Aon Hewitt Update@Work Oktober 2014 – Nummer 7 – Jaargang 10 Nieuwsbrief over personeelsbeleid Inhoudsopgave 01 Objectief van de Wetgever 02Kalender 02Initiatief 02Wat kunnen werkgevers wel of niet doen tijdens de overgangsperiode? 03De andere extralegale voordelen 03Besluit Harmonisatie van de statuten en aanvullende pensioenen Het begin van de zomer van 2013 werd gekenmerkt door het verstrijken van de deadline van 08/07/2013. Dit betekende het einde van een periode van 2 jaar, toegekend door het Grondwettelijk Hof in zijn arrest dd. 7/07/2011, voor het wegwerken van het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden betreffende de opzeggingstermijnen en de carenzdag. Op het allerlaatste moment werd een akkoord bereikt dat tot de wet van 26/12/2013 heeft geleid, die sinds 01/01/2014 van toepassing is op deze twee onderwerpen. De andere elementen met betrekking tot het verschil in behandeling tussen de twee statuten dienden toen nog behandeld te worden. Inzake aanvullende pensioenen werd een voorontwerp van wet aan de Nationale Arbeidsraad voorgelegd en, na talrijke wijzigingen, omgevormd tot een wet die gestemd werd net vóór het einde van de vorige legislatuur en gepubliceerd in het Staatsblad op 09/05/2014. 1. Objectief van de wetgever De wet dd. 05/05/2014 legt een juridisch kader vast voor een geleidelijke opheffing van de verschillen tussen arbeiders en bedienden inzake aanvullende pensioenen. Risk. Reinsurance. Human Resources. 2. Kalender De wet onderscheidt drie grote periodes: a)De periode vóór 01/01/2015. Voor deze periode is het de doelstelling van de wetgever om de inrichters te verzekeren dat de vóór 01/01/2015 bestaande verschillen in behandeling tussen de twee statuten geen onwettige discriminaties vormen. Zij biedt dus rechtszekerheid voor alle verschillen in behandeling van het verleden. We kunnen dit bestempelen als “amnestie” voor de periode vóór 01/01/2015. b)De periode gaande van 01/01/2015 tot 01/01/2025. Deze periode noemt men de “stand still” periode in de memorie van toelichting van de wet. De term “overgangsperiode” was misschien beter geweest. Deze periode van 10 jaar moet 3. Initiatief Pensioenplannen kunnen op niveau van de onderneming, van een groep van ondernemingen of op sectorniveau ingericht worden. De wet bepaalt dat de sector het initiatief moeten nemen tijdens de overgangs- / stand-still periode om de sectorale pensioenstelsels “bedienden” en “arbeiders” te harmoniseren. Daarom verwacht men van de sectoren dat ze ten laatste op 01.01.2023 een sectorale CAO indienen betreffende de harmonisatie van de sectorale pensioenen van beide statuten voor hun activiteitensector. Vanaf 01.01.2016 zullen zij de Nationale Arbeidsraad om de twee jaar op de hoogte dienen te houden over de vooruitgang die ze geboekt hebben in deze materie. inderdaad benut worden om, op het gewenste ritme van de inrichters, de verschillen tussen beide statuten op te heffen. Ze zal gekenmerkt worden door een belangrijke activiteit op het gebied van analyses, vergelijkingen, onderhandelingen en beslissingen. Dit alles moet leiden tot het verdwijnen van alle verschillen tussen de twee statuten tegen 01/01/2025 (“cut-off date”). c)De periode vanaf 01/01/2025. Voor deze periode zijn alle verschillen tussen arbeiders en bedienden onwettig. Eén enkele uitzondering zal worden toegestaan wanneer een aangeslotene vóór 01/01/2025 zich weigert aan te sluiten aan een pensioenplan dat werd opgericht of gewijzigd vóór deze datum om de bestaande verschillen tussen de statuten op te heffen. Rekening houdend met de ontwikkelingen in hun sector moeten de bedrijven nadenken, organiseren, plannen, beslissingen nemen betreffende de harmonisatie van hun pensioenstelsels. Als een horizon van 10 jaar op het eerste gezicht voldoende lijkt, moeten we in gedachten houden dat dit thema het voorwerp zal uitmaken van sociale onderhandelingen. Tien jaar vertegenwoordigt slechts 5 onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers en we bevinden ons op dit ogenblik in een periode van loonmatiging. Als de werkgever zich niet gedwongen wil zien alles in één keer te bespreken tijdens de onderhandeling 2023-2024 met de cut-off datum van 01/01/2025 als doel, is het raadzaam om dit harmonisatieproject zo snel mogelijk te starten. Dit neemt niet weg dat de wetgever van de andere inrichters verwacht dat zij op hun niveau al beginnen met wat de wet het “harmonisatietraject” noemt. 4. Wat kunnen werkgevers wel of niet doen tijdens de overgangsperiode? Tijdens deze periode mogen de inrichters enkel een nieuw pensioenplan invoeren of een pensioenplan in voege op 01/01/2015 en dat een onderscheid tussen arbeiders en bedienden omvat wijzigen wanneer dit nieuw plan of deze wijziging uitsluitend bedoeld is om een bestaand onderscheid tussen de twee statuten te verminderen, en uiteindelijk op te heffen. Deze regel impliceert dat het meest gunstige pensioenstelsel van de twee categorieën niet aangepast kan worden zolang het minst gunstige pensioenstelsel niet geharmoniseerd werd. Dit brengt ons onmiddellijk naar de volgende twee bevindingen: 1.De wet vereist geen levelling-up. Een werkgever kan overwegen om voor de bedienden en arbeiders een nieuw plan in te voeren dat minder gunstig zal zijn dan het beste van de bestaande plannen op 01/01/2015. Een voorbeeld: een onderneming heeft een plan van het type “vaste bijdrage” met een financiering tot 5% van het jaarsalaris voor de bedienden en heeft geen plan voor de arbeiders. De wet verplicht niet om hetzelfde plan aan de arbeiders aan te bieden. De onderneming kan een nieuw plan invoeren voor de bedienden en arbeiders met een financiering tot 3% van het jaarsalaris. De bedienden die waren aangesloten aan het plan met een financiering tot 5% vóór de wijziging, zullen niet verplicht worden om zich aan het Update@Work | Aon Belgium bvba | Oktober 2014 2 nieuwe plan aan te sluiten (behalve indien het nieuwe plan bij CAO is ingevoerd). Dit illustreert de uitzondering vermeld in punt c) hierboven. De werkgever dient echter de juiste balans te vinden tussen financiële overweging enerzijds en een competitief pensioenplan anderzijds. 2.Het zal voor bedrijven die een DB-plan hebben voor één van de twee categorieën heel moeilijk zijn om de plannen van het type “Defined Benefits” (DB) om te vormen naar “Defined Contributions” plannen (DC). De omvorming van een DB-plan naar een DC-plan gaat steeds gepaard met belangrijke 5. De andere extralegale voordelen Er is nog een laatste punt dat onze aandacht verdient. De wet dd. 05.05.2014 heeft alle bovenvermelde maatregelen geïntroduceerd door wijzigingen aan de Wet op de Aanvullende Pensioenen, de befaamde WAP dd. 28 april 2003. Het toepassingsgebied is dus dit van de WAP. wijzigingen in de individuele situatie van de aangeslotenen. Hoewel het doel van een DC-plan is om op termijn een gelijkwaardig voordeel te bieden als een DB-plan, is het gebruikelijk dat voor sommige profielen in het DB-plan (typisch voor jongeren met lagere lonen) de omzetting gepaard gaat met een verbetering van hun voordelen wanneer ze kiezen voor een DC-plan. De wet verbiedt om de meest gunstige plannen te verbeteren zolang de harmonisatie niet gerealiseerd is. De werkgevers die deze omzetting overwegen, moeten dit dus goed bestuderen vóór 01/01/2015. Daarnaast zijn er nog andere voordelen die vaak geassocieerd worden met aanvullende pensioenen, maar die niet onder het toepassingsgebied van de WAP vallen. Het betreft de dekkingen in geval van arbeidsongeschiktheid, hospitalisatie of de collectieve dekkingen in geval van een ongeval. Voor deze dekkingen is er dus geen sprake van een overgangsperiode van 10 jaar. Zij moeten in principe zo snel mogelijk geharmoniseerd worden. B esluit Enkele tips: •Wacht niet om het harmonisatietraject te starten. Een exhaustieve inventarisatie van de voordelen van beide categorieën is een noodzakelijke en belangrijke eerste stap. •Volg aandachtig alle discussies m.b.t. uw sector wanneer deze sectorale pensioenen beheert. •Wanneer uw onderneming een DB-stelsel heeft, onderzoek snel het belang van het behoud ervan. •Beperk uw analyse niet tot enkel de voordelen bij pensioen of overlijden. •Zet dit punt op de agenda van de volgende sociale onderhandelingen. Aarzel niet om uw contactpersoon bij Aon te contacteren indien u bijkomende informatie wenst. Contact Aon Belgium bvba/sprl trading as Aon Hewitt Jules Cockxstraat 8-10 1160 Brussel t +32.2.730.95.05 e [email protected] Risk. Reinsurance. Human Resources.
© Copyright 2024 ExpyDoc