Download - Gemeente Deventer

Nota voor burgemeester en wethouders
Onderwerp
Taakverbreding RUD IJsselland
1- Notagegevens
Notanummer
2014-001576
Datum
12-09-2014
Programma:
04 Milieu
Portefeuillehouder Weth. Rorink
Besluitenlijst
[ ]Akkoordstukken
Routing
programmamanager
ambtelijk opdrachtgever
portefeuillehouder
d.d.
--
[X]Openbaar
d.d.
12-09-2014
14-09-2014
12-09-2014
Team
OV
2- Bestuursorgaan
[X]B & W
[ ]Raad
[ ]Burgemeester
College van B & W
- Burgemeester
- Weth. Hartogh Heys
- Weth. Grijsen
d.d.
23-09-2014
[X]adj.secr.
[X]gem.secr.
BIS Openbaar
Status
23-09-2014
--- Weth. Kolkman
- Weth. Rorink
[ ]Besloten
d.d.
--
par.
16-09-2014
17-09-2014
Bijlagen
Collegevoorstel doorontwikkeling RUD
Meerjarenvisie RUD's Overijssel 2014-2017
Evaluatie Netwerk RUD IJsselland (vertrouwelijk)
Ondertekende BestuursOvereenKomst
B & W d.d.: 23-09-2014
Besloten wordt:
1 Akkoord te gaan met de voorgenomen taakverbreding van de RUD IJsselland naar Wabobreed, conform
het concept-voorstel zoals dat ter tafel ligt voor het bestuurlijk overleg van 25 september aanstaande;
2 in te stemmen met een eventueel gastheerschap van een tweede kennispunt;
3 in te stemmen met de concept-Meerjarenvisie RUD's Overijssel 2014-2017;
4 een jaar na de feitelijke invoering van de taakverbreding intern te evalueren wat de ervaringen zijn van
deze taakverbreding en de financiële gevolgen daarvan in beeld brengen;
5 de Ondernemingsraad te informeren over dit besluit;
6 de nota en het besluit openbaar te maken.
Financiële aspecten:
Financiële gevolgen voor de gemeente?
Begrotingswijziging
Financiële gevolgen opvangen
Voorstel openbaarmaking conform Wet Openbaarheid Bestuur (Wob)
[X] De nota en het besluit openbaar te maken
[ ] De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht
[X] De nota en het besluit openbaar te maken nadat
het bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden.
[ ] De nota en het besluit openbaar te maken, behalve…
Ja
Nee
[ ] Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op artikel:
[ ] De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op artikel:
Kennisgeving/ Bekendmaking Awb
Kennisgeving (publicatie) conform Awb
Bekendmaking conform Awb
ADVIESRADEN:
Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld?
Nee
Nee
Nee
Toelichting
Inleiding
Inleiding
Op 25 september a.s. staat de vergadering gepland van het Bestuurlijk Overleg Regionale Uitvoerings Dienst
IJsselland, waar portefeuillehouder Rorink lid van is. Belangrijkste agendapunt van dat overleg is het
voorgenomen besluit om de colleges van de deelnemende gemeenten en provincie voor te stellen om het
takenpakket van de RUD te verbreden van milieu naar bouwen en ruimtelijke ordening (Wabobreed). Ook de
RUD meerjarenvisie staat op de agenda, evenals het evaluatie rapport van de TU Twente.
In de aanloop naar deze besluitvorming zijn de afgelopen twee jaren (belangrijke) besluiten door uw college
genomen:
-
-
het afsluiten van de Bestuursovereenkomst tot oprichting van de RUD IJsselland in oktober 2012, tot
uitvoering van specialistische milieutaken op het terrein van vergunning, toezicht en handhaving, met
ingang van 1 januari 2013; daarin is reeds de intentie uitgesproken om Wabobreed te gaan;
het uiten van het voornemen tot uitbreiding van takenpakket in april 2014 naar Wabobreed (Ben W
nota/1245994, maart 2014).
De leden van het bestuurlijk overleg RUD hebben aangegeven, met name omdat de behoefte bestaat bevoegd
gezag te blijven, dat de intentie om het takenpakket uit te breiden naar Wabobreed niet geldt voor het geval
waarin wij verplicht worden om een fysieke RUD op te richten. Dan wordt alleen het basistakenpakket milieu
binnen de RUD ondergebracht, tenzij een Wabobreed takenpakket wettelijk verplicht wordt opgelegd. Deventer
heeft zich in het verleden hiertoe reeds uitgesproken en er bestaat geen aanleiding terzake een ander standpunt
in te nemen.
Aanvankelijk was de planning om de verbreding van het takenpakket van de RUD te laten ingaan per 1 juli 2014.
Met de vorming en komst van nieuwe colleges is besloten daar meer tijd voor te nemen, zodat nieuwe
collegeleden ruimte hadden om zich goed te oriënteren op de consequenties van die beslissing. Hiervoor zijn
afgelopen maanden op ambtelijk, bestuurlijk en regionaal niveau meerdere overleggen gevoerd om de
besluitvorming te voeden. Gezien de consequenties van het uiteindelijke besluit gaan wij in dit voorstel wat
uitgebreider op het onderwerp in.
Achterliggende documenten
In RUD verband is een concept-voorstel opgesteld dat na de bestuursvergadering aan de colleges zal worden
voorgelegd. Dat treft u bijgaand aan. Het bevat belangrijke inhoudelijke overwegingen voor het definitieve
besluit. Kortheidshalve verwijzen wij daarnaar.
Dat geldt ook voor de concept-Meerjarenvisie die u als bijlage aantreft.
Voorts hebben de besturen van RUD IJsselland en RUD Twente (tezamen met het bestuur van de netwerk RUD
Noord-Limburg) een evaluatie laten uitvoeren naar het eigen functioneren door de Universiteit Twente.
Hoofdpunten/conclusies/aanbevelingen ten aanzien van de RUD IJsselland zijn:
-
Met deze netwerk-RUD is in betrekkelijk korte tijd een robuust samenwerkingsverband gevormd dat
-
-
goed is toegerust voor de taken waarvoor zij ingesteld is.
De evaluatie geeft een genuanceerd beeld over de onderwerpen waar goed of voldoende gescoord
wordt en biedt tegelijkertijd aanknopingspunten voor groei en verbeteringen.
Groei en verbeteringen liggen daarbij met name op de volgende terreinen:
Het realiseren van 1 ICT-omgeving ;
Het stroomlijnen van werkprocessen;
Het standaardiseren van de producten .
De verdere ontwikkeling op deze vlakken levert ook een belangrijke bijdrage aan de kwaliteits- en
efficiencydoelstellingen, hoewel de meetbaarheid daarvan nog lastig is.
De betrokkenheid van de medewerkers bij de Netwerk-RUD vraagt om een extra inspanning. Er is nog
een grote groep die zich nog niet thuis voelt als medewerker van de RUD.
De betrokkenheid bij bestuur en management scoort weliswaar hoger, maar er is een blijvende
noodzaak om te bouwen aan onderling vertrouwen.
Het management voelt zich vaak in een ‘spagaat’ als het gaat om loyaliteit tussen het eigen bestuur en
de RUD. Deze spagaat werkt belemmerend op de doorontwikkeling van de organisatie.
Het ICS, zijnde RUD directeur en staf, is kwetsbaar qua omvang. Dit wordt mede veroorzaakt door
onduidelijkheid bij de partners over rollen en taken van dit organisatieonderdeel.
Het volledige onderzoek treft u eveneens bijgaand aan. Binnen RUD verband is afgesproken dat het rapport na
het besdtuurlijk overleg openbaar wordt.
Aanvullende overwegingen
De afgelopen anderhalf jaar is de basis gelegd voor de uitvoering van specialistische milieutaken. Die
samenwerking is tot stand gekomen naar aanleiding van de verplichting die het kabinet heeft opgelegd tot het
oprichten van RUD’s om te voldoen aan landelijke kwaliteitscriteria voor uitvoering van taken (Programma
Uitvoering Met Ambitie, Puma 2.1). Die criteria betreffen opleidingsniveau, zogeheten vlieguren op taken,
kritieke massa (aantal medewerkers per taak) en eisen voor het beleidsproces. De verplicht in te brengen taken
zitten in het huidige Basistakenpakket milieu (specialistische milieuvergunningverlening, toezicht en
handhaving). Daarover hebben rijk, provincies en gemeenten een zogeheten Package Deal gesloten.
In afwijking van de landelijke norm is in Overijssel geen fysieke RUD opgericht, maar een netwerkorganisatie
met twee RUD’s. Naast IJsselland en Twente, heeft regio Noord-Limburg eveneens een netwerkvorm. Alle
andere RUD's in het land zijn fysiek opgericht. Het idee achter de netwerkorganisatie is dat de lokale overheden
direct invloed en zeggenschap blijven behouden over de uitvoering van lokale taken, en daarmee direct in
contact blijven staan met bewoners en ondernemers waarvoor de taken worden uitgevoerd. Bij een fysieke RUD
staan die zaken veel meer op afstand van de lokale besturen, welke afstand wordt vergroot bij het
overdragen/mandateren van bevoegdheden aan de RUD.
Het overgrote deel van de deelnemende partijen in IJsselland en Twente kan niet zelfstandig voldoen aan de
kwaliteitseisen. Dat geldt voor het huidige takenpakket op onderdelen ook voor onze organisatie. Dat houdt
verband met de vlieguren die op specifieke taken moet worden gemaakt en met kritieke massa (aantal
medewerkers per taak/geen éénpitters).
De ervaring van het afgelopen anderhalf jaar is dat onze netwerkorganisatie in staat is om voor het huidige
takenpakket te voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen. Door onderling tussen gemeenten en provincie
werkvoorraad en capaciteit her te verdelen kunnen medewerkers voldoende vlieguren maken. Door de omvang
van het netwerk is de kritieke massa robuust genoeg. In gezamenlijkheid brengen de RUD partners het
huidige opleidingsniveau van medewerkers in beeld (EVC/EVP traject), waarbij wordt ingezet op een strategisch
opleidingsplan. Daarmee wordt het aanwezige tekort aan opleidingsniveau opgelost.
Dit alles wordt tot stand gebracht door samenwerking binnen 12 kennispunten waarvoor de deelnemende
gemeenten en provincie zelf als gastheer fungeren (bijv. geluid in Zwolle, agrarisch IPPC in Raalte en bodem in
Deventer), tezamen met de Informatie Coördinatie en Sturingseenheid (ICS: directeur RUD en staf) die gezeteld
is in Olst-Wijhe. Ongeveer 15 medewerkers van Deventer werken momenteel binnen de RUD. Na
schaalvergroting zullen dat er ongeveer 60 zijn, binnen verschillende teams (O&V, TZ, MGA, ROB, R&E, ORB)
Deze vorm van samenwerking heeft ook een keerzijde. Op bestuurlijk en met name ambtelijk niveau moet veel
worden afgestemd c.q. gecoördineerd. Dat komt onder meer tot uiting in de kosten (zie paragraaf Financiële
gevolgen). Dat geldt voor:
-
het gastheerschap van kennispunten;
deelname van medewerkers aan en uitwisseling van gegevens met kennispunten;
voorbereiden van en deelname aan RUD overleggen;
uitwisseling van informatie over werkvoorraad en capaciteit met het ICS (o.m. planningstool en
verantwoording planning);
deelname aan werkgroepen, zoals opstellen Producten en Diensten Catalogus;
voorbereiding en deelname bestuurlijke overleggen;
uniformeren van werkprocessen.
Deze kosten kunnen verminderen doordat wij ervaring opdoen met gegevens uitwisseling en door het
stroomlijnen van werkprocessen.
Zoals aangegeven heeft de RUD een verplicht takenpakket (Basistaken milieu). De ambitie en de afspraak in de
Bestuursovereenkomst van 2012 is verbreding naar de overige Wabotaken. Daarmee wordt gedoeld op bouw,
ruimtelijke ordening, monumenten, stedenbouw e.d. Deze verbreding is landelijk niet verplicht. Wel blijven de
kwaliteitseisen gelden voor deze taken. Destijds heeft de betrokken Staatssecretaris ingestemd met de
(pilot)netwerken IJsselland en Twente indien de Wabotaakverbreding daarvan onderdeel uitmaakt.
Deventer hoeft niet noodzakelijkerwijs het Wabobrede takenpakket in te brengen in de RUD om voor de hiervoor
genoemde taken aan de kwaliteitseisen te voldoen. De omvang van onze organisatie en taakuitvoering zijn
zodanig groot dat wij met beperkte maatregelen op termijn zelfstandig, danwel in DOWR-verband, aan die eisen
kunnen voldoen. (Overigens hebben Ommen-Hardenberg in de voorfase aangeven waarschijnlijk niet deel te
nemen aan de Wabotaakverbreding.)
Wij stellen u voor te kiezen voor verbreding van het RUD takenpakket. Daarvoor is een aantal redenen:
-
-
de afspraak met de Staatssecretaris over de vorming van een netwerk-RUD in plaats van een fysieke
RUD;
de Bestuursovereenkomst die wij in 2012 hebben gesloten met de andere betrokken 10 gemeenten en
provincie, waarin wij die intentie hebben expliciet hebben uitgesproken;
de goede en positieve resultaten volgens het evaluatieonderzoek van de TU;
het nemen van onze verantwoordelijkheid in regionaal verband, waarmee wij andere en kleinere
gemeenten helpen om gezamenlijk aan de kwaliteitseisen te voldoen;
het oprichten van een regionaal netwerk op het vakgebied vergunningen, toezicht en handhaving,
waarmee een flexibele organisatieschil ontstaat waarbinnen capaciteit/personeel, werkvoorraad en
kennis kunnen worden uitgewisseld en gedeeld;
het verhogen van de kwaliteit van dienstverlening en taakuitvoering;
standaardiseren van werkprocessen tussen deelnemende partijen kan leiden tot verlaging van kosten.
Naar aanleiding van de wens van enkele colleges wordt bij de taakverbreding een nuancering aangebracht op
de ruimtelijke ordeningstaak planologische afwijkingen. De bedoeling is om die in RUD verband expliciet te
bestempelen als lokale taken, met als gevolg dat de ICS inzicht heeft in deze taak, maar die niet aanstuurt of
coördineert.
Efficiency-maatregelen
Het vorige college heeft bij de deelname aan de RUD bepaald dat er op termijn efficiencywinst moest worden
bereikt binnen het netwerk. Dat werd (zonder onderbouwing) begroot op ca. 90.000,= euro, zijnde de omvang
van onze bijdrage aan de kosten van de ICS RUD. De ambitie was dat na het tweede jaar structureel terug te
verdienen. In de voorfase bij de opstart van de RUD heeft Capgemini Consulting in 2012 een kwantitatieve
doorrekening gemaakt van kosten en baten van de RUD vorming. Aanname in dat rapport was dat met name
een taakverbreding en een gezamenlijke ict voorziening tot een efficiencyslag zou kunnen leiden.
Zoals uit blijkt uit onderstaande Paragraaf financiële gevolgen is die efficiencywinst na twee jaren nog niet in
beeld. Conclusie is eerder dat het opbouwen en taakuitvoering binnen het netwerk tot extra apparaatslasten en
kosten leiden.
Ondertussen staan de interne ontwikkelingen niet stil en worden op verschillende fronten efficiency –
maatregelen voorbereid, zoals invoering van het Wabobeleidsplan en harmonisatie van applicaties, die een
positief effect hebben op kosten voor de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving, maar die niet
kunnen worden toegerekend aan de RUD.
In dit verband wijzen wij eveneens op de recente overdracht van bevoegd gezag en financiële middelen voor 13
provinciale bedrijven. Met ingang van dit jaar ontvangen wij hiervoor een structureel bedrag van 226.000,= euro.
Wij verwachten met een bedrag van 100.000,= euro de taken voor die bedrijven te kunnen uitvoeren, en
zodoende eenn aanzienlijke kostenbesparing te kunnen realiseren, waarmee feitelijk de kosten van onze
afdracht aan het ICS kunnen worden gedekt.
Zoals gemeld zijn er kosten gemoeid met de instandhouding van de ICS (directeur en staf). In het overleg van
28 augustus jongstleden heeft de directeur RUD aan portefeuillehouder Rorink gemeld dat het verbreden van
het takenpakket niet leidt tot uitbreiding van de omvang van het ICS, noch tot hogere kosten. Wij plaatsen
hierbij twee kanttekeningen:
1 Volgens het Evaluatierapport van de UT is het ICS kwetsbaar in omvang. De directeur heeft het RUD
bestuur naar aanleiding hiervan voorgesteld hier onderzoek naar te doen.
2 Het ICS wordt sinds kort ondersteund door een ex-leidinggevende van de provincie Overijssel tot 1
januari 2016, welke kosten de provincie voor haar rekening neemt.
Uiteraard had de oprichting van een RUD in fysieke vorm, het enige andere alternatief, tot extra investeringen
geleid voor huisvesting, personeel, opbouw- en frictiekosten. Onze huidige kosten zouden eigenlijk met die
variant worden vergeleken moeten worden om een beter beeld te krijgen over de mate van efficiency van
deelname aan het huidige RUD-netwerk.
ICT voorziening
Het onderdeel waarbij de verwachtingen voor efficiency volgens het onderzoek van Capgemini hoog ligt is
één ict-voorziening. In de huidige situatie werken de gemeenten en de provincie Overijssel met verschillende
geautomatiseerde systemen. In RUD verband is een onderzoek in voorbereiding om daarin gezamenlijk keuzen
te maken. In hoofdlijnen liggen daar twee varianten voor: of het koppelen van verschillende systemen, danwel
gezamenlijk één ict-systeem. Op dit moment is niet duidelijk welke keuze daarin gemaakt gaat worden en welke
kosten daarmee zijn gemoeid. Dat hangt in ons geval ook af van de keuze die in DOWR-verband wordt gemaakt
binnen het Programma Harmonisatie van applicaties. In het 4e kwartaal staat in RUD verband de besluitvorming
hierover gepland.
In ieder geval zal de nieuwe ict voorziening leiden tot extra kosten, ongeacht of die oplossing wordt gevonden in
RUD- of DOWR-verband. Dat houdt verband met het feit dat de huidige ict-ondersteuning voor de teams O&V
en TZ verouderd is en niet meer regulier wordt ondersteund door de leverancier, waardoor de huidige
onderhoudskosten betrekkelijk laag zijn.
Indien wij in RUD verband kiezen voor één gezamenlijk vakapplicatie dan zal dat enerzijds leiden tot een
vereenvoudigde uitwisseling van taken en werkvoorraad tussen deelnemende partners. Anderzijds zal dat leiden
tot een beperking van de eigen ruimte om werkprocessen in te richten. De werkprocessen zullen immers op
elkaar moeten worden afgestemd tussen de 26 partners van de RUD’s IJsseland en Twente. Die beperking geldt
overigens ook door de aansluiting van DOWR bij Dimpact. In aanvang zal dat bovendien een forse investering
vergen in onderlinge afstemming voor de vele producten die worden ondergebracht in het nieuwe ict-systeem.
Kennispunten
Het RUD netwerk functioneert in belangrijke mate door de inzet van kennispunten. Een kennispunt is onder
meer verantwoordelijk voor de kennisontwikkeling en –borging en brengt op verzoek van deelnemende partners
vraag en aanbod van specialistische capaciteit bij elkaar. Een kennispunt is gehuisvest bij een van de
deelnemende gemeenten of provincie. Die dragen zelf de kosten voor coördinatie en aansturing van het
kennispunt. Onze interne kosten voor het eigen kennispunt Bodem bedragen ca 20.000,= euro (na aanvankelijk
hogere aanloopkosten).
Afgelopen periode is een verkenning gestart naar de oprichting van kennispunten behorende bij de
taakverbreding. Daarvoor zijn in beeld de kennispunten Juridisch Beleid (Steenwijkerland is daarvoor kandidaat),
Constructie en Cultuurhistorie (archeologie en monumenten). Voor het laatste onderwerp hebben wij veel kennis
en kunde in huis. Wij zouden ons dan ook kunnen en moeten opwerpen als kandidaat, waarmee wij ons kunnen
profileren en andere gemeenten kunnen ondersteunen in de uitvoering van die specifieke taak. Daarmee
verlenen wij een belangrijke steun aan het functioneren van het netwerk. Overigens zijn er andere gemeenten
die nog geen gastheerschap voeren voor een kennispunt (Kampen, Zwartewaterland, Dalfsen, Staphorst). De
kosten die zijn gemoeid met de oprichting van een kennispunt liggen in het eerste jaar beduidend hoger dan het
tweede jaar. Op basis van de VJN 2014 zijn deze uitgaven voor de komende twee jaren gedekt. Het is uiteraard
ook mogelijk ons niet aan te dragen voor een kennispunt en dan kan, gelet op onderstaand financieel overzicht,
een eenmalig bedrag terugvloeien naar de algemene middelen. Gelet op de inhoudelijke argumenten stellen wij
voor ons wel kandiaat te stellen voor een kennispunt monumenten en archeologie in Deventer.
Ontwerp-VTHwet
Die kwaliteitseisen die hebben geleid tot vorming van RUD’s worden binnenkort vastgelegd in de VTH-wet, die
nu in ontwerp voorligt; gepland ingang 1 januari 2015. Tot op detailniveau wordt daarin geregeld hoe gemeenten
voor het taakgebied vergunningverlening, toezicht en handhaving hun organisatie moeten inrichten en kwaliteit
van uitvoering en proces moeten borgen. In tijden waarin decentralisatie van taken hoog op de landelijke agenda
staat blijft de ontwerp-VTH wet een bijzondere bestuurlijke en lokaal ingrijpende ontwikkeling, die uiteindelijk te
herleiden is naar de grote rampen in Enschede en Volendam en de daarop volgende onderzoeken (Mans en
Oosting).
Een risicovol element in die wet is het ontbreken van een voorgestelde wettelijke basis voor de netwerk RUD.
De wet gaat uit van één principe: fysieke RUD met een WGR-basis. Ook een WGR basis ontbreekt aan onze
RUD, die in de huidige vorm niet meer is dan een bestuursafspraak en geen rechtsvorm heeft. In verband
hiermee wordt op verschillende niveau’s gelobbyd bij de Staatssecretaris en kamerleden om tot aanpassing van
de ontwerp-VTH wet te komen. De besluitvorming wordt op dit moment verwacht voor het eind van dit jaar
(inmiddels vangen wij geluiden op dat deze wet met een jaar wordt uitgesteld). Indien deze ontwerp-wet
onverkort wordt aangenomen ontstaat er voor de Staatsecretaris een rechtstreekse basis om in te grijpen in
onze netwerkconstructie. De vraag blijft voorlopig of zij daarvan gebruik zal maken.
Een andere op het vakgebied in ontwikkeling zijnde wet is Private Kwaliteitsborging Bouwtoezicht, de wet
waarmee de taken bouwtechnisch toetsen en bouwtoezicht worden overgeheveld naar de markt. Er bestaat een
redelijke kans dat met de invoering van die wet de landelijke kwaliteitseisen (Puma 2.1) niet gaan gelden voor de
gemeentelijke bouwtoezichttaken.
Beoogd resultaat
In het kader van onze samenwerking binnen de Regionale Uitvoerings Dienst IJsselland het huidige takenpakket
(basistakkenpakket milieu) verbreden naar Wabobrede taken.
Kader
Bestuursovereenkomst RUD IJsselland en de Wabo.
Argumenten voor en tegen
Zie voorstaande overwegingen en bijlage.
Extern draagvlak (partners)
Dit voorstel is intern besproken en geakkoordeerd door betrokken lijn - en programmamanagers alsmede met de
portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening.
Voorts is het voorstel voorbereid in samenspraak met andere RUD partners.
Financiële consequenties
Financiële gevolgen
Het financiële plaatje voor een Wabo-brede (dus inclusief de milieutaken) RUD in 2015 ziet er naar schatting,
met een aantal significante onzekerheden, als volgt uit:
Kosten:
Gemeentelijke bijdrage aan het ICS
100.000
Extra apparaatslasten voor opzetten wabo-breed systeem
70.000
Coördinatie bestaand kennispunt Bodem
30.000
Opzetten 1 of 2 nieuwe kennispunten
50.000
(monumenten/archeologie/ecologie/…)
Netto afrekening in- en uitleen (gebaseerd op 2013)
30.000
Uitvoering provinciale taken
100.000
Totaal
380.000
Baten:
Rijksgeld voor uitvoering provinciale taken
226.000
Extra middelen 2015 en 2016 (besluit VJN2014)
100.000
Rijksbijdrage transitiekosten RUD
30.000
Totaal
376.000
Het verschil tussen kosten en baten is dus verwaarloosbaar.
Aan deze kostenraming ligt echter een aantal onzekere aannames ten grondslag:
1. Het budget van 226.000 dat de gemeente krijgt voor uitvoering van provinciale taken is slechts ten dele
(100.000) nodig voor het daadwerkelijk uitvoeren van die taken. Het restant kan de gemeente naar
eigen inzicht besteden, hetgeen voor ons van belang is gezien de behoefte aan dekking van overige
RUD kosten. Hier maakt de provincie waarschijnlijk bezwaar tegen.
2. De jaarlijkse rijksbijdrage die de gemeente ontvangt voor het uitvoeren van taken op gebied van Externe
Veiligheid (80.000) wordt vanaf 2015 niet meer rechtstreeks naar de gemeente overgemaakt, maar loopt
via de provincie naar de RUD. Via de RUD kan een deel van dat geld alsnog terechtkomen bij de
gemeente. Het is echter onzeker hoe groot die bijdrage is. In bovenstaand overzicht wordt ervan
uitgegaan dat de bijdrage voor EV-taken op hetzelfde niveau blijft. Zo niet, dan zal dat aangevuld
moeten worden, omdat Externe Veiligheid een wettelijke taak is die hoe dan ook ingevuld moet worden;
3. De incidentele extra apparaatslasten zijn gebaseerd op de ervaringen van 2013 en bestaan uit:
 4 (intern en extern) coördinerende medewerkers 3 uur per week (50.000);
 40 medewerkers 10 uur per jaar (30.000).
4. De rijksbijdrage van 97.000 voor transitiekosten RUD wordt verdeeld over drie jaar (2014, 2015 en
2016). De onzekerheid hierbij is dat door het ICS bestuurlijke druk wordt uitgeoefend om de gehele
rijksbijdrage via het ICS te besteden aan bijvoorbeeld ICT;
5. De omvang van het ICS en de gemeentelijke bijdrage daaraan blijft ook bij verbreding van takenpakket
RUD ongewijzigd. De vraag is of dat zo blijft.
6. Investeringen in ICT-voorzieningen leiden voor de gemeente niet tot extra kosten. Ook dit lijkt
onwaarschijnlijk, alleen moet een deel van die investeringen ook zonder RUD worden gedaan;
7. De in- en uitleen binnen de RUD ligt op hetzelfde niveau als in 2013 (-/- 30.000). Eén van de oorzaken
daarvoor is dat de uurtarieven binnen de gemeente aanmerkelijk hoger liggen dan de tarieven die
gehanteerd worden binnen de RUD; Binnen de RUD begroting is ruimte voorzien voor investeringen en
jaarlasten.
De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen programma's 4, 5 en 10. Het geheel aan financiële
consequenties van de Wabo-brede RUD loopt via programma 4.
Resumerend is het de verwachting dat de Wabo-verbreding van het takenpakket en de reguliere uitvoering van
milieutaken in 2015 en 2016 is gedekt. Deze inschatting is echter wel met bovegenoemde aannamens cq
onzekerheden onzekerheden omkleed.
Aanpak/uitvoering
Besluitvorming in Bestuurlijk Overleg van de RUD IJsselland
Definitief besluit van uw college tot uitbreiding van het takenpakket van de RUD IJsselland
Informeren OR