pdf-format - VeeteeltVlees

Nieuwe zoogkoeienregeling mikt op professionalisering
Geschreven op 15 mei 2014.
Tijdens haar laatste zitting voor het politieke reces, keurde de Vlaamse regering de
basisprincipes van de nieuwe zoogkoeienpremieregeling goed. Binnen een fors
ingekrompen budget, opteerde ze resoluut voor ondersteuning van ‘actieve
vleesveehouders’ die instaan voor de bevoorrading van de lokale markt. In het najaar
zullen nieuwe individuele zoogkoeienquota toegekend worden, zodat de nieuwe
regeling vanaf 1 januari 2015 van start kan gaan.
Nieuwe basis voor verdeling
Toen begin dit jaar duidelijk werd dat de bestaande zoogkoeienpremieregeling niet voortgezet kon
worden, was de sector erg ongerust. De zoogkoeienregeling was sinds 1986 een zeer stabiele
regeling, die alle Europese landbouwhervormingen overleefde, maar van Europa moest het nu opeens
anders. In het nieuwe GLB kan de gekoppelde steun voor de vleesveehouderij niet langer verdeeld
worden op basis van de historische zoogkoeienquota. Van het ene jaar op het andere moet er een
nieuwe zoogkoeienregeling ingevoerd worden, zonder een overgangsperiode. Uit de talrijke simulaties
bleek dat dit voor heel wat bedrijven forse verliezen veroorzaakte, voor sommige gespecialiseerde
bedrijven tot een halvering van de huidige zoogkoeiensteun.
In nauw overleg met het Agrofront (Boerenbond en ABS) werd de voorbije maanden een nieuwe
regeling uitgewerkt. Tijdens deze onderhandelingen stelde de vakgroep Vleesvee een aantal
basisprincipes voorop.



De gekoppelde steun moet aangewend worden om professionele vleesveehouders te
ondersteunen.
Aangezien bedrijven geconfronteerd worden met grote verliezen, moet een
compensatieregeling uitgewerkt worden.
De nieuwe regeling moet administratief eenvoudig zijn, zonder bijkomende verplichtingen voor
de vleesveehouders.
Berekening van nieuwe zoogkoeienquota
De huidige zoogkoeienquota houden op te bestaan op 31 december. Vanaf 1 januari 2015 wordt er
een nieuw regime met nieuwe individuele rechten geïnstalleerd. De sectorvakgroep woog de voor- en
nadelen van toekenning van nieuwe individuele quota uitvoerig af. Individuele quota per bedrijf bieden
maximaal garanties dat de steun terechtkomt bij de beoogde doelgroep. De waardering van de
rechten wordt anderzijds beschouwd als een nadeel, want starters of groeiende bedrijven worden
gedwongen te investeren in premierechten. De vakgroep vreest echter dat in een open systeem,
zonder quota, de steun verrekend wordt in de afzetprijzen van vrouwelijke dieren (vergelijkbaar met de
vroegere slachtpremies) en dat zo’n systeem bovendien de productie te zeer stimuleert.
De nieuwe zoogkoeienpremies worden toegekend aan vrouwelijke runderen van het vleestype (type 2
in Sanitel) die een kalf voortbrengen van het vleestype (type 2 in Sanitel). Een lijst met aanvaarde
vleesrassen zal toegevoegd worden aan het nieuwe besluit. Op gemengde bedrijven met melk- en
vleeskoeien, vervalt de berekening van het aantal noodzakelijke melkkoeien. Enkel conforme
kalvingen uit vleeskoeien komen in aanmerking voor toekenning van de nieuwe quota. Voor de
toekenning van die individuele zoogkoeienquota wordt rekening gehouden worden met het
gemiddelde aantal kalvingen per bedrijf in het kalenderjaar 2012 en 2013. Bij de berekening van de
gemiddelde referentie wordt afgerond naar de hogere eenheid, zodat er geen fracties van
zoogkoeienrechten ontstaan.
De vakgroep is tevreden met de verdeling van de steun op basis van het aantal kalvingen. Dit is een
maximale ondersteuning voor bedrijven die aandacht hebben voor vruchtbaarheidsmanagement, met
jong afkalvende dieren en een korte tussenkalftijd.
Instapdrempel van twintig kalvingen
Een bijkomende voorwaarde legt op dat ten minste 70% van de moederdieren op het bedrijf aanwezig
geweest moet zijn gedurende de 8 maanden die voorafgaan aan de kalving. Dat reserveert de steun
maximaal voor gesloten bedrijven die eigen zoogkoeien aanhouden en laten kalven. Door de
aanhoudverplichtingen in het verleden te leggen, wordt het systeem makkelijker beheerbaar en kan de
aanvraagprocedure versoepeld worden. Om toegelaten te worden tot het nieuwe systeem van
gekoppelde steun werd een instapdrempel van 20 kalvingen vastgelegd: alleen bedrijven die in 2012
en 2013 gemiddeld meer dan 20 conforme kalvingen telden, krijgen nieuwe zoogkoeienquota
toegekend. Om speculatie tegen te gaan, stipuleert het nieuwe Vlaamse besluit nog dat er geen
nieuwe rechten toegekend worden aan bedrijven die in 2012 of 2013 of 2014 alle zoogkoeienquota
overgedragen hebben.
Voor jonge starters (op 1 januari 2015 jonger dan 40 jaar en minder dan 5 jaar gestart als landbouwer)
gelden uitzonderingen bij het toekennen van de nieuwe quota, want het nieuwe quotum voor jongeren
wordt vastgesteld op basis van het hoogste aantal conforme kalvingen in de referentieperiode 2012 en
2013. Als gunstmaatregel zullen maximaal 15 extra rechten toegekend worden uit de nationale
reserve. Bijkomend zijn de voorwaarden inzake de aanhouding soepeler: voor de toekenning van de
quota moet 70% van de moederdieren minimaal 2 maanden voorafgaand aan de kalving aanwezig
zijn op het bedrijf.
Voorwaarden voor uitbetaling van de steun
Bedrijven die beschikken over een nieuw zoogkoeienquotum, kunnen jaarlijks in aanmerking komen
voor uitbetaling van de gekoppelde zoogkoeiensteun. De jaarlijkse uitbetaling gebeurt op basis van
het aantal conforme kalvingen (moederdieren en kalveren van het vleestype code 2 in Sanitel) per
kalenderjaar. Als voorwaarde voor uitbetaling blijft gehanteerd dat minimaal 90% van de moederdieren
op het ogenblik van de kalving 8 maanden op het bedrijf aanwezig moet zijn. Dit is opnieuw een
maatregel ten gunste van gesloten zoogkoeienbedrijven. Bijkomend moet 30% van de kalveren
minimaal 3 maanden aangehouden worden. Jaarlijks moeten de toegekende rechten voor minimaal
70% benut worden. Bedrijven waarvan het aantal conforme kalvingen lager is dan 70% van het
toegekende quotum, kunnen een stuk van hun premierechten verliezen. Om het toegekende
zoogkoeienquotum niet volledig te verliezen, moeten veehouders dus steeds meer dan 14 conforme
kalvingen hebben. Door de aanhoudingsverplichting in het verleden te leggen, kunnen in het najaar al
voorschotten uitbetaald worden.
Sowieso moeten de details en de uitzonderingen voor toekenning van de nieuwe rechten de komende
weken in overleg met de overheid nog verder ingevuld worden. We zullen hierover tijdig alle informatie
verspreiden. Vanaf 2016 zullen rechten opnieuw overgedragen kunnen worden tussen bedrijven.
Keuzes met oog op de toekomst
Doordat Europa onverwacht zijn interpretatie wijzigde, was dit voor de sectorvakgroep een moeilijke
discussie. Toch is het gunstig dat het nieuwe systeem voor toekenning van gekoppelde
zoogkoeiensteun snel ingevuld werd. Doordat alle landbouworganisaties betrokken waren, kon de
gekoppelde steun aangewend worden voor een beleid in het belang van de toekomst van de sector,
afgestemd op het bevoorraden van de lokale markt met kwaliteitsrundvlees.
Het nieuwe systeem moet vóór 1 augustus aangemeld worden bij Europa. In tegenstelling met
Vlaanderen, blijft in Wallonië de onzekerheid voor de vleesveehouders voortleven door het uitblijven
van politieke besluitvorming.
Voorbeelden toekenning nieuwe
zoogkoeienpremierechten
Voorbeeld 1. Een bedrijf dat in de referentieperiode geen zoogkoeien
aankocht
Aantal kalvingen op basis van Sanitel uit vleeskoeien (type 2) met een vleeskalf:


in 2012: 24
in 2013: 29
Gemiddeld aantal kalvingen: (24 + 29)/2 = 27 (afgerond tot op de volgende eenheid)
Gemiddeld aantal dieren die 8 maanden aanwezig waren op het ogenblik van hun kalving: 25 (>70%,
dus oké)
Nieuw toegekend zoogkoeienquotum: 27 zoogkoeienpremierechten
Voorbeeld 2. Een bedrijf dat in de referentieperiode wel zoogkoeien
aankocht
Aantal kalvingen op basis van Sanitel uit vleeskoeien (type 2) met een vleeskalf:


in 2012: 52
in 2013: 47
Gemiddeld aantal kalvingen: (52 + 47)/2 = 50 (afgerond tot op de volgende eenheid)
Gemiddeld aantal dieren die 8 maanden aanwezig waren op het ogenblik van hun kalving: 30
(onvoldoende eigen dieren, want 30 is slechts 70% van 43)
Nieuw toegekend zoogkoeienquotum: niet 50 maar slechts 43 zoogkoeienpremierechten