Liturgie.

Evangelisatiedienst op zondagmorgen
7 september 2014
Aanvang: 9.30 uur
Voorzang begint om 9.20 uur!
Voorganger: ds. J.A. Woudenberg
Muzikale medewerking wordt verleend door:
Zang: Margreet Woudenberg- Gerritsen Mulkes
begeleid door haar zus Ellen Gerritsen Mulkes
Trompettisten: Joop Snippe en Lars Nijkamp
Organist: Jennie Dekker
Thema van deze dienst is:
“Hij eruit of Ik eruit!"
Zingen voor de dienst:
Lied OpTH 124
Dit is de dag, (2x)
die de Heer ons geeft. (2x)
Weest daarom blij (2x)
en zingt verheugd. (2x)
Dit is de dag die de Heer ons geeft.
Weest daarom blij en zingt verheugd.
Dit is de dag, dit is de dag,
die de Heer ons geeft. (Lied 2x zingen)
Zingen: Lied OpTH 168
Refrein:
Aan uw voeten Heer, is de hoogste plaats
Daarom kniel ik neer bij U
Om bij U te zijn is de grootste eer,
Daarom buig ik mij voor U. (2x)
1.Ja ik verkies nu om bij U te zijn,
en om naar U te luisteren.
In plaats van altijd maar weer bezig te zijn,
kom ik nu tot U, o Heer.
Refrein:
Aan uw voeten Heer, is de hoogste plaats
Daarom kniel ik neer bij U
Om bij U te zijn is de grootste eer,
Daarom buig ik mij voor U. (2x)
2.Mijn hart verlangt ernaar om samen te zijn,
hier in een plaats van aanbidding,
in Geest en waarheid samen één te zijn,
in aanbidding voor U.
Refrein:
Aan uw voeten Heer, is de hoogste plaats
Daarom kniel ik neer bij U
Om bij U te zijn is de grootste eer,
Daarom buig ik mij voor U. (2x)
3.Zoals een vader die zijn kind omarmt,
ja zo omarmt U ook mij.
U bent een Vader die vertroost en beschermt.
En ik kom tot rust bij U.
En ik kom tot rust bij U.
En ik kom tot rust bij U.
Wij bidden in stilte
Van wie komt onze hulp?
God laat ons groeten
Zingen: Liedboek Gezang 305 : 2
2. O Heer, uw onweerstaanbaar woord
drijft rusteloos de eeuwen voort
dat mensen ook verzinnen.
En waar de weg onvindbaar scheen
mochten wij door geloof alleen
de tocht opnieuw beginnen.
Gij hebt de vaderen bevrijd
en uit het diensthuis uitgeleid
naar 't land van melk en honing.
Hervorm, herschep ook ons geslacht,
opdat het door de wereldnacht
de weg vindt naar uw woning.
Joop en Jennie gaan voor ons spelen
Lezing: NBG Efez. 6 : 10-20
Houd stand
10 Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de
kracht van zijn macht. 11 Trek de wapenrusting van
God aan om stand te kunnen houden tegen de listen
van de duivel. 12 Onze strijd is niet gericht tegen
mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en
de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade
geesten in de hemelsferen. 13 Neem daarom de
wapens van God op om weerstand te kunnen bieden
op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand
te kunnen houden. 14 Houd stand, met de waarheid
als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als
harnas om uw borst, 15 de inzet voor het evangelie
van de vrede als sandalen aan uw voeten, 16 en
draag bovenal het geloof als schild waarmee u alle
brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt
doven. 17 Draag als helm de verlossing en als zwaard
de Geest, dat wil zeggen Gods woorden. 18 Laat u bij
het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u
bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle
heiligen. 19 Bid ook voor mij, dat mij de juiste
woorden gegeven worden wanneer ik verkondig,
zodat ik met vrijmoedigheid het mysterie mag
openbaren van het evangelie 20 waarvan ik gezant
ben, ook in de gevangenis. Bid dat ik daarbij zo
vrijmoedig spreek als nodig is.
Zingen: Psalm 107 : 1 en 7
1.Gods goedheid houdt ons staande
zolang de wereld staat!
Houdt dan de lofzang gaande
voor God die leven laat.
Al wie, door Hem bevrijd
uit ongastvrije streken,
naar huis werd heengeleid,
zal van zijn liefde spreken
7.Laat ons nu voor den Here
zijn goedertierenheid
toezingen en vereren
de God die ons bevrijdt.
Want wie zijn hulp verlangt,
Hem aanroept in gebeden,
verlost Hij uit de angst
en leidt Hij tot den vrede.
Gebed om de Heilige Geest
aandrang bij hem te mogen blijven. Maar hij stuurde
hem weg met de woorden: 39 ‘Ga terug naar huis en
vertel alles wat God voor u heeft gedaan.’ Hij ging
weg en maakte overal in de stad bekend wat Jezus
voor hem had gedaan.
Zingen: ELB 326 : 1, 2 en 3 (melodie psalm 134)
1.Van ’t westen daalt het avondrood
ontfermend over stad en land.
Leg, Jezus in hun pijn en nood,
op alle zieken nu uw hand.
Margreet zingt twee liederen
Evangelielezing NBV Lukas 8 : 26-40
26 Ze voeren verder naar het gebied van de
Gerasenen, dat tegenover Galilea ligt. 27 Toen hij
aan land stapte, kwam hem vanuit de stad een man
tegemoet die door demonen bezeten was. Deze man
droeg al geruime tijd geen kleren meer en woonde
niet in een huis, maar in de rotsgraven. 28 Toen hij
Jezus zag, viel hij schreeuwend voor hem neer en
riep luidkeels: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus,
Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek je, doe me
geen pijn!’ 29 Jezus stond namelijk op het punt de
onreine geest te bevelen uit de man weg te gaan.
Want die had hem al heel lang in zijn macht, en
gewoonlijk werd de man voor de veiligheid aan
handen en voeten geboeid, maar telkens trok hij de
boeien kapot en werd hij door de demon naar
eenzame plaatsen gedreven. 30 Jezus vroeg hem:
‘Hoe heet je?’ Hij antwoordde: ‘Legioen’ – er
woonden namelijk veel demonen in hem. 31 Ze
smeekten hem hun niet te bevelen naar de
onderwereld te gaan. 32 Op de berghelling liep op
dat ogenblik een grote kudde varkens te grazen, en
de demonen smeekten Jezus om hun toe te staan
hun intrek in de varkens te nemen. Hij stond hun dat
toe. 33 Toen ze uit de man waren weggegaan,
trokken ze in de varkens, waarop de kudde de steile
helling afstormde, het meer in, en verdronk. 34 Toen
de varkenshoeders dat zagen, sloegen ze op de
vlucht en vertelden in de stad en in de dorpen wat er
was gebeurd. 35 Vele mensen gingen op weg om
met eigen ogen te zien wat er was voorgevallen.
Toen ze bij Jezus kwamen, troffen ze daar de man
aan uit wie de demonen waren weggegaan. Hij zat
aan Jezus’ voeten, gekleed en bij zijn volle verstand,
en toen ze dat zagen, werden ze door schrik
bevangen. 36 Degenen die alles gezien hadden,
vertelden hun hoe de bezetene was gered. 37 En de
hele mensenmenigte uit het gebied van de
Gerasenen verzocht hem hen te verlaten, want angst
en ontzetting hadden hen aangegrepen. Jezus stapte
in de boot om terug te gaan. 38 De man bij wie de
demonen waren weggegaan, vroeg hem met
2.Al ziet ons oog U nu niet meer,
een licht straalt uit uw heilig hart;
daal nu ontfermend op hen neer,
die wij U noemen, in hun smart.
3.Bevrijd van de gebondenheid
wie door de duivel wordt gekweld.
Wie wordt verscheurd door zielestrijd
wees hem een vriend, een sterke held.
Verkondiging: “Hij eruit, of Ik eruit!”
Zingen: ELB 326 : 4, 5, 6 en 7
4.Wie lijden door wat is geweest,
Heer, heel de wonden van hun ziel.
Herstel hun lichaam en hun geest,
neem weg de last die ’t hart vernielt.
5.U wilde in het lichaam zijngenees, als teken van de hoop!
U draagt de zwakheid en de pijn,
de ziekte die het lichaam sloopt.
6.En als de diepte van de nood
de diep verborgen zonde is,
leg Gij die, Heer, barmhartig bloot
tot alle schuld vergeven is.
7. Verbind, Geneesheer, elke wond.
Herscheppend Woord, genees de kracht.
Maak met uw liefde ons gezond,
zelfs in de dood, de diepste nacht.
Margreet gaat twee liederen zingen
Dankgebed en voorbede
Collecte ondertussen intermezzo
Zingen slotlied: Joh. de Heer lied 7 : 1 en 2
Als g' in nood gezeten, geen uitkomst ziet,
wil dan nooit vergeten: God verlaat U niet.
Vrees toch geen nood, 's Heren trouw is groot,
en op 't nacht'lijk duister, volgt het morgenrood.
Schoon stormen woeden, ducht toch geen kwaad;
God zal u behoeden, uw toeverlaat.
God blijft voor u zorgen, goed is de Heer,
en met elke morgen, keert Zijn goedheid weer.
Schoon g' in 't verdriet, nergens uitkomst ziet,
groter dan de Helper, is de nood toch niet.
Wat ons ontviele, Redder in nood.
red slechts onze ziele, uit zond' en dood.
Zegen
Margreet en Ellen geven nog een toegift
Na de dienst is er gelegenheid om koffie/thee
of fris te drinken.