Uitwerking PC 2 Financiële Rekenkunde Examen : Professional Controller 2 leergang 7 Vak : Financiële rekenkunde Datum : 30 juni 2014 OPGAVE 1 (totaal 18 punten) Vraag 1.a (8 punten) Bedragen Frequentie Kl.midden FxM Freq dichth per 200 1600 -< 2600 2600 -< 3200 3200 -< 3600 3600 -< 4000 4000 -< 4600 4600 -< 5400 5400 -< 6400 6400 -< 8000 2 16 20 22 23 4 2 1 2100 2900 3400 3800 4300 5000 5900 7200 4200 46400 68000 83600 98900 20000 11800 7200 0,4 3 10 11 8 1 0,2 0,125 Totaal 90 340.100 Geschat maandelijks brutoloon-totaal bedraagt € 340.100 (4) Dat is gemiddeld € 340.100 / 90 = € 3.778,89 (4) Vraag 1.b (10 punten) Modale brutoloon is midden van de klassen met hoogste frequentiedichtheid. Het modale brutoloon bedraagt dus € 3.800 (zie tabel bij a) Bedragen Cum Freq % < 2600 < 3200 < 3600 < 4000 < 4600 < 5400 < 6400 < 8000 2 18 38 60 83 87 89 90 2,2 20 42,2 66,7 92,2 96, 7 98,9 100 (4 punten) Via interpolatie (tabel): 50% v.d. brutolonen ligt onder de € 3.600 + (7,8 / 24,5) x € 400 = € 3.727,35 (onafgerond € 3.727,28). (6 punten) OPGAVE 2 (totaal 12 punten) De kwartaalproductie bedroeg vorig jaar gemiddeld € 6 mln. / 4 = € 1,5 mln. en zal naar verwachting stijgen met 5% tot € 1,575 mln. (2 punten) De afstand tot de gevraagde € 1,275 mln. is 0,3 mln., dat is 1,5 maal de standaarddeviatie In formulevorm: Z= (1,575 – 1,275) / 0,2 = 1,5 (4 punten) Via de tabel in de bijlage hoort bij deze z-waarde een % van ongeveer 43,7% D.w.z. dat met een kans van 43,7% de productieomvang tussen € 1,575 en € 1,275 zal liggen. De overschrijdingskans naar beneden is derhalve 6,3 %. (6 punten) OPGAVE 3 (totaal 16 punten) Vraag 3.a (8 punten) Het indexcijfer van 2002 t.o.v. 1997 zou zijn geweest 120,4 / 104,2 = 115,547 Een stijging van 15,55 % De groei is gemiddeld op jaarbasis 5√1,15547 = 1,0293 oftewel 2,93% (4 punten) (4 punten) Vraag 3.b (8 punten) De index van het besteedbaar inkomen 1999 t.o.v. 1995 is € 16.500 / € 14.500 x 100 = 113,79 (2 punten) De prijsindex van 1999 t.o.v 1995 is 108,6 (zie gegevens eerste tabel) De reële inkomens index is dan 113,79 / 108,6 x 100= 104,78, dus een toename van 4,78%. (6 punten) OPGAVE 4 (totaal 14 punten) Vraag 4.a (6 punten) De huidige waarde van de twee betalingen is: CW = € 69.950 + € 69.950 / (1,04)2 = € 69.950 + € 64.672,71 = € 134.622,71 (4 punten) Tegenover de contante betaling van € 139.900 is dat een voordeel van € 139.900 € 134.622,71 = € 5.277,29 (2 punten) Vraag 4.b (8 punten) Na de aanbetaling resteert een te betalen bedrag van € 139.900 – € 7.000 = € 132.900. De totale maandbetalingen bedragen 48 x € 3.000 = € 144.000. Dat betekent dat de rentekosten € 144.000 – € 132.900 = € 11.100 bedragen (2 punten) De gemiddelde looptijd is (48+1) / 2 = 24,5 maand. (2 punten) De rentekosten op jaarbasis bedragen dan (12 / 24,5) x € 11.100 = € 5.436,73 Dat is (€ 5436,73 / € 132.900) x 100% = 4,1% van het krediet. (4 punten) OPGAVE 5 (totaal 14 punten) Vraag 5.a (6 punten) De huidige waarde van de toekomstige geldstromen betekent feitelijk de contante waarde. De berekening: € 15.000 / 1,04 + € 15.000 / 1,042 + €15.000 / 1,043 + € 15.000 / 1,044 + € 15.000 / 1,045 + € 15.000 / 1,046 = € 78.632,05 of korter via de formule: CW= € 15.000 x (1-1,04-6) / 0,04 = € 78.632,05 Vraag 5.b (8 punten) Zonder opnames zou door aangroei met interest op 31 aug 2017 (na 2 jaar en 8 maanden) (2 punten) op de rekening staan: € 60.000 x 1,00332 = € 66.036,05 Hier tegenover staat door de opnames een toenemende schuld (eveneens met interest) van 20 maanden, waarbij 1 maand qua rente niet meetelt. -€ 500 x 1,003 x (1,00320 -1) / 0,003 = - € 10.321,07 (4 punten) Het saldo zal derhalve € 66.036,05 – € 10.321,07 = € 55.714,98 bedragen. (2 punten) Ook goed rekenen als uit is gegaan van respectievelijk 33 en 21 maanden. Het antwoord is dan € 55.380,63. OPGAVE 6 (totaal 14 punten) Vraag 6.a (6 punten) Hiervoor kan de annuïteitenberekening worden gebruikt: Annuïteit = € 290.000 x (0,048 /(1-(1,048)-20))= € 22.877,37 Vraag 6.b (8 punten) De schuldrest is gelijk aan de contante waarde van de nog resterende 10 annuïteiten tegen de daarvoor nog geldende rente en bedraagt: € 22.877,37 x (1-(1,048)-10) / 0,048 = € 178.381,37 (4 punten) -10 De nieuwe annuïteit wordt dan € 178.381,37x (0,042 /(1-1,042 )) = € 22.212,32 (4 punten) OPGAVE 7 (totaal 12 punten) Vraag 7.a (6 punten) Netto contante waarde = - € 600.000 + € 150.000 / 1,05 +€ 150.000 / 1,052 + € 150.000 / 1,053 + € 150.000 / 1,054 + € 60.000 / 1,054 = - € 18.745,28 De uitkomst is negatief en de investering is af te raden. Vraag 7.b (6 punten) Om break even te draaien moeten de totale vaste kosten (€ 20.000) gedekt worden door de marge per product x het aantal producten (5.000). De marge per product moet dus € 4 bedragen. De verkoopprijs is dan € 3 + € 4 = € 7
© Copyright 2024 ExpyDoc