girugten faculteit ruimtelijke wetenschappen contactadres postbus 800 9700 AV Groningen e-mail [email protected] faculteitsbl ad ruimtelijke wetenschappen w w w . g i r u g t e n . n l girugten 04 jaargang 45 Pan-American highway pan-american highway.indd 2-3 5-6-2014 15:58:30 3. girugten girugten 04 / juni 2014 PAN-AMERICAN HIGHWAY redactie 04 / juni 2014 PAN-AMERICAN HIGHWAY inhoud colofon redactioneel Eindredactie Steven Wester (hoofdredacteur) Sanne Feenstra (vormgeving) Beste lezer, Redactie Eva Bouw Thijs Fikken Thom van der Gragt Robin Groenewold Nienke Harmelink Marins Hettinga Wieke IJbema Wymer Praamstra Jeroen de Regt Jorn van der Scheer Paul Steeneken Wessel van Vliet Saskia Zwiers Druk Scholma Druk, Bedum Introductie Pan-Americanisme Voor je ligt alweer het laatste Girugtennummer van het collegejaar 2013-2014. Het thema van dit nummer is de Pan-American Highway. We nemen je mee op een reis van Alaska naar Vuureiland, langs geografische en planologische verschijnselen die te bewonderen zijn langs de weg. Deze weg is overigens niet een volledig aaneensluitende route van noord naar zuid: daar zorgt het zogenaamde Darien Gap voor. Alle details hierover zullen voorbij komen in dit nummer. Teerzand in Alberta America’s Great National Parks Het nummer is gemaakt in samenwerking met de alumnivereniging van de faculteit, de Professor Keuningvereniging. Sierdjan Koster en Viktor Venhorst hebben een artikel geschreven over het ruimtelijk verspreidingsgedrag van afgestudeerden aan onze Faculteit. Verder is de rubriek Geografen aan het Werk weer aanwezig, met een artikel vanuit Vancouver. Wymer Praamstra 4 Wessel van Vliet 5 Nienke Harmelink 6 Robin Groenewold 7 Jeroen de Regt 8 Laredo en Nuevo Laredo Dit was het laatste nummer waar Eva aan heeft meegewerkt als redactielid van Girugten. Namens ons allemaal wil ik haar bedanken voor haar jarenlange inzet! Vanaf aankomend collegejaar zullen we weer behoefte hebben aan een aanvulling van de redactie. Dus mocht het je leuk lijken te schrijven over je eigen vakgebied samen met een gezellige groep mensen, laat dan wat van je horen! Panama: dwars tussen de America’s Thom van der Gragt 10 Thijs Fikken 12 Oplage 600 stuks Veel leesplezier, E-mail Steven Wester Hoofdredacteur [email protected] Contactadres Postbus 800 9700 AV Groningen Girugten is het onafhankelijk faculteitsblad van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen. Girugten functioneert als een zelfstandige redactie onder faculteitsvereniging Ibn Battuta. De eindredactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen artikelen in te korten, dan wel te weigeren. pan-american highway.indd 4-5 Wegromantiek 13 Dárien Gap Ronald Kleine 14 Colombia: the only risk is wanting to stay Eva Bouw 16 De Nazca-lijnen 18 Een dovend Vuurland 20 Geslaagd in de Stad Wieke IJbema Marins Hettinga Sierdjan Koster & Viktor Venhorst 23 Geografen aan het werk 24 Verslag van het Geo Promotioncongres 26 Ibn Battuta Ronald, Jeroen & Nienke 27 Pro Geo Herman Kok 5-6-2014 15:58:32 girugten wymer praamstra 4. 04 / juni 2014 PAN-AMERICAN HIGHWAY thema-artikel Het idee voor een alle Amerikaanse landen verbindende intercontinentale weg werd op de vijfde Pan-Amerikaanse Conferentie in 1923 voor het eerst geopperd. Aan het eind van de 19e eeuw was een treinspoor met hetzelfde doel in overweging genomen, maar dit bleek al snel een onhaalbaar project. Uiteindelijk duurde het, mede door de politieke instabiliteit in grote delen van de Amerika’s en de rest van de wereld, tot 1937 voordat er daadwerkelijk een verdrag werd getekend door de deelnemende landen. In 1950 was Mexico het eerste land dat ook daadwerkelijk het afgesproken stuk weg opleverde, de Tweede Wereldoorlog hielp in de tussenliggende periode niet mee aan een snelle realisatie van het gigantische project. Uiteindelijk is het oorspronkelijke plan, zowel per spoor als per weg, nooit helemaal werkelijkheid geworden, maar dankzij extensieve binnenlandse snelwegsystemen is er toch een rijdbare noord-zuidverbinding gevormd. Bijzonder bij het berijden van de weg zijn de verschillen in cultuur, klimaat en natuur die je tegenkomt in de, afhankelijk van je route, maximaal 21 landen. De eindeloze bossen en pan-american highway.indd 6-7 wessel van vliet 5. 04 / juni 2014 PAN-AMERICAN HIGHWAY thema-artikel Historie en introductie van de ‘Pan-Amerikaanse snelweg’ Anders dan de naam misschien doet vermoeden is er bij de Pan-American Highway eigenlijk geen sprake van één weg die Alaska in het noorden en Argentinië in het zuidelijkste puntje verbindt. Het is eerder een netwerk van wegen die er gezamenlijk, met een totale lengte van ongeveer 48.000 kilometer, voor zorgen dat er een mogelijkheid is om de twee uiterste plekken in de Amerika’s te overbruggen. Over de precieze lengte van de verbinding is eigenlijk geen duidelijkheid, maar het schijnt dat je met een minimum van ongeveer 17.900 kilometer Alaska vanuit Vuurland kunt berijden. Neem je één of twee aftakkingen van de kortste route, dan zit je al snel op het dubbele of driedubbele. Het enige stuk waar geen conventionele verbinding, een berijdbare weg dus, te vinden is heet de Darién Gap. De moerassen en bossen in het grensgebied van Panama (Midden-Amerika) en Colombia (ZuidAmerika) zijn wel via een boot te omzeilen, waardoor het noorden en zuiden toch verbonden zijn. Verderop in deze Girugten wordt hier uitgebreid aandacht aan besteed. girugten vlaktes die je tegenkoment op de honderden kilometers zonder noemenswaardige bewoning in delen van Alaska staan in schril contrast met de gigantische steden in de rest van Amerika en Mexico. Terwijl woestijnachtige stukken weg en alleen bij goed weer toegankelijke boswegen in ZuidAmerika het tegenovergestelde zijn van de sneeuwstormen en ijsroutes die in het ijzige noorden te vinden zijn. De gastvrijheid in de indianenreservaten, kleine dorpjes en eenzame huizen in bergpassages in de vele landen is extra welkom als je net de met prikkeldraad bewaakte grens tussen bijvoorbeeld Amerika en Mexico hebt overgestoken. De tocht door de Amerika’s leidt van de meest ontwikkelde landen ter wereld tot de meest schrijnende armoede die je je kan voorstellen. Een veelvoud aan verslagen van mensen die de tocht in klassieke auto’s, op de motor, met de fiets of zelfs lopend hebben gedaan is te vinden in de uithoeken van het internet en de obscuurdere boekenzaakjes. De aantrekkingskracht van een dergelijk avontuur mag duidelijk zijn. Redelijk letterlijk krijg je bij het volgen van de PanAmerikaanse snelweg een doorsnede te zien van de verschillende landen die de Amerika’s kleur geven. In deze Girugten volg je de route en zullen ‘onderweg’ hoogte- en dieptepunten en opmerkelijke verhalen deze tocht illustreren. Pan-Amerikanisme Een snelweg als symbool van Pan-Amerikaanse geofrictie Als een levensader loopt de Pan-Amerikaanse snelweg door het Amerikaanse continent. Een rode draad, tienduizenden kilometers lang, die achttien landen verweeft en koelbloedig Köppen’s hele klimaatclassificatie aaneenrijgt. Een snelweg waarop zowel pinguïns als ijsberen de verkeersveiligheid in gevaar kunnen brengen. Maar ook: een symbool van het Pan-Amerikaanse streven naar een verbeelde geografische eenheid. Pan-Amerikaanse gedachtes leidden tot een reeks Pan-Amerikaanse conferenties, Pan-Amerikaanse Spelen en de oprichting van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Maar waar ligt de historische oorsprong van dit streven? Of loopt de Pan-Amerikaanse route dood en jagen Pan-Amerikaanse sympathisanten ijlend een fata morgana na? Panamerika: geohistorie of geofictie? Clovistheorie Waar begon het ooit, Panamerika? Geologisch gezien miljoenen jaren terug in de tijd, toen Zuid-Amerika zich van het oercontinent Gondwanaland afscheidde en later via de Panamese landengte met Noord-Amerika verbonden raakte. De eerste menselijke bewoning van deze Amerikaanse landmassa dateert van veel later. Het meest bekend is de theorie van de Beringlandbrug, in wetenschappelijke kringen aangeduid als de Clovistheorie. Tijdens de laatste ijstijd zou de zee tussen Alaska en oostelijk Siberië zijn drooggevallen, waardoor de toenmalige mens vanuit de Afrikaanse wieg top-down het Amerikaanse continent kon inlijven. Via Alaska, langs de Rockies en de Andes helemaal naar de koude tenen van het continent, richting Vuurland (zie Marins haar artikel): in de antropologie is de Pan-Amerikaanse route al eeuwenoud. Tegenwoordig verliest de Clovistheorie in rap tempo aanhang. Al veel eerder zouden gemeenschappen Amerika met bootjes of vlotten hebben bereikt en bewoond. Hoe dan ook, Amerika werd van buitenaf bevolkt; de eerste ‘Pan-Amerikanen’ waren allochtonen die vervolgens uitwaaierden over het hele continent. Indianenverhalen Deze eerste Pan-Amerikaanse ‘kolonisatie’ lijkt in eerste instantie nog relatief eendrachtig, maar het vervolg was dat zeker niet.. 10.000 jaar is ruim voldoende om processen als geografische verspreiding en evolutie van de menselijke soort vrij spel te geven en zowel sociaal-culturele als genetische verschillen van formaat te laten ontstaan. In de eeuwen direct vóór Columbus werd Amerika bevolkt door talloze volken en culturen, waaronder de Inuit in Alaska, de Blackfoot op de NoordAmerikaanse Great Plains, de Mexicaanse Azteken en de Inca’s in de Andes. Naburige culturen lagen bovendien regelmatig met elkaar in de clinch. Sinds Christopher Columbus op de vroege ochtend van zaterdag 12 oktober 1492 land in zicht kreeg en de lokale bevolking foutief voor Indianen aanzag kwam deze benaming in gebruik als verzamelnaam voor vrijwel alle Amerikaanse volkeren. Maar in het tijdperk na Columbus veranderde er desondanks weinig aan het cultureel complexe karakter van het continent waardoorheen men later de langste snelweg ter wereld zou aanleggen. De Nieuwe Wereld Dat de Europeanen het nieuw ontdekte continent meteen als eenheid beschouwde en diens bevolking over één kam scheerde is natuurlijk alles behalve vreemd. Tussen oost en west bleek een landmassa te liggen die ruim een kwart van de wereld besloeg en ongekende mogelijkheden met zich mee bracht. Amerika, vernoemd naar een Europeaan, werd voor ons de ‘Nieuwe Wereld’. Elke Europese mogendheid met ook maar enig zelfrespect verwierf er land en macht. Vanuit antropologisch en biologisch perspectief betekende de Columbiaanse uitwisseling echter een periode van chaos en conflict. Panamerika werd een eenheid in de hoofden van de mensen aan onze kant van de Atlantische Oceaan, maar bleef intern gefragmenteerd, versterkt door concurrerende koloniale invloeden en de daaropvolgende periode van natievorming. Wie in de geohistorie zoekt naar een PanAmerikaanse rode draad en iets van een continentale identiteit en eensgezindheid moet goed zoeken. variëren tussen de 25.000 en 50.000 kilometer: werk in tentamens met zulke marges en elke student studeert cum laude af. In de Pan-Amerikaanse weg zit zelfs een gat van zo’n honderd kilometer nabij Darièn, Panama, waarover meer in Ronalds artikel op bladzijde #. De Amerikaanse schrijver en journalist Jake Silverstein beschreef de route in 2006 treffend als ‘a system so vast, so incomplete and so incomprehensible it is not so much a road as it is the idea of Pan-Americanism itself’. Planning als afspiegeling van wat er leeft (of niet leeft) in een samenleving. Panamerika is vandaag de dag meer geofictie dan historie, al kan zulke fictie in no-time veranderen in historie. Want historie is kneedbaar, slechts schijnbaar objectief en staat vaak in dienst van de (geo-)politieke aspiraties in het heden. Anderson’s ‘Imagined Communities’ en Orwell’s 1984 tonen uitstekend aan dat de je door tactische geschiedschrijving geografische identiteiten kunt smeden. Door een gemeenschappelijke vijand aan te wijzen bijvoorbeeld. Als de Russen nou eens een poging doen heel Panamerika in te lijven. Wie weet dat dit via een omweg leidt tot een iets robuustere Pan-Amerikaanse snelweg. /// Meer weten? 1984 is een absolute must als je wilt lezen hoe geofictie de geest van een samenleving kan smeden. Over het debat omtrent de eerste bewoners van Amerika is de Wikipediapagina ‘oudste bewoners van Amerika’ een goed startpunt. De laatste inzichten zijn dat Panamerika in meerdere golven bevolkt is geraakt: ‘De indianen kwamen in golven’ - Volkskrant (14 juni 2012). Geofictie? En daarmee lijkt deze verbeelde PanAmerikaanse identiteit eigenlijk sprekend op de Pan-Amerikaanse snelweg. Deze weg is namelijk zo onsamenhangend dat het eerder een netwerk van afzonderlijke snelwegen is. Er zijn vele aftakkingen en alternatieve routes, in zo’n mate dat schattingen van de lengte van de weg 5-6-2014 15:58:33 girugten nienke harmelink 6. 04 / juni 2014 pan-american highway thema-artikel Teerzand Teerzand bestaat uit bitumen dat samengedrukt is met zand en klei. Bitumen is een bestandsdeel van aardolie en kenmerkt zich door een hoge mate van dichtheid en viscositeit. Aangezien bitumen bij kamertemperatuur een vaste verschijningsvorm heeft, dient zij voor het raffineren eerst gesmolten te worden tot vloeibare stof. Dit wordt gedaan met behulp van grote hoeveelheden stoom. Bitumen vormt een belangrijk bestandsdeel voor ondermeer asfalt en wordt als zodanig toegepast in wegverhardingen, dakbedekking en geluidsisolatie. Bitumen wordt ook soms gebruikt als soil conditioner om de weerstand van de bodem tegen erosie te verhogen. Teerzand is een zogeheten onconventionele fossiele brandstof. Met onconventioneel brandstof wordt bedoelt dat het afwijkt van de gebruikelijke (dus conventionele) brandstoffen. Het proces van bitumen naar aardolie of andere verrijkingen is kostbaar en vergt ten opzichte van conventionele brandstoffen relatief veel energie. Desondanks vindt de winning van aardolie uit het teerzand steeds vaker plaats. Argumenten die hiervoor worden aangedragen zijn ondermeer de eindigheid van de conventionele voorraad, (geo) politieke spanningen en de wens tot minder buitenlandse afhankelijkheid. Ook een zeer hoge potentiële commerciële exploitatie van aardolie uit teerzand en de hoge prijzen van aardolie uit conventionele bronnen zijn belangrijke beweegredenen van grote olieconcerns. pan-american highway.indd 8-9 robin groenewold 7. 04 / juni 2014 pan-american highway thema-artikel Controversiële aardoliewinning in ‘the wilds of Canada’ De eerste bestemming van onze route op de Pan- Amerikaanse snelweg is de stad Fort McMurray. Het is gelegen in de Canadese staat Alberta, ruim 400 km ten noorden van Edmonton. Voor de komst van de Europeanen (eind 18e eeuw) vormde dit gebied de vestigingsplaats van de zogenoemde First Nation inwoners, maar sinds de jaren 90 van de vorige eeuw spelen de stad en haar omgeving een prominente rol in de Canadese aardolie-industrie. Hier bevinden zich namelijk teerzandvelden waar aardolie uit gewonnen wordt. Dit biedt kansen, maar kent ook een keerzijde. girugten Het gebied Het gebied waar de aardolie in teerzand zit opgeborgen beslaat 140.000 vierkante kilometer. Ter vergelijking, Nederland past hier ruim 3,5 keer in. De bewezen aardolievoorraad in het gebied is 170 miljard vaten. De aardolie bevindt zich onder een boreaal bos en is één van ’s werelds grootste oliereservoirs. Slechts 20% van het teerzand bevindt zich aan het aardoppervlak. Dit is nabij de Athabasca River en hier wordt de olie dan ook relatief gemakkelijk in de mijnbouw gewonnen. De restende olie zit op zo’n 75 meter onder het aardoppervlak. Om deze olie te winnen wordt heet water in de bron geïnjecteerd.. Dit zorgt ervoor dat de olie vloeibaar wordt en vervolgens kan worden opgepompt. Er is hierbij veel water nodig. Voor één vat teerzandolie (zo’n 159 liter) worden twee tot vier vaten water verbruikt. Hiernaast wordt ook gebruik gemaakt van methaan-of aardgas om het water te verwarmen. De teerzandgronden in Alberta bestaan uit drie velden. Bij de centraal gelegen Boomtown Fort McMurray bevindt zich het grootste depot, namelijk het Athabasca Depot. De andere twee depots zijn het Peace River depot en het Cold Lake depot. De Great Canadian Oil Sands opende haar eerste grote mijn in het gebied in 1967. De groei was tot 2000 langzaam omdat de kosten niet opwegen tegen de baten op de wereldmarkt. Door stijgende olieprijzen kwam daar verandering in. Het werken in een oliedepot vergt veel van de werknemers en hun gezinnen. Het is zwaar en hard werken, vaak wonen werknemers voor een lange tijd gescheiden van hun familie en men bevindt zich in ‘the wilds of Northern Alberta’. Daartegenover staat wel een flink salaris. Het zoeken naar een beter bestaan is het voornaamste doel van de bevolking die naar het gebied ge(im)migreerd is vanuit elders in Canada of het buitenland. Controversieel De regering van Alberta is erg blij met het geld dat de teerzandindustrie oplevert. Toch is deze methode van aardoliewinning bij de lokale gemeenschap en ook op mondiale schaal controversieel. Zoals al aangegeven worden er veel natuurlijke (energie)bronnen gebruikt, zoals grote hoeveelheden water. Deze raken vervolgens vervuild met methaan- of aardgas dat op zijn plaats ook eveneens gewonnen moet worden. Wat betreft het water dient te worden vermeld dat het vervuilde valwater in bepaalde gevallen in het oppervlaktewater komt. Dit heeft als gevolg dat de lokale bevolking het water niet meer durft te drinken. Wel wordt getracht om het water te zuiveren en in een kringloop op te nemen. Daarnaast zoekt bijvoorbeeld Shell naar een mogelijkheid om de vrijgekomen restwarmte in dit zuiveringsproces om te zetten in stoom wat vervolgens gebruikt kan worden bij de oliewinning. Ook wat betreft CO2-emissie is de situatie niet wenselijk. Zo wordt de Kyoto-norm aanzienlijk overschreden. Verder schijnt onder de First Nations gemeenschap sprake te zijn van een extreem hoog aantal mensen die met kanker te maken krijgen. De kleine gemeenschappen in het gebied die zich tegen de industrie verzetten kunnen op weinig sympathie rekenen. Je zou hierbij kunnen stellen dat er sprake is van een ‘survival of the fittest’, met een economisch motief. Een ander punt van controversie is het verlies aan bos en leefgebied voor dieren. Zo zijn er inmiddels woestijnen van tientallen vierkante kilometers ontstaan. De in duizenden jaren opgebouwde humuslaag is door het afgraven totaal verwijderd. Doordat er een toendraklimaat heerst, kan er de komende decennia ook bijna niets groeien. Wat betreft het ecosysteem is dan ook sprake van een neerwaartse spiraal. America’s Great National Parks Wanneer je van plan bent om de PanAmerikaanse snelweg af te reizen is het als geograaf eigenlijk onvermijdelijk om een keer van je route af te wijken. Dat is natuurlijk helemaal niet vervelend of erg, zeker niet wanneer het een bezoek betreft aan een nationaal park. Er zijn drie nationale parken in de buurt van de route die je eigenlijk wel gezien moet hebben. Als eerste is dat het groen, sneeuw en ijs van het Glacier National Park. Ten tweede is er het Badlands National Park met zijn scherpe pieken en geschiedenis. Tot slot is er het wereldbekende Yellowstone Park met haar geisers en poelen van extremofiel leven. Wanneer je nog nooit over deze parken gehoord, gezien of gelezen hebt wil ik je er nu graag even wat kort over vertellen. Glacier National Park Één van de eerste nationale parken (of wanneer je vanuit het zuiden komt, de laatste) die je tegenkomt in de Verenigde Staten is het Glacier National Park. Dit park kenmerkt zich door prachtige vergezichten van bergen, meren en sneeuw en ijs. Het gebied is binnen de VS behoorlijk bekend en een favoriete locatie voor kamperen en het spotten van beren. Ook deze regio heeft een lange geschiedenis van Native Americans. De regio onderscheidt zich echter door de snel veranderde omgeving en haar gletsjers. Deze gletsjers hebben de laatste decennia echter te lijden gehad door veranderende weeromstandigheden waardoor het aanzicht van het park langzaam veranderd. Badlands National Park Ongeacht waar in de westerse wereld je je bevind, je zult er niet snel iemand ontmoeten die nog nooit van de Grand Canyon gehoord heeft. Voor de Badlands daarentegen is dat niet het geval, maar dat betekent niet dat dit terecht is. Het Badlands National Park ligt in de Amerikaanse staat South Dakota en is een gebied dat zichtbaar sterk geërodeerd is door wind en water. Het gebied bestaat uit een grote hoeveelheid scherpe ‘inselbergen’ wat leidt tot een bijna buitenaards landschap. Verschillende stammen van de inheemse bevolking maakten dit gebied duizenden jaren geleden al tot hun woongebied totdat de Amerikaanse overheid in 1890 de meeste landeigenaren van inheemse afkomst onteigende van hun grond. Dit leidde tot wat tegenwoordig bekend is als de Wounded Knee Massacre en decennia later tot het Wounded Knee incident. Mochten de natuur en geschiedenis van de regio echter nog niet genoeg zijn om je over te halen, dan is er in de buurt van het park een symbool van het Amerikaanse nationalisme te vinden: Mount Rushmore. Yellowstone Park en de National Park Service De nationale parken van de Verenigde Staten zijn in de vorige eeuw in het leven geroepen om bescherming te bieden aan de natuur. De natuur hier werd namelijk in steeds grotere mate onderworpen aan de vooruitgang van de industriële samenleving. Deze parken worden verzorgd door de National Park Service, te herkennen aan de typische groene uniformen. Yellowstone Park werd in 1872 als eerste aangewezen als gebied van onschatbare waarde voor de Amerikaanse samenleving en zou ook voor toekomstige generaties beschikbaar moeten blijven. Het park staat sindsdien symbool voor alle pracht en praal aan natuur dat NoordAmerika te bieden heeft. Het is een begrip wereldwijd en velen onder jullie zullen er een goed beeld van hebben. Wanneer je echter nog niet in de gelegenheid bent geweest om het park in levende lijve te zien zou je dat om de volgende reden nog moeten doen: Het gebied ligt bovenop een zogenaamde supervulkaan, met als gevolg dat het park bezaait is met fenomenen als geisers, bijzondere mineraalafzettingen en unieke flora en fauna. Het landschap is net zo uniek als de vulkanische omgevingen zoals je die ziet in bijvoorbeeld IJsland maar dan als groot verschil met veel meer leven. Het is in dit park waar onder andere vele verschillende extremofiele bacterieën zijn gevonden die ons begrip van het leven op de kop hebben gezet. Bovengenoemde parken zijn slechts een kleine greep uit de vele nationale parken die je tegenkomt langs de route van de Pan-Amerikaanse snelweg en waar nog ontzettend veel meer over valt te vertellen. Hoe meer je er bezoekt, des te meer je te weten komt. Hopelijk krijg je de kans om in ieder geval een paar van de meest bijzondere locaties van het NoordAmerikaanse continent te bezichtigen. Goede reis! Kortom, de winning van aardolie uit teerzand is controversieel. De argumenten vóór hebben met name van economische of geopolitieke aard. Tegenstanders van de teerzandwinning dragen het milieu en de leefomgeving van mens en dier als argumenten aan. Al staat momenteel de economie met 1-0 voor, de tijd zal het leren... 5-6-2014 15:58:38 girugten 8. jeroen de regt 9. 04 / juni 2014 pan-american highway thema-artikel Laredo en Nuevo Laredo: twee steden, één naam De route van de Pan-Amerikaanse snelweg doorkruist vele landen, waardoor er eveneens veel landsgrenzen worden overgestoken. Deze grenzen zijn veelal zwaarbewaakt, met strenge grenscontroles en grensposten die elkaar nauwlettend in de gaten houden. Een van die landsgrenzen, tussen de Verenigde Staten van Amerika en Mexico, vormt de grens tussen twee zeer verschillende landen met afwijkende culturen. De landen delen stukken van elkaars geschiedenis; er hebben veel onderlinge incidenten, annexaties en zelfs enkele oorlogen voorgedaan. Op één plek langs de lange grens tussen de Grote Oceaan en de Golf van Mexico komt die geschiedenis samen, als waar het dat nergens anders doet: in het zuiden van Texas en het noorden van Tamaulipas vinden we Laredo, een stad die door de grens in tweeën is gesplitst. Geschiedenis De geschiedenis van Laredo begon halverwege de achttiende eeuw, toen kapitein Tomás Sánchez in 1755 de pan-american highway.indd 10-11 nederzetting Villa de San Agustin de Laredo stichtte. Het stadje ontwikkelde zich snel tot de hoofdstad van Nuevo Santander, een Spaanse kolonie aan de Golf van Mexico. Vervolgens is in 1762 het stadje onderdeel geworden van de nu Amerikaanse staat Texas, om vervolgens in 1840 de hoofdstad te worden van de República del Río Grande. Deze republiek, vernoemd naar de rivier die door het gebied liep en waar Laredo aan gelegen is, werd gesticht door tegenstanders van het toenmalige Mexicaanse bewind. De República del Río Grande bestond slechts elf maanden, waarna het gebied ten noorden van de Rio Grande onderdeel werd van de Republic of Texas; het grotere gebied ten zuiden van de rivier werd opnieuw toegevoegd aan Mexico. Dat gold ook voor Laredo, dat door middel van militaire acties werd afgescheiden van Texas. Nog geen zes jaar later brak echter de MexicaansAmerikaanse oorlog uit, waarbij de Texas Rangers Laredo bezetten. Na de oorlog werd bij de Vrede van Guadalupe Hidalgo (1848) 40.000 mensen de dood, en alleen al in 2011 vielen meer dan 11.000 doden. De strijd is het hevigst in de Mexicaanse grenssteden Cuidad de Júarez en Nuevo Laredo; diens strategische ligging en de aanwezigheid van grote aantallen internationale vrachtvervoerders maken het interessante doorvoerhavens van drugs. de grens tussen de Verenigde Staten van Amerika en Mexico opnieuw vastgesteld, waarbij grotendeels de Rio Grande werd gevolgd. Sindsdien is Laredo, aangezien het ten noorden van de rivier ligt, onafgebroken onderdeel geweest van de Texas, dat op diens beurt inmiddels onderdeel was geworden van de Verenigde Staten van Amerika. De op dat moment weer Amerikaans geworden stad werd echter grotendeels bewoond door mensen met een Mexicaanse achtergrond. Een in de stad gehouden referendum leidde tot de overhandiging van een petitie door het stadsbestuur aan de lokale Amerikaanse overheid. Deze petitie werd afgewezen, waarop veel families besloten de stad Laredo te verlaten, en de staatsgrens over te steken naar de zuidelijke oever van de Rio Grande. Op deze plek, recht tegenover Laredo, werd in 1848 de nieuwe stad Nuevo Laredo gesticht. De stad is sinds de stichting gelegen in de Mexicaanse staat Tamaulipas, welke grotendeels de contouren volgt van het oude Nuevo Santander. Cártel del Golfo verdedigde jarenlang met hand en tand hun invloed over Nuevo Laredo, tot de militaire afdeling van het kartel Los Zetas zich in 2012 afscheidde van de organisatie, en daarbij de invloed op de stad overnam. Dat leidde tot een hevige strijd tussen beide organisaties, die het sterkst tot uiting kwam tijdens de massaslachting van 2012, waarbij strijders van Cártel del Golfo enkele tientallen vermoedelijke leden van Los Zetas ter dood brachten. In de gehele metropoolregio Laredo-Nuevo Laredo, welke bestaat uit in totaal achttien verschillende plaatsen, woonden in 2010 naar schatting ruim 775.000 inwoners. Daarvan woont het gros in de twee steden die in de regio centraal staan: ongeveer 373.000 in Nuevo Laredo, en 236.000 aan de overkant in Laredo. Handel Laredo en Nuevo Laredo hebben zich in de eeuwen erna ontwikkeld tot een belangrijke handelspost voor zowel de Verenigde Staten van Amerika als Mexico. De grensovergang over de Rio Grande behoort tot de drukste van de gehele Amerikaans-Mexicaanse grens: ruim 45% van de Amerikaanse internationale handel met Mexico vindt via Laredo plaats. Het percentage in de andere richting, de Mexicaanse internationale handel met de Verenigde Staten, ligt rond 35%. Zowel Laredo als Nuevo Laredo is daardoor toegespitst op diensten binnen de logistieke sector, grotendeels gericht op het zo soepel mogelijk laten verlopen van de handel die tussen beide steden plaatsvindt. Drugsoorlog De gunstige economische ligging van Laredo en Nuevo Laredo heeft echter ook grote negatieve gevolgen, met name voor de zuiderburen. De stad lag jarenlang binnen het territorium van de Cártel del Golfo, een van de oudste criminele organisaties van Mexico. Nadat het nationale drugsbeleid vanuit Mexico-City radicaal wijzigde en de aanval werd geopend op de drugskartels, brak de Mexicaanse drugsoorlog uit, met desastreuze gevolgen. In heel Mexico vonden sinds de jaren tachtig meer dan Vicieuze cirkel Door de grote toename van geweld en criminaliteit is Nuevo Laredo op dit moment een gevaarlijke stad om te bezoeken, waardoor Amerikaanse dagjesmensen een stuk minder vaak de oversteek naar de stad maken dan voorheen. Dit heeft weer zijn weerslag op de lokale economie en de welvaart van de lokale bevolking, die daardoor behalve qua veiligheid ook wat welvaart betreft in de problemen komen. Daarmee treedt een vicieuze cirkel in werking: voor de armere bevolkingslagen van de stad zijn de arbeidskansen zodanig beperkt, dat de stap naar het illegale circuit ineens een stuk kleiner is geworden. Toekomst De toekomst van het stedenduo is ongewis: Nuevo Laredo zal uit de drugsoorlog moeten komen wil het diens economische positie kunnen vasthouden, laat staan verbeteren. Zolang de drugskartels er hun dagelijkse strijd uitvoeren en op straat de dienst uitmaken, zijn er onvoldoende mogelijkheden om een gezond lokaal economisch systeem te ontwikkelen. Aan de overkant van de Rio Grande geniet men voldoende Texaanse steun om de stad draaiende te houden, maar zolang de drugsoorlog bij de zuiderburen voortduurt, levert men ook in Laredo in op diens economische mogelijkheden. Zolang iemand zijn of haar leven moet wagen om in Nuevo Laredo over straat te kunnen, ligt de ontwikkeling van de gehele metropoolregio Laredo-Nuevo Laredo stil. En dat is gezien de strategische locatie uiteraard erg zonde. 5-6-2014 15:58:41 girugten thom van der gragt 10. 11. 04 / juni 2014 PAN-AMERICAN HIGHWAY thema-artikel ingang in de grote oceaan van het panamakanaal. links de brug van de pan-amerikaanse snelweg. werd afgezien van een kanaal op zeeniveau en werd er overgestapt op het gebruik van sluizen. Om deze sluizen met water te vullen moest er een apart meer gecreëerd worden. Zo werd in die tijd de grootste dam en het grootste door mensen gemaakte meer aangelegd. Toen het kanaal in 1914 voltooid was, was het het grootste project dat de VS ooit hadden uitgevoerd met 375 miljoen dollar (met infl atie nu gelijk aan 8,6 miljard). Panama: dwars tussen de Amerika’s Dat in Panama niet alleen maar Nederlandse studentjes kunnen verdwijnen wordt hopelijk snel duidelijk met dit artikel. Zoals de Trans-Americana de verbindingsroute is tussen Noord en Zuid Amerika, zou je Panama met zijn kanaal als de poort tussen de Grote Oceaan en de Atlantische Oceaan kunnen zien. Een verbinding tussen het oosten en westen van de Amerika’s. Al meer dan 500 jaar lang bestaat de wens om van Panama een verbinding tussen de twee oceanen te maken. In al die jaren is deze route van een ezelspad, via een spoorweg naar uiteindelijk het kanaal van nu gegroeid. Zoals de hele westerse wereld Rusland nu als de as van het kwaad beschouwd omdat het met zijn vloot een strategisch interessant conflictgebied bezet (de Krim), zo was ook Panama ooit ingepalmd door de Verenigde Staten. Vroeger Panama werd als eerste ontdekt door een Spaanse ontdekkingsreiziger genaamd Rodrigo de Bastidas in het jaar 1501 toen hij vanuit Venezuela op zoek was naar goud. In 1513 kwam een andere Spaanse ontdekkingsreiziger, ‘Vasco Núñez de Balboa’s’, dankzij een boottocht van de Grote naar de Atlantische oceaan erachter dat Panama het smalste stuk land was tussen deze beide oceanen. De Panamese landengte zou snel uitgroeien tot een belangrijke handelsroute binnen het Spaanse Koninkrijk. Charles de Vijfde, koning van Spanje en keizer van Duitsland beval al in 1534 dat er een studie gedaan moest worden om een kanaal door Panama aan te leggen. Echter was dit nog veel te ingewikkeld voor die tijd, dus zou de route over land gaan. Spaans goud en zilver dat in het westen van Zuid-Amerika was gevonden werd over land in Panama getransporteerd om naar Spanje te worden verscheept. Deze route stond echter ook wel bekend als de ‘route van de kruizen’, naar de vele graven langs deze weg. Ondanks dat Europese ziektes het einde van de gehele inheemse Panamese bevolking zou betekenen, leefden er genoeg mensen om de Spaanse kolonies te plunderen. Ook kende Panama de ‘Cirramons’, ontsnapte Afrikaanse slaven die zelf een koninkrijk in Panama hadden gesticht en in samenwerking met pan-american highway.indd 12-13 Vasco Núñez de Balboa, Spaanse ontdekkingsreiziger: de eerste man die een vestiging stichtte in de nieuwe wereld, en de Grote Oceaan via Panama bereikte de Engelsen de Spanjaarden overvielen. Net zoals alle andere delen van de nieuwe wereld was ook Panama erg gewild bij Europese mogendheden. Zelfs Schotland heeft in de 18e eeuw een kolonie geprobeerd op te zetten in Panama. Dit mislukte echter jammerlijk en zorgde ervoor dat een derde van de Schotse adel bankroet ging. (een beetje) Onafhankelijkheid! Met de val van de Spaanse koloniën riep ook Panama zichzelf uit tot onafhankelijk land in 1821, om zich vervolgens meteen met Colombia te verenigen in een Groot Colombia. Toen in 1841 de Panamese bevolking meer onafhankelijkheid wilde zagen de VS hun kans schoon. Ze sloten een verdrag met Groot Colombia om in ruil voor militaire steun een spoorweg aan te leggen dwars door Panama. Door de ontdekking van goud in Californië was er een grote vraag ontstaan om snel te kunnen reizen; de snelste manier was in die tijd/periode dus via een spoorweg door Panama. Dit zou zodoende de eerste transcontinentale spoorweg van de wereld worden! De VS bleven tot 1903 actief betrokken bij het onderdrukken van de Panamese bevolking. De regering van Groot Colombia had echter steeds meer moeite met het onder controle houden van de rebellen die een onafhankelijk Panama wilden. De VS gebruikten de onafhankelijkheidsgevoelens als drukmiddel om een eigen stuk land te bemachtigen over de breedte van Panama. Zo zou de VS een eigen kanaal kunnen bouwen en alle inkomsten zelf kunnen innen. Groot Colombia ging hier echter niet mee akkoord, dus veranderden de VS hun standpunt snel en steunden ze in 1903 de rebellen. Door de onafhankelijkheid van Panama verviel Groot Colombia tot het Colombia van tegenwoordig. De VS hadden gekregen wat ze wilden en begonnen meteen met de bouw van het kanaal. En de bevolking van Panama? Die kreeg tot en met 1963 een schaduwregime van machtige families. Het leger speelde hier handig op in en wist met een coup de macht te grijpen. Vanaf dat moment hield het leger de macht en werden er slechts schijnverkiezingen gehouden. De VS moesten een verdrag tekenen om het kanaal in 1999 te overhandigen aan Panama. De militaire leiding werd steeds meer paranoïde. Ze positioneerde onder meer hun militaire leider als de eeuwige gids van de revolutie (een terechte naam voor een man van het volk toch). Uiteindelijk werden bij een verkiezing in 1988 de winnende oppositieleden opgesloten en dit resulteerde in massale rellen en opnieuw ingrijpen van de VS. Ditmaal werd er wel een democratisch gekozen president geïnstalleerd en zo is Panama sinds 1989 een democratie waarbij de verkiezingen stabiel en eerlijk verlopen. Het kanaal Zoals al eerder gezegd was er al vanaf het moment dat Panama gekoloniseerd werd door Spanje interesse in een kanaal. De Spaanse koning had al in 1543 een studie bevolen om uit te zoeken hoe het beste een handelsroute voor Spaanse schepen die van Peru terugkwamen opgezet kon worden. De technologische kennis was toen echter nog niet ver genoeg om daadwerkelijk een kanaal door Panama te graven. Interesse voor een kanaal kwam er opnieuw toen in 1877 twee Franse ingenieurs een voorstel Ondanks dat het kanaal nu zo’n 100 jaar oud is domineert het nog steeds de moderne scheepvaart met o.a. een aparte term voor de grootste schepen die er doorheen kunnen varen. Deze staan bekend als Panamax schepen, en mogen maximaal 80.000 ton zwaar zijn. Leuk feitje, de kleinste tol ooit betaald voor het kanaal was 36 cent. Dit was voor iemand die het kanaal over zwom. indienen om het kanaal te bouwen. Na het geslaagde Suezkanaal waren de Fransen erg optimistisch. Een ondernemer genaamd Lesseps verwierf in totaal 400 miljoen dollar om het kanaal te bouwen. Ze sloten een contract met Groot Colombia (waar Panama toen nog een provincie van was) om het kanaal te mogen bouwen. Echter hebben de Fransen op dat moment veel te weinig onderzoek verricht. De bedoeling was om een kanaal zonder sluizen op zeeniveau aan te leggen. Het laagste punt van de route ligt echter alsnog 115 meter hoog. Als de Fransen dan in 1881 begonnen zijn met de bouw van het kanaal worden ze geconfronteerd met enorme tegenslagen. Er sterven in de acht jaar van de bouw zo’n 22.000 arbeiders. Door onder andere mismanagement lijdde het Franse project enorme verliezen en werd het in 1889 gestopt. Op dit moment kregen de VS interesse om hier een kanaal te bouwen. Ze kochten de rechten om het kanaal te bouwen over van de Fransen voor 40 miljoen. Echter ging de Colombiaanse regering niet akkoord met het voorstel van de VS. Toen steunde de VS snel de rebellen om van Panama een onafhankelijk land te maken. Zo kregen ze alsnog een strook land in bezit die volledig in eigendom van de VS was. De VS begonnen meteen met een commissie die erop moest toezien dat niet dezelfde fouten werden gemaakt als bij de Franse poging. Een van de grootste problemen was naast malaria de dronkenschap onder de arbeiders. Er was niks te doen in Panama behalve naar de kroeg gaan. Het eerste wat de hoofdprojectontwikkelaar dan ook deed was een grote hoeveelheid voorzieningen bouwen. Uiteindelijk zetten de arbeiders zelfs een eigen zeer competitieve honkbalcompetitie op. Daarnaast werd er gebruik gemaakt van veel moderner gereedschap en machines. Toch kwamen er ondanks alle maatregelen nog zo’n 5600 arbeiders om het leven. Er En wat nu? Sinds de Panamese regering het kanaal in 1999 overnam heeft het substantieel veel bijgedragen aan Panama. Panama heeft de grootste economie van Centraal Amerika en staat vierde in het lijstje met LatijnsAmerikaanse landen. Sinds 2006 heeft Panama een economische groei van 10% per jaar en daarmee de snelst groeiende economie van Latijns-Amerika. Ook de toeristische sector doet het goed. Toerisme wordt ondersteund door de regering en groeit elk jaar. In 2012 waren er 2,2 miljoen toeristen in Panama. Toch staan het land nog enkele uitdagingen te wachten. China is bezig met het opzetten van een spoorverbinding door Colombia om de twee oceanen te verbinden. Hongkong (niet helemaal hetzelfde als China) wil daarentegen een kanaal door Nicaragua bouwen. Panama zelf wil zijn kanaal ook uitbreiden zodat er grotere schepen doorheen kunnen varen. Er staan dus nog genoeg planologische uitdagingen klaar voor Panama. 5-6-2014 15:58:43 girugten thijs fikken 12. 04 / juni 2014 pan-american highway thema-artikel girugten 04 / juni 2014 pan-american highway thema-artikel ronald kleine & eva bouw 13. Darién Gap Wegromantiek Een ondoordringbaar stukje Amerika De Pan-Amerikaanse snelweg, een weg vanuit Prudhoe Bay, Alaska, gaat helemaal naar beneden via Midden-Amerika richting het puntje van Zuid-Amerika, Ushuaia, Argentinië. Een bijna aaneengesloten weg van naar schatting 48.000 km. Inderdaad, bijna aaneengesloten. Op de helft van de Pan-Amerikaanse snelweg, op de grens van Panama en Colombia, zit namelijk een gat van 100 kilometer, het Darién Gap. Het Darién Gap is vernoemd naar de gelijknamige regio, Darién, waarin dit gat van 100 kilometer ligt. In dit artikel zal het obstakel van de PanAmerikaanse snelweg worden uitgelicht. De weg is mythisch. Reizen, ontdekken en avontuur trekt ons uit de woonkamer de wildernis in. De dopamineboost die je krijgt als je stap voor stap je bestemming nadert is onbeschrijfelijk. Het enthousiasme bij aankomst evenmin. Zeker als deze bestemming onbekend is. Want de grote drijfveer achter de euforie is de onzekerheid, de spanning, het wachten op de uitkomst van je avontuur. Het onderweg zijn. Dit gevoel, dat vele reisfanaten zullen herkennen, is iets wat ik wegromantiek noem. Wegromantiek kan worden gezien als een geloof in nieuwe ervaringen op nieuwe plaatsen. De geschiedenis vertelt over allerlei grote ontdekkingsreizigers: Christoffel Columbus op zijn schip, David Livingstone met de benenwagen, en Roald Amundsen op zijn hondenslee. Allemaal bekende namen met bekendere ontdekkingen. Jarenlang was reizen op deze schaal alleen voor de elite weggelegd. Maar met de komst van goedkopere auto’s in de twintigste eeuw groeide de mobiliteit van de middenklasse. En met die mobiliteit groeide ook de reislust van de moderne avonturier: de wegromanticus. In het Amerika van de jaren ‘40 en ‘50 ontstond een sterke liftcultuur. Arbeiders reisden van boerderij naar boerderij om te helpen met oogsten. Geld was er nauwelijks, en het geld dat er was werd liever in whisky geïnvesteerd. Om op de plaats van bestemming te komen werd gewoon de duim opgestoken. Een kwestie van noodzaak dus, zeker geen romantiek. Een van die lifters was Jack Kerouac, de eerste wegromanticus. Na een opleiding pan-american highway.indd 14-15 aan de prestigieuze Columbia University in New York besloot Kerouac om de grenzen van persoonlijke vrijheid op te zoeken. Het resulteerde in een bijbel voor de Amerikaanse tegencultuur. Zijn boek ‘On the Road’ beschrijft een hedonistische levensstijl die aan de basis staat van de latere hippiecultuur (hoewel Kerouac bepaald geen hippie was). Het is een reflectie van de dromen van grote groepen vastgeroeste jongeren. Breek het normale patroon, reis, en verrijk jezelf. In Kerouacs woorden: ‘Nothing behind me, everything ahead of me, as is ever so on the road.’. Dit denken was een van de pilaren van de hippiecultuur in de jaren ’60 en ’70. In Amerika ontstonden de ‘leathertramps’ en ‘rubbertramps’. Mensen die rondreisden en hun idealen verspreidden. Het liften was een ware cultuur, met openheid en het opdoen van nieuwe ervaringen als hoofddoel. Wat een contrast met het reizen van nu. Een vakantie wordt gepland. De reistijden kunnen we op de minuut terugvinden op internet en alles verloopt volgens schema. Liften is uitgestorven. Sterker nog: liften is gevaarlijk, onverantwoord, voor zowel reiziger als chauffeur. Nederlandse vrachtwagens mogen geen lifters meer meenemen. En in Texas, Arkansas, North Carolina, Tennessee en Mississippi is liften zelfs illegaal. Elk individu rijdt in zijn eigen auto. De wegen zijn gevuld met lege capsules. Uit angst voor het onbekende. En de romantiek? Die is verdwenen. De kritische lezer heeft het al door: ik chargeer een beetje. Jack Kerouac was natuurlijk een onverantwoordelijke, losgeslagen alcoholist. De hippiecultuur was niet bijster productief. En als wij allemaal het hedonisme zouden omarmen, komt er vrij weinig terecht van dat geplande economische herstel in de komende jaren. Toch hoopt de wegromanticus in mij op het herrijzen van deze denkwijze. Kerouac was onverstandig, maar Kerouac lééfde. Het ontdekken, reizen en ervaren is iets om niet te missen. Al is het maar voor een paar weken per jaar. Gelukkig is er een wederopstanding aan de gang. Routes als de Pan-Amerikaanse snelweg zijn een grote inspiratie voor de postmoderne avonturier. Timelapsefilmpjes van obscuur reizende mannen met groeiende baarden gaan regelmatig viral op Youtube. In Duitsland is het aanbieden van Mitfahrgelegenheit groot geworden. Initiatieven als Couchsurfing en huizenruil groeien gestaag. Het is niet alleen leuk om op deze manier te reizen, het is ook nog eens duurzaam en goedkoop. Door samen te reizen bespaar je brandstof. Door bij anderen te overnachten beperk je de uitgaven aan hotels. Daarnaast leer je lokale mensen kennen, die je een stuk meer kunnen vertellen over hun omgeving dan de gemiddelde reisgids. De nieuwe Columbus zal je niet snel worden. En een leven op de weg is ook vrij onhaalbaar. Maar zo af en toe moet je de wegromanticus in je laten spreken. Want iedereen hoort de kick die het onverwachte met zich meebrengt eens te ervaren. Dus als je nog geen plannen hebt voor deze zomer… Onherbergzaam gebied Het Darién is een provincie in Panama. Er wonen zo’n 40.000 mensen op een oppervlakte van ruim 11.000 km2. De bevolkingsdichtheid van het gebied is dus ongeveer 3,6 personen per km2. Ter vergelijking, Nederland heeft een gemiddelde bevolkingsdichtheid van 498 personen per km2, en onze dunst bevolkte gemeente, Schiermonnikoog, heeft nog steeds 23 personen per km2. Dit schept ons een beeld van het geringe aantal mensen dat in de provincie Darién woont. Een lage bevolkingsdichtheid dus, maar dat is niet zo gek gezien de onherbergzaamheid van het gebied. Het Darién is de provincie waarin het Darién Gap ligt. Het Darién Gap is een van de meest ondoordringbare oerwouden ter wereld. De provincie kent veel bergen en hitte en een vochtigheidsgraad die de honderd procent nadert. Dit samen met diepe en brede rivieren, maakt het dat de langste weg ter wereld zelfs moet zwichten voor de woeste natuur. Het woeste gebied trekt niet veel mensen aan, maar mocht je de overtocht willen maken, denk dan wel om de jaguars, dodelijke fer-delance slangen en andere dieren, die het hier wel prettig wonen vinden. Het Darién Gap is het kleine stukje land dat de oversteek per auto of motor van Midden- naar ZuidAmerika nagenoeg onmogelijk maakt. Guerrillastrijders en drugshandel Mocht je nog niet zijn afgeschrokken door het onherbergzame gebied of de dodelijke dieren die er leven, houd dan wel rekening met de guerrillastrijders die je onderweg tegen kunt komen. Rond de grens van Panama en Colombia bevinden zich de FARC rebellen. De FARC (Revolutionairy Armed Forces of Colombia) rebellen zijn een communistische, revolutionaire en illegaal bewapende organisatie in Colombia. De FARC is al vanaf het begin van de Colombiaanse burgeroorlog in 1964-1966 gesticht als de militaire vleugel van de Colombiaanse communistische partij en is daarmee de oudste guirrillagroep in Zuid-Amerika. Het aantal leden van de FARC wordt geschat op zo’n 9000 tot 15000 leden, waarvan ongeveer 20 tot 30 procent jongeren onder de 18 jaar zijn.De FARC was ontstaan als een ideologische guirrillabeweging, maar nadat bekend werd dat de groep betrokken was bij drugshandel, vond een officiële afsplitsing met de communistische partij plaats. De FARC, die door de Colombiaanse regering, de VN, de EU en de Verenigde Staten wordt gezien als terroristische organisatie, vond haar ideale uitvalsbasis op de grens van Colombia en Panama, in het Dárien Gap. Door de dichte, ondoordringbare begroeiing van het regenwoud in het Darién Gap, zorgt het Dárien Gap voor een plaats waar de groep zich goed kan terugtrekken. De FARC kan zich goed schuil houden in het Dárien Gap, maar de FARC vind hier ook het ideale gebied om gevangenen schuil te houden. De organisatie houdt inmiddels honderden mensen gevangen, als ruilmiddel om FARCleden vrij te krijgen. Onderhandelingen Gelukkig is er een ommekeer gekomen sinds 2002, toen de nieuwe Colombiaanse president Álvaro Uribe, de onderhandelingen staakte met de FARC, maar (daarentegen) hard ging optreden tegen de organisatie. De FARC, die vele politieke- en militaire gevangenen schuil hield, was genoodzaakt om gevangen vrij te laten, vanwege door de VS gefinancierde druk van het Colombiaanse leger op de FARC. In 2012 zijn vele vredesonderhandelingen getekend, maar (daarentegen) is de boel zeker nog niet gesust, want in 2013 sneuvelden er nog dertien militairen door een aanval van de FARC. In het Dárien Gap wordt de FARC niet op de vingers gekeken. Het is een ondoordringbaar gebied waarin de FARC zich goed terug kan trekken, en waarbij nog steeds activiteiten van de FARC plaatsvinden, zoals ontvoeringen, moorden en illegale drugshandel. Avonturiers Het Darién Gap is een onherbergzaam gebied vol dodelijke dieren en onderworpen aan verzetsstrijders. Voor de normale mens wordt het ook wel bestempeld als een no-go-area, maar juist daardoor komen er ook avonturiers op af. Pioniers gaan graag deze uitdaging aan. Er zijn dan ook al verschillende pogingen gedaan om dit ruige landschap te doorkruisen, zowel te voet als met voertuigen. De eerste doorkruising na de koloniale periode was in 1924 door de Marsh Darién Expedition. De grootste uitdagingen toen der tijd waren het ruige landschap, de dichte begroeiing en het warme vochtige klimaat. De eerste doorkruising met een voertuig was in 1960 door de Trans- Darién Expedition met een Land Rover en een jeep. De tocht duurde 136 dagen. Vanaf de oprichting van de FARC in 1964 werd het nog gevaarlijker om dit oerwoud te 5-6-2014 15:58:44 14. doorkruisen. Toch zijn er nog verscheidene mensen geweest die deze tocht hebben ondernomen. Waaronder bijvoorbeeld een evangelist Arthur Blessitt, die de doorkruising van het Darién Gap zag als pelgrimstocht. Tijdens deze pelgrimstocht droeg hij een 3,5 meter lang houten kruis en had hij maar een beperkt aantal bezittingen mee zoals een machete, water, een Bijbel, schrijfwaren en religieuze stickers om zijn gedachtegoed uit te dragen. Zijn ervaringen zijn terug te lezen in zijn boek ‘The Cross’ en zijn tocht is verfilmd onder dezelfde naam als zijn boek. De meeste tochten worden ondernomen vanuit Panama naar Colombia, waarschijnlijk omdat de meeste reizigers ook de Panamericana afreizen van noord naar zuid. Vanaf 1990 werd het doorkruisen van het Darién Gap wel erg gevaarlijk. De conflicten in Colombia liepen erg uit de hand, dankzij drugsactiviteiten en politieke onstabiliteit. Gelukkig is de rust in Colombia weer een beetje wedergekeerd, maar de FARC houdt zich nog steeds schuil in dit gebied. Een positief reisadvies zal de Darién Gap voorlopig nog niet krijgen. Laatste noot Dan als laatste noot de ervaringen van Robert Young Pelton over het Dárien Gap. Robert Young Pelton, schrijver voor National Geographic en bekend van zijn boek The World’s Most Dangerous Places, moest een televisiespecial maken over het Dárien Gap. In het Dárien gap was hij 10 dagen gekipnapped, en daarna gelukkig weer vrijgelaten, omdat hij toevallig de leider van de rebellen kende uit een vorig interview. Zijn noot over het Dárien Gap zegt eigenlijk precies waarom het Dárien Gap het enige stuk land is dat de Pan-American Highway onderbreekt. “The Darién Gap is one of the last - not only unexplored - but one of the last places people really hesitate to venture to... The basic problem of the Darién Gap is that it’s one of the toughest hikes there is. It’s an absolute pristine jungle but it’s got some nasty sections with thorns, wasps, snakes, thieves, criminals, you name it. Everything that’s bad for you is in there.” (Robert Young Pelton) /// Meer weten? ht tp://www.middenamerika.nl/panama/ highlight/darien-provincie/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Revolutionaire _Strijdkrachten_van_Colombia http://www.blessitt.com/ pan-american highway.indd 16-17 Colombia, the only risk is wanting to stay Colombia lijkt niet de meest voor de hand liggende vakantiebestemming. Het staat bekend om de cocaïne kartels, ontvoeringen, aanslagen en FARC rebellen. Toch probeert de overheid van Colombia het toerisme steeds meer te stimuleren. Met de slagzin ‘Colombia, the only risk is wanting to stay’ proberen ze de westerse toerist ervan te overtuigen dat Colombia een veilig vakantieland is. De natuur in het land is prachtig, de mensen behulpzaam (toeristen brengen nou eenmaal geld in het laatje) en een avonturier kan hier zijn of haar hart ophalen. Toch is een bezoek aan dit land niet geheel zonder gevaar. Het is er stukken veiliger dan vroeger en er worden ‘nog maar’ enkele honderden mensen per jaar ontvoerd. Toch blijven er veel politie en militairen nodig om het land veilig te houden. Als toerist zal je niet snel ontvoerd worden, tenzij je betrokken bent in de drugshandel, in dat geval kun je maar beter thuis blijven. Tom Waes onderzoekt in zijn programma ‘Reizen Waes’ of het mogelijk is om op vakantie te gaan ‘tussen de gewapende guerrilla, vulkanen of waanzinnige dictators’, aldus de Belgische omroep ‘één’. Hij reist in Colombia van het Noorden naar het zuidelijkere Caño Canoas, om hier een prachtige waterval te aanschouwen. Het begin op Playas Blanca valt vies tegen. Wat een prachtig strand had moeten zijn, ziet zwart van de mensen en voor je rust hoef je er niet heen te gaan. Als toerist kom je terecht in een hinderlaag van mensen die je van alles aan willen smeren; eten, souvenirs of zelfs massages. Waes krijgt het uiteindelijk wel voor elkaar om een kijkje te nemen in het huis van zijn masseuses. Tijdens dit bezoek ontdekt hij de realiteit van het leven in Colombia. Het is er dan wel minder gevaarlijk dan vroeger, maar het leven is er zwaar volgens de dames. Ze hebben weinig werk en hun leefomstandigheden zijn ook verre van optimaal; ze wonen in een krottig huisje met een tuin vol afval. Gelukkig ziet de toekomst van hun kinderen er wel beter uit, omdat zij de kans krijgen om langer naar school te gaan. De tweede stop van Tom is bij een uitgedoofde vulkaan, waar je kunt badderen in de warme en helende modder in de krater van de vulkaan. Eenmaal bij aankomst blijkt ook deze toeristische bestemming nogal een flop. De vulkaan is zelf aangelegd – in tegenstelling tot de natuurlijke vulkaan die beloofd wordt in de brochure – en wordt met plastic netten bij elkaar gehouden. Je kunt er wel ‘heerlijk’ badderen in de modder met tientallen andere westerse toeristen. Na te hebben gebadderd tussen de westerse toeristen vertrekt hij snel 15. naar de stad Meddelline, de voormalige woonplaats van Pablo Escobar. Pablo Escobar was de beroemdste en beruchtste drugsbaron van Colombia en daarmee ook een van de rijkste mensen ter wereld. Hij mocht dan wel een van de ergste criminelen ooit zijn, toch heeft hij nog steeds behoorlijk veel bewonderaars. Pablo Escobar is in 1993 na zijn arrestatie doodgeschoten, al wordt er ook wel beweerd dat hij eerst beschoten is door de politie en daarna zichzelf heeft doodgeschoten. In Medelline kun je een heuse Escobar tour doen, waarbij Tom Waes het voormalige huis van Pablo Escobar bezoekt, en hij zelfs in de martelkelder mag kijken. Maar of je daar nou zo blij van wordt… Dat Pablo Escobar zo bewonderd wordt lijkt raar, maar al snel wordt duidelijk dat hij ook veel voor de inwoners van Medelline heeft betekend. Hij kwam op voor de armen, en heeft voor hen zelfs een hele wijk laten bouwen – Barrio Escobar. Daarnaast verwacht ik dat hij ook voor veel werkgelegenheid heeft gezorgd met zijn zwarte praktijken. Een slimme crimineel dus. Waes bezoekt ook de wijk Barrio Escobar, maar doet dit wel onder strenge politiebegeleiding. Als voetballiefhebber kun je in Colombia ook je hart ophalen. Medellin was óók de woonplaats van een beroemde voetballer: Andrés Escobar, die overigens geen familie is van Pablo Escobar. Andrés Escobar is in 1994 doodgeschoten omdat hij een eigen doelpunt had gemaakt op het wereldkampioenschap voetbal in 1994 in de Verenigde Staten. In Colombia nemen ze voetbal misschien iets té serieus. Een voetbalwedstrijd bijwonen is wel echt een hele ervaring, zoveel enthousiasme zie je zelden, en dit is dus ook wat Tom doet. Na dit voetbalavontuur reist Tom verder naar het zuiden naar de hoofdstad Bogotá. Er wordt nog wel een korte tussenstop gemaakt, om een lokaal vervoermiddel uit te proberen: een 600 meter lange kabelbaan. Ja, een kabelbaan, waar iedereen gebruik van maakt om snel van de ene berg naar de andere berg te gaan. Kinderen gaan op deze manier naar school en een opa van 80 slingert ook gerust naar de overkant. In Bogotá bezoekt Tom een kledingfabriek waar ze kogelvrije- vesten en pakken maken. Dat moet natuurlijk even getest worden. In Colombia doen ze hier niet zo moeilijk over. De baas van de fabriek heeft een geweer bij de hand en test op Tom of het vest écht kogelvrij is. Een leuke, maar vooral spannende toeristische attractie. Het laatste gedeelte van Tom’s reis omvat de tocht naar Caño Canoas. Hiervoor vliegt hij eerst naar La Macarena, wat nog maar kort veroverd is door het leger uit handen van de rebellen. Echter zitten er rondom dit gebied nog steeds rebellen, dus over het land reizen naar La Macarena is niet aan te raden. Vanaf La Macarena gaat Tom per boot over een rivier om te overnachten bij zijn gids (volgens Tom waarschijnlijk een voormalige cocaïneboer). De volgende dag trekken ze verder het oerwoud in en moeten ze uiteindelijk te voet verder, omdat het oerwoud erg dichtbegroeid is. De gids vertelt dat het mogelijk is dat ze FARC-rebellen tegen komen onderweg, maar ziet dit niet als een probleem: ‘het zijn ook maar mensen’. Tussendoor laat de gids nog een unieke plek zien waar een van kleur veranderende waterplant bloeit en verder in de jungle raken ze nog een beetje verdwaald. Uiteindelijk bereiken ze het eindpunt Caño Canoas, een prachtige waterval, waar verder geen toerist te bekennen is. De reis van Tom Waes door Colombia begon niet al te goed, maar werd wel steeds beter. Zolang je je maar niet aan de toeristische brochures vastklampt, blijkt Colombia prachtig te zijn. Je moet echter niet te bang zijn aangelegd én van een beetje avontuur houden. Er zijn veel militairen en politie nodig om de veiligheid te garanderen en in het oerwoud houdt de FARC zich nog steeds schuil. Naast de reis van Tom Waes zijn er natuurlijk nog veel meer plekken die je als toerist zou kunnen bezoeken. Ook de festiviteiten en carnaval in Colombia hebben zeker toeristische potentie. Verder zijn er nationale parken en zijn er in de hoofdstad Bogotá musea waar je pre-Colombiaanse kunst en kunst uit de koloniale periode kunt bekijken. Je kunt tegenwoordig ook al groepsreizen naar Colombia boeken, dus zo onontgonnen is het nou ook allemaal weer niet. Ook blijkt na wat social media-ophef dat Tom zeker niet de eerste toerist was die de waterval in Caño Canoas bezocht heeft. Desalniettemin is deze aflevering van Reizen Waes goed om onze vooroordelen over Colombia eens op de proef te stellen. Of misschien een klein beetje te bevestigen? /// Meer weten? Reizen Waes: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1410456 en http://www.een.be/programmas/reizen-waes/reizen-waes-debestemmingen Pablo Escobar: http://nl.wikipedia.org/wiki/Pablo_Escobar Andés Escobar: http://nl.wikipedia.org/wiki/Andr%C3%A9s_Escobar 5-6-2014 15:58:46 girugten 16. wieke ijbema 17. 04 / juni 2014 pan-american highway thema-artikel Het mysterie van de woestijn: de Nazcalijnen We vervolgen onze trip over de PanAmerikaanse snelweg door Zuid-Amerika. Op ongeveer de helft van de reis komen we via de Panamericana Norte het prachtige Peru binnen. De Panamericana Norte is een slechte, slingerende weg die een flink aantal steden passeert maar de weg voert vooral door een ruig rotslandschap. Als we de hoofdstad Lima voorbij rijden, veranderd dit beeld abrupt. De Panmericana Sur is een moderne snelweg van goede kwaliteit en voert zuidwaarts door een woestijn waar vrijwel niets groeit. De snelweg volgt de kustlijn en doorkruist slechts een aantal dorpen. Reizigers die de Panamerican Road Trip rijden om zo snel mogelijk van het startpunt naar het eindpunt te komen, scheuren op hun weg naar Chili snel door het zuiden van Peru in verband met het eentonige uitzicht. Maar wie geen tijd heeft om stil te staan in het gebied en zich tijdens deze trip alleen maar focust op de weg, kijkt letterlijk over iets heel indrukwekkends heen; op deze uitgestrekte vlakte bevindt zich een complex patroon van lijnen, cirkels en tekeningen in de grond die alleen duidelijk zichtbaar zijn vanuit de lucht. Een 1500 jaar oud mysterieus cadeautje, achtergelaten door de Nazcabeschaving. Het is het jaar 1926. Voor het eerst in de geschiedenis vliegt er een vliegtuigje over de Nazcawoestijn, een groot plateau in het zuiden van Peru dat zich tussen de Grote Oceaan en het Andes gebergte bevindt. De bemanning van het vliegtuig doet tijdens deze vlucht een bijzondere vondst: vanuit de lucht zijn duizenden lijnen, cirkels en figuren zichtbaar. De vondst wordt bij de overheid gerapporteerd maar vanwege het gebrek aan financiële middelen wordt er niets mee gedaan. Pas eind jaren ’30 begint de Amerikaan Paul Kusok zich in het gebied te verdiepen. Hij stelt vast dat er niet alleen ‘de aap’ duizenden lijnen lopen over het terrein maar dat er ook enkele afbeeldingen van dieren zichtbaar zijn. Deze figuren zijn in sommige gevallen ruim 300 meter lang en zijn vanwege deze afmetingen alleen waarneembaar vanuit de lucht. Aangetrokken door het grote mysterie rondom deze reusachtige tekeningen sluit Maria Reiche, een Duitse archeologe wiens naam inmiddels onlosmakelijk verbonden is met de Nazca lijnen, zich in 1940 bij Kusok aan. Binnen enkele jaren komen er verschillende theorieën tot stand over het doel van de Nazca lijnen, de ene theorie nog gekker dan de ander. De lijnen en figuren Inmiddels is de ontdekking van de Nazca geogliefen ruim 80 jaar geleden. Toch is er nog steeds veel onduidelijkheid omtrent de afbeeldingen. Slechts een aantal zaken zijn met zekerheid vastgesteld. Zo is er aangetoond dat de lijnen zo’n 1500 á 1700 jaar oud zijn en gemaakt zijn door de Nazca, een volk dat in de vroege tussenperiode in het Andes gebergte naast het gebied leefde (350 v. Chr. tot 650 na Chr.). Ook is vastgesteld op welke wijze de tekeningen werden aangebracht. De figuren zijn in de grond uitgegraven of tot 10 á 30 centimeter diep in de rots uitgehakt, soms zijn ze tot 3 meter breed. Vaak werden ze met behulp van stenen en keien gemaakt. Ondanks dat de lijnen over heuvels en door ravijnen lopen, zijn ze altijd kaarsrecht. Op dit moment zijn er tientallen figuren ontdekt, waaronder tekeningen van een hagedis, een condor met een vleugelspanwijdte van 180 meter, een kolibrie, een kameleon, een walvis en een boom. Daarnaast bevinden zich er ook een paar mensenhanden, een aap, een leguaan, een hond en driehoeken op de grond. Het meest bijzondere zijn echter de afbeeldingen van een zeldzame spin (afgebeeld met een extra poot die in de werkelijkheid alleen met behulp van een microscoop kan worden waargenomen) en de afbeelding van een ‘astronaut’, een marsmannetje. Met name deze laatste afbeelding heeft geleid tot theorieën over aliëns: de lijnen zouden het werk zijn van buitenaardse wezens die de lijnen als landingsbaan gebruikten voor hun UFOs. De bekendste theorie is echter de theorie van Maria Reiche. Zij herkent een astronomische kalender in de figuren. Er zijn sterrenconstellaties die overeenkomen met de patronen in de grond. Mogelijk geven de lijnen belangrijke landbouw momenten weer, zoals de zaaitijd, regentijd en oogsttijd. Andere theorieën stellen echter dat de tekeningen ondergrondse wateraders weergeven die gevonden zouden zijn met een wichelroede. Nog weer anderen betrekken de lijnen bij theorieën die de Nazca beschaving in verband brengt met de mysterieuze Moai beelden op Paaseiland en de piramides van de Egyptenaren; wie een lijn trekt van Paaseiland naar de piramides in Caïro ziet dat deze lijn de Nazca woestijn kruist. Het daadwerkelijke idee achter de lijnen is echter tot op heden nog onduidelijk. Het geheim van conservatie Hoe komt het dat de lijnen zo lang goed bewaard zijn gebleven? Dit heeft alles te maken met de geografie van het gebied. Het gebied heeft een oppervlakte van 777 km2 (ongeveer zo groot als de stad New York). De vlakte is bedekt met een roodbruinige toplaag van vulkanisch gruis. Daaronder bevindt zich een lichte, gelige bodem. Wie door de Nazca woestijn loopt laat een patroon van gele voetstappen achter. Het gebied geld als één van de droogste gebieden op aarde. Gemiddeld regent het ongeveer een half uur per 2 jaar in het gebied. De uitzichttoren langs de Panamericana met ‘de boom’ een lijn, gezien vanaf de grond Ook pan-american highway.indd 18-19 waait het er de mysterieuze afbeelding van ‘de astronaut’ niet tot nauwelijks. Er is dus geen sprake van wind of watererosie. Voor het maken van de tekeningen verwijderden de Nazca de bovenste rode toplaag van de grond, waardoor de gelige bodem zichtbaar werd en er ‘tekeningen’ ontstonden. Omdat deze opzij geschoven zanddeeltjes niet terug waaiden of wegspoelden, bleven de tekeningen bewaard. De aanleg van de Panamericana De natuurlijke omstandigheden in het gebied zijn voor de conservatie van de tekeningen erg gunstig. Toch worden de lijnen wel in hun bestaan bedreigd. Eén van deze bedreigingen wordt gevormd door de Pan-Amerikaanse snelweg. In 1938 gaf de Peruaanse overheid toestemming voor de aanleg van een snelweg van Lima naar Tacna. Enkele jaren later werd er gestart met de bouw van deze weg, tot grote frustratie van de eerder genoemde Maria Reiche. De Panamericana werd namelijk dwars door de Nazca lijnen heen gelegd. Er werd destijds in Peru, net zoals in Nederland en in veel andere landen, weinig waarde gehecht aan erfgoed en de overheid was dan ook niet bereid de snelweg om te leggen. Dit leidde er toe dat de snelweg dwars door de staart van de hagedis werd aangelegd en van deze afbeelding is tegenwoordig dan ook weinig terug te zien. Enige jaren hierna toonde de overheid plannen om in het gebied katoenplantages aan te leggen met behulp van irrigatie. Maria Reiche wist de overheid er echter van te overtuigen dit niet te doen en wende hiermee dit gevaar af. Veranderingen in erfgoedwaardering Pas in de jaren ’70 ontstond het besef dat de Nazca lijnen van historisch belang waren voor de Peruaanse samenleving. Daarnaast zag men economische voordelen; de site van Nazca was interessant voor toeristen. Deze omslag in de waardering van erfgoed leidde er toe dat de overheid regelgeving instelde voor het gebied. Zo werd het verboden over de vlakte te rijden of te lopen. Om burgers een kans te geven de lijnen te bezichtigen zonder ze te beschadigen, werd er een uitzichttoren gebouwd langs de Panamericana. Vanaf deze toren is het mogelijk twee afbeeldingen te zien. In 1995 kreeg Nazca een plek op de UNESCO werelderfgoedlijst waarmee Nazca internationale erkenning en bescherming verwierf. Tegenwoordig ontvangt de plek veel internationale toeristen en stijgen er vanaf het nabij gelegen vliegveld honderden vliegtuigjes per dag op om mensen de lijnen te laten zien. Het einde in zicht? Nu het gebied ook internationaal wordt erkend, lijken de lijnen veilig te zijn. Toch is niets minder waar. De Peruaanse overheid kampt met dilemma’s. Vanwege een groeiende bevolking en vraag naar elektriciteit is het noodzakelijk elektriciteitsmasten te bouwen in het gebied. Vanwege de beschermde status is dit officieel niet mogelijk maar de regels worden dusdanig verbogen dat er al enkele masten zijn verschenen, zonder rekening te houden met het lijnenpatroon. Daarnaast brengt het groeiende toerisme - inmiddels de belangrijkste economische sector – nadelen met zich mee. Toeristen laten vuil achter in het gebied, maken (ondanks het verbod) wandelingen over de vlakte en betreden het terrein (ondanks het verbod) met auto’s. Daarnaast nemen ze stenen mee die in de tekeningen zijn gebruikt, met het gevolg dat de tekeningen vervagen. Ook de klimaatverandering heeft gevolgen voor de Nazca lijnen. Zo zorgt El Niño, een steeds heftiger fenomeen, door modderstromen en overstromingen voor schade. Ondanks dat het gebied als één van de droogste gebieden op aarde werd het gebied in 2009 getroffen door meerdere heftige regenbuien van langer dan een uur. Ook de wind neemt toe in het gebied; hierdoor worden de lijnen weer bedekt met de rode bovenlaag waardoor ze langzaam verdwijnen. Mocht je de lijnen dus nog willen bezoeken, stel dit dan niet te lang uit. Voor je het weet zijn de lijnen voorgoed verdwenen en zal het geheim van de Nazca’s voor eeuwig bewaard blijven. /// Meer weten? Kijk voor een documentaire over de Nazca lijnen, theorieën en het leven van Maria Reiche op www.girugten.nl ! 5-6-2014 15:58:48 girugten marins hettinga 18. 19. 04 / juni 2014 pan-american highway thema-artikel Een dovend Vuurland Vuurland, in het Spaans Tierra del Fuego, is een archipel onder het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika en een van de 23 provincies van Argentinië. Het land heeft een toendraklimaat en bestaat voor het grootste deel uit dor gras waar alleen schapen zich mee kunnen voeden. Het is een ruig landschap met (ijzige) meren, rivieren en gletsjers. De rivieren zitten vol forel, zalm en hier een daar een bever. Op de rotsachtige kliffen zijn pinguïns en zeeleeuwen te zien. Niets doet vermoeden dat dit land ooit bewoond was door vele indianen. De Yahgan, de oorspronkelijke bewoners van deze eilanden, leefden duizenden jaren op dit kille land. Ze zorgden voor warmte door het maken van vuren en deze waren van levensbelang voor de Yahgans. Ze leefden namelijk vrijwel naakt, op een cape van zeehonden- of ottervel na, en smeerden zich alleen in met dierenvet om zich te beschermen tegen uitdroging en onderkoeling. Kleding had geen enkele nut in het koude water, dierenvet wel. Vrouwen hadden een groot aandeel in het overleven van de stam, zij waren degenen die naar mossels doken en vissen vongen. Daarnaast zorgden ze voor de kinderen, roeiden in kano’s en repareerden deze. Mannen hadden echter ook wel eens de broek aan: zij waren degenen die de kano’s maakten. De Yahgans werden ook wel kano-indianen genoemd omdat ze veel tijd doorbrachten op de koude zee, daarom namen ze zelfs vuur mee op hun kano. De eerste Europeaan, die het land ontdekte, was Ferdinand Magellaan (1480-1521) die door de naar hem genoemde zeestraat voer en deze vuren van de Yahgan indianen zag. Een uiterst creatieve uitspatting van de heer Magellaan leidde toen tot de uiteindelijke benaming van dit archipel: Vuurland. Tal van jaren later voer het schip ‘The Beagle’ langs Vuurland met aan boord de ontdekkingsreiziger Charles Darwin. Hij was een jonge bioloog die veel betekend heeft voor het beeld wat de mens van zichzelf heeft. Hij was in goed gezelschap. Met hem waren er nog drie Yahgan indianen aan boord, die weer werden teruggebracht naar Vuurland. Zij waren enkele jaren eerder van het eiland geplukt door kapitein FitzRoy en meegenomen naar Engeland om ze pan-american highway.indd 20-21 De inspanningen van de kolonisten, die hier ooit met zulke goede intenties waren aan komen waaien, leken tevergeefs en hebben uiteindelijk geleid tot de uitroeiing van een volk. De Vuurlanders bleken slecht bestand te zijn tegen de slachtpartijen, de genocide door sommige kolonisten, de kerstening en de Europese ziektes die werden meegebracht zoals de mazelen en tuberculose. Zo slecht zelfs, dat tussen 1850 en 1910 maar liefst 85% tot 90% van de bevolking overleed en in 1916 nog maar honderd Yahgan indianen over waren. Anno 2014 is er nog exact één volbloed Yahgan over. Met haar dood zal dit volk zijn uitgestorven, en met het volk ook hun taal. dat de missionarissen op dit eiland goed werk deden en dat de eindresultaten van dit project goed zouden zijn. De Engelsen begonnen op Vuurland kerkjes te bouwen en namen verschillende gezinnen mee naar het eiland Falkland waar ze in alle rust verkerstend konden worden en de Engelse taal konden leren in plaats van hun eigen ‘dierlijke gebrabbel’. Ook moesten ze kleren gaan dragen in plaats van de dierenvellen, alleen werden deze koud en nat waardoor de Yahgan-indianen juist ziek werden. Darwins aantekeningen daar (onze) beschaving bij te brengen. De godsdienst, Engelse kleren en een keurige Engelse naam werd hen opgedwongen. Nu werden zij door ‘The Beagle’ teruggebracht naar hun moederland om hun eigen volk te bekeren en beschaving bij te brengen. Darwin was een aantal jaren eerder hevig geschokt bij het aanzien van hun volk en noemde ze beestachtige wilden. Hij ontdekte allerlei dierlijke trekken bij deze mensen en vond de wilden op duivels lijken. Deze ervaringen met de wilden van Vuurland bracht één van zijn revolutionaire gedachtes voort. Hier ontstond het inzicht dat we niet geschapen zijn naar Gods evenbeeld, maar zelf ook beesten zijn en van beesten afstammen. Alle mensen behoren tot dezelfde soort, wat radicaal anders was vóór die tijd waarin slavernij de normaalste zaak van de wereld was. In de 19e eeuw leefde men in de overtuiging dat mensen die niet naar christelijke principes leefden gedoemd waren tot eeuwig lijden en onwetendheid. Ze wilden deze indianenstam oprecht helpen en dat kon alleen door het evangelie te verkondigen. Charles Darwin zelf had zijn twijfels over bepaalde aspecten van het christendom maar was wel van mening Toen kwam de omslag. Door de grootschalige bemoeienissen keerden de indianen zich tegen de missionarissen en moordden ze op één na allemaal uit. Maar het misverstand dat deze Vuurlanders, die hier al duizenden jaren leefden, toch hulp nodig hadden, bleek hardnekkig. Er kwamen nieuwe missionarissen, onder leiding van Thomas Bridges, om Gods woord onder deze primitievelingen te verspreiden. Ook kwamen er zeehondenjagers mee omdat er met de huiden aardig geld te verdienen viel. Daarnaast verkochten zeelieden alcohol en snuisterijen voor huiden en begonnen ze te jagen op walvissen. Helaas betekende dit dat de Yahgan een gebrek aan voedsel kregen doordat er minder zeehonden waren en er telkens minder walvissen strandden. na wat aangeleerde beschaving terug waren uitgezet, bleken opnieuw verwilderd. Het aanbod om opnieuw mee terug te gaan naar Engeland werd afgeslagen; in Vuurland had men vis, bessen en een vrouw. Hier blijkt maar weer dat de kwaliteit van leven voor ieder mens wat anders inhoudt. Er werd goud gevonden en de grasvelden bleken uiterst goed te zijn om schapen te hoeden, wat een nieuwe stroom van kolonisten lokte. Helaas betekende dit dat de indianen in de weg stonden. Omdat deze zich telkens minder meewerkend opstelden loofden de schapenboeren zelfs geld uit voor elk indianenhoofd om zo de inheemse bevolking uit te moorden Thomas Bridges kreeg van de Argentijnse regering grote stukken land met de veronderstelling om de toestand van de Yahgan te verbeteren, maar in plaats daarvan bouwde hij zijn eigen ranch. Hij hield meer dan 4500 schapen en grote kuddes runderen, paarden en veel varkens. Hij liet de Vuurlanders hekken om zijn graslanden maken en liet ze zijn huis, schuren en pakhuizen bouwen. Hij vestigde een kolonie van Yahgan werknemers op zijn ranch en niemand mocht zonder zijn toestemming langs de kustlijn jagen of eten verzamelen. De arbeiders kregen geen salaris, maar kregen wel eten dat op de ranch werd geproduceerd en kleding om er fatsoenlijk uit te zien. Om de Yaghan bevolking na haar uitsterven te eren en te begrijpen proberen Chileense antropologen de taal nu nog vast te leggen voor het te laat zal zijn. Uit dit onderzoek blijkt dat de taal veel gecompliceerder is dan wat op het eerste gezicht alleen maar dierlijk gebrabbel leek. Door het Guinness Book of Records werd het Yahganse woord ‘mamihlapinatapai’ als het moeilijkste te vertalen woord uitgeroepen. Het betekent iets als: de blik die wordt uitgewisseld door twee mensen die geen initiatief willen of durven nemen om iets aan te nemen, maar wel hopen dat de ander het doet. Wellicht dat door deze eervolle vermelding de Yahgan-taal met de dood van de laatste volbloed toch niet helemaal zal uitsterven. De edele woestelingen Naar verloop van de tijd bleek het een triest voorbeeld van goede bedoelingen van de kolonisten die volstrekt verkeerd uitpakten. Ook de drie Yahgan indianen die, Tijden zijn eerste tocht naar en van Vuurland (1826 – 1830) nam Fitzroy een paar Yahgans mee naar Engeland. Om precies te zijn gijzelde hij enkelen omdat ze een boot gestolen hadden en kocht hij een Yahgan-kindje voor een paarlemoeren knoopje. Hij nam ze mee om hen op te voeden, maar in werkelijkheid werden ze ook geëxposeerd aan de Engelse bevolking. De Britse reizigers hadden de vier indianen de namen Fuegia Basket, Boat Memory, York Minster en Jemmy Button (zoals de naam misschien al verraadt, was dit die van het paarlemoeren knoopje) gegeven. In de achttiende eeuw was er de populaire ‘nobele wilde’-theorie wat inhield dat de woeste inboorlingen nog slechts de enige zuivere wereldburgers waren. Men sleepte een ‘wilde’ uit het oerwoud, voerde hem naar Europa, trok hem een Europees kostuum aan en toonde de ‘edele woesteling’ aan het volk. Over de Vuurlanders werd verteld dat ze kannibalen waren en de verhalen over het eten van mensen. deden het goed in de Britse salons. De kranten begonnen veel te publiceren over de gasten uit Vuurland en ze werden al snel beroemdheden. Zo mochten ze voor King William IV optreden en gaf Queen Adelaide aan het meisje, Fuegia Basket, een mooie victoriaanse hoed. Ze waren een succes maar werden, behalve Boat Memory die in 1830 aan de pokken overleed, toch weer terug naar hun vaderland gebracht. Daar konden ze voordat ze ‘losgelaten’ werden, ook eerst nog nuttig als tolk functioneren en helpen ‘de beschaving’ aan de andere wilden bij brengen. Jemmy, eigenlijk Orundellico genaamd, zou het aan het begin van de eenentwintigste eeuw nog schoppen tot het onderwerp van een mooie, wetenschappelijke biografie. Geschreven door Nick Hazlewoods kwam ‘Savage. The life and times of Jemmy Button’ uit in 2000. 5-6-2014 15:58:50 girugten 20. sierdjan koster & viktor venhorst 04 / juni 2014 pan-american highway ingezonden artikel 21. Recht Geslaagd in de Stad Afgestudeerd! En nu? Deze vraag wordt elkaar jaar door tienduizenden pas afgestudeerde HBO- en universiteitsstudenten gesteld. Welke baan past bij mij en waar wil ik het liefst wonen? Niet alleen voor studenten zijn dit belangrijke vragen, ook studiesteden hebben een belang. In de huidige economie, met kennis als een cruciale productiefactor, is het hebben van een hoog opgeleide beroepsbevolking een groot voordeel. Niet alleen vormen geschoolde werknemers een aantrekkelijke locatiefactor voor bedrijven, door het consumptiepatroon van de afgestudeerden, creëert een hoog opgeleide beroepsbevolking ook banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt (Moretti, 2012). Vooral typische studentensteden zoals Groningen en Maastricht zien daarom de uitstroom van de net afgeleverde studenten met lede ogen aan. Hoewel de veronderstelde braindrain een sterk beeld vormt, is er weinig bekend over de daadwerkelijke mobiliteit, zowel op de arbeidsmarkt als ruimtelijk, van pas afgestudeerden. Uit eerder onderzoek bleek al wel dat het met de netto braindrain 1,5 jaar na afstuderen wel meevalt (Venhorst et al., 2011), ook in Groningen en Maastricht. Hoewel na afstuderen inderdaad veel studenten verkassen (naar de Randstad) houden studiesteden van elk studentencohort meer hoogopgeleiden over dan dat ze voor aanvang van de studieperiode van dat cohort hadden. De echte verliezer is het ommeland waarvandaan de studenten naar de studiesteden zijn gekomen. Kortom, het verhaal is genuanceerder dan verondersteld. Alle reden om ook op de langere termijn – tot 18 jaar na afstuderen – nog eens goed te kijken naar de arbeidsmarktcarrière en ruimtelijke mobiliteit, het werken en wonen, van hoogopgeleide afgestudeerden. 45000 gelinkt worden aan inkomensgegevens en baankenmerken (Belastingdienst) en ook studiegegevens (DUO, voorheen IBG). Met deze gegevens kan er over tijd een beeld geschetst worden van waar afgestudeerden werken en wonen. Voor dit specifieke onderzoek gebruiken we baan- en inkomensgegevens voor de periode 1999 – 2008. Dit is de observatieperiode voor alle resultaten. Afstudeergegevens zijn beschikbaar voor een langere periode: 1990 – 2006. Dit betekent dat afgestudeerden op het moment van observatie in verschillende fasen van hun carrière zitten. In het jaar 2000 bijvoorbeeld, heeft iemand die in 1995 is afgestudeerd al 5 jaar arbeidsmarktervaring terwijl een in 1999 afgestudeerde pas net op de arbeidsmarkt actief is. Voor afgestudeerden uit 2004 observeren we in 2000 zelfs de (bij)baan tijdens de studie. Omdat we geinteresseerd zijn in het verloop van de carrière en niet zozeer in verschillen tussen kalenderjaren, maken we bij de analyses de tijd relatief tot het moment van afstuderen. In alle onderstaande grafieken duidt t=0 het moment van afstuderen aan, t+x geeft de tijd op de arbeidsmarkt weer en t-x de tijd als student of zelfs nog daarvoor in sommige gevallen. Werken Zoals verwacht vinden afgestudeerde studenten van het HBO en de universiteit snel een baan. Een jaar na afstuderen heeft ongeveer 80% een baan in loondienst Werknemer Zelfstandige of werkt als zelfstandige (Figuur 1). Dit percentage stijgt naar 90% vier jaar na afstuderen en blijft dan ongeveer stabiel. Dit patroon zullen we vaker zien, veel dynamiek in de eerste jaren afstuderen en daarna een redelijk stabiel beeld. Wel zien we dat het aandeel zelfstandigen in de loop van de carrière toeneemt. Dit is verklaarbaar aangezien afgestudeerden ervaring opdoen in hun carrières en dit kan worden ingezet om je eigen bedrijf te starten. Uiteindelijk is 12% van de afgestudeerden zelfstandige. Niettemin is duidelijk dat hoogopgeleide afgestudeerden als groep snel hun weg op de arbeidsmarkt vinden. Scholier/student Uitkering / pensioen Overig 100% 90% 80% 70% pan-american highway.indd 22-23 50% 40% 30% 20% 10% 0% Economie Techniek 35000 30000 25000 Gemiddeld Landbouw en natuurlijke omgeving Gezondheidszorg Gedrag en maatschappij 20000 15000 10000 Je opleidingsrichting is belangrijk voor je carrière. Dit geldt in enige mate voor de kans op een baan, maar vooral voor het gemiddeld loon (Figuur 2). In de figuur zie je duidelijk een loonsprong vlak na afstuderen en een gestage groei daarna. Rechtenstudenten, economen en technici mogen de hoogste lonen verwachten. Gedrag- en maatschappijwetenschappen, inclusief geografen, planologen en demografen, zitten onder het gemiddelde, ongeveer gelijk aan gezondheidszorg. Het werkelijke inkomen voor gezondheidszorg ligt waarschijnlijk echter hoger, omdat de best verdienende medici zich vaak in maatschappen organiseren en daardoor in de zelfstandigenstatistiek terecht komen. Onderwijs en taal en cultuur studies sluiten de rij. 60% Data Om de dynamiek in het werken en wonen van afgestudeerden in kaart te brengen hebben we gebruik gemaakt van microdata, beheerd door het CBS. De microdata bestaat uit verschillende modules die aan elkaar gelinkt kunnen worden op individueel niveau. Deze links kunnen gelegd worden op basis van een geanonimiseerde versie van het Burgerservicenummer (BSN). Zo geeft de Gemeentelijke Basisadministratie het woonadres. Via het BSN kan dit vervolgende 40000 Natuur T = - 7 T = - 6 T = - 5 T = - 4 T = - 3 T = - 2 T = - 1 T = 0 T = 1 T = 2 T = 3 T = 4 T = 5 T = 6 T = 7 T = 8 T = 9 T = 10 T = 11 T = 12 T = 13 T = 14 T = 15 T = 16 T = 17 T = 18 Tijd tov verlaten hoger onderwijs figuur 1: arbeidsmarktpositie rondom het moment van afstuderen. bron: venhorst, koster en van dijk (2013) 5000 0 T = - 7 T = - 6 T = - 5 T = - 4 T = - 3 T = - 2 T = - 1 T = 0 T = 1 T = 2 T = 3 T = 4 T = 5 T = 6 T = 7 T = 8 T = 9 T = 10T = 11T = 12T = 13T = 14T = 15T = 16T = 17T = 18 Tijd tov verlaten hoger onderwijs Figuur 2: Ontwikkeling van het totaal netto jaarloon, gemiddeld naar studierichting. Legenda op volgorde van gemiddeld inkomen op t=18. Bron: Venhorst, Koster en Van Dijk (2013) Binnen de groep van afgestudeerden zijn er nog meer belangrijke verschillen te zien in de prestaties op de arbeidsmarkt. Universitair opgeleiden presteren over het algemeen beter dan HBO-ers in termen van inkomens, zowel uit loondienst als uit zelfstandigheid. Opvallend is ook het verschil in loonontwikkeling tussen mannen en vrouwen. In de eerste paar jaar na afstuderen realiseren vrouwen en mannen een vergelijkbare loonsprong. Daarna ontwikkelt het gemiddeld netto loon van hoogopgeleide vrouwen zich echter amper verder, terwijl dat van mannen blijft groeien. Uiteindelijk (18 jaar na afstuderen) verdienen mannen gemiddeld €40.000,-terwijl het gemiddelde loon van vrouwen rond €22.500,-- ligt, hetzelfde niveau als 5 jaar na afstuderen. Hoewel vrouwen in veel gevallen wel een baan hebben is deze vaak part-time, wat deels het grote ‘gender-gap’ verklaart. Wonen De arbeidsmarktdynamiek die we hierboven hebben besproken hangt sterk samen met ruimtelijke dynamiek. Banen op niveau of aansluitend op je opleiding zijn immers niet overal in dezelfde mate aanwezig. Als je niet wilt verhuizen kan het zijn dat je genoegen moet nemen met een baan onder je niveau of langer moet wachten voor je een geschikte baan vindt. De migratiepatronen verschillen sterk tussen steden. We kunnen grofweg drie typen steden onderscheiden: de grote steden, studiesteden en woonsteden. Voorbeelden van deze typische patronen zijn weergegeven in Figuur 3, waarin de verdeling van alle afgestudeerden over de steden is afgezet tegen het moment in de carrière. Amsterdam -De grote steden zijn Amsterdam en Rotterdam in onze selectie van steden. We zien dat deze steden aantrekkelijk zijn als studiestad, maar ook vlak na de studietijd. Amsterdam heeft het grootste aandeel afgestudeerden vier jaar na afstuderen, wat aangeeft dat veel afgestudeerden hierheen trekken om hun eerste baan te vinden. De grote steden worden gaandeweg de carrière minder aantrekkelijk onder invloed van gezinsvorming, daarmee samenhangende veranderende woonwensen en de hoge huizenprijzen, en we zien een doorlopende dalende trend nadien. Groningen Emmen 14 12 10 8 % 6 4 2 0 T= - T = - T = - T = - T = - T = - T = - T = - T = - T = - T = 0 T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = T = 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Tijd tov verlaten hoger onderwijs Figuur 3: Afgestudeerden wonend in drie representatieve steden, aandeel van het totaal Bron: Venhorst, Koster en Van Dijk (2013) 5-6-2014 15:58:50 22. girugten herman kok 23. 04 / juni 2014 pan-american highway geografen aan het werk - De studiesteden zijn Groningen, Maastricht, maar ook Leeuwarden en Enschede. Deze steden hebben een grote instroom van studenten, waarvan een groot deel na afstuderen weer vertrekt. Daarna blijft het aandeel min of meer stabiel. Het lukt deze steden dus beter dan Amsterdam om hun aandeel hoogopgeleiden over tijd op peil te houden, hoewel op een lager niveau. - De woonsteden zijn Deventer, Emmen, Apeldoorn en in mindere mate Zwolle. Het aandeel afgestudeerden dat in deze steden woont is redelijk stabiel over de hele carrière. Zelfs onder een stabiel nettobeeld kan nog een grote hoeveelheid in- en uitstroom zitten. In Figuur 4 geven we de verhuiskans weer, uitgewerkt naar afstand. De figuur laat zien dat een op de zes afgestudeerden 1 jaar na het afstuderen verhuist. Dit aandeel daalt vervolgens erg snel, zeker wanneer verhuizingen binnen hetzelfde coropgebied (arbeidsmarktregio) buiten beschouwing worden gelaten. Deze verhuizingen hebben waarschijnlijk weinig te maken met een nieuwe baan, maar veeleer met het vervullen van woonwensen die net buiten het stedelijke centrum worden gezocht. De verhuiskans daalt dus. Als er nog verhuisd wordt verder op in de carrière, gaat dit vooral over bestemmingen dichtbij. Conclusies en beleid Voor alle gemeenten geldt dat het ijzer moet worden gesmeed wanneer het heet is. De meeste dynamiek vindt plaats in de eerste vijf jaar na afstuderen. Figuur 4 laat dit zien voor verhuizingen, maar we zien vergelijkbare patronen voor baanwisselingen. Dit is het moment waarop veel mensen keuzes maken die met beleid eventueel te beïnvloeden zijn. interessant zijn voor recent afgestudeerden, maar ook verderop in de carrière. Het gaat er bij het beleid dus niet om te focussen op de arbeidsmarkt of de woningmarkt. Het gaat erom na te gaan hoe de verschillende groepen bediend worden, wat verbeterd kan worden, maar ook waar de stad het al goed doet. Naarmate de carrière vordert treedt er een nieuwe fase in: de meeste afgestudeerden zijn aan het werk, verhuizen komt minder vaak voor en dan vaak ook nog naar bestemmingen dichtbij. Waar eerst de arbeidsmarktomstandigheden leidend zijn in de bestemmingskeuze gaan nu andere zaken meespelen waardoor locatie moeilijker is aan te passen: een partner met een baan, eventueel kinderen, een koopwoning. Steden moeten in deze fase, vaak samen met de omliggende regio, opletten of er ook een wooncarrière mogelijk is. Moretti, E. (2012). The new geography of jobs. Houghton Mifflin Harcourt. Wonen of werken, waarmee houden we pasafgestudeerden vast? Het is duidelijk dat deze beleidsvraag te simplistisch is. In steden leven verschillende groepen afgestudeerden naast elkaar: sommigen zitten aan het begin van hun carrières, anderen zijn al jaren onderweg. De stad moet Verhuizing tussen gemeenten maar binnen COROP Verhuizing tussen provincie maar binnen landsdeel Bronnen Edzes, A. J. E., Broersma, L., & Van Dijk, J. (2011). Brain drain of brain gain?: hoger opgeleiden in grote steden in Nederland. Rijksuniversiteit Groningen / Nicis Institute, Den Haag. http://irs.ub.rug.nl/ ppn/33400599X Venhorst, V. A., Koster, S., & van Dijk, J. (2013) Geslaagd in de stad. URSI Research Report no 344, RUG / Platform31, Den Haag. http:// ursi.eldoc.ub.rug.nl/root/ResRep/2013/ URSI-344/ figuur 4: verhuiskans afgestudeerden, naar afstand. bron: Venhorst, Koster en Van Dijk (2013) Verhuizing tussen COROP maar binnen provincie Verhuizing tussen landsdelen maar binnen Nederland 0,18 0,16 Geografen aan het werk Op een avondvlucht van Brussel naar Istanbul had ik eens ruim de tijd om na te denken over de link tussen geografie en het werk dat ik doe bij Multi. Multi is een winkelvastgoedonderneming gericht op investeren, ontwikkelen en beheren van vastgoed in Nederland en elders in Europa. In Istanbul is er een conceptvergadering gepland met het Turkse team, waarin de voortgang van alle ontwikkelingsprojecten wordt besproken. Bij de conceptvergaderingen zitten we met alle projectdisciplines samen, inclusief architecten, commerciële mensen, verhuur en techniek. Het hebben van een eigen gefundeerde mening staat hierbij centraal, want anders heeft het geen zin om met alle betrokken vakgebieden samen te zitten. Ik doe aan de discussie mee vanuit strategie en onderzoek, mijn werkveld in de organisatie waarbij ik me vooral op de buitenlandse activiteiten richt. Multi, opgericht in 1982, is uitgegroeid tot een krachtige Europese speler in winkelvastgoed. In het licht van de economische cyclus en de vastgoedcyclus maakt Multi thans een transitie door van een ontwikkelaar met investeringsactiviteiten naar een investeerder met ontwikkelingsactiviteiten. Voor het onderzoek een nieuwe en zeer interessante dimensie. Grotendeels valt mijn werk in drie delen uiteen: het volgen van landen en markten op macro niveau, het analyseren en evalueren van projecten op micro niveau en het volgen van trends zoals de impact van sociale media en webwinkels op winkelvastgoed en winkellocaties, bevolkingsdynamiek, vergrijzing en duurzaamheid. Trends waarvan we zien of verwachten dat die de kernactiviteiten sterk zullen beïnvloeden. 0,14 0,12 0,1 0,08 0,06 0,04 0,02 0 T = -7 T = -6 T = -5 T = -4 T = -3 T = -2 T = -1 T = 0 T = 1 T = 2 T = 3 T = 4 T = 5 T = 6 T = 7 T = 8 T = 9 T = 10 T = 11 T = 12 T = 13 T = 14 T = 15 T = 16 T = 17 T = 18 Tijd tov verlaten hoger onderwijs pan-american highway.indd 24-25 In de periode dat projectontwikkeling binnen de organisatie centraal stond bestond mijn rol vooral uit het beoordelen van locaties, en afhankelijk van de mogelijkheden ter plaatse, het formuleren van een voorlopig programma en het geven van input voor het conceptontwerp. In de vervolgfases werkte ik verder met het projectteam aan optimalisatie van het programma en concept om vervolgens op basis van onderzoek de gesprekken met beleggers en partners te faciliteren om markthaalbaarheid van het project te benadrukken. Na oplevering van een winkelproject komt dan de evaluatie: in welke mate voldoet het project aan de verwachtingen en bovenal, wat kunnen we er van leren. De variëteit in het werk is enorm, een combinatie van veldwerk, productie aan de desk en vooral veel interne en externe discussies. Multi’s expansie naar Turkije is in de bijna 13 jaar dat ik bij Multi werk een belangrijk onderdeel van mijn werk geweest. Het feit dat ik met een Turkse getrouwd ben, regelmatig in het land kwam en in het vakgebied al wat mensen had leren kennen, gaf mij een belangrijke voorsprong. De eerste marktverkenningen begonnen in 2003, twee jaar na een grote economische crisis in het land. Turkije als marktbestemming was toen niet evident. Na een lang proces van het verkennen van de markt, beoordelen van locaties, overtuigen van het management en het aantrekken van beleggers en internationale huurders waarbij mijn rol gericht op onderzoek en inhoud was, heeft Multi uiteindelijk elf winkelcentra in het land kunnen ontwikkelen, die Multi tot op de dag van vandaag beheert. Een krachtige economische groei en vooral een opkomende stedelijke middenklasse zijn belangrijke succesfactoren geweest. Achteraf was de timing van de expansie goed, Multi was de eerste buitenlandse speler in de markt en de lokale concurrentie was nog gefragmenteerd. mee en de lokale concurrentie is sterk en geconcentreerd. Hoe ziet mijn typische werkdag er uit? Ik zou het niet weten, want iedere dag is anders. Alles is sterk afhankelijk van kansen en problemen die zich voor doen. Wel is het zo dat de geografische bagage verkregen uit studie en promotie dagelijks wordt ingezet. Winkelvastgoed en geografie gaan goed samen. Location intelligence zoals men het in Noord-Amerika wel noemt is belangrijk in de besluitvorming rond vastgoed en valt in financiële investeringsmodellen moeilijk te modelleren. Dr Herman J Kok MRE MRICS Associate Director Research & Concepts International Markets Multi Verder dan Turkije is Multi nog niet gekomen. In het verleden zijn er ook wel verkenningen gedaan in China en India, maar dat bleek voor een speler als Multi toch wel complex. Ook hebben we een paar jaar serieus naar Brazilië gekeken. Multi heeft een sterke basis in Lissabon en van daaruit gezien is Brazilië wel een logisch doel. De Braziliaanse markt is groot en kent een snel groeiende middenklasse. Wat dat betreft wel wat overeenkomsten met Turkije. Een markt als Brazilië verkennen is fascinerend. Ver weg van de grote volwassen markten, gelegen ten zuiden van de evenaar, en met complexe importreguleringen werkt de markt echt anders, vooral op het vlak van mode. Uiteindelijk is het er niet van gekomen. De internationale cyclus zat niet 5-6-2014 15:58:51 girugten 04 / juni 2014 pan-american highway geo promotioncongres ronald kleine jeroen de regt nienke harmelink 24. Het Geo Promotioncongres Risico’s te boven: van onzekerheden naar kansen! Het onderwerp van het Geo Promotioncongres was dit jaar risicomanagement. Voor studenten is dit een interessant, maar relatief onbekend terrein. Daarentegen is er in de ruimtelijke sector recentelijk veel expertise over risicomanagement opgebouwd. Tijdens het congres is getracht de recentelijk opgebouwde kennis en expertise over te brengen op de studenten. Dit werd gedaan door middel van lezingen, workshops en een plenaire discussie waarin verschillende interessante partijen met ervaring in het desbetreffende onderwerp deelnamen. Opening Het congres startte met een aantal lezingen. De dag werd geopend door Maurits Jongebreur, de voorzitter van het bestuur van Geo Promotion, en dagvoorzitter Jacques Wallage (voormalig burgemeester van Groningen). Beide mannen wierpen een blik op het verloop van de dag en hun eigen visie op risicomanagement. Jacques Wallage gaf een passend voorbeeld van risicomanagement dat zich afspeelde op de plek waar tevens het congres plaatsvond, pan-american highway.indd 26-27 namelijk de Euroborg. In het voortraject van de realisatie van het stadion riskeerde Wallage het nodige om de tribunes tot het veld te laten doorlopen. Later ondervond hij, in de vorm van een slechte veldkwaliteit, het risico van de bouw van de parkeergarage onder het stadion. Een voorbeeld van saillante details in een groots project vol risico’s. Lezingen Na deze opening was het tijd voor een viertal lezingen, gegeven door Margriet Kuijper, Zef Hemel, Hermen Borst en Frank Vanclay. Margriet Kuijper Margriet Kuijper is projectmanager bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Zij noemde een breed scala aan risico’s waar de NAM bij haar werkzaamheden tegenaan loopt. Zo vertelde ze dat de vaststaande locatie van aardgas en aardolie in de bodem, ertoe leidt dat de beslissing over waar wel en waar niet geboord kan en mag worden voornamelijk van politieke aard is. In een klimaatdiscussie over de nut en noodzaak van ondergrondse CO2opslag in Barendrecht kwam de vraag naar de veiligheid ervan bovendrijven. Hiermee werd het belang van draagvlak aangetoond. Margriet Kuijper gaf aan dat, indien de communicatie naar bewoners beter was geweest, de weerstand tegen het project naar alle waarschijnlijkheid geringer was geweest. Dan had het project misschien een andere afloop had gekend. Andere voorbeelden die de weerstand tegen werkzaamheden van de NAM aantonen zijn onder meer gevoelens van sentiment en historie (oude boerderijen in het aardbevingsgebied in Noord-Groningen), het verlies van ecologische waarden en erfgoed (flora en fauna in de Waddenzee, welke wereldberoemd zijn) en (het gebrek aan) vertrouwen in de NAM, wetenschap en onderzoeksinstanties. De NAM heeft mede hierom een maatschappelijk acceptatiemodel opgezet voor potentiële controversiële praktijken. Dit model werd in de lezing verder toegelicht. Afsluitend werd de positie van de (Rijks)overheid behandeld binnen het risicomanagementvraagstuk. 25. Zef Hemel De tweede lezing werd gehouden door Zef Hemel, adjunct-directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam. Hij gaf een geheel ander perspectief op risico’s gemanaged moeten worden. Hij vertelde dat de gemeente Amsterdam niet langer top-down communiceert naar de burgers maar juist pleit voor het centraal stellen van burgers. Zodoende worden de werkzaamheden van de overheid transparanter. Burgers moeten hierbij met voorstellen komen en kleuren hierdoor het beleid (bottum-up benadering). Daarnaast zorgt de overheid door transparantie van haar plannen en projecten voor begrip en rust bij de bevolking. Als voorbeeld noemde hij de Noord-Zuid Lijn in Amsterdam: de burgers keerden zich hier volledig tegen de overheid, omdat er constant problemen boven water kwamen. Juist door transparantie hierover naar de burgers zijn er geen geheimen en is de acceptatie onder burgers hoger. Hermen Borst Hermen Borst is hoofdontwerper bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en sprak onder meer over het historische verloop van het ruimtelijke ordeningsbeleid. Momenteel is er een proces gaande van transformatie, bestaande uit een energieke samenleving (geïllustreerd door bijvoorbeeld crowdfunding) en nieuwe verdienmodellen. Daarnaast is ook het decentraliseren van de overheid een onderdeel van dit transformatie proces. Tal van ruimtelijke fysieke ingrepen (hoogspanningsmasten, windenergie) kennen een onzekerheidsmarge met onbekende risico’s (mogelijke gevolgen van elektromagnetische straling, lawaai voor omwonenden) en leiden tot een maatschappelijke discussie. Adaptief vermogen van de overheid is hierbij dan ook van groot belang. Ook de samenwerking tussen zowel markt en overheid als tussen lokale overheden, werden door Borst benadrukt. Frank Vanclay De vierde en laatste spreker was Frank Vanclay, professor in de Culturele Geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vanclay is gespecialiseerd in Social Impact Assessment (SIA), wat een goede koppeling is tussen risicomanagement en culturele geografie. SIA is het managementproces van sociale kwesties omtrent ruimtelijk, fysieke ingrepen. Hierbij is het behalen van een zogeheten ‘social licence to operate’ van groot belang volgens Vanclay. Het bedrijfsleven dient na te denken over oplossingen om de maatschappelijke acceptatie en ‘‘toestemming’’ van burgers te behalen en zodoende van NIMBY (not in my backyard) te gaan naar PIMBY (please in my backyard). Ook de filosofie ‘free, prior and informed consent’ kan hierbij worden gehanteerd en zodoende een win-winsituatie voor bedrijfsleven en burgers creëren. Workshops Het middagprogramma bestond uit twee workshoprondes, waarin nieuwe kennis kon worden opgedaan en eigen kennis van risicomanagement kon worden gedeeld. De workshops, die verzorgd werden door de NAM, TAUW, Syntrus Achmea, Antea Group, Rijkswaterstaat, Gemeente Groningen, Rien Herber en WesselinkVanZijst, gaven ieder in eigen stijl een beeld van risicomanagement binnen hun vakgebied aan de geïnteresseerde studenten. Waar de Gemeente Groningen een petje-op-petje-af quiz combineerde met een gebiedsontwikkelingsproject bij bedrijventerrein de Euroborg, vertelde Antea Group in een presentatie met interactie de zaal over hoe zij risicomanagement binnen het bedrijf regelen. Hier wordt direct de geweldige diversiteit aan workshops duidelijk die het congres van Geo Promotion dit jaar te bieden had.. Tijdens deze workshops hebben studenten de kans gekregen om kennis op te doen. Deze kennis was afkomstig van verschillende personen en instanties, opererende op de werkvloer en ons toekomstige werkveld. Zodoende waren ze erg nuttig. Uiteindelijk kon de verkregen kennis worden toegepast tijdens de plenaire discussie en afsluiting. Plenaire discussie Het panel voor de plenaire discussie bestond uit Hermen Borst, Rien Herber, Tamara Metze en Marc Wesselink. De discussieleider was Jacques Wallage. De deelnemers aan het congres kregen in deze plenaire discussie de ruimte om al hun vragen, opmerkingen en ideeën over risicomanagement te delen met de panelleden. Daarnaast droeg Wallage zeker bij aan het voortzetten van de discussie met het panel. Door middel van deze discussie werd nog meer duidelijk hoe veelzijdig het begrip risicomanagement is en op hoeveel manieren dit begrip ingebed kan worden in het beleid van bedrijven en instellingen. Afsluitingspraatje Opvallend was de invloed van Zef Hemel op de invulling van de dag. Zijn visie op risicomanagement en zijn bottom-up beleid ten opzichte van grote projecten was vaak een uitgangspunt tijdens discussies. Bottom-up en top-down zijn beiden als beleidsvorm in zijn uiterste vorm niet ideaal. Het gaat om een combinatie daarvan. Volledig bottom-up zal leiden tot veel overleg en belangenbehartiging, waardoor vele projecten zullen worden uitgesteld of afgeblazen. Maar daarnaast zal topdown beleid zorgen voor conflicten tussen bevolking en overheid. Het vinden van een balans tussen de twee beleidsvormen is een van de vele lessen die werden geleerd tijdens het Geo Promotion Congres 2014. 5-6-2014 15:58:51 26. girugten 04 / juni 2014 pan-american highway studentenorganisaties 04 / juni 2014 pan-american highway studentenorganisaties Ibn Battuta Geachte leden van Ibn Battuta, Er zijn weer een aantal leuke en vooral interessante dingen gebeurd en activiteiten georganiseerd.Ten eerste is er een nieuw Kandidaatsbestuur voor 2014-2015 bekend geworden! Zij werden 15 april op hun eigen bekendmakingsborrel onder luid applaus onthaald. Het KB zal bestaan uit de volgende personen: Ronald Kleine (voorzitter), Wouter van Heugten (vicevoorzitter/ commissaris interne betrekkingen), Ellen Stoppels (secretaris), Steven Wester (penningmeester) en Marc Boogert (commissaris externe betrekkingen). Het 53e bestuur wil jullie van harte feliciteren en wenst jullie een fijne maar leerzame kandidaatsperiode toe! Pro Geo De Buitenlandse Excursie vond dit jaar plaats van 15 tot en met 23 maart en ging met maar liefst 49 man naar Georgië en Armenië. De reis begon in de stad Tblisi en ging daarna door naar Jerevan. In de tussentijd werden verscheidene uitstapjes gemaakt naar allerlei bijzondere en fascinerende plaatsen. Al met al een fantastische en geslaagde reis! De afgelopen activiteiten bestonden onder andere uit een excursie naar het voormalig suikerunieterrein en de centrale as, bedrijfsbezoeken naar Royal Haskoning DHV en OV- bureau Groningen Drenthe en een geslaagd Bendeluxweekend georganiseerd door EGEA.Daarnaast vond het jaarlijkse Nationaal Geografisch en Planologisch Symposium plaats, dit keer in Groningen. Samen met onze zusterverenigingen uit Utrecht, Amsterdam, Nijmegen en Wageningen is een interessante en verrijkende dag neergezet. Het thema was: ‘Terug naar de toekomst, the power of cultural heritage’. Deze dag stond onder leiding van Martin Boisen. Andere activiteiten die de afgelopen tijd hebben plaatsgevonden zijn de Carrièredag en de W.J. van den Bremenlezing, wat allebei grote successen waren. Verder staan er dit jaar nog een paar mooie activiteiten op de planning, waaronder het jaarlijkse Schierweekend. Dit vindt plaats van vrijdag 11 tot en met zondag 13 juli. Er zijn nog een paar plekken beschikbaar, dus wees snel met inschrijven! Met vriendelijke groet, Het 53e bestuur van Ibn Battuta Beste studenten, De studenten die vanaf 1 september 2014 jullie belangen vertegenwoordigen zijn bekend! Met grote vreugde kunnen wij jullie mededelen dat (v.l.n.r.) Jan-Aike Noordermeer, Arjen Terpstra, Lennard Rauh, Jeroen de Regt en Lianne Hummel namens jullie plaats zullen nemen in de Faculteitsraad. Daarnaast vormen zij vanaf 1 september tevens het bestuur van Stichting Pro Geo. Om jullie kennis te laten maken met onze opvolgers en hun visie op het onderwijs hebben wij hun gevraagd te reageren op de volgende stelling: ‘De FRW moet meer stagemogelijkheden aanbieden.’ De reacties lees je hieronder. Wij, het huidige bestuur van Pro Geo, wensen onze opvolgers veel plezier en succes toe komend jaar! Jan-Aike Noordermeer Ik ben het met deze stelling eens, mits het bij aanbieden blijft. Een van de wezenlijke verschillen tussen een universitaire opleiding en een opleiding aan een hogeschool is dat laatstgenoemde voornamelijk praktijkgericht is, terwijl de universiteit juist meer op theorie gebaseerd is. Hoewel een stage standaard beter past bij het HBO dan bij het WO, wil dat niet zeggen dat een stage bij een universitaire opleiding zou misstaan. Sterker nog, ik denk dat het heel veel kan toevoegen. Zo kun je jezelf ontwikkelen en alvast kennis opdoen in de wereld waar je later eventueel komt te werken en zodoende je kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Ik vind echter dat je zelf moet kunnen kiezen of een stage iets toevoegt voor jou! Arjen Terpstra In principe vind ik dat het aanbieden van stagemogelijkheden niet de verantwoordelijkheid is van de FRW. In pan-american highway.indd 28-29 27. girugten eerste instantie moeten er relevante en kwalitatief goede studies aanwezig zijn. Ik vind het echter wel belangrijk dat studenten zich kunnen oriënteren op het vervolg na hun studie. Als een student een stage wil doen, zou de faculteit als faciliterende partij kunnen werken, door studenten te helpen bij het vinden van een stage. Een actieve houding van de studenten is dan wel belangrijk. Studenten dienen naar mijn mening het initiatief te nemen. Daarnaast kan er gezocht worden naar de mogelijkheid een verbinding te maken tussen stage en studie, bijvoorbeeld door een stage te verbinden aan je scriptie, zonder daarvoor vertraging op te lopen. Hierbij zou de faculteit kunnen samenwerken met bijvoorbeeld Ibn Battuta, NEXT en het Urban Gro Lab. Ook zou er een vak ontworpen kunnen worden om tegemoet te komen aan studenten die een stage willen lopen. Lennard Rauh Op dit moment wordt er op de arbeidsmarkt naar de “complete” student gezocht. Dit zijn de studenten die zich tijdens de studententijd actief hebben opgesteld met betrekking tot persoonlijke ontwikkeling door het bezoeken van bijvoorbeeld carrière dagen en stages maar hieronder valt ook het actief opstellen van studenten binnen het gehele studentenleven, bijvoorbeeld in studieverenigingen en organisaties buiten de studie. Ik ben van mening dat de faculteit zeker nog een stap kan zetten in het aanbieden van meer stages. Daarnaast moet er ook een oplossing bedacht worden om de studenten die zich in mindere mate bezig houden met deze persoonlijke ontwikkeling bij dit stage proces te betrekken. Voor zowel de student als voor de faculteit zal dit positief uitpakken; de student krijgt een betere positie op de arbeidsmarkt en de faculteit komt beter bekend te staan binnen het vakgebied. Kortom, meer stage plekken zullen leiden tot de “complete” student! Jeroen de Regt Een stage zie ik als de brug, de directe verbinding, tussen je studie en je werk. Bij een stage doe je in de praktijk ervaring op over hoe het is om te werken voor een bedrijf binnen het werkveld wat je interessant lijkt. Je zult goede begeleiding krijgen zodat je gewend kunt raken aan hoe het is om straks daadwerkelijk aan de slag te gaan. Werken bij een bedrijf brengt immers andere uitdagingen met zich mee dan studeren. Verder krijg je een prima beeld van het deel van het werkveld waarin je wel, of misschien juist niet wilt komen te werken. Het ‘gat’ tussen je opleiding en je daaropvolgende carrière wordt via een stage een stuk kleiner, en er bestaat zelfs een kans dat je stage directe arbeidskansen biedt bij je stagebedrijf! Alle reden dus om te werken aan betere stagemogelijkheden bij onze Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Lianne Hummel Met deze stelling ben ik het eens. Het is belangrijk dat studenten kunnen proeven aan het leven na de studententijd. Stages zijn een goede voorbereiding op dit werkende leven. Een voorwaarde hiervoor is uiteraard dat een stage niet ten koste moet gaan van de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast moet er een goede manier van toetsing gevonden worden. Een andere belangrijke voorwaarde is een relevante stage waarbij uitdaging geboden wordt voor de student. Ik denk dat studenten van de FRW het bedrijfsleven van grote dienst kunnen zijn. Wij zijn immers op de hoogte van de laatste theorieën en beschikken over vernieuwende ideeën. 5-6-2014 15:58:52
© Copyright 2024 ExpyDoc