Lichte verbetering concurrentiepositie Suriname 2013 Uit een groep van 148 landen is Suriname in het Global Competitiveness Rapport 2013 – 2014 van de Wereldbank gerangschikt op plaats 106. Tijdens de vorige rankschikking (2012 – 2013) bezette Suriname plek 114 uit een groep van 144 landen. Ter vergelijking: de Dominicaanse Republiek staat op plaats 105, Guyana op 102, Jamaica op 94 en Trinidad & Tobago op 92. Sinds 2011 zet de VSB zich in om als partnerinstituut van het ‘Centre for Global Competitiveness and Performance’ van het World Economic Forum de Executive Opinion Survey onder bedrijven te begeleiden. Hierdoor kon Suriname in drie opeenvolgende jaren in het Global Competitiveness Rapport worden opgenomen. De leidraad is hierbij: ‘meten is weten, hierop kan beleid worden afgestemd’. De 148 gerangschikte economieën zijn onderverdeeld in drie fasen afhankelijk van de fase van hun ontwikkeling. De landen in fase 1 beschikken slechts over de basis vereisten voor een competitieve samenleving; de landen in fase 2 beschikken over componenten die de efficiëntie bevorderen; en de landen in fase 3 worden mede door een gunstig omgevingsklimaat gekenmerkt door innovatie in de productie van goederen en diensten. Suriname is gebleven in de fase van een door efficiëntie gedreven economie. Zoals te zien is in het diagram scoort Suriname goed op de indicatoren macro-economische omgeving, gezondheid en basisonderwijs. Vooral de macro-economische situatie in 2012 heeft bevorderd dat Suriname een relatief betere positie verkreeg op deze laatste wereldranglijst. Op deze indicator, een van de 12 pilaren van de Global Competitiveness Index (GCI), ging Suriname 20 plaatsen vooruit: van plaats 96 naar plaats 66. Meer in detail zien we dat daarbij vooral de beteugeling van de inflatie een belangrijke rol heeft gespeeld: wat deze indicator betreft ‘stegen’ we met 48 punten van plaats 138 naar nummer 90. Wat betreft de overheidsschuld bleven we een goede score behouden met plaats 24 van de 144 landen. Minder gunstig echter was de beoordeling van de begrotingsbalans en de nationale besparingen: we ‘zakten’ respectievelijk van plaats 31 naar 58 en van 63 naar 77. Niet onvermeld mag worden dat op de pilaar infrastructuur, Suriname voor de haveninfrastructuur een goede plaats 43 kreeg toegekend. En voor het aantal abonnementen per 100 inwoners voor mobiele telefoon staat ons land zelfs op plaats nummer 7 van de 148 landen. De meest problematische factoren (top 5) voor het zakendoen in Suriname (gerangschikt van meest naar minst) zijn: Inefficiënte overheidsbureaucratie Corruptie Toegang tot financiering Onvoldoende opgeleide beroepsbevolking Slechte arbeidsethiek van de nationale beroepsbevolking Ook worden door de ondernemers de gebrekkige infrastructuur, weinig tot geen capaciteit om te innoveren en een heel erg verouderde arbeidswetgeving als knelpunten ervaren voor het zakendoen in Suriname. Het World Economic Forum (WEF) definieert de nationale economische concurrentiepositie als "het geheel van instellingen, het beleid en de factoren die het niveau van de productiviteit van een land bepalen”. De GCI uit het Global Competitiveness Report wordt berekend uit zowel openbaar beschikbare gegevens, waaronder het ‘Doing Business Report’ van de Wereldbank, als uit de jaarlijkse Executive Opinion Survey. Behalve het Global Competitiveness Report geeft het WEF periodiek andere rapporten uit waaronder ‘The Global Information Technology Report’, ‘The Global Enabling Trade Report’ en ‘The Travel & Tourism Competitiveness Report’.
© Copyright 2024 ExpyDoc