Waterwilg schoolgids 2014-2015

Schoolgids De Waterwilg
Schooljaar 2014-2015
De leefregels van De Waterwilg, in kindertaal.
Deze leefregels hangen in ieder lokaal en door de school heen.
1.
Wees zuinig op jezelf, een ander en op de dingen om je heen.
2.
Wees aardig voor elkaar.
3.
Wees eerlijk.
4.
Samen spelen, samen delen.
5.
Praat beleefd.
6.
Laat zien waar je goed in bent.
7.
Doe goed je best.
8.
Houd je aan de regels.
9.
Probeer geen ruzie te maken.
10.
Luister goed naar elkaar.
De Waterwilg is een rooms katholieke basisschool.
De school ressorteert onder het bestuur van Lucas Onderwijs.
Lucas Onderwijs is een dynamisch en betrokken onderwijsbestuur.
Opening schooljaar
R.K. Basisschool De Waterwilg
De Poort 4
2631 PT NOOTDORP
Telefoon : 015 310 53 00
Internet : www.dewaterwilg.nl
E-mail
: [email protected]
De naam De Waterwilg is gekozen, omdat dit de
naam is van een boom, met een betekenis.
Het is een stevige boom met een goed verankerd
wortel-stelsel. De boom heeft een breed bladerdak
en mannelijke en vrouwelijke elementen.
Daarnaast ligt onze nieuwe school in de wijk
’s-Gravenhout, de naam van de school past bij
die wijk. Kortom een naam voor een school die
geworteld is binnen Nootdorp.
Tekst: De Waterwilg
Foto’s: De Waterwilg
Tekstverantwoording: Inhoud van deze schoolgids heeft de instemming van de
medezeggenschapsraad (MR) van R.K. Basisschool De Waterwilg.
Jaarlijks ontvangen de ouders via het oudste kind uit het gezin deze schoolgids.
Meestal is dit in de eerste schoolweek van het nieuwe schooljaar.
Verder wordt de gids gedurende een schooljaar verzonden of uitgereikt aan ouders die
informatie aanvragen over de school om eventueel tot inschrijving over te gaan.
Daarnaast wordt de schoolgids verstuurd naar o.a. het Bestuur, de Inspectie, de
Parochie, de Kinderopvang en overige belangstellenden.
1
Voorwoord
September 2014
Voor u ligt de schoolgids van R.K. Basisschool De Waterwilg. In de schoolgids beschrijven wij onze visie
en missie. Wij willen u zo goed mogelijk informeren. Soms kan het voorkomen, dat u een schrijven
over een onderwerp meerdere keren terug ziet komen in onze schoolgids. Dit heeft te maken met
de indeling.
Ons uitgangspunt is, dat het opvoeden van de kinderen een samenspel is tussen ouders en leerkrachten. De Waterwilg heeft naast het geven van goed onderwijs ook een opvoedkundige taak. Wij
vinden een veilige en ontspannen sfeer op onze school erg belangrijk. De omgang tussen kinderen,
het team en de ouders geschiedt op basis van respect. Het team heeft samen met de MR een waarden- en normenstelsel opgesteld. Het zijn de leefregels van de school. Deze leefregels hangen in elke
klas en door de school heen, zodat elke bezoeker kan zien en lezen waar wij met elkaar voor staan.
Aan het begin van het schooljaar 2014-2015 accentueren wij deze leefregels middels aandacht voor het
Project Zinloos Geweld, waarbij voor de jonge leerlingen het accent ligt op Lieve het lieveheersbeestje.
Voor de oudere leerlingen ligt het accent op de leefregels en de afspraken hoe je met elkaar omgaat.
Wij bespreken wat wij met elkaar (team en kinderen) moeten doen om voor een iedereen, een mooi,
leuk, gezellig, leerzaam en respectvol jaar te maken. Dit jaar wordt de regel ‘Eerlijk zijn’; tijdens de
opening van het nieuwe schooljaar op vrijdag 5 september besteden wij daar specifieke aandacht aan.
De Waterwilg is een school in beweging, de kinderen die onze school bezoeken komen meestal
met een sterke bagage naar binnen. De uitdaging voor onze school ligt in het optimaal benutten
en uitbreiden van deze bagage en in het ontwikkelen van andere competenties bij kinderen. Die
andere competenties liggen op het vlak van de sociaal-emotionele, de motorische, de zintuiglijke,
de communicatieve ontwikkeling en de ontwikkeling van creatieve vaardigheden. Voor elk kind
moet er in ons onderwijs een uitdaging zitten. Wij willen kinderen leren zelfstandig te zijn en
verantwoordelijkheid te dragen voor alles wat zij doen. Beweging is voor een school belangrijk.
Vernieuwingen kunnen niet uitblijven.
Schooljaar 2014-2015 is het managementteam gewijzigd door het vertrek van José Siemerink;
Anneke Peters neemt haar plaats in. Daarnaast blijven Carin Bongaerts en Juliëtte Goemans, deel
uitmaken van het management. Zij blijven zich richten op het overkoepelend beleid t.a.v. zorg en
onderwijskwaliteit. De organisatorische taken t.a.v. de jaargroep is een taak van de leerjaarcoördinator. Een leerjaarcoördinator organiseert en coördineert de praktische zaken van de jaargroep.
Richting het management zijn zij ondersteunend en meedenkend t.a.v. het beleid.
De Waterwilg vindt het belangrijk leerlingen goed te begeleiden, te volgen en te helpen. De
methode KIJK is vorig schooljaar ingevoerd voor de groepen 1-2 en daarnaast zal er een nieuw
digitaal volgsysteem komen voor alle groepen. Dit heeft te maken met vernieuwingen binnen de
digitale zorgsystemen. M.i.v. dit schooljaar gaan wij in groep 3 werken met de nieuwste versie van
de methode Veilig Leren Lezen. Recente wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen hebben
geleid tot een nieuwe versie waarin een leerlijn voor: technisch lezen, spelling, begrijpend lezen,
woordenschat, spreken en luisteren en leesbevordering stevig zijn verankerd.
Ook andere veranderingen gaan er plaatsvinden. Vanaf dit schooljaar gaat er gestart worden met
Engels in groep 5. Groep 6 krijgt een nieuwe Technische leesmethode. De Waterwilg gaat op SEEF,
een praktische verkeersmethode voor de groepen 1 t/m 6, ICT-ontwikkelingen gaan nauwlettend
gevolgd worden en WIFI doet zijn intrede op De Waterwilg.
De Cito-eindtoets wordt opgeschoven naar april. Leren Leren wordt een workshop in groep 8
en de methode voor informatieverwerking wordt vernieuwd in de zelfde groep. De invoering van
het Passend Onderwijs gaat van start. Deze laatste invoering is zeer ingrijpend.
De gesprekscyclus, vorig jaar gestart als een pilot, gaat op dezelfde wijze gecontinueerd worden; de
kennismakingsgesprekken gaan echter startgesprekken heten en het tijdpad kent veranderingen.
Goede communicatie tussen school en ouders is van groot belang.
2
Soms kunnen prestaties van uw kind, vragen bij u oproepen. In eerste instantie verzoeken wij
u de groepsleerkracht van uw kind hierover te benaderen; hij of zij is de eerstverantwoordelijke
persoon op dit terrein. In tweede instantie kunt u het management met uw vragen benaderen.
Voor administratieve zaken, overblijf en verlof aanvragen kunt u bij de administratie terecht.
Als school zijn wij ons bewust van onze verantwoordelijkheden. Wij spannen ons op tal van manieren
in om u goed te informeren, maar zijn ook bereikbaar en aanspreekbaar voor individueel advies of
het beantwoorden van uw vragen.
Om goed onderwijs te kunnen blijven geven is het voor de school belangrijk om te weten wat u van
de school vindt. Daarom is er in mei 2014 een oudertevredenheidsonderzoek gedaan. Voorheen
was dit om de 4 jaar, maar de MR heeft in overleg met de school besloten om de enquête om de 2
jaar te doen. Ook de leerlingen (van de groepen 5 t/m 8) hebben een enquête ontvangen.
Aan de verbeterpunten zal in het nieuwe schooljaar gewerkt worden.
Bent u verder nieuwsgierig naar het onderwijs op de scholen in Nederland, dan kunt u een kijkje
nemen op een nieuwe site; http://www.povensters.nl. Waarbij tal van informatie door een school
digitaal wordt gegeven.
Op De Waterwilg willen wij ook zorg bieden aan kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong,
conform de afspraken gemaakt met de afdeling Onderwijs binnen de Gemeente. In eerste instantie
krijgen deze kinderen binnen hun eigen jaargroep verbreding- en/of verrijkingsactiviteiten aangeboden in combinatie met het compacten van één of meer vakgebieden. Echter er is sinds schooljaar
2010-2011 een interne plusgroep (de Kangoeroegroep) op De Waterwilg. Hiervoor komen leerlingen
in aanmerking met een ontwikkelingsvoorsprong, die aan verschillende criteria voldoen. De school
bepaalt welke leerlingen hiervoor in aanmerking komen.
In schooljaar 2014-2015 continueren wij de begeleiding aan meer- en hoogbegaafde leerlingen.
Deze leerlingen krijgen één keer in de twee weken buiten de groep extra uitdaging aangeboden.
Zij komen dan één dagdeel in een aparte groep waar zij met elkaar aan verschillende opdrachten
zullen werken.
Tevens is het belangrijk om aan leerlingen extra ondersteuning te bieden, wanneer prestaties achterblijven of wanneer leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. Wij hebben hier 4 dagdelen
voor gecreëerd. Daarnaast is één dag per week specifiek voor onderzoeken en zorgarrangementen
beschikbaar.
Ook vinden er dit jaar weer tal van activiteiten plaats; de jaarlijks terugkerende en nieuwe
activiteiten zijn terug te vinden op de schoolkalender.
Daarnaast ondersteunen wij studenten; De Waterwilg heeft een Calibris erkenning, d.w.z. dat wij
als school stagiaires van een MBO opleiding mogen opleiden. Het afgelopen jaar merkten wij echter
dat wij veel aanvragen kregen voor een maatschappelijke en/of snuffelstage; een verzoek gedaan
door oud-leerlingen.
Het opvoeden en leren is zoals al eerder beschreven, een samenspel tussen ouders en de school.
U als ouder kan bijdragen op tal van manieren, door de inbreng van de Oudervereniging (OV) en
de Medezeggenschapsraad (MR). De uitkomsten van de oudertevredenheidenquête zullen waar
nodig gerealiseerd gaan worden.
U kunt ook persoonlijk helpen bij onze activiteiten. 185 hulpouders ondersteunen ons op verschillende manieren; de klasouders, de luizenmoeders, de klusouders, de dinsdagochtend groep, de
ouders die de speelplaats en het groen verzorgen, de versierploeg die de school steeds weer prachtig
omtovert in een bepaald thema, de ouders die de ramen zemen. Als laatste onze grootste groep: de
overblijfkrachten die er met elkaar voor zorgen dat uw en onze kinderen tussen de middag op een
professionele manier kunnen overblijven. De overblijf heeft van TSO Voorbeeldschool, de Gouden Ster
ontvangen, een symbolische prijs vanwege de kwaliteit van onze Overblijf. Een prachtige waardering.
Ik wens tot slot ouders en kinderen een fijn, plezierig en leerzaam schooljaar toe.
Met vriendelijke groet,
Namens het team, Marijke Paap
3
VOORWOORD 2-3
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE GEGEVENS
R.K. Basisschool De Waterwilg 6
Team van De Waterwilg 7
Huisvesting
10
Schooltijden, vakanties en vrije dagen 11
Vrijaf vragen, meldingen bij ziekte en dergelijke 12
Wetenswaardigheden voor nieuwe ouders14
HOOFDSTUK 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
2.1. Identiteit… een bijzonder uitgangspunt 17
2.2. Algemene uitgangspunten: 17
Zinloos Geweld, Burgerschapszin en Kanjertraining 18
HOOFDSTUK 3 ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.1. Schoolorganisatie 22
3.2. De aanmelding van nieuwe leerlingen 22
3.2.1. Regeling schorsing en verwijdering 24
3.2.2. Burgerservice nummer (BSN)25
3.3. Organisatie
25
3.3.1. Organisatie in de kleuterbouw 25
3.3.1.1. Praktische zaken groep 1-2 27
a. Wennen 27
b. Eten en drinken 28
c. Gym 28
d. Verjaardagen 29
e. Verjaardag van de juf 29
f. Inloopochtenden en Kijkmiddag29
g. Contact- en rapportagemomenten 30
h. Halen en brengen 30
i. Informatieavond 30
j. Gedragscode Kledingprotocol31
k. Bibliotheek bezoek31
l. Vader- en moederdag31
3.3.2. Alg. gegevens en basisvaardigheden voor de groepen 3 t/m 8 31
a. Jarig zijn 31
b. Rapporten 31
c. Contact- en rapportagemomenten 32
d. Huiswerk 33
e. Eten en drinken 34
f. Boekbesprekingen, spreekbeurten en werkstukken 34
g. Creaworkshops/Ateliers
34
h. Mobiele telefoons
35
i. MP-3 spelers/iPods
35
j. Gedragscode Kledingprotocol35
k. Vader- en moederdag35
l. Seksuele voorlichting
35
m. Groep 8. Bijzondere activiteiten met data
36
3.3.2.1. Lezen 38
3.3.2.2. Taal / Spelling
41
3.3.2.3. Schrijven41
3.3.2.4. Rekenen en wiskunde 42
3.3.2.5. Wereldoriënterende vakken 42
Topondernemers, het ándere zaakvakonderwijs42
Topografie
44
Schooltelevisie op het smartboard44
Verkeer44
Techniek 44
Engels 45
3.3.2.6. Culturele Creatieve vakken 45
3.3.2.7.
Bewegingsonderwijs 46
3.3.2.8. Moderne Media 48
3.4. 3.5. 4
Catechese (groep 1 t/m 8)
Bijzondere activiteiten 51
52
HOOFDSTUK 4 DE ZORG VOOR KINDEREN
4.1. De Zorgstructuur van de school
54
4.1.1. De Interne Zorgstructuur54
4.2.
De Externe zorgstructuur
58
4.2.1. De aan school gelieerde externe zorgstructuur
58
4.2.1.1.
Onderwijsadvies West Zuid-Holland (OA)58
4.2.1.2. Onderzoek op initiatief van de ouders
58
4.2.1.3. Onderzoek door orthopedagoge verbonden aan school
58
4.2.1.4.
Samenwerkingsverband 280259
4.2.1.5 Schoolondersteuningsprofiel
60
4.2.1.6. De Lokale Ondersteuningsadviseur60
4.2.1.7. Extra Ondersteuning en Lesplaatsen
61
4.2.1.8. Ontwikkelingsperspectief
62
4.2.1.9. Zorgondersteuning/RT
62
4.2.2. De niet aan school gelieerde zorgstructuur
62
4.3.
Het leerling- en onderwijs volgsysteem
63
4.3.1. Interpretatie van de Citotoetsen
64
4.4.
Het volgen van de vorderingen van de technische leesvaardigheid
65
4.5.
Het onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen
67
4.6.
Van Basisonderwijs naar Voortgezet Onderwijs
68
HOOFDSTUK 5 DE LEERKRACHTEN
5.1. Wijze van vervanging bij verlof, scholing en ziekte
72
5.2. Scholing van leerkrachten 72
5.3. Begeleiding en inzet van stagiaires
73
HOOFDSTUK 6 DE OUDERS
6.1. Contact tussen ouders en leerkrachten 74
6.2. Informatievoorziening 74
6.2.1. Informatieavonden 75
6.2.2. Nieuwsbrief algemeen75
6.2.3. Nieuwsbrief kleutergroep / groepen 3 en 4
75
6.2.4. De site van De Waterwilg 76
6.3. De Oudervereniging (OV) 76
6.4. De contributie voor de Oudervereniging
77
6.4.1. Ontheffingsprocedure
78
6.5. De Medezeggenschapsraad (MR) 78
6.6. De leerlingenraad 80
6.7. Hulpouders 80
6.8. Klasouder 81
6.9. Verzekeringen 82
6.10. De financiën van De Waterwilg 82
6.11.
De overblijf84
6.12.
Klachtenregeling86
HOOFDSTUK 7 ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL
7.1. Het onderwijs en de werkvormen 88
7.2. Nieuwe Methoden en Ontwikkelingen in de school 89
7.3. Rapporten 94
7.4. Resultaten van het onderwijs 95
7.5.
Kwaliteitsverbetering98
HOOFDSTUK 8 DIVERSEN
8.1.
Gevonden voorwerpen 100
8.2. Surveillance op de speelplaats en regels speelplaats
100
8.3. Verkeersveiligheid 100
8.4. Sponsoring 101
8.4.1.
Het Kenia project101
8.4.2. Het Makena project
103
8.4.3.
Het Busara project104
8.5. Ontruimingsplan 105
8.6. De Waterwilg, een rookvrije school 106
8.7. Jeugdgezondheidszorg
107
8.8. Zorgnetwerk109
8.9.
Verwijsindex
109
8.10.
Meldcode
110
8.11.
Overige zaken (voor- en naschoolse opvang)
111
HOOFDSTUK 9 HET BESTUUR 113
HOOFDSTUK 10 HANDIGE ADRESSEN 115
5
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE GEGEVENS
R.K. Basisschool De Waterwilg
De Poort 4
2631 PT NOOTDORP
Telefoon : 015 310 53 00
Internet : www.dewaterwilg.nl
E-mail : [email protected]
Het hoofdgebouw van De Waterwilg bestaat uit 2 gebouwen, verbonden door de loopbrug met
elkaar. Daarnaast is er een dependance (de Buis) gelegen achter de sporthal.
In de Villa:
In de dependance (de Buis):
Begane grond:de teamkamer
3 groepen 5
de reproruimte3 groepen 6
de directie
ruimte intern begeleider
de administratie
de teamkamer
ruimte intern begeleiders
RT / techniekruimte
2 spreekkamers
4 groepen 1-2
Verdieping: In het Koetshuis:
3 groepen 7
(gebouw links op de speelplaats)
3 groepen 8
Begane grond: 2 groepen 3
Kangoeroe lokaal3 groepen 1-2
6
Verdieping: 3 groepen 4
1 groep 3
De deuren van de school zijn overdag gesloten, bij binnenkomst vragen wij u om te melden bij de
administratie. In geval van calamiteit, willen wij graag weten wie er in school zijn.
Team van De Waterwilg
Management
Marijke Paap Carin Bongaerts Anneke Peters
Juliëtte Goemans
directeur
IB groep 1-2-3
IB groep 4-5-6
IB groep 7-8
Groepsleerkrachten
Marloes Olsthoorn
groep 1a-2a
Nicole van der Zwan
ma, di, vrij
groep 1b-2b
Pauline Grobbenwoe, dogroep 1b-2b
Mandy Binkhorst
di, woe, do, vrij, ma is wissel
groep 1c-2c
Jet Ripping
ma wissel
groep 1c-2c
Milou v.d. Ree
groep 1d-2d
Carola Jeursen
groep 1e-2e
Gonnie de Grootgroep 1f-2f
Monique Colleegroep 1g-2g
Corine Kestergroep 3a
Esther van der Geest
ma, di
groep 3b
Martine Karskens
woe, do, vrij
groep 3b
Sylvia Postgroep 3c
Hanneke Gravendeel
ma, di, woe
groep 4a
Annemarie Sluisdo, vrijgroep 4a
Monique de Koff
groep 4b
Marjolijn Duinkergroep 4c
Joyce Marrevee
groep 5a
Regine Reindersgroep 5b
Cindy van Veengroep 5c
Tom Reinkinggroep 6a
Recep Yildiz
ma, di, woe, do
groep 6b
Erna Knijnenburgvrijgroep 6b
Judith Haring
groep 6c
Tamara Storkgroep 7a Maike Kouwenhoven
groep 7b
Adriënne Klop
ma, di en woe
Nadia van Beek
woe, do en vrij
groep 7c
Evelien Wasserman
ma, di (tot 3 januari 2015)
groep 7c
Michelle Onderwatergroep 8a
Caroline de Croon
ma, di, do, vrij
groep 8b
Erna Knijnenburgwoegroep 8b
Jolijn van Zanten
di, woe, do en vrij
groep 8c
Elke van den Bosch
ma
groep 8c
* Als er niets staat vermeld achter de naam van een teamlid, houdt dit in, dat dit teamlid full time voor de
groep staat. Personeelsleden vetgedrukt zijn de leerjaarcoördinatoren.
7
Overige taken/personeel:
Anneke Peters Jolijn van Zanten Evelien Wasserman kanjercoach
kanjercoach
ADV / CV vervanging
Mandy Binkhorst
Jolijn van Zanten
kangoeroegroep 1 t/m 5
kangoeroegroep 6 t/m 8
Carla Yperlaan Agneta Tuijl
Jurian van Woggelum Ferdie Maat
Paulien van Kempen
Babette Havenaar
Christa van Kuijen
Paula Veger
Elke van den Bosch
Cor van der Plas
*bij vervanging
administratie
administratie
vakleerkracht bewegingsonderwijs
vakleerkracht bewegingsonderwijs
RT ondersteuning
Orthopedagoge
extra ondersteuning*
extra ondersteuning*
extra ondersteuning*
schoolmaatschappelijk werker
De Waterwilg heeft nu 25 groepen, wij beginnen met groep 1 en onze hoogste groep is groep 8.
De gemiddelde groepsgrootte varieert. Bij de kleuters is de groepsgrootte bij aanvang van het
schooljaar klein, afhankelijk van het jarig zijn, stroomt een groep vol. Het streven is de groepsgrootte
te houden op 28 leerlingen.
Dit is een keuze. De keuze is gemaakt met de MR en heeft alles te maken met het financiële plaatje
van De Waterwilg. Een school zoals De Waterwilg heeft jaren lang een andere groepsgrootte gekend.
Financieel is dit helaas niet meer haalbaar. De omvang van de groepen heeft echter ook direct te
maken met de missie en de visie van school. Er zijn keuzes en afwegingen gemaakt.
Personeel
Bij aanvang van het schooljaar 2014-2015 telt de school 628 leerlingen. Er zullen naar verwachting
nog 55 kinderen binnenstromen en er zijn 48 mensen werkzaam.
Binnen het team zijn er leerkrachten die fulltime werken en leerkrachten die parttime werken. Bijna
alle parttimers werken evenveel uren en hebben daardoor evenveel verantwoordelijkheid. Er zijn 3
leerkrachten die gebruik maken van de Bapo (Bevordering Arbeids Participatie Ouderen). De Bapo
is een regeling voor personeelsleden vanaf 52 jaar. Door deze regeling kan personeel minder gaan
werken, waar tegenover een regeling staat. De Bapo is ingevoerd om senioren in het onderwijs te
behouden voor het onderwijs. Gezien het feit, dat de leeftijdsgrens m.b.t. pensioen is opgetrokken
komt er waarschijnlijk een vitaliteitssregeling. De Bapo wordt daardoor afgeschaft.
Schooljaar 2014-2015 zijn de taken binnen het management veranderd. Anneke Peters is het
management komen versterken i.v.m. het vertrek van José Siemerink. José heeft gebruik gemaakt
van de mogelijkheid om pré pensioen op te nemen. Carin Bongaerts, Juliëtte Goemans en Anneke
Peters gaan zich puur richten op het overkoepelend beleid t.a.v. zorg en onderwijskwaliteit.
De organisatorische taken t.a.v. de jaargroep blijft een taak van de leerjaarcoördinator. Een leerjaarcoördinator organiseert en coördineert de praktische zaken van de jaargroep. Richting het
management zijn zij ondersteunend en meedenkend t.a.v. het beleid.
8
Managementleden staan niet voor de groep, een leerjaarcoördinator is tevens groepsleerkracht.
Voor u als ouder betekent dit concreet dat u voor zaken aangaande het onderwijs, gegeven in de
groep van uw kind, terecht kunt bij de groepsleerkracht. Voor overige zaken (schoolbeleid, zorg en
onderwijs, klachten, complimenten etc.) kunt u terecht bij het management. De directeur heeft in
deze de eindverantwoordelijkheid.
Er zijn dit schooljaar 3 intern begeleiders werkzaam te weten:
Carin Bongaerts voor de groepen 1, 2 en 3;
Anneke Peters voor de groepen 4, 5 en 6
Juliëtte Goemansvoor de groepen 7 en 8;
Dit schooljaar zal de begeleiding van (hoog)begaafde leerlingen gedaan worden door Mandy Binkhorst en Jolijn van
Zanten. Jolijn van Zanten werkt de ene week met de leerlingen van de groepen 6, 7 en 8. De andere week werkt Mandy
Binkhorst met de groepen 1 t/m 5. Paulien van Kempen en
Babette Havenaar richten zich op RT en zorgarrangementen.
Het nieuwe logo
José Voorham is op afroep werkzaam op De Waterwilg. Zij
is een bovenschoolse coach, vanuit Lucas Onderwijs. Personeelsleden volgen bij haar een coachingstraject. Binnen
het management is er een coachingstraject opgesteld met
instemming van het personeel en de MR. Het traject is er om
personeelsleden te ondersteunen en te begeleiden om de
kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. José Voorham doet
deze werkzaamheden voor leerkrachten van groep 1 t/m 8.
In het kader van de coaching en begeleiding kan het zijn dat er video-/filmopnames plaatsvinden.
Net als bij andere begeleidingsfunctionarissen wordt er een beroepscode gehanteerd, waarin staat
dat de gemaakte opnames alleen gebruikt worden voor intern gebruik of datzij worden gebruikt als
leertraject op een opleidingsschool. Elke ouder heeft aan het begin van het schooljaar een formulier
ontvangen om daarvoor toestemming te verlenen of niet.
De IB-ers voor de kleuter-, onder-, midden- en bovenbouw hebben zelf geen groep. In totaal hebben
wij ruim twee formatie plaatsen beschikbaar voor de IB. Daarnaast heeft De Waterwilg leerjaarcoördinatoren. Leerjaarcoördinatoren zijn groepsleerkrachten die een ondersteunende functie hebben
voor het management vanuit hun eigen jaargroep. Ieder leerjaar heeft een eigen leerjaarcoördinator.
Het management krijgt ondersteuning en begeleiding van Lucas Onderwijs, het bestuur waar De
Waterwilg onder ressorteert.
Bij afwezigheid van de directeur wordt deze vervangen door leden van het managementteam.
Ons hoofdgebouw biedt huisvesting aan 19 groepen. De Waterwilg streeft naar een evenwichtige
groepsgrootte. De groei en de grootte van de groepen zijn aandachtspunten en agendapunten in
het overleg, dat de school regelmatig heeft met de MR.
De groepen 5 en 6 zijn gehuisvest in de dependance en de overige groepen zijn gehuisvest in het
hoofdgebouw.
9
De Gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft in 2004 een semipermanent gebouw neergezet achter de
sporthal. Dit gebouw moet 15 jaar blijven staan om het aantal basisschoolleerlingen te kunnen
opvangen. Het semipermanente gebouw heeft 13 lokalen, waarvan 6 voor de PC school De Regenboog en 7 lokalen voor R.K. Basisschool De Waterwilg zijn. De lokalen hebben dezelfde afmeting
als in het hoofdgebouw. Daarnaast heeft de dependance de beschikking over een eigen magazijn,
toiletten, teamruimte, IB/Directieruimte, een inpandige berging en een eigen ingang.
De ingang is alleen bedoeld voor team, ouders en leerlingen van De Waterwilg. Het is niet de
bedoeling om het gebouw te benaderen via de entreedeur van De Regenboog. Om het gebouw is
een speelplaats die gedeeld wordt met De Regenboog.
Huisvesting
De Waterwilg betrok met ingang van het schooljaar 2001 - 2002 het eerste stuk van de nieuwbouw, het zogeheten Koetshuis (het grijze, twee verdiepingen tellende gebouw aan de Kruisweg).
Dit gedeelte heeft 10 lokalen. Medio maart 2002 trok De Waterwilg in het tweede gedeelte van
de school de zgn. Villa (bakstenen tweelaagse gebouw aan de parkeerplaats), hier vindt u op de
verdieping ruimte voor 7 groepen. Door de verbouwing in schooljaar 2007-2008, kwamen er op de
begane grond van De Villa, 4 lokalen bij. Het hoofdgebouw bestaat uit het Koetshuis en de Villa, die
door een brug met elkaar verbonden worden. Op deze wijze hebben wij in ons hoofdgebouw 19
groepen gehuisvest. Eén groep is gehuisvest in het zgn. ‘handjeslokaal’. Dit lokaal heet zo, omdat
er een groot schilderij hangt, gemaakt door leerlingen en als cadeau aangeboden, toen wij het
nieuwe gebouw betrokken.
De Waterwilg betrok met ingang van het schooljaar 2004 - 2005 de dependance. De groepen 5 en
6 van De Waterwilg zijn gehuisvest in de dependance.
De groepen zijn wat betreft lokalen veranderd, dit heeft te maken met het leerlingen aantal per
groep en de oppervlakte van een lokaal.
Eerste lokaal aan de rechterkant
Tweede lokaal aan de rechterkant
Derde lokaal aan de rechterkant
groep 5a groep 5c groep 6b juf Joyce
juf Cindy
meester Recep
Eerste lokaal aan de linkerkant
Tweede lokaal aan de linkerkant
Derde lokaal aan de linkerkant
groep 5b groep 6c
groep 6a juf Regine
juf Judith
meester Tom
Management lid en tevens IB-er Anneke Peters vindt u aan het eind van de gang,
achter de oranje deur aan de rechterkant.
Schooltijden
Groepen 1 t/m 4
8.30 uur - 11.45 uur
13.15 uur - 15.15 uur
Om de uitstroom goed te laten verlopen komen de kinderen uit de groepen 1-2 vijf minuten eerder
naar buiten; om 11.40 en om 15.10 uur
woensdag 8.30 uur - 11.45 uur
10
Groepen 5 t/m 8
8.30 uur - 12.00 uur
13.15 uur - 15.15 uur
woensdag 8.30 uur - 12.30 uur
Op woensdagmiddag hebben alle kinderen vrij.
Om de doorstroom van het aantal kinderen goed te laten verlopen is:
- De deur op de begane grond bij het Koetshuis is de entreedeur voor de groepen 1a–2a, 1b-2b,
1c-2c.
De groepen 3 en 4.
e ouders van de groepen 1-2 begeleiden hun kinderen naar binnen. De ouders van de groep 3
D
kinderen mogen echter slechts mee naar binnen tot de
herfstvakantie. De kinderen van de groepen 4 komen zelfstandig naar binnen.
- De deur bij de Villa aan de grote speelplaatskant is de
entreedeur voor de groepen 7 en 8. Deze kinderen kunnen zelfstandig naar binnen.
De Avondvierdaagse
- De deur bij de Villa aan de kant van het parkeerterrein
is de entreedeur voor de groepen 1d-2d, 1e-2e, 1f-2f en
1g-2g.
De dependance (voor de groepen 5 en 6) heeft een eigen
deur voor De Waterwilg, aan de kopse kant vlak bij de
sporthal. Hier gaan de deuren 5 minuten eerder open in
de ochtend en 10 minuten eerder open tussen de middag.
Wij merken dat leerlingen steeds vroeger naar school komen, daar de deuren eerder open gaan is
er geen pleinwacht. De schooltijden zijn voor de dependance gelijk aan die van het hoofdgebouw.
Vakanties en vrije dagen
Herfstvakantie Kerstvakantie
Voorjaarsvakantie Pasen Koningsdag
Meivakantie Pinksteren Zomervakantie 20 oktober 2014 t/m 24 oktober 2014
22 december 2014 t/m 02 januari 2015
23 februari 2015 t/m 27 februari 2015 03 april 2015 t/m 06 april 2015
27 april 2015
04 mei 2015 t/m 15 mei 2015
25 mei 2015
13 juli 2015 t/m 21 augustus 2015
(start is op vrijdag)
(start is op vrijdag)
(start is op vrijdag)
Roostervrije dagen voor de groepen 1 tot en met 4:
Donderdag
Vrijdag
Maandag
Maandag
Dinsdag Donderdag Dinsdag
16 oktober 17 oktober 5 januari 2 maart 3 maart 2 april 26 mei 2014
2014
2015
2015
2015
2015
2015
11
Vrije dagen groepen 8:
Dinsdag
Vrijdag Dinsdag Vrijdag
Maandag
Maandag Dinsdag
Vrijdag 16 dec 2014 groepen 8 in de middag
12 juni 2015 groep 8A en 8C * i.v.m de musical
16 juni 2015 groep 8A en 8B * i.v.m de musical
19 juni 2015 groep 8B en 8C * i.v.m de musical
29 juni 2015 groepen 8
6 juli 2015 groepen 8
7 juli 2015 groepen 8
10 juli 2015 groepen 8
Vrije dag gehele school
Dinsdag 4 november 2014 i.v.m. een studiedag voor het team.
Naast dit overzicht van de vrije dagen, geeft De Waterwilg een activiteitenkalender uit. Aan het
begin van het nieuwe schooljaar zult u deze kalender van ons ontvangen. Op de kalender vindt u
per maand de activiteiten, de vakanties en extra vrije dagen. Er kan van de planning op de kalender
afgeweken worden.
Vrijdagmiddag 5 september 2014 wordt het schooljaar geopend. Er wordt dan aandacht besteed
aan ons project Zinloos Geweld, met daarbij Lieve het lieveheersbeestje voor de kleintjes en onze
Leefregels.
Schoolbreed wordt er in het schooljaar 2014-2015 aandacht besteed aan de Leefregel: ‘Eerlijk zijn’
Protocol Vrijaf vragen
Nu de vakanties en vrije dagen zo ruim van tevoren bekend zijn, kunt u tijdig uw vakanties en vrije
dagen indelen zonder vrij te hoeven vragen voor verzuim op schooldagen.
Toch kan het voorkomen dat u in de loop van het schooljaar, door verschillende oorzaken, een vrije
dag wilt aanvragen. Op de site of bij de administratie vindt u dit formulier. Door het invullen van dit
speciaal daarvoor bestemde formulier kan uw aanvraag worden behandeld.
De directeur bepaalt of het verlof wel of niet wordt toegestaan. U krijgt het formulier ondertekend
terug met daarop vermeld of het verlof wel of niet is toegestaan.
Op de achterkant van het formulier staan de criteria aangegeven op grond waarvan de directie het
verlof mag goedkeuren:
• in gevallen waarin een werknemer volgens de gangbare CAO’s vrij krijgt;
• door uw werkgever wordt u geen vakantieverlof toegekend tijdens de schoolvakanties (een
werkgeversverklaring is in deze vereist);
• in gevallen van bijzondere familie omstandigheden (éénmalige gebeurtenis); het bijvoegen van
een kopie van bijv. uitnodigingskaart is noodzakelijk;
• het lidmaatschap van een regionale of nationale selectie; het bijvoegen van een kopie van de
betreffende bond of organisatie is noodzakelijk;
• indien er sprake is van een eenmanszaak of seizoensbedrijf en men voor de inkomsten in belangrijke mate aangewezen is op arbeid tijdens de schoolvakanties;
• in andere bijzondere gevallen kunt u zich wenden tot de directie.
12
De directie is verplicht in geval van ongeoorloofd verzuim de leerplichtambtenaar van de gemeente
Pijnacker-Nootdorp op de hoogte te stellen.
Uw kind is leerplichtig, vanaf het moment dat het vijf jaar geworden is. Ook voor onze vierjarigen
vragen wij u het verlofformulier in te vullen. Het rooster van vakanties en regels voor vrijaf geven
geldt ook voor de andere basisscholen in Pijnacker-Nootdorp.
Aanvraag van verlof in geval van afspraak
Ook kan het zo zijn, dat u even verlof nodig heeft, omdat u een afspraak heeft met uw kind bij de
dokter, tandarts, specialist etc. Afspraken tot 9.00 uur of vanaf 14.45 uur kunnen telefonisch worden doorgegeven. Voor afspraken buiten deze tijden om, moet u een verlofformulier invullen. U
kunt het aanvraagformulier verlof vinden op de site of bij de administratie. Wij verzoeken u echter,
om de afspraak niet midden op de of tijdens een toets periode te maken. Wanneer uw kind toch
een afspraak heeft midden op de dag, dan verzoeken wij u om uw kind op te halen van school; wij
sturen kinderen nl. niet alleen naar huis. Dit geldt niet voor leerlingen uit groep 7 en 8.
Traject na afwijzing van de aanvraag tot verlof
Excursie Blijdorp
Indien uw aanvraag tot verlof wordt afgewezen door de
directeur van de school, kunt u een heroverweging aangaande het verlof indienen bij de afwijzer van het verlof, in
deze de directeur.
Aanvragen betreffende een langer verlof (b.v. een week
vakantie) legt de directeur altijd voor aan de leerplichtambtenaar.
Indien het verlof na heroverweging opnieuw wordt afgewezen, dan kunt u tegen beslissingen van de directeur en/of de
leerplichtambtenaar een bezwaarschrift indienen, als u het
er niet mee eens bent. De gemeente kan u informeren over
de zogenaamde Awb procedure. Als u een bezwaarschrift
wilt indienen, moet u dit doen bij degene die de beslissing
heeft genomen, waar u het mee oneens bent.
Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen 6 weken
nadat de beslissing aan u is verzonden en/of overhandigd.
Van de gesprekken aangaande afwijzing van het verlof,
wordt een verslag gemaakt. Dit verslag leggen wij voor aan de ouders en vragen hen te tekenen
voor gezien, wordt er niet getekend dan noteren wij dat.
Ongeoorloofd afwezig zijn van leerlingen wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar.
Protocol melding bij ziekte en dergelijke
Als uw kind ziek is en daardoor niet naar school kan, dan verzoeken wij u dit voor aanvang van de
les door te geven. Wij zijn altijd telefonisch te bereiken, omdat De Waterwilg een antwoordapparaat
heeft. Is uw kind langer dan een week ziek, dan nemen wij contact op om te informeren hoe het
gaat. Daarnaast is het voor u als ouder verplicht om melding te maken van:
• Kinkhoest. De school moet dit de GGD melden in geval van meerdere meldingen. Indien er veel
gevallen worden gemeld, moet de school dit berichten aan de overige ouders.
• Overige kinderziektes en ziektes.
• Luizen. De Waterwilg wordt net zoals elke andere school in Nederland geconfronteerd met luizen.
Op onze school is er een team van ouders (uit de groep van uw kind), die u en ons helpt luizen
te voorkomen. Dit team van ouders controleert na elke vakantie. De gang van zaken rondom de
luizen hebben wij beschreven in het luizenprotocol. Het luizenprotocol vindt u op de site van De
Waterwilg, onder het kopje protocollen.
Om de luizen nog beter te bestrijden kunt u op school een luizencape kopen. Dit is onderdeel van
het beleid van de school. Wij gaan daarbij voor uniformiteit van de luizencapes. Onze luizencape
is te koop is bij de administratie. (N.B. alleen de luizencapes van school kunnen gebruikt worden).
13
Wetenswaardigheden voor nieuwe ouders
Opening schooljaar; het schooljaar wordt traditiegetrouw geopend op de eerste vrijdag van het
nieuwe schooljaar. Op de speelplaats laten de kinderen aan elkaar zien en horen hoe de Leefregel
van het schooljaar ‘Eerlijk zijn’ betekenis en inhoud krijgt. Tevens wordt het thema van de Projectweek bekend gemaakt en ontvangen de kinderen in de groepen een gezonde traktatie.
De Verbeelding; dit is een kunstmanifestatie in Pijnacker. De Waterwilg huurt op de creamarkt een
kraam, waarbij er door de kinderen zelfgemaakte kunst en Keniaanse kunst wordt verkocht voor het
meisjesproject. Het meisjesproject op De Waterwilg heet Het Makenaproject. (Activiteit groep 8).
De kabouter seizoenpaden; dit zijn speurtochten met opdrachten voor de groepen 1-2.
In kleine groepjes gaan de kleuters onder begeleiding van ouders de wijk in op zoek naar kabouters.
Bij elke kabouter hoort een opdracht.
Per schooljaar wordt er een keuze gemaakt, welk seizoen aan de beurt is. Voor dit schooljaar hebben wij gekozen voor het Herfstpad.
De Pietenochtend; deze ochtend is er voor de leerlingen van de groepen 1 t/m 4. In de ochtend
gaan de leerlingen in groepjes door de school heen allerlei activiteiten doen die met Sinterklaas
te maken hebben.
Het kerstdiner en de kerstborrel
Op de woensdagavond voor de Kerst komen de kinderen van groep 1 t/m 7 van 17.30 uur tot 19.00
uur naar school voor het kerstdiner. Het diner wordt verzorgd door de kinderen, ieder kind maakt
of neemt iets mee voor het kerstdiner. Het thema is ‘van elkaar voor elkaar’.
Tijdens het diner kunt u op de speelplaats genieten van een hapje en een drankje. De speelplaats is
omgetoverd in kerstsferen. Het hapje en drankje bieden wij deels aan, deels moet u er voor betalen.
De opbrengst is voor ons Kenia project.
Groep 8 komt de dinsdagavond voor kerst naar school. Zij zullen deze avond een echt kerstgaladiner
krijgen. De leerlingen zullen voorafgaand aan deze avond, de middag vrij hebben.
De Waterwilgdag
De Waterwilgdag is een dag, die in het teken staat van leuke activiteiten van kinderen voor kinderen.
Zo kunnen kinderen iets opvoeren, een dansje laten zien, playbacken, etc. Ouders zijn deze middag
van harte welkom, indien De Waterwilg dag buiten gevierd kan worden. Bij slecht weer vindt deze
activiteit plaats in de sporthal.
Juf- en meesterdag
Dit schooljaar zullen de leerkrachten van de groepen 1 en 2 de verjaardagen vieren op een zelfgekozen dag. De leerlingen mogen deze dag dan ook verkleed naar school komen. De juffen en
meesters van de groepen 3 t/m 8 zullen de verjaardagen vieren op de ochtend voorafgaand aan
De Waterwilgmiddag. Deze ochtend zal dan geheel in een feestelijke stemming zijn.
14
Schoonmaakavond
Op De Waterwilg wordt er door een schoonmaakbedrijf elke dag schoongemaakt; de toiletten, de
gangen en de lokalen van de kleutergroepen worden iedere dag schoongemaakt en gedweild. De
andere lokalen en ruimtes worden volgens een schema schoongemaakt.
Tevens vinden er extra werkzaamheden plaats, zoals het in de was zetten van de vloeren, het
schoonmaken van de entreedeuren, het ontsmetten van de deurklinken en de trapleuningen en
het zemen van de buitenramen (2 keer per jaar).
Toch hebben ouders aangegeven in de ouderenquête, dat zij graag zagen, dat er meer wordt schoongemaakt. Met elkaar hebben wij daarop bedacht ouders in te schakelen voor een schoonmaakavond.
Ook kan het zo zijn, dat een groepsleerkracht daarnaast vraagt om hulp bij een extra schoonmaak.
De leerlingen van de leerlingenraad hebben aangegeven, dat zij in de groepen extra aandacht blijven
besteden aan het toiletgebruik.
Inloopochtenden
De inloopochtenden zijn bedoeld voor de ouders van de kinderen uit de groepen 1 t/m 4.
Deze inloopochtenden vinden twee maal in het jaar plaats. Een keer in de eerste helft van het
schooljaar en een keer in de tweede helft van het schooljaar. De data staan op de activiteitenkalender vermeld.
De ouders kunnen aan het begin van de ochtend van 8.30
uur tot 9.15 uur in de klas van hun kind komen kijken.
Zo kunnen de ouders zien en ervaren hoe de kinderen in
de klas werken.
Gekke Kapseldag
Kijkmiddag
In de kleuterperiode bieden wij u ook de mogelijkheid om
een middag in de klas te komen kijken. Op deze manier kunt
u zelf ervaren hoe er in de groep van uw kind wordt gewerkt.
Voor een middag worden maximaal 2 ouders uitgenodigd.
Via een mededeling op het prikbord bij het klaslokaal kunt
u zich inschrijven.
Gekke Kapseldag
Een initiatief in schooljaar 2011-2012 bedacht vanuit de
Leerlingenraad. Een groot succes gebleken, dat wordt herhaald. Leerlingen van de groepen 5 t/m 8 mogen deze dag met een bijzonder kapsel naar school
komen.
De Derde Kamer wat is democratie?
Om die vraag draait het gratis lespakket ‘De Derde Kamer der Staten Generaal’. Het lespakket is
bedoeld voor klassikaal gebruik door de 8. Het behandelt onderwerpen zoals: onderwijs, sport,
milieu en andere zaken die leerlingen direct aangaan. De leerlingen leren aan de hand van een
debatspel met de groep hoe politiek werkt. In het spel kan gestemd worden over stellingen, plannen verdedigen. De klas leert democratisch te beslissen.
De groep ontvangt een koffertje met een dvd. Op de dvd leggen leden van de Eerste en Tweede
Kamer uit hoe de Nederlandse democratie werkt.
Voorleesontbijt
De start van de Nationale Voorleesdagen begint met een voorleesontbijt voor de groepen 1 t/m 4.
De leerlingen mogen dan in pyjama naar school komen. Opa’s en oma’s worden uitgenodigd om te
komen voorlezen en de leerlingen nuttigen een klein ontbijtje.
Musical
De groepen 8 voeren elk jaar een musical op. Dit gebeurt in het culturele centrum, de CulturA in
de Dorpsstraat te Nootdorp.
Elke groep heeft diverse uitvoeringen, voor de leerlingen en voor de ouders. Elke groep 8 heeft
dezelfde musical, ieder met hun specifieke invulling.
15
Techniekochtend
Op deze ochtend, zullen er tal van techniek activiteiten plaatsvinden.
Natuurochtend
Deze ochtend staat in het teken van Natuuractiviteiten.
Cultuurochtend
Deze ochtend staat in het teken van Cultuuractiviteiten.
Projectweek
Dit jaar hebben wij gekozen voor het thema: ‘Lekker Fit, Gezond en Bewegen.’ Er is een specifieke
projectweek, waarbij sportclinics plaatsvinden en er zal aandacht worden besteed aan gezonde
voeding.
Djembé Workshop
Workshops na schooltijd
Afgelopen schooljaar is De Waterwilg gestart met het organiseren van workshops. De workshops
worden gegeven door externe organisaties. Verschillende disciplines kwamen aan bod: karate,
dans en techniek.
Er wordt voor deze clinics een bijdrage gevraagd.
De workshops vinden na schooltijd plaats op verschillende dagen in een periode van 6 weken en
duren 1 uur. Via de nieuwsbrief wordt u over de workshops geïnformeerd en kunt u inschrijven.
16
HOOFDSTUK 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
2.1. Identiteit... een bijzonder uitgangspunt
Onze basisschool is een katholieke school. Dat betekent dat ons leven en werken in de school mede
bepaald wordt door een christelijke levenshouding. Soms zal dit duidelijk aanwijsbaar zijn, wanneer
wij stilstaan bij de tekst van de dagopening bij aanvang van de lessen, of wanneer wij een nadruk
leggen op specifiek katholieke activiteiten zoals Kerstmis en Pasen. Vaak zal deze levensbeschouwing
‘verborgen’ aanwezig zijn. Vanuit onze methode Trefwoord, vertellen wij Bijbelverhalen, maar ook
verhalen die meer maatschappelijk van aard zijn, zodat het kind een leidraad meekrijgt om in het
leven te kunnen staan. Deze methode wordt gebruikt voor
de groepen 1 t/m 6.
Kerstdiner
De leerlingen van de groepen 7 en 8 krijgen lessen uit de
methode Wereldwijd Geloven. In twintig thema’s komen de
belangrijkste kenmerken van de grote wereldgodsdiensten
aan de orde. De feesten, de heilige boeken, de gebedshuizen, goed en kwaad, leven na de dood en de godsdienst
thuis komen allemaal aan bod. Aan de hand van foto’s,
tekeningen en korte teksten krijgt de lezer een beeld van
de godsdiensten.
Wereldwijd geloven zet de godsdiensten op een gelijkwaardige manier naast elkaar.
Een bezoek aan de kerk kan een onderdeel hiervan zijn.
Echter de specifieke vieringen rondom Pasen en Kerst vinden plaats in onze eigen school. Het speellokaal wordt veranderd in het thema. Er zijn 4 vieringen,
waarbij adoptiegroepen vaak aan elkaar gekoppeld zijn.
Leerlingen uit de groepen 4 kunnen deelnemen aan de Eerste Heilige Communie en leerlingen van
de groepen 8 kunnen deelnemen aan het Heilig Vormsel.
Bij de viering van de Eerste Heilige communie zal er namens het team iemand aanwezig zijn. Bij de
viering van het Heilig Vormsel niet. De leerlingen die aan het Vormsel deelnemen, ontvangen een
kaart vanuit de school.
De leerlingen van de groepen 4 en 7, brengen in het schooljaar 2014-2015 een bezoek aan de kerk. Wij
vinden het belangrijk de normen en waarden vanuit onze identiteit mee te geven aan de kinderen.
2.2. Algemene uitgangspunten
Ons uitgangspunt is, dat het opvoeden van de kinderen een samenspel is tussen ouders en leerkrachten. De Waterwilg heeft, naast het geven van goed onderwijs, ook een opvoedkundige taak. Wij
vinden een veilige en ontspannen sfeer op onze school erg belangrijk. De omgang tussen kinderen,
het team en de ouders geschiedt op basis van respect.
Het team heeft samen met de MR een waarden- en normenstelsel opgesteld. Het zijn de leefregels
van de school. Deze leefregels hangen in elke klas en door de school heen, zodat elke bezoeker kan
zien en lezen waar wij met elkaar voor staan.
17
Onze leefregels zijn:
1. Aandacht voor je zelf en elkaar, de leefomgeving en het milieu
2. Respect hebben voor elkaar
3. Eerlijk en open zijn
4. Verdraagzaam zijn
5. Samen werken en samen spelen
6. Vriendelijk en beleefd spreken
7. Een gevoel van eigenwaarde opbouwen
8. Zich inspannen om zich zelf te ontplooien
9. Werk en (t)huiswerk goed verzorgen naar een ieders vermogen
10. Conformeren aan de schoolregels.
De gezamenlijke verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in een goede wederzijdse informatieoverdracht en een open communicatie. In de groepen hangen de regels vertaald in kindertaal.
Geven ouders hun kind op voor De Waterwilg, dan conformeren zij zich aan de visie, missie en de
afspraken die wij hebben. Dit betekent dus dat de regels door ouders en kinderen nageleefd moeten
worden. Respect vinden wij zeer belangrijk. In geval van agressie, bedreiging of verbaal geweld,
doen wij melding bij de politie.
Naast de leefregels heeft De Waterwilg eveneens protocollen. Het protocol rouwverwerking melden
wij in het bijzonder. Wij hebben besloten dit protocol op de site te plaatsen, zodat u ziet wat wij als
school doen wanneer er een ouder overlijdt. Het protocol geeft aan hoe wij leerlingen en ouders van
informatie voorzien, welk verhaal wij voorlezen, hoe wij een rouwboeket maken en hoe wij omgaan
met rouwverwerking. Andere protocollen zijn o.a. protocol aannamebeleid, protocol schorsen en
verwijderen, protocol mediawijsheid, protocol medicijnverstrekking, het luizen protocol, protocol
kindermishandeling (de Meldcode), het protocol school en scheiding en het pestprotocol (u kunt
deze vinden op de site of bij de administratie).
Zowel door de leefregels als de protocollen proberen wij een opvoedkundig en onderwijskundig
klimaat te creëren waarin kinderen zich veilig en geborgen voelen en waarbinnen zij zich optimaal
kunnen ontwikkelen. Rustig optreden, een open en vriendelijke communicatie en je houden aan
afspraken en regels zijn een aantal zaken die ons helpen dit te realiseren. De leerkrachten vervullen
een belangrijke voorbeeldfunctie, immers ‘een goed voorbeeld doet goed volgen’.
Natuurlijk vinden wij het fijn als een kind met plezier naar school gaat. Met plezier naar school gaan,
draagt in onze missie en visie bij aan optimale ontplooiing van uw kind(eren). De school dient een
basis te leggen. Een basis voor het kind om zich in de maatschappij te kunnen ontplooien en daaraan
een zinvolle verrijking voor zichzelf en voor de wereld om zich heen te kunnen geven.
Naast de verstandelijke ontwikkeling dienen alle facetten van het kind in het schoolgebeuren naar
voren te komen. Hierbij denken wij aan de sociaal-emotionele, de motorische, de zintuiglijke, de
communicatieve ontwikkeling en de ontwikkeling van creatieve vaardigheden. Wij willen kinderen
leren zelfstandig te zijn en verantwoordelijkheden te dragen. Door het onderwijs zodanig in te
richten dat het afgestemd is op het ontwikkelingsniveau van het kind, kunnen de kinderen een
ontwikkeling doormaken, die past bij hun eigen mogelijkheden.
Zinloos Geweld
18
De afgelopen 7 jaar is er tijdens de opening van het schooljaar aandacht besteed aan de actie
Zinloos Geweld. Met daarbij voor de leerlingen van de groepen 1 t/m 4 specifieke aandacht voor
Lieve, het lieveheersbeestje en voor de groepen 5 t/m 8 vanuit het project Zinloos Geweld, borgen
van de leefregels die de school heeft opgesteld. Deze leefregels worden elk jaar opgenomen in de
schoolgids en hangen in elke groep en gemeenschapsruimte.
De Leefregel: ‘Eerlijk zijn’.
Door deze twee onderwerpen met elkaar te combineren ontstaat er een specifieke aandacht voor
het pedagogische klimaat op de school.
Burgerschapszin
Burgerschapszin wil zeggen dat kinderen moeten leren dat zij onderdeel uitmaken van een maatschappij en daar een actieve bijdrage aan leveren. Het begrip is de afgelopen jaren op grote schaal
ingevoerd in de wereld. Nederland kon niet achterblijven, vond de Onderwijsraad. De raad wil scholen
vrij laten in de manier waaropzij leerlingen burgerschap aanleren. Dat kan in een apart vak maar dat
hoeft niet. Goed burgerschap begint volgens de raad op schoolniveau waar kinderen moeten leren
zich te gedragen volgens de schoolregels. Ook deelname aan b.v. een leerlingenraad kan het schoolklimaat bevorderen.
Kanjertraining draagt bij aan de burgerschapszin. Wij borgen kanjertraining in onze school door de kanjerwerkgroep
onder leiding van de kanjercoördinator.
Kanjertraining
Kanjertraining
Op school besteden wij niet alleen aandacht aan leervakken als rekenen, taal en spelling maar ook werken wij aan
de sociaal-emotionele vaardigheden van uw zoon/dochter.
Hierbij hanteren wij de methode ‘Kanjertraining’. Kanjertraining wordt gegeven in alle leerjaren. Hiermee geeft De
Waterwilg invulling aan de Wet Actief Burgerschap en Sociale Integratie. Vrijwel alle leerkrachten hebben hiervoor een
aparte opleiding tot kanjertrainer voor gevolgd.
Mei 2014 heeft de commissie van het Nederlands Jeugd
Instituut 13 anti-pestmethodes positief beoordeeld. Tot de top 6 methodes behoort de bij ons op
school gehanteerde aanpak “ Kanjertraining”.
In het rapport van het NJI staat dat Kanjertraining wordt erkend als een training:
1. waarmee pesten kan worden aangepakt en het zelfvertrouwen kan worden verbeterd.
2. waarmee leerlingen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen worden gevolgd.
3. waarbij ouders nadrukkelijk worden betrokken
4. waarmee invulling wordt gegeven aan de Wet burgerschap en sociale integratie.
Kanjertraining gaat uit van de vijf basis-afspraken:
1. We vertrouwen elkaar.
2. We helpen elkaar.
3. Niemand speelt de baas.
4. Niemand lacht uit.
5. Niemand doet zielig.
Deze vijf basisafspraken zult u regelmatig terug horen in de verhalen van uw zoon/dochter. Afhankelijk van de leeftijd van uw kind wordt het gedrag gekenmerkt door kleuren of door dieren:
De tijger (de kanjer) WIT
Dit gedragstype praat goed over zichzelf en anderen. Het is te vertrouwen. Dit gedragstype praat
goed met de eigen ouders en leerkrachten. De kanjer durft blij te zijn. Hij/zij heeft het niet gemakkelijker dan andere kinderen, maar omdat hij te vertrouwen is en geen nare dingen wil doen, komt
de kanjer minder snel in de problemen.
19
De vlerk (de hork, de bitch) ZWART
Dit gedragstype vindt zichzelf stoer, de beste, wil snel rijk worden, heeft geen moeite met liegen,
bedriegen en met het maken van ruzie. Het is niet te vertrouwen. Dit bazige gedragstype heeft vaak
ruzie met leerkrachten en/of ouders wanneer deze een grens stellen. Dit gedragstype is nieuwsgierig
en durft op avontuur te gaan. Als dit bazige gedragstype respect leert te krijgen voor de ander, dan
kan het zich ontwikkelen tot een leider in de positieve zin van het woord.
Het konijn (de stille of bange) GEEL
Dit bange gedragstype denkt: ik ben niks, ik ben stom. Anderen zijn veel beter dan ik, die zijn belangrijker en hebben het gemakkelijker. Hij/zij voelt zich niet begrepen, vaak ook niet door de eigen
ouders. Je zou niet verwachten dat dit bange gedragstype denkt: ‘als je aan mijn spullen komt, dan
sla ik je dood’. Maar dit bange gedragstype wordt vaak gepest. Uiteindelijk scheldt, schopt, slaat
en krabt het van zich af. Dit bange gedragstype doet elke dag zijn best erbij te horen.
De aap (de uitslover) ROOD
Dit ‘grappige’ gedragstype denkt: ik ben niks, maar jij bent ook niks, ik ben niet nieuwsgierig,
uitlachen is leuk. Dit ‘grappige’ gedragstype vertrouwt niemand en is zelf niet te vertrouwen. Het
‘grappige’ gedragstype wil graag leuk gevonden worden. Maar eigenlijk is het een vervelende klier.
Mensen zijn niet een kanjer, vlerk, konijn of een aap maar soms gedragenzij zich zo.
Hierbij hanteren wij dan de gekleurde petten:
- ‘Je speelt de baas’ wordt dan: ‘je doet als de zwarte pet’.
- ‘Je doet zielig’ wordt dan: ‘je doet als de gele pet’.
- ‘Je doet vervelend grappig’ wordt dan: ‘je doet als de rode pet’.
De meeste mensen willen leven volgens het principe van wederzijds respect. Naar de kinderen leggen
wij dit uit als: goed zijn voor jezelf en de ander. Kanjertraining sluit aan bij het positieve verlangen
om goed te doen. Dit wordt gesymboliseerd door de witte pet. De witte pet is de invulling van het
positieve verlangen van de gele, rode en zwarte pet.
Positieve verlangens:
De zwarte pet heeft het verlangen om de baas te zijn. Kanjertraining probeert dit verlangen te
richten zodat dit gedragstype leiderschap leert ontwikkelen i.p.v. baasspelerij.
De gele pet heeft het verlangen naar liefde en vrede maar durft daardoor geen conflicten aan. Sommige conflicten zijn echter nodig. De gele pet moet leren met conflicten om te gaan.
De rode pet doet vervelend grappig door het verlangen leuk te zijn. Kanjertraining probeert dit
verlangen positief in te vullen waardoor de rode pet humoristisch wordt.
Bovenstaande informatie is ontleend aan het kanjerboek voor ouders en leerkrachten, geschreven
door Weide e.a. Utrecht, 2007.
Kanjerlessen:
20
Ieder leerjaar kent zijn eigen boeken. In de onderbouw is Max de centrale persoon die terugkomt in het
verhaal. In de bovenbouw wordt gewerkt met kanjeroefeningen en opdrachten uit het kanjerwerkboek.
Elk leerjaar behandelt 10 thema’s, te weten:
1.
Jezelf voorstellen
2.
Iets aardigs zeggen
3.
Weet jij hoe je je voelt?
4.
Kun jij nee zeggen?
5.
Luisteren en vertellen
6.
Luisteren en samenwerken
7.
Vriendschap
8.
Vragen stellen
9.
Er zijn mensen die van je houden
10. Kanjertraining toepassen in je omgeving
Deze thema’s komen ieder jaar terug. In de bovenbouw worden ook de thema’s: omgaan met kritiek en kritiek geven aangeboden.
Koningsontbijt
Kanjertraining wordt aan alle groepen gegeven. De groepsleerkrachten geven de kanjerlessen.
Uitzondering hierop zijn de groepen 6. De kanjercoördinator geeft in alle groepen 6 aanvullende
Kanjerlessen. Vanaf de leeftijd van ongeveer 9-10 jaar, verandert er veel in de sociale interactie
tussen leeftijdsgenoten. Vaak is de wereld groter. Niet alleen
spelen de kinderen verder van huis, neemt het toezicht van
volwassenen af, ook het internet maakt dagelijks onderdeel uit van de contacten met leeftijdsgenoten. Jarenlange
vriendschappen kunnen bekoelen en nieuwe vriendschappen worden ontdekt. De eigen mening en het maatschappelijk bewustzijn krijgt een prominentere plek in de contacten
met leeftijdsgenoten. Vanwege deze veranderingen staan
de onderlinge verhoudingen gemakkelijk onder de druk.
Om leerlingen in deze leeftijdsgroep extra te ondersteunen worden aanvullende Kanjerlessen aangeboden door de
kanjercoördinator. Ook het schooljaar 2014-2015 zullen de
ouders van een leerling in groep 6 de mogelijkheid krijgen
om een kanjerles bij te wonen.
Omdat kinderen gedrag imiteren van opvoeders zoals leerkrachten en ouders, is het van belang dat deze opvoeders zich bewust zijn van hun voorbeeldfunctie
en kanjergedrag laten zien. Een positief ingestelde opvoeder is begripvol, respectvol, vriendelijk,
optimistisch en rustig. Voor meer informatie en uitleg over kanjertaal en kanjergedrag verwijzen wij
u graag naar het Kanjerboek voor ouders, leerkrachten en PABO-studenten. Dit boek is verkrijgbaar
via www.kanjertraining.nl
Het team gaat de opleiding tot Kanjertrainer afronden in het najaar van 2014.
Kanjercoördinatoren
Op onze school zijn dat Anneke Peters en Jolijn van Zanten. De Kanjercoördinator heeft de kennis,
kunde en vaardigheden in huis om op De Waterwilg bij moeilijke klassen/groepen te interveniëren.
De Kanjercoördinator kan collega’s ondersteunen en indien nodig oplossingsgericht met ouders
en kinderen in gesprek gaan. Veel aandacht wordt besteed aan de psychologische begrippen
‘overdracht’ en ‘tegenoverdracht’ zoals die zich in sociale relaties op school voordoen. Daarnaast
monitort zij samen met de intern begeleiders het sociaal-emotioneel leerlingvolgsyteem KanVAS.
Meer informatie over KanVAS vindt u in hoofdstuk 4. Ook geeft zij in de groepen 6 aanvullende Kanjerlessen. De Kanjercoördinator heeft de tevens de taak Kanjertraining te borgen in het schoolbeleid
en het gedachtegoed van Kanjertraining levend te houden in de school. Dit doet zij niet alleen. In
het voorjaar van 2013 is een Kanjerwerkgroep geformeerd. Ieder leerjaar is vertegenwoordigd in
deze werkgroep. In de bijeenkomsten van de kanjerwerkgroep worden kennis en ervaringen uitgewisseld. Ieder lid van de werkgroep doet verslag van de bijeenkomsten in de parallelvergaderingen
en plant de kanjerlessen voor het betreffende leerjaar.
21
ORGANISATIE VAN HET
ONDERWIJS
HOOFDSTUK 3
3.1.
Schoolorganisatie
De Waterwilg is een katholieke school binnen Nootdorp. Voor het schooljaar 2014-2015 hebben
wij groepen 1 tot en met 8. Zo is De Waterwilg in 16 jaar tijd uitgegroeid tot een volwaardige
basisschool. De school is een school met differentiatie binnen klassenverband. Er wordt gewerkt
in groepen waarbij het niveau aansluit bij het leervermogen van het kind. Daarnaast proberen wij
de visie en de kwaliteit te waarborgen waar wij voor staan.
Op De Waterwilg kiezen wij voor de combinatiegroep 1 – 2. Dat is een bewuste keuze. Elk schooljaar
proberen wij met deze combinatie te starten. Vier-, vijf- en zesjarigen zitten in een groep bij elkaar.
Al spelend komen de leerlingen tot leren. Het onderlinge samenspel en samen spelen is daarbij
van groot belang.
De Waterwilg heeft 7 kleutergroepen. Hierna zijn er steeds 3 parallelgroepen samengesteld. In
totaal heeft de school 25 groepen. Elk jaar wordt er opnieuw bekeken hoe de groepen worden
samengesteld. Het kan zijn dat groepen doorgaan in dezelfde samenstelling, maar het kan ook zo
zijn dat er besloten wordt groepssamenstellingen te wijzigen of dat leerlingen in één schooljaar
van groep veranderen. Wij gaan hierover niet met ouders, anders dan de eigen ouders in gesprek.
3.2.
De aanmelding van nieuwe leerlingen
Aanmelding van jonge leerlingen:
22
De aanmelding van een leerling gaat als volgt: als u belangstelling heeft voor onze school, kunt u
bellen voor informatie. U ontvangt dan een schoolgids, zodat u een indruk krijgt van onze school.
Tevens wordt er een afspraak gemaakt voor een gesprek en/of rondleiding. Na dit gesprek ontvangt
u het aanmeldingsformulier, dit formulier wordt met u doorgenomen, omdat het belangrijk is dat
dit formulier correct en volledig ingevuld wordt.
Om kinderen een passende onderwijsplek te kunnen bieden, wil de school kunnen bepalen of zij
de juiste onderwijsplek is. Ouders zijn de belangrijkste bron voor de school om deze informatie
te krijgen. Wij zullen u vragen of er informatie van de voorschoolse periode bijvoorbeeld van het
kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal beschikbaar is voor de 4-jarige leeftijd
De school neemt binnen zes weken een besluit over plaatsing. Mocht dit besluit binnen zes weken
niet genomen kunnen worden, dan kan de school de termijn om een besluit te nemen met vier
weken verlengen. Bij de meeste aanmeldingen zal het kind geplaatst kunnen worden.
Indien de school meent dat de ondersteuning niet op de Waterwilg geboden kan worden of vindt
dat het kind extra ondersteuning nodig heeft, zorgt de school dat het kind op een andere school
geplaatst kan worden. In dat traject werken ouders en school intensief samen om te komen tot
een goede plaatsing. Het samenwerkingsverband wordt betrokken bij dit traject als blijkt dat extra
ondersteuning ( arrangement of speciale lesplaats) nodig is. Het bestuur van de school heeft dan
zorgplicht.
Het niet of onjuist vermelden of doorgeven van relevante zaken kan leiden tot weigering van de
leerling. Indien na plaatsing blijkt, dat de verstrekte gegevens onjuist of onvolledig zijn, kan de school
overgaan tot verwijdering van de leerling. Tevens dient een kopie van het Burgerservicenummer te
worden bijgevoegd (zie punt 3.2.2.). U ontvangt een schriftelijk bewijs van voorlopige inschrijving.
Aanmelding oudere leerlingen (ouder dan 4 jaar):
Ook voor deze leerlingen geldt dat De Waterwilg u een schoolgids toestuurt. Eveneens wordt er
een afspraak gemaakt voor een gesprek. Besluit u voor De Waterwilg te kiezen dan vragen wij aan
u het Onderwijskundig Rapport op te vragen van de huidige school. Wij nemen contact op met de
school van herkomst en het kan zijn dat wij uw kind uitnodigen om een ochtend mee te draaien.
Hierbij zal de intern begeleider een observatie en indien nodig, aanvullend onderzoek doen. Deze
procedure volgen wij, daar wij onze nieuwe oudere leerling zo goed en adequaat mogelijk willen
opvangen in onze school.
Pas na ontvangst van het Onderwijskundige Rapport (OKR) besluiten wij over de aanname. Uiteraard
moet het aanmeldingsformulier volledig en naar waarheid zijn ingevuld. Ook als uw geloofsovertuiging niet katholiek is, zijn uw kinderen bij ons op school welkom. Het is wel zo dat uw kind binnen
schoolverband altijd met de specifiek katholieke aspecten
kennis zal maken.
‘Protocol aannamebeleid De Waterwilg’
Opening Kinderboekenweek
• Een kind wordt aangenomen door aanmelding via het
aanmeldingsformulier. Het aanmeldingsformulier dient
correct en waarheidsgetrouw te worden ingevuld.
• Een kopie van het Burgerservicenummer moet worden
bijgevoegd bij het aanmeldingsformulier. Dit is een wettelijke verplichting.
• Het kan zijn, dat een leerling niet wordt toegelaten wanneer voor een betreffend schooljaar het vastgestelde
maximum aantal leerlingen is bereikt. Het maximum aantal leerlingen is in overleg met de MR afgesproken.
• Het kan zijn, dat een kind niet toegelaten wordt wanneer
er specifieke problemen zijn, waardoor plaatsing op een
andere school dan het reguliere basisonderwijs in het belang van de ontwikkeling van het kind
beter is.
• Wanneer een leerling wordt aangenomen, ontvangen de ouders een bewijs van inschrijving.
•V
oor elk kind uit het gezin geldt dezelfde aannameprocedure.
•O
uders met kinderen die reeds op De Waterwilg zitten, zullen door middel van berichtgeving in
de Nieuwsbrief worden geïnformeerd dat zij de overige kinderen van het gezin tijdig moeten aan
te melden. De inschrijving blijft de verantwoordelijkheid van de ouders.
•O
uders met kinderen op De Waterwilg hebben niet automatisch recht van plaatsing voor overige
kinderen van het gezin.
• Op grond van een Onderwijskundig Rapport (OKR) en overleg met de vertrekkende school van
een oudere leerling kan een leerling worden aangenomen of niet.
De aanname van kinderen met een functiebeperking
Tot en met het schooljaar 2013-2014 kon een school voor kinderen met een geïndiceerde handicap
leerling gebonden financiering (LGF) krijgen. Dit werd ook wel het rugzakje genoemd. Kinderen met
een LGF waren in principe ook toelaatbaar op het Speciaal Onderwijs (SO). De school ontving voor
deze kinderen echter geld om deze leerlingen binnen het reguliere onderwijs te houden. Het geld
werd bijvoorbeeld gebruikt voor extra begeleiding of aangepast lesmateriaal. Met de invoering
van de wet op Passend Onderwijs vervalt de LGF voor de onderwijsondersteuning voor leerlingen
in cluster 3 (leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en langdurig zieken) en
cluster 4 (leerlingen met een psychiatrische en/of een gedragsstoornis). Dit betekent niet dat deze
leerlingen niet terecht kunnen in het reguliere onderwijs. Elk kind heeft recht op goed onderwijs.
23
Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is
het Passend Onderwijs ingevoerd. Met Passend Onderwijs streven wij er naar dat zoveel mogelijk
leerlingen regulier onderwijs volgen. Mocht blijken dat de school hiertoe zonder verdere hulp niet
in staat is, dan wordt in samenspraak met de ouder contact opnemen met de LOA (Lokale Ondersteunings Adviseur) voor advies. Deze is werkzaam voor het samenwerkingsverband. Samen wordt
gekeken naar de onderwijsbehoeften van het kind en wordt naar mogelijkheden gezocht om het
kind zo goed mogelijk te ondersteunen/begeleiden.
Voor de clusters 1 en 2 wordt dit anders geregeld.
De begeleiding voor kinderen met visuele beperkingen (Cluster 1) blijft bestaan in de huidige vorm.
Het onderwijs in cluster 2 is bedoeld voor kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking. De cluster 2-scholen vallen niet onder een samenwerkingsverband, maar werken wel samen
met de samenwerkingsverbanden passend onderwijs om de ondersteuning aan leerlingen met een
auditieve en/of communicatie beperking goed te kunnen realiseren. Zij werken aan de herinrichting
van het onderwijs aan deze kinderen.
Graag verwijzen wij u naar Hoofdstuk 4 voor een meer uitvoerige uitleg over Passend Onderwijs.
3.2.1.
Regeling schorsing en verwijdering
In overleg met de MR is er een regeling schorsing en verwijdering opgesteld.
U vindt het protocol op de site van de school.
Gedrag van leerlingen
24
Soms kan het gedrag van een leerling de reguliere gang van zaken op school belemmeren. Hoe wij
omgaan met ongewenst gedrag van een leerling staat in de escalatieladder beschreven.
Onder ongewenst gedrag verstaan wij: Je niet houden aan schoolregels of klassenafspraken zoals
bijvoorbeeld: ‘Je bent stil als de leerkracht instructie geeft’.
De escalatieladder is goedgekeurd door de MR. Wanneer het escalatiepunt is bereikt, ontvangt u
als ouder een brief. Het gevolg van deze brief is dat de leerling de dag volgend op de brief, niet kan
werken in de eigen groep en ergens anders moet werken b.v. in de teamkamer of een IB-ruimte.
Wanneer op een ander moment het escalatiepunt wederom door de leerling bereikt is krijgt de
leerling een tweede brief en kan wederom werken in een andere ruimte. Wanneer een leerling voor
de derde keer de escalatieladder heeft doorlopen, wordt er contact opgenomen met de leerplichtambtenaar van de Gemeente Pijnacker- Nootdorp, Mevr. Nancy Rietveld. Zij is van de escalatieladder
van De Waterwilg op de hoogte. De leerling wordt dan geschorst voor 1 dag. Er vindt een gesprek
plaats tussen school, ouder en leerplichtambtenaar.
Na deze dag wordt de leerling weer toegelaten op school.
Wanneer blijkt, dat een leerling veelvuldig in de escalatieladder komt, worden de ouders hierover
schriftelijk of mondeling geïnformeerd.
In het geval van ernstige gedragsincidenten van een leerling of ouder, kan de directie direct tot
schorsing overgaan. Onder ernstige gedragsincidenten verstaan wij onder andere bedreigingen (in
woord of schrift) en fysiek geweld.
Wanneer schorsing niet leidt tot een verbetering van het gedrag zal er overgegaan worden tot
een schorsing voor onbepaalde tijd of verwijdering van school. De leerplichtambtenaar gemeente
Pijnacker-Nootdorp en het Bestuur Lucasonderwijs worden hiervan op de hoogte gesteld.
N.B. in het protocol schorsen en verwijderen staat expliciet vermeld, dat een leerling van De Waterwilg of de ouders van een leerling verwijderd kunnen worden, bij het niet naleven van de leefregels
van De Waterwilg.
Bij gebruik van de escalatieladder voor een leerling wordt er een verslag gemaakt in de Zorgmanager; ons digitaal dossier. Zo vindt dossiervorming plaats. Echter dit schooljaar zullen wij overgaan
op een nieuw systeem om leerlinggegevens digitaal vast te leggen daar de Zorgmanager m.i.v.
1 mei 2015 niet meer wordt ondersteund door de leverancier.
3.2.2.Burgerservicenummer
Sinds 1 februari 2006 zijn alle scholen wettelijk verplicht volgens de WON (Wet op het Onderwijsnummer) om bij inschrijving van nieuwe leerlingen het sofinummer of wel Burgerservicenummer te registreren. Graag ontvangen wij bij inschrijving een kopie van het officiële document
van de belastingdienst waarop het sofinummer van uw kind staat vermeld (kopie van een eigen
identiteitskaart van uw kind, een eigen paspoort van uw kind of een uittreksel uit het bevolkingsregister waarop het sofinummer staat vermeld mag ook). Kinderen die geen BSN hebben,
zullen, als het zover is en er werkelijk leerlinggegevens worden uitgewisseld, een onderwijsnummer krijgen. Het opnemen van het burgersservice nummer
in de leerlingenadministratie is noodzakelijk, omdat er een
uitwisselingsproces van leerlinggegevens tussen school en
de overheid (Informatie Beheer Groep) is in het kader van
de bekostiging van de school.
3.3.
Organisatie
3.3.1. Organisatie in de kleuterbouw
Excursie Blijdorp
Kleuters leren al doende tijdens hun spel. De leerkracht
speelt hierop in door ervoor te zorgen dat de kinderen zich
prettig voelen en door kinderen materialen aan te bieden
waarmee zij zich goed kunnen ontwikkelen. Materialen
waarmee zij hun zintuigen oefenen en begrippen leren hanteren. Door bijvoorbeeld met een kleurenlotto te spelen
leert een kind goed te kijken, kleuren te onderscheiden en te benoemen. Door in de blokkenhoek
te spelen leert een kind met anderen samenwerken, met hoeveelheden te werken, afmetingen te
schatten enz.
Behalve dat het kind veel van zijn eigen ervaringen leert, leert het kind ook van anderen: van de
kinderen uit zijn groep en van de leerkracht.
In de kleutergroepen wordt rond thema’s gewerkt. Een thema staat gedurende enkele weken
centraal. Vanuit de kring starten de activiteiten. Daarbij komt een veelheid van taal-, reken- en
knutselactiviteiten aan bod. Natuurlijk zingen wij veel liedjes, die met het thema te maken hebben
en komen er ook andere muzikale aspecten aan bod, bijvoorbeeld een dansje. Kinderen kunnen
ook zelf een onderwerp aandragen. Als hun interesse naar een bepaald thema uitgaat, proberen
wij daar zoveel mogelijk op in te spelen.
Thema’s als Sint, Kerst, Pasen en de seizoenen komen vanzelfsprekend ieder jaar aan bod. Zoals
eerder gemeld zitten op De Waterwilg jongste en oudste kleuters bij elkaar in een groep. Hier hebben wij bewust voor gekozen omdat kinderen op deze leeftijd veel van elkaar leren.
In de kleutergroepen werken wij met een keuzebord. Op dit bord kunnen de kleuters kiezen
welke activiteitzij gaan doen tijdens de speelwerktijd. Elke kleuter heeft een naamkaartje met
een eigen ‘plaatje’, die onder de gekozen activiteit wordt gehangen. Op het keuzebord geeft de
leerkracht aan hoeveel leerlingen maximaal een bepaalde activiteit, bijvoorbeeld ‘bouwhoek’,
kunnen kiezen.
25
Ook ‘oefenen’ de kleuters met taken. Op de takenkaarten staan de namen van de kinderen en de
door hen uit te voeren taken in de periode dat er wordt gewerkt rond een thema. Als een kleuter
een taak heeft uitgevoerd, mag de taak worden afgetekend. De kleuters maken op deze manier
kennis met het plannen van taken. Zij worden hierbij uiteraard geholpen door de leerkracht.
Om de leerkracht de gelegenheid te geven één of enkele kleuters te kunnen helpen, werken wij met
het principe van uitgestelde aandacht. Door middel van een afgesproken teken laat de leerkracht
de kleuters weten datzij haar even niets kunnen vragen. De leerkracht loopt dan door de klas of
geeft instructie aan één kind of klein groepje kinderen. Het teken van uitgestelde aandacht kan
per groep verschillen, bijvoorbeeld de juf draagt een speciale ketting of het verkeerslicht staat op
‘rood’. Zo worden kleuters uitgedaagd zelfstandig aan de slag te gaan.
In de kleuterperiode oefenen wij ook met het zogenaamde ‘vragenkaartje’. Met het gekleurde
kaartje kan de kleuter aangeven of het een vraag heeft voor de juf. Het vragenkaartje is ook een
middel om de kleuters te leren omgaan met uitgestelde aandacht en hen voor te bereiden op het
schoolse leren in groep 3 en hoger.
In de klas praten en lezen wij veel met de kinderen, zodat zij gaandeweg hun woordenschat uitbreiden, taal hierdoor beter leren begrijpen en goed leren spreken. Naarmate kleuters taalvaardiger
worden, ontwikkelenzij een taalbewustzijn. Dat wil zeggen dat kinderen leren nadenken over vormaspecten van taal. Het ontwikkelen van dit bewustzijn is van groot belang in het proces van leren
lezen en schrijven. Dat is de reden waarom wij al in de kleutergroepen gerichte aandacht besteden
aan de ontwikkeling van dit taalbewustzijn. De kinderen worden zo goed voorbereid op het latere
lees- en schrijfonderwijs.
In kleuterperiode verwerven kleuters zich - in de context van voor hen betekenisvolle situaties
- geleidelijk vertrouwdheid met getallen, maten en vormen. Zij leren ‘rekentaal’ gebruiken en
raken gaandeweg beginnend ‘gecijferd’. De activiteiten die worden aangeboden, sluiten aan bij de
belangstelling die de kinderen van groep 1 en 2 gaan vertonen voor onderwerpen als ‘tellen en
aantallen’, ‘meten’ (in de ruimste zin van het woord) en ‘meetkunde’ (het verkennen van de ruimte).
Daarnaast werken wij met de schrijfmethode Zwart op Wit. De methode is ontwikkeld voor de gehele
basisschool en start in de kleutergroepen. In de kleuterperiode wordt gewerkt aan de zithouding,
de pengreep, de papierhantering en het van links naar rechts werken.
Hierbij wordt (o.a.) gebruik gemaakt van een werkboek.
We vinden het heel belangrijk dat de kinderen voldoende ruimte krijgen om te bewegen. Leren
en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden bij jonge kinderen. Daarom gaan de kinderen iedere dag gymmen of buiten spelen. De gymlessen worden gegeven in de speelzaal en in de
sporthal ’s-Gravenhout. De groepsleerkrachten of gymmeester Ferdie Maat verzorgen de gymlessen van de kleuters.
De meeste kinderen zitten ruim twee jaar in een kleutergroep. Dat is afhankelijk van hun geboortedatum, hun aard en aanleg. Nauwkeurig volgen wij de ontwikkeling van de kleuter door middel
van observaties en toetsgegevens. Wij maken hiervoor gebruik van een nieuw leerlingvolgsysteem
genaamd: KIJK! Tijdens de gespreksmomenten voor de kleuters bespreken wij met de ouders hoe
het kind zich ontwikkelt. Leerkracht en ouders vullen voorafgaand aan de tafeltjesavond een KIJK!
Lijst in. Ouders waarvan het kind 6 maanden of langer kleuteronderwijs heeft gevolgd ontvangen
tijdens de tafeltjesavond een rapport met een schriftelijk verslag van de ontwikkeling.
26
Tegenwoordig heeft de overgang van een kleuter naar groep 3 niet zozeer te maken met leeftijd,
maar met de ontwikkeling die de kleuter heeft doorgemaakt. De inspectie stelt de school de vraag
of per individuele leerling de overgang naar groep 3 wordt bekeken, los van de geboortedatum.
Herfstleerlingen
Er zijn scholen die een leeftijdsgrens hanteren voor de overgang naar groep 3. Die leeftijdsgrens
komt voort uit een regeling voor de overgang van de kleuterschool naar de lagere school die tot
1985 bestond. Volgens die regeling moest een kleuter vóór 1 oktober zes jaar zijn om naar de lagere
school (nu dus groep 3) te kunnen gaan. In 1985 zijn de kleuterschool en de lagere school samengevoegd tot de basisschool en sindsdien is de datum van 1 oktober afgeschaft.
Voorleesontbijt
De Wet op het Primair Onderwijs (WPO) schrijft voor dat
het kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkeling en
dat de basisschool doorlopen moet kunnen worden binnen
acht jaar. Kleuters die voor januari gestart zijn op school,
zouden dus in beginsel aan het einde van het schooljaar door
moeten stromen naar groep 2 en een jaar later naar groep
3. Met de formulering ‘in beginsel’ bedoelen wij dat op De
Waterwilg de doorstroming altijd vanuit de ontwikkeling van
de kleuter wordt bekeken. De school kijkt niet alleen naar de
werkhouding en de cognitieve ontwikkeling maar ook naar
de sociaal-emotionele ontwikkeling. Is de leerling ‘klaar’ voor
de methodische, schoolse manier van werken in groep 3?
Boekenpret
Dit schooljaar doet de school weer mee met het project
Boekenpret. Al in 2003 is Boekenpret op drie basisscholen
in Pijnacker gestart. Het project is een succes. Mede daardoor heeft de gemeente besloten Boekenpret aan te bieden aan alle basisscholen in Pijnacker-Nootdorp.
Boekenpret is een leesbevorderingproject voor peuters en kleuters. Het moedigt kinderen en hun
ouders aan te genieten van het samen lezen. Zo wordt de taalontwikkeling gestimuleerd. Er wordt
in de klas gewerkt met themakisten die door medewerkers van de bibliotheek zijn samengesteld.
In de themakisten zitten (voor)leesboeken, speel- en leermateriaal over een bepaald onderwerp en
logeerboeken. Iedere kleuter mag 3 weken lang een logeerboek lenen en thuis lezen. Voorbeelden
van thema’s zijn: slapen, verkeer en vervoer, pesten, natuur, familie en wonen. Door middel van een
roulatiesysteem kunnen kleutergroepen drie keer per jaar één themakist van de bibliotheek lenen.
De leerkrachten kiezen aan het begin van het schooljaar geschikte onderwerpen voor hun groep.
De themakisten moeten worden opgehaald bij de bibliotheek in Pijnacker. Wij doen, via de klasouder, graag een beroep op u om ons te helpen met het ophalen en terugbrengen van de materialen.
3.3.1.1. Praktische zaken groep 1-2
a. Wennen. Voordat uw kind 4 jaar wordt, mag het twee keer een ochtend komen wennen. Ongeveer vijf weken voordat uw kind 4 jaar wordt, krijgt uw kind een uitnodiging voor de wenochtenden. (overblijven is hierbij niet van toepassing)
Indien de data genoemd in de uitnodiging u niet uitkomen, dan is het prettig wanneer u zelf
contact opneemt met de desbetreffende leerkracht. De dag waarop uw kind voor het eerst
komt wennen, krijgt u een envelop met de schoolgids, een aantal praktische formulieren en
een schrijven over de ouderbijdrage. Ook krijgt uw kind van de leerkracht een intredeformulier
27
mee naar huis. Wij vragen u om op dit formulier gegevens in te vullen over:
• het kind en de verzorgers, geboortedatum, adres en dergelijke;
• de levensgeschiedenis van het kind;
• ontwikkelingsgegevens m.b.t. emotionele stabiliteit, zelfredzaamheid, sociale vaardigheden,
spel- en taalontwikkeling.
De kinderen die in juli en augustus 4 jaar worden, worden uitgenodigd voor een centraal wenmoment, dit is op dinsdag 7 juli 2015. Zij kunnen dan een uurtje kennismaken met hun klasgenootjes,
hun nieuwe lokaal en vooral met de juf. Voor de ouders staat er tijdens dit kennismakingsuurtje
een kopje koffie of thee klaar en is er uitleg over het reilen en zeilen op de eerste schooldag.
In verband met de vele activiteiten die er altijd plaatsvinden in de maand december hebben wij
intern afgesproken, dat de kinderen, die in december en januari 4 jaar worden eveneens een
uurtje kunnen komen wennen op een centraal wenmoment, dit is op woensdag 10 december
2014. De december kinderen starten na de kerstvakantie. De januari kinderen starten na hun
verjaardag in januari op school.
Na 3 tot 6 weken nodigen wij u uit voor een gesprekje na schooltijd om het intredeformulier met
u te bespreken. Zo weten wij, als leerkrachten, meer over de achtergrond van het kind en heeft
u, als ouder, de gelegenheid om vragen te stellen over eventuele onduidelijkheden of praktische
zaken. De leerkracht vertelt u hoe uw kind de eerste weken op school heeft beleefd.
Zindelijkheid
Als uw kind naar de basisschool gaat, moet uw kind zindelijk zijn. Het is fijn als uw kind zelfstandig naar het toilet kan gaan en daarbij geen hulp meer nodig heeft. Als er een medische
reden is waarom uw kind nog niet zindelijk is, dan dient u dit voor de schoolstart aan te geven,
bijvoorbeeld bij het wenmoment. Een ongelukje kan altijd gebeuren, om die reden zijn schoon
onder- en bovengoed op school aanwezig. Als een kind niet zindelijk blijkt te zijn als het is ingestroomd als vierjarige dan nodigt de leerkracht de ouders uit voor gesprek. Wij verwachten dat
ouders eraan werken dat het kind zo snel mogelijk zindelijk wordt. Als school willen wij hierbij
ondersteunen. Indien gewenst kunnen wij verwijzen naar bijvoorbeeld de schoolarts, de huisarts
of de schoolmaatschappelijk werker.
Het is gebruikelijk dat een 4-jarig kind gedurende de hele week op school is. Regelmaat is
belangrijk voor kinderen. Mochten er problemen ontstaan, dan kunnen er onderlinge afspraken
gemaakt worden.
b. Eten en drinken. De kinderen mogen een beker met een melkproduct of vruchtensap meenemen. Wilt u op de beker de naam van uw kind zetten? Als uw kind behoefte heeft aan fruit, wilt
u het dan schoongemaakt en kleingesneden meegeven in een bakje met naam er op? Snoep en
koek zijn niet toegestaan. De bakjes voor het eten en de bekers voor het drinken blijven in de
tas van de leerling zitten. Wij hebben geen schoolmelk.
28
c. Gym. Tijdens de toestel en spellessen dragen de kinderen gymschoenen. In verband met de
veiligheid van uw kind en om te voorkomen dat veel tijd verloren gaat, vragen wij u voor deze
lessen instapschoenen aan te schaffen met klittenband. Echte sportschoenen met harde zolen,
zijn niet nodig. Wilt u de naam van uw kind in de schoenen schrijven? De gymschoenen blijven
het hele jaar op school. Kindervoetjes groeien! Wilt u regelmatig controleren of de gymschoenen
van uw kind nog goed passen?
De kinderen krijgen een gymtas van school. De kinderen gymmen in hun ondergoed, speciale
sportkleding is niet nodig.
De gymlessen vinden plaats in het speellokaal en/of in de sporthal ’s-Gravenhout. Op deze manier
gymmen onze kleuters 4 keer per week. De lessen worden gegeven door de groepsleerkracht
of leerkracht bewegingsonderwijs, Ferdie Maat.
Lentepad
d. Verjaardagen. De vierde verjaardag vieren we niet op school. Voor kinderen die 4 jaar worden
en net bij ons op school komen is het fijner als de verjaardag thuis wordt gevierd, op het kinderdagverblijf of op de peuterspeelzaal. Een nieuwe 4-jarige leerling krijgt al zoveel indrukken
te verwerken en kent de nieuwe kinderen niet, het is dan fijn om je verjaardag te vieren in een
vertrouwde omgeving.
Als uw kind 5 jaar wordt, mag het op school trakteren.
Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. Wij
constateren, dat ouders veel werk maken van een traktatie en in de traktatie cadeautjes verwerken voor de
medeleerlingen. Wij verzoeken u met klem de traktatie
eenvoudig en gezond te houden, het gaat om het plezier
van het uitdelen. Wilt u overleggen met de groepsleerkracht wanneer u wilt trakteren?
Wij vieren de verjaardag van uw kind met elkaar in de
klas, zonder u als ouder. Uiteraard maken wij wel een
foto, als u dat prettig vindt.
Wij hebben gemerkt dat veel kinderen zich anders gaan
gedragen als er een ouder in de klas is. Ze zijn dan vaak zichzelf niet. Daarnaast stellen wij het
op prijs als u buiten school om, de uitnodigingen voor het kinderfeestje zou willen geven. Dit
om teleurstellingen te voorkomen.
e. Verjaardag van de juf. Als de juf jarig is, is het feest. In de kleuterbouw viert elke kleutergroep
de verjaardag van de juf afzonderlijk. Elke leerkracht zal de verjaardag anders invullen. De leerlingen mogen op de verjaardag van de juf verkleed naar school komen. Soms is het handig dat
de contactouders assisteren bij het vieren van de verjaardag, maar het kan ook zijn dat dit niet
het geval is. Dit is afhankelijk van wat de groepsleerkracht aangeeft. De leerkracht zal u hierover
informeren.
f. Inloopochtenden en Kijkmiddag. Zoals u hiervoor hebt kunnen lezen organiseren wij ieder
schooljaar 2 inloopochtenden. Deze momenten staan op de kalender. Aan het begin van de
ochtend zijn alle ouders van harte welkom. Wij vinden het belangrijk u te informeren en te laten
zien wat er allemaal in de klas gebeurt. Gedurende drie kwartier heeft u als ouder de gelegenheid om samen met uw kind werkjes te bekijken en/of spelletjes te doen.
In de kleuterperiode bieden wij u ook de mogelijkheid om een middag in de klas te komen kijken.
Op deze manier kunt u zelf ervaren hoe er in de groep van uw kind wordt gewerkt. Voor een
middag worden maximaal 2 ouders uitgenodigd. Via een mededeling op het prikbord bij het
klaslokaal kunt u zich inschrijven.
29
g.Contact- en rapportagemomenten. Naast het intredegesprek voor ouders van nieuwe kleuters,
zijn er voor de ouders van kleuters twee vaste contact- en rapportagemomenten per jaar: in
februari en in juni (of juli, afhankelijk van de start van de zomervakantie). Tijdens het gesprek
informeren ouders en leerkracht elkaar over de ontwikkeling van het kind. Onze observatiemethode voor kleuters KIJK! fungeert als kapstok voor de beschrijving van de ontwikkeling.
Wij vinden een goede samenwerking tussen school en ouders van belang. Daarom vragen wij u
voorafgaand aan het gesprek een zogenaamde KIJK! Lijst voor ouders in te vullen. De leerkracht
vult ook een KIJK! Lijst in. De KIJK! Lijsten zijn een middel om richting te geven aan de inhoud
van het gesprek. Doorgaans zullen de gesprekken 15 minuten duren.
Van tevoren krijgt u een uitnodiging voor het gesprek, de school deelt daarbij de dag en de tijd
in. Helaas kunnen wij geen rekening houden met voorkeursdagen en tijden. De eerste ronde
vindt plaats op donderdag 12 en maandag 16 februari 2015. De tweede ronde vindt plaats op
donderdag 25 en maandag 29 juni 2015. Er zijn altijd twee middagen/avonden, omdat wij op één
middag/avond niet alle gesprekken kunnen voeren. De informatievoorziening aan gescheiden
ouders, is beschreven in het protocol School en scheiding.
Behalve op de vaste momenten voeren de kleuterleerkrachten gedurende het schooljaar gesprekken met ouders wanneer daar aanleiding toe is. Deze gespreken kunnen plaatsvinden zowel op
initiatief van de leerkracht als op initiatief van de ouders.
h.Halen en brengen. Ouders van de kinderen uit groep 1-2 kunnen zowel ’s morgens als ’s middags
hun kind tot aan de klassendeur brengen. De eerste schooldag mogen de ouders wel even naar
binnen om te kijken waar het plekje van het kind is. Gezien de smalle toegangsdeuren en de
drukte ’s ochtends in de gangen, kunnen wij kinderwagens helaas niet toestaan. Dit belemmert
de doorstroming. Wij rekenen op uw begrip voor dit besluit.
Wanneer de school uitgaat, zowel ‘s morgens als ’s middags, kunt u niet in de gang wachten.
Dit wordt voor de leerkrachten te onoverzichtelijk. Wij vragen u buiten te wachten. Elke klas
heeft een symbool. Dit symbool herkent u op het prikbord bij de groep en dit symbool staat ook
geschilderd op de speelplaats. De kinderen uit de groepen 1-2 komen 5 minuten eerder naar
buiten; om 11.40 en om 15.10 uur. De groep gaat dan bij hun symbool staan. Wanneer u uw
kind niet zelf komt halen, dan moet u ’s ochtends bij aanvang van de school op een formulier
(dat hangt op het prikbord bij de entreedeur van het lokaal) invullen met wie uw kind tussen de
middag of na schooltijd meegaat.
Wij verzoeken u vriendelijk op tijd uw kind(eren) te halen en te brengen. Veelvuldig te laat komen
wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar.
i.Informatieavond. Voor dit schooljaar is deze avond voor de groepen 1-2a, 1-2b en 1-2c gepland
op donderdag 11 september. Van 19.00-19.45 uur wordt u geïnformeerd over de Kanjertraining.
Daarna wordt u van 20.00-21.00 uur in het eigen klaslokaal geïnformeerd over het reilen en
zeilen in de kleutergroep.
Voor de groepen 1-2d, 1-2e, 1-2f, en 1-2g is de avond gepland op maandag 15 september.
De ouders van de groepen 1-2d en 1-2e worden van 19.00-20.00 uur eerst geïnformeerd door
eigen leerkracht. Daarna van 20.15 tot 21.00 uur wordt u geïnformeerd over de Kanjertraining.
30
De ouders van de groepen 1-2f en 1-2g worden die avond van 19.00 tot 19.45 uur eerst geïnfor-
meerd over de Kanjertraining. Daarna ontvangen zij van 20.00 tot 21.00 uur informatie van de
leerkracht over de kleutergroep in het eigen klaslokaal.
Voor ouders van leerlingen die instromen na de kerstvakantie is er een informatieavond op 9
januari 2014 van 20.00 uur tot 21.00 uur.
j.Gedragscode Kledingprotocol. Voortvloeiend uit de leefregels van de school is een gedragscode ten aanzien van kleding opgesteld. De school geeft daarin aan dat hoofddeksels, in welke
vorm dan ook, niet op school zijn toegestaan. Dit besluit is voorgelegd aan de commissie gelijke
behandeling, de juridische afdeling van het bestuur Lucasonderwijs en aan de MR.
Lezen met je adoptiegroep
k.Bibliotheekbezoek. De kleutergroepen doen mee met
‘klassikaal lenen’. Dat betekent dat de kleutergroepen
regelmatig de bibliotheek bezoeken. Zo komen kinderen in aanraking met zelf boeken kiezen en lezen. De
groep bezoekt met de leerkracht en enkele hulpouders
de bibliotheek in Nootdorp. De kinderen zoeken zelf een
boek uit en nemen dat mee naar school. Deze boeken
mogen de kinderen voor een aantal weken in de klas
houden. De boeken worden ook klassikaal weer geruild.
l. Vader- en moederdag. In de kleutergroepen besteden
wij aandacht aan vader- en moederdag. Wij leren een
versje of een liedje en maken mooie cadeaus om de
papa’s en de mama’s te verwennen.
3.3.2. Algemene gegevens en basisvaardigheden
voor de groepen 3 t/m 8
a.Jarig zijn. Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. Wij constateren, dat ouders veel
werk maken van een traktatie en in de traktatie cadeautjes verwerken voor de mede leerling.
Wij verzoeken u met klem de traktatie eenvoudig en gezond te houden. Wilt u overleggen met
de groepsleerkracht wanneer u wilt trakteren? De jarige mag met 2 kinderen de klassen rond.
De jarige gaat alleen de leerkrachten langs op de eigen gang.
b.Rapporten. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen een rapport met cijfers en waarderingen.
Groep 3 krijgt alleen waarderingen (M, V, RV, G). De kinderen krijgen 3 rapporten in een schooljaar. De leerlingen van de groepen 8 krijgen twee rapporten, zij krijgen namelijk ook de uitslag
van de eindtoets in groep 8. De leerlingen zullen het eerste rapport in december ontvangen en
het tweede rapport in juli.
Het rapport is een digitaal rapport en u ontvangt in een map de papieren versie. De map krijgt
u voor het eerst mee in de kleuterperiode en wordt vervolgens jaarlijks doorgegeven. In een
map heeft u op deze manier alle rapporten van uw kind bij elkaar.
Bent u de map kwijt, dan brengen wij een bedrag van €10,00 in rekening voor de aanschaf van
een nieuwe map.
31
c. Contact en rapportage momenten.
Om beter recht te doen aan die behoefte én om nog beter recht te doen aan de wisselwerking
en afstemming tussen ouders en school is de gesprekscyclus aangepast.
Wij hebben twee vaste gesprekken; waarbij één gesprek het startgesprek is en het andere
gesprek, het gesprek is na het tweede rapport.
Cyclus
Vaste (‘verplichte’) gesprekken
Er zijn twee vaste gespreksmomenten met ouders gepland. Aan het begin van het schooljaar
zijn er de zogenaamde startgesprekken en na het 2e rapport zijn er de 10-minutengesprekken.
Startgesprekken eind september voor alle ouders. Wij verwachten alle ouders voor deze gesprekken op school. U ontvangt een uitnodiging. Duur van dit gesprek is 15 minuten. De startgesprekken kennen een ander karakter dan de traditionele 10-minutengesprekken. Wij willen graag
met u in gesprek over uw kind. Het kan zijn dat de leerkrachten u verzoeken het gesprek aan de
hand van een aantal vragen voor te bereiden. Ouders en leerkrachten maken kennis met elkaar
en wederzijds kunnen daarbij verwachtingen worden uitgesproken, zorgen worden gedeeld of
vragen worden gesteld over uw kind.
Uitzonderingen zijn de groepen 1-2 (zie gesprekcyclus kleuters) en groep 8 (wordt hierna beschreven).
Rapportgesprek in maart voor de ouders groepen 3 t/m 7. Dit gesprek wordt gehouden nadat
de toetsen van het leerlingvolgsysteem (LOVS) zijn afgenomen. De getoetste resultaten worden
daarbij met u besproken. Het rapportgesprek heeft een met de traditionele gesprekken vergelijkbare inhoud.
Op de momenten dat de gesprekken plaats vinden, is de schoolmaatschappelijk werker dhr. Cor
van der Plas op school aanwezig. Indien gewenst kunt u ook met hem een gesprek aanvragen.
Periode Vaste gesprekken vanuit de school:
september: startgesprek, voor alle ouders
maart: rapportgesprek, voor alle ouders
32
Facultatieve gesprekken.
Een facultatief gesprek is veelal aan de orde als het, onverwacht, toch anders met uw kind gaat
op school dan eerst werd verwacht. Deze gesprekken kunnen plaatsvinden zowel op initiatief
van de leerkracht als op initiatief van de ouders.
Voor de kinderen van groep 8 volgt een aanpassing van dit schema i.v.m. de adviesgesprekken voor
het Voortgezet Onderwijs. In groep 8 zullen wij ook startgesprekken houden. Tijdens dit gesprek
wordt kennisgemaakt met elkaar en de uitslag van de entreetoets (die eind groep 7 is gemaakt) wordt
besproken. Daarnaast zult u het voorlopig schooladvies ontvangen voor uw zoon en/of dochter.
In groep 8 ontvangt u een ‘Onderwijskundig Rapport (OKR)’, dit is een overdracht van de basisschool
naar het Voortgezet Onderwijs. Het voorlopig schooladvies zal hierin meegenomen worden. Tevens
zal er in april de CITO eindtoets worden afgenomen. In november zullen wij de CITO afnemen van
het LOVS (leerlingvolgsysteem). Mocht er na het bespreken van de resultaten een bijstelling m.b.t.
het voorlopig schooladvies plaatsvinden, dan zullen wij de ouders uitnodigen voor een gesprek.
De verandering van de gesprekken cyclus houdt tevens in, dat u op verschillende avonden op
school wordt verwacht, daar de cyclus van de groepen 1-2 anders is, dan die van onze leerlingen
uit de groepen 3 t/m 7.
Twee rondes van facultatieve gesprekken vanuit de school:
Na het eerste rapport en aan het einde van het schooljaar bestaat de mogelijkheid dat ouders
uitgenodigd worden door de school om met elkaar in gesprek te gaan.
Facultatieve gesprekken op initiatief van de ouders; in overleg met de school.
d. Huiswerk. De school wil in principe voor de leerlingen
van de groepen 3 t/m 5 terughoudend omgaan met het
geven van huiswerk. De leerlingen moeten binnen de
schooluren kunnen komen tot een optimaal/voldoende
leerrendement. Na schooltijd moeten kinderen vooral
spelen, sporten en allerlei zaken kunnen doen die kinderen in hun vrije tijd doen. Indien een leerkracht het
toch wenselijk vindt dat een leerling thuis enige extra
oefeningen maakt zal dit allereerst met de betrokken
ouders kortgesloten worden.
Vanaf groep 6 krijgen de kinderen toetsen voor topografie waarvoor thuis geoefend kan worden. Daarnaast worden er werkstukken gemaakt, zowel thuis als op school.
Groep 7 zal voor het eerst te maken krijgen met het
frequenter maken van huiswerk. Iedere week zullen de
kinderen huiswerk krijgen waar zij een week de tijd voor krijgen. Daarnaast zullen zij ook leerwerk
meekrijgen voor topografie, Engels en verkeer. Hier zullen zij twee weken de tijd voor krijgen.
Daarna zal dit getoetst worden. In groep 8 zullen de leerlingen als voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs vaker huiswerk meekrijgen dan in groep 7. Ook zal het niet standaard zo zijn
dat de leerlingen het huiswerk vrijdag meekrijgen en een week later ingeleverd moeten hebben.
Het kan zijn dat de leerlingen in groep 8 korter de tijd krijgen voor het maak-huiswerk. Het leerhuiswerk zal altijd twee weken van tevoren meegegeven worden en daarna worden getoetst.
Ook wordt er van onze groepen 7 en 8 leerlingen verwacht dat zij thuis aandacht besteden
aan het maken van het werkstuk, de spreekbeurt en de boekbespreking. In groep 7 en 8 zijn
wij in het schooljaar 2013-2014 gestart met een nieuwe beoordeling m.b.t. het leer-huiswerk.
De afgelopen schooljaren moesten leerlingen onvoldoendes herkansen. In groep 7 zal dit het
komende schooljaar nog tot de kerstvakantie gelden. Na de kerstvakantie worden onvoldoendes
niet meer herkanst en dit beleid wordt uiteraard doorgetrokken in groep 8. Leerlingen krijgen
in groep 8 twee weken de tijd voor het leer-huiswerk en het behaalde cijfer zal definitief zijn.
Wij denken dat deze manier van werken beter zal aansluiten bij het Voortgezet Onderwijs.
In het schooljaar 2014-2015 gaat groep 7 werken met een nieuw type agenda. Deze agenda wordt
door de school aangeschaft. Met deze agenda kunnen de kinderen op een leuke en goede manier
leren plannen. De agenda wordt zowel klassikaal als individueel gebruikt. Nieuw in deze agenda
is een controlestukje voor de ouders. Zij kunnen een controle uitvoeren op het huiswerk en dit
afvinken in de agenda. De kinderen van groep 8 moeten zelf een agenda kopen en kijken of zij,
dat wat zij geleerd hebben in groep 7, nu zelf kunnen toepassen. Wij raden aan een agenda met
Opa en oma inloop
De informatievoorziening aangaande tafeltjesavonden bij gescheiden ouders, is beschreven in
het protocol School en scheiding. U kunt dit protocol vinden op de site.
33
weekoverzicht te kopen, hierdoor kunnen zij de weekplanning van groep 7 blijven toepassen.
Dit gebruik is overzichtelijker voor het plannen van het huiswerk.
In groep 7 en 8 wordt er van de leerlingen meer zelfstandigheid verwacht. Om hun verantwoordelijkheid te vergroten, vragen wij hen daarom een aantal schoolspullen zelfstandig aan te schaffen
en mee te nemen. Het is van belang dat leerlingen uit groep 7 in het schooljaar 2014-2015 zelf
een 23-rings multomap meenemen. De huidige groepen 7 hebben al een multomap en nemen
deze mee naar groep 8. Daarnaast verwachten wij een etui met daarin kleurpotloden, puntenslijper, stiften, een pritt-stift, een groene nakijkpen en een schaar. Een grijs schrijfpotlood, een
gum, tabbladen voor in de map en vullingen worden door school verzorgd. De vulpen waarmee
in groep 4 is gestart, wordt tot en met groep 8 gebruikt. Mocht deze voor die tijd defect gaan,
wordt er van de leerlingen verwacht dat zij zelf een nieuwe aanschaffen. U kunt deze vulpen op
school aanschaffen, kosten zijn € 10,-.
In groep 3 willen wij graag, dat de kinderen één lege etui meenemen voor de driekantige schrijfen tekenpotloden en gum; deze worden door school verzorgd. Daarnaast mogen de leerlingen
van groep 3 een etui meenemen met stiften, pritt-stift en schaar. De inhoud van deze etui moet
u als ouder zelf regelen.
Voor de leerlingen vanaf groep 4 vragen wij u een etui mee te geven met daarin een puntenslijper, stiften, schaar en een pritt-stift. De school zorgt voor een schrijf- en kleurpotloden, gum en
éénmalig voor een vulpen.
e. Eten en drinken. De kinderen mogen een beker met een melkproduct of vruchtensap meenemen.
Wilt u op de beker de naam van uw kind zetten? Als uw kind behoefte heeft aan fruit, wilt u het
dan schoongemaakt meegeven in een bakje met naam er op? Kinderen in groep 7 en 8 verbruiken
al veel energie. Daarom mogen de kinderen van deze groepen een boterham meenemen met
gezond beleg. Snoep en koek zijn niet toegestaan. Het eten en drinken blijft in de tas van het kind.
f.Boekbesprekingen, spreekbeurten en werkstukken. Voor groep 3 t/m 8 zijn er lijnen uitgezet
voor boekbesprekingen, spreekbeurten en werkstukken. Afhankelijk van het leerjaar wordt het
per jaar een beetje meer. Door de boekbesprekingen en spreekbeurten gaat het kind zijn favoriete
boek of onderwerp nader uitwerken en krijgt het de gelegenheid iets voor de groep te vertellen.
Uiteraard daarbij gesteund door de richtlijnen die de leerkracht geeft. Werkstukken vragen een
andere discipline. Wij maken daarvoor gebruik van ‘Werkstukwijzer’, zodat de leerlingen stap
voor stap tot een werkstuk komen. Voor elk leerjaar verschillen de eisen ten aanzien van het
maken van een werkstuk en het houden van boekbespreking. Leerlingen krijgen ieder leerjaar
de benodigde informatie van hun leerkracht.
Bij de methode voor de zaakvakken, Topondernemers, komt het maken van een werkstuk(je)
regelmatig aan de orde. Ook vinden er presentaties plaats.
Helaas constateren wij dat werkstukken e.d. soms in zijn geheel of gedeeltelijk van het internet
worden overgenomen. Het is de school, die een beoordeling geeft en het is daarbij dan ook niet
mogelijk om als ouder in discussie te gaan over de beoordeling.
34
g. Creaworkshops/Ateliers. Het streven is bij feestactiviteiten gezamenlijk per gang creaworkshops
te organiseren. De kinderen kunnen op de workshops intekenen die zij graag willen volgen. Op
deze wijze maken wij gebruik van de competentie van de leerkracht, kiest de leerling voor de
activiteit die hij graag wil doen en werkenzij met leerlingen uit andere groepen.
h.Mobiele telefoons. Wij merken, dat steeds meer kinderen een mobiele telefoon bij zich hebben.
Nu kunnen wij ons voorstellen dat het in sommige gevallen goed is als iemand een telefoon bij
zich heeft om in noodgevallen (onderweg naar school of naar huis) te kunnen bellen. Zeker voor
kinderen die wat verder weg wonen. Tijdens de lessen is het gebruikmaken van mobieltjes storend. Wij hanteren daarom de volgende regel: Het is de verantwoordelijkheid van de kinderen
bij het binnenkomen van de school te zorgen dat de mobieltjes worden uitgezet. Als (met enige
regelmaat) aan deze afspraak geen gevolg wordt gegeven zal de leerkracht het mobieltje tijdelijk
innemen. Wij merken echter ook, dat ouders steeds vaker contact zoeken met hun kind onder
schooltijd. Wij verzoeken u geen berichtjes te sturen.
Het is verboden om met de mobiele telefoons opnamen te maken/ en of te filmen in school, op de
speelplaats en tijdens de overblijf. De mobiele telefoon
wordt dan ingenomen. Leerlingen blijven verantwoordelijk voor vermissing/zoekraken en beschadiging van
mobiele telefoons. Ook het personeel zal terughoudend
omgaan met het gebruik van mobiele telefoons, zij hebben hierin een voorbeeldfunctie. Mobiel gebruik van de
ouders in school is niet toegestaan!
Theaterles
i. MP3-spelers/iPods. Voor deze apparatuur geldt hetzelfde als voor de mobiele telefoons. Ook voor MP3spelers of overige geluid- of beelddragers geldt de spelregel, dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn voor het
uitzetten en wegbergen van dergelijke apparatuur bij
de entree van de school. Als (met enige regelmaat) aan
deze afspraak geen gevolg wordt gegeven dan zal de
leerkracht dergelijke apparatuur tijdelijk innemen.
Leerlingen blijven verantwoordelijk voor vermissing/zoekraken en beschadiging.
j.Gedragscode. Voortvloeiend uit de leefregels van de school is een gedragscode ten aanzien van
kleding opgesteld. De school geeft daarin aan dat hoofddeksels, in welke vorm dan ook, niet
op school zijn toegestaan. Dit besluit is voorgelegd aan de commissie gelijke behandeling, de
juridische afdeling van het bestuur de Lucasonderwijs en aan de MR.
k.Vader- en moederdag. Vader- en moederdag zijn gezinsgebeurtenissen. Bij de groepen 3 t/m 8
besteden wij geen aandacht aan deze dagen in de vorm van een gedicht en/of cadeautje.
l. Seksuele voorlichting. Het geven van seksuele voorlichting past bij het leergebied Gezond en
Redzaam Gedrag. Dit leergebied is er op gericht dat leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden
verwerven ten aanzien van een gezond en redzaam gedragspatroon, dat past bij henzelf en de
omgeving waarin zij opgroeien.
De Waterwilg maakt gebruik van het schoolkatern Relaties en Seksualiteit van Sanderijn van der
Doef en Klaas Houterman. Dit katern wordt gebruikt in de groepen 7 en 8.
Relaties en Seksualiteit wil kinderen ondersteunen in hun ontwikkeling tot een persoon die:
• Respect heeft voor zichzelf en anderen.
• Zich bewust is van eigen en andermans gevoelens, wensen, opvattingen en mogelijkheden.
• Beslissingen kan nemen op het gebied van seksualiteit.
35
Bij dit thema wordt gebruik gemaakt van de volgende driedeling:
1. Lichamelijke en emotionele ontwikkeling.
2. Sociale ontwikkeling en relaties.
3. Seksualiteit en gezondheid.
Onderwerpen die in groep 7 en 8 aan de orde komen zijn o.a.: beeld van jezelf, bloot, ik verander in de puberteit, vriendschap en verliefdheid, relaties, wat is seks?, voorbehoedmiddelen,
seksueel misbruik. Via de nieuwsbrief wordt aangeven wanneer er met de lessen rond seksuele
voorlichting wordt gestart. Wij stellen het op prijs als u hier thuis ook aandacht aan wilt besteden.
Wanneer er seksuelevoorlichting wordt gegeven via het TV Weekjournaal, wordt er van te voren
bekeken of dit onderwerp uitgezonden wordt in de groep.
m.Groep 8.
Dit schooljaar heeft De Waterwilg 3 groepen 8. Bij groep 8 horen specifieke onderdelen en
speciale activiteiten:
• Het werken met een eigen agenda en het meer structureel geven van huiswerk.
• Makena-project.
• De Derde Kamer.
• Voorlichting voor ouders over het werken in de groep en het voortgezet onderwijs tijdens de
informatieavond op woensdag 10 september 2014.
• In oktober*: Afname van het Drempelonderzoek.
• In oktober/november*: Afname WISC, afhankelijk van de uitslag van het drempelonderzoek.
Op de informatieavond ontvangt u hier meer informatie over.
• In november*: Afname CITO LOVS B8.
• Schoolbezoeken aan het Voortgezet Onderwijs.
• De afname van Cito Eindtoets in april 2015.
• Musical groep 8.
• Kamp groep 8.
N.B. De activiteiten geaccentueerd met een sterretje* zijn onder voorbehoud. Wij hopen u op de
informatieavond de definitieve data door te kunnen geven. Dit hangt samen met het aanmeldtraject
dat het Voortgezet Onderwijs gaat gebruiken nu de afname van de Eindtoets verschoven is naar
april 2015.
Het afscheid van de basisschool
Met een aantal bijzondere activiteiten nemen de leerlingen afscheid van De Waterwilg.
Speciale activiteiten/projecten: Meedoen met activiteiten die zich voordoen zoals markt van de
Verbeelding in het laatste weekend van september, project ‘De Derde Kamer’ en het Alcoholproject.
Wij zullen zaterdag 27 september op de markt staan en zullen daarvoor op woensdag 10, 17 en 24
september ouders nodig hebben om op school materialen te knutselen die de leerlingen kunnen
verkopen op de markt.
36
Het Kerstgala: Op dinsdagavond 16 december 2014 vindt het speciale laatste kerstdiner op de
basisschool plaats. De leerlingen zullen deze middag vrij zijn.
De musical: De opvoering van de musical is in CulturA. Per leerling is een aantal kaarten beschikbaar.
De musicalopvoeringen zijn op 12 juni groep 8b, 16 juni groep 8c en op 19 juni groep 8a.
Makenamarkt te Pijnacker, Markt van De Verbeelding
Het kamp: Het kamp wordt gehouden in de week van 30 juni t/m 3 juli 2015. De maandag voorafgaand aan het kamp zijn de leerlingen vrij. Het kamp is voor leerlingen en leerkrachten een geweldige gebeurtenis. Wel ervaren de begeleiders een enorme verantwoordelijkheid ten aanzien van
het welzijn van alle kinderen. Om een goed kamp te kunnen draaien maken wij afspraken met de
leerlingen en met de ouders. Leerlingen die zich niet houden aan de afspraken mogen niet langer
deelnemen aan het kamp en zullen door hun ouders gehaald moeten worden.
De afspraak t.a.v. mobieltjes vanuit de school is dat deze niet mee mogen. De kampleiding neemt
een mobiele telefoon mee. Er is een centraal nummer. Daarnaast kunnen er individuele afspraken
gemaakt worden met ouders en kinderen bijvoorbeeld in het geval van heimwee.
Dankzij een extra donatie vanuit de ouderbijdrage kunnen
de kinderen met de bus vervoerd worden.
De afscheidsavond: Deze wordt gehouden op donderdag
9 juli 2015. Alle leerlingen worden op school verwacht met
hun ouders. Na een leuke avond worden zij op een bijzondere manier uitgezwaaid.
Het concert voor Makena: Sinds een aantal jaren wordt
met groot succes in groep 8 een concert georganiseerd voor
Makena. Met dit concert willen de deelnemende leerlingen
geld inzamelen voor ons meisjesproject in Kenia.
Het concert zal dit schooljaar plaatsvinden op vrijdagavond
13 maart 2015. Naast de inzameling voor Makena, heeft het
concert als doel de leerlingen een podium te bieden voor
hun muzikale talenten. Zij kunnen zich opgeven voor zang, dans, presentatie of het bespelen van
een instrument. Juf Jolijn organiseert het concert en stelt het programma samen. Het concert vindt
plaats in CulturA. De beschikbare plaatsen voor publiek worden verdeeld onder de deelnemers.
Bezoeken aan het Voortgezet Onderwijs: Ook dit schooljaar zullen de leerlingen zich gaan oriënteren en aanmelden op een VO-school van hun keuze. Veel leerlingen hebben in groep 7 al een kijkje
genomen bij verschillende scholen. In groep 8 zullen de meeste leerlingen wederom verschillende
scholen bezoeken alvorens tot een definitieve keuze te komen. Alle groepen 8 brengen een bezoek aan het Stanislascollege Pijnacker en aan Lyceum Ypenburg.
Deze scholen zullen de leerlingen laten proeven aan verschillende lessen. Zij draaien deze dagen
‘echte’ schoollessen met een rooster om de leerlingen het onderwijs in het VO te laten ervaren.
Wij begrijpen, dat niet elke leerling naar een van deze scholen kan of wil gaan en dit hangt natuurlijk
ook af van het voorlopig schooladvies. U kunt daarom zelf ook een schoolbezoek plannen voor een
andere VO-school. U kunt daarvoor verlof aanvragen bij de administratie.
Advisering voor het voortgezet onderwijs en de Centrale Eindtoets
Graag verwijzen wij u naar blz. 69 van de schoolgids.
Overdracht leerlinggegevens Basis Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs gaat digitaal.
De Waterwilg maakt bij de verwijzing naar het Voortgezet Onderwijs gebruik van het digitale overdrachtssysteem ‘Onderwijs Transparant’. Hier zijn alle scholen binnen de regio Haaglanden en Delft
37
bij aangesloten. De overstap van leerlingen van het basisonderwijs naar het Voortgezet Onderwijs
is een belangrijke stap in de schoolcarrière van leerlingen. Veel informatie die op de basisschool in
de loop der jaren is verzameld rondom de leerling, moet overgedragen worden aan de ontvangende
school. Toetsgegevens, gegevens over de schoolloopbaan en gegevens over begeleiding worden
gecommuniceerd naar de school die de leerling kiest. Veel van deze gegevens spelen ook een rol
bij de bepaling van het vervolgonderwijs.
De leerkrachten van groep 8 maken in samenspraak met de intern begeleider en de directie voor
iedere leerling in groep 8 een onderwijskundig rapport (afgekort OKR). Dit rapport wordt gemaakt
in het programma van Onderwijs Transparant. In dit rapport staan alle belangrijke (toets)gegevens
over de leerling, welke noodzakelijk zijn voor een goede informatieoverdracht naar het Voortgezet
Onderwijs. Ook worden relevante documenten als dyslexieverklaringen toegevoegd aan het OKR.
Alle ouder(s)/verzorger(s) krijgen het OKR ter inzage. Er wordt aan ouders gevraagd dit OKR te controleren op de personaliagegevens. Over de inhoud van het rapport kan niet worden gediscussieerd.
Daarnaast krijgen alle ouder(s)/verzorger(s) een adviesformulier. Dit is het formulier waarmee de
leerling aangemeld kan worden bij één middelbare school. Bij het ondertekenen van dit formulier
geven de ouder(s)/verzorger(s) aan dat zij op de hoogte zijn van achterliggende inhoud van het
OKR en dat zij akkoord gaan met het digitaal overgedragen aan het voortgezet onderwijs. Zodra
dit ondertekend is kan de basisschool het OKR van de leerling vrijgeven. Er kan dan niets meer
gewijzigd worden in het rapport.
Als een leerling zich met het adviesformulier heeft aangemeld bij een school van Voortgezet Onderwijs kan deze school, middels een unieke code op het adviesformulier, het vrijgegeven OKR van
deze leerling opvragen in Onderwijs Transparant. De basisschool kan in Onderwijs Transparant zien
of en waar een leerling zich heeft aangemeld.
3.3.2.1.Lezen
In groep 3
In groep 3 wordt de start gemaakt met het aanvankelijk lezen. Zo heet het lezen in deze groep,
omdat er begonnen wordt met het aanleren van de letters en de belangrijkste bouwstenen voor
het lezen, namelijk de analyse en synthese, het zogenaamde ‘hakken en plakken’.
De school maakt gebruik van de nieuwste versie van Veilig Leren Lezen. Deze versie heeft zeer
aantrekkelijke en uitnodigende materialen. De instructie van het lezen wordt gedaan via het smartboard met de leerkracht assistent van Veilig Leren Lezen. Veilig Leren Lezen heeft ook een eigen
computerprogramma, de leerstof van de 12 kernen is hierin verwerkt.
In de groepen 3 wordt met het beginnend leesonderwijs de vinger aan de pols gehouden met de
herfst-, winter-, lente- en eindsignaleringen van de methode Veilig Leren Lezen.
Steeds vaker komen er kinderen in groep 3 die al kunnen lezen. Onze methode houdt hier rekening mee. Kort na de start in groep 3 wordt bij die kinderen een toets afgenomen waarmee wij
kunnen bepalen welke ‘lees leerlijn’ door het kind gevolgd kan worden. ‘Maan’ voor kinderen die
starten met het leesonderwijs en ‘Zon’ voor kinderen die al kunnen lezen. Verder staan er in de
groepen 3, t.a.v. het lezen, nog het interactief voorlezen tijdens het eten en drinken en de boekpromotie door de leerkracht en/of de leerling op het programma.
38
In groep 4
Ook in groep 4 blijft het verwerven van een goede technische leesvaardigheid een zeer belangrijk
leerstofonderdeel.
In 2011 zijn wij gestart met een verbeteringstraject ten aanzien van de technische leesvaardigheid,
omdat wij van mening waren dat dit onderdeel voor verbetering vatbaar is. De leerkrachten van de
groepen 3 en 4 hebben in het najaar van 2012 een scholing gevolgd welke gegeven is door Onder-
wijs Advies. Kennis en vaardigheid van leerkrachten zijn belangrijk, maar het materiaal waarmee
leerkrachten moeten werken is eveneens een bepalende factor voor een al dan niet succesvol
verbeteringstraject. Daarom is er in het najaar van 2012 een nieuwe technische leesmethode aangeschaft voor de groepen 4 en 5. Dit is de methode ‘Timboektoe’. Met behulp van deze nieuwe
methode maken de leerlingen, op een gestructureerde wijze, leesproblemen en leesstrategieën
eigen. Deze leesleerstof wordt in drie lessen per week aangeboden. De facultatieve vierde leesles
is voor de zwakke lezers. Er wordt geoefend met het lezen van losse woorden en teksten in het
werkboek, met de leeskaarten, op de computer en door het duo- of groepslezen. De leerstof wordt
op niveau aangeboden zodat ook de betere lezers voldoende uitgedaagd worden. De zwakke lezers
oefenen extra met de zogenaamde doelkaarten waarin de leesmoeilijkheid of strategie in kleine
stapjes wordt aangeboden. Groep 6 start schooljaar 2014-2015 met ‘Timboektoe’.
Tenslotte wordt de leesbeleving van de kinderen gestimuleerd door voorlezen, vrij lezen en boekbesprekingen.
Inzameling voor de Voedselbank
Toch kunnen wij het als school niet alleen! Kinderen die ook
thuis zeer regelmatig lezen worden goede lezers. Als kinderen niet uit zichzelf geneigd zijn om te gaan lezen is het van
belang dat ouders het lezen stimuleren. Ouders kunnen dit
doen door zich zelf enthousiast te tonen voor lezen, leuke
boeken uit te zoeken met hun kind en van het samen lezen
een gezellige bezigheid te maken. Voor leerlingen van groep
3 en 4 is het belangrijk dat er regelmatig nog hardop gelezen
wordt. Wanneer een kind eenmaal AVI-M5 behaald heeft is
die noodzaak niet meer zo aanwezig.
De groepen 3 en 4 bezoeken in het begin van het schooljaar
één maal de bibliotheek. Samen met de leerkracht en enkele
ouders gaan zij naar de bibliotheek in Nootdorp. Zo maken
de kinderen kennis met de bibliotheek en het zelf boeken kiezen en lezen. De kinderen lenen een
boek en nemen het mee naar school. De kinderen mogen de boeken voor een aantal weken in de
klas houden.
Methode begrijpend lezen in de groepen 4 t/m 8
Sinds het schooljaar 2011-2012 werken de groepen 4 t/m 8 met de vernieuwde versie voor begrijpend lezen en studerend lezen, Goed Gelezen.
Onder begrijpend lezen wordt verstaan, het achterhalen van de betekenis of bedoeling van een tekst.
Begrijpend lezen is uitgebreid met begrijpend luisteren. Begrijpend lezen is niet de som van technisch lezen en mondelinge taal, maar een ingewikkelder proces. Een belangrijke rol hierbij spelen:
• wereld oriënterende kennis
• kennis en taal van verschillende soorten teksten
• eigen ervaring en creatief denken
• evaluatief denken
• het bepalen van het doel van het lezen
De verschillende leesstrategieën worden aangeleerd via directe instructie. Kinderen worden actief bij
het onderwijs betrokken doordat er uit gegaan wordt van interactief onderwijzen en interactief leren.
De Kinderboekenweek
Elk jaar wordt aandacht besteed aan de Kinderboekenweek. De Kinderboekenweek start op maandag 6 oktober en loopt t/m zondag 12 oktober 2014 op De Waterwilg.
In 2014 is het thema: Feest.
39
Gedurende de Kinderboekenweek vinden er tal van activiteiten plaats en worden er boeken aangeschaft, die bekroond zijn met de Gouden- en Zilveren Griffel en de Gouden- en Zilveren Penseel.
Voortgezet technisch lezen
Lezen is het belangrijkste, dat kinderen leren op de basisschool. Wie niet goed kan lezen heeft een
achterstand bij het verwerven van kennis en vaardigheden in alle andere leergebieden.
Technisch lezen is de vaardigheid om lettertekens snel om te zetten in klanken. Kinderen die een zin
vlot hardop kunnen lezen kunnen meer tijd en energie vrijmaken om na te denken over de betekenis.
Vanwege het grote belang van technisch lezen voor begrijpend lezen is het nodig de vaardigheid in
technisch lezen te blijven ontwikkelen.
Daarnaast is er een verband tussen begrip en motivatie: kinderen met veel leesbegrip lezen graag
en kinderen die graag en veel lezen, begrijpen teksten vaak ook eerder en beter dan minder gemotiveerde lezers.
Methode technisch lezen in de groepen 4, 5 en 6
In het schooljaar 2012-2013 zijn de groepen 4 en 5 gestart met de nieuwe technisch leesmethode
Timboektoe om de leesvaardigheid een impuls te geven. De leerkrachten van de groepen 3, 4 en
5 zijn hierbij door de onderwijsadviseur van de OnderwijsAdviesdienst begeleid om hun didactisch
handelen en het implementatieproces te borgen. Schooljaar 2014-2015 start groep 6 met deze
methode.
De methode legt, naast het accent op leesmotivatie, het zwaarste accent op de leestechniek: aan
die voorwaarde moet worden voldaan als wij willen dat kinderen competente lezers worden.
De leerkrachten van de groepen 3 maakten deel uit van dit verbetertraject, omdat zij de fundamentele basis leggen voor een goede technische leesvaardigheid.
Hoe kunnen ouders het leesproces stimuleren?
Lezen leert het kind niet alleen op school. Als ouder heeft u grote invloed op hoe uw zoon of dochter
leert lezen. Met de volgende tips geeft u uw zoon of dochter de beste voorbereiding op het leren
lezen op school.
- Praat met uw kind. Als u vaak met uw zoon of dochter praat, leert het kind veel woorden kennen
die het zelf ook zal gaan gebruiken.
- Toon belangstelling. Het is heel goed om belangstelling te tonen en uw kind te laten merken dat
u het leren lezen op school erg belangrijk vindt.
- Ga actief met lezen aan de slag. U kunt uw kind stimuleren en helpen bij het leren lezen. Bijvoorbeeld door allerlei activiteiten met uw zoon of dochter te ondernemen waardoor hij of zij veel
kan oefenen.
- Lees uw kind voor. Kinderen vinden voorlezen fijn, ook alszij zelf al kunnen lezen. Voorlezen is goed
voor het verbeteren van de luistervaardigheid en de woordenschat van het kind.
- Herhaal sommige boekjes of verhalen. De kinderen weten dan al een beetje wat er komt en wat
er ook al weer gebeurde.
- Ga samen met uw kind naar de bibliotheek. Sluit daarbij zoveel mogelijk aan bij de interesses van
uw zoon of dochter.
-G
eef uw kind af en toe een boek cadeau.
Wij vinden het enorm belangrijk dat kinderen veel plezier beleven aan lezen. Ouders kunnen aan
dit leesplezier een goede bijdrage leveren. Hoe meer een kind leest, hoe beter het ook zal leren
lezen. We noemen dat ook wel het aantal leeskilometers. Een goede leesvaardigheid gaat vrijwel
zeker ontstaan wanneer er dagelijks gelezen wordt.
40
Tijdens het proces van het aanvankelijk lezen, in groep 3, is dagelijks 10 tot 15 minuten een goede
richtlijn. Het is beter om iedere dag even te lezen dan eens in de week een uur!
3.3.2.2.Taal/Spelling
De Waterwilg werkt met de methode: Taal in Beeld.
De methode voorziet in de mogelijkheid tot een gedifferentieerde werkwijze en de leerlingen worden
aangemoedigd om zelfstandig met de leerstof om te gaan. De leerkracht treedt op als organisator/
begeleider bij de lessen.
Spelling en woordenschat zijn geïntegreerde onderdelen in de methode Taal in Beeld. De methode
heeft computerprogramma’s voor digitale ondersteuning t.b.v. de spellingvaardigheid en woordenschatontwikkeling.
3.3.2.3. Schrijven
Uitslag Kangoeroewedstrijd
De leerlingen van groep 3 t/m 6 ontwikkelen de schrijfvaardigheid met behulp van de methode ‘Zwart op wit’. Zwart op
wit gaat uit van een natuurlijk, vloeiend schrift dat gemakkelijk aan te leren is. De kinderen krijgen de vrijheid om een
eigen karakter in het handschrift te leggen.
Zwart op wit besteedt al in de kleutergroepen aandacht
aan, een goede manier van stabiele schrijfhouding en een
goede potloodgreep. De kinderen leren de 8 voorbereidende schrijfbewegingen aan.
In groep 3 leren de kinderen de cijfers, kleine letters en
lees- en rekentekens. Ze leren de verbindingen en schrijven
al woordjes en zinnen aan elkaar.
In groep 4 komen de hoofdletters met hun verbindingen aan
bod. De kleine letters worden herhaald en geautomatiseerd.
De leerlingen leren schrijven tussen versmalde liniëring en
in de tweede helft van het schooljaar begint het temposchrijven een rol te spelen.
De leerlingen van de groepen 4 krijgen in het tweede gedeelte van het schooljaar een vulpen,
mocht deze echter zoek raken of gaat een leerling er niet voorzichtig mee om, dan vragen wij voor
de aanschaf van een nieuwe vulpen een bijdrage van €10,00. De Waterwilg gebruikt daarbij één
type vulpen. Op iedere vulpen komt de naam van het kind te staan. De leerlingen krijgen van de
leerkracht een instructie over het gebruik van de vulpen en hoezij met de vulpen moeten omgaan.
De invoer van de vulpen gaat als volgt: De leerlingen leren eerst met de vulpen in hun schrijfschrift
te schrijven daarna mogen de leerlingen ook met de vulpen in de taal- en rekenschriften schrijven.
Er zijn vulpennen voor rechtshandige en linkshandige kinderen.
In de groepen 5 worden cijfers, kleine letters en hoofdletters geautomatiseerd. De leerlingen oefenen
het schrijven van langere woorden met spatiëring. Het tempo wordt verhoogd. In groep 6 wordt
deze lijn voortgezet. Tevens leren de leerlingen te schrijven zonder hulplijnen.
In groep 7 en 8 wordt aandacht besteed aan het creatief schrijven.
In alle jaargroepen wordt veel aandacht besteed aan de goede schrijfhouding; de juiste zithouding,
papierligging, pen greep en schrijfbewegingen. Daarnaast spelen ook de motorische oefeningen
een grote rol.
41
3.3.2.4. Rekenen en wiskunde
De groepen 3 t/m 8 werken met de vernieuwde versie van Pluspunt 3.
De afgelopen jaren zijn er stevige discussies geweest tussen de aanhangers van het realistisch
rekenen en de aanhangers van het traditionele rekenonderwijs.
De uitwerking van deze discussie zien wij terug in de nieuwe rekenmethode. De basis van de
methode, het realistisch rekenen, waarbij leerlingen vanuit verworven inzicht leren rekenen, is
gebleven. De grote omslag in de methode is dat het cijferend rekenen als uitrekenvorm weer terug
is. Tevens wordt nieuw aangeboden leerstof structureel herhaald en ingeoefend. Alle leerlingen
leren dezelfde rekenwijzen als basisbewerking te beheersen.
In het kader van de opleiding Master Special Educational Needs van een van de leerkrachten zal in
het schooljaar 2014-2015 een kwalitatief rekenonderzoek plaatsvinden in groep 4. De leerkrachten
gaan gedurende een bepaalde periode werken volgens een protocol dat als doel heeft tegemoet
te komen aan de verschillende leerbehoeften van alle leerlingen. Van de ervaringen die de leerkrachten hiermee opdoen leren wij hoe wij het rekenonderwijs in de toekomst nog beter kunnen
vormgeven, rekening houdend met de verschillen tussen leerlingen.
In het belang van het onderzoek zullen filmopnamen gemaakt worden in de groepen 4. Deze
worden alleen voor opleidingsdoeleinden gebruikt en zullen niet openbaar gemaakt worden. Na
afronding van de opleiding worden de beelden vernietigd. Aan het begin van het schooljaar heeft
u een formulier ingevuld aangaande toestemming of niet.
3.3.2.5. Wereld oriënterende vakken
Topondernemers, het andere zaakvakonderwijs
In de groepen 5 tot en met 8 gaan de leerlingen aan de slag met de methode Topondernemers. De
Waterwilg heeft een beleidsplan ontwikkeld om de werkwijze en de doorgaande leerlijn te waarborgen. Sinds 2013-2014 wordt het beleidsplan vanaf groep 4 t/m groep 8 ingezet. Er zit een opbouw
in het werken met deze methode. Deze methode voor wereldoriëntatie biedt de mogelijkheid
kinderen de wereld om hen heen te laten ontdekken aan de hand van goed uitgewerkt en concreet
ondersteunend thematisch onderwijs. In de vorm van opdrachtenkaarten komen geschiedenis,
aardrijkskunde en natuureducatie op een nieuwe en verfrissende manier aan bod.
Kinderen worden met Topondernemers uitgedaagd om initiatief te nemen, samen te werken en
creatief te zijn. Zo bouwen zij zelfvertrouwen op in het vinden van antwoorden op eigen vragen.
Met Topondernemers leren zij deze zelfstandig te vinden. Kinderen krijgen bewust een grote verantwoordelijkheid op dit gebied, onder begeleiding van de leerkracht.
Een stappenschema (plankaart) kan de leerkracht en leerling helpen met het plannen en uitvoeren
van een opdracht. Het stappenschema biedt ondersteuning bij het doornemen van een opdracht.
Voor de leerlingen is het een goed middel om met de opdrachtkaarten te leren werken.
Met Topondernemers wordt de onderwijsinhoud over mensen, de natuur en de wereld in samenhang aangeboden. Ook onderwerpen uit andere leergebieden worden betrokken op de ‘oriëntatie
op jezelf en de wereld’. Activiteiten die veel voorkomen zijn: het lezen en maken van teksten, het
meten en het verwerken van informatie in tabellen, tijdlijn en grafieken en het gebruik van beelden
en beeldend materiaal. Met presentaties en werkstukken wordt het thema afgesloten, hierbij kan
gedacht worden aan artikelen, collages, muurkranten, verslagen, folders, presentaties e.d.
Nieuw is de inlogcode die de leerling krijgt om toegang te hebben tot de digitale leeromgeving van
topondernemers.
42
Er is een stuurgroep die zich bezig houdt met de afstemming tussen de jaargroepen. In de stuurgroep
worden schoolbreed afspraken gemaakt zoals:
- Per leerjaar worden er 3 thema’s aangeboden;
-D
e presentatietechnieken (poster, interview, folder, enz.) worden gefaseerd per leerjaar aangeboden. Daar wordt al in groep 4 mee begonnen (zodat de leerlingen in groep 5 al over een aantal
vaardigheden beschikken om met Topondernemers aan de slag te kunnen);
Groep:
Thema 1:
Thema 2:
Thema 3:
5
Wereld in
het klein
A t/m Z
De boerderij
6
Ik, jij, wij
Water, Aarde,
Lucht en Vuur
Vlinders in
je buik
7
Reizen
Multimedia
Sport en
ontspanning
8
Derde Wereld
Amerika
Oorlog en Vrede
Bekendmaking ballonwedstrijd
- De tijdvakken voor geschiedenis worden verdeeld over de jaargroepen, zodat wij kunnen garanderen dat alle tijdvakken aan bod zijn gekomen aan het einde van de schoolcarrière van de leerlingen;
- De tijdvakken zijn als volgt verdeeld:
Groep: Kaart:
Kaart:
Kaart:
Kaart:
4
Muurkrant
Collage
5
Muurkrant
Collage
Folder
Verslag
6
Muurkrant
Interview
Poster
Tijdsbalk
7
Muurkrant
PowerPoint Enquête
Uitlegplaat
8
Muurkrant
Artikel
Verhaal
Grafiek
Tevens wordt er voor de ouders jaarlijks een informatieavond georganiseerd rondom Topondernemers, deze avond zal zijn voor de ouders van leerlingen in de groepen 5. De bijeenkomst wordt
georganiseerd voorafgaand aan de informatiebijeenkomst van de groepen 5.
Daarnaast krijgt het team elk schooljaar professionele ondersteuning van School in Balans. De
gegeven lessen worden geëvalueerd. Tevens wordt de stuurgroep ondersteund.
Groep:
Thema 1:
Thema 2:
Thema 3:
5
Eigen
geschiedenis
Jagers en
Boeren
6
Grieken en
Romeinen
Monniken en
Ridders
7
Steden en
Staten
Ontdekkers en
Hervormers
Regenten en
Vorsten
8
Pruiken en
Revoluties
Burgers en
Stoommachines
Wereldoorlogen
De stuurgroep bestaat uit leerkrachten van elke jaargroep. De stuurgroep heeft overleg, bewaakt
de doorgaande lijn en zet zaken uit.
43
Topografie
In groep 6, 7 en 8 wordt gewerkt met De Junior Bosatlas Werkatlassen. De werkatlassen zijn geheel
afgestemd op de nieuwe, vierde editie van De Junior Bosatlas.
De werkatlassen bieden praktisch oefenmateriaal op het gebied van kaartvaardigheden en topografie. Iedere atlas bevat 15 korte taken waarmee de kinderen zelfstandig aan de slag kunnen. Aan
de hand van gevarieerde opdrachten leren de kinderen de atlas te hanteren. Hoe zoek je de juiste
kaart op? Hoe lees je een legenda? Wat betekenen al die stippen en kleuren? Zo leren de kinderen
op een heel natuurlijke manier de taal van de atlas kennen. In groep 6 wordt gestart met Nederland, in groep 7 komt Europa aan de beurt en in groep 8 starten de leerlingen met De Wereld. Deze
methode sluit aan op de kerndoelen. De leerlingen in groep 6, 7 en 8 krijgen ook topografietoetsen.
De werkatlas gaat dan mee naar huis met de leerlingen en de taak wordt na twee weken overhoord.
Schooltelevisie op het smartboard en active board
De groepen 3 t/m 8 kijken naar een TV serie uitgezonden door de NOT. Dit kan zijn de serie Huisje
Boompje Beestje, Nieuws uit de Natuur en het School TV weekjournaal. Daarnaast wordt er gewerkt
vanuit de bijbehorende methode.
Komend schooljaar zullen alle groepen uitzendingen van school-tv gaan volgen.
Groep 1/2 : Koekeloere en De Schatkast
Groep 3/4: Huisje, Boompje, Beestje; Leesdas Lettervos Boekentas,
Rekenverhalen en Rekenen met Raaf.
Groep 5/6: Nieuws uit de Natuur
Groep 7/8: Schooltv-weekjournaal
Al de uitzendingen kunnen worden gevolgd op het smartboard. Het smartboard geeft ook de gelegenheid om andere educatieve programma’s te volgen.
Verkeer
Groepen 1 t/m 6
SCHOOL op SEEF is hét programma in Zuid-Holland voor een goede aanpak van verkeersveiligheid
en verkeerseducatie aan kinderen in de basisschoolleeftijd. Hier worden kinderen in een veilige
omgeving op een eigentijdse manier begeleid in hun ontwikkeling tot duurzaam veilige weggebruikers. SCHOOL op SEEF omvat hoogwaardig en aansprekend, praktijkgericht en digitaal materiaal.
Het werken aan de verkeersveiligheid van kinderen op en rond de basisschool vereist een integrale
aanpak. Het programma SCHOOL op SEEF biedt de mogelijkheid om vanuit verschillende facetten
(educatie, infrastructuur, communicatie, etc) hieraan te werken. Het motto is dan ook: “kinderen
hebben recht op een veilige, zo zelfstandig mogelijke deelname aan het verkeer”. Het programma
wordt ondersteund door OnderwijsAdvies te Zoetermeer.
De groepen 7 zullen werken met de methode JVK (Jeugd VerkeersKrant). Daarnaast gebruiken zij
de examenwijzer 2015. Hiermee worden de kinderen voorbereid op het verkeersexamen. Groep
7 neemt deel aan het landelijke verkeersexamen, dat bestaat uit een theoretisch en een praktisch
deel. Het theoretische verkeersexamen vindt plaats op 16 april 2015. De Oudervereniging van De
Waterwilg heeft aangegeven, het praktisch verkeersexamen zeer belangrijk te vinden en zal dit in
haar activiteitenprogramma op gaan nemen en organiseren voor de leerlingen van de groepen 7.
Het fietsexamen vindt plaats op 29 mei 2015.
Techniek
44
De keuze van Techniek heeft te maken met de einddoelen, die een basisschool moet behalen, maar
eveneens met de bevordering van de keuze voor Techniek in het algemeen. Het unieke aan techniek
Afrikaanse maskers maken
is dat er altijd een uitdaging in te vinden is. De kinderen leren door het werken met techniek op
een natuurlijke wijze samen te werken. Hun verantwoordelijkheidsbesef wordt vergroot. Ze leren
zelfstandig probleemoplossend te denken en te handelen;zij zoeken uit wat iets is, hoe het werkt
en waarom.
De Waterwilg heeft het Ontdekkasteel aangeschaft. Dit kasteel bevat 5 kasten, waarbij er voor elke
groep materiaal te vinden is met opdrachten die te maken hebben met Techniek. Door de wijze
van het neerzetten van deze kasten, heeft het geheel de contouren van een kasteel. Het geheel
waarborgt een leerlijn op het gebied van Techniek voor groep 1 t/m 8.
De groepen 1 en 2 verwerken het werken met de techniekdozen bij het keuzebord.
De groepen 3 en 4 gebruiken de techniekdozen in het tweede gedeelte van het schooljaar.
De groepen 5 en 6 hebben speciale momenten.
De groepen 7 en 8 verwerken de techniekdozen bij de
methode Topondernemers of houden een speciale techniekweek.
De Waterwilg heeft een techniekcoördinator, die het Ontdekkasteel beheert. Hij/zij inventariseert de werkwijzen,
heeft techniek als vast item op de agenda staan en regelt
de bestellingen.
Op woensdag 11 maart is er een techniekochtend voor de
groepen 5 t/m 8.
Engels in groep 5, 6, 7 en 8
Vanaf dit schooljaar 2014-2015 wordt er ook Engels gegeven
in groep 5. Voor de groepen 5 en 6 is er gekozen voor een
methode, die aansluit bij de methode Real English-Let’s do
it, van de groepen 7 en 8. Communicatie staat in de lessen
van groep 5 en 6 centraal.
Real English-Let’s do it. Deze methode wordt gebruikt door meer dan tweeduizend basisscholen en
is in een eigentijds jasje gestoken. In de oefeningen spelen internet en e-mail een rol. De website
geeft toegang tot heel veel extra’s. Real English New biedt afwisseling, uitdaging, humor en goede
resultaten met strips en cartoons. De methode is goed gestructureerd en spannend. Daarnaast vindt
er differentiatie in tempo en niveau plaats en is er een website met een module digitaal schoolbord.
De leerlingen in groep 7 en 8 krijgen ook woorddictees. Zij krijgen dit leerwerk mee naar huis en
dit wordt na twee weken getoetst. Wij merken dat de woordenschat van de leerlingen hierdoor
toeneemt en de overgang naar het Voortgezet Onderwijs beter verloopt.
3.3.2.6. Culturele Creatieve vakken
Vormingsgebieden:
• handvaardigheid
• tekenen
• muzikale vorming
• dramatische vorming
• dansante vorming
Bij expressie gaat het om de ontwikkeling van de eigen creativiteit als bijdrage aan de harmonische
ontwikkeling van het kind.
De culturele vakken worden gegeven door de groepsleerkracht zelf in de eigen klas en incidenteel
45
door professionals vanuit kunst educatieve instellingen. De Waterwilg heeft geen specifieke leerkracht dansante vorming en/of handenarbeid.
Voor handvaardigheid, tekenen en textiele werkvorming kunnen de leerkrachten gebruik maken
van de digitale lesmethode voor beeldende vorming: ‘Laat maar zien’.
Deze methode biedt kant en klare lessen voor groep 1 tot en met 8. Er zijn lessen tekenen, handvaardigheid en textiel maar ook de nieuwe media, zoals fotografie en animatie komen aan bod.
Tegelijkertijd is er aandacht voor kunst- en cultuureducatie. De lessen zijn voorzien van lesbeschrijvingen, lesdoelen en mooi beeldmateriaal. Bovendien wordt de methode voortdurend uitgebreid.
Binnen de school wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk materialen en technieken aan bod te
laten komen. De groepen 5 t/m 8 kunnen ook nog gebruik maken van 2 delen van de methode ‘Uit
de kunst’. Deze wordt vooral gebruikt om de kinderen materiaalkennis bij te brengen.
Tevens vinden er door het jaar heen creaworkshops plaats.
Per gang is er in elke groep een crea-activiteit, waarvoor de kinderen kunnen intekenen, de groepen
van de gang gaan dan door elkaar. De hele middag wordt dan aan deze crea-activiteit besteed. Daarbij
wordt de leerkracht geholpen door ouders. Kinderen kiezen op deze manier voor een activiteit en
we maken als team gebruik van elkaars kwaliteiten.
Muzikale en dansante vorming
Dit schooljaar krijgen de groepen 5 en 6 lessen, gegeven door de Nootdorpse Harmonie. Deze
workshop vindt om de twee jaar plaats.
De school heeft een abonnement op cd’s en liedjes van Benny Vreeden, die nieuwe liedjes maakt
die vaak actueel zijn, of passend bij het seizoen.
Veel vieringen en feesten worden ook aangegrepen om er een, vaak schoolbrede, culturele activiteit aan te koppelen. Zo hebben we de afgelopen jaren een spetterende muzikale opening van de
Kinderboekenweek gehad. Ook hebben we bij projecten dansvoorstellingen gemaakt en gezien en
muzikale optredens voor elkaar verzorgd op bijvoorbeeld het openingsfeest en De Waterwilgdag.
Dansante vorming
Dit wordt aangeboden via het Kunstmenu en/of er worden workshops geregeld voor leerlingen.
Cultuur
Wij vinden Cultuur in de basisschool belangrijk. Door kunst ga je namelijk anders kijken naar jezelf
en anderen. Dat onderwijs op het gebied van de kunsten en cultureel erfgoed belangrijk is, wordt
ook door de politiek onderkend. Zang, dans en muziek zijn eveneens belangrijk voor de ontplooiing
van kinderen. Het cultuurproject dat plaatsvindt, kan worden opgezet rondom de Culturele kaart.
De Culturele kaart geeft de culturele instanties in Nootdorp en rondom De Waterwilg aan, waarbij
verschillende culturele disciplines aan bod komen.
Naast de voorstellingen vanuit het Kunstmenu, waarbij de leerlingen op stap gaan, heeft De Waterwilg een Cultuurochtend met culturele activiteiten en activiteiten via Team 4 Talent.
3.3.2.7.Bewegingsonderwijs
De groepen 3 t/m 8 krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs. De Waterwilg heeft twee
vakleerkrachten bewegingsonderwijs; Jurian van Woggelum en Ferdie Maat.
46
De vakleerkrachten maken met name gebruik van het boek: ‘Basisdocument Bewegingsonderwijs’,
maar er zullen ook vernieuwende en aangepaste onderdelen worden toegevoegd aan het vakwerkplan.
Deze literatuur vormt de leidraad van het vakwerkplan.
De doelstelling van het vak bewegingsonderwijs is: zorgen voor een veilig beweegklimaat, waarbij er
verschillende vaardigheden aan bod komen. De twaalf leerlijnen uit het ‘Basisdocument Bewegingsonderwijs’ vormen de basis voor deze verschillende vaardigheden. De vaardigheden zijn zowel op
het sociaal-emotionele vlak (bijvoorbeeld: omgaan met winnen-verliezen) als het fysieke vlak. Onze
vakleerkrachten bewegingsonderwijs vinden het belangrijk dat de leerlingen deze vaardigheden
met plezier uitvoeren in een sociale omgeving. Het gaat hierbij dus om een stukje leren over en
van bewegen, maar er is ook duidelijk een opvoedende taak voor de vakleerkrachten weggelegd.
Denk hierbij aan de leefregels van ‘De Waterwilg’.
Koningsspelen
De Waterwilg maakt gebruik van de sporthal ‘s-Gravenhout, gelegen naast de school. Bij mooi weer
wordt er gesport op de velden van S.V. Nootdorp. In de lessen bewegingsonderwijs komen verschillende werkvormen
aan bod, zoals het zelfstandig werken in vakken, werken in
een omgangsbaan, circuit en klassikale les vormen. De leerlingen krijgen zowel toestel als spel onderdelen gedoceerd.
Tijdens de lessen bewegingsonderwijs moeten de leerlingen sporten in een apart tenue (bijvoorbeeld sportbroekje,
trainingsbroek en T-shirt, daarbij gelet op de kledingvoorschriften die gelden op school). Gymschoenen met een
stevige neus zijn daarbij verplicht. De sporthal mag niet
worden betreden met buitenschoenen of met schoenen
die afgeven. Als wij naar buiten gaan ns de lessen bewegingsonderwijs zijn schoenen met noppen toegestaan. Slippers, balletschoentjes, crocs, sandalen en dergelijke, zijn om
veiligheidsredenen niet toegestaan. Daarnaast willen wij
een ieder er op wijzen, dat sieraden tijdens de gymlessen
af moeten. Het dragen ervan is gevaarlijk. Wij raden u aan geen sieraden aan uw kinderen mee te
geven alszij gymles hebben. Het eventueel zoekraken van sieraden is uw eigen verantwoordelijkheid.
Vanaf groep 4 wordt er na de gym gedoucht. Wij stellen als team het gebruik van doucheschuim
niet op prijs. Een beetje gel mag, maar soms duurt het te lang voordat alle kapsels weer helemaal
in model zitten. Hier gaat teveel tijd verloren. Bij het douchen is het aan te raden badslippers te
gebruiken.
Wanneer uw kind niet aan de gymles kan deelnemen of niet mag douchen, wilt u dan een briefje
voor de gymleerkracht aan uw kind meegeven.
Er kan tijdens de gymlessen gefotografeerd of gefilmd worden. Deze beelden hebben altijd het
doel om de leerkracht te coachen of te begeleiden in zijn of haar leerproces of zijn bedoeld voor
de website van de school.
Wij vinden het belangrijk toegankelijk en bereikbaar te zijn. U kunt bij ons altijd terecht met uw
vragen over onder andere:
- Het bewegingsonderwijs wat wij verzorgen.
- Het bewegingsgedrag van uw kind.
- Advies over sporten en sportverenigingen.
U kunt na de lessen even langs lopen in de sporthal of telefonisch contact met ons op nemen, zodat
we samen met u tot een oplossing kunnen komen. De vakleerkrachten bewegingsonderwijs zijn te
bereiken op werkdagen na schooltijd via het telefoonnummer van onze school.
47
Atletiekdiploma
In het schooljaar 2010-2011 zijn wij begonnen met de invoering van het Atletiek Diploma voor
alle leerlingen van de groepen 3 tot en met 8. Er wordt van zes verschillende atletiekonderdelen
gemeten wat de score is. Voorafgaand aan deze metingen worden alle onderdelen minimaal een
keer in de gymles geoefend. De volgende onderdelen komen aan bod:
- Hoogspringen en Verspringen;
- Shuttle Run Test en Sprinten;
- Stap-Stap-Sprong of de Hink-Stap-Sprong;
- Verwerpen of Kogelstoten.
Zodra alle beoordelingen verwerkt zijn, krijgen alle leerlingen een officieel Atletiek Diploma. Dit Atletiek
Diploma keert jaarlijks terug. Op deze manier krijgen de leerlingen inzicht in de behaalde prestaties.
Clinics
In het schooljaar kunnen er clinics worden verzorgd. Afgelopen jaar heeft er wederom een clinic
karate plaats gevonden voor de groepen 7 en 8. Ook in het nieuwe schooljaar vinden deze clinics
weer plaats. De lessen zijn voor de groepen 7 en 8 geregeld op verzoek van de leerlingenraad.
Deze lessen vinden plaats in de sporthal ’s-Gravenhout. De karatelessen worden gegeven door dhr.
Hans van Galen. Dhr. Hans van Galen heeft een eigen karateschool in Den Haag en is aangesloten
bij de Karate-Do Bond Nederland. In deze lessen spelen onderstaande begrippen een grote rol:
Zelfvertrouwen, Weerbaarheid en Zelfreflectie. De karatelessen worden op een dusdanige manier
overgebracht aan de leerlingen, zodat plezier en respect de boventoon voeren. In het kader van
gezondheid en meer bewegen wordt sport in het algemeen gestimuleerd waarbij o.a. coördinatie,
motoriek, zelfvertrouwen, conditie en sociale aspecten een grote rol spelen. Deze aspecten komen
juist bij karatetrainingen goed naar voren.
Sportdag
Eenmaal per jaar wordt er door de school een sportdag georganiseerd. De sportdag wordt georganiseerd op de sportvelden van SV Nootdorp. De sportdag vindt plaats in september.
Projectweek
Thema; Lekker Fit Gezond en bewegen
Nieuw in het schooljaar 2014-2015 een speciaal Sport Nieuws op de site.
Het Schoolvoetbaltoernooi en Hockeytoernooi
SV Nootdorp organiseert het schoolvoetbaltoernooi voor alle Nootdorpse basisscholen op de velden van SV Nootdorp. De data zijn op dit moment nog niet bekend. Scheidsrechters, begeleiders
en uiteraard toeschouwers zijn daarbij heel erg hard nodig.
Het Hockeytoernooi was afgelopen jaar een pilot georganiseerd door Team4Talent op advies o.a.
van de leerlingenraad van De Waterwilg.
3.3.2.8. Moderne Media
De computer is niet meer weg te denken uit het onderwijs. Alle ruimtes, van klaslokaal tot administratie, van directieruimte tot spreekkamers, beschikken over multimedia computers.
Groep 1 en 2 hebben 2 computers per lokaal en 1 Active board/Touchscreen.
De andere groepen beschikken over 4 computers.
48
Alle onderwijssoftware behorende bij de methodes voor taal, rekenen en spelling staan geïnstalleerd op de centrale server van Lucasonderwijs, het bestuur.
Het Leerlingvolgsysteem van CITO wordt door elke groepsleerkracht voor zijn of haar groep beheerd.
Het team heeft de mogelijkheid om elkaar via het Intranet te informeren over zaken aangaande
De Waterwilg. Het handboek van de school, de draaiboeken etc. zijn hierop te vinden. Dit Intranet
is alleen voor intern gebruik.
ICT-scholing op maat voor het team doen we bij ABZHW op school of bij OA Advies.
Op onze school worden computers voor de volgende doeleinden gebruikt:
− als hulp bij het inoefenen van aangeboden leerstof (m.b.v. de educatieve software);
− in speelse situaties; onder toezicht van de leerkracht;
− als intern en extern communicatiemiddel (e-mail);
− als verzamelplek van belangrijke informatie, waaronder het leerlingvolgsysteem en
het digitale leerlingenarchief;
− als informatiebron;
− gebruik bij de lessen Topondernemers, spreekbeurten e.d.
Veilig internetten
Koningsspelen
Als school zijn wij blij dat wij van alle nieuwe technieken
gebruik kunnen maken en de kinderen kunnen onderwijzen
met het gebruik van computer en smartboard. Met behulp
van internet kunnen wij meer aanvullende, versterkende en
interactieve lesstof aanbieden. Tevens kunnen de kinderen
grote hoeveelheden informatie opzoeken en ordenen en
maken zij kennis met de mogelijkheden van de informatie
technologie. Zodra kinderen leren lezen en schrijven, kunnen
zij in principe zelfstandig het web op. Het liefst gaan zij direct
naar een leuke kindersite om spelletjes te doen, animaties
te bekijken, kinderliedjes te beluisteren of korte verhaaltjes
te lezen. Soms vinden zij het op deze leeftijd al leuk om zelf een homepage te maken, wat op veel
kindersites heel makkelijk is. Het internet is zeer boeiend maar niet zonder gevaren. Als kinderen een
aantal dingen weten en zich aan een aantal afspraken houden, is de kans kleiner datzij vervelende
dingen meemaken. Vergelijk het met verkeersregels: het is handig als je er een aantal kent wanneer
je gaat deelnemen aan het verkeer.
Het team van De Waterwilg vindt het belangrijk dat kinderen leren omgaan met het internet.
Vandaar dat ervoor is gekozen om de kinderen van groep 5 (voorheen was dit groep 6) mee te laten
doen met het Diploma Veilig Internet. Met dit lespakket worden kinderen bewust gemaakt van de
risico’s en het eigen handelen op internet. In acht hoofdstukken worden diverse thema’s behandeld,
zoals het verstrekken van privégegevens, chatten, e-mailen, downloaden en digitaal pesten. Ook
wordt via deze methode aandacht besteed aan de lichaamshouding achter de computer. Er wordt
afgesloten met een online examen.
Mediawijsheid
Moderne communicatiemiddelen zijn niet meer weg te denken in deze tijd, maar het gebruik ervan
vraagt aandacht en zorg. Er zijn teambreed afspraken gemaakt. Zo stelt het management het niet
op prijs wanneer leerkrachten met leerlingen individueel mailen en/of een juffen of meester Facebook pagina hebben.
Het contact naar ouders via de mail, beperkt zich tot een mededeling en of een vraag. Daarnaast
adviseren wij ouders om regelmatig met hun kind te bespreken hoe zij omgaan met social media
zoals Facebook, Whatsapp, Instagram en het gebruik van internet in het algemeen. Als u zich afvraagt
49
wat kinderen en jongeren doen op internet en hoe je daar als ouder mee omgaat, verwijzen wij u
graag naar de website www.kennisnet.nl.
Cyberpesten is helaas een veelvuldig voorkomend fenomeen. Wanneer ouders met ons in contact
treden omdat hun kind via digitale media gepest wordt, sturen wij als school een email aan de
ouders van de leerlingen van de desbetreffende groep. Ook kan het zijn dat de school de wijkagent
betrekt bij de gesprekken.
Bureau Halt ondersteunt de school en geeft gastlessen over Digipesten in groep 7. Indien gewenst
kan de school voor de ouders een thema avond Digipesten organiseren of het CJG (Centrum Jeugd
en Gezin) vervult hier een rol in.
Naast deze lespakketten zijn er ICT leskaarten waarmee de leerlijn op het gebied van ICT gewaarborgd wordt. ICT is niet een vak apart, maar wordt geïntegreerd in het lesprogramma.
Anneke Peters zal een opleiding media coach gaan volgen in het schooljaar 2014-2015.
ICT-leskaarten zijn er voor:
Groep 6
• Kaarten voor het programma Word
• Kaarten voor het gebruik van Internet
Groep 7
• Kaarten voor de verdieping van het programma Word
• Kaarten voor de verdieping van het gebruik van Internet
• Kaarten voor het programma PowerPoint
Groep 8
• Kaarten voor de verdieping van het programma PowerPoint
Om de kennis van de leerlingen te toetsen, maar vooral om deze kennis zinvol in te zetten, maken
de leerlingen vanaf groep 6 hun werkstuk op de computer en de leerlingen van groep 8 gebruiken
bij tenminste één presentatie het programma PowerPoint.
De school hanteert een email en internetprotocol. Dit protocol wordt besproken op de informatieavond, leerlingen ondertekenen het. Er zijn duidelijke afspraken, over hoe zoekopdrachten plaatsvinden via de computer. De school maakt gebruik van een filternet, sites worden per dag via dit systeem
weergegeven en worden gelokaliseerd. Het is de opvoedkundige taak van de school om aan te geven
wat wel en wat niet kan worden bezocht. Het e-mail en internetprotocol wordt aan de leerlingen
uitgedeeld, besproken en moet worden ondertekend. Belangrijk is echter dat de leerlingen leren hoe
met email en internet om te gaan. Op De Waterwilg is de afspraak, dat de kinderen via Kennisnet,
op het Internet gaan zoeken. In groep 7 krijgen de leerlingen meer vrijheid en verantwoordelijkheid
om zelfstandig te werken met het Internet en gebruik te maken van andere zoekmachines.
Smartborden
De groepen 3 t/m 8 beschikken nu over smartborden. Deze borden vormen een verrijking voor de
onderwijssituatie. Leerkrachten illustreren hun lessen en leerlingen ondersteunen hun presentaties
met Powerpoint presentaties.
Touchscreens/ Active boards
Sinds schooljaar 2013-2014 beschikken alle kleutergroepen over touchscreens. De kleuters kunnen
op deze screens zelf werken en daarnaast digitaal klassikaal met elkaar naar b.v. een prentenboek
of een tv programma kijken.
50
Pica
Het instituut Pica is een commercieel instituut, dat de mogelijkheid biedt aan leerlingen om thuis
een type vaardigheidscursus te volgen. Een goede typevaardigheid is gemakkelijk bij het werken
op de computer. In het verleden werd de cursus aangeboden in de bovenbouw, gezien de ontwikkelingen in het gebruik van de computer, wordt de cursus voor leerlingen van De Waterwilg vanaf
leerjaar 5 aangeboden.
3.4.
Catechese (groep 1 t/m 8)
Pasen
Met behulp van de methode Trefwoord besteden wij in de groepen 1 t/m 6 aandacht aan onze
katholieke identiteit. In de kleuter-, onder- en middenbouw
maakt de methode gebruik van dagopeningen die aansluiten
bij de leefregels van de school. Deze groepen van de onderen middenbouw beginnen de dag met een dagopening. In
de bovenbouw wordt de methode Wereldwijd Geloven in
20 thema’s aangeboden. In Trefwoord wordt expliciet aandacht besteed aan de Christelijke feesten. In Wereldwijd
Geloven komen ook de verschillen en/of overeenkomsten
met andere geloven aanbod. Het kan zijn dat De Waterwilg
een activiteit in samenwerking met de Bartholomeus Kerk
aan de Veenweg organiseert. De leerlingen van de groepen
4 en 7 zullen een bezoek aan de kerk brengen. Daarnaast
organiseert de Kerk kinderwoorddiensten, deze worden via
de Nieuwsbrief aan u bekend gemaakt.
In groep 4 worden de kinderen door de parochie uitgenodigd om deel te gaan nemen aan de voorbereidingen voor de 1e Heilige Communie. Het afgelopen
jaar hebben 11 kinderen van onze school deelgenomen aan de 1e Heilige Communie. De kinderen
kregen in de klas de gelegenheid om iets te vertellen over deze bijzondere dag.
In groep 8 worden de kinderen uitgenodigd om deel te gaan nemen aan de voorbereidingen van het
Heilig Vormsel. Deze voorbereidingen vinden niet onder schooltijd plaats. De sacramentencatechese,
waaronder de 1e Heilige Communie en het Heilig Vormsel vallen, zijn de verantwoordelijkheid van
de Kerk en de ouders gezamenlijk.
De school draagt bij aan de geloofsopvoeding vanuit haar visie en beleid. De communiewerkgroep
en de Vormselwerkgroep die zijn opgericht vanuit de parochie regelen de voorbereiding samen
met de ouders van de communicanten en de vormelingen en zorgen voor de berichtgeving naar de
ouder. De school zal daarin helpen door middel van het verstrekken van de berichten.
De datum van de 1e Heilige Communie is nog niet bekend. Het Vormsel is op 17 januari 2015.
De contactpersoon van de school met de kerk is Gonnie de Groot.
Kerkvieringen katholieke parochie H. Bartholomeus te Nootdorp
Elke zondag is er om 11.00 uur een eucharistieviering in de Bartholomeuskerk Veenweg 36 te
Nootdorp. U en uw kinderen zijn van harte welkom.
Voor de kinderen van 0-12 jaar is er iedere zondag een speciaal programma. Drie zondagen is er
‘kinderkerk’ (een eigen samenkomst voor kinderen in twee groepen in hun eigen ruimte). De derde
zondag van de maand is er gezinsviering (de viering in de kerk is dan speciaal gericht op gezinnen
met kinderen).
51
Kijkt u voor actuele informatie ook in het weekblad ‘De Eendracht’. Daarin worden iedere week de
vieringen van het komende weekend aangekondigd.
3.5. Bijzondere activiteiten
Activiteiten op het Kunstzinnig vlak
De Nootdorpse scholen maken gebruik van het Kunstmenu. Het Kunstmenu stelt leerlingen van
het primair onderwijs in de provincie Zuid-Holland in de gelegenheid om kennis te maken met alle
vormen van professionele kunst. Voor de leerlingen van groep 1 t/m 8 staan voorstellingen, concerten, films en tentoonstellingen op het programma. Ieder kind bezoekt per schooljaar één van
bovengenoemde activiteiten. Daarbij is een opbouw te zien van kunst in de groep voor de jongere
kinderen en een bezoek elders voor de oudere kinderen.
Het Kunstgebouw, de organisatie die het Kunstmenu regelt, zorgt elk jaar voor een artistiek verantwoord menu en bijpassend lesmateriaal. Uitgangspunt hierbij is dat de voorstellingen en tentoonstellingen niet op zichzelf staan maar deel uitmaken van het geheel aan kunstzinnige oriëntatie
binnen de school.
De activiteiten zijn gepland door het schooljaar heen en worden in de nieuwsbrief aangekondigd.
Na een activiteit leest u een verslag, eveneens in de nieuwsbrief.
Harmonie
Een keer in de 2 jaar biedt de Harmonie Nootdorp gastlessen op school aan voor de leerlingen van
de groepen 5. De leerlingen maken zo kennis met verschillende instrumenten en met de werkwijze
van de Harmonie.
De gastlessen zijn gepland in de week van 22 september 2014.
Activiteiten die zich in een jaar kunnen voordoen zijn bijvoorbeeld:
• op bezoek gaan bij de kinderboerderij;
• op bezoek gaan bij een bedrijf;
• excursie in het teken van de Cultuur en/of Techniek
Avondvierdaagse
Op initiatief van ouders heeft De Waterwilg afgelopen jaren deelgenomen aan de Avondvierdaagse.
Een ouder verzorgt de coördinatie vanuit de school. De leerlingen die meelopen ‘lenen’ van de
school een Waterwilg t-shirt. Op een van de dagen krijgen de leerlingen een versnapering of een
aandenken, betaald vanuit de ouderbijdrage. De avondvierdaagse vindt dit schooljaar plaats van
8 t/m 11 juni 2015.
NL DOET
52
Het Oranjefonds is het grootste nationale fonds op sociaal gebied en laat Nederland van zijn beste
kant zien.
Per jaar besteedt het fonds € 32 miljoen aan organisaties en initiatieven, die de sociale cohesie in
Nederland en het Caribische gebied versterken. Vrijwilligers zijn het kloppend hart van vele sociale
initiatieven. Ook De Waterwilg heeft heel veel vrijwilligers.
Als school kun je een klus aanmelden. Zo hebben wij geld ontvangen voor de beplanting van de
plantenbakken op de speelplaats bij het Hoofdgebouw.
Afgelopen schooljaar zijn de plantenbakken op de speelplaats van het hoofdgebouw opnieuw gevuld.
Leerlingen van de Defensie leergang Mondriaan hadden zich hiervoor aangemeld.
NL Doet vindt op 20 en 21 maart plaats.
KIKA
De leerlingen van de groepen 5 hebben afgelopen schooljaar 2013-2014 hun steentje bijgedragen
voor KIKA met het inzamelen van lege flessen. Een bijdrage tot sponsoring van deze organisatie.
Totaalbedrag e 300,10. Ook dit schooljaar wil De Waterwilg zich inzetten voor KIKA.
Nederlandschoon
Nederland schoon
Stichting Nederland Schoon zet zich al sinds 1991 in om de hinder van zwerfafval in Nederland
te voorkomen en te bestrijden. De gemeente heeft aan de school gevraagd om hier aan deel te
nemen. Wij vonden dit een goed initiatief, maar beperken ons daarbij tot het opschonen van de
schoolomgeving; de speelplaats en de looproutes direct rond de school. De Landelijke opschoon
dag is 28 maart. Wij hebben onze opschoon dag gepland voor 27 maart 2015.
53
HOOFDSTUK 4
4.1.
DE ZORG VOOR KINDEREN
De Zorgstructuur van de school
De coördinatie van de leerlingenzorg en het leerlingvolgsysteem is in handen van de intern begeleiders en zij geven vorm en inhoud aan de interne zorgstructuur.
Gelukkig gaat het met heel veel kinderen goed; zij gedijen goed in het pedagogische klimaat van
de school en zij leren in voldoende mate bij. Toch sluit bij sommige kinderen het gewone onderwijsleerproces, om uiteenlopende redenen, niet aan bij hun behoeften. In overleg met de ouders
proberen wij de oorzaak hiervan te achterhalen en waar mogelijk het probleem aan te pakken.
Niet altijd kunnen wij zelf een probleem oplossen en zullen wij advies of onderzoek van externe
deskundigen nodig hebben om een goede begeleiding te kunnen bieden.
4.1.1.
De Interne Zorgstructuur
Extra begeleiding en systematische aanpak
De school krijgt per leerling formatie toegewezen. Een deel van die formatie wordt besteed aan
de zorg voor kinderen.
Niet altijd verloopt het leren zonder problemen. Extra zorg is dan nodig. Een school heeft vervolgens
keuzemogelijkheden om vorm en inhoud te geven aan de zorg voor de kinderen. Wij doen dit door
de aard van de problemen goed te onderzoeken en deze te bespreken met de ouders. Vervolgens
stelt de intern begeleider samen met de leerkracht, een handelingsplan op. In dit handelingsplan
wordt aangegeven welke hulp wordt geboden, welk doel er wordt nagestreefd, welke materialen
er nodig zijn, hoe vaak er hulp wordt gegeven en het moment van evaluatie. Dit handelingsplan
wordt doorgaans uitgevoerd binnen de eigen groep en door de eigen leerkracht van het kind.
Door werkvormen te hanteren, die de leerkracht ruimte geven om kinderen extra te begeleiden,
realiseren wij de extra hulp die kinderen nodig hebben.
De hierboven beschreven ondersteuning maakt deel uit van de zgn. basisondersteuning van de
school. Alle scholen binnen het samenwerkingsverband waartoe de Waterwilg behoort, dienen
een overeengekomen niveau van basisondersteuning te (gaan) realiseren. Voor ouders wordt de
komende jaren hiermee helder wat zij kunnen verwachten van scholen.
De basisondersteuning van de school staat beschreven in ons schoolondersteuningsprofiel. Het
schoolondersteuningsprofiel kunt u vinden op de site en in het PO Venster van de school (Op PO
Venster.nl wordt op een eenduidige manier informatie gegeven over alle basisscholen van Nederland)
Wet Passend Onderwijs
Op 1 augustus 2014 is de nieuwe wetgeving met betrekking tot passend onderwijs van kracht
geworden. Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig
hebben. Het kabinet wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone school in de buurt kunnen
gaan. Want zo hebben zij de beste kansen op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving.
Kinderen die het echt nodig hebben kunnen, net als nu, naar het speciaal onderwijs. Dat blijft.
54
Wat er verandert is dat scholen (schoolbesturen) een zorgplicht krijgen. Dat betekent dat scholen
elk kind een passende onderwijsplek moeten bieden, of op de school waar u uw kind aanmeldt,
mogelijk met extra ondersteuning of op een andere school in het regulier of speciaal onderwijs.
Ouders hoeven geen ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen en er zijn na 1 augustus 2014
geen rugzakjes meer. De extra ondersteuning wordt door de scholen binnen het samenwerkings-
verband zelf georganiseerd. Waar dit niet mogelijk is, heeft het samenwerkingsverband afspraken
met andere scholen en/of samenwerkingsverbanden (zie meer uitgebreid paragraaf 4.2.1.4).
Het geld voor deze extra ondersteuning verdwijnt niet.
Extra formatie voor de Zorgstructuur
Formatie is het aantal leerkrachten dat aangesteld kan worden t.o.v. het aantal leerlingen in een
schooljaar.
Iedere school heeft, naast de formatie die gebruikt wordt voor de bezetting van de jaargroepen,
formatie over. Met deze formatie kan de school extra accenten leggen ten behoeve van het onderwijs zoals wij dat willen vormgeven.
Het schoolondersteuningsteam
Olympische spelen met kroontjespen
Op school werken wij met een schoolondersteuningsteam.
Het team vergadert regelmatig en heeft als doel het optimaliseren van de zorg aan onze leerlingen. In het schoolondersteuningsteam hebben zitting vanuit de school: de
directeur, de intern begeleiders en de leerkracht(en) van
de leerling. Op verzoek nemen de maatschappelijk werker
en de orthopedagoge, verbonden aan de school, ook deel
aan de vergaderingen van het ondersteuningsteam. Afhankelijk van de te bespreken casuïstiek maken de preventieve
ondersteuner dan wel de lokale ondersteuningsadviseur van
het samenwerkingsverband ook deel uit van het schoolondersteuningsteam. Wanneer het team vergadert over een
leerling worden de ouders uitgenodigd om daarbij aanwezig te zijn. Om leerlingen optimale ontwikkelingskansen te
bieden, is samenwerking tussen school en ouders van groot
belang. Een positief en regelmatig contact tussen school en ouders bevordert de ontwikkeling en
het leren van kinderen en is extra belangrijk wanneer er zorgen zijn en extra hulp nodig is rond
een leerling. De kennis en ervaring van de ouders en de school vullen elkaar aan en dat komt de
pedagogische aanpak en de zorg voor een kind ten goede.
Tijdens de vergadering van het ondersteuningsteam zal de hulpvraag vanuit de diverse disciplines
besproken worden en zal een advies voor een hulptraject gegeven worden. Op deze wijze hopen
wij zo transparant mogelijk samen met de ouder het kind die zorg te bieden waar zowel de school
als de ouder zich in kunnen vinden.
In zo’n bespreking kunnen gevoelige zaken besproken worden en daarom vragen wij ouders samen
aanwezig te zijn.
Dossiervorming
Het papieren dossier: Van elke leerling hebben wij een papieren dossier. In dit dossier worden
bewaard het aanmeldingsformulier, de persoonsgegevens van de leerling, het intredeformulier
en de KIJK! Lijsten ingevuld door leerkracht en ouders, onderzoeksverslagen, externe en interne
verslagen en informatie, die relevant is voor een goede begeleiding van de leerlingen. De papieren
dossiers bevinden zich in een afgesloten kast op school en deze kunt u alleen van uw eigen zoon
en/of dochter inzien. Scholen zijn verplicht het dossier 5 jaar te bewaren nadat een leerling de
school verlaten heeft.
Digitaal systeem: Op De Waterwilg gebruiken wij al jaren de Zorgmanager. Dit is een systeem om
de leerlingenzorg te digitaliseren. Het is een leerlingendossier waarin alle notities, handelingsplan-
55
nen, gespreksverslagen en documenten per leerling kunnen worden opgeslagen. Ouders kunnen
kennis, nemen van het dossier van hun kind.
In de loop van dit schooljaar zullen wij echter overstappen naar een ander, uitgebreider, systeem
van digitale leerlingen zorg.
Zorg voor de jonge leerling
Om kleuters in hun ontwikkeling te volgen, maken wij sinds vorig jaar gebruik van het KIJK!-observatiemodel. Het is een systeem waarmee de leerkracht, op basis van haar professionele observatie,
per ontwikkelingsaspect kan aangeven in welke ontwikkelingsfase het individuele kind zich bevindt.
In samenhang met de basiskenmerken van het kind, de betrokkenheid en eventuele risicofactoren
ontstaat dan een compleet beeld van de ontwikkeling. Aan de hand hiervan maakt de leerkracht
keuzes op pedagogisch, didactisch en organisatorisch gebied.
Overigens heeft dit tot gevolg dat wij met de kleutergroepen afwijken van de gesprekscyclus in de
groepen 3-7.
Met het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) van Cito kunnen wij de leerontwikkeling van
de kinderen door de verschillende leerjaren heen goed volgen. Vanaf midden groep 2 worden de
kleuters getoetst met behulp van de Cito-toetsen ‘Rekenen voor Kleuters’ en ‘Taal voor Kleuters’
om na te gaan of een bepaald niveau is bereikt.
Om achterstanden in de ontwikkeling van beginnende geletterdheid vroegtijdig te kunnen signaleren,
maken wij gebruik van het protocol leesproblemen en dyslexie voor groep 1 en 2.
De geregistreerde observatiegegevens en toets resultaten vullen elkaar aan en geven samen een
goed beeld van de leerling. Zo wordt in kaart gebracht hoe ver de kleuter in zijn ontwikkeling is en
waar hij bijgestuurd en/of extra gestimuleerd moet worden.
Schoolmaatschappelijk werk
Opvoeden en opgroeien gaat niet vanzelf. Soms lopen ouders en kinderen tegen problemen aan waar
zij de oplossing niet voor weten. De schoolmaatschappelijk werker kan hierbij helpen. De heer Cor
van der Plas, schoolmaatschappelijk werker, verzorgt een inloopspreekuur op De Waterwilg. Iedere
woensdagochtend vanaf 08.30 uur is hij aanwezig op school, in spreekkamer 1 van het hoofdgebouw.
Ook kunt u een afspraak bij u thuis maken. U kunt bij hem terecht met vragen over bijvoorbeeld de
opvoeding, gezinssituatie en leefomgeving. Als tijdens de gesprekken blijkt dat andere hulpverlening
nodig is, kan hij u verwijzen. U hoeft voor het spreekuur vooraf geen afspraak te maken.
Cor heeft voordat hij bij De Waterwilg kwam werken, ruim 8 jaar gewerkt bij de Raad voor de Kinderbescherming als raadsonderzoeker. Daarvoor ruim 8 jaar als leerplichtambtenaar in de gemeente
Zoetermeer en daarvoor ruim 12 jaar als bijstandsmaatschappelijk werker, ook in Zoetermeer. Cor
werkt op verschillende scholen.
Hij is te bereiken op tel. nr.: 06-23297327.
Logopedie
56
Problemen op het gebied van spreken en luisteren, het stemgebruik en de taalontwikkeling belemmeren de mondelinge communicatie. Dit heeft zijn weerslag op het onderwijsleerproces.
Carin Bongaerts, intern begeleidster van de groepen 1-2 was vroeger werkzaam als logopediste.
Leerkrachten kunnen gebruik maken van haar deskundigheid op logopedisch gebied. Wanneer een
leerkracht een communicatieprobleem bij een kind signaleert, kan de leerkracht haar vragen het
kind in de klas te komen observeren. Als het nodig is, wordt het kind binnen of buiten de groep door
haar verder onderzocht. Daarna adviseert zij de leerkracht. Indien nodig heeft zij met de ouders
een gesprek over haar bevindingen. Zij adviseert de ouders wat zij thuis kunnen doen. Indien nodig
wordt het kind voor behandeling doorverwezen naar een logopedist(e). Deze behandeling vindt
plaats buiten de school op verwijzing van een arts.
Fysiotherapie
Leerlingen van de school, die een verwijzing voor fysiotherapie hebben gehad, kunnen fysiotherapie
krijgen op school.
Met de Kinderfysiotherapiepraktijk van Mw. S.M. Hofstede-Buitenhuis uit Voorburg heeft de school
een samenwerking om kinderen tijdens de schooluren fysiotherapie aan te kunnen bieden. Marianne
Weil is verbonden aan deze praktijk en geeft de fysiotherapie op school.
Ouders zijn vrij in de keuze ten aanzien van fysiotherapie en zij kunnen, indien gewenst, een andere
behandelaar voor hun kind zoeken buiten de school.
Centrum Jeugd en Gezin Pijnacker Nootdorp
Oude toiletgebouw Dzombo Primary School
(Bron: JG)
Opvoeden en opgroeien is leuk, uitdagend en spannend,
maar niet altijd even eenvoudig. Het CJG is de plek waar
u terecht kunt met grote en kleine vragen over opvoeden
en opgroeien.
Het CJG heeft voor verschillende doelgroepen een cursusaanbod, voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar zijn er
bijvoorbeeld: De cursus OPVOEDEN EN ZO. Dit is een praktische oudercursus waarin ouders leren hoezij het gedrag
van hun kinderen effectief kunnen beïnvloeden en de sfeer
in huis kunnen veranderen.
De cursus WEERBAARHEID. Al jong merk je verschillen tussen kinderen hoe zij voor zichzelf kunnen opkomen. Dit heeft
te maken met de weerbaarheid van het kind. In de omgang met elkaar zie je dat het ene kind al
snel de ‘leider’ is in een groepje, een ander afwachtend is en een volgende zich een beetje stilletjes
terugtrekt. Deze verschillen zijn heel normaal en natuurlijk. Toch heb je als ouders weleens vragen
en situaties zoals; ‘mijn dochter wordt gepest’, ‘mijn zoon is zo verlegen’ of ‘hoe bescherm ik mijn
kind tegen kinderlokkers’. Bij de WEERBAARHEIDSTRAINING leren kinderen van groep 7 en 8 voor
zichzelf opkomen, nee zeggen, grenzen aan te geven en steviger in hun schoenen te staan.
De KIES SPEL- EN PRAATGROEP voor Kinderen die zich In een Echtscheidingssituatie bevinden.
Kinderen hebben vaak veel verdriet van de scheiding van hun ouders en voelen zich vaak schuldig.
In deze spel- en praatgroep wordt ingegaan op de gevoelens van kinderen rond een scheiding.
Dit is slechts een klein deel van het cursusaanbod. Op de website www.cjgpijnackernootdorp.nl kunt
u het totale aanbod vinden. Daar vindt u ook algemene opvoedingsinformatie vanaf de geboorte
van een kind tot aan jong volwassenheid. Heeft u een vraag waarop u geen antwoord vindt op deze
website, aarzel dan niet contact op te nemen met één van de medewerkers van het CJG.
CJG locatie Nootdorp, Dorpsstraat 77, telefoon: 088-0549900.
Informatie naar externe instanties
De school heeft de taak de privacy van de leerlingen zorgvuldig te bewaken. Wij kunnen alleen
informatie geven en versturen wanneer ouders daar toestemming voor geven. Het onderwijskundig
rapport bij de overgang naar een andere school of naar het Voortgezet Onderwijs is het enige document dat onder verantwoordelijkheid van de school valt als document voor informatieoverdracht.
57
Het onderwijskundig rapport
Wanneer een leerling tussentijds de school verlaat wordt er een Onderwijskundig Rapport gemaakt.
In het Onderwijskundig Rapport geven wij een overzicht van de ontwikkelingen en prestaties van een
kind in de jaren dat het bij ons op school heeft gezeten. Het rapport wordt gemaakt door de leerkracht.
Het rapport wordt doorgezonden naar de nieuwe school. U ontvangt zelf een kopie van dit rapport.
Indien u niet akkoord gaat met de inhoud, raden wij u aan te tekenen voor gezien en schriftelijk uw
bevindingen weer te geven. Wij geven dit dan door aan de nieuwe school van uw kind.
4.2.
De Externe Zorgstructuur
Niet altijd is de school in staat om zelf voldoende onderzoeksmiddelen in te zetten en een goede
diagnose ten aanzien van de problemen te formuleren. In overleg met de ouders komen wij tot de
conclusie dat wij advies nodig hebben van externe deskundigen. Dan gaan wij een beroep doen
op de eigen externe zorgstructuur van de school, zoals bijvoorbeeld maar het kan ook zijn dat wij
ouders verwijzen naar de externe zorgstructuur buiten de school zoals bijvoorbeeld het Centrum
voor Autisme of een GGZ-instelling.
4.2.1 De aan de school gelieerde externe zorgstructuur
4.2.1.1. Onderwijs Advies West Zuid–Holland, (OA)
De scholen in Pijnacker-Nootdorp maken gebruik van de diensten van Onderwijs Advies (OA) West
Zuid-Holland. Deze worden door de school ingekocht. De dienstverlening kent 2 aspecten: de scholen
kunnen worden geholpen met systeemgerichte begeleiding en met leerlinggerichte begeleiding. De
systeemgerichte begeleiding omvat adviezen en hulp bij het kiezen van onderwijsinhoudelijke zaken.
De school werkt met een vaste begeleider vanuit de OA. Dit is drs. Anja van Iperenburg. De leerling gerichte hulp omvat het diagnosticeren en het geven van handelingsadviezen ten aanzien van
leer- en/of gedragsproblemen bij kinderen. Deze hulp kan er toe leiden dat de school een meer op
maat gemaakte begeleiding aan een leerling kan geven. De school kan/vraagt een onderzoek met
toestemming van de ouders bij de OA aan.
4.2.1.2. Onderzoeken op initiatief van de ouders
Wij merken echter, dat ouders ook zelf initiatieven nemen om hun kind te onderzoeken. Uit zo’n
onderzoek kan een advies komen waarvan u graag wilt dat de school hieraan mee werkt. De school
kan/zal alleen ingaan op deze individuele onderzoeken en adviezen als het schriftelijk onderzoeksverslag wordt aangeboden aan de school en als dit past binnen de onderwijsstructuur of binnen de
visie van ons onderwijs. In de onderzoeken, die in samenwerking tussen school en ouders worden
ondernomen wordt altijd rekening gehouden met de mogelijkheden binnen de dagelijkse organisatie van De Waterwilg.
4.2.1.3. Onderzoek door Orthopedagoge verbonden aan De Waterwilg
Sinds schooljaar 2013-2014 is er een orthopedagoge aan de school verbonden, Babette Havenaar.
De taak van de orthopedagoog is een behandeling te bieden aan leerlingen met een ontwikkelingsproblematiek. Een orthopedagoog heeft een bachelor in pedagogiek afgerond en een master
in orthopedagogiek. Orthopedagogiek is dus een specialisatie in het wetenschappelijk onderwijs.
De orthopedagoog is bevoegd om onderzoeken te doen en betreffende problematiek of ontwikkelingsafwijking vast te stellen.
58
De orthopedagoog maakt voor mensen met leer- en gedragsproblemen een behandel- en begeleidingsplan dat hun situatie kan verbeteren. Zodoende probeert de orthopedagoog ervoor te zorgen
dat zij de hulp krijgen die het beste bij hun karakter en problemen aansluit.
Om dat te bereiken verricht de orthopedagoog, psychologisch onderzoek bij de leerlingen om te
achterhalen met welke problemen zij kampen en wat daarvan de oorzaak is. Bij de daaropvolgende
behandeling kan de orthopedagoog ook de begeleiders betrekken. De orthopedagoog geeft hen
adviezen met betrekking tot de begeleiding en met betrekking tot therapeutische handelingen die
zij zelf kunnen verrichten. Zij kan onderzoeken verrichten uiteraard met toestemming van de ouders.
Daarnaast richt zij zich op de zorgarrangementen. Zorgarrangementen zijn afspraken aangaande
het bieden van zorg tussen school en ouders over een leerling.
4.2.1.4. Samenwerkingsverband 2802
In passend onderwijs komen een aantal onderwijswerkniveaus:
- Basisondersteuning. De scholen hebben met elkaar afspraken gemaakt over wat iedere basisschool
moet kunnen bieden. In het schoolondersteuningsprofiel van de school zijn deze afspraken terug
te vinden.
- Soms zal een kind meer nodig hebben dan de basisondersteuning die de school biedt. Het samenwerkingsverband zal bij die kinderen worden betrokken om na te gaan wat deze kinderen nodig
hebben. We spreken hier dan van een ‘arrangement’.
- Bij een aantal kinderen zal blijken dat basisondersteuning niet toereikend is. Vanuit het arrangement is vastgesteld dat dit niet op de basisschool aangeboden kan worden en dat een ‘speciale
lesplaats’ dan van toepassing is. In die situaties gaan wij samen met ouders en scholen in gesprek
om te komen tot de juiste onderwijsplek.
Om voor een arrangement of een speciale lesplaats in aanmerking te komen zijn er routes beschreven,
die gevolgd kunnen worden vanuit het samenwerkingsverband. Een route is de weg, die beschrijft wat
een school moet doen om een leerling in een arrangement of speciale lesplaats geplaatst te krijgen.
Voetbaltoernooi
Met ingang van 1 augustus 2014 gaat De Waterwilg deel
uitmaken van een nieuw Samenwerkingsverband (SWV).
Dit is het SWV-2802. De naam van dit Samenwerkingsverband is ‘Samenwerkingsverband passend primair onderwijs
Delftlanden’. In dit samenwerkingsverband werken de 80
scholen uit het primair onderwijs uit de gemeenten Delft,
Midden Delfland (Den Hoorn, Schipluiden), Lansingerland,
en Pijnacker-Nootdorp samen. In totaal bestaat het nieuwe
samenwerkingsverband uit meer dan 20.000 leerlingen.
Naast de reguliere basisscholen bestaat het samenwerkingsverband uit drie scholen voor speciaal basisonderwijs
en vier scholen voor speciaal onderwijs. De missie van het
samenwerkingsverband is om voor ieder kind een passende
onderwijsplek aan te kunnen bieden. In de praktijk zal dit
voor de meeste kinderen het reguliere onderwijs zijn maar
waar nodig kan dit ook een speciale lesplaats zijn.
De wijze waarop wij gezamenlijk aan de slag gaan is in de volgende uitgangspunten beschreven:
- Het denken in mogelijkheden voor een kind. Niet alleen de vraag wat is er aan de hand met een kind
(beperkingen), maar meer wat heeft het kind nodig om te komen tot een optimale ontwikkeling.
- Goede, constructieve samenwerking met ouders, scholen en samenwerkingsverband. Om voor
een kind tot de juiste invulling te kunnen komen, hebben wij elkaar nodig.
- Handelingsgericht werken.
59
Centrale plaats wordt het schoolondersteuningsteam.In het ondersteuningsteam van onze school
zitten de directeur, intern begeleiders en de betrokken leerkracht(en).
De verschillende niveaus van zorg zoals die op De Waterwilg en binnen het Samenwerkingsverband 2802 worden aangeboden.
Niveau 0: Er is de reguliere basisondersteuning in de groep.
Niveau 1: Er is preventieve ondersteuning in de groep eventueel met ondersteuning van de helpdesk
van het samenwerkingsverband.
Niveau 2: De ondersteuningsadviseur van het samenwerkingsverband is betrokken bij de begeleiding van het kind. Er wordt gestart met een zogenaamd ‘groeidocument’ waarin de zorg concreet
geformuleerd staat in 4 vragen: Wat heeft kind nodig? Wat heeft leerkracht nodig? Wat heeft
school nodig? Wat hebben ouders nodig? Er is sprake van een zorgarrangement, de afspraken zijn
gedocumenteerd. Op basis van dit groeidocument wordt de zorg op maat gemaakt.
Niveau 3: De leerling wordt aangemeld bij de toelaatbaarheidcommissie van het samenwerkingsverband om te beoordelen of de leerling in aanmerking komt voor een plaatsing in speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs.
Niveau 4: De leerling wordt aangemeld en wordt geplaatst op een speciale lesplaats binnen het
samenwerkingsverband. Het kan hierbij gaan om een school voor speciaal basisonderwijs of om
een school voor speciaal onderwijs.
4.2.1.5. Schoolondersteuningsprofiel
Vanaf 1 augustus 2014 maakt onze school deel uit van het samenwerkingsverband passend primair
onderwijs Delflanden (www.swv2802.nl).
Doel van deze samenwerking is om kinderen in de leeftijd van 4 – 12 jaar een passende onderwijsplek aan te bieden. In een Samenwerkingsverband maken scholen met elkaar afspraken over de
basisondersteuning, een bepaald onderwijsniveau die elke basisschool minimaal aanbiedt. Indien
kinderen meer dan deze basisondersteuning nodig hebben, dan zijn er aanvullende arrangementen of er zijn speciale lesplaatsen voor deze kinderen. De wetgeving met betrekking tot Passend
Onderwijs geeft aan dat iedere school over een eigen ondersteuningsprofiel moet beschikken,
zodat ouders een goed zicht krijgen op het profiel van de school en of er een dekkend netwerk aan
voorzieningen aanwezig is binnen het samenwerkingsverband.
Alle scholen hebben binnen het samenwerkingsverband een schoolondersteuningsprofiel gemaakt
op basis van eenzelfde instrument. Het is de eerste keer dat scholen hiermee werken en het is ook
de eerste keer dat scholen op die manier met elkaar vergeleken kunnen worden. De komende jaren
zullen deze schoolondersteuningsprofielen verder ontwikkeld gaan worden, zodat zij een duidelijker
functie kunnen gaan krijgen met betrekking tot het informeren van ouders en andere betrokkenen.
Op dit moment ziet het Samenwerkingsverband de schoolondersteuningsprofielen als een groeidocument. Door ervaring hiermee op te doen, wordt het model verder uitgewerkt. De Waterwilg heeft
haar Ondersteuningsprofiel geplaatst op de website en in PO Vensters gepubliceerd op het internet.
4.2.1.6. De lokale ondersteuningsadviseur (LOA)
60
Het samenwerkingsverband faciliteert de scholen met een lokale ondersteuningsadviseur, de zgn.
LOA. Zij ondersteunt de school in het realiseren van de basisondersteuning, stimuleert verbinding
tussen scholen (onderling) en het samenwerkingsverband en faciliteert de school bij het schakelen
naar intensievere vormen van ondersteuning. De lokale ondersteuningsadviseur neemt periodiek
en op afroep deel aan het schoolondersteuningsteam,zij treedt op als trajectbegeleider richting
ouders en leerkrachten.
4.2.1.7. Extra Ondersteuning en speciale lesplaatsen
Op het moment dat de basisondersteuning niet voldoende ondersteuning biedt voor een leerling,
bespreekt de school dit met de ouders en de lokale ondersteuningsadviseur van het samenwerkingsverband in het schoolondersteuningsteam. In overleg met de lokale ondersteuningsadviseur wordt
vastgesteld of er meer nodig is dan basisondersteuning. Als ouders, school en lokale ondersteuningsadviseur gezamenlijk constateren dat er meer nodig is dan basisondersteuning, wordt er een
start gemaakt met het opstellen van een arrangement. Bij deze extra ondersteuning, vergelijkbaar
met de ‘rugzak’, kan het zowel om een onderwijsarrangement gaan, als om een zorgarrangement
(vanuit gemeentelijke instellingen). Indien nodig betrekt de lokale ondersteuningsadviseur experts
bij dit proces. Eventueel kan hierbij aanvullend handelingsgericht diagnostisch onderzoek worden
opgestart.
Waku Waku lampen voor Dzombo Primary School
De onderwijsarrangementen worden toegekend door de
lokale ondersteuningsadviseur, op voorstel van de school/
ouders geformuleerd in een formeel verzoek van de directeur van de school. Allerlei typen arrangementen kunnen
voorkomen, bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van expertise (bijvoorbeeld ambulante begeleiding), het beschikbaar
stellen van extra handen, het beschikbaar stellen van materialen en hulpmiddelen of een arrangement beschikbaar in
geld, zodat het schoolbestuur zelf de inzet kan organiseren.
Bij een route naar een speciale lesplaats wordt ook een vertegenwoordiger van de school voor speciaal basisonderwijs
of speciaal onderwijs uitgenodigd bij de bespreking in het
schoolondersteuningsteam. Het arrangement wordt geformuleerd in een ontwikkelingsperspectief van de leerling, dit
is een wettelijke verplichting.
Het ontwikkelingsperspectief heeft altijd een beperkte geldigheid en wordt daarom regelmatig
geactualiseerd Na het opstellen van het ontwikkelingsperspectief dienen alle betrokkenen een
akkoord te geven (Ouders, school en samenwerkingsverband).
Bij een speciale lesplaats gaat het ontwikkelingsperspectief naar de toelaatbaarheidscommissie
van het samenwerkingsverband. Een toelaatbaarheidsverklaring zal, uitgezonderd bepaalde doelgroepen, altijd tijdelijk zijn. Met ouders en scholen wordt hierover altijd gesproken. Zij brengen
hierover een advies uit.
Voor leerlingen die bij de schoolstart 2014-2015 beschikken over een ‘rugzak’ (LGF) wordt de geldstroom als gevolg van de stelselwijzing passend onderwijs omgebogen. Het schooldeel gaat vanaf
1 augustus 2014 naar het samenwerkingsverband, het deel voor ambulante begeleiding m.i.v. 1
augustus 2016. Om scholen (in werkwijze en formatie) goed te kunnen laten anticiperen op de
verandering is een overgangsmaatregel van toepassing. Deze houdt in dat scholen in het schooljaar
2014-2015 nog over het schooldeel van de rugzakgelden kunnen beschikken, indien de leerling met
een ‘rugzak’ zowel op 1 oktober 2013 als op 1 augustus 2014 op de school aanwezig is. In die situaties
zal het samenwerkingsverband het schooldeel van de rugzak aan de school beschikbaar stellen.
Afgelopen schooljaar heeft de Waterwilg deelgenomen aan een pilot om na te gaan welke arrangementen nodig zijn om kinderen, die behoefte hebben aan extra ondersteuning en beschikken aan
een “rugzak” te kunnen helpen. Vanaf het schooljaar 2015 – 2016 gaat dit nieuwe arrangementenbeleid van start. Eind 2014 of begin 2015 worden de individuele ouders die het betreft hierover
nader geïnformeerd.
61
4.2.1.8. Ontwikkelingsperspectief
Met de komst van Passend Onderwijs heeft de onderwijsinspectie bepaald dat basisscholen per 1
augustus 2014 voor leerlingen die extra ondersteuning naast de basisondersteuning nodig hebben,
ook een ontwikkelingsperspectief moeten formuleren. Extra ondersteuning is daarbij gedefinieerd
als alle ondersteuning die via het samenwerkingsverband loopt en waarvoor het samenwerkingsverband middelen toewijst.
Kinderen die bijvoorbeeld begeleiding krijgen bij dyslexie of kortdurende remedial teaching volgen,
vallen binnen de basisondersteuning en hiervoor hoeft geen ontwikkelingsperspectief opgesteld
te worden.
Het primaire doel van het Ontwikkelingsperspectief (OPP) is de ontwikkelingskansen van leerlingen te optimaliseren op basis van hun mogelijkheden en talenten: het belang van de leerling staat
voorop. Werken met een ontwikkelingsperspectief draagt bij aan het maken van een omslag van
‘volgen’ naar ’plannen’. In plaats van de (leer)ontwikkeling te volgen en af te wachten waar de leerling uiteindelijk uitkomt, plant de school met het OPP doelgericht het onderwijs.
In het OPP beschrijft de school de doelen die een leerling kan halen met de belemmerende en
bevorderende factoren die hierop van invloed zijn. Het biedt de leraar handvatten om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de individuele leerling. Hierdoor krijgen zowel
school, ouders als leerling scherper in beeld waar de leerling naar toewerkt om succesvol te zijn in
o.a. de uitstroombestemming.
Hierbij komen de basisvaardigheden taal/lezen en rekenen en/of de sociaal-emotionele ontwikkeling, het gedrag en de werkhouding of taakaanpak van de leerling aan bod. De school evalueert
het ontwikkelingsperspectief 2x per jaar met de ouders en stelt het zo nodig bij.
4.2.1.9. Zorgondersteuning / Remedial Teaching (RT)
Schooljaar 2013 – 2014 is er gestart met een pilot om specifieke aandacht aan leerlingen te besteden, die extra uitleg nodig hebben op een bepaald onderdeel. Deze pilot is van grote meerwaarde
gebleken. Deze specifieke zorgondersteuning vindt ook dit schooljaar plaats en zal verzorgd worden door Paulien van Kempen. Zij heeft een eigen RT praktijk in Leidschenveen. Eén dag per week
begeleidt zij de leerlingen onder schooltijd op de Waterwilg. Babette Havenaar, orthopedagoge,
is voor één dag per week verbonden aan de Waterwilg. Zij neemt leerling onderzoeken af, maakt
op afroep deel uit van het schoolondersteuningsteam en richt zich op onderwijsarrangementen in
het kader van Passend Onderwijs.
4.2.2. De niet aan de school gelieerde zorgstructuur
Hieronder verstaan wij gespecialiseerde onderzoek- en/of behandelinstituten. Voorbeelden hiervan
zijn: GGZ, Pietje Bell (ADHD-centrum), Centrum voor Autisme, Regionaal Instituut voor Dyslexie
(RID), ONL (het dyslexie behandelinstituut van Onderwijsadvies).
Ten behoeve van een onderzoekstraject wordt aan ouders en school vaak gevraagd om (gedrag)
vragenlijsten in te vullen. De leerkrachten vullen deze vragenlijsten in, omdat zij de leerling dagelijks
in de klas meemaken. Zij vullen deze lijsten in afgezet met als norm van een gemiddelde leerling van
de jaargroep waarvan het kind zit. Bij onzekerheden koppelen zij dit terug met de intern begeleider.
De leerkracht probeert altijd een zo realistisch mogelijk beeld te schetsen van het functioneren
van een leerling in een klas, in het belang van een goed onderzoekstraject. Toch is gebleken dat
het voor ouders soms confronterend is bij het kennisnemen van deze antwoorden. De leerkracht
zal de wijze van de beantwoording altijd uitleggen maar kan niet altijd de een teleurstelling van
ouders wegnemen.
62
4.3. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem
Om de leerontwikkeling van alle kinderen door de verschillende leerjaren heen goed te kunnen
volgen maakt de school onder andere gebruik van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) van
Cito. Het LOVS biedt de school een totaal toetsenpakket voor de leerstofonderdelen: rekenen en
wiskunde, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling. De toetsen worden afgenomen bij een zeer
grote groep van leerlingen in het land. Daardoor is het mogelijk om de prestaties van individuele
kinderen te vergelijken met andere kinderen in Nederland.
In de hieronder weergegeven toetsplanner kunt u aflezen welke toetsen op welk moment afgenomen worden in de verschillende leerjaren.
Toetsen
sept.
nov.
jan.-feb.
april
juni
Rekenen voor kleuters
M2
E1-E2
Taal voor kleuters
M2
E2
M3-M4
E3-E4
DMT **
M3-M8
E3-E7
Begrijpend lezen
AVI
B4*
B8
M4-M7
E3-E4
Rekenen en wiskunde
B8
M3-M7
E3-E6
Spelling
B8
M3-M7
E3-E6
Entreetoets-7
E7
Centrale Eindtoets***
E8
Toetskalender:
* Leerlingen met beneden gemiddelde prestaties bij de afname van eind groep 3 voor technische
leesvaardigheid worden hier getoetst met de AVI.
** De DMT is een toets om de technische leesvaardigheid voor het lezen van losse woorden te
toetsen. Drie kaarten, met een verschillend moeilijkheidsniveau, worden telkens 1 minuut
gelezen, waarbij het aantal goed gelezen woorden de score bepalen.
*** D
e afnamedata voor de Centrale Eindtoets staan gepland voor 21, 22 en 23 april 2015.
De toetsen:
Op De Waterwilg gebruiken wij de niveauduiding van Cito zoals hieronder aangegeven. In de hieronder weergegeven tabel kunt u deze aflezen.
Interpretatie van de prestaties op Cito-LOVS
Niveau
I+
%
Waardering
10%
Hoogst scorende
I
10%
Ver boven het gemiddelde
II
20%
Boven het gemiddelde
III
20%
Gemiddelde prestaties
IV
20%
Beneden het gemiddelde
V
10%
Ver beneden het gemiddelde
V-
10%
Zwakst scorende
63
Op school werken wij met de nieuwste versie van het Computerprogramma van Cito. In het schooljaar 2013-2014 heeft de school de nieuwe normeringen, die Cito heeft opgesteld, in het LOVS doorgevoerd. Tijdens de tafeltjesavond van februari 2014 heeft u hierover een schrijven ontvangen en
bent u door de leerkracht hiervan op de hoogte gebracht. De aangepaste normeringen zijn in de
grafische leerling rapporten doorgevoerd. Op de LOVS- uitdraai staat de niveauduiding van Cito.
Het programma heeft een grenslijn in zowel het I als V gebied opgenomen. Er was behoefte om
de 10% hoogst scorende leerlingen en de 10% zwakst scorende leerlingen in beeld te brengen.
Hiervoor heeft de 10% hoogst scorende leerlingen een score boven de grenslijn van het I-niveau
en dit wordt aangegeven met I+. Tevens is er dan een grenslijn opgenomen in het V-gebied, V-, die
de 10% zwakste leerlingen onderscheidt.
Voor de leerling die op niveau-III presteert geldt dat de leerling presteert overeenkomstig een
gemiddelde leerling op jaargroepniveau. Voor leerlingen welke beneden het gemiddelde presteren betekent dit dat er bij hen sprake is van een leerachterstand en bij leerlingen welke boven het
gemiddelde presteren spreken wij van een leervoorsprong.
Deze verdeling is een landelijk genormeerde verdeling en ouders kunnen de prestaties van hun
kind hieraan relateren.
Het informeren van ouders over de prestaties op de Citotoetsen van hun kind:
Tijdens de tafeltjesavond zullen de leerkrachten u, aan de hand van de grafieken van het LOVS, de
ontwikkeling van uw kind(eren) laten zien door de jaren heen.
De ouders ontvangen bij het rapport de uitdraai van de Citoresultaten in de vorm van een leerlingenrapport per getoetst leerstofonderdeel.
De leerlingen van de groepen 7 en 8 krijgen de Citoresultaten mee in het schoolrapport. Voor alle
andere groepen geldt, dat ouders deze gegevens ontvangen via de leerkracht.
Wij adviseren ouders van de leerlingen t/m groep 6 om de Citoresultaten niet te bespreken met hun
kind. Jonge kinderen kunnen hier niet veel mee; zij werken in de klas, worden getoetst met de methode
gebonden toetsen en kunnen dit overzien. Dat geldt niet voor de Citotoetsen en de resultaten.
4.3.1. Interpretatie van de Citotoetsen
Interpretatie van het leerlingrapport:
Allereerst kunnen wij uit het leerlingenrapport de vorderingen van het kind aflezen, maar tevens
kunnen wij de prestaties van de leerling vergelijken met andere, vergelijkbare leerlingen. Mede op
basis van het leerlingenrapport bepalen wij of wij de vorderingen van een leerling nader moeten
analyseren of extra actie moeten ondernemen. Alle leerlingen volgen een lijn. De neergaande lijnen,
geven doorgaans het startsein voor nader onderzoek.
Interpretatie op groepsniveau:
64
Tijdens de groepsevaluaties door leerkracht en intern begeleider, aan het begin, het midden en
het eind van een schooljaar worden de resultaten van de groep geanalyseerd om te onderzoeken
of de onderwijssituatie op groepsniveau bijstelling behoeft.
De analyses verwerken wij in het groepsplan. Dit is een werkdocument voor de leerkrachten. Dit
document is niet ter inzage voor ouders, omdat het informatie bevat van alle leerlingen.
Het groepsplan helpt ons om de begeleiding en hulpvragen van individuele en groepjes leerlingen
overzichtelijk en beheersbaar in het klassenrooster in te kunnen plannen. Tevens is het een zeer
effectief middel bij het overdragen van de ene jaargroep naar de andere en bij situaties waar de
klas gerund wordt door een invallende leerkracht.
Interpretatie op schoolniveau:
Met behulp van het LOVS is het mogelijk om op schoolniveau na te gaan of wij beantwoorden aan
de doelstellingen die wij nastreven. Deze evaluatie kan de aanzet vormen tot kwaliteitsverbetering.
Kwaliteitsverbetering kan gerealiseerd worden door wijzigingen en/of aanpassingen in het didactisch
handelen van leerkrachten maar kan ook leiden tot het vervangen van een methode.
De afname van de Entreetoets in groep 7
De Entreetoets bevat de basisvaardigheden voor Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden.
De toets bestaat uit 16 taken die, verspreid over een aantal weken, afgenomen gaan worden. De
resultaten van de toets worden verwerkt door het Cito en elke leerling krijgt een leerling profiel, zo
kunnen ouders en de school in een oogopslag zien hoe de leerling er, wat betreft de basisvoorwaarden, voor staat. Een analyse van het profiel geeft antwoord
op de vragen zoals: is het niveau zoals verwacht?
Hoera! De Cito is klaar!
De afname van de Entreetoets groep 7 maakt onderdeel uit
van het traject voor advisering ten aanzien van het Voortgezet Onderwijs. In de maand juni in groep 7 maken alle leerlingen de Entreetoets-7. De gegevens worden opgestuurd naar
Cito waar deze verwerkt worden. De uitslag ontvangen wij
daardoor pas na de zomervakantie. Bij de startgesprekken in
groep 8 worden de ouders geïnformeerd over de resultaten
en ontvangen de ouders een document met daarop het
voorlopige advies voor het Voortgezet Onderwijs.
4.4. Het volgen van de vorderingen van de technische
leesvaardigheid
Goed leren lezen is misschien wel de belangrijkste taak van het basisonderwijs. Om de leesvaardigheid van de leerlingen goed te kunnen volgen gebruiken wij verschillende toetsen. De leesvaardigheid
van de leerlingen van de groepen 3 en 4 wordt gescreend op groepsniveau met behulp van de AVI
en DMT toets. De uitslagen van deze toetsen zijn bepalend voor een eventueel vervolgtraject. Bij
een beneden gemiddeld niveau (prestaties op niveau IV, V en V-) zal er door de intern begeleider
een aanvullend leesonderzoek worden gedaan.
De leesvaardigheid van de leerlingen van de groepen 5 t/m 7 wordt gescreend op groepsniveau
met behulp van de AVI toets. Bij de leerlingen die in het voorafgaande jaar een benedengemiddelde
score behaalden ten aanzien van de technische leesvaardigheid wordt tevens de DMT-toets afgenomen. De uitslag van deze toets is bepalend voor een eventueel vervolgtraject. Bij prestaties op
niveau IV, V en V- zal er door de intern begeleider een aanvullend leesonderzoek worden gedaan.
De afnames in de verschillende jaargroepen vindt u terug in de toetskalender in hoofdstuk 4.3.
Dyslectische leerlingen die begeleid worden door een extern instituut zullen niet door de school
getoetst worden met AVI omdat er een leereffect zit in het meermaals afnemen van deze toetsen.
De school heeft hierover een afspraak gemaakt met de behandelaars. De school neemt de AVIresultaten over van de behandelaar en legt deze vast in het LOVS van Cito.
AVI-niveau op het schoolrapport
De Leestoetsen worden twee keer per jaar afgenomen. De afnamemomenten vindt u in de toets-
65
kalender. Evenals alle andere CITO toetsen, wordt ook de AVI 2 keer per jaar afgenomen. Alleen op
het tweede en derde rapport vindt u de CITO resultaten. Voor de leerlingen van de jaargroepen 4
maken wij hierop een uitzondering. Deze leerlingen zitten in een leerproces waarbij de prestaties
op lezen snel voor- of achteruit kunnen gaan. Daarom worden alle leerlingen van de groepen 4,
welke een leerachterstand hadden voor de zomer, aan het begin van het schooljaar getoetst met
AVI, de toets voor het lezen van teksten.
Wat is dyslexie?
Dyslexie is een stoornis, die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren
en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.
Bijvoorbeeld: de kinderen in groep 3 leren gedurende de eerste 3 maanden alle letters en lettercombinaties. Kinderen met dyslexie gaan op dit moment eigenlijk al opvallen, omdat zij heel erg
veel moeite hebben met het herkennen en benoemen van de verschillende letters. Wij gaan dan,
samen met de ouders, intensief oefenen. Voor veel kinderen met dyslexie blijft de letterkennis, ook
na intensief oefenen, meestal een probleem. Kinderen met dyslexie blijken vaak wel in staat om de
eerste woorden zoals maan, roos, vis, etc. te herkennen en te lezen Op het moment dat zij met de
letters nieuwe woorden moeten gaan maken lukt dit niet of met zeer veel moeite.
Op de site van de school vindt u het Protocol Dyslexie. In dit protocol staat beschreven hoe de
school handelt bij een vermoeden van dyslexie.
Wat doen wij als school?
Een belangrijke taak van de school is het signaleren van leesproblemen.
Per 1 januari 2009 is er een belangrijke wijziging gekomen in de behandeling van kinderen met
dyslexie. Kinderen, geboren voor 1 januari 2000, kunnen in aanmerking komen voor behandeling
en vergoeding van de onderzoek- en/of behandelkosten door de Zorgverzekeraars.
Startpunt voor verwijzing ligt bij de school. Nadat er een uitval op de methode gebonden toetsen
geconstateerd is, zal de school een leesonderzoek doen en meestal een handelingsplan opstellen.
Dit plan wordt gedurende een half jaar uitgevoerd. Er worden drie metingen gedurende dit traject
verricht. Na elke meting wordt het handelingsplan bijgesteld. Als na een half jaar blijkt dat de leesproblematiek hardnekkig is en het kind tot de 10% zwakst presterende leerlingen behoord zal de
school met de ouders in gesprek gaan over onderzoek en behandeling voor dyslexie.
Ten aanzien van de signalering werken wij aan de hand van het Protocol Dyslexie. Kinderen die
uitvallen bij de signaleringen krijgen extra begeleiding van hun leerkrachten en/ of hun ouders.
Voor een uitval bij de technische leesvaardigheid betekent dit dat de leerling 2 keer per week
20 minuten gaat deelnemen aan de leesgroep Speciale Leesbegeleiding. In deze groep lezen de
leerlingen individueel met een tutor leerling uit groep 8. De tutoren zijn geïnstrueerd door de
intern begeleider en zij lezen onder verantwoordelijkheid van de intern begeleider, die bij deze
leessituaties aanwezig is.
Bij spellingproblematiek volgt de leerling doorgaans een aangepast spellingprogramma, waarbij de
extra begeleiding door de leerkracht gegeven wordt en er vooral extra geoefend wordt m.b.v. het
computerprogramma dat behoord bij Spelling in Beeld.
Na verwijzing voor onderzoek en behandeling is daarmee het probleem voor kind en ouder zeker
niet verholpen. Er volgt dan een intensief onderzoek- en behandeltraject.
De speciale leesbegeleiding op school wordt stop gezet.
Auditieve ondersteuning voor leerlingen met dyslexie
66
Indien u van een externe deskundige het advies krijgt om een Daisyspeler aan te vragen voor uw
kind bij de ziektekostenverzekeraar, is het raadzaam om vooraf informatie hierover in te winnen
bij een van de intern begeleiders van de school. Steeds meer leerlingen met dyslexie hebben een
eigen laptop en hierop kan een programma geïnstalleerd worden dat het mogelijk maakt om op
deze wijze auditieve ondersteuning te realiseren.
Makkelijk Lezen Plein (MLP)
De bibliotheek in Pijnacker beschikt over een ‘Makkelijk Lezen Plein’. Het Makkelijk Lezen Plein
(MLP) is een plek waar kinderen van 8 t/m 13 jaar met dyslexie en andere leesproblemen op een
toegankelijke manier boeken en materialen kunnen vinden. Materialen die speciaal voor hen geselecteerd zijn. Het belangrijkste doel van het MLP is het bevorderen van leesplezier bij kinderen voor
wie lezen niet vanzelfsprekend gaat.
Leeszwakke kinderen:
4.5. NL Doet
Voor deze groep kinderen geldt: lezen, lezen en nog eens
lezen. We noemen dit ook wel het maken van ‘leeskilometers’.
Een goede leesvaardigheid is ontzettend belangrijk; wij
bieden mooie, leuke en spannende boeken aan. Regelmatig vernieuwen wij ons boekenbestand en vullen dit aan.
Daarnaast vinden wij voorlezen erg belangrijk en hebben
wij lezen dagelijks vast in het lesrooster opgenomen.
Ouders kunnen hun kinderen helpen door voor te lezen.
Ook kinderen uit groep 4 worden nog graag voorgelezen.
Een zeer belangrijk advies: zorgt u er vooral voor dat het kind
niet te moeilijke boeken leest! Een kind dat moeite heeft
met lezen en zich door een tekst heen moet worstelen, zal
alleen maar bevestigd worden in de eigen beleving, namelijk
dat lezen niet leuk en verschrikkelijk moeilijk is. Door samen
met uw kind te lezen, uw kind boeken te laten lezen die goed op niveau zijn en vooral trots te zijn
op het leesresultaat van het kind, stimuleert u het leren lezen van uw kind.
Het onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen
Op de school:
De school streeft naar onderwijs op maat, ook voor de leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong.
Door het compacten van leerstof en het aanbieden van verrijkingsmaterialen, realiseren wij een
uitdagende leeromgeving voor deze groep kinderen. In een meer vakoverstijgende en projectmatige
aanpak van het onderwijs, zoals bij Topondernemers, wordt er rekening gehouden met specifieke
en meervoudige capaciteiten van leerlingen. Waardoor ieder kind vooral naar eigen vermogen kan
presteren en het samen leren en van elkaar leren centraal staat.
Beleidsontwikkeling t.a.v. het onderwijs aan meer- en hoogbegaafde leerlingen
Op De Waterwilg willen wij ook zorg bieden aan kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. In
eerste instantie krijgen deze kinderen binnen hun eigen jaargroep verbredings- en/of verrijkingsactiviteiten aangeboden in combinatie met het compacten van één of meer vakgebieden.
Sinds het schooljaar 2010-2011 is er op De Waterwilg een interne Plusklas: de Kangoeroegroep.
Doel van deze groep is om leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong onderwijs op maat te
bieden, deze leerlingen meer differentiatie en verrijking aan te bieden, deze leerlingen te laten
67
samenwerken met ontwikkelingsgelijken, de eigen leerkracht te ontlasten en de groep te integreren
binnen De Waterwilg.
In deze groep zitten leerlingen die extra uitdaging aan kunnen, buiten het normale werk van de
eigen groep.
Er wordt door de eigen leerkracht, in overleg met de intern begeleider en de leerkracht van de
Kangoeroegroep, goed gekeken welke leerlingen hiervoor in aanmerking komen. De school bepaalt
in deze. Daarbij moeten aan bepaalde criteria worden voldaan. Er wordt gekeken naar de prestaties
op het LOVS van Cito, naar de didactische voorsprong, naar de werkhouding, naar de prestaties van
de methodetoetsen en er worden observaties gedaan.
De leerlingen komen één dagdeel (1½ uur) in de 2 weken naar de Kangoeroegroep, samen met
andere leerlingen van hun eigen leerjaar. De lessen zijn op de dinsdag o.l.v. Mandy Binkhorst of
Jolijn van Zanten. In de Kangoeroegroep wordt gewerkt aan aparte opdrachten en daarnaast krijgen
de leerlingen pluswerk mee naar de klas. Het is de bedoeling, dat de leerlingen deze opdrachten
zelfstandig verwerken binnen het lesrooster. De reguliere leerstof wordt door de eigen leerkracht
aan de leerlingen in compacte vorm aangeboden. Dit betekent, dat de leerlingen nieuwe leerstof
minder hoeven in te oefenen en te herhalen dan in het reguliere lesprogramma. In de overgebleven
lestijd werken de leerlingen zelfstandig aan de opdrachten van de Kangoeroegroep.
De leerlingen die in aanmerking komen voor de Kangoeroegroep gaan een aanloopperiode meedraaien. Daarna wordt deze periode geëvalueerd en wordt er gekeken of voortgang kan plaatsvinden. Daarbij wordt gelet op de inzet en werkhouding, de resultaten van de methodetoetsen en het
verwerken van de plusopdrachten naast de leerstof van de klas.
In de Kangoeroegroep wordt o.a. gewerkt met de Pittige Plus Torens. In deze torens bevinden zich
activiteiten in de vorm van ‘Peper Projecten’. Deze bevatten verbredings- en verrijkingsstof voor
pluskinderen op de basisschool. Het doel is het stimuleren van de individuele creativiteit, de motivatie en het doorzettingsvermogen, ieder op zijn eigen niveau. De kinderen leren hoe zij gestructureerd hun eigen ideeën kunnen omzetten in een tastbaar en presenteerbaar eindresultaat. Met
de Peper Projecten leren de kinderen ook grondig onderzoeken, het structureren en plannen van
eigen activiteiten en het goed vormgeven van eigen ideeën en creaties. Het is denken en doen!
Eén keer in het schooljaar is er een inloopmoment. De ouders van de leerlingen van groep 1 t/m 4
ontvangen via de mail een nieuwsbrief, nadat de leerlingen in de Kangoeroegroep zijn geweest. Aan
het einde van het schooljaar komt er een inlegvel met de bevindingen van de Kangoeroeleerkracht
in het eindrapport.
4.6. Van Basisonderwijs naar Voortgezet Onderwijs
In de groepen 7 en 8 wijkt het rooster ten aanzien van de rapporten, toetsen en de gesprekscyclus
met ouders enigszins af van de cyclus in de andere jaargroepen. In het schema hieronder staat een
schematisch overzicht van de cyclus voor de groepen 7 en 8.
De Waterwilg maakt bij de verwijzing naar het voortgezet onderwijs gebruik van het digitale overdrachtssysteem ‘Onderwijs Transparant’. Hier zijn alle scholen binnen de regio Haaglanden en Delft
bij aangesloten. De overstap van leerlingen van het basisonderwijs naar het Voortgezet Onderwijs
is een belangrijke stap in de schoolcarrière van leerlingen. Veel informatie die op de basisschool in
de loop der jaren is verzameld rondom de leerling, moet overgedragen worden aan de ontvangende
school. Toetsgegevens, gegevens over de schoolloopbaan en gegevens over begeleiding worden
gecommuniceerd naar de school die de leerling kiest. Veel van deze gegevens spelen ook een rol
bij de bepaling van het vervolgonderwijs.
68
De leerkrachten van groep 8 maken in samenspraak met de intern begeleider en de directie voor
iedere leerling in groep 8 een onderwijskundig rapport (afgekort OKR). Dit rapport wordt gemaakt
in het programma van Onderwijs Transparant. Als een leerling zich aanmeldt op een school van
Voortgezet Onderwijs, kan de middelbare school middels een unieke code op het adviesformulier
van de leerling het OKR eenvoudig in het eigen administratiesysteem invoeren. Zo vindt er een
goede overdracht van gegevens plaats. Daarnaast kan de basisschool zien of en waar een leerling
zich aanmeldt. Hierdoor is het proces van aanmelding voor zowel de basisschool als het voorgezet
onderwijs inzichtelijk.
Rapporten en gesprekscyclus voor groepen 7 en 8
Maand
Groep 7
Data
Groep 8
Data
September
Startgesprekken
(15 min.)
25-09-14
30-09-14
Startgesprekken
+ Voorlopig Advies
(15 min.)
Afname Drempel
25-09-14
30-09-14
Week: 3
November
1e rapport mee
Facultatief
21-11-14
25-11-14
Afname Wisc-III n.a.v. Drempel Week 1
Afname Cito-LOVS voor BL,
Week 2 en 3
R&W en SP
December
1e rapport mee + LOVS
08-12-14
OKR maken door LK
OKR mee naar huis
10-minutengesprek, rapport en
OKR
05-01-15
09-01-15
15-01-15
20-01-15
April
Afname Centrale Eindtoets
Afronden van de
leerlingenrapporten
21, 22 en
23 april
Mei
Uitslag Centrale Eindtoets
Januari
Afname LOVStoetsen
Februari
Afname LOVStoetsen
Maart
2e rapport mee
13-03-15
10-minutengesprekken
18-03-15
23-03-15
Juni
Entree-7
Facultatief
Week 1,
2 en 3
24-06-15
Juli
3e rapport mee
08-07-15
2e rapport mee
08-07-15
Traject van advisering voor het voorgezet onderwijs:
Het voorlopig advies:
Elke school is bij wet verplicht een schooladvies uit te brengen. In de loop der jaren hebben wij een
indruk gekregen van de leerprestaties en de leerlingenkenmerken van de leerlingen. In juni van
groep 7 maken de leerlingen de Entreetoets van CITO voor groep 7. Met de Entreetoets worden
de basisvaardigheden van leerlingen op de onderdelen taal, rekenen-wiskunde en studievaardigheden gemeten. De resultaten worden weergegeven middels een leerlingprofiel op papier. Op dit
leerlingprofiel is in één oogopslag te zien hoe de leerling ervoor staat. Op basis van de meerjarige
gegevens van het leerlingvolgsysteem van CITO, de resultaten van de methodetoetsen, de gegevens van de Entreetoets in groep 7 en op basis van de leerlingenkenmerken, krijgen de leerlingen
69
een voorlopig schooladvies. Dit advies zal tijdens een gesprek tussen de leerkracht en de ouder(s)/
verzorger(s) in september groep 8 gecommuniceerd worden.
Een bijstelling van het voorlopig schooladvies kan in de loop van groep 8 door de school gedaan
worden indien de prestaties van een leerling een sterk stijgende of dalende tendens laten zien.
Meestal zal dit gebeuren nadat in november de leerlingen van groep 8 de CITO-LOVS toetsen voor
rekenen en wiskunde, begrijpend lezen en spelling (CITO B8) gemaakt hebben.
Het formuleren van een schooladvies voor het Voortgezet Onderwijs is een verantwoordelijkheid van
de basisschool. Om de taken en verantwoordelijkheden van school en ouders helder te formuleren
is de overgang ‘Van Basisonderwijs naar Voortgezet Onderwijs’ beschreven.
Leerwegondersteunend onderwijs
Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is voor vmbo-leerlingen die genoeg capaciteiten hebben
om een diploma te halen, maar daar wel extra hulp bij nodig hebben. VMBO-scholen kunnen zelf
bepalen hoe zij lwoo aanbieden, bijvoorbeeld door bijlessen, huiswerkbegeleiding of trainingen om
een leerling beter te laten studeren. Vaak bestaan de klassen voor leerwegondersteunend onderwijs
uit gemiddeld 15 leerlingen. Lwoo hoeft niet vier jaar te duren. Eén of twee jaar is ook mogelijk.
De Regionale Verwijzingscommissie beslist of de vmbo-school geld krijgt om een leerling extra
begeleiding te geven. De commissie kijkt hiervoor naar de leerachterstand, de capaciteiten (IQ) en
het gedrag van het kind.
In de maand oktober maken de leerlingen die een VMBO-advies hebben de Drempeltoets. De
Drempeltoets is een toets die beoogt leerachterstanden te achterhalen. Indien een leerling op
twee of meer leerstofgebieden een achterstand heeft die groter dan of gelijk is aan 25% (waarvan
één leerstofgebied begrijpend lezen of rekenen is), zal er een speciaal onderzoekstraject doorlopen
worden om vast te stellen of deze leerling in aanmerking komt voor lwoo.
Het definitieve advies en de Eindtoets:
Vanaf schooljaar 2014-2015 is het voor alle leerlingen van groep 8 in het reguliere basisonderwijs verplicht om een eindtoets te maken. De overheid stelt hiervoor de Centrale Eindtoets beschikbaar. Het
College voor Toetsen en Examens (CvTE) is verantwoordelijk voor de Centrale Eindtoets, die in samenwerking met Cito wordt gemaakt. Deze toets is vergelijkbaar met de Eindtoets Basisonderwijs van Cito.
De centrale eindtoets wordt in april 2015 voor het eerst afgenomen. De toets wordt op papier
afgenomen. De afnamedata in 2015 zijn: 21, 22 en 23 april 2015. Een deel van de leerlingen zal de
toets digitaal maken. Dit betreft bijvoorbeeld leerlingen die vanwege dyslexie de toets met auditieve
ondersteuning mogen maken. De digitale afnames zullen in de periode rondom de afnamedata van
de papieren versie zijn. De exacte data hiervoor zijn nog niet bekend.
De centrale eindtoets wordt in twee versies aangeboden: basis en niveau. Een toets die aansluit bij de
vaardigheden van de leerling is voor de leerlingen prettiger om te maken en komt het resultaat ten
goede. De centrale eindtoets basis is geschikt voor leerlingen waarvan het schooladvies vmbo-t, havo
of vwo is. De centrale eindtoets niveau is geschikt voor leerlingen die naar verwachting doorstromen
naar de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo.
De leerkrachten bespreken in een persoonlijk gesprek met de leerling het resultaat op de eindtoets
en het daaraan gekoppelde definitieve advies. Indien er een sterke afwijking in het resultaat is bij een
leerling, zal de leerkracht, voor de bespreking met de leerlingen, contact opnemen met de ouders.
De leerlingen krijgen de uitslag van de eindtoets en het definitieve advies zo spoedig mogelijk na
ontvangst door de school mee naar huis.
70
Het onderwijskundig rapport (OKR)
Zoals u hierboven hebt kunnen lezen, maken de leerkrachten van groep 8, in samenspraak met de
intern begeleider en de directie, voor iedere leerling in groep 8 een onderwijskundig rapport in
het programma van Onderwijs Transparant. Alle ouder(s)/verzorger(s) krijgen het onderwijskundig
rapport ter inzage. Er wordt aan alle ouder(s)/verzorger(s) gevraagd het onderwijskundig rapport
te controleren op de personaliagegevens.
Wij adviseren ouders dringend om de inhoud van het OKR niet in zijn geheel met uw kind te bespreken. Informatie staat er in ‘volwassen’ taal en dit kan op een leerling toch anders overkomen.
Tijdpad
Eindtoets
In de vorige jaren moesten de basisscholen binnen ons samenwerkingsverband eind januari alle
onderwijskundige rapporten af hebben en vrijgeven voor
het voortgezet onderwijs. De aanmeldperiodes voor voortgezet onderwijs starten in januari en eindigen in maart.
Op dit moment weten wij nog niet exact hoe het tijdpad van
het vrijgeven van de onderwijskundige rapporten en aanmelden bij het voortgezet onderwijs zal verlopen. Wellicht
zullen er in dit schooljaar veranderingen zijn, omdat er een
Centrale Eindtoets is in april. Tijdens de informatieavond
van groep 8 hopen wij u hierover wel de duidelijkheid te
kunnen verschaffen.
71
HOOFDSTUK 5
5.1. DE LEERKRACHTEN
Wijze van vervanging bij verlof, scholing en ziekte
Vervanging bij ‘roostervrije’ dagen
Er zijn 7 ‘roostervrije’ dagen voor de groepen 1 t/m 4, verspreid over het schooljaar.
De roostervrije dagen worden gegeven, omdat de leerlingen van groep 1 t/m 4 een bepaald aantal
uren onderwijs mogen volgen in een schooljaar. Vanaf groep 5 moeten kinderen meer uren naar
school en kan deze regeling niet toegepast worden.
Leerkrachten, die in de groepen 1 t/m 4 een roostervrije dag hebben, vervangen hun collega in de
groepen 5 t/m 8. Leerkrachten die in deeltijd werken vervangen niet, voor hen geldt een andere
regeling.
Vervanging bij ziekte
Er wordt naar gestreefd om zoveel mogelijk dezelfde leerkrachten voor de groep te houden. In geval
van ziekte, of ziekteverlof komt altijd eerst de duo-collega in aanmerking. Indien er geen vervanger
kan worden gevonden, zal de groep van de leerkracht die ziek is, worden verdeeld. Bij ziekte van een
leerkracht in de groepen 1-2 worden de kinderen verdeeld over de andere groepen 1-2. Dit geldt
ook voor de groepen 3 en 4, de groepen 5 en 6 en de groepen 7 en 8. Hierdoor hoeven kinderen
uit de dependance niet van gebouw te wisselen bij ziekte. Deze verdeling gebeurt gedurende 3
dagen in een week. Daarna wordt bekeken wie er dan voor de groep gaat staan. Is de leerkracht
na een week nog steeds ziek, dan herhaalt bovengenoemde situatie zich. Dit kan gebeuren voor
een periode van 4 weken. Daarna kan de school besluiten om de kinderen van de groep (van de
zieke leerkracht) voor b.v. één dag naar huis te sturen. Het kan ook zo zijn dat de school besluit een
andere groep te gaan verdelen, zodat de leerkracht van die groep in de groep van de zieke collega
kan gaan staan. Door dit laatste besluit voorkomt de school, dat één specifieke groep steeds verdeeld moet worden. Binnen het team zijn afspraken gemaakt om dit zo goed mogelijk te regelen.
Ouders van leerlingen in groep 1 t/m 4 ontvangen een schrijven, hoe de vervanging bij ziekte is
gerealiseerd.
Vervanging (bij scholing)
Een groep op De Waterwilg start bij aanvang met één groepsleerkracht of met twee groepsleerkrachten, dit is afhankelijk van de aanstelling. Wij streven ernaar om niet meer dan twee leerkrachten
voor één en dezelfde groep te hebben.
Echter onvoorziene omstandigheden kunnen er toe leiden, dat wij dit streven niet waar kunnen
maken.
Ook kan het zijn, dat een leerkracht van een groep halverwege het schooljaar geplaatst kan worden
in een andere groep door een overmacht situatie (b.v. ontslag, zwangerschap, ziekte etc.). De school
kan en mag, vanwege privacy redenen, niet altijd een uitleg geven.
5.2. 72
Scholing van leerkrachten
Doel is de bekwaamheid van het personeel op peil te houden en verder te ontwikkelen. Naast
individuele scholing voor leerkrachten vinden er regelmatig studiebijeenkomsten plaats voor
het team.
Scholing teambreed
• Scholing Bedrijfshulpverlener. In het kader van het rechtsgeldig houden en het actueel houden
van de kennis van het diploma Bedrijfshulpverlener vindt er 1 maal per jaar een nascholing plaats
voor brand en EHBO. Deze nascholing vindt op de laatste donderdagmiddag van de Zomervakantie plaats.
• Kanjertraining; de laatste scholing in het kader van het keurmerk “De Waterwilg Een Kanjerschool”.
Scholing individueel
De directie kan inspelen op de individuele scholingsvragen van de teamleden. Dit gebeurt op verzoek
van teamleden maar ook op verzoek van het management.
Schooljaar 2014 -2015 is er een scholing discalculie via de Masterclass, scholing hoogbegaafdheid
via Kenniskring Lucasonderwijs, scholing vanuit het nieuwe
Samenwerkingsverband, scholing op ICT vlak.
Verder zullen er op basis van de actualiteit, specifieke scholingen plaatsvinden.;
De individuele scholingen kunnen plaats vinden bij OA
advies, of elders. De cursussen sluiten aan bij de individuele vraag van een teamlid of passen bij de bouw waar de
leerkracht werkzaam is.
Praktisch verkeersexamen
Scholing management
• Scholing bij Onderwijs Advies.
• Scholing bij de Lucasacademie
• Individuele scholing bij opleidingsinstituut naar keuze.
De directeur staat geregistreerd in het Schooleidersregister.
Tijdens vergaderingen kan de gevolgde cursus punt van agenda zijn, zodat de ervaringen met
andere teamleden kunnen worden uitgewisseld. Op deze wijze wordt er efficiënt omgegaan met
de verkregen kennis bij de diverse cursussen.
5.3. Begeleiding en inzet van stagiaires
De Waterwilg heeft een Calibris erkenning, d.w.z. dat wij als school stagiaires van een MBO opleiding
mogen opleiden. MBO studenten komen alleen in aanmerking voor een diploma,
als hun stage plaatsvindt in een erkend leerbedrijf. Dit staat beschreven in de Wet WEB (Educatie
en Beroepsonderwijs, artikel 7.2.10). Studenten mogen dus alleen bij een bedrijf met een officiële
erkenning stage lopen.
De school kan naast MBO studenten ook studenten van de Pabo plaatsen.
Daarnaast ontvangt de school aanvragen voor de maatschappelijke stage van VO leerlingen.
Maatschappelijke stages zijn onderdeel van het lesprogramma en kunnen bijdragen tot de studiekeuze van de leerlingen op het Voorgezet Onderwijs. Ook krijgen wij veel verzoeken voor en
snuffelstage.
73
HOOFDSTUK 6
6.1.
DE OUDERS
Contact tussen ouders en leerkrachten
Wij vinden het belangrijk dat er een goed contact is tussen de leerkracht van het kind en de ouders.
Hoe beter dit contact is des te beter dat voor het kind is. Opvoeden is een samenspel tussen ouders
en de school.
Een goed contact tussen ouders en leerkrachten heeft, naast de zorg voor het individuele kind,
ook een andere meerwaarde. Er ontstaat een verhoging van de betrokkenheid van ouders bij de
school. Ouders ondersteunen en organiseren activiteiten.
6.2.
Informatievoorziening
Wij proberen u, als ouder, zoveel mogelijk te informeren over het wel en wee van uw kind en de
gang van zaken op school. Als u tussendoor wilt weten hoe uw kind zich ontwikkelt of u heeft
andere vragen, dan kunt u een afspraak maken. De leerkrachten zullen dat andersom ook doen
als dat nodig is.
De leerkrachten van de kleuterbouw vindt u op de begane grond. Met hen legt u makkelijker contact dan met de leerkrachten van de verdieping. Om toch met de andere leerkrachten in contact
te komen, kunt u na school een afspraak maken.
Mailcontacten tussen ouders en leerkrachten
De afgelopen jaren hebben wij gemerkt dat ouders steeds vaker inhoudelijk gaan mailen over problemen van hun kind op school of daarbuiten. Wij zijn geen voorstanders van discussie via de mail,
maar geven de voorkeur aan een persoonlijk gesprek. Wij vragen ouders daarom dringend de mail
alleen te gebruiken voor het maken van een afspraak of voor het doorgeven van informatie. De mail
kan, is onze ervaring, de standpunten verharden. Indien er een probleem is met uw kind adviseren
wij u om dit in een persoonlijk gesprek met de leerkracht van uw kind te bespreken. Doorgaans
leidt dit tot een oplossing waar iedereen tevreden over kan zijn, ouders en school.
Nb. op anonieme mails geven wij geen reactie.
Oudergesprekken
Een leerkracht kan een oudergesprek voeren op verzoek van de leerkracht of andersom op verzoek
van de ouder. Het kan daarbij ook zijn dat een lid van het management aanwezig is. Deze aanwezigheid wordt van tevoren aan de ouder aangegeven.
Indien van belang kan er ook op verzoek van de directie een gesprek met de ouder plaatsvinden.
Ouderbetrokkenheid
Op tal van manieren zijn onze ouders betrokken. Toch zijn wij aan het zoeken naar gespreksmomenten met ouders om zaken in een breder verband anders dan in de MR met ouders te gaan bespreken.
Flatcreens
Bij de entreedeuren van de school zijn flatscreens opgehangen, die interessante informatie geven
voor u als ouder. U kunt hierop de activiteiten zien die de lopende week plaatsvinden. Ook worden
nieuwe leerlingen welkom geheten en staan hier speciale meldingen of nieuwsberichten op.
74
6.2.1. Informatieavonden
Tijdens de informatieavonden zal de groepsleerkracht aan de ouders uiteenzetten wat er in het
nieuwe schooljaar staat te gebeuren.
De avonden beginnen om 20.00 uur, tenzij hieronder anders aangegeven.
De avonden zijn als volgt gepland; voor de ouders met kinderen in de groepen:
Groepen 1-2 a,b en c
donderdag 11 september*
Groepen 1-2 d,e,f en g maandag
15 september*
Groepen 3
maandag
8 september
Groepen 4
dinsdag
9 september
Groepen 5 donderdag 18 september**
Groepen 6
woensdag 17 september
Groepen 7
dinsdag 16 september
Groepen 8 woensdag 10 september***
* De groepen 1-2 starten om 19.00 uur i.v.m. voorlichting
Kanjertraining
** De groepen 5 zullen starten om 19.00 uur i.v.m. de bijeenkomst van Topondernemers.
*** De groepen 8 zullen starten om 19.00 uur i.v.m. de Voorlichting voor het Voorgezet Onderwijs voorafgaand aan
de informatieavond.
Inloopochtend
Instroom nieuwe kleuters
Centraal wenmoment voor de 4-jarigen van december en
januari: woensdag 10 december 2014 van 9.00 tot 10.00 uur.
Informatieavond voor ouders van nieuwe kleuters die tussen december 2014 t/m juni 2015
4 jaar worden: donderdag 8 januari 2015, aanvang 20.00 uur.
6.2.2.
Nieuwsbrief algemeen
Iedere week komt er een nieuwsbrief uit: het Waterwilgwoord. Daarin staan veel wetenswaardigheden. De nieuwsbrief is digitaal te verkrijgen; u meldt zich via de site aan. Via een link wordt uw
aanvraag doorverbonden met uw mailadres. Wij bevelen de nieuwsbrief van harte bij u aan. Wilt
u op de hoogte blijven, leest u deze brief dan goed. Soms kan het zijn dat u een extra editie van
de nieuwsbrief ontvangt. Deze is dan wel heel speciaal. Op de site van De Waterwilg kunt u alle
nieuwsbrieven van het voorgaande en huidige schooljaar terugvinden.
6.2.3.
Nieuwsbrief kleutergroep
In de kleutergroepen wordt na iedere week een nieuwsbrief gemaakt specifiek van de desbetreffende kleutergroep. In deze kleuternieuwsbrief leest u wat er zoal gebeurd is in de groep; welk
thema er is behandeld, wie er jarig was, welke bijzondere gebeurtenis er heeft plaats gevonden,
welke liedjes er zijn aangeleerd etc. Deze kleuternieuwsbrief ontvangt u via de mail.
6.2.3.1. Nieuwsbrief groepen 3
De leerkrachten van de groepen 3 informeren ouders eens in de 3 weken. Daarbij hebben de
groepen 3 een centraal verhaal i.v.m. de methode Veilig Leren Lezen, met daarbij afsluitend een
groeps specifiek stukje.
75
6.2.3.2. Nieuwsbrief groepen 4
Eens in de maand berichten de leerkrachten van de groepen 4 u over de gang van zaken binnen
de groepen 4
6.2.4.
De site van De Waterwilg vernieuwd
De site voldeed aan de verwachtingen, maar toch hebben wij deze vernieuwd en daarbij gebruik
gemaakt van moderne technologieën. U vindt er nog steeds onze 6 items: De Waterwilg, Protocollen, Nieuwsbrieven, Kalender, Foto’s en Kenia. Nieuw is het item laatste nieuws, verlof aanvraag en
wijziging gegevens. De site is voor de school een belangrijk communicatiemiddel.
Onze site is te vinden via: www.dewaterwilg.nl.
Van de activiteiten die wij door het jaar doen, maken wij foto’s. Wij vinden het als school leuk vinden
om deze foto’s op onze site te plaatsen en te delen met ouders. Maar ook om aan belangstellende
ouders voor onze school te laten zien wie wij zijn en wat wij doen. Belangrijk daarbij is dat u toestemming verleent voor het plaatsen van foto’s waarop uw kind zichtbaar is. Deze toestemming
gaan wij voortaan elk schooljaar aan u vragen. Je weet immers niet welke ontwikkelingen zich op
ICT vlak kunnen gaan voordoen. Door ondertekening geeft u aan geen bezwaar te hebben tegen het
gebruik van de foto’s voor schooldoeleinden. Er komt een vernieuwd formulier voor toestemming
met daarbij het verlenen tot toestemming die specifiek ergens op is gericht (zoals voor de site, de
schoolgids, de nieuwsbrief, een brochure).
Het kan ook zo zijn dat een ouder bij het bekijken van de site toch achteraf geen prijs op publicatie
stelt. Als u ons dit schriftelijk bericht dan halen wij de foto’s van de site.
Privacy
In het kader van de privacy willen wij ouders die foto’s en of filmpjes maken van onze optredens,
vragen de foto’s en filmpjes niet te plaatsen op Facebook en You Tube. Wij vinden dat een ieder
met respect om moet gaan met dit verzoek.
6.3.
De Oudervereniging (OV)
Alle ouders van kinderen die op De Waterwilg onderwijs volgen kunnen lid worden van de Oudervereniging.
Doel
• De Oudervereniging stelt zich ten doel de school waar mogelijk te steunen bij de vervulling van
haar taken en de samenwerking tussen school en ouders te bevorderen;
• De Oudervereniging (onder)steunt de school en ouders door mee te denken en te overleggen
over het pedagogische klimaat zoals: hoe om te gaan met de sfeer, de omgangsvormen en de
normen en waarden binnen de school;
• Het organiseren van of assisteren bij activiteiten als het Sinterklaasfeest, Kerstmis, Pasen, de
schoolexcursies, de sportdag etc.;
• De samenwerking tussen school en ouders te bevorderen door regelmatig te overleggen met
de directie, het team en de MR over zaken die de school, de ouders en de kinderen betreffen;
• De jaarlijkse Ledenvergadering te verzorgen;
•M
ee te denken en te overleggen over maatregelen die de verkeersveiligheid kunnen bevorderen
op de routes van en naar school.
76
Zitting in de Oudervereniging hebben op dit moment:
Claudia van Paridon
Voorzitter
Edwin Bleckman
Penningmeester a/i
Wendy de Groot
Jolanda Koene
Notulist
Marianne Meertens
Nathalie Verschoor
Wenda van Vliet
Eline van Zijp
Yvette Huisman
Het bestuur van de Oudervereniging is bereikbaar via [email protected].
6.4. De contributie voor de
Oudervereniging
Excursie Blijdorp
Ouders worden vrijwillig lid van de Oudervereniging door
ondertekening van de overeenkomst contributie oudervereniging. De Oudervereniging heeft een huishoudelijk
reglement opgesteld dat via de site van De Waterwilg is
op te vragen. Op de site vindt u een voorbeeld van deze
overeenkomst. De overeenkomst wordt eenmalig verstrekt
en is na ondertekening geldig voor de duur dat de kinderen
onderwijs volgen op De Waterwilg of tot wederopzegging
(vanaf een nieuw schooljaar). Door ondertekening worden
de ouders lid van de Oudervereniging en daarmee verplichten zij zichzelf tot het betalen van contributie. Ouders die
lid willen worden van de oudervereniging maar de contributie helaas niet kunnen betalen, kunnen
een ontheffing aanvragen voor de betaling van de contributie. Deze ontheffingsprocedure loopt
via de school (zie paragraaf ‘ontheffingsprocedure’). Met deze ontheffing kunnen hun kinderen wel
deelnemen aan de met behulp van de contributie bekostigde activiteiten. Indien ouders geen lid
willen worden kunnen zij toch vrijwillig de contributie betalen. Zij hebben dan echter geen stemrecht op de ledenvergadering. Hun kinderen kunnen dan wel deelnemen aan de met behulp van
de contributie bekostigde activiteiten. Indien ouders (zonder ontheffing) geen contributie betalen,
worden hun kinderen uitgesloten van activiteiten, zoals b.v. de schoolexcursies.
Tijdens de algemene ledenvergadering, die jaarlijks aan het begin van het schooljaar wordt gepland,
wordt het financiële overzicht van het afgelopen schooljaar en de begroting van het komende
schooljaar aan de ouders ter goedkeuring voorgelegd. Deze financiële overzichten van de oudervereniging zijn terug te vinden op de website van De Waterwilg.
Op de algemene ledenvergadering in het schooljaar 2013-2014 is de hoogte van de contributie vastgesteld. De contributie bedraagt voor het schooljaar 2014-2015 € 47,50 per kind. Kinderen die na 1
januari van het nieuwe schooljaar op school starten betalen 50% van de vastgestelde contributie.
Kinderen die na 1 juni van het nieuwe schooljaar op school starten betalen geen contributie.
De penningmeester, stuurt na de algemene ledenvergadering naar elk gezin een brief om voor alle
kinderen uit het gezin die op De Waterwilg zitten de totale contributie over te maken. Het rekeningnummer van de Oudervereniging is: NL 09 RABO 013.73.10.765 ten name van Katholieke Oudervereniging van ‘De Waterwilg’. Over ontvangen OV contributies kan geen restitutie verleend worden.
77
Van de contributie worden heel veel activiteiten betaald zoals de opening schooljaar, materiaal
voor de luizencontrole, de sportdag, materiaal voor het versieren van de school, Kinderboekenweek,
project en excursies, pietenochtend, sinterklaasfeest (o.a. cadeaus en schoen zetten), kerstfeest
versiering, lentepad, Herfstpad, Pasen, praktisch verkeersexamen, karaktelessen, bijdrage voor het
kamp, De Waterwilgdag en een kleine attentie voor nieuw personeel.
6.4.1.
Ontheffingsprocedure voor betaling van de contributie voor de Oudervereniging
Ouders die lid willen worden van de oudervereniging maar de contributie helaas niet kunnen betalen, kunnen een ontheffing aanvragen voor de betaling van de contributie. De procedure hiervoor
is als volgt:
- Ouders die ontheffing willen aanvragen doen dit door een afspraak te maken met de directeur
van De Waterwilg.
- De directeur en betreffende ouders gaan in gesprek om te beoordelen of de ontheffing verleend
kan worden.
- De directeur beoordeelt naar aanleiding van dit gesprek of ontheffing verleend kan worden en
brengt advies uit aan de oudervereniging over het wel / niet verlenen van de ontheffing.
- De voorzitter van de oudervereniging verleent, op basis van dit advies, formeel wel / niet de
ontheffing.
De ontheffing voor de betaling van de contributie voor de oudervereniging geldt voor de duur dat
de kinderen onderwijs volgen op De Waterwilg of tot het moment waarop de financiële situatie van
de ouders dit weer toelaat. De ouders wordt gevraagd de ontheffing dan te stoppen.
6.5. De medezeggenschapsraad (MR)
Wat doet de MR?
De MR tracht vanuit een kritische en opbouwende benadering, een bijdrage te leveren aan de
ontwikkeling van de school. Dit doet zij enerzijds door te luisteren naar ouders en leerkrachten en
anderzijds door als klankbord op te treden voor het managementteam als daar behoefte aan is.
De MR denkt mee met het management en heeft bij bepaalde besluiten instemmings- of adviesrecht. De MR is medeverantwoordelijk voor het welzijn van de leerlingen en het team en bewaakt
mede de kwaliteit van het onderwijs. De MR van De Waterwilg is samengesteld uit 4 ouders en
4 leerkrachten. Zowel de ouders als de leerkrachten worden via een verkiezing gekozen voor de
MR. Twee leden zijn ook lid van de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschap Raad) van het
Lucasonderwijs. De Waterwilg valt onder het bestuur van het Lucasonderwijs. De GMR leden zijn
actief in een themagroep zoals daar zijn: Personeel & Organisatie, Onderwijs & Kwaliteit, Financiën
& Faciliteit. De MR van De Waterwilg stelt zich ten doel om actief mee te denken en te sparren met
het schoolbestuur en wil opkomen voor de belangen van ouders, kinderen, personeel en school.
Samenstelling van de MR
De MR bestaat uit vier ouders en vier leerkrachten.
Namens de ouders:
Namens de personeelsleden:
Ben Kiekebeld (voorzitter/GMR)
Caroline de Croon
Monique de Bree (aftredend)
Gonnie de Groot
Lars Schräder (GMR)
Vacature
Huub van Scherpenseel
Annemarie Sluis
78
Vergaderingen
De MR overlegt regelmatig met de directie om het beleid en het functioneren op school te bespreken. Deze vergaderingen zijn voor iedere ouder toegankelijk, de data staan vermeld in de activiteitenkalender. De MR heeft graag dat u vooraf kenbaar maakt als u bij een vergadering aanwezig
wilt zijn. In de nieuwsbrief verschijnt na iedere vergadering een kort stukje over de onderwerpen
die besproken zijn. De notulen van de vergaderingen worden op de website geplaatst.
Waarom zou u in de MR gaan?
Als MR-lid kunt u een positieve bijdrage leveren aan de gang van zaken op De Waterwilg. U bent
nauw betrokken bij de school, u kunt meepraten en mee beslissen over het beleid, krijgt meer
contact met andere ouders, het team leerkrachten en de directie en u doet een schat aan ervaring
op. Zeker nu in het basisonderwijs steeds meer verantwoordelijkheden door de overheid worden overgedragen aan het
bevoegd gezag, is een deskundige en goed functionerende
(G)MR van groot belang.
Excursie Beekse Bergen
Wat kunt u betekenen voor de MR als niet MR-lid?
1. De MR heeft uw feedback nodig om richting te geven aan
de koers die de MR bewandelt. Schroom daarom niet om met hen contact op te nemen.
2. MR leden hebben ieder een eigen achtergrond en kennis.
Zo wordt geprobeerd om minimaal een MR lid met een
juridische achtergrond en een MR lid met een financiële
achtergrond in de MR te hebben. Het scala aan onderwerpen is echter veel breder. Het komt dan ook voor dat
afhankelijk van het onderwerp waarover de MR meedenkt
de MR kennis tekort komt. Kennis die u wellicht heeft
en die u graag incidenteel ter beschikking stelt aan de MR. Laat het de MR weten als u daartoe
bereid bent en deel uw expertise met hen.
De MR in het schooljaar 2014-2015
Er is afgelopen schooljaar wederom veel aandacht besteed aan de financiën. Zo zijn MR leden betrokken geweest bij gesprekken met de Lucas en is er intensief aandacht besteed aan de begrotingen in
de MR vergaderingen. Als gevolg van onder andere de Herfstakkoorden en de Najaarsakkoorden
zijn er extra gelden vrijgekomen. Vanuit Lucasonderwijs, het bestuur van de school, is aangegeven
hoe daarmee omgegaan moet worden.
Een ander aandachtspunt was het actualiseren van een aantal protocollen en het medezeggenschapsreglement.
Verder worden opmerkingen en vragen van ouders over de school met de directie besproken.
Uiteraard is gedurende het jaar ook veel overleg geweest over het onderwijs. Door de wettelijke
wijzigingen van het Passend Onderwijs heeft dit onderwerp heel veel aandacht gehad. De Waterwilg
moet zich aansluiten bij een nieuw samenwerkingsverband. Op 6 februari 2014 heeft de directeur
van het nieuwe samenwerkingsverband aan de MR een uitvoerige toelichting gegeven. Ook de
formatie is dit jaar weer uitvoerig gesproken. Verder heeft de MR een cursus gevolgd om extra
informatie te krijgen met betrekking tot specifieke taken en bevoegdheden van een MR. Dit jaar
is er ook weer een thema avond georganiseerd. Het onderwerp was kinder-EHBO. Er was een hele
mooie opkomst en het was een succesvolle avond.
79
Recent heeft de MR wederom een leerlingen- en een oudertevredenheidspeiling gehouden. Ten
tijde van het schrijven van de schoolgids was de uitslag nog niet bekend. Dit zal echter een belangrijk
onderwerp worden in het komende jaar.
Tot slot heeft de MR dit jaar weer een oproep gedaan voor een nieuw MR lid. Dit heeft geleid tot
een aantal aanmeldingen en in het komend schooljaar zal een verkiezing worden gehouden voor een
nieuw ouderlid. Ook voor de functie van voorzitter is een oproep gedaan. Daar zijn geen aanmeldingen
op binnen gekomen. De voorzitter had zich herkiesbaar gesteld en zal dus nog een termijn blijven.
Informatie en contact
Er wordt elke keer na een MR vergadering een kort stukje geplaatst in de nieuwsbrief met de
belangrijkste punten uit de vergadering. Op de site bij de MR vindt u deze high lights terug. Voor
meer informatie over de MR verwijzen wij u naar de website van De Waterwilg. U kunt bij vragen
en/of opmerkingen ook altijd een e-mail sturen naar de voorzitter van de MR via ben.kiekebeld@
gmail.com ook een e-mail sturen.
6.6.Leerlingenraad
De leerlingenraad werd in januari 2010 ingesteld voor de groepen 5 t/m 8. De leerlingenraad kwam
als aandachtspunt naar voren vanuit de leerlingen n.a.v. een enquête gehouden onder de leerlingen.
De leerlingen van de raad worden niet gekozen. In de groepen kunnen leerlingen zich aanmelden
voor de leerlingenraad, de groepsleerkracht maakt de uiteindelijke keuze. In totaal heeft de raad 12
leden. Het is leerzaam als school om te weten wat er leeft onder de leerlingen. De raad is afgelopen
schooljaarjaar 8 keer bijeen geweest. Onderwerpen op de agenda waren buitenspeelmateriaal,
invulling van de speelplaats, Hockey toernooi gemeentebreed, aanschaf boeken, bespreken van de
activiteiten schoolbreed, Gekke kapseldag, het logo van De Waterwilg en andere zaken.
6.7.Hulpouders
Wat zou een school zijn zonder hulpouders?
Dankzij de vele hulpouders die ons het afgelopen jaar hebben geholpen hebben wij de kinderen
veel gevarieerde activiteiten aan kunnen bieden. Denk hierbij aan handenarbeid, sportdag, buitenschoolse activiteiten, enz.
En wat dacht u van het vele werk dat onze dinsdagochtend moeders verzetten? Elke dinsdag zijn zij
aanwezig om te plastificeren, te lamineren, te kopiëren, boekenleggers te maken enz.
Daarnaast zijn er ouders die klussen voor de school. Ook hebben wij een versierwerkgroep. Dankzij
deze groep wordt de school steeds versierd in thema’s als: Kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerst,
Valentijn, Voorjaar, Zomer en Project.
80
Een hele specifieke groep is de luizenmoeders. Na elke vakantie proberen zij de groepen te controleren. Sinds het schooljaar 2009-2010 wordt er een beroep gedaan op de ouders van alle groepen.
Per groep zijn er 2 ouders die zorg gaan dragen voor de controle. Bij constatering van luis vindt er
nacontrole plaats. Ook wordt er advies gegeven over hoe de luis te behandelen. Er is een algehele
coördinator. Ouders krijgen wanneer zij de luizencontrole gaan uitvoeren, een instructie van de
coördinator. Op de site vindt u het luizenprotocol.
Hulpouder zijn, is een leuke manier voor u als ouder om kennis te maken met de school. U ziet de
school in bedrijf en weet waar uw kind het over heeft als het met verhalen thuiskomt. U helpt niet
alleen ons daarbij, maar u bent er voor de kinderen! De werkgroepen die al in vele vormen bestaan
nodigen ouders uit. U kunt zich opgeven als hulpouder bij de administratie.
6.8.Klasouder
Opening schooljaar
In voorgaande schooljaren gebruikten wij de term contactouder. De term klasouder vinden wij
echter nog beter bij onze omschrijving. Het begrip klasouder kan als volgt omschreven worden:
Klasouders zijn een of twee ouders per leergroep die als aanspreekpunt fungeren voor de leerkracht indien deze hulp en ondersteuning wenst bij diverse klassenactiviteiten zoals bijvoorbeeld
de verjaardag van de leerkracht en excursies. Ook kan hulp
gevraagd worden bij activiteiten van de oudervereniging
zoals bijvoorbeeld Sinterklaas, Kerstmis, Pasen, Sportdag en
thema-avonden. Wordt er hierover een mail rondgestuurd
aan de andere ouders van de groep, dan heeft er altijd van
tevoren overleg plaats met de directeur en/of een lid van
het management team.
Het is nadrukkelijk niet de taak van de klasouder om als
‘spreekbuis’ voor (een deel van) de ouders te fungeren
indien er vragen of opmerkingen zijn over andere zaken dan
de hierboven genoemde. Hebben ouders vragen of opmerkingen over de gang van zaken in de groep, dan is het hun
eigen verantwoordelijkheid om deze zelf met de leerkracht
of eventueel de directie te bespreken.
Om de communicatie naar ouders efficiënt en direct te laten
verlopen, kan de school aan de klasouders vragen om een
mailing te verzorgen.
Werving klasouders
In de laatste week van het oude schooljaar of in de eerste week van het nieuwe schooljaar benadert
de leerkracht een ouder met de vraag of deze klasouder van de groep wil worden. In het verleden
waren deze ouders bijna altijd moeders, wij gaan dit schooljaar echter ook vaders benaderen.
Er wordt via de nieuwsbrief bekend gemaakt welke ouders klasouder zijn geworden. De school zal
de klasouders uitnodigen. Er zal besproken worden wat wel en wat niet verwacht wordt van een
klasouder.
Tijdens de informatieavond, kan een klasouder zich voorstellen en aangeven wat de ouders van de
groep van haar/hem kunnen verwachten. Op het prikbord bij elke kleutergroep vindt u een foto
van de klasouders en de namen.
Gedragscode hulpouders
De school heeft samen met de MR een gedragscode opgesteld voor ouders die op enigerlei wijze
helpen binnen de school.
• De hulp wordt gegeven op basis van vrijwilligheid en enthousiasme.
• De ouders helpen onder verantwoordelijkheid van de leerkracht, het team en/of directie. De
leerkrachten behouden onder alle omstandigheden de leiding over de kinderen en de activiteiten
waarbij hulp geboden wordt.
• Als een kind een regel overschrijdt, is het de hulpouder alleen toegestaan het kind corrigerend
toe te spreken. Helpt dit niet dan waarschuwt de hulpouder de leerkracht.
81
•D
e hulpouder kan tijdens het verlenen van de hulp de leerkracht niet aanspreken over de resultaten van haar of zijn eigen kind.
• De school is verzekerd voor hulpouders in geval van wettelijke aansprakelijkheid of ongevallen.
• Een hulpouder is verplicht de privacy van ieder kind te waarborgen.
6.9.Verzekeringen
De school heeft de volgende verzekeringen voor de leerlingen afgesloten:
• Schoolongevallenverzekering;
• Wettelijke aansprakelijkheidsverzekering.
Het bestuur heeft voor de kinderen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten welke financiële gevolgen dekt in het geval een kind tijdens schooltijd een ongeval overkomt. Er is geen dekking
voor dokterskosten, aangezien uw ziektekostenverzekering daarvoor dekking biedt. De school kan
niet aangesproken worden voor het eigen risico van uw verzekering. Indien een kind een ongeval
is overkomen tijdens schooltijd dan kunt u bij de directeur een schadeaangifteformulier verkrijgen.
Het bestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het beschadigen of wegraken van persoonlijke eigendommen.
6.10. De financiën van De Waterwilg
De Waterwilg is een groot bedrijf met als taak onderwijs geven aan de aan ons toevertrouwde kinderen. Net als bij grote bedrijven kent de school ook een aantal ‘bedrijfstakken’ met bijbehorende
geldstromen. Financiën zijn daarbij van groot belang. Hoe loopt nu die financiële stroom en hoe is
daarbij de verantwoording en de controle geregeld?
Financiën vanuit de ouders:
• De contributie voor de Oudervereniging
De brieven aangaande de betaling van de contributie ontvangt u via het informatiepakket aan het
begin van het schooljaar of zo spoedig mogelijk daarna. Op De Waterwilg bedroeg de contributie
voor de oudervereniging € 47,50 per kind voor het schooljaar 2013-2014. Tal van activiteiten (zoals
opening schooljaar, Kinderboekenweek, Sinterklaas en Kerst, Voorleesontbijt, Pasen, Lente- en/of
Herfstpad, Waterwilgdag, excursies, Sportdag etc.), kunnen vanuit deze bijdrage worden gefinancierd. Het financiële overzicht van de Oudervereniging wordt opgesteld middels een begroting en er
vindt verantwoording en controle plaats van de gelden. De kascommissie controleert de financiële
administratie van de Oudervereniging. Deze wordt besproken tijdens de jaarlijkse ALV.
• Kerstdiner groep 1 t/m 7
Aan de ouders wordt gevraagd een bijdrage te verzorgen bij de voorbereiding van het kerstdiner
in de vorm van het maken van een gerecht. Streven is daarbij een evenredigheid in de bijdrage.
• Surprises groepen 5 t/m 8
De leerlingen van de groepen 5 t/m 8 maken voor elkaar een surprise. Het cadeau voor de surprise
wordt door de ouder betaald met een richtbedrag van € 4,00.
82
• Aanschaf materialen
Graag het verzoek aan alle leerlingen die komend schooljaar naar groep 3 – 8 gaan, om op de
eerste schooldag het volgende mee te nemen:
Groep 4: stiften, een pritt-stift en een schaar.
In groep 4 ontvangende leerlingen eenmalig een liniaal van 30 cm.
Gouden ster voor de Overblijf
Groep 5 en 6: stiften, een pritt-stift, kleurpotloden, schaar en een puntenslijper.
De liniaal uit groep 4 gaat ook mee naar groep 5 en 6. In geval deze zoek raakt of defect, dient
er zelf een nieuwe aangeschaft te worden.
Groep 7 en 8: stiften, een pritt-stift, kleurpotloden, een vulpen, een groene nakijkpen, een schaar
en een puntenslijper, een liniaal van 30 cm en een huiswerkmap. Voor groep 7 ook een 23-rings multomap.
De leerlingen die naar groep 8 gaan zullen zich in het nieuwe
schooljaar o.a. voorbereiden op het voortgezet onderwijs.
Een agenda is hierbij natuurlijk nodig! Daarom het verzoek
aan alle leerlingen van de komende groep 8 om ook een
schoolagenda (met weekoverzicht) aan te schaffen!
• Bijdrage groep 8
De ouders van leerlingen in groep 8 betalen, naast de
ouderbijdrage, een eenmalige bijdrage van €135,00 voor
het kamp en andere speciale activiteiten voor groep 8,
zoals het kerstgaladiner, de huur van Cultura t.b.v. de
opvoering van de musical en een afscheidsavond waarbij
de leerlingen een boek aangeboden krijgen. De school
heeft een aparte kamp/groep- 8 rekening. (IBAN: NL33 RABO 0137 3740 62).
Er vindt financiële verantwoording en controle plaats middels kascontrole door Lucasonderwijs.
Wanneer de bijdrage niet is ontvangen kan er niet meegegaan worden op kamp. Heeft uw kind
wel deelgenomen aan het kerstdiner, maar u heeft nog niet betaald, dan ontvangt u hiervoor
een aparte rekening.
Wij merken echter, dat de kosten de laatste jaren stijgen, daarom vragen wij in het begin van
het schooljaar aan de ouders in groep 8 middels een inventarisatielijst waar zij mogelijk kunnen
sponsoren.
• ‘Lief en Leed’ pot per klas
De ouder wordt gevraagd een bijdrage te geven aan de ‘Lief en Leed’ pot, met een maximum
van € 5,00 voor de groepen 1 t/m 7 en voor groep 8 een bedrag van €10,00.
De klasouder houdt de inkomsten en uitgaven bij.
• De overblijf
De ouder geeft aan hoe vaak zijn/haar kind(eren) op vaste basis moeten overblijven. Daar komt een kostenplaatje uit. De rekening van de overblijf betaalt de ouder 2 keer per jaar.
De financiën van de overblijf worden gecontroleerd door de MR. Er is een financieel overzicht
en een Jaarverslag-Overblijf.
83
Overige financiële stromen:
• Lumpsum
Dit zijn de gelden vanuit de overheid om een school te financieren. Salaris van het personeel,
leermiddelen, nascholing, gas en elektra, abonnementen etc. worden hiervan betaald. Het bestuur
van de school, Lucasonderwijs, ontvangt deze gelden. De directie van de school en de financiële
beleidsmedewerkers, alsmede de MR, buigen zich over de inkomsten en uitgaven. Per kwartaal
moet de directeur verantwoording afleggen bij het bestuur over de inkomsten en de uitgaven.
De boekhouding wordt gedaan door het Bestuursbureau van het Lucasonderwijs.
• MR
De MR van De Waterwilg beschikt niet over een eigen begroting en financiën. In onderling overleg
is er afgesproken dat kosten van de MR (zoals scholing) betaald worden vanuit het schoolbudget.
Deze kosten worden begroot in de algemene begroting.
• Sponsorrekeningen
De Waterwilg heeft 2 sponsorrekeningen;
De sponsorrekening voor de Gandaschool, de Dzomboschool en het Jongensproject (Busara)
De school ontvangt gelden, d.m.v. de sponsorloop, giften van ouders, opa’s, oma’s, kinderen, familie,
bedrijven en instanties. Vanuit deze sponsorrekening worden de Gandaschool en de Dzomboschool,
alsmede de gemeenschap van beide scholen ondersteund.
De sponsorrekening voor het Makenaproject
Vanuit deze rekening worden 6 meisjes/vrouwen gesponsord.
Eunice Peter Mbithe
Jackline Nzuki
Grace Tsuma
Mrs.Kadija
Nkuwasha Hamisi
Funguni Omar
Eveneens vindt er door leerkrachten sponsoring plaats van een vervolgopleiding. Dit zijn privéondersteuningen, de geldstroom loopt echter wel via de rekening van het Makenaproject.
Ook zijn er ouders die maandelijks een financiële bijdrage geven voor de opleiding van vrouwen/
meisjes uit de community van de Gandaschool.
Twee keer per jaar ontmoeten de meisjes/vrouwen elkaar op de Makenadag ( ook de meisjes/
vrouwen die al hun opleiding hebben afgerond. )
De Waterwilg is verantwoording schuldig over al haar rekeningen aan het Bestuur (Lucas onderwijs) en er vindt dan ook vanuit het bestuur controle plaats. Lucasonderwijs heeft een ANBI status
(Algemeen Nut Beogende Instelling ) Een ANBI status heeft fiscale voordelen voor de organisatie
en voor degene die een schenking doet aan de organisatie.
6.11.Overblijf
84
De school biedt kinderen de mogelijkheid om tussen de middag op school over te blijven. De kinderen eten onder begeleiding van overblijfkrachten ( ouders en/of studenten ) en een dag coördinator.
Eindverantwoordelijk voor de gehele gang van zaken is de directeur van Basisschool De Waterwilg.
De overblijf is een samenspel tussen overblijfkrachten, kinderen en team. De overblijf vindt deels plaats
in het eigen schoolgebouw (groepen 1 t/m 3) en deels in de kantine van SV Nootdorp (groepen 4 t/m 8).
Om de overblijf goed te laten verlopen hebben wij een aantal afspraken gemaakt. Deze zijn te vinden
in de brochure huisreglement Overblijf De Waterwilg op onze site.
Specifiek willen wij echter toch graag een paar afspraken beschrijven.
In het schooljaar 2014-2015 zijn er wederom specifieke opleidingsavonden voor de overblijfkrachten, deze zijn verplicht. Dhr. Ed van Veen (TSO Voorbeeldschool) bespreekt daarin de afspraken
en legt cases voor. Tevens krijgen de ouders specifieke scholing aangaande de Kanjertraining door
onze Kanjercoach Anneke Peters.
Onze overblijfkrachten hebben een Verklaring van Goed Gedrag verkregen bij de Gemeente. De
overblijfkrachten zijn allen IOS-gecertificeerd en volgen jaarlijks een (na-)scholingscursus.
Voor de overblijf zijn er twee dag coördinatoren aangesteld. Zij hebben een specifieke opleiding
gevolgd en zijn in het bezit van een BHV cursus (Bedrijfs Hulpverlening).
Traktatie bij de Overblijf
Wij hechten veel waarde aan een goed verloop tijdens de
overblijf;
Voor de leerlingen is het belangrijk, dat zij het fijn vinden
om over te blijven en voor de overblijfkrachten, dat zij met
respect door de leerlingen worden behandeld. Wij hanteren
daarbij een gele/ rode kaart systeem wanneer dit laatste
niet zo is. De leerling ontvangt in dit geval de kaart, die
door de ouder ondertekend moet worden. Over het geven
van een kaart kan niet gediscussieerd worden. De Overblijf
houdt een logboek bij.
In het schooljaar 2013-2014 heeft De Waterwilg een Gouden
Ster ontvangen vanuit de organisatie TSO Voorbeeldschool.
Overblijftijden
Groepen 1 t/m 3:
11.45-12.15 uur:
De kinderen van de groepen 1 t/m 3 eten in hun eigen lokaal. De kinderen van deze groepen doen
dit onder leiding van één overblijfouder. Wanneer het aantal per groep boven de 15 komt, is ons
streven om in de desbetreffende groep een ouder extra erbij te plaatsen. Daarnaast is er de coördinator van de dag. Zij regelt allerlei zaken die zich plotseling kunnen voordoen.
12.15-13.05 uur:
Bij mooi weer wordt er onder leiding van de overblijfouders buiten gespeeld door alle groepen. Bij
slecht weer worden de kinderen in het schoolgebouw opgevangen.
13.05 uur:
De kinderen gaan naar hun eigen klas. De leerkrachten zijn daar aanwezig.
Groepen 4 t/m 8:
Een deel van de groepen 4 eet in hun eigen lokaal. Dit wisselt per dag. De andere groepen 4 gaan,
onder begeleiding van onze overblijfouders eten in de kantine van SV Nootdorp. In deze kantine komen
ook de kinderen uit de groepen 5 t/m 8 eten; zij komen zelfstandig naar de kantine toe. Behalve op
de vrijdag, blijven er dagelijks meer dan 250 kinderen over. De school heeft geen extra ruimtes om
de kinderen op te vangen. Bij slecht weer blijven de kinderen in de kantine en kunnen daar tal van
activiteiten ondernemen. Tevens wordt dan een deel van de sporthal gehuurd. Bij mooi weer gaan
de kinderen spelen op de velden van SV Nootdorp. De groepen 5 en 6 gaan wisselend (om de week)
spelen op het schoolplein bij de Buis tot 13.05 uur; daarna gaan de deuren van de ‘Buis’ open. Voor
verdere informatie verwijzen wij u naar ‘Huisregels Overblijf’ die u op de website kunt vinden.
85
De administratie van de school coördineert de Overblijf, voor vragen kunt u terecht bij Carla Yperlaan of Agneta Tuijl. Eindverantwoordelijk blijft de directeur.
De kosten voor het vast overblijven bedragen € 2,50 per kind, per dag. Door middel van formulieren
wordt aangegeven op welke dag een kind overblijft. Indien u een vaste overblijfregeling wenst voor
uw kind, vult u het daarvoor bestemde formulier in.
U betaalt per half jaar en ontvangt hiervoor een nota. Heeft u niet betaald dan kan uw kind niet
overblijven.
Voor incidenteel overblijven kunt u een waarde kaart aanschaffen. Deze kost € 30,00 en is gedurende de hele schoolcarrière van uw kind op De Waterwilg te gebruiken. Per incidentele overblijf
betaalt u € 3,00.
Incidentele overblijf kan aangevraagd worden door middel van het formulier ‘aanmeldingsformulier incidentele overblijf’. De administratie stempelt de incidentele overblijf af van uw strippen/
waarde kaart.
Wanneer er veel kinderen overblijven en het aantal overblijfouders niet ‘meegroeit’ ontstaat er
een probleem en vindt er overleg plaats met de MR. Maatregel kan dan b.v. zijn om de incidentele
aanmeldingen niet toe te staan.
Rekeningnummer van de Overblijf is: IBAN: NL90 RABO 0137 3576 13, ten name van Lucas Onderwijs inzake Overblijf De Waterwilg.
Formulieren m.b.t. het overblijven kunt u vinden op de site van De Waterwilg bij ‘overblijven’.
6.12.Klachtenregeling
De behandeling van klachten is bij Lucas Onderwijs geregeld in een Kader Klachtenregeling. Een
klacht wordt zoveel mogelijk direct door de betrokken partijen opgelost binnen de school of de
afdeling. Wanneer dat niet lukt kan één van de betrokkenen de klacht indienen bij een vertrouwenspersoon van Lucas Onderwijs. Tijdens een hoorzitting kunnen alle partijen hun standpunt
toelichten. De vertrouwenspersoon brengt op basis van dit gesprek een advies uit aan het College
van Bestuur. Zo nodig spreekt het College van Bestuur zelf ook nog met de betrokkenen. Daarna
neemt het College een beslissing.
Vertrouwenspersoon
De vertrouwenspersonen zijn de heer W. Boonekamp, de heer A. Sterrenburg en mevrouw
J. te Raa. Contactpersoon voor de vertrouwenspersonen is mevrouw mr. M.A. Kors.
U kunt mevrouw Kors bereiken op telefoonnummer 070 - 300 1166 of via de mail
[email protected].
Een klacht moet schriftelijk worden ingediend.
Dat kan per post naar Lucas Onderwijs,
t.a.v. de vertrouwenspersoon,
postbus 93231, 2509 AE Den Haag.
U kunt ook mailen naar [email protected].
Externe procedure
U kunt voor de afhandeling van een klacht ook direct naar de externe klachtencommissie.
U kunt hier ook terecht na de interne procedure binnen Lucas Onderwijs en na een eventuele
beslissing door het College van Bestuur.
86
Lucas Onderwijs is aangesloten bij:
Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs
Postbus 82324, 2508 EH Den Haag
Telefoon 070 - 392 5508
Vertrouwenspersoon De Waterwilg
Opening schooljaar
De vertrouwenspersoon op De Waterwilg is Joke Campo, een ouder van een oud-leerling van de
school en vanuit haar beroep bekend met dit onderwerp. De vertrouwenspersoon onderzoekt de
gevolgde procedure ten aanzien van de klacht op school en gaat na of er mogelijkheden zijn om de
klacht naar tevredenheid van de klager op te lossen. De vertrouwenspersoon van De Waterwilg kan
de klacht zelf afhandelen of zij neemt contact op met het bestuur Lucas Onderwijs. Beide partijen
laten zich hierbij informeren. In geval van seksuele intimidatie dient de vertrouwenspersoon de klager te wijzen op
de mogelijkheid om aangifte te doen bij de politie.
87
HOOFDSTUK 7
7.1.
ONTWIKKELING VAN HET
ONDERWIJS IN DE SCHOOL
Het Onderwijs en de werkvormen
De Waterwilg is op 1 augustus 1999 ontstaan vanuit de Sint Jozefschool te Nootdorp. De eerste twee
jaren van haar bestaan heeft de school vooral gewerkt vanuit het bekende klassikale onderwijs.
Vanuit deze situatie ontstond gaandeweg een beweging om tot veranderingen te willen komen
waarbij er meer ruimte voor de ontplooiing en de eigenheid van de individuele leerling zou kunnen gaan ontstaan. Tegelijkertijd wilden wij niet de verworvenheden van het klassikale systeem
zomaar los laten.
Ten aanzien van de basisvaardigheden geven wij er de voorkeur aan de leerlingen bij hun jaargroep
te houden. Dit heeft alles te maken met het willen bewaken van het onderwijsleerproces van onze
leerlingen maar dan wel zodanig dat er meer ruimte zou gaan ontstaan voor de individuele kwaliteiten van de kinderen.
De leerstof in de groepen 3 t/m 8 wordt op jaargroep niveau aangeboden. Voor de gemiddelde
leerling verloopt daarmee het leerproces goed. Er zijn echter kinderen die extra uitdaging nodig
hebben. Voor deze kinderen wordt er gewerkt met zogenaamde verrijkingsprogramma’s. De ‘normale’ leerstof wordt in compacte vorm verwerkt en de leerlingen krijgen extra leerstof die hen
meer uitdagingen biedt.
Er zijn echter ook leerlingen die veel moeite hebben met de leerstof op jaargroep niveau. Nadat
geprobeerd is om de leerachterstanden op te heffen kan het zijn dat wij moeten concluderen dat wij
het leerprobleem moeten accepteren. Deze acceptatie leidt er dan toe dat een leerling de leerstof
aangepast en op eigen niveau krijgt aangeboden.
Voor beide situaties geldt dat de differentiatie per kind en per leerstofgebied kan verschillen,
afhankelijk van de leer- of hulpvraag van de individuele leerling.
Op deze wijze is er een onderwijsvorm ontstaan welke geworteld is in traditie met de beïnvloeding
van nieuwe inzichten en didactische werkvormen. Het geheel is een ontwikkelingsproces, waarbij
wij zeker kunnen stellen dat dit proces nog steeds in beweging is en ook wel in beweging zal blijven.
Zelfstandig werken:
88
‘Zelfstandig werken’. Deze werkwijze is inmiddels school breed ingevoerd. Na een wenperiode in
groep 1 gaan de leerlingen werken met taken die in de week afgemaakt moeten worden. Vanaf
groep 3 wordt er in alle klassen gewerkt met dag- en weektaken.
De dagtaken bestaan uit de basisstof, die door de leerlingen verwerkt dient te worden. Daarnaast zijn
er kinderen die meer of minder kunnen maken. Een deel van de weektaken valt onder de categorie
van de leerstof die tot de kerndoelen behoren. Een ander deel van deze taken is bedoeld voor de
meer begaafde leerling. Door middel van korte, effectieve instructie zorgt de leerkracht dat het
grootste gedeelte van de groep leerlingen ‘uit de voeten kan’ met de leerstof.
In de groepen 1 t/m 6 wordt ‘het stoplicht’ als hulpmiddel gebruikt bij het zelfstandig werken.
Werk dat af is wordt door de kinderen, vanaf groep 1, afgetekend op een klassikale aftekenkaart.
Vanaf groep 4 gaan de leerlingen stukje voor stukje leren om hun werk zelf na te kijken, met daarbij
uiteraard de eindcontrole van de leerkracht. Er is een doorgaande lijn van groep 4 t/m 8 op welke
wijze de leerlingen het werk nakijken en verbeteren.
Zo kijken de leerlingen in de bovenbouw in het kader van dit zelfstandig werken veel eigen werk na
m.b.v. nakijkboekjes. Hiermee controleren zij hun werk en kunnen zij direct de fouten verbeteren en
eventueel om extra uitleg van de leerkracht vragen. Ook wordt de zelfstandigheid in het nakijken
in de bovenbouw steeds meer benadrukt i.v.m. de overgang naar het Voortgezet Onderwijs. De
leerkracht controleert het gemaakte werk steekproefsgewijs.
De instructietafel:
De instructietafel is een belangrijke plek om de gelaagdheid van de diverse instructiemomenten
te realiseren. De eerste instructie wordt klassikaal aangeboden. Wanneer de groep aan het werk
is gegaan, krijgen de kinderen die extra of verlengde instructie nodig hebben deze hulp aan de
instructietafel. De grote groep kan aan het werk en de leerkracht kan onderwijs op maat geven
aan een of meerdere kinderen. Kinderen kunnen uitgenodigd worden door de leerkracht maar
kunnen op deze plek ook zelf de hulp van de leerkracht inroepen. Hulp vragen doet het kind met
behulp van een hulpvraagkaartje. Dit kaartje is aan weerszijden gekleurd. De ene kant is groen, de
andere kant is rood. Op de rode kant staat een vraagteken
en de naam van het kind. Mocht het kind tijdens het zelfstandig werken een vraag hebben, dan legt deze het kaartje
zichtbaar met de rode kant op de tafel. Alle groepen vanaf
leerjaar 3 beschikken over een instructietafel.
Het werken in hoeken:
7.2.
Werken met de Pittige Torens
Het werken in hoeken heeft een verandering qua vorm
ondergaan in de groepen 5 t/m 8. Door de aanschaf van
de methode Topondernemers (een methode voor geïntegreerd aanbod van de leerstof voor de verschillende zaakvakken) is er een verandering gekomen ten aanzien van deze
werkvorm. Leerlingen gaan in wisselende samenstellingen
samenwerken aan de hand van gerichte opdrachten. Zo
kunnen 4 leerlingen samenwerken aan een opdracht om
een PowerPoint presentatie te maken maar er kunnen ook
2 kinderen samenwerken aan gerichte zoekopdrachten.
In de groepen 3 zal de werkwijze van werken in hoeken, zoals die in de school toegepast wordt,
gehandhaafd blijven. In de groepen 4 werken de leerlingen in hoeken tijdens het leescircuit. In het
leescircuit oefenen de leerlingen niet alleen met de technische leesvaardigheid, ook maken zij kennis met het lezen en verwerken van informatieve teksten ter voorbereiding van Topondernemers.
Nieuwe Methoden en Ontwikkelingen in de school
Onderwijsvernieuwingen
De school volgt de onderwijsvernieuwingen met veel interesse. Wanneer er ontwikkelingen zijn
welke een verbetering betekenen voor het onderwijsaanbod proberen wij deze te realiseren. Onderwijsvernieuwingen brengen meestal extra kosten met zich mee, omdat er vaak nieuwe materialen
aangeschaft moeten worden die het handelen van de leerkrachten ondersteunen. Soms moeten
wij daarom, vanuit het oogpunt van kostenbeheersing, gefaseerd bepaalde methodes invoeren.
Nieuwe versie Veilig Leren Lezen
M.i.v. dit schooljaar maken wij in groep 3 gebruik van de nieuwste versie van de methode Veilig Leren
Lezen. Recente wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen hebben geleid tot een nieuwe
versie waarin een leerlijn voor technisch lezen, spelling, begrijpend lezen, woordenschat, spreken
en luisteren en leesbevordering stevig zijn verankerd. Bij de start in groep 3 kennen veel kinderen
al behoorlijk wat letters. Voor een groot deel is dat te danken aan de kleutergroepen waarin de
89
kinderen ruimschoots kennismaken met verhalen, woorden en letters. Het ene kind pikt die kennis sneller op dan het andere. In de nieuwe versie van Veilig Leren Lezen is er veel aandacht voor
zowel zwakkere lezers als vlotte lezers. Door de gehanteerde werkwijze behouden alle leerlingen
toch het gevoel bij een groep te horen.
Engels in groep 5
Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij de rol van het vak Engels steeds belangrijker
wordt, wordt er schooljaar 2014-2015 gestart met Engels in groep 5.
Technisch leesmethode groep 6
De groepen 4 en 5 hadden al een nieuwe Technisch leesmethode, het nieuwe schooljaar gaan de
leerlingen van de groepen 6 ook lezen in deze nieuwe methode. De methode sluit aan bij die van
de groepen 4 en 5.
School op ZEEF
Een nieuwe praktische verkeersmethode. Ontwikkeld vanuit de OA te Zoetermeer voor de groepen
1 t/m 6. OA Staat voor OnderwijsAdvies, de schoolbegeleidingsdienst.
Groep 8
De methode Zip wordt vervangen voor een nieuwe methode studievaardigheden: methode: Blits
Leren leren
Tijdens deze lessen die ontwikkeld zijn ter voorbereiding op de brugklas komen de volgende onderwerpen aan de orde: leerstijlen, concentratie, faalangst, plannen en organiseren, motivatie en het
ontdekken van je eigen leerstrategie.
De kinderen krijgen slimme handvatten aangereikt voor makkelijker en efficiënter leren. Ook wordt
uitgelegd welke voorwaarden er nodig zijn om te kunnen leren.
Deze lessen worden verzorgd door Juf Erna, die als gecertificeerd trainer van IK LEER LEREN! Deze
workshop geeft.
Passend Onderwijs
Het Passend Onderwijs wordt ingevoerd per 1 augustus 2015.
Digitaal Zorgsysteem
In het schooljaar 2014-2015 gaat De Waterwilg over op een nieuw systeem.
PO Vensters
Vensters PO is een project van de PO-raad waarbij cijfermatige informatie over scholen voor primair
onderwijs verzameld wordt in één systeem. Het gaat dan bijvoorbeeld om gegevens op het gebied
van onderwijsopbrengsten, leerlingenpopulatie, financiën en personeel.
Doelstelling van Vensters PO is om samen met schoolbesturen en scholen te komen tot een instrument waarmee zij de eigen organisatie professioneler kunnen besturen, opbrengstgerichter kunnen
werken en aan belanghebbenden verantwoording kunnen afleggen. Tevens kan het PO Venster
informatie voor ouders beschikbaar stellen, onder andere met het oog op schoolkeuze.
90
Vensters PO gebruikt de gegevens van DUO en de Inspectie van het Onderwijs. Voor een deel van
de indicatoren leveren scholen of besturen zelf informatie aan. Vensters PO geeft de cijfers in heldere rapportages terug aan de scholen en schoolbesturen. De scholen kunnen hun eigen resultaten
eenvoudig vergelijken met landelijke gemiddelden (benchmarken).
Ons schoolbestuur Lucas Onderwijs hecht grote waarde aan op een volledige wijze transparant zijn
voor de kwaliteit van het onderwijs op zijn scholen.
Afgelopen schooljaar hebben wij een nieuw, modern, leerlingvolgsysteem geïmplementeerd, KIJK!
Als ouder of verzorger bent u zeer betrokken bij de ontwikkeling van uw kind, en wilt u goed geïnformeerd worden. Ons uitgangspunt is dat zowel uw visie als die van de leerkracht van belang zijn
om de ontwikkeling van uw kind goed te kunnen begeleiden.
Tijdens de gesprekken in februari en juni/juli zullen wij aan de hand van de KIJK! Lijsten voor leerkracht en ouders de actuele ontwikkeling van uw kind met u bespreken. U kunt als ouders vragen
hebben over zaken waar de leerkracht geen weet van heeft
en omgekeerd kan de leerkracht iets zijn opgevallen dat voor
ouders nieuw is. Ouders en leerkracht vormen twee essentiële informatiebronnen die gezamenlijk verantwoordelijk zijn
voor opvoeding én leren.
KIJK! is een systeem waarmee de leerkracht, op basis van
haar professionele observatie, per ontwikkelingsaspect kan
aangeven in welke ontwikkelingsfase het individuele kind zich
bevindt. De leerkracht observeert het kind in verschillende
situaties en houdt rekening met de leeftijd van het kind. Het
gaat om een gemiddelde indruk over een langere periode.
Wanneer de ontwikkeling van uw kind binnen de marge
van plus en min 6 maanden rondom de kalenderleeftijd ligt
wordt dit beschouwd als ‘gemiddeld’. Kleuters ontwikkelen
zich sprongsgewijs, op deze manier wordt hiermee recht
gedaan aan de specifieke wijze van ontwikkelen van jonge
kinderen.
In samenhang met de basiskenmerken van het kind, de betrokkenheid en eventuele risicofactoren
ontstaat dan een compleet beeld van de ontwikkeling. Aan de hand hiervan maakt de leerkracht
keuzes op pedagogisch, didactisch en organisatorisch gebied.
Onderstaande informatie geeft u een beeld van wat bedoeld wordt met de basiskenmerken van
het kind, de betrokkenheid en eventuele risicofactoren.
De leerkracht observeert de basiskenmerken van een kind. Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich
goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig naar de wereld om hem heen. Nieuwe
dingen schrikken hem niet af, maar zijn juist interessant en vormen een uitdaging om spelenderwijs
te ontdekken en te ervaren. Voorbeelden van wat de leerkracht observeert is of een kind zelf keuzes
durft te maken en of het meedoet met een kringgesprek.
De leerkracht observeert de betrokkenheid van het kind. Dat zegt iets over de mate waarin een kind
geboeid is, vol overgave bezig is. Het richt alle aandacht op de bezigheid van dat moment en vergeet
als het ware de tijd en de wereld om zich heen. Het kind is gedreven om ergens greep op te krijgen,
iets voor elkaar te krijgen. Deze gedrevenheid komt voort uit een natuurlijke nieuwsgierigheid. Een
kind dat betrokken bezig is, ontwikkelt zich. Een voorbeeld van wat de leerkracht beoordeelt is of
een kind enthousiast reageert bij een activiteit, opdracht of spel.
De leerkracht observeert opvallende kenmerken. Sommige kenmerken in het doen en laten van
kinderen zijn zo sterk en overheersend aanwezig datzij een voorspoedige ontwikkeling bemoeilijken
of zelfs in de weg staan. Voorbeelden hiervan zijn impulsiviteit, passiviteit, gebrekkige analyse en
structurering (moeite met het ordenen en verwerken van informatie), moeite met het toepassen
van het geleerde in nieuwe situaties of snel vermoeid zijn.
Keuzebord
Kleuterleerlingvolgsysteem
91
Daarnaast observeert de leerkracht nog 17 andere ontwikkelingsaspecten van het kind.
Sociogram en KanVAS: Kanjer Volg- en Advies Systeem
Iedere school volgt de ontwikkeling van zijn/haar leerlingen om indien nodig extra zorg te kunnen
bieden. Dit geldt niet alleen voor de leergebieden zoals rekenen, lezen en spelling maar ook voor het
welbevinden van uw kind. Het welbevinden wordt voor een belangrijk deel gevormd door gevoelens
over de eigen sociale competentie. Een sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem stelt ons in staat het
welbevinden van uw zoon/dochter te volgen. Een sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem maakt
een onderdeel uit van pest-preventie.
In het schooljaar 2012-2013 zijn wij overgestapt van de SCOL (Sociale Competentie Observatie Lijst)
naar KanVAS en sociogram behorende bij de door ons op school gehanteerde methode Kanjertraining (zie ook hoofdstuk 2).
Het KanVAS bestaat uit drie onderdelen:
1. Kanjervragenlijst voor leerkrachten (groep 1-8)
2. Kanjervragenlijst voor leerlingen (groep 5-8)
3. Sociogram (groep 5-8)
Het KanVAS wordt twee keer per jaar afgenomen bij zowel leerkrachten als leerlingen. Meestal
vindt dit plaats in november en mei.
De vragenlijst voor leerkrachten bestaat uit 10 basisvragen die uitgebreid kan worden als daar reden
toe is. De vragenlijst voor leerlingen bestaat uit 59 vragen. Bij de kanjervragenlijst voor leerlingen
geven de leerlingen aan hoe zij hun sociaal functioneren in de klas ervaren. Deze vragenlijst wordt
individueel digitaal afgenomen.
In de vragenlijsten wordt onderscheid gemaakt in externaliserend gedrag (naar buiten gericht
gedrag) pro sociaal gedrag (hulpvaardig), internaliserend (depressieve) gevoelens en de motivatie
of de wil om externaliserend gedrag te laten zien.
Het sociogram maakt de vriendschapsbanden in de klas zichtbaar.
De resultaten van de vragenlijst en/of sociogram worden besproken met de intern begeleider en
kanjercoördinator. Het KanVAS stelt de leerkracht in staat om de leerling beter te begrijpen, te
begeleiden en te ondersteunen in het sociaal functioneren in de klas. Zo kan de leerkracht zijn/
haar pedagogisch handelen af te stemmen op de behoefte van een leerling. Soms resulteert dit
in een groepsaanpak en zal de leerkracht bijvoorbeeld bepaalde oefeningen van de kanjertraining
extra inzetten. Soms is een individuele aanpak nodig. Wanneer dit het geval is dan worden ouders
uitgenodigd voor een gesprek. Vaak wordt gekozen voor een ouder-kindgesprek. Ook kan de uitslag
van KanVAS leiden tot interventie van de kanjercoördinator.
Peuterestafette
De peuterestafette is een overdrachtsinstrument waarmee de overgang van peuterspeelzaal en
kinderdagverblijf naar de basisschool kan worden vergemakkelijkt. Het beoogt de samenwerking
tussen voorschool en basisschool te versterken, zodat het kind snel kan wennen op de basisschool.
In de peuterestafette worden observaties van individuele peuters op een tweetal momenten in de
voorschoolse periode vastgelegd. Deze estafette gaat met het kind ‘mee’ naar het basisonderwijs.
92
De peuterestafette is in samenwerking met de Stichting Pepijn door de gemeente Pijnacker- Nootdorp gestart. De bedoeling is dat op termijn, niet alleen de peuterspeelzalen maar ook de centra
voor kinderopvang mee gaan doen, zodat de ontwikkeling van alle peuters in de voorschoolse
situatie in kaart wordt gebracht.
Adoptiegroepen
FLL team in Delft
Adoptiegroepen zijn twee klassen, die gedurende een geheel schooljaar met elkaar samenwerken. Elkaar helpen, ondersteunen en samenwerken is het doel van deze werkvorm. Niet alleen
de leerlingen werken samen, maar ook de leerkrachten doen dit. Het nut van samenwerken valt
te verdelen in twee componenten, te weten: cognitief en sociaal. Bij het verwerven van leerstof
kan samenwerking met een leerling uit een andere leeftijdsgroep effectief zijn. De jongere leerling
profiteert van de kennis en vaardigheden van de oudere leerling en de oudere leerling consolideert
zijn reeds verworven kennis en vaardigheden en leert een stukje verantwoordelijkheid voor een
jonger kind te nemen.
Voor onze leerlingen zijn bovenstaande vaardigheden vertaald naar: ‘leren je gedrag, houding en
taalgebruik af te stemmen op een ander’.
Zoals al eerder genoemd is deze werkvorm ook voor leerkrachten bedoeld. Leerkrachten maken gebruik van elkaars
kwaliteiten en ondersteunen elkaar daar waar zij dat mogelijk en/of nodig achten. Zo kunnen leerkrachten (een dagdeel) van klas wisselen, elkaar observeren en coachen. De
leerkrachten zijn vrij in de te ondernemen activiteiten met
de adoptiegroep. Wij hebben afgesproken dat tenminste
vier maal per schooljaar een activiteit met de adoptiegroep
wordt ondernomen. Dit kunnen er ook meer zijn. Zo werken sommige groepen wekelijks samen, bijvoorbeeld als dit
gecombineerd wordt met het tutorlezen.
Bij tutorlezen leest een jonger kind onder begeleiding van
een ouder kind. Op De Waterwilg gaan de adoptiegroepen
o.a. aan de slag met tutorlezen. De helft van de groep gaat
naar het lokaal van de adoptiegroep, de andere helft van
de groep blijft in het eigen klaslokaal en ontvangt de helft van de adoptiegroep. In duo’s lezen de
kinderen op de manier van ‘voor, koor en door’ . Een ouder kind leest een stuk tekst voor, dan lezen
de 2 kinderen de tekst samen (koor) en daarna wordt de tekst hardop door het jongere kind zelf
gelezen. Het tutorlezen vindt wekelijks plaats.
First Lego Leaque
De Lego League (FLL) is een wedstrijd die jongeren tussen 10 en 15 jaar uitdaagt om de maatschappelijke rol van techniek en technologie te onderzoeken aan de hand van verschillende opdrachten.
De opdrachten worden elk jaar opgehangen aan een thema en gedefinieerd in de jaarlijks wisselende
‘Challenge’. De kinderen werken in teams van maximaal tien deelnemers om de opdrachten zo goed
mogelijk te vervullen en laten het resultaat zien tijdens regionale en nationale finales
Gedurende het hele project zullen de teams werken volgens spelregels van de FLL.
Ontwerp, bouw- en programmeer een robot
De teams moeten een volledig autonome robot ontwerpen, programmeren en bouwen. Daarbij
maken zij gebruik van het LEGO MINDSTORMS NXT system met de bijbehorende flow control
software van Labview.
Met deze robot moet tijdens de finaledagen wedstrijden worden gespeeld op een opdrachtenparcours,
waarbij punten te verdienen zijn. Het parcours is zo ontworpen dat beginnende teams vrij eenvoudig
punten kunnen halen. Voor gevorderde teams is het echter wel moeilijk om alle punten in de wacht
te slepen. Afgelopen schooljaar werd het team van De Waterwilg tweede bij de Regio finale te Delft.
Bij de landelijke finale te Utrecht bereikte het team met als naam de Red Tornado’s de zesde plaats.
93
Voer je eigen onderzoek uit en presenteer de resultaten
De First Lego League is meer dan alleen een robotwedstrijd. Elk team voert binnen het jaarlijkse
thema een eigen onderzoek uit over de maatschappelijke rol van techniek en technologie en presenteert de uitkomst tijdens de regionale en landelijke finale. Bij het uitvoeren van het onderzoek
wordt van de kinderen verwacht, datzij zelf initiatief nemen en met behulp van verschillende bronnen op zoek gaan naar een probleem, waar huidige wetenschappers en ingenieurs vandaag de dag
mee te maken hebben. Vervolgens moeten de kinderen zelf op zoek naar een creatieve oplossing,
diezij vervolgens presenteren op de finaledagen.
First Lego League (FLL) Benelux
De FLL wordt in de Benelux gecoördineerd door Stichting Techniekpromotie. De teamwerving en
organisatie van regionale finales is in handen van de Stichting Techniekeducatie Delft in samenwerking met de TU en het Science Center te Delft.
Thema 2014/2015 World Class
Thema voor het seizoen 2014/2015 is World Class. De wereld verandert snel en de manier waarop
wij leren moeten wij daarop aanpassen. Kinderen gaan nadenken over hoe het onderwijs er in de
toekomst uit zou moeten zien. Voorbeelden: Hoe ziet het klaslokaal van de toekomst eruit? Wat is
de toekomst van het boek? Hoe zal het gebruik van (digitale) leermiddelen zich ontwikkelen? Hoe
is het onderwijs in andere landen geregeld?
Komt er een totaal nieuwe vorm van onderwijs? Hoe willen de kinderen in de 21ste eeuw leren?
Hoe wil jij les krijgen, welke kennis graag opdoen en welke vaardigheden vind je absoluut nodig?
Zo geeft een team vorm aan het onderwijs van de toekomst! Het team van de Waterwilg gaat de
uitdaging aan.
Het team bestaat uit 10 leerlingen. De leerlingen van groep 8 krijgen daarbij een voorlichting wat
het werken in het team inhoudt. Hierna kunnen zij solliciteren. Zij moeten daarin aangeven, waar zij
goed in zijn; b.v. robot bouwen, programmeren, onderzoeken, presenteren etc. De directeur doet
de selectie in overleg met de groepsleerkrachten van groep 8. Het team oefent elke vrijdagavond
o.l.v. van onze coach: Toon Verwijmeren met daarbij hulp van ouders. De naam van ons team is op
dit moment nog niet bekend..
De wedstrijd vindt plaats op 13 december 2014. Het Science Center te Delft stelt wederom de
locatie beschikbaar.
7.3.Rapporten
De ontwikkeling van kleuters wordt vastgelegd middels zogenaamde KIJK! Lijsten door zowel leerkrachten als ouders. De lijsten maken onderdeel uit van ons nieuw observatiemodel voor kleuters,
KIJK! Voor alle kleuters wordt de ontwikkeling twee keer per jaar vastgelegd, ook zij krijgen een
rapport.
94
De leerlingen van de groepen 3 t/m 7 krijgen 3 keer per jaar een rapport. Er wordt beoordeeld
met cijfers en waarderingen. Alleen de leerstofonderdelen voor taal, spelling, lezen, rekenen en
topografie worden beoordeeld met een cijfer. In groep 3 wordt alleen gewerkt met waardering
(M, V, RV, G)
De leerlingen van de groepen 8 krijgen twee rapporten. De leerlingen zullen het eerste rapport
begin december ontvangen en het tweede rapport komt aan het einde van het schooljaar.
De normering is aangegeven op het rapport. De cijferwaardering wordt afgeleid van de resultaten
welke de kinderen behalen op de methode gebonden toetsen en het gemaakte werk in de klas.
De cijfers op een rapport kunnen enigszins schommelen, omdat een kind niet ieder trimester eenzelfde gemiddelde haalt. Indien er sprake is van een sterke daling zullen wij altijd naar de oorzaak
hiervan gaan zoeken.
De Citoresultaten worden niet verwerkt in het rapportcijfer. Wel gebruiken wij de Cito-gegevens
als tweede gegeven naast de cijferwaardering.
In de groepen 3 t/m 8 vindt u de prestaties op de verschillende Cito-toetsen terug in het rapport.
De ouders van de leerlingen van groep 2 ontvangen op de tafeltjesavond een uitdraai van de
resultaten op de Cito-toetsen. De prestaties op de Cito-toetsen staan niet in het rapport vermeld.
7.4.
Resultaten van het onderwijs
Onderwijs Inspectie op De Waterwilg
Wandelen voor Water
Dinsdag 6 september 2011 heeft De Waterwilg bezoek
gehad van dhr. De Heer, inspecteur van het onderwijs. Dit
bezoek was een zogenoemd 4-jaarsbezoek. Een 4-jaarsbezoek vindt plaats als een school een basisarrangement heeft
gekregen. Scholen in een basisarrangement zijn scholen die
naar verwachting presteren.
Het inspectiebezoek bestaat uit een gesprek met de intern
begeleiders en de directie van de school. Centrale gespreksonderwerpen bij dit bezoek zijn: de (leer)opbrengsten, de
interne leerlingenzorg en begeleiding en de kwaliteitszorg.
De inspecteur startte zijn bezoek om 13.00 uur met een
informatief gesprek over de groei en bloei van De Waterwilg over de afgelopen periode. Daarna
werd de tijd benut om in te lezen.
Belangrijke documenten daarbij zijn:
De tussenopbrengsten van de toets gegevens van Cito, het groepsplan als document
het onderwijs zorgprofiel, het jaarplan, het schoolplan 2008- 2012, het beleidsstuk meer- en hoogbegaafde leerlingen en de schoolgids.
Na het inlezen was er een overleg aangaande de tussenopbrengsten. Deze tussenopbrengsten
laten zien hoe op de verschillende leerstofgebieden en in de afzonderlijke jaargroepen gepresteerd
wordt. Ook wordt er gekeken naar de eindopbrengsten van de school, die af te lezen zijn uit de
prestaties van de leerlingen op de Eindtoets. De school scoort de afgelopen jaren goed en stabiel.
Hierna volgde een rondleiding door het gebouw. Na de rondleiding gaf dhr. De Heer zijn positieve
indruk over de rust en sfeer van de school. Vervolgens werden groepsplannen en individuele handelingsplannen besproken. Van te voren was aangegeven welke dhr. De Heer wilde inzien. Hij heeft
kennis genomen van een aantal gedrags-handelingsplannen, handelingsplannen voor rekenen en
lezen en van groepshandelingsplannen.
Groepsmappen werden besproken en tal van dossiers kwamen er op tafel.
Eindconclusie: De inspectie is zeer tevreden over onze kwaliteitszorg, de eindopbrengsten en de
interne leerlingenzorg.
Het inspectierapport vindt u op onze site.
95
Cijfers over specifieke zorg
Uitgaande van 628 leerlingen, die er bij ons op school bij aanvang van het nieuwe schooljaar zijn,
kunnen wij aangeven, dat ongeveer 10% van onze leerlingen op jaarbasis wordt doorgesproken met
de intern begeleider. Uiteindelijk krijgt ongeveer 5% van deze leerlingen extra begeleiding. Deze
begeleiding wordt in de meeste gevallen gegeven door de groepsleerkracht.
Doublure: Soms komt het voor dat er een leerling doubleert. Per jaar doubleert 1-2% van de leerlingen. In principe kunnen leerlingen niet vaker dan 1 keer doubleren. Wel kan het zo zijn dat een
leerling nogmaals groep 2 volgt maar hier wordt dan niet gesproken over een doublure.
In het kader van ‘Weer Samen Naar School’ hanteert het ministerie van OCW de zogenaamde
2% norm aangaande doorverwijzing naar het speciaal onderwijs. De Waterwilg heeft een lager
verwijzingspercentage.
Cijfers over de vorderingen
De Waterwilg heeft het CITO Leerling en Ontwikkelingsvolgsysteem (LOVS). Dit volgsysteem biedt
de school inzicht in de vorderingen van de individuele leerlingen, de groep, maar ook de school.
Schoolverlaters schooljaar 2013-2014
Richting
Aantallen
VMBO-B lwoo
3
VMBO-B
0
VMBO-K lwoo
1
VMBO-K
3
VMBO-K/T
4
VMBO-T
15
VMBO-T/HAVO
6
HAVO
21
HAVO-VWO
10
VWO
34
Totaal
97
Cito eindscore De Waterwilg 538,9. De landelijke gemiddelde score is 534,4.
Globaal kunnen de adviezen gekoppeld worden aan de vijf verschillende prestatieniveaus:
o Niveau I
VWO
o Niveau II
HAVO
o Niveau III
VMBO-T
o Niveau IV
VMBO-K
o Niveau V
VMBO-B
Toch blijft het nog altijd maatwerk om een leerling een goed advies te geven, omdat er meestal
verschillen zijn op de diverse leerstofonderdelen en kinderen vrijwel nooit helemaal netjes in een
niveau zitten.
96
Het LOVS wordt ook gebruikt voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs. Wij maken gebruik van
de toetsen voor begrijpend lezen, rekenen en wiskunde, spelling en technische leesvaardigheid.
Aan het einde van groep 7 wordt de Entreetoets voor groep 7 afgenomen. De resultaten ervan
worden aan het begin groep 8 met de ouders besproken. In groep 8 maken de leerlingen de Cito
eindtoets voor het basisonderwijs.
Cito-LOVS en advisering Voortgezet Onderwijs
De toetsgegevens van het leerlingvolgsysteem zijn het tweede gegeven bij de advisering ten aanzien van het vervolgonderwijs. CITO laat de meerjarige en doorgaande ontwikkelingslijn voor de
verschillende leerstofgebieden zien. Leerlingen die overeenkomstig Niveau III presteren, volgen de
leerontwikkeling van een gemiddelde leerling op leerjaarniveau.
Naar welke scholen gingen zij?
08-’09
‘09-’10
’10-’11
‘11-’12
’12-’13
’13-‘14
Montaigne Lyceum, Nootdorp
1
3
2
3
3
10
St. Maartens College, Voorburg
9
8
12
7
4
15
Stanislas College, Pijnacker
22
27
34
47
37
40
Stanislas College, Delft
1
3
0
0
2
2
Lyceum Ypenburg, Den Haag
8
2
4
5
13
9
Veurs College, Den Haag (L’veen)
0
0
0
0
0
0
Veurs College, Voorburg
1
0
0
2
0
0
Het Loo, Voorburg
0
0
0
0
0
0
Gymnasium Novum, Voorburg
2
0
1
1
0
4
Maerlant Lyceum
0
0
0
0
0
0
Dalton Lyceum, Voorburg
2
2
0
2
1
0
Grotius College, Delft
0
0
0
0
0
0
Zandvlietcollege, Den Haag
0
0
0
0
0
0
Wellant College, Den Haag (Westvliet)
4
4
5
2
1
4
’s Gravendreef College, Den Haag
11
7
14
8
5
10
Koninklijk Conservatorium, Den Haag
0
1*
0
0
0
0
Erasmus College, Zoetermeer
1
0
0
0
0
0
Oranje Nassau College, Zoetermeer
1
0
0
0
0
0
Stedelijk College, Zoetermeer
1
1
0
0
1
1
SGM, Rotterdam
0
0
0
0
0
0
Wolfert Dalton, Bergschenhoek
1
1
0
0
0
0
Johan de Witt Media College (DH)
0
1
0
0
0
0
College St. Paul, Den Haag
0
1
0
0
0
0
De Piramide, Den Haag
0
1
0
0
0
0
Melanchthon Berkroden (Berkel)
0
0
1
0
0
0
Westerbeek College, Den Haag
0
0
0
0
0
0
Francois Vatelschool
0
0
0
0
0
0
Veurs Lyceum Leidschendam
0
0
1
0
0
0
School in het buitenland
0
0
1
0
0
0
Corbulo Voorburg
0
0
1
0
0
0
Grotius Kopklas Delft
0
0
1
0
0
0
Luzac College
0
0
0
0
1*
0
Haags Montessori Lyceum
0
0
0
0
0
1
Segbroek College-Klaverstraat
0
0
0
0
0
1
Totaal
65
62
75
81
68
97
*leerling groep 7
97
7.5.Kwaliteitsverbetering
Beginnende geletterdheid
In de groepen 1 en 2 is met het doorvoeren van de leerlijn beginnende geletterdheid een belangrijke
aanzet gegeven voor kwaliteitsverbetering van het taalonderwijs aan de kleuters. De leerkrachten
werken aan belangrijke tussendoelen (markeringspunten) op de leerlijn beginnende geletterdheid.
Door ‘kleutervriendelijke’ werkwijzen in te zetten zoals o.a. klankgebaren en een letter (ABC)muur
wordt spelenderwijs gewerkt aan de ontwikkeling van geletterdheid.
De Tussendoelen voor Beginnende Geletterdheid zijn bedoeld om meteen vanaf groep 1 het taalonderwijs kwalitatief te verbeteren door kinderen actief te laten omgaan met gesproken èn met
geschreven taal. Deze tussendoelen passen in een onderwijsvisie, die uitgaat van zowel de noodzaak
van zelfontdekkend leren, als van de noodzaak van gericht en systematisch aanbod en instructie
voor bepaalde onderdelen zoals conventionele spelling.
Werken aan beginnende geletterdheid is vernieuwend, omdat wij breken met de in Nederland
gevestigde tradities. Die luiden: kleuters moeten spelen, bewaar het lees- en schrijfonderwijs voor
groep 3 en begin dan met alle kinderen tegelijk. Uit onderzoek is gebleken dat kleuters die expliciete
instructie krijgen in de klankstructuur van de taal en tegelijkertijd de bijbehorende letters aangeboden krijgen, minder moeite blijken te hebben met leren lezen en op den duur de betere lezers zijn.
De leerkrachten zijn van mening, dat de kinderen zo op een speelse manier gevoelig worden voor
zoiets abstracts als vormaspecten van taal. Zij doen dit binnen de kaders van interactief taalonderwijs. Daarbij is de instructie ingebed in activiteiten, die betekenis hebben voor de kinderen. Het
thematisch werken op De Waterwilg biedt volop betekenisvolle contexten. De kinderen leren onder
invloed van het (voorbeeld)gedrag van de leerkracht en in interactie met hen in echte taalgebruikssituaties (bijvoorbeeld ‘de winkel’). De kinderen worden gestimuleerd zelfstandig een probleem op
te lossen: ‘Wil jij ‘voor mama’ schrijven, kijk maar op de lettermuur of je een letter kunt vinden’.
Met het doorvoeren van de tussendoelen beginnende geletterdheid, is de kwaliteit van het taalonderwijs in de kleuterbouw op basisschool De Waterwilg verbeterd. De leerlijn is geconcentreerd rond
10 tussendoelen, 7 beschrijven de ontwikkeling van beginnende geletterdheid in de kleuterperiode.
Signaleren leesrisico leerlingen in de kleutergroepen:
Om kinderen die zwak zijn op het gebied van beginnende geletterdheid zo vroeg mogelijk te kunnen
signaleren maken wij gebruik van toetsen uit het protocol leesproblemen & dyslexie (katern voor
groep 1-2). Daarnaast maakt de intern begeleider gebruik van toetsen uit het toets pakket beginnende geletterdheid. Daarmee kunnen wij kinderen in groep 1 en 2 opsporen die gevaar lopen om
in groep 3 leesproblemen te krijgen. Er zijn toetsen voor de belangrijkste aspecten van beginnende
geletterdheid, namelijk: woordenschat, fonologisch bewustzijn (besef van klanken), letterkennis,
benoemsnelheid (het snel benoemen van visuele symbolen zoals cijfers en letters).
Wanneer uit de toetsen blijkt, dat gerichte hulp wenselijk is, wordt u hierover geïnformeerd. De
leerkracht zal in de klas starten met het bieden van effectieve hulp (aan de hand van een gestructureerd programma), zodat het kind zich in de goede richting kan ontwikkelen.
Onderwijs aan meer- en hoogbegaafde leerlingen
98
Op De Waterwilg willen wij ook zorg bieden aan kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. In
eerste instantie krijgen deze kinderen binnen hun eigen jaargroep verbredings- en/of verrijkingsactiviteiten aangeboden in combinatie met het compacten van één of meer vakgebieden.
Sinds het schooljaar 2010-2011 is er op De Waterwilg een interne Plusklas: de Kangoeroegroep. Doel
van deze groep is om leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong onderwijs op maat te bieden, deze
leerlingen meer differentiatie en verrijking aan te bieden, deze leerlingen te laten samenwerken met
ontwikkelingsgelijken, de eigen leerkracht te ontlasten en de groep te integreren binnen De Waterwilg.
In deze groep zitten leerlingen die extra uitdaging aan kunnen, buiten het normale werk van de
eigen groep.
De leerlingen komen één dagdeel (1½ uur) in de 2 weken naar de Kangoeroegroep, samen met
andere leerlingen van hun eigen leerjaar. De lessen zijn op de maandag o.l.v. Mandy Binkhorst of
Jolijn van Zanten. In de Kangoeroegroep wordt gewerkt aan aparte opdrachten en daarnaast krijgen
de leerlingen pluswerk mee naar de klas. Het is de bedoeling dat de leerlingen deze opdrachten
zelfstandig verwerken binnen het lesrooster. De reguliere leerstof wordt door de eigen leerkracht
aan de leerlingen in compacte vorm aangeboden. Dit betekent dat de leerlingen nieuwe leerstof
minder hoeven te oefenen en te herhalen dan in het reguliere lesprogramma. In de overgebleven
lestijd werken de leerlingen zelfstandig aan de opdrachten van de Kangoeroegroep.
Protocol Dyslexie
Het Protocol is gemaakt in opdracht van het Samenwerkingsverband en in samenwerking met de collega-scholen
van het samenwerkingsverband en het HCO (Haags Centrum
voor Onderwijs).
Clinics/Workshops
Mad Science
Afgelopen schooljaar heeft De Waterwilg samen met externe
partijen clinics/workshops aangeboden. Zo konden kinderen
meedoen met een Techniek workshop die verzorgd werd
door Mad Science. Ook konden kinderen meedoen met
de workshops dans en karate. Voor de clinics/workshops
wordt een vergoeding gevraagd. Voor dit schooljaar zullen
wederom nieuwe clinics/workshops, na schooltijd, aangeboden worden. Naast techniek en sport clinics/workshops
oriënteren wij ons ook op andere clinics/workshops (natuur
en cultuur). De clinics/workshops vinden na schooltijd op verschillen dagen plaats.
99
HOOFDSTUK 8
8.1.
Diversen
Gevonden Voorwerpen
Het kan gebeuren dat uw kind iets kwijt raakt. In eerste instantie kunt u dan de leerkracht benaderen. Het komt echter ook regelmatig voor, dat sommige spullen pas weken later gemist worden.
De gevonden voorwerpen worden verzameld op een centrale plaats. Deze centrale plaats is de
Reproruimte van het hoofdgebouw en de Teamkamer van de Buis. Kleine voorwerpen, zoals sleutels,
sieraden en andere kostbaarheden, worden op de administratie verzameld.
8.2.
Surveillance op de speelplaats en regels speelplaats
Bij het buitenspelen in pauzes gaat altijd de eigen groepsleerkracht mee.
De groepen gaan niet allemaal tegelijk naar buiten.
De deuren van de school gaan bij aanvang eerder open. Er is op De Waterwilg geen pleinwacht
voor en na schooltijd. Wij merken, dat leerlingen steeds vroeger naar school komen, vooral tussen
de middag, wanneer de overblijf gebruikt maakt van de schoolpleinen is dit niet prettig. Er staat
bij elke deur iemand van de school.
Stepjes, skeelers, waveboarden, skateboarden, space scooters en dergelijke brengen de veiligheid
in gevaar en zijn niet toegestaan. Fietsen op de speelplaats kan helaas ook niet. Aan ouders vragen
wij om de fietsen en of bakfietsen aan de zijkant op de speelplaats te parkeren. Ook willen wij aan
ouders vragen geen hond mee te nemen op het schoolplein. Vooral onze jongere leerlingen vinden
blaffende honden niet altijd plezierig. Een hond mee de school in nemen is niet toegestaan.
Veel leerlingen van de school komen op de fiets. Wij willen het parkeren van de fietsen graag
stroomlijnen en hebben vaste afspraken voor het parkeren van de fietsen.
De leerlingen van de groepen 7 en 8 mogen gebruik maken van de fietsenrekken bij SV Nootdorp.
De leerlingen van de groepen 5 en 6 hebben een eigen fietsenstalling bij het gebouw van de
dependance.
De leerlingen van de groepen 3 en 4 parkeren de fietsen in de fietsenrekken langs de ramen van
kamers van de directie en de IBers. De leerlingen van de groepen 1 en 2 parkeren de fietsen langs
de ramen van de 2 kleutergroepen.
8.3.Verkeersveiligheid
100
In het kader van wijkgericht werken (Leefbaarheid plan Kern Nootdorp en de daaraan hangende
uitvoeringsplannen, met het doel om de leefbaarheid in Nootdorp te behouden en waar nodig te
verbeteren) heeft de Gemeente bij monde van de wijkmanager Leen Sinteur contact gezocht met
de school. De vraag in deze was om een pakket aan maatregelen te willen ontwikkelen om de verkeerssituatie rond De Waterwilg voor schoolgaande kinderen, hun begeleiders en omwonenden te
verbeteren. Dit kunnen maatregelen zijn in de openbare ruimte, zoals bijvoorbeeld snelheid beperkende maatregelen, leuke (met spelaanleidingen) looproutes, bebording of een oversteekplaats.
Het wijkgericht werken richt zich tot de straten rondom De Waterwilg. Daarnaast wordt er gekeken
naar maatregelen, die het gedrag positief beïnvloeden. Hiervoor kijken wij naar een breder gebied.
In het kader hiervan was er een werkgroep opgericht. De werkgroep heeft veel bereikt. Er is afgesproken dat de werkgroep niet meer zo frequent bijeenkomt, maar dit op afroep gaat doen.
Verzoek
Bij slecht weer worden veel leerlingen met de auto gebracht. Auto’s worden geparkeerd, waar dit
niet is toegestaan. Wij maken u er op attent dat de politie regelmatig controleert.
Bij mooi weer komen veel ouders met de fiets. Wilt u zo vriendelijk zijn de fiets niet te parkeren
op de stoep langs de parkeerplaats, maar langs het hek. Is er geen plaats meer, dan kunt u uw fiets
tijdelijk parkeren op de speelplaats. Fietsen op de speelplaats is niet toegestaan. Ook balspelen,
zoals voetballen en basketballen op de speelplaats zijn niet toegestaan 30 minuten voor aanvang
van de school en 15 minuten nadat de school uit is.
8.4.Sponsoring
8.4.1.
Ganda Primaryschool
Het Ministerie van Onderwijs heeft samen met zestien
organisaties een convenant gesloten waarin afspraken voor
sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant is niet bedoeld om sponsoring te
bevorderen of te bestrijden. Het bevat gedragsregels die
scholen als richtlijnen kunnen gebruiken bij hun sponsorbeleid. De regels geven aan waarop scholen moeten letten,
waar sponsors aan gebonden zijn, waar valkuilen zijn en hoe
scholen inspraak van ouders en leerlingen over sponsoring
moeten organiseren. Die richtlijnen zijn vastgelegd in een
brochure. Deze brochure geeft onder andere richtlijnen uit
dit sponsorconvenant weer. Ook wordt beschreven aan
welke wettelijke voorwaarden sponsoring op school moet voldoen. Daarnaast bevat de brochure
een checklist met praktische tips die kan worden gebruikt bij het afsluiten van een sponsorovereenkomst.
Het bestuur van Lucas Onderwijs en de Medezeggenschapsraad van De Waterwilg conformeren
zich aan het convenant en aan wat in de brochure is opgenomen. Mocht u iets willen ondernemen
vanuit uw bedrijf, dan stellen wij het op prijs wanneer u van tevoren altijd contact opneemt met
de directie. Dit geldt ook voor schenkingen c.q. donaties die u aan De Waterwilg zou willen doen.
Indien personen, bedrijven en/of instanties de school sponsoren wordt dit vermeld in de Nieuwsbrief.
Aan het verlenen van sponsoring kunnen geen rechten worden ontleend in welke vorm dan ook.
Het Keniaproject
Op 12 juli 2002 gaf De Waterwilg het startsein voor het Keniaproject. Het ondersteunen van de
Gandaschool. Wij hebben voor dit project gekozen, omdat wij onze leerlingen ervan bewust willen maken dat er veel kinderen op de wereld zijn, die het niet zo goed hebben als wij. Een van de
rechten van het kind is het krijgen van onderwijs. In veel landen van de wereld is dit niet het geval.
De Waterwilg participeerde in 2002 in het Verkaartproject, een initiatief van het Haagse echtpaar
Jan en Ans Verkaart. Het project sprak ons aan, omdat er een directe binding is met de school en
er lage overheadkosten in het Verkaartproject waren.
Het Verkaart Development Project heeft een ontwikkeling doorgemaakt. De initiatiefnemers Ans
en Jan Verkaart gaven aan dat zij gezien hun leeftijd, zich niet meer zo intensief konden in blijven
zetten, zoals zij dat graag wilden.
De lagere scholen, de zgn. Primary schools zijn vanaf juni 2007 zelfstandig doorgegaan. De primary
101
schools vallen nu onder een nieuwe stichting Tenda Pamoya Primary Education. Tenda Pamoya
betekent: samenwerken.
De nieuwe stichting neemt vele dingen van de Verkaart organisatie mee, maar ziet ook de mogelijkheid om nieuwe dingen te verankeren. Daarbij wordt er nog meer beschreven en gedaan vanuit de
leefwereld in Kenia. Onderwijs, Gezondheid en lokale economie zijn de pijlers.
De MR en de OV hebben de formule van de nieuwe stichting onderschreven, zodat wij als De
Waterwilg kunnen doorgaan met het werk op de Ganda school.
De nieuwe stichting heeft een bestuur, bestaande uit mensen die de afgelopen jaren vaak in Kenia
zijn geweest en die allen een school in Kenia mentoren of sponsoren. Ook heeft de stichting Keniaanse werknemers in dienst zoals Samson Ndengwa, een oud hoofdonderwijzer. Hij is de schakel
tussen de scholen en de sponsoren. Daarnaast is er Samuel Nyawa voor de bouwtechnische zaken
en Susan Mutinde, voorkomend uit het Makenaproject voor de vrouwenzaken.
De Waterwilg betaalt, gelijk alle andere sponsoren aan de stichting € 500,- (zie www.tendapamoja.nl).
De sponsoring is daarbij een samenspel. In het verleden werden grote zaken volledig gesponsord,
zoals het bouwen van de lokalen, de toiletten, de waterputten en het meisjeshuis. Projecten die
nu gerealiseerd worden, gaan op basis van commitment. De ouders van de Ganda school doen
daarbij ook hun bijdrage. Belangrijk is dat er met elkaar afspraken gemaakt worden. Hieronder
wordt ingegaan op oude afspraken en nieuwe afspraken.
Blijvende afspraken Gandaschool
• Het onderhouden van het meisjeshuis. In het huis wonen 5 meisjes, die op voorspraak van het
oudercomité geselecteerd zijn. Zij ondersteunen in de groepen en volgen in de vakantie een
opleiding. Deze opleiding geeft de meisjes de mogelijkheid om een studie tot leraar te starten.
Het huis geeft de meisjes de zekerheid van een onderkomen.
• Het onderhouden van het schoolgebouw, het meisjeshuis, de shade en de watertanks.
• Financieel ondersteunen van één leerkracht werkzaam in de Kindergarten.
• Onderhouden van frequente contacten tussen sponsor, werknemer in Kenia en de Gandaschool.
• Stand van zaken bijhouden aangaande Safety and Health en het up to date houden van de First
Aid kit.
• Extra lessen voor de leerlingen na schooltijd en op zaterdag.
Nieuwe afspraken voor de Gandaschool
• Sponsoring van een mannelijke leerkracht ter versterking van het team.
• Sponsoring van de beste leerling van de school, zodat deze naar het Voortgezet onderwijs kan.
• Kleine watertanks met taps bij de lokalen.
Naast de Gandaschool, waar al heel veel gerealiseerd is, heeft De Waterwilg sinds 2012 in Kenia een
nieuwe sponsorschool, de Dzomboschool. Op deze school moet nog veel gerealiseerd worden. Wij
richten ons daarbij op kleinschaligere projecten: Bouw van toiletgroepen, solarlampen, meubilair
voor een groep en de start van een vrouwengroep. Het doel van een vrouwengroep is om de situatie van de vrouwen en hun families te verbeteren. In een groep zitten 20 vrouwen, die dankzij het
krijgen van een krediet een handel kunnen starten of uitbreiden.
De afspraak is ook dat een vrouwengroep de primaryschool steunt, daar het moeders zijn van
leerlingen uit deze community.
Blijvende afspraken Dzomboschool
102
• het onderhouden van het schoolgebouw en de toiletgroepen.
• Onderhouden van frequente contacten tussen sponsor, werknemer in Kenia en de Dzombo school.
• Verbeteren van de resultaten.
• Extra lessen voor de leerlingen na schooltijd en op zaterdag.
Nieuwe afspraken voor de Dzomboschool
Makenadag maart 2014
• Sponsoring van de beste leerling van de school, zodat deze naar het Voortgezet onderwijs kan.
• Kleine watertanks met taps bij de lokalen.
• Meubilaire Kindergarten.
In oktober 2012 vond de opening plaats van een toiletgebouw met 8 deuren voor de meisjes van
de Dzombo school. De toiletgroepen konden worden gerealiseerd, dankzij de sponsor opbrengst
van Wandelen voor Water, schooljaar 2011-2012. De leerlingen van de groepen 7 van het schooljaar 2011-2012 liepen 6 km met 6 liter water op hun rug. Zij
brachten het bedrag van € 2075,00 bijeen. Door Aqua for All,
de overkoepelende organisatie wordt dit bedrag verdubbeld. De ouders van de Dzombo school hadden gezorgd voor
het bouwrijp maken en het uitgraven van de van de grond.
Tenda Pamoja betekent immers: samenwerken.
In het schooljaar 2012-2013 was de opbrengst van Wandelen voor Water € 3192,96. Er is een tweede toiletgebouw
gebouwd wederom met 8 deuren. 4 toiletten zijn daarbij
voor de jongens en de andere 4 voor de meisjes. De school
en de ouders hebben hier voor gekozen.
De opbrengst wandelen voor water in het schooljaar 20132014 was € 2636,55. Dit bedrag wordt nu niet meer verdubbeld, maar met een factor 1.8
Tevens zijn er kleinschalige andere projecten: ondersteunen
van Albino familie.
Wij verwijzen u graag naar onze site, waar u een aparte knop Kenia vindt. Hier staan de reisverslagen
en de foto’s van onze bezoeken. Twee keer per jaar wordt de sponsorschool bezocht.
Bij de entree vindt u een Kenia hoek. Daarnaast is de school een prachtige muurschildering rijker:
Een kudde olifanten, gemaakt door Nel en Tamara Flippo.
Sponsorrekening: IBAN: NL11 RABO 1472 7986 78 SCO Lucas De Waterwilg inzake Kenia
8.4.2.Makenaproject
Historie
Naast het Kenia project heeft de school speciaal voor de groepen 8 het Makenaproject. Het idee
achter dit project is dat wij niet alleen een school bouwen in Lunga Lunga om ons steentje bij te
dragen aan de basisvorming van kinderen in landen die niet de welvaart kennen zoals wij, maar
ook zorg dragen voor de voortgezette opleiding van weesmeisjes. Aanvankelijk begonnen met de
sponsoring van een weesmeisje per jaar staan de leerlingen van de groepen 8 nu garant voor de
vervolgopleidingen van deze meisjes. Wij zijn van mening dat, indien meisjes een kans krijgen verder
te leren, dit wellicht een basis kan leggen voor hun toekomst.
Door dit project houden kinderen na de basisschooltijd een tastbaar bewijs over van hun tijd op
De Waterwilg.
103
Zo zijn wij ooit gestart met sponsoring van Voortgezet Onderwijs opleidingen.
groep 8 2003-2004 ; Peter Mbithe.
groep 8 2004-2005 ; Amina M Mwishahatta.
groep 8 2005-2006 ; Alice Wario Hebona.
groep 8 2006-2007 ; Claris Daniel.
groep 8 2007-2008 ; Jackline Nzuki.
Stand van zaken 2014- 2015
De Waterwilg sponsort op dit moment nog 6 meisjes/vrouwen
Eunice Peter Mbithe, zit in het laatste jaar van de opleiding voor Toerisme.
Funguni Omar, zij rondt haar verpleegsters opleiding dit jaar af.
Jackline Nzuki, zit in het derde jaar van de universiteit.
Grace Nzuma, Nhukwasha Hamisi en mrs. Kadija worden gesponsord voor hun bijdrage op de
Gandaschool.
Amina M. Mwishahatta en Claris Daniel, staan niet meer in het overzicht, daar zij werk hebben
gevonden Alice Wario Hebona en Mrs. Elisabeth zijn naar elders vertrokken en zelf uit het project
gestapt. De leerlingen van de groepen 8 schooljaar 2014-2015 gaan geld inzamelen voor de vervolgopleiding. Het Makenaproject is voor de leerlingen geen verplichting. Zij maken zelf de keuze
of zij een sponsoractiviteit willen opzetten.
De klas gaat door middel van projecten, die binnen hun leerstof passen fondsen werven om dit
mogelijk te maken. De school blijft echter verantwoordelijk voor de realisatie van het bedrag. Van
de leerlingen wordt alleen een commitment met betrekking tot de plannen die zij zelf ontwikkelen
gevraagd. De groepsleerkrachten van groep 8 begeleiden en monitoren hen daarbij. Zij zijn immers
bij uitstek op de hoogte wat er op pedagogisch gebied van de kinderen wordt gevraagd en zij weten
ook wat er voor de kinderen op het programma staat.
Een bijzondere actie om geld bijeen te brengen is het Makena concert. Leerlingen van de groepen
8 laten hun zang-, dans-, muziek- en acteerkunsten zien in de zaal van CulturA, theaterzaal van
Nootdorp in de Dorpsstraat. De entree is daarbij gratis, de donatie voor het Makenaproject vindt
plaats op vrijwillige basis.
Sponsorrekening SCO Lucas inzake meisjesproject: IBAN: NL48 RABO 3625 4408 30.
8.4.3.
Busara project
De leerlingen en ouders hebben aangegeven, dat zij ook graag e.e.a. wilden betekenen voor jongens.
Afgelopen schooljaar zijn wij daarom gestart met het Busara project. Busara betekent wijsheid
en jongens met een sponsorschap. Dit project houdt in, dat er nu ook jongens gesponsord gaan
worden. Eigenlijk deden wij dat al met een Albino jongen, Hamisi Mwero. Zijn voorgezetonderwijs
opleiding is gesponsord. Nu is Hamisi begonnen met een opleiding voor leraarondersteuner op de
Kindergarten bij de primary school vlakbij zijn huis.
De sponsoring van Hamisi Mwero viel in eerste instantie onder het Albino project.
Na een oproep in de nieuwsbrief was het mogelijk om de volgende jongens te gaan ondersteunen:
Paul M.Chombe, voorgezet onderwijs. Komt vanuit een primary school binnen het Tenda Pamoja project.
Jira Ngunga, voorgezet onderwijs. Komt van onze eigen sponsor school de Dzombo.
Nicolas Chikopke, voorgezet onderwijs. Komt van onze eigen sponsor school de Ganda.
104
Zij zijn in het project gekomen op voordracht van hun primary school en het oudercomité. Zij hadden allen een zeer goede KCPE score, te vergelijken met de Cito eindscore.
Masha Nyanje, vervolgopleiding is voorgedragen door de headmaster van de Ganda ter ondersteuning van zijn team.
Sponsorrekening IBAN: NL11 RABO 1472 7986 78 SCO Lucas De Waterwilg inzake Kenia.
Andere projecten 2014-2015
Sponsorloop Kern Nootdorp
In september 2015 houden de vier basisscholen in Nootdorp een sponsorloop; de opbrengst is
daarbij voor het goede doel van iedere school, de eigen school, in dit geval De Waterwilg en voor
een gezamenlijk Goed Doel. In overleg met de Lions Club Nootdorp-Pijnacker is er gekozen voor
Het Jeugdsportfonds met daarbij de opbrengst specifiek voor Nootdorpse gezinnen.
Bouwstenen voor Kika
De leerlingen van de groepen 5 hebben lege flessen verzameld voor KIKA. Totaal is er door de 82 leerlingen van de
groepen 5 € 300,10 aan flessengeld opgehaald.
Lege flessen voor Kika
Spontane acties
Acties die zich voordoen n.a.v. een situatie in de wereld
bv. de orkaan op de Filipijnen. De Katholieke scholen in
Nootdorp, hebben toen een donatie gedaan aan: Heetense
Hulpgoederen Centrum Filipijnen (HHCP).
Sponsoring De Waterwilg
Ook De Waterwilg zelf kan gesponsord worden. Er zijn
ouders die onbekend willen blijven en een donatie doen.
Huis en Hypotheek stond financieel garant voor de aanschaf
van onze sporttenues.
Er zijn bedrijven die gebruiksvoorwerpen schenken of dingen maken tegen speciaal tarief.
Aanschaf van vier communicatieschermen bij de entreedeuren van de school, gesponsord door
NieuwStijl Limited.
Er zijn ouders die extra doneren t.b.v. de activiteiten in groep 8.
Er zijn overblijfouders, die de vergoeding van de overblijf storten of op de schoolrekening of op de
Kenia en Meisjesrekening.
Jumbo te Nootdorp. Ouders kunnen de betaalbonnen verkregen bij de Jumbo in de gele boxen bij
de entreedeuren deponeren. Jumbo doneert een half project van het bedrag, uitgegeven bij de
Jumbo aan de OV van De Waterwilg. De OV heeft er voor gekozen, het bedrag te bestemmen voor
de aanschaf van boeken voor de school.
Nebo fotografie Parade te Nootdorp: afdrukken van foto’s voor de projecten in Kenia (vrouwengroep,
Albino’s Makena meisjes/vrouwen en ontwikkelen van kerstkaarten).
Kyocera: afdrukken van de musicalboekjes voor de groepen 8.
8.5.Ontruimingsplan
Op De Waterwilg zijn vrijwel alle leerkrachten opgeleid tot BedrijfsHulpVerlener (BHV). Jaarlijks
herhaalt en verdiept het team de kennis en vaardigheden op het gebied van brand, ontruimingen
en eerste hulpverlenen (EHBO). In augustus 2014 zullen alle leerkrachten de nascholing wederom
doen om zo hun diploma Bedrijfshulpverlening geldig te houden.
105
Tevens hebben leerkrachten, die nog geen BHV diploma hadden, dit behaald. Het ontruimingsplan
van De Waterwilg is gebaseerd op de NTA-8112-2. Hiermee voldoet dit plan aan de laatste Nennorm. Het plan en de uitvoering hiervan worden regelmatig gecontroleerd door de brandweer
Pijnacker-Nootdorp. De brandweer komt een paar keer per schooljaar de school onaangekondigd
controleren. Jaarlijks oefenen wij drie keer de ontruiming. Dit doen wij soms in het bijzijn van een
brandpreventiemedewerker van de brandweer of instructeurs die op onze school de herhalingslessen Bedrijfshulpverlening verzorgen.
Ieder lokaal heeft een pictogram. Dit vindt u ook terug op het schoolplein. Dit is de plek waar de
leerlingen, die in dat lokaal les hebben zich verzamelen. Dit gebeurt niet alleen bij een ontruiming
maar ook na het buitenspelen of bij het naar huis gaan. Dit symbool is ook op de rode map geplakt,
die u in ieder lokaal vindt naast de deur. Hierin bevindt zich het ontruimingsplan, de absentenlijst
en de noodkaarten per leerling. Deze rode map neemt de leerkracht mee als er activiteiten zijn
buiten het lokaal. In het kader van de privacy, mogen alleen leerkrachten met de gegevens uit deze
map omgaan. Het ontruimingsplan is op school opvraagbaar.
Aan het begin van ieder schooljaar ontvangt u per kind een noodkaart met uw gegevens verwerkt uit
ons administratiesysteem. U hoeft niet zelf uw gegevens in te vullen. Wel vragen wij u de gegevens
te controleren en indien nodig aan te vullen en/of te wijzigen. Op de noodkaart staan uw contactgegevens, de contactgegevens van uw huisarts en tandarts in. Het is belangrijk dat alle gevraagde
gegevens zijn ingevuld. Zo vragen wij of uw kind medicatie gebruikt of een allergie heeft. Het
Burger Service Nummer (BSN) alsmede het verzekeringsnummer van uw kind hebben wij conform
de landelijke richtlijnen nodig voor eventuele professionele hulpverleners. Door de noodkaart te
tekenen, verleent u de school toestemming voor consultatie bij een dokter c.q. ziekenhuis in geval
van nood. Bij kinderen waarbij het ouderschap of de voogdij gedeeld wordt, moeten beide ouders/
voogden toestemming verlenen. Bij alle andere gezinsvormen volstaat 1 handtekening maar het
heeft onze voorkeur dat beide ouders tekenen.
8.6.
De Waterwilg, een rookvrije school
De Waterwilg heeft het predicaat gekregen van een rookvrije school, via stickers verboden voor
roken, wordt een ieder geïnformeerd. Daarnaast vinden wij het prettig als ouders hiertoe eveneens
bijdragen door niet te roken op de speelplaats. Eveneens hebben leerkrachten een voorbeeldfunctie.
Project groep 7 en 8
106
Roken is een maatschappelijk verschijnsel waarmee kinderen dagelijks (thuis, op straat, op televisie, enz.) te maken hebben. Het percentage basisschoolleerlingen dat rookt is nog laag: ruim
3% van de leerlingen van groep 8. Dat aantal stijgt enorm vanaf het moment dat kinderen naar
het voortgezet onderwijs gaan. Om te voorkomen dat kinderen in het voortgezet onderwijs gaan
roken, is het belangrijk dat zij in het basisonderwijs worden voorbereid op de invloeden die op hen
af zullen komen.
De doelstelling van het project ‘De gezonde school en genotmiddelen op de basisschool’ is: Voorkomen dat leerlingen uit groep 7 en 8 tabak en drugs gaan gebruiken. En uitstellen van het moment,
datzij voor het eerst alcohol gaan gebruiken. De lessenserie, die hierbij hoort bestaat uit les- en
werkboekjes over roken, alcohol en drugs. De nadruk bij de voorlichting aan deze groep leerlingen
ligt bij het onderwerp roken en drinken, omdat zij het snelst met deze middelen in aanraking zullen komen. Drugsgebruik komt op deze leeftijd nog nauwelijks voor. Maar omdat de leerlingen wel
erg nieuwsgierig naar drugs zijn, is er materiaal over dit onderwerp ontwikkeld. De doelstellingen
van de lessen zijn:
• leerlingen kennen de risico’s van genotmiddelen;
• weten waarom mensen wel of geen genotmiddelen gebruiken;
• het vormen van een (voorlopige) mening omtrent toekomstig eigen gebruik;
• vaardigheden oefenen om weerstand te bieden aan druk van anderen die hen aanzetten tot gebruik;
• vertrouwen hebben in hun eigen mogelijkheden om genotmiddelen te weigeren;
• verantwoordelijkheid te gedragen met het oog op hun eigen gezondheid en die van anderen;
• v oorbereiden op situaties waarin zij voor de keus komen te staan om al dan niet te gaan experimenteren met genotmiddelen.
In groep 7 werken wij aan het rookproject en in groep 8 aan het alcoholproject.
8.7.Jeugdgezondheidszorg
GGD Zuid-Holland West (Bron: GGD)
Bezoek WK Hockey te Den Haag
Gaat uw school aan de slag met gezondheidsthema’s, zoals
gezonde voeding, pesten, sporten, roken, alcohol, seksualiteit of mondgezondheid? Bijvoorbeeld in een les, of als
thema van de projectweek voor de hele school? Schakel
dan de gezondheidsdienst GGD Zuid-Holland West in. De
GGD zal uw school op diverse manieren ondersteunen. De
dienstverlening kost uw school niets.
De GGD is er ook voor informatie over hygiëne, infectieziekten en binnenmilieu. Daarnaast kunt u voor informatie en
advies bij de GGD terecht bij nare gebeurtenissen op school.
Wat doet de GGD voor uw school?
Leerkrachten, directie, de OR, de MR en de intern begeleider
kunnen bij de GGD terecht voor:
• Leskisten over diverse gezondheidsthema’s.
•A
dvies over activiteiten bij het thema, zoals digitale lessen, theater, lespakketten, wedstrijden,
gastlessen, bijscholing voor leerkrachten en ouderbijeenkomsten.
•A
dvies over schoolgezondheidsbeleid, zoals gezond traktatiebeleid en ouderbetrokkenheid bij
gezondheid op school.
• Advies over het structureel werken aan gezondheid op de school en het certificeren van de school
als Gezonde School (www.gezondeschool.nl).
• Informatie over het bespreken van nare gebeurtenissen (bv. overlijden van een leerling, een
leerkracht of een ouder).
• Vragen over hygiëne, dieren, ongedierte, medicijngebruik en voedselveiligheid op school.
• Wettelijk verplichte meldingen van ziekten die vermoedelijk besmettelijk zijn.
• Vragen en klachten over het binnenmilieu op school (bv. luchtkwaliteit, temperatuur, akoestiek).
Ook ouders kunnen contact opnemen met de GGD met vragen over gezondheidsonderwerpen op school.
Afgelopen jaar heeft de GGD een meting verricht in ons schoolgebouw t.a.v. de luchtkwaliteit.
De bevindingen van deze metingen zijn besproken.
Contactgegevens GGD Zuid-Holland West (www.ggdzhw.nl)
Team Gezonde School: [email protected] en 079-3430888.
Team Infectieziektebestrijding: [email protected] en 079-3435430.
Team Medische Milieukunde: [email protected] en 079-3430807.
107
Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West (JGZ) (Bron: De JGZ)
Een gezonde groei en ontwikkeling is belangrijk voor elk kind. Onze jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen volgen samen met u de groei en ontwikkeling van uw kind. Wij begeleiden u bij de opvoeding.
Samen zoeken wij naar antwoord op ál uw vragen. En wij geven noodzakelijke vaccinaties. Soms heb
je als ouder een steuntje in de rug nodig. Ook dan staan onze deskundige medewerkers voor u klaar.
Voor kleine en grote kinderen
Tot de leeftijd van vier jaar komen ouders regelmatig met hun kind naar de JGZ (het consultatiebureau). Als een kind op de basisschool zit neemt het aantal bezoeken af, maar wij blijven de groei en
ontwikkeling van uw kind volgen. Dat doen wij om tijdig eventuele gezondheids-problemen op te
sporen, zodat kinderen geholpen kunnen worden voordat een probleem verergert.
Gezondheidsonderzoek groep 2
Net als bij de vorige bezoeken wordt uw kind eerst gemeten en gewogen. Er wordt een ogentest
en een gehooronderzoek gedaan. Daarna voert de jeugdarts een lichamelijk onderzoek uit, waarbij
specifiek gekeken wordt naar de houding en de motoriek. De jeugdarts gaat met u in gesprek over
de gezondheid en de opvoeding. Heeft u specifieke vragen of zorgen, aarzel dan niet om het te
vertellen. Dan bekijken wij samen met u wat nodig is om tot een oplossing te komen.
Spraak-taalonderzoek 5-jarigen
Een kind van vier jaar maakt al goede, eenvoudige zinnen. Rond vijf jaar maakt hij langere zinnen
met ‘want’ of ‘maar’. Een goed moment om te kijken hoe het met de taalontwikkeling gaat. Onze
logopedisten zijn gespecialiseerd in spraak- en taalontwikkeling en testen uw kind onder schooltijd
op de basisschool. Aan de hand van het onderzoek krijgt u advies of extra oefening wenselijk is.
Preventie via vaccinatie
Als uw kind 4 én 9 jaar is, krijgt hij of zij een vaccinatie. Het is een herhaling van eerdere vaccinaties
en belangrijk omdat uw kind pas helemaal is beschermd tegen bepaalde infectieziekten als het alle
prikken heeft gehad. U krijgt hiervoor een uitnodiging thuisgestuurd.
Meisjes van 12 jaar krijgen een oproep voor de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker.
Gezondheidsonderzoek groep 7
In groep 7 geeft een verpleegkundige van de JGZ een gezondheidsles in de klas. De les gaat onder
andere over voeding, puberteit, alcohol en pesten. De jeugdverpleegkundige voert daarna met uw
kind een gesprek over dingen die uw kind bezighouden. Zit uw kind in groep 7, dan ontvangt u in
de loop van het schooljaar een brief over dit onderzoek.
Opvoedinformatie
Kinderen worden niet met een gebruiksaanwijzing geboren. Het is dus logisch dat ouders op zoek
gaan naar bruikbare informatie of advies bij de problemen diezij tegenkomen. Kijk eens op onze
website www.jgzzhw.nl. Bij ‘opvoeden’ vindt u informatie over wat je van kinderen op een bepaalde
leeftijd kunt verwachten en staan praktische tips over opvoeden.
Onderzoek op verzoek
108
Heeft u vragen of zorgen over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind?
Neem dan contact op met:
Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West, Contactbureau: 088 - 054 99 99
E-mail: [email protected], Website: www.jgzzhw.nl
Mevrouw Jeltje Goudriaan, jeugdarts, en mevrouw Petra Dillingh, jeugdverpleegkundige, voeren
het periodiek gezondheidsonderzoek uit. Mevrouw Tineke de Jong, logopediste, neemt in groep
2 de kleuterscreening af.
8.8.Zorgnetwerk
Djembé workshop
Binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een Zorgnetwerk actief. Voorheen heette het zorgnetwerk Jeugd Preventie Team. In het zorgnetwerk zijn afgevaardigden van alle instellingen en instanties vertegenwoordigd, die met kinderen en jongeren te maken hebben. Hierbij kunt u denken aan
afgevaardigden vanuit de gemeente (o.a. de leerplichtambtenaar), bureau Halt, politie Haaglanden,
Jeugdzorg, Kwadraad, GGD, schoolmaatschappelijk werk,
het jongerenwerk en natuurlijk de basisscholen. De bedoeling van dit overleg is kinderen te bespreken, waarover één
of meerdere deelnemers aan dit overleg zich zorgen maken.
Er wordt geïnventariseerd wie zich al met het kind/het gezin
bezig houdt, hulpverlening kan worden gestroomlijnd en
transparant gemaakt worden en met elkaar kan de beste
weg voor hulp afgesproken worden. Als wij als school kinderen in willen brengen tijdens deze bespreking moeten
ouders daarvoor eerst toestemming geven. Wil men dit niet
dan kan een casus anoniem besproken worden. Mocht u
echter wel toestemming geven om zo eventueel een ander
licht op een hulpvraag te doen schijnen dan volgt na de zorgnetwerk vergadering natuurlijk altijd een terugkoppeling.
Om onderlinge samenwerking een nieuwe boost te geven
is een nieuwe overeenkomst opgesteld. Bedoeld om de samenwerking van de zorgnetwerken 0-12
en 12-23 jarigen te versterken en een koppeling te maken met de Verwijsindex en het Centrum
Jeugd&Gezin.
8.9.Verwijsindex
Wat is de Verwijsindex Haaglanden?
De Verwijsindex is een digitaal hulpmiddel waarin begeleiders, leerkrachten en hulpverleners
een signaal kunnen afgeven voor een jeugdige waar zij zich zorgen over maken. Het gaat om
vroegtijdige signalering indien een zorg is geconstateerd. Bijvoorbeeld als een jeugdige
spijbelt, er gezinsproblemen zijn of als de ouders van de jeugdige kampen met een (licht) psychiatrische stoornis, verslaving of verstandelijke beperking.
Hoe werkt het?
Als een signaal in de Verwijsindex wordt afgegeven, worden alléén algemene gegevens zoals
naam, geboortedatum en BSN in de Verwijsindex bekend gemaakt. Bij een tweede signaal
over dezelfde jeugdige door een begeleider van een andere organisatie, krijgen beide begeleiders
een email met daarin de mededeling dat er nog een begeleider is die zich zorgen maakt. Vanaf dat
moment moetenzij contact met elkaar opnemen om te overleggen hoezij de jeugdige het beste
kunnen helpen. Op deze manier werken de begeleiders van verschillende organisaties samen met
het doel de jeugdige beter te kunnen helpen.
109
Wat is het doel?
•V
roegtijdige signalering van problemen bij jeugdigen tot en met 22 jaar zodat tijdige, effectieve
en gecoördineerde hulp geboden kan worden.
• Bijdragen aan een sluitende aanpak voor jeugdigen door samenwerking te realiseren tussen alle
betrokken organisaties in de jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs en justitiële organisaties.
Toestemming
Om informatie te mogen uitwisselen wordt toestemming gevraagd aan de ouders en/of de
jeugdige. Als toestemming is gevraagd voor uitwisseling van informatie, wordt de Wet bescherming
persoonsgegevens goed nageleefd. In enkele gevallen is geen toestemming vereist, bijvoorbeeld
op grond van geldende wetgeving zoals de Leerplichtwet.
De ouders en/of de jeugdige moeten dan wel worden geïnformeerd over het signaal. Alleen in
uitzonderlijke gevallen wordt dit niet gedaan, bijvoorbeeld als sprake is van overmacht of een
bedreigende situatie.
Wie doen er mee?
De gemeenten in Haaglanden streven er naar dat zoveel mogelijk organisaties zich aansluiten bij
de Verwijsindex Haaglanden. Begin 2012 zijn circa 200 instanties aangesloten
op de Verwijsindex Haaglanden. Dit zijn uiteenlopende organisaties vanuit onderwijs,
jeugdgezondheidszorg, welzijnswerk, kinderopvang, jeugdhulpverlening en jeugdzorg. Een
actuele lijst van aangesloten organisaties is te vinden op de website van Verwijsindex
Haaglanden http://www.verwijsindexhaaglanden.nl.
De Waterwilg is ook aangesloten bij de verwijsindex Haaglanden. Op De Waterwilg zijn de directeur,
de intern begeleiders en de vertrouwenspersoon bevoegd om een melding te doen in de verwijsindex.
Voordat er een melding wordt gedaan, zal het kind en zijn ontwikkeling besproken worden in de
Interne Zorgcommissie van de school.
8.10.Meldcode
110
In Nederland zijn per jaar ruim 100.000 kinderen slachtoffer van mishandeling en verwaarlozing.
Om dit aantal inzichtelijk te maken: dit is één kind per klas. Om dit aantal terug te dringen werd
op 01-07-2013 de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. De meldcode
is een stappenplan waarin staat hoe er moet worden gehandeld bij het signaleren en melden
van (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. De wet stelt dat bij twijfel aan de
veiligheid, welzijn of mogelijkheid tot een gezonde ontwikkeling van het kind altijd het Advies- en
Meldpunt Kindermishandeling of Steunpunt Huiselijk Geweld moet worden geraadpleegd. De wet
verplicht alle organisaties die met kinderen werken een meldcode te hanteren. De inspectie ziet
erop toe dat de school kan aantonen dat zij over een meldcode beschikt en beleid voert dat het
gebruik ervan borgt.
Om de meldcode in de school te borgen is een aandachtsfunctionaris aangesteld. Carin Bongaerts,
intern begeleider, heeft hiervoor een training gevolgd bij het expertisecentrum voor jeugd samenleving & opvoeding (JSO).
Inmiddels is er een school specifieke meldcode geschreven welke is goedgekeurd door de MR.
Het team is geïnformeerd over de meldcode. De aandachtsfunctionaris fungeert als vraagbaak voor
de leerkrachten bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling en ziet erop toe dat de
meldcode wordt toegepast. Zij neemt deel aan netwerkbijeenkomsten die jaarlijks door JSO om de
samenwerking tussen aandachtsfunctionarissen te bevorderen.
8.11. Overige zaken
Kinderopvang; voor en naschooltijd
Ouders van De Waterwilg kunnen gebruik maken van:
Kern Kinderopvang Randstad (Bron: Kern)
Een uitdagende en gezellige plek na school: dat is de buitenschoolse opvang (BSO). Een plek waar
uw kind zich thuis voelt. Waar uw kind zichzelf kan zijn en geen verplichtingen voelt. Maar ook een
plek waar wij uw kind stimuleren mee te doen aan creatieve en sportieve activiteiten.
Kinderen spelen, ontdekken en groeien bij
Kern Kinderopvang Randstad
www.kern-randstad.nl
Kern Kinderopvang Randstad
bij u in de buurt
Locatie Het Kievitsnest
Groepen 1 t/m 3
Kievitsbloem 60 a
2631 TB Nootdorp
Locatie Super Vogels (SV Nootdorp)
Groepen 3 tm 8
De Poort 8
2631 PT Nootdorp
Spelen • ontdekken • groeien van 0 tot 13 jaar
Contactpersoon Haeby Uiterdijk
M 06-51544411
•
•
•
•
Gezellige,kleurrijkelocaties
Afwisselendeactiviteiten(zoalspeuterstoeienenjudoles)
Uitgebreidvakantie-aanbod
Aandachtvooruwkindénvoorualsouder
Onze tarieven zijn inclusief
voeding,verzorging(o.a.luiers),spelmaterialen,uitstapjes,activiteiten,wenmomenten(voorafgaandaandestartvandeopvang)
Interesse?
SKS Alles Kids
(Bron: SKS)
Kijkvoormeerinformatieenvooreenoverzichtvanonzelocaties
SKS Alles Kids biedt
uw kind veiligheid en gezelligopdewebsite.
heid, ook buiten schooltijden!
In Den Haag (Leidschenveen) bieden wij opvang op BSO Sport Leidschenveen, gevestigd aan de
www.kern-randstad.nl
Poelpolderstraat op het terrein van SV Leidschenveen. In Nootdorp bieden wij buitenschoolse
opvang (bso) en kinderdagopvang (kdv) aan op 2 locaties: Teigetje en De Globetrotters, beide
gevestigd aan de Gildeweg, nabij de wijk Nieuweveen.
Het is mogelijk opvang in Nootdorp en Den Haag te combineren.
SKS Alles Kids, meer dan opvang alleen!
Meer weten?
Kijk op onze website www.sksalleskids.nl of neem contact op met de afdeling Klantrelaties via
[email protected] of 0181- 61 35 20. Wij staan u graag te woord.
SKS Alles Kids info is te verkrijgen via SKS Alles Kids Centraal Bureau Spijkenisse 0181-613520
SKS heeft een vestiging in Nootdorp. www.alleskids.nl
Wieteke Blokland, locatiemanager
111
Skippy Pepijn Veilig ontmoeten, ontdekken, spelen, leren en groeien
(Bron: Skippy)
Voor professionele kinderopvang bent u in Pijnacker-Nootdorp bij SkippyPePijN aan het juiste adres.
Wij bieden uw kind de optimale gelegenheid te ontmoeten, te ontdekken, te groeien en zich in een
rijke leeromgeving al spelend te ontwikkelen. Zonder zorgen over uw kinderen kunt u zich als ouder
en opvoeder zo ook zelf maximaal ontplooien. Daarom kiest u voor SkippyPePijN.
SkippyPepijn is een nieuwe partner op De Waterwilg.
Wilt u meer informatie, bezoek dan onze website www.skippypepijn.nl.
Gastouderbureau Het Koningshofje te Nootdorp
(Bron: Het Koningshofje)
Zoekt u opvang voor uw kinderen?
Gastouderopvang is een zeer flexibele vorm van
opvang waarbij u de opvang betaald die u afneemt.
U kunt contracten afsluiten tussen de 40- 48
weken per jaar. De gastouders die aangesloten
zijn bij Het Koningshofje zijn allemaal pedagogisch
geschoold en leren iedere dag iets bij.
Opvang door een nanny?
Wilt u dat uw kinderen uit school naar huis kunnen gaan en datzij met eigen vriendjes en vriendinnetjes kunnen spelen? Wellicht is opvang door een nanny iets voor u?
Ook indien u tijdelijk meer ondersteuning in uw gezin nodig hebt door persoonlijke omstandigheden
kunnen wij u van dienst zijn door een kandidate voor uw gezin te selecteren.
Visie
De kinderen worden opgevangen in een huiselijke omgeving waarbij veel aandacht is voor normen
en waarden en aandacht voor ieder kind. Onze gastouders werken met thema’s van Kiki en Uk en
Puk. U bent van harte welkom voor een gesprek en onder het genot van een kopje koffie vertel ik
u graag meer over onze dienstverlening en onze opleiding en training aan de gastouder en nanny.
Nieuwsgierig?
Neem een kijkje op onze website www.hetkoningshofje.com of stuur een email aan [email protected] t.a.v mevr B. Sjoukes.
De kinderen worden na schooltijd door de leidsters van de Kinderopvang uit de groep gehaald of
de leerlingen lopen naar de verzamelplekken, die herkenbaar zijn aan de sticker op de speelplaats.
112
HOOFDSTUK 9
HET BESTUUR
De Waterwilg valt onder het bestuur van Lucasonderwijs. Doel van de Stichting Confessioneel
Onderwijs Lucas is het bevorderen van het katholieke, protestantse en interconfessionele onderwijs
in de regio Zuid Holland West. Richtinggevend is daarbij de missie van de Lucas Onderwijs waarbij
het Bestuur aangeeft:
• te hechten aan overdracht van waarden en normen vanuit de christelijke traditie;
• door goed onderwijs te willen bijdragen aan een rechtvaardige samenleving;
• te willen investeren in de deskundigheid en persoonlijke betrokkenheid van de medewerkers om
bij te dragen aan een zo gunstig mogelijk pedagogisch klimaat;
• de communicatie tussen alle betrokkenen te willen bevorderen om de kwaliteit van het onderwijs
te waarborgen.
Bestuursorganen
Makenadag maart 2014
De Stichting kent een College van Bestuur en een Raad van
Toezicht.
Het College van Bestuur is belast met het dagelijks bestuur
van de Stichting.
Het College van Bestuur wordt ondersteund door het
bestuursbureau en het servicebureau.
De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op het College van Bestuur.
Bestuur
College van Bestuur
Het dagelijks bestuur van Lucas Onderwijs wordt gevormd
door een College van Bestuur.
E .H. van Vliet voorzitter CVB
(portefeuilles financiën en primair onderwijs)
H.A.J. van Asseldonk, vice-voorzitter CVB
(portefeuilles servicebureau en voortgezet onderwijs)
Het College van Bestuur wordt in het besturen van de stichting ondersteund door de bestuursmanagementteams primair onderwijs en voortgezet onderwijs.
Voor contact met het College van Bestuur kunt u bellen met het bestuurssecretariaat op nummer
070 - 300 9400 of mailen naar [email protected].
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft een controlerende en adviserende taak.
Samenstelling Raad van Toezicht:
Dhr. mr. M.A.P. van Haersma Buma (voorzitter)
Mw. mr. I.Y. Tan
Dhr. dr. F.J. de Wuffel
Mevr. J.I. van Werkhoven MEd
Dhr. drs. M.C. Boon RC
Dhr. drs. F.H. Lemmink MBA
113
Organisatie
Structuur
Lucas Onderwijs is een dynamisch en betrokken onderwijsbestuur. Momenteel vallen veertig
scholen voor basisonderwijs, zes scholen voor speciaal basisonderwijs, drie expertisecentra, zeven
scholen voor voortgezet onderwijs en één school voor speciaal voortgezet onderwijs onder de
verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting.
Bundeling
De scholen in het primair onderwijs zijn samengevoegd in clusters. Drie clusterdirecteuren sturen
de clusters aan en vormen de schakel naar het College van Bestuur via het bestuursmanagementteam primair onderwijs. In het voortgezet onderwijs zijn de scholen gebundeld tot instellingen. De
vier instellingsdirecteuren nemen deel aan het bestuursmanagementteam voortgezet onderwijs
dat het College van Bestuur ondersteunt.
Bureau
Lucas Onderwijs kent op centraal niveau een bestuursbureau en een servicebureau. Het bestuursbureau bestaat uit adviseurs en een secretariaat. Zij ondersteunen voornamelijk het bestuur. Het
servicebureau verleent diensten aan de scholen én aan het bestuur. Het servicebureau bestaat
uit de afdelingen Personeel & Organisatie, Financiën en Administratie, Facilitaire Zaken, ICT en
Onderwijs & Kwaliteit.
Deze bestuurlijke constructie past bij de eisen van deze tijd en de komende jaren en verankert de
diep gewortelde betrokkenheid van velen bij de onder de Stichting ressorterende scholen. Op de
site van Lucas onderwijs: www.lucasonderwijs.nl kunt u de uitgebreide missie evenals de statuten,
de organisatiestructuur en het organigram van de Stichting vinden.
Bestuurlijke organisatie
In het primair onderwijs is dat een school met een directie en eventueel een schoolcommissie.
Iedere school heeft een medezeggenschapsraad, die advies- en instemmingsrecht heeft over verschillende voorgenomen bestuursbesluiten. Voor schooloverstijgende zaken heeft het Bestuur
overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Binnen de missie, de door het Bestuur
vastgestelde kaders en aan de hand van het meerjarenbeleidplan zijn de directeuren verantwoordelijk voor het uitvoeren van het vastgestelde beleid en het creëren van draagvlak binnen de school
als het gaat om het algemene beleid, onderwijs en organisatie, personeelsbeleid, financiën, beheer
en huisvesting. De medewerkers van het bestuurs- en het servicebureau verzorgen ondersteuning
voor het bestuur en het management van de scholen. Binnen het servicebureau onderscheiden
wij de beleidsafdeling, de administratie, planmatig onderhoudsbeheer en ICT (ABZHW). Een groot
bestuur zoals Lucas Onderwijs kan de scholen ondersteunen, omdat zij een gesprekspartner is in
het overleg met plaatselijke, regionale en landelijke overheden. Bovendien kan een groot bestuur
zich een beleidsafdeling veroorloven, waardoor scholen gebruik kunnen maken van specialistische
deskundigheid.
De basisscholen, die vallen onder het bestuur zijn verdeeld over clusters, waarbij elke cluster diverse
scholen kent (groei scholen, kleine scholen, grote scholen, binnenstads-scholen, Vinexscholen,
speciaal onderwijsscholen). In elke cluster zijn 17 scholen ondergebracht. De cluster wordt geleid
door de clusterdirecteur.
De Waterwilg valt onder clusterdirecteur dhr. H. Wanders.
114
HOOFDSTUK 10
HANDIGE ADRESSEN
Bestuur
Stichting Jeugdgezondheidszorg
Bezoekadres
Lucas Onderwijs
Saffierhorst 105
2592 GK Den Haag
Zuid-Holland West
Het begeleidende team bestaat uit:
Mevr. Jeltje Goudriaan,
schoolarts
Mevr. Petra Dillingh
Jeugdverpleegkundige
Mevr. Jil Bleeker,
medisch, administratief medewerker
Mevr. Tineke de Jong, logopedist
Contactgegevens:
Postbus 339
2700 AH Zoetermeer
088 - 054 99 99
T 070 - 300 11 00
F 070 - 300 9499
E [email protected]
I www.lucasonderwijs.nl
Postadres
Het postadres voor het bestuurs- en
servicebureau is:
Lucas Onderwijs
Postbus 93231
2509 AE Den Haag
Inspectie van het onderwijs
Schoolmaatschappelijk werk
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl
Vragen over het onderwijs:
0800 - 5010 (gratis) www.50tien.nl
Cor van der Plas. Spreekuur elke woensdagochtend op school, spreekkamer 1
06-23297327
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of
fysiek geweld: meldpunt vertrouwens-inspecteurs 0900 – 11 31 11 (lokaal tarief)
Leerplichtambtenaar
Gemeente Pijnacker-Nootdorp
Mevr. Nancy Rietveld, primair onderwijs
015 - 362 62 62
Onderwijs Advies West Zuid-Holland
Contactpersonen voor De Waterwilg:
Mw. drs. Anja Iperenburg
Hoofdvestiging OA Advies
Van Beeckstraat 62
2722 BC Zoetermeer
Telefoon: 079 - 329 56 00
Fax: 079 - 329 56 99
Klachtencommissie voor het
Katholiek Onderwijs
Postbus 82324, 2508 EH Den Haag
Telefoon 070 - 392 55 08
115
116
Teamleden R.K. Basisschool De Waterwilg
Marijke Paap
Carin Bongaerts
Juliëtte Goemans
Anneke Peters
Annette Snelders
Adriënne Klop
Agneta Tuijl
Annemarie Sluis
Babette Havenaar
Carla Yperlaan
Carola Jeursen
Caroline de Croon
Christa van Kuijen
Cindy van Veen
Corine Kester
Cor van der Plas
Elke v.d. Bosch
Erna Knijnenburg
Esther v.d. Geest
Evelien Wasserman
Ferdie Maat
Gonnie de Groot
Hanneke Gravendeel
Jet Ripping
Jolijn van Zanten
José Voorham
Joyce Marrevee
Judith Haring
Jurian v. Woggelum
Maike Kouwenhoven
Mandy Binkhorst
Marjolijn Duinker
Marloes Olsthoorn
Martine Karskens
Michelle Onderwater
Milou v.d. Ree
Monique Collee
Monique de Koff
Nadia van Beek
Nicole van der Zwan
Paula Veger
Paulien van Kempen
Pauline Grobben
Recep Yildiz
Regine Reinders
Sylvia Post
Tamara Stork
Tom Reinking
R.K. Basisschool De Waterwilg
De Poort 4
2631 PT NOOTDORP
Telefoon: 015 310 53 00
Internet: www.dewaterwilg.nl
E-mail: [email protected]