarbij onmiddellijk te kennen, dat deze optie niet gemakkelijk realiseerbaar zal zijn. Automatisering en vooral zelfbediening scoren laag. Vooral het argument van aansprakelijkheid wordt daarbij genoemd als negatief.
Overigens is in de discussie op de plenaire bijeenkomsten naar voren gebracht,
dat in bepaalde situaties zelfbediening wel degelijk kan worden overwogen.
©TA/99027
-11-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Illustratie 3.10
Aantrekkelijkheid en realiseerbaarheid van technische oplossingen
4.5
4.0
_
I
kleine ce rtrales
•
3.5
grot e centrales
•
'S 3.0
zelfbedie ling
;
•
2.5
•
automa isering
bedi< aiing
2.0
hogere b uggen
1.5
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
aantrekkelijkheid
4.0
4.5
Belangrijke extra voordelen voor centrale bediening zijn één aanspreekpunt
voor gebruikers (in plaats van per object). Secundaire argumenten zijn de
mogelijkheid het systeem 24 uur per etmaal operationeel te hebben en verbetering van dienstverlening voor derden (hulpdiensten, maar ook stedelijk openbaar vervoer werd daarbij genoemd), zie illustratie 3.11 (volgende pagina).
3.7
Voorkeuren voor bedieningsregimes
Uniformering van bedieningstijden wordt door vrijwel alle beheerders aanbevolen als oplossing voor knelpunten. Slechts 10% vindt het "misschien" een
oplossing en slechts één beheerder ziet er niets in.
Onderbreking van de bediening gedurende de dagperiode wordt door ruim de
helft van de beheerders afgewezen. Uniformiteit van bediening over het gehele
etmaal heeft daarentegen geen prioriteit in grote meerderheid menen de
beheerders dat het bieden van 24-uursbeschikbaarheid geen bijdrage levert aan
verbetering van de bediening (of het oplossen van knelpunten).
©TA/99027
-12-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Illustratie 3.11
Argumenten die pleiten voor meer centrale bediening
belang van argumenten voor centrale bedienin
. . , . 1 . . .
één aanspreekpunt voor gebruiker
afstemming vraag/aanb
•!•:
•'::':•
meer taakinhoud personeel
i
-
:•:•••:•:::::::::•:•:•
\
isi.islsi
•:•:;:
J
24 uur in de lucht |
•i.;:i
[,,,
::«::
•:•:•:•
••:i:
HHïi^l
:jij:i:5:;:j:j:j
betere werkomstandighe
WW SS
service voor derde
y
0
10
20
30
40
50
60
70
I % zeer belangrijkd % belangrijk
Illustratie 3.12
Mening van beheerders over opties van het bedieningsregime
als oplossing voor knelpunten
bedieningsregime als oplossing
uniforme bed.tijd per
gebied
geen onderbreking op de
dag
landelijk uniforme
bed. tijd.
geen verschil per dag
geen verschil per seizoen
geen verschil dag/nacht
-80
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
100
• ja O nee
©TA/99027
-13-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
3.8
Financiële aspecten
Eventuele meerkosten die samenhangen met (verdere) verbetering van de
brug- en sluisbediening zouden in de allereerste plaats gefinancierd moeten
worden uit nationale middelen. In feite geven de beheerders in hun voorkeur
de methode aan: ten laste van het Rijk (meer dan 50% vindt dat de juiste
wijze) en geheven bij de gebruikers van de vaarweg via een landelijke heffing.
Heffing van een bijdrage op/bij de objecten wordt sterk afgewezen. Beheerders zien hun primaire taak duidelijk als bedienen van objecten en niet als
innen van bijdragen.
Illustratie 3.13
Mogelijke financieringsbronnen
,_
'
| . ."" !' ' . . [ . . .
•
•
.|
.
| .
..
_1_ÜZ
—,— r —,—|
_ _ _ _ , __j
1
Ten laste Rijk
Ten laste provincies
kosten irit-onderhandelea
;i;:; : i : i
:':•:•:•:•:•:::•:•:•:::•:•:;::::
Via landelijke heffing gebruikers
^_J_
a^^^^^^^^^^^^^^l
. . . . | . . . / . . . ' . . ' . 1 . l l'l •
f
f
dl
1'
_
Kosten voor beheerder
— _ _j
Verfijning gemeentefonds
Relateren directe opbrengsten
Via toeristenbelasting
Gebruikers betalen per passage
EF__
•
<"•
'!!i!= '!=
Via recreatieschap
Uitruil/vergoeding diensten
Relateren indirecte opbrengsten
(|
10
20
30
40
• aan te bevelen
©TA/99027
-14-
50
60
70
80
• te overwegen
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
90
%
3.9
Personele aspecten
Veranderingen en verbeteringen in het bedieningssysteem in Nederland kunnen gevolgen hebben voor het personeel dat belast is met de bediening. Aan de
beheerders is hun mening gevraagd over een aantal uitgangspunten die een rol
zouden moeten spelen bij personele aspecten.
De drie belangrijkste die naar voren komen zijn:
normering van de bedieningsbekwaamheid
de plicht van de overheid te zorgen voor een zinvolle taakinhoud
geen achteruitgang in arbeidsvoorwaarden (bij reorganisatie).
Neventaken van bedienend personeel (hetzij uit financiële overwegingen, hetzij ten behoeve van een aanvulling op de taakinhoud, hetzij om een andere
reden) worden sterk afgewezen. Neventaken die geen relatie hebben met het
bedienen zijn zeker niet aan de orde, maar ook zwak-gerelateerde neventaken
als toezicht, monitoring en beveiliging worden door de beheerders afgewezen.
Detachering daarentegen is een optie die zeker te overwegen is. Dit ligt in lijn
met de opties die al bij de organisatorische samenwerking genoemd zijn.
Illustratie 3.14
De mening van beheerders over aspecten die verband houden
met personeel en arbeid
ender«ehri|vlng stellingen arbeid
Bedieningsbekwaamheid normen
Overheidpiichl zinvolle laak
Arbeidsvoorw. niet achteruit
Registratie automatiseren
Natuurlijk verloop is uitgangspunt
Sociale veiligheid Is belangrijke nevenl'
Detachering is mogelijkheid
Zwak-gelieerde neventdcen mogelijk
Uitbesteding is mogelijkheid
Overige neventaken mogelijk
Neventaak registratie verminderen
• zeer mee een
B mee eens
©TA/99027
-15-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
3.10 Initiatiefnemer
De beheerders zijn zeer uitgesproken als het gaat om de vraag wie het initiatief
zou moeten nemen bij de verwezenlijking van verbetering van brug- en sluisbediening: provincies en Rijkswaterstaat. In illustratie 3.15 is dit aangegeven.
Hierbij moet bedacht worden, dat het grootste aantal deelnemers aan de bijeenkomsten afkomstig was van gemeenten. Zij hebben dus in belangrijke mate
mede hun stempel op deze uitkomst gedrukt.
De provinciale beheerders geven de voorkeur wat meer aan provincies als
initiatiefnemer, gevolgd door nieuwe regionale organisaties. Beheerders uit de
kringen van RWS zien RWS daarentegen wat meer het initiatief nemen (zie
ook illustratie 3.16) . De overall conclusie kan echter niet anders zijn, dan dat
RWS en de provincies, mogelijk in samenwerking met het IPO, regionaal tot
afspraken komen over de trekkersrol. Dit kan van gebied tot gebied verschillen.
De nieuwe regionale organisaties, zoals die door de beheerders als derde genoemd worden, na provincies en RWS, hoeven niet in strijd te zijn met het
voorgaande. Immers, het zou heel goed kunnen zijn, dat op initiatief van de
eerstgenoemden besloten wordt tot het opzetten van een nieuwe regionale
organisatie.
Illustratie 3.15
Aangewezen initiatiefnemer
aangewezen initiatiefnemer
Provincies
RWS
Nieuwe regionale organisaties
Geen (= laten zoals het is)
Een andere organisatie of organisaties
Een nieuwe landelijke organisatie
Interprovinciaal overleg
BRTN
VNG
Unie van Waterschappen
onbekend
40
50
60
%
I Ie keus
©TA/99027
-16-
E 2e keus
• 3e keus
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Illustratie 3.16
Aangewezen initiatiefnemer naar herkomst deelnemer (in %,
Ie keus +2e keus + 3e keus samengenomen)
Vertegenwoordigers van *)
Alle deelnemers
Initiatiefnemer moet zijn:
Provincies
RWS
Nieuwe regionale organisaties
Geen (= laten zoals het is)
Een nieuwe landelijke organisatie
Een andere organisatie of organisaties
Interprovinciaal overleg
BRTN
VNG
Unie van Waterschappen
59
50
43
35
31
31
22
13
11
5
Gemeenten
63
43
41
41
24
24
25
12
18
10
Provincies
Rijk
77
39
52
23
35
45
19
6
3
0
26
84
47
47
47
26
11
11
0
0
Waterschappen
80
80
20
20
0
40
20
20
0
20
bijvoorbeeld: 63% van de gemeentelijke beheerders noemde de provincie als Ie keus of als 2e keus of als 3e keus; 37% van de gemeentelijke
beheerders noemde de provincie dus niet (want er kon slechts een Ie, 2e
of 3e keus worden aangegeven)
©TA/99027
-17-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Overig
20
40
20
20
40
20
40
60
40
0
Bijlage 1: Beheerders van bruggen en sluizen in Nederland (aangeschreven
organisaties)
Beheerders die deelgenomen hebben aan één of meer bijeenkomsten in het
kader van dit project zijn gemarkeerd met •
•
•
Centraal Nautisch Beheer
Consulentschap NME Friesland
Domeinen
Gemeente 's-Gravenhage
Gemeente 's-Hertogenbosch
Gemeente Abcoude
Gemeente Alkemade
Gemeente Alkmaar
Gemeente Almelo
Gemeente Almere
Gemeente Alphen aan den Rijn
Gemeente Amersfoort
Gemeente Amsterdam
Gemeente Anna Paulowna
Gemeente Appingedam
Gemeente Assen
Gemeente Bedum
Gemeente Bellingwedde
Gemeente Bergen op Zoom
Gemeente Boarnsterhim
Gemeente Bodegraven
Gemeente Bolsward
Gemeente Brederwiede
Gemeente Breukelen
Gemeente Brielle
Gemeente Coevorden
Gemeente De Ronde Venen
Gemeente Delft
Gemeente Delfzijl
Gemeente Den Ham
Gemeente Den Helder
Gemeente Deventer
Gemeente Diemen
Gemeente Doetinchem
Gemeente Dongeradeel
Gemeente Dordrecht
Gemeente Dronten
Gemeente Edam-Volendam
Gemeente Emmen
Gemeente Enkhuizen
Gemeente Ferwerderadeel
Gemeente Gaasterlan-Sleat
Gemeente Gendringen
Gemeente Goes
©TA/99027
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
-bl.1-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
•
•7 .
. .
•
1
••
'.
.
•
©TA/99027
• •
•
•
'
'
-
.
"
Gemeente Gorinchem
^
Gemeente Gouda
«^
Gemeente Groningen
*/
Gemeente Haarlem
*/
Gemeente Haarlemmermeer
Gemeente Hardenberg
Gemeente Harderwijk
Gemeente Haren
Gemeente Harlingen
*/
Gemeente Harmelen
Gemeente Hasselt
Gemeente Heerenveen
Gemeente Hellevoetsluis
Gemeente Helmond
Gemeente Hillegom
Gemeente Hilversum
Gemeente Hoogeveen
Gemeente Hoogezand-Sappemeer
Gemeente Hoom
«^
Gemeente Huizen
Gemeente IJsselham
Gemeente IJsselstein
*/
Gemeente Jacobswoude
Gemeente Kampen
f/
Gemeente Katwijk
Gemeente KoUumerland en Nieuwkruisland
Gemeente Leek
t/
Gemeente Leeuwarden
*/
Gemeente Leiden
Gemeente Leiderdorp
f'
Gemeente Lemsterland
*/
Gemeente Littenseradiel
Gemeente Loenen (U)
«^
Gemeente Loppersum
Gemeente Maarssen
Gemeente Maassluis
Gemeente Medemblik
1/
Gemeente Menaldumadeel
Gemeente Meppel
Gemeente Middelburg
1/
Gemeente Middelharnis
Gemeente Middenveld
Gemeente Moordrecht
Gemeente Naarden
Gemeente Nieuwegein
Gemeente Nieuwerkerk aan den Ussel
Gemeente Nieuwkoop
Gemeente Nijefurd
Gemeente Nijkerk
f/
Gemeente Noordoostpolder
*/
Gemeente Ooststellingwerf
Gemeente Opsterland
Gemeente Oss
t/
-bl.2-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Gemeente Ouder-Amstel
Gemeente Oudewater
Gemeente Pekela
Gemeente Purmerend
Gemeente Reeuwijk
Gemeente Reiderland
Gemeente Rijnwoude
Gemeente Rijswijk
Gemeente Roosendaal
Gemeente Rotterdam
Gemeente Scheemda
Gemeente Schiedam
Gemeente Schouwen-Duiveland
Gemeente Slochteren
Gemeente Smallingerland
Gemeente Sneek
Gemeente Spijkenisse
Gemeente Stadskanaal
Gemeente Steenwijk
Gemeente Ten Boer
Gemeente Ter Aar
Gemeente Tilburg
Gemeente Tytsjerksteradiel
Gemeente Uithoorn
Gemeente Urk
Gemeente Utrecht
Gemeente Veendam
Gemeente Vlaardingen
Gemeente Vlagtwedde
Gemeente Vleuten-De Meern
Gemeente Vriezenveen
Gemeente Waalwijk
Gemeente Waterland
Gemeente Weert
Gemeente Weesp
Gemeente Weststellingwerf
Gemeente Wieringermeer
Gemeente Winschoten
Gemeente Winsum
Gemeente Woerden
Gemeente Wunseradiel
Gemeente Wymbritseradiel
Gemeente Zaanstad
Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle
Gemeente Zuidhorn
Gemeente Zutphen
Gemeente Zwolle
Gewest Kop van Noord-Holland
Havenbedrijf Rotterdam
Havenschap Groningen Seaports
Havenschap Moerdijk
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en
Vecht
©TA/99027
-bl.3-
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
'
•
•
•
"
-
•
"
'
•
•
-
"
'
•
,
•
"
•
•
•
•
'
•
•
•
•
•
•
-
"
:
"
-
• • • : - .
•
. •
'
1
- - . ' . • '
•
Hoogheemraadschap De Stichtse
Rijnlanden
Hoogheemraadschap Uitw. SI in Holl N-kwartier
Hoogheemraadschap van Rijnland
•
Hoogheemraadschap van Schieland
Hoogheemraadschap West-Brabant
7
Meerschap Paterswolde
Ministerie van Defensie (Marine)
MNWB
•
NS/Railned
•
Plassenschap Loosdrecht e.o.
•
Provincie Drenthe
•
Provincie Flevoland
•
Provincie Friesland
•
Provincie Gelderland
Provincie Groningen
•
Provincie Noord-Brabant
•
Provincie Noord-Holland
•
Provincie Overijssel
•
Provincie Utrecht
•
•
Provincie Zeeland
Provincie Zuid-Holland
•
Recreatieschap Marrekrite
•
Recreatieschap Rottemeren
RWS Dir Dsselmeergebied
•
RWS Dir Limburg
•
RWS Dir Noord-Brabant
•
•
RWS Dir Noord-Holland
RWS Dir Noord-Nederland
•
RWS Dir Oost-Nederland
•
RWS Dir Utrecht
RWS Dir Zeeland
•
RWS Dir Zuid Holland
•
Stichting Recreatietoervaart Nederland
•
Waterschap Boarn en Klif
Waterschap De Brielse Dijkring
Waterschap De Waterlanden
•
Waterschap Dollardzijlvest
Waterschap Eemszijlvest
Waterschap Friesland
•
Waterschap Groot-Haarlemmermeer
Waterschap Hollands Kroon
Waterschap Noorderzijlvest
Waterschap Rijn en Ussel
•
Waterschap van de Linge
Bron: Rijkswaterstaat (Beheerdersbestand) en Terp Advies
- •
1
-
©TA/99027
-bl.4-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Bijlage 2: Gehanteerde vragenlijst bij het gebruik van Option Finder®
AT GEMENE VRAGEN m.b.t. de GROEPSSAMENSTELLING
Tot welke groep behoort u?
O
O
O
O
O
Rijk
Provincie
Gemeente
Waterschappen
Overige
Hoeveel objecten beheert u?
O It/m3
O 4 t/m 9
O 10 of meer
Wat is het aantal passages in uw beheergebied (beroeps en recreatievaart)?
O
O
O
O
O
Minder dan 5.000
5.000 tot 20.000
20.000 tot 50.000
50.000 tot 100.000
Meer dan 100.000
URGENTIEGE VOEL( 1)
Gezien vanuit de recreatievaarder kan de bediening van bruggen en sluizen in Nederland
wezenlijk worden verbeterd.
O
O
O
O
O
Helemaal mee oneens
Mee oneens
Neutraal
Mee eens
Helemaal mee eens
Gezien vanuit de beroepsvaart kan de bediening van bruggen en sluizen in Nederland
wezenlijk worden verbeterd.
O
O
O
O
O
Helemaal mee oneens
Mee oneens
Neutraal
Mee eens
Helemaal mee eens
In welke mate is de ANWB representatief voor de recreatieve gebruiker?
0
O
O
O
O
O
0%
20%
40%
60%
80%
100%
©TA/99027
-b2.1-
RWS/AVV proj.code HIIN 98.006
In welke mate is de HISWA representatief voor de recreatieve gebruiker?
O 0%
O
O
O
O
O
20%
40%
60%
80%
100%
In welke mate is de KNWV representatief voor de recreatievaart?
O
O
O
O
O
O
0%
20%
40%
60%
80%
100%
In welke mate is de Schuttevaer representatief voor de beroepsvaart?
O 0%
O 20%
O
O
O
O
40%
60%
80%
100%
In welke mate is de BRTN representatief voor de recreatievaart?
O
O
o
o
o
o
0%
20%
40%
60%
80%
100%
In de komende jaren moet de bediening veranderen
O Ja
o
o
Nee
Misschien
URGENTIEGEVOEL(2)
-
Voor recreatievaarders vormen openingstijden die niet passen, een knelpunt dat extra aandacht vraagt
Voor beroepsvaarders vormen openingstijden die niet passen, een knelpunt dat extra aandacht vraagt
Voor recreatievaarders vormen te lange wachttijden een knelpunt dat
extra aandacht vraagt
Voor beroepsvaarders vormen te lange wachttijden een knelpunt dat
extra aandacht vraagt
Voor recreatievaarders vormt het gevoel van congestie een knelpunt dat
extra aandacht vraagt
©TA/99027
-b2.2-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Voor beroepsvaarders vormt het gevoel van congestie een knelpunt dat
extra aandacht vraagt
Voor recreatie- en beroepsvaarders vormt veiligheid op de vaarweg (bij
bruggen en sluizen) een knelpunt dat extra aandacht vraagt
Voor kruisend wegverkeer vormt veiligheid bij bruggen en sluizen een
knelpunt dat extra aandacht vraagt
Voor de beheerder vormt prioritering van kruisende verkeersstromen bij
bruggen een knelpunt dat extra aandacht vraagt
Voor de beheerder vormt handhaving van sociale veiligheid bij bruggen
en sluizen een knelpunt dat extra aandacht vraagt
Voor de beheerder vormt het onbemand laten van bruggen en sluizen een
knelpunt dat extra aandacht vraagt
Voor de recreatievaart vormt de diversiteit in brug- en sluisgeld (waaronder ook begrepen het wel of niet heffen) een knelpunt dat extra aandacht vraagt
Hierbij voor alle stellingen de volgende antwoordmogelijkheden:
O
O
O
O
O
Helemaal mee oneens
De neig naar oneens
De weet het niet
De neig naar eens
Helemaal eens
ZOEKRICHTINGEN
Hoe perspectiefvol acht u verbetering c.q. vergroting samenwerking tussen betrokken
organisaties voor de oplossing van de knelpunten?
O
O
O
O
O
helemaal geen kans van slagen
weinig kans van slagen
neutraal
redelijke kans van slagen
grote kans van slagen
Hoe perspectiefvol acht u grotere inzet technische mogelijkheden (afstandsbediening,
bediening vanuit centrales, automatisch bediende bruggen) voor de oplossing van de
knelpunten
O
O
O
O
O
helemaal geen kans van slagen
weinig kans van slagen
neutraal
redelijke kans van slagen
grote kans van slagen
©TA/99027
-b2.3-
RWS/AVV proj.code HIIN 98.006
OPLOSSINGSRICHTINGEN
Samenwerking
Periodiek overleg per gebied/route als manier om de samenwerking te
bevorderen
Voorbeeldverordeningen als manier om de samenwerking te bevorderen
Een modelconvenant (met rechten en plichten) als manier om de samenwerking te bevorderen
Onderlinge herverkaveling van bedientaken als manier om de samenwerking te bevorderen
Onderlinge uitruil van bedientaken en andere taken als manier om de
samenwerking te bevorderen
Gemeenschappelijke regeling als manier om de samenwerking te bevorderen
Eén specifieke organisatie (per gebied) belast met bediening als manier
om de samenwerking te bevorderen
Eén landelijke overheidsorganisatie belast met het beleid op het gebied
van bediening als manier om de samenwerking te bevorderen
Eén landelijke overheidsorganisatie belast met uitvoering van bediening
als manier om de samenwerking te bevorderen
Privatisering van de bediening als manier om de samenwerking te bevorderen
Kleinere beheerders sluiten aan bij de grotere, die per gebied als trekker
fungeren als manier om de samenwerking te bevorderen
Hierbij voor alle onderwerpen de volgende antwoordmogelijkheden:
Hoe aantrekkelijk is deze oplossingsrichting?
O
O
O
O
O
Niet aantrekkelijk
Neutraal
Zeer aantrekkelijk
Hoe realiseerbaar is deze oplossingsrichting?
O
O
O
O
O
Zeer slecht realiseerbaar
Neutraal
Goed realiseerbaar
Aansluiting
Hoe aantrekkelijk is het voor grote beheerders om kleinere beheerders
"mee in huis te nemen"?
Hoe aantrekkelijk is het voor kleine beheerders om aan te sluiten bij
grote?
©TA/99027
-b2.4-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Hierbij voor alle onderwerpen de volgende antwoordmogelijkheden:
O
O
O
O
O
Niet aantrekkelijk
Neutraal
Zeer aantrekkelijk
Bediening
Voor de gebruiker zou een uniforme bedieningstijd per gebied (corridor, route, vaargebied) een belangrijke stap voorwaarts zijn bij het oplossen van knelpunten in de bediening
O
O
O
Ja
Nee
Misschien
Voor de gebruiker zou een landelijk uniforme bedieningstijd een belangrijke stap voorwaarts zijn bij het oplossen van knelpunten in de bediening
O
O
O
Ja
Nee
Misschien
De beschikbare infrastructuur, dus ook bediende bruggen en sluizen, zou in principe
gedurende het gehele jaar beschikbaar moeten zijn (geen bedieningsverschillen per seizoen).
O
O
O
Ja
Nee
Twijfelachtig
De beschikbare infrastructuur, dus ook bediende bruggen en sluizen, zou in principe
gedurende de gehele week beschikbaar moeten zijn (geen bedieningsverschillen per dag
van de week).
O
O
O
Ja
Nee
Twijfelachtig
De beschikbare infrastructuur, dus ook bediende bruggen en sluizen, zou in principe
gedurende bet gehele etmaal beschikbaar moeten zijn (geen bedieningsverschillen per
deel van het etmaal).
O Ja
O
O
Nee
Twijfelachtig
De beschikbare infrastructuur, dus ook bediende bruggen en sluizen, zou in principe
gedurende de gehele dagperiode (bijv. 6.00 tot 22.00 of 8.00 tot 20.00) beschikbaar moeten zijn (dus geen onderbreking in de bediening overdag).
O
O
O
Ja
Nee
Twijfelachtig
©TA/99027
-b2.5-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Indien er sprake zou zijn van landelijke of gebiedsgewijze uniforme bedieningstijden,
zouden de gebruikers het meest gebaat zijn bij:
O
O
O
O
O
6.00 uur tot 22.00 uur gedurende het gehele jaar
6.00 uur tot 22.00 uur gedurende het (nader te bepalen) seizoen
8.00 uur tot 20.00 uur gedurende het (nader te bepalen) seizoen
7 x 24 uur gedurende het (nader te bepalen) seizoen
handhaving huidige regelingen (in al hun verscheidenheid)
Techniek
Bediening van enkele objecten (bijvoorbeeld 2 tot 5 op één route) vanuit
één centrale als technische oplossing van de knelpunten
Bediening van vele objecten (minstens 6 en niet noodzakelijk op één
route) vanuit één centrale als technische oplossing van de knelpunten
- • Zelfbediening van beweegbare bruggen door gebruikers als technische
oplossing van de knelpunten
Volautomatische bediening van beweegbare bruggen (aanbodgestuurd)
als technische oplossing van de knelpunten
Vermindering aantal noodzakelijke openingen (bij bruggen) door vergroting doorvaarthoogte
Hierbij voor alle onderwerpen de volgende antwoordmogelijkheden:
Hoe aantrekkelijk is deze oplossingsrichting?
O
O
O
O
O
Niet aantrekkelijk
Neutraal
Zeer aantrekkelijk
Hoe realiseerbaar is deze oplossingsrichting?
O
O
O
O
O
Zeer slecht realiseerbaar
Neutraal
Goed realiseerbaar
Centrale bediening
Onderwerpen:
De inzet van personeel kan beter afgestemd worden op de vraag naar
passages.
Tegen minimale personeelskosten kan het bedieningssysteem altijd "in
de lucht" gehouden worden
Voor gebruikers van de vaarweg ontstaat één aanspreekpunt
De beheerders kunnen een hoger serviceniveau leveren voor derden, bijvoorbeeld hulpdiensten
De taakinhoud van bedienend personeel wordt zinvoller
©TA/99027
-b2.6-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
De werkomstandigheden van bedienend personeel worden aantrekkelijker door de aanwezigheid van méér personen in een centrale (sociaal
element)
Vraag
In hoeverre vindt u dit een belangrijk argument voor meer centrale bediening?
O
O
O
O
O
Onbelangrijk
Enigszins belangrijk
Neutraal
Belangrijk
Zeer belangrijk
Bezwaren:
Onmogelijkheid om de achterban (= bestuurders) te enthousiasmeren
Kostenniveau neemt toe (bij uitbreiding serviceniveau)
Toedeling van kosten (investeringen en operationeel) is moeilijk
Toedeling directe opbrengsten moeilijk (brug- sluisgeld, havengeld)
Toedeling indirecte baten moeilijk, bijv. bestedingen detailhandel, horeca, attractieve woon/vestigingsplaats
Afstemproblemen arbeidsvoorwaarden
Ingreep in bestaande werkcultuur
Toename last voor omwonenden, waaronder verstoring (zondags)rust
door uitbreiding vaaruren
Toename last voor natuur en milieu door toename verkeersstromen te
water
Toename hinder voor kruisend weg/spoorverkeer door meer openingen
Inpassing reparatie/onderhoudsschema kunstwerken
Handhaving sociale veiligheid (bij onbemand zijn van objecten)
Juridische aansprakelijkheid beheerder
Hierbij voor alle onderwerpen de volgende antwoordmogelijkheden:
In welke mate acht u dit bezwaar relevant?
O
O
O
O
O
Niet relevant
Weinig relevant
Ik weet het niet
Relevant
Zeer relevant
Ondervangen van bezwaren
Beheerder object draagt kosten van eventuele verhoging serviceniveau
Gebruikers betalen via landelijke regeling
Gebruikers betalen per object (passage)
Kostenverdeelsleutel uit-onderhandelen
Relateren aan directe opbrengsten, bijvoorbeeld per gemeente
Relateren aan indirecte opbrengsten, bijvoorbeeld per gemeente (horeca,
etc)
©TA/99027
-b2.7-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Toeristenbelasting invoeren of verhogen
Verevening via bijv. recreatieschap
Uitruil als vergoeding voor andere diensten
Verfijning uitkeringen gemeentefonds
Ten laste van provincies
Ten laste van het Rijk
Hierbij steeds de volgende antwoordmogelijkheden:
O
O
O
Onacceptabel
Te overwegen
Aan te bevelen
Uitgangspunten arbeidsvoorwaarden:
De overheid heeft de plicht te zorgen voor een zinvolle vulling van
functies van haar personeel
Bij reorganisaties mogen de arbeidsvoorwaarden er niet op achteruitgaan
Detachering is zeker te overwegen
Bedieningsbekwaamheid zou genormeerd moeten worden
Indien bediening op bepaalde uren 'onrendabel' is, kan uitbesteding een
goede oplossing zijn
Natuurlijk verloop dient uitgangspunt te zijn bij uitvoeringsplannen
(bijv. centralisatie)
Handhaving sociale veiligheid op en rond de objecten is een belangrijke
neventaak van bedienend personeel
Een herbezinning (= vermindering van) op de neventaak registratie van
scheepvaart is gewenst.
Registratie van scheepvaart dient geautomatiseerd te worden
Zwak-gelieerde neventaken zijn zeker te overwegen (bijv. video-controle
van bedrijventerreinen)
Overige neventaken moeten mogelijk zijn (bijv. horeca, detailhandel)
Hierbij steeds de volgende antwoordmogelijkheden
In welke mate bent u het eens met dit uitgangspunt?
O
O
O
O
Oneens
Neutraal
Mee eens
Zeer mee eens
VERANTWOORDELIJKE PARTLTEN
Welke partij zou de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van brug- en
sluisbediening op zich moeten nemen?
©TA/99027
-b2.8-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Geef resp. uw eerste, tweede, derde keuze aan:
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
BRTN
RWS
VNG
Unie van Waterschappen
Interprovinciaal overleg
Provincies
Een andere organisatie of organisaties
Nieuwe regionale organisaties
Een nieuwe landelijke organisatie
Geen (= laten zoals het is)
©TA/99027
-b2.9-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Bijlage 3: Data en locaties workshops en landelijke bijeenkomsten
Workshops
12 april
14 april
19 april
22 april
28 april
Motel Akersloot te Akersloot
Motel Joure te Joure
RWS te Dordrecht
De Nieuwe Buitensociëteit te Zwolle
Terp Advies te Amersfoort
Landelijke plenaire bijeenkomsten
4 juni
9 juni
©TA/99027
Congrescentrum Engels te Rotterdam
De Nieuwe Buitensociëteit te Zwolle
-b3.1-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Bijlage 4: Geconsulteerde sleutelpersonen
Dhr. T. Witte
Binnenwaterbeheer Amsterdam
Dhr. J.F.J. van Amstel
Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht
Mw. L.M. Bouwmeester
Provincie Flevoland
Dhr. J.J. Lottgering
Provincie Friesland
Dhr. J. van Toorenburg
RWS, Adviesdienst Verkeer en Vervoer
Dhr. G.J.P. Willems
RWS, Dienstkring Waterwegen N-Brabant
Dhr. N.A.W. van Lamsweerde
Stichting Recreatietoervaart Nederland
Belangstellende:
Dhr. J. Vandecasteele
©TA/99027
Zeekanaal en Watergebonden grondbeheer
Vlaanderen
-b4.1-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
Bijlage 5: Projectteam
Dhr. A. Gaaff
Terp Advies
Dhr. P.M.J.A. Hanemaaijer
Terp Advies
Dhr. J.R. van de Kamp
Rijnconsult
Dhr. P. de Ridder
RWS, Adviesdienst Verkeer en Vervoer
Dhr. H.J.P.M. Zoontjens
RWS, Adviesdienst Verkeer en Vervoer
Dhr. C. van Hoof/R. Cromheecke/H.A. Roele
Rijnconsult/Option Finder
©TA/99027
-b5.1-
RWS/AW proj.code HIIN 98.006
I
/
V
f/