Samenwerken voor dyslexieondersteuning - Bij de les

26
Samenwerken aan kwaliteit
De druk van passend onderwijs neemt toe. Passend onderwijs, referentiekaders, verzwaring
exameneisen, dyslexieprotocollen en uitspraken van het College voor de Rechten van de Mens,
vormen allemaal redenen om leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte effectieve hulp
te bieden. Steeds meer scholen starten daarom met gespecialiseerde software om leerlingen
met dyslexie te ondersteunen en hen zo optimaal te laten presteren. Om succesvol te zijn is
door Marrith Hoenderken
goede implementatie van de software noodzakelijk. Dat vraagt om een gedegen plan.
Compenserende dyslexiesoftware vermindert de belemmeringen die dyslexie met zich meebrengt. Het daagt
leerlingen met dyslexie uit op hun eigen cognitieve niveau
en maakt ze zelfredzaam. Gebruik van dyslexiesoftware
heeft een positief effect op de taakmotivatie en het cognitief zelfvertrouwen van leerlingen, blijkt uit onderzoek van
Kennisnet in 2011.
Dyslexie valt binnen de basisondersteuning van passend
onderwijs, daarom zullen deze hulpmiddelen veelal een
standaard onderdeel zijn van het schoolondersteuningsprofiel. Voor leerlingen die compenserende dyslexiesoftware gebruiken, blijkt het een bij uitstek werkbare methode te zijn om hen tijdens hun schoolloopbaan effectief
te helpen.
Susanne: ‘Ik heb veel aan Kurzweil gehad tijdens mijn middelbareschooltijd en ben nu zelfs cum laude geslaagd.’’
Implementatie
Voor succesvolle implementatie van dyslexiesoftware zijn
de bouwstenen uit het ‘Vier in Balans’ model van Kennisnet
(2013) nodig: visie, deskundigheid, content en infrastructuur. Om die vier onderdelen goed uit te voeren is leiderschap cruciaal. Recent onderzoek aan de Rijksuniversiteit
Groningen toont daarnaast aan dat voor het slagen van
een organisatiebrede implementatie een bovenschoolse
aansturing van groot belang is.
Om het implementatieproces binnen een onderwijsorganisatie goed te begeleiden, is het raadzaam om een werkgroep op te richten en voor bovenschoolse implementatietrajecten een stuurgroep. De stuurgroep voert de centrale
regie en stemt taken en verantwoordelijkheden af met de
werkgroepen. De werkgroep onderhoudt de contacten op
de ‘werkvloer’ en is direct betrokken bij de juiste toepassing
van software in de klas.
begint hier. Een tweede en minstens zo belangrijke stap
is het opstellen van goed beleid en een plan van aanpak
voor de implementatie. Vanuit de visie stelt de school een
dyslexie-ICT beleid op, waarin zij vaststelt welke leerlingen gebruik mogen maken van de software en bij welke
vakken/toetsen. Verder worden de onderwerpen professionalisering/nascholing, digitale content en de ICT-infrastructuur uitgewerkt.
Deskundigheid
Hoe docenten op een natuurlijke wijze ICT kunnen integreren in onderwijsactiviteiten illustreert het TPACK-model
van Mishra & Koehler (2005). Hieruit blijkt het belang
van de interactie tussen vakinhoudelijke kennis (Content
Knowledge), didactische kennis (Pedagogical Knowledge)
en technische kennis (Technological Knowledge). Om ICT
optimaal te kunnen inzetten is het van belang dat de docent deze drie kennisdomeinen met elkaar kan integreren.
De werkgroep die in het leven is geroepen, kan een belangrijke rol innemen bij het inventariseren van de benodigde
professionalisering van zorgcoördinatoren, docenten en
leerlingen.
Visie
Het ontwikkelen van een visie is de belangrijke eerste stap.
De keuze om met compenserende dyslexiesoftware te
starten en de doelen die de school hiermee wil bereiken,
Figuur 1: TPACK-model
27
van
dyslexie-ondersteuning
Leerlingen moeten over een redelijke computervaardigheid
beschikken en een prettige werkplek in de klas hebben om
optimaal te kunnen werken met de dyslexiesoftware.
Inhoud en toepassingen
Om leerlingen de dyslexiesoftware goed te laten gebruiken, dient er voldoende digitale content aanwezig te
zijn. Digitale schoolmethoden, besteld bij Dedicon, of het
zelf scannen van materialen kan uitkomst bieden. Maar
met digitaal materiaal alleen is de school er nog niet.
Docenten hebben voldoende deskundigheid van de dyslexiesoftware nodig om te kunnen bepalen welke functionaliteiten van de software de leerling bij een bepaald vak
kan gebruiken.
Geavanceerde dyslexiesoftware biedt ondersteuning bij
technisch en begrijpend lezen, spellen, strategisch schrijven, vreemde talen en het ontwikkelen van studievaardigheden. Hierdoor kan de docent rekening houden met de
onderwijsbehoeften van de leerling. Wat zijn de belemmerende en beschermende factoren van de leerling en hoe
kan hij de software optimaal inzetten? Dit zijn vraagstukken waarover zorgspecialisten en docenten zich kunnen
buigen en de kennis op het vlak van de drie domeinen uit
het T-pack model toepassen.
Bram: ‘Tijdens examens heeft Kurzweil voor mij enorm
geholpen bij Nederlands en Engels. Die examens bestaan
beide uit veel lezen. Wanneer ik geen gebruik had kunnen
maken van dit programma had ik waarschijnlijk best veel
stres gehad of ik het wel zou halen met de beschikbare
tijd. En nu ging het ‘makkelijk’ binnen de toegestane tijd.
Iedereen die de kans krijgt om hiermee te mogen werken en
hiermee toetsen maken zou die moeten grijpen, want het is
een enorme hulp.’
Infrastructuur
Bij aanschaf van dyslexiesoftware dient de school uiteraard rekening te houden met de beschikbaarheid en
kwaliteit van de hardware en het netwerk. Bij de keuze laat
men zich leiden door de kwaliteit en functionaliteit van de
dyslexiesoftware, de inzetbaarheid, de gebruikerservaring
en de technische en onderwijskundige expertise van de
leverancier. Met het inrichten van een eerstelijnsondersteuning kunnen gecertificeerde softwarespecialisten de
vragen en problemen van gebruikers efficiënt oplossen.
Succesvolle implementatie
Om het gebruik van dyslexiesoftware te borgen is het
monitoren en evalueren van het implementatieproces
van belang. Het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs
(2013) adviseert om bij implementatie van dyslexiebeleid
de pdca-cyclus toe te passen. Met deze cyclus doorloopt de
school jaarlijks vier stappen: plannen (beleidsvaststelling),
uitvoeren (beleidsuitvoering), evalueren (beleidsevaluatie) en bijstellen (beleidsbijstelling). Van belang is dat de
verschillende betrokkenen binnen de organisatie aan dit
proces deelnemen:
– Het strategisch niveau (de directie en stuurgroep)
– Het tactisch niveau (de zorgspecialist, dyslexiecoach,
werkgroep dyslexie)
– Het operationeel niveau (de docenten en mentoren)
Hallo , mijn naam is Laura en ik heb de afgelopen jaren op
school gebruikt gemaakt van het programma en er zelfs examen mee gedaan waarvoor ik in een keer geslaagd ben. Ik gebruik Kurzweil al sinds de 2eklas en heb er veel baat aan gehad.
Door het implementatieproces te volgen, kan de begeleiding of het beleid tijdig bijgesteld worden, met als doel:
optimale ondersteuning voor leerlingen met dyslexie.
Als leerlingen, door het inzetten van dyslexie-ICT met
succes onderwijs kunnen volgen dat bij hen past, is er
heel veel gewonnen. Het succesvol implementeren van
dyslexiesoftware is wel een voorwaarde voor dit onderdeel
van passend onderwijs en leidt tot een win-win situatie
voor leerling, docent en school!
Ervaring bij ruim zevenhonderd scholen heeft geleerd
dat deze aanpak ook een kwaliteitsimpuls geeft aan het
dyslexiebeleid van de school. Door samen te werken en
kansen te benutten kunnen we de leerlingen optimaal
ondersteunen.
Referenties vindt u op http://www.lexima.nl/artikelen/
dyslexie/samenwerken-aan-kwaliteit-van-dyslexie-ondersteuning
Meer info: www.lexima.nl