rijst uit Java

Rijst uit Boyolali, Java, Indonesië
1
Samenvatting:
Vredeseilanden ondersteunt in Boyolali,
Midden Java, een organisatie van rijstboeren voor de teelt en commercialisatie van
biologische rijst. De rijst wordt verkocht op
de lokale markt, maar om voldoende meerwaarde te realiseren met de biologische
productie willen ze een deel van de rijst (18
ton) exporteren. Ze werken daarvoor samen
met een Indonesisch bedrijf dat de rijst verwerkt en verpakt (PT Bloom Agro). Voor
kwaliteitscontrole, traceerbaarheid en certificering hebben ze een intern controlesysteem opgezet. Tegen eind 2011 willen ze
biologisch en Fair for Life gecertificeerd zijn.
De rijst is van lokale variëteiten van de streek: Menthik Susu, Pandan Wangi, Membramo, Beras Merah. De rijst is vacuüm verpakt in verpakkingen van 1 kg of 5 kg.
Achtergrond:
Rijst in Indonesië:
Rijst is het voornaamste voedselgewas van Indonesië, dat de grootste rijstconsument ter wereld is met 139 kg/capita/jaar. Ten minste 12 miljoen familiale boeren zijn afhankelijk van rijst
om in hun bestaan te voorzien. Gemiddeld telen ze rijst op 0.3-0.5 ha per gezin en sommigen
huren land. Het inkomen van de boeren is laag, minder dan 1 dollar per dag. Ze zijn in het algemeen georganiseerd in kleine groepen. De rijstprijs is onbetrouwbaar, en kan vooral in het
oogstseizoen dramatisch dalen.
De Indonesische regering hanteert voor rijst een prijsbeleid dat eerder gericht is op consumenten dan op producenten: ze willen vooral goedkope rijst beschikbaar hebben voor de armen.
De regering bepaalt elk jaar een gegarandeerde minimumprijs en koopt zelf rijst op als instrument voor armoedebestrijding. Als de nationale productie laag is, wordt er ook rijst gekocht op
de internationale markt om ervoor te zorgen dat de armen toegang hebben tot rijst.
Rijst in Boyolali:
Het district Boyolali situeert zich in Centraal Java in de
buurt van de grote steden Solo (Surakarta) en Yogyakarta. Van de 860.000 inwoners van Boyolali leeft 31%
onder de armoedegrens wat betekent dat ze een inkomen hebben van minder dan 1 dollar per dag. Het
belangrijkste landbouwgewas in de regio is rijst met 2
tot 3 oogsten per jaar. Boyolali heeft een oppervlakte
van 101.510 ha waarvan 41.862 ha gebruikt wordt voor
rijstproductie. Er zijn ongeveer 272.000 rijstboeren in
Boyolali en 48.000 daarvan produceren biologische
rijst. De gemiddelde oppervlakte van een landbouwbedrijf 0.35 ha. De totale rijstproductie was 244.000 ton
in 2007, 49.000 ton was biologische rijst.
2
Het rijstprogramma van Vredeseilanden:
Vredeseilanden werkt in de regio samen met de boerenorganisatie Appoli met ongeveer 1400
leden (waarvan 345 vrouwen) die biologische rijst produceren. Daarnaast werken we ook samen met consumentenorganisaties om de lokale markt voor “gezonde” rijst verder te ontwikkelen. Bij de start van het programma in 2008 werd de biologische rijst niet gewaardeerd op de
lokale markt, waardoor de boeren ook geen meerprijs kregen. Door een sensibiliseringsprogramma groeide de waardering bij de lokale bevolking en kregen de boeren een hogere prijs.
Eind 2010 betalen consumenten 6800-7000 Rp (ongeveer 0.5 euro) voor een kg gewone rijst
en 8500 tot 9000 Rp (ongeveer 0.7 euro) voor biologische rijst. Er is op de lokale markt echter
niet genoeg koopkracht om de totale productie van biologische rijst lokaal te verkopen aan hogere prijzen.
Daarom is het plan om een deel van de biologische
rijst te exporteren. De boerenorganisatie waar Vredeseilanden mee werkt, heeft hiervoor een samenwerkingsakkoord afgesloten met PT Bloom Agro dat
sinds 2009 gecertificeerde rijst van een andere boerenorganisatie exporteert naar andere Aziatische
landen en sinds 2010 ook naar Europa.
Er werd met de boerenorganisatie, APPOLI gewerkt
aan een intern controlesysteem dat moet toelaten om
de productie te certificeren, zowel biologisch als Fair
Trade. Er werd gekozen voor een Fair for Life certicering omdat PT Bloom Agro daar al mee
werkt met andere boerengroepen. “Fair for Life” is flexibiler dan FLO (Max Havelaar) en beter
geschikt voor kleine exportvolumes. FLO richt zich uitdrukkelijk op de export van grote volumes, een boerenorganisatie moet één derde van de productie exporteren om de certificering
rendabel te maken.
IMO, een Zwitsers instituut dat de controle voor Fair for Life doet, combineert controles voor
biocertificering met die voor Fair for Life certificering. Certificering is voorzien voor de zomer
van 2011.
De boerenorganisatie wil jaarlijks een container rijst exporteren, verpakt in zakjes van 1 kg, in
totaal 18 ton rijst.
Fair for Life certificering:
Fair for Life certificering verschilt op verschillende vlakken van Fair Trade certificering. Het systeem is niet enkel gericht op producentencoöperatieven, maar certificeert ook contractteelt. Het
is een dynamisch systeem dat vertrekt van een aantal minimumcriteria en dat verder gericht is
op verbetering d.m.v. een ratingsysteem. De prestaties van de bedrijven op de verschillende
indicatoren wordt gepubliceerd op de website van Fair for Life. Een belangrijk verschil met Max
Havelaar, is dat er geen minimumprijs wordt vastgelegd door de organisatie, maar dat de prijs
op een transparante wijze wordt overeengekomen tussen leverancier en afnemer. De prijzen
gelden voor alle aankopen door de koper, niet enkel voor het aandeel dat Fair Trade kan verkocht worden. Fair for Life voorziet ook in een Fair Trade premie die de ontwikkeling van de
3
gemeenschap moet mogelijk maken. Deze premie bedraagt ongeveer 10 % van de prijs betaald aan de producent. IMO controleert of de prijzen en de premies aangepast en fair zijn.
Fair for Life certificeert enkel producenten die een biologisch label of een ander ecolabel hebben.
Meer informatie: www.fairforlife.net en www.bloomagro.com
SRI rijstproductiesysteem:
De rijst wordt geproduceerd volgens de SRI methode: System of Rice Intensification, een productiemethode waarbij men de opbrengsten van rijst verhoogt terwijl men de inputs vermindert.
De rijst wordt geproduceerd met minder zaad, minder water, en zonder chemische meststoffen
en pesticiden. Het systeem is gebaseerd op sterke ontwikkeling van de wortels van de rijstplanten. In de gangbare teelt plant men veel zaailingen van 30 dagen dicht bij elkaar in bevloeide
velden. In SRI rijst plant men kleine zaailingen van 5 dagen ver uit elkaar in vochtige bodems.
Daardoor hebben de wortels tijd, ruimte en zuurstof om zich maximaal te ontwikkelen: sterker
en dieper. Op die manier kunnen ze beter de voedingsstoffen opnemen uit de organische mest
die gebruikt wordt bij de teelt. De sterkere planten weerstaan ook beter extreme weercondities
en schade uit de omgeving. Door de rijst niet te bevloeien blijven er meer micro-organismen
actief die zorgen voor nutriëntentransport. Deze teeltmethode vermindert aanzienlijk de input
aan zaden en meststoffen en verhoogt de productie, zelfs met meer dan 75 %.
Getuigenis van een boer, Cipto:
'Wij hebben altijd rijst gekweekt hier. Vanaf de jaren zeventig weliswaar met behulp van kunstmest en
pesticiden.' Cipto heeft geen goed woord over voor pesticiden. 'Ze zorgden voor hogere productiekosten en
het land werd droger. Bovendien ontwikkelde ik astma na het sproeien. Ik heb zelfs eens een soort epileptische aanval gehad, waarschijnlijk door dat gif in te ademen. Neen, ik gebruikte geen masker of andere
bescherming.' Nu/ onder SRI systeem We fabriceren ons eigen bestrijdingsmiddel volgens een traditioneel
recept. Er worden onder andere tabaksbladeren in verwerkt. We vervaardigen ook onze eigen meststof met
koeienmest en compost. De productiviteit van het land is verhoogd, we krijgen een betere prijs voor onze
4
rijst en de smaak is ook beter. Ik zou het aan elke boer aanraden’.